RAPPORT OVER HET KERKGEBOUW EN INVENT ARlS

GROTE-of

ST. LAURENSKERK

ALKMAAR

Drs. Carla Rogge januari-februari 1990 november 1996

Rapporten over de Alkmaarse Monumentenzorg en Archeologie Rapport 4 © 1990, 1996 GEMEENTE ALKMAAR

Alle rechten worden voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag wor- den vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand of openbaar gemaakt in enige vorm of enige wijze, .hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestem- ming van de uitgever.

Auteur: Rogge, Carla, Drs

Titel: "Grote of Sint - Laurenskerk Alkmaar" Rapport over het kerkgebouwen de inventaris Rapport 4

Publikatie: Bureau Monumentenzorg en Archeologie, sector Volkshuisvesting, gemeente Alkmaar Gemeente Alkmaar

Trefwoorden: Alkmaar, architectuur, beeldhouwkunst, begraven, geschiedenis, kerk, kerkinventaris

Vormgeving: Bureau Monumenzorg en Archeologie

Fotografie: Joop Elsinga

Productie: Gemeente Alkmaar INHOUD

I VOORAF

11 INLEIDING

111 DE KERK IN DE STAD

lII.I Het gezicht op kerk en stad

lIl.2 De kerk op een knooppunt van landwegen

lIl.3 De kerk en het water

lII.4 De kerk en:de omringende kloosterbebouwing

lII.5 Bestrating, beplanting, kerkhoven

IV HET KERKGEBOUW

IV. 1 De plattegrond van de kerk

IV. 2 Het exterieur van de kerk

IV. 3 De opbouw van de muren van de middenbeuk en van het transept

IV. 4 De houten kap met het houten tongewelf

IV. 5 De stenen gewelven van kooromgang, zijbeuken en kapellen

IV. 6 Het zuiderportaal met de librije

IV. 7 De voormalige sacristie (later consistorie)

IV. 8 Het oostportaal

IV. 9 De herenkamer aan de noordzijde met het balgenhuis

IV.IQ Het noorderportaal

IV.II Het westportaal met balgenhuis

IV.12 De houten kruisingtoren met het uurwerk en carillon

IV.13 Het verdwenen houten klokhuis

IV.14 De transeptbeelden: Laurens en Matthias

IV.15 De zonnewijzer

IV.16 De gedenkplaat ter herinnering aan Anna Maria Elisabeth Fleischer

IV.17 De kosterswoning en het kerkelijk kantoor V HET KERKINTERIEUR IN DE KATHOLIEKE TIJD

Y.I De gebeeldhouwde dieren aan de consoles in de westmuur

V.2 De gebeeldhouwde consoles in de kooromgang

V.3 De gebeeldhouwde kapitelen in de kooromgang

V.4 De gesneden houten evangelistensymbolen aan de kapconstructie in het koor

V.5 De gewelfschildering van het Laatste Oordeel in het koor

V.6 De overige schilderingen van het tongewelf

V.7 De schilderingen op de stenen gewelven

V.8 De gewelfschotels aan de houten tongewelven

V.9 De versiering van de sluitstenen van de stenen gewelven

V.IO Het koorhek

V.11 De koorbanken

V.12 Het orgel uit 1511 in de noorderkooromgang

V.13 Het verdwenen 16de-eeuwse orgel in de zuiderkooromgang

V.14 Het verdwenen sacramentshuis

V.15 Het hoofdaltaar van Maerten van Heemskerck

V.16 De tijdaanwijzer

V.17 Het doopkapelhek

V.18 "Zeven Werken van Barmhartigheid"

V.19 Twee bijzondere grafmonumenten

V.20 De verdwenen glas-in-loodramen

V.21 Het schilderij, voorstellende de Grote of St. Laurenskerk VI HET KERKINTERIEUR IN DE HERVORMDE TIJD

VI. 1 Het doophek uit 1605

VI. 2 De voorlezers-zvoorzangersplaats

VI. 3 De koperen doopbogen

VI. 4 De preekstoel uit 1665

VI. 5 De stenen consolevoet van de preekstoel uit 1665

VI. 6 De koperen lezenaars uit 1665

VI. 7 De banken in de dooptuin

VI. 8 Het zilveren doopbekken

VI. 9 Twee kolombanken met festoenen uit 1654 en 1655

VI.I0 Twee kolombanken, één gedateerd 1651, één ongedateerd

VI.ll De herenbank tegenover de preekstoel

VI.12 Overige banken en bankenblokken

VI. 13 Het schippersgildebord: de Christelijke Zeevaart uit 1581

VI.14 Vier tekstborden in rolwerkomlijsting uit 1605

VI.l5 Het ordereglement van 1645

VI.16 Het bord: CLareat oCtobrIs

VI.17 Het grote orgel

VI.18 De schildering boven het orgel uit 1693

VI.19 De grote koperen kronen

VI.20 De kleine koperen slangenkroontjes

VI.21 Overige kaarsenarmen

VI.22 Baren Vl.23 Het grafreglement van 1672

Vl.24 Grafmonwnenten

Vl.25 Het rouwbord van Carel de Dieu uit 1789

Vl.26 Een grafkapelhek

Vl.27 Het kerkscheepje uit 1667

Vl.28 De verdwenen glas-in-loodramen

Vl.29 De naamregisters der diakenen en kerkmeesters

Vl.30 Bijbels

Vl.31 Het avondmaalsgerei GROTE-OFST.LAURENSKERK I

I. VOORAF

In verband met de restauratie van de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar werd mij door de kerkvoogdij der Hervormde Gemeente Alkmaar de opdracht verleend een rapport over het kerkgebouwen de inventaris samen te stellen. Daarvoor was een periode van ca. zes weken beschikbaar, vanafbeginjanuari tot halffebruari 1990. Binnen dat tijdvak werd een beschrijving gemaakt van het kerkgebouwen van de ligging van het gebouw in de stad. Tevens werd aandacht besteed aan de talrijke inventarisstukken uit het verleden. Waar mogelijk werd bovendien aangegeven wat de plaats en het belang van het kerkgebouwen de inventaris zijn in groter (kunstthistorisch verband.>:

Het rapport uit 1990 is slechts in kleine kring verspreid. Op verzoek van velen is bij de voltooiing van de restauratie van het kerkgebouw een heruitgave versche- nen. De oorspronkelijke opzet van het rapport werd gehandhaafd; wel werden alle teksten opnieuw kritisch bekeken en waar nodig bijgewerkt.

Drs. Carla Rogge november 1996.

5

GROTE- OF ST. LAURENSKERK II

11. INLEIDING.

In alle steden in de Noordelijke Nederlanden rapport gewijd. verrees in de late middeleeuwen wel een groot, laatgotisch kerkgebouw, of werd een bestaande Wanneer we de genoemde kerken nader bekij- kerk ingrijpend vergotiseerd. ken, dan valt op dat ze alle grotendeels in de- Het ging daarbij om voor Nederlandse begrip- zelfde periode tot stand kwamen (ca. 1450 - pen zeer omvangrijke gebouwen, die het stads- ca.1520), al werd er aan sommige gebouwen beeld al van verre beheersten, en die in de loop wel eerder begonnen. Bovendien tonen ze zo- der tijd een naar Nederlandse maatstaven zeer veel onderlinge verwantschap, dat er gesproken rijke inventaris kregen. kan worden van een groep van kerken. Aan al die kerken zijn grote hoeveelheden witte Belgi- De toevoegingen "voor Nederlandse begrippen" sche steen verwerkt, die gewonnen werden in en "naar Nederlandse maatstaven" zijn hier' ze- het oosten' van Vlaanderen en in Brabant. En ker op hun plaats. Hoe imponerend de maten aan al die kerken hebben wel kortere of langere van de gebouwen ook mogen zijn, gemeten naar tijd mannen afkomstig uit het Zuidnederlandse de Nederlandse verhoudingen, vergeleken met bouwbedrijf, meegewerkt. Wat stijl betreft ver- buitenlandse soortgenoten zijn de afmetingen tonen zij allemaal kenmerken van de zgn. Bra- minder indrukwekkend. Hetzelfde geldt voor de bantse gotiek. De Grote of St. Laurenskerk in inventaris. Zelfs de meest rijke en luxueuze Alkmaar is het meest noordelijke voorbeeld van stukken in de Noordnederlandse kerken hebben, een kerkgebouw in deze stij 1. wanneer men ze naast soortgenoten van buiten Maar naast alle overeenkomsten zijn er ook onze grenzen plaatst, maar een bescheiden allu- steeds verschillen aan te wijzen, waardoor toch re en uitstraling. elke kerk een eigen karakter kreeg. Zo heeft de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar een op- Dat neemt niet weg dat deze kerken en hun in- merkelijke bekleding van tufsteen, afgewisseld ventaris een zeer belangrijk onderdeel vormen, door speklagen van witte Belgische steen, die niet alleen van het Nederlandse culturele erf- weliswaar bij de vorige restauratie in de jaren goed, maar ook van het Europese cultuurbezit. '40 van deze eeuw over een aanzienlijke opper- vlakte is vernieuwd, maar die volgens restau- Hierboven werd al vermeld dat in alle Noordne- ratie-architect Herman van der Kloot Meyburg derlandse steden in de late middeleeuwen grote teruggaat op oude voorbeelden. Bovendien heeft kerkgebouwen verrezen in laatgotische stijl, of de kerk in de zijbeuken, in de kapellen en in de dat er ingrijpende verbouwingen plaatsvonden kooromgang vele stenen stergewelven, gemet- aan reeds bestaande kerkgebouwen. seld in ingewikkelde patronen, die men in de In het welvarende, stedenrijke West-Nederland andere kerken niet op deze wijze tegenkomt. - speciaal in het vroegere graafschap Holland - Voorts is de in Alkmaar de enige kan men op betrekkelijk geringe afstand van kerk van de bovengenoemde kerken waar al in elkaar een aantal van die grote gotische kerken een vroeg stadium van de bouw werd besloten uit de late middeleeuwen vinden. Te denken valt tot de aanleg van een houten tongewelf over het aan Den Haag (Grote of St. Jacobskerk), Rotter- hoge middenschip en het even hoge transept. dam (Grote of St. Laurenskerk), Gouda (Grote Dit valt af te leiden uit het ontbreken van aan- of St. Janskerk), Delft (Oude en ) zetten voor luchtbogen, nodig bij de aanleg van en Leiden (St. Pieterskerk en Hooglandse of St. stenen gewelven over dit soort hoge ruimtes. Pancraskerk) in het zuidelijk deel van het ge- Opmerkelijk is de lengte van de vensters van het west. In het noorden kunnen Amsterdam (Oude transept: zij behoren tot de hoogste in hun soort. en Nieuwe Kerk), Haarlem (Grote of St. Bavo- kerk) en Alkmaar (Grote of St. Laurenskerk) Wat in het voorgaande over de kerkgebouwen genoemd worden. Aan deze laatste kerk is dit gezegd werd, geldt ook voor de inventaris.

7

GROTE-OFST.LAURENSKERK II

De hoofdelementen van de kerkinrichting zijn in thuis in een groep van soortgelijke schildering- grote lijnen gelijk. en op houten gewelven in diverse plaatsen in de De laatgotische kerken waarvan hier steeds provincie NoordHolland. Veel van die schilde- sprake is, waren oorspronkelijk bestemd voor de ringen zijn in het verleden, in de tijd van de katholieke eredienst. En ze kregen dan ook een Hervorming, overgeschilderd. Maar het opmer- op die eredienst afgestemde inrichting, waarvan kelijke is, dat dat in de Grote Kerk in Alkmaar de vormgeving aanvankelijk nog laatgotisch nimmer is geschied. Integendeel, de schildering- was, maar waarin ook al spoedig elementen van en werden in de 17de eeuw - toen een herstel- de vroege renaissancestijl te vinden zijn. Tot de beurt nodig was - naar de mogelijkheden van vaste onderdelen behoorden koorhekken en toen bijgewerkt. koorbanken. Zij bleven in diverse kerken, waar- onder de Alkmaarse Grote Kerk of St. Lauren- In alle protestantse kerken in Europa werden in skerk, bewaard. de begintijd van de Reformatie bijbelse teksten aangebracht in het interieur; hetz-ijrechtstreeks In de tweede helft van de 16de eeuw werden in geschilderd op muren en kolommen, hetzij de Noordelijke Nederlanden alle bestaande aangebracht op meubels of speciale tekstborden. kerkgebouwen aan de katholieke eredienst ont- Veel van die teksten zijn in later tijd weer verd- trokken en geschikt gemaakt voor de publieke wenen uit overwegingen van smaak. Maar voor kerk van toen, de hervormde kerk (destijds ove- wat betreft de Noordelijke Nederlanden zijn er rigens gereformeerde kerk genaamd). Dat bete- juist in het oude gewest Holland nog heel wat kende dat de aanstootgevende altaren uit de ka- mooie en oude voorbeelden bewaard, waarbij tholieke periode uit de kerken gehaald werden. die in de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar Vele zijn toen of in de jaren die volgden geheel zeker genoemd mogen worden. verdwenen. Maar het hoofdaltaar van de Grote Deze kerk bezit onder andere een van de oudste, of St. Laurenskerk in Alkmaar, één van de fraaiste en grootste voorbeelden: het tekstbord grootste in zijn soort, die in de 16deeeuw in de "de Christelijke Zeevaart", geschonken in 1581 Noordelijke Nederlanden vervaardigd zijn, be- door het Schippersgilde. Voorts zijn er nog enk- staat nog steeds. Het door Maerten van Heem- ele vroege borden met betrekking tot de ge- skerck geschilderde stuk werd niet vernield, schiedenis van het gebouwen de schoonheid maar verkocht en bevindt zich sinds 1581 in de van de toenmalige orgels (alle 1605). kathedraal van het Zweedse Linköping. De rijkdom aan decoratie en het reusachtige for- Een ander beroemd Noordnederlands schilder- maat van het bord "de Christelijke Zeevaart" werk dat een plaats had in de Grote of St. Lau- lijken wat in tegenspraak met de strenge opvat- renskerk, bleef eveneens tot vandaag de dag be- tingen over soberheid en eenvoud van de houden. Het is de in één lijst gevatte reeks van Noordnederlandse hervormden. Maar vooral in de Zeven Werken van Barmhartigheid, geschil- de grote stadskerken, waar de Grote of St. Lau- derd door de zgn. Meester van Alkmaar (1504). renskerk in Alkmaar er één van was, kwam in Het werk geeft, als geen ander uit die tijd, een de praktijk van die soberheid en eenvoud maar beeld van het dagelijks leven in een Hollandse weinig terecht. Integendeel. Over het algemeen stad in het begin van de 16de eeuw. werd in de hervormde periode door de bewoners Tot 1918 heeft het in de kerk gehangen, toen van de Noordelijke Nederlanden veel geld be- werd het verkocht om aan middelen te komen steed aan de inrichting van dergelijke kerken, voor een noodzakelijke restauratie van het kerk- net als in de voorafgaande katholieke tijd. En gebouw. Sindsdien hangt het in het Rijksmu- daarbij ontbrak het hen zeker niet aan een zeke- seum in Amsterdam. re pronkzucht en een neiging tot imponeren .door grote afmetingen. Bewaard bleef ook de schildering op het houten gewelf van de koorsluiting, voorstellende het Karakteristiek voor de inrichting van de her- Laatste Oordeel (1518). De schildering hoort vormde Noordnederlandse kerken was de zgn.

9 ·--:-r·-~.7~''''!''.; '''J:;:''~> /,. , "{Cf: '1<' f<'; ~~,~iI ;,;;;,p,;",,,,,,,, ••,,"';~~~".~-""-'.:.••., :"~"~""'~=~~i:~~,:t~:~.."' ~f GROTE-OFST.LAURENSKERK II dooptuin rond de preekstoel. Het hek waarmee se schilder die in die jaren beroemd was om zijn de tuin omgeven wordt, heet doophek. ingewikkelde allegorische voorstellingen. Ook In veel kerken zijn die hekken, tengevolge van in de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar veranderingen in smaak en opvattingen over de kwam zo'n ingewikkeld allegorisch tafereel, liturgie, verdwenen. Maar juist in de Hollandse waarvan de betekenis zelfs met het begeleiden- stadskerken bleef een groot aantal van die hek- de vers dat de schilder erbij schreef, niet tot in ken bewaard: Eén van de alleroudste gedateerde . .alle details duidelijk is. Het is -het enige voor- . exemplaren staat in de Grote of St. Laurenskerk beeld van een dergelijke gecompliceerde allego- in Alkmaar (1605). rische voorstelling dat in een Noordnederlandse Niet alleen het oude doophek, ook het houtsnij- protestantse kerk bewaard is gebleven . .werk op de banken in de dooptuin en op de preekstoel is - vergeleken met soortgelijk kerk- N aast de hierboven genoemde stukken, die alle meubilair in de Noordelijke Nederlanden uit zeer bijzonder zijn, heeft de kerk ook nog vele dezelfde tijd - bijzonder. andere inventarisstukken, zowel-uit·--de· 17de eeuw als uit de 18de en 19de eeuw, die men ook In allerlei kerken langs de Europese kust hangen in vele andere Noordnederlandse hervormde kerkscheepjes. Zo ook in Nederland. De meeste kerken kan vinden. Daaronder mooie 17de- oude voorbeelden zijn te vinden in de provincie eeuwse geel-koperen kronen in diverse afme- Noord-Holland, waarin ook Alkmaar ligt. tingen, en enkele met fraai snijwerk versierde De Grote of St. Laurenskerk bezit een kerk- kolombanken, bestemd voor de notabelen, met scheepje, van forse afmetingen. Het hoort niet fraai snijwerk, eveneens uit de 17de eeuw. Twee alleen tot de oudste bewaard gebleven voorbeel- daarvan zijn gemaakt naar ontwerp van de al den, maar ook tot de rijkst versierde. Het in genoemde Jacob van Campen, en vertonen een 1667 opgetuigde scheepje is een gedenkteken grote rijkdom aan festoenen en andere gesneden dat de herinnering aan de slag bij Chatham, een motieven. gedenkwaardig moment in de vaderlandse ge- schiedenis, levend moet houden. Zoals overal elders in Europa, werd er ook in de Noordnederlandse kerken van weleer begraven. Tot de allerfraaiste stukken in de kerk behoren Dat geschiedde zowel in de katholieke periode twee orgels. De ene, nog uit de katholieke perio- als in de daaropvolgende protestantse periode, de, is het oudste nog bespeelbare orgel in Ne- althans tot ca. 1825-1830, toen er een landelijk derland. Het is een klein orgel, gemaakt in 1511 verbod kwam op het begraven in kerkgebou- door de beroemde Amsterdamse orgelbouwer wen. Jan van Covelens, en van mooi snijwerk voor- De grafmonumenten die in de Grote of St. Lau- zien. Het andere orgel stamt uit de hervormde renskerk bewaard zijn gebleven, zijn talrijk, periode en is van grote afmetingen. Dit orgel, maar - zeker in Europees verband gezien - wei- waarvan de kas werd ontworpen door Jacob van nig in het oog springend. Het merendeel bestaat Campen, één van de grootste Noordnederlandse uit eenvoudige en iets minder eenvoudige zer- architecten van de 17de eeuw, werd gebouwd ken. Voor wat betreft de Noordnederlandse situ- door de toen bekende orgelbouwers Hagerbeer atie moet echter gewezen worden op twee unie- (vader en zoons), in de periode 1638-1646. ke grafmonumenten uit de katholieke periode, Maar zijn grootste roem dankt het aan de ver- namelijk de graftombe voor de ingewanden van bouwing van Frans Caspar Schnitger, die uit de de Hollandse graaf Floris V (vermoord in 1296), befaamde Noordduitse orgelbouwersfamilie en de zerk met de koperen grafplaat voor de no- stamde (1722-1725). Het orgel trekt orgellief- tabele Alkmaarse ingezetene Pieter Palinck hebbers uit de hele wereld aan. (overleden in 1546) en zijn vrouw Josina van Foreest (overleden in 1541). Het is één van de Boven het orgel werd, kort voor het einde van zeer weinige koperen grafplaten die hier te lan- de 17de eeuw, een schildering aangebracht de bewaard is gebleven. Bovendien is de, op door Romeyn de Hooghe, een Noordnederland- antieke voorbeelden geïnspireerde, iconografie

11 PRIJS: 35 CENT

GIDS

voor de bezoekers der Grote- of St. Laurenskerk te AIkmoor

SAMENGESTELD DOOR HET BESTUUR VAN HET MEUBILERINGSFONDS GROTE-OFST.LAURENSKERK II

voor de Noordelijke Nederlanden uitzonderlijk. binnen de stad als van elders. Voor verschillende belangrijke inventaris stuk- Wel worden zowel het kerkgebouw als diverse ken van de Grote' of St. Laurenskerk in Alk- onderdelen van het interieur regelmatig in aller- maar werden, zoals we hiervoor zagen, befaam- lei boeken en artikelen vermeld. Maar daarbij de ontwerpers van elders aangetrokken. Daar- gaat het dikwijls om boeken en artikelen waar onder waren diverse malen kunstenaars die eer- lastig aan te komen is. der in Haarlemwerkzaam waren geweest. '- Op hun beurt vormden diverse inventarisstUk- Toen ik als tweedejaars studente kunstgeschie- ken in de Grote of St. Laurenskerk een bron denis het kerkgebouw voor het eerst van binnen van inspiratie voor ontwerpers van kerkmeubi- bekeek, was er over het gebouw alleen het klei- lair voor kleinere protestantse kerken in Alk- ne (overigens voor zo'n bescheiden uitgave zeer maar zelf (bijvoorbeeld de Hervormde Kapel- informatieve) boekje te koop dat de titel "Gids kerk, de Remonstrantse Kerk en de Lutherse voor de bezoekers der Grote of St. Laurenskerk Kerk) en in de dorpen in de omgeving. , te Alkmaar" droeg; Het kostte I-O,3S,- ook-toen De invloed van het grote orgel uit 1638-1646 al een heel laag bedrag. Thans is er het mooi reikte verder. Dat geldt bijvoorbeeld voor de uitgegeven boekje "Grote Kerk Alkmaar" te orgelkast die Jacob van Campen ontwierp. Zo koop, met tekst van Hans Koolwijk, een journa- vindt men de gevleugelde vrouwelijke halffigu- list die geregeld over de oude monumenten van ren die hij in Alkmaar voor het eerst toepaste, Alkmaar schrijft, en fraaie foto's van Ben Hen- terug aan allerlei voorname orgels elders in het driks. Daarin wordt zeer uitgebreid aandacht land, bijvoorbeeld aan het l Sde-eeuwse orgel besteed aan het grote orgel, maar wat minder van de Grote of St. Bavokerk in Haarlem. aan de rest van het interieur.

Kerkgebouwen van een allure als de Grote of In het onderhavige rapport wordt gepoogd een St. Laurenskerk in Alkmaar zijn door de eeu- indruk te geven van de vele bijzonderheden die wen heen vastgelegd door schilders en teke- te zien zijn aan het' gebouw zelf en tevens een naars, zowel door kunstenaars van buiten die overzicht te geven van de rijke inventaris. Ge- speciaal naar de stad reisden om de hoofdkerk zien de betrekkelijk korte tijd die beschikbaar vast te leggen, als door kunstenaars uit de eigen was, kon het onderzoek dat verricht werd, plaats. slechts verkennend van aard zijn. Er werd vol- Tot de beroemdste kunstenaars die de Grote of staan met het maken van beknopte beschrijving- St. Laurenskerk in Alkmaar in beeld hebben en en het bestuderen van wat er in de literatuur gebracht, behoort Pieter jansz. Saenredam uit over gebouwen inventaris gezegd werd. Voorts Haarlem. Hij reisde er zelfs-een paar keer heen werd, waar de mogelijkheid zich voordeed, ge- om het interieur van het gebouw eerst te teke- zocht naar vergelijkbare voorbeelden. Een nen en vervolgens te schilderen. uitgebreid notenapparaat moest achterwege blij- Helaas is het niet mogelijk om in dit rapport ven, evenals een lijst met geraadpleegde litera- een beeld van zijn werk te geven, en moet ver- tuur. Wel vindt men op de desbetreffende .pagi- wezen worden naar de mooie reproducties in na's in de tekst tussen haakjes bronnen en ge- het recente overziehtsboek dat Gary Schwartz bruikte literatuur vermeld. en Marten Jan Bok over Saenredam hebben geschreven. Wat betreft het literatuuronderzoek werd vol- staan met bezoeken aan de bibliotheken van het Men kan er zich over verwonderen dat er in het Gemeentearchief Alkmaar, de Rijksdienst voor verleden over de Grote of St. Laurenskerk in Monumentenzorg in Zeist, het Rijksprentenk- Alkmaar nooit een uitvoerige geïllustreerde abinet in Amsterdam en de Kunsthistorische publicatie is uitgegeven, ondanks het feit dat Instituten van de beide Amsterdamse universi- het gebouwen de inventaris alleszins de moeite teiten. waard zijn en door de eeuwen heen belangstel- Bovendien werden enkele fotoverzamelingen ling hebben getrokken van velen, zowel van uitgebreid bestudeerd, te weten die van de

13

GROTE-OFST.LAURENSKERK II

Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist, vens die in het verleden zijn gepubliceerd door die van de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in C.W. Bruinvis en het materiaal dat later door J. en die van de vakgroep kunstgeschiede- van Drunen verzameld werd. Echter wordt er nis der Vrije Universiteit in Amsterdam (col- hier wel op gewezen dat hernieuwde archiefstu- lectie Dr. Wester). In alle gevallen werd materi- die zeker nieuwe kennis zal opleveren van de aal aangetroffen .dat van belang was voor- de Grote -of St. Laurenskerk, zowel wat betreft het kennis van deGrote of St. Laurenskerk in Alk- gebouw als wat betreft de inventaris. maar en haar inventaris. Naast onderzoek in de archieven wordt een Helaas moest geheel worden afgezien van ar- bouwhistorisch en archeologisch· onderzoek chiefonderzoek. Gezien de beschikbare tijd warm aanbevolen. werd volstaan met het raadplegen van de gege-

15

GROTE-OFST.LAURENSKERK III

111. DE KERK ENDE STAD.

Alvorens het kerkgebouw zelf en de inven- ge kerkgebouw aan de orde: niet alleen kon- taris uit de katholieke en de hervormde tijd den, dankzij de goede waterwegen van toen, uitgebreid aan de orde zullen komen, zullen die tot vlakbij de kerk kwamen, alle beno- enkele paragrafen gewijd worden aan kerk digde bouwmaterialen uitstekend aange- en stad in het algemeen. Daarbij. wordt -be- voerd worden, maar ook werd de kerkbouw knopt een aantal aspecten aangestipt. deels gefinancierd door verkoop van water aan de oostzijde van de stad, dat aange- Onder andere wordt het gezicht dat men plempt kon worden om tot bouwgrond te vanaf verschillende kanten op de kerk heeft, dienen. behandeld en wordt erop gewezen dat de kerk ligt op een knooppunt van belangrijke .Tot besluit wordt summier iets verteldover landwegen, die ouder zijn dan de huidige de bestrating en de beplanting rond de kerk St. Laurenskerk. en over de thans verdwenen kerkhoven aan Ook komt de betekeriis van het water in de de noord- en zuidzijde van het gebouw. stad voor het ontstaan van het tegenwoordi-

17 .; GROTE-OFST.LAURENSKERK III

111.1 HET GEZICHT OP KERK EN STAD.

Al meer dan 450 jaar rijst de huidige Grote (1871). of St. Laurenskerk in Alkmaar uit boven de betrekkelijk lage bebouwing van de omrin- Niet alleen vanuit het oosten, ook vanuit het gende stad. Met name wie de stad vanaf het westen zijn er plekken vanwaar men ~en oosten over water nadert (nu Noordhollands karakteristiek uitzicht op het hoge kerkge- Kanaal, voorheen Zeglis en Voorrneer), bouw heeft. Zo zien zij, die met de spoor- wordt al van verre met het indrukwekkende wegen naar Alkmaar reizen, de kerk al van- silhouet van het kerkgebouw geconfron- uit de trein liggen, uitstekend boven de rest teerd. Een silhouet dat ook vroeger door van de bebouwing. kunstenaars als bijzonder werd herkenden 's Winters, als de bomen bij de rotonde vastgelegd, getuige bijvoorbeeld het aardige Geesterweg/Geestersingel kaal zijn, heeft gezicht op Alkmaar vanaf het Zeglis, dat in men ook een zeer fraai gezicht op de kerk het Stedelijk Museum in Alkmaar hangt en wanneer men vanuit de richting Bergen naar dat nog in 1987 door uitgeverij Waanders de stad komt. als karakteristiek beeld van de stad werd Vermeldenswaardig is voorts het mooie gereproduceerd voor de lezers van de serie gezicht dat men vanaf het zuidwesten, wan- "Ach lieve tijd", gewijd aan Alkmaar. delend langs de Kennemersingel, op het kerkgebouw heeft. Het is dit gezicht dat u Ook wanneer men vanaf de oostkant nog op de omslag van dit rapport aantreft. dichter bij de kerk komt, zijn er diverse plaatsen waarop men een mooi gezicht op Dat de kerk al van verre opvalt is niet te het gebouw heeft. Dat geldt bijvoorbeeld danken aan een hoge klokketoren, want die voor wie langs de zuidzijde van het Ver- is er niet. Er is alleen een dakruiter, een ver- dronkenoord loopt, of voor wie, nog meer schijnsel dat men in het westen van Neder- in de nabijheid van de kerk, in de Lange- land bij meer grote middeleeuwse stadsker- straat wandelt. ken kan waarnemen. Bijvoorbeeld bij de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem of bij de Het imponerende gezicht dat men vanuit de . Nieuwe of Sint Catharinakerk in Amster- Langestraat op het koor van de Grote of dam. Ondanks het ontbreken van een hoge Sint Laurenskerk heeft, is in het verleden al klokketoren kan de Grote of Sint Lauren- door verschillende kunstenaars vastgelegd. skerk zelfs nu nog opvallen tussen de om- Bijvoorbeeld door de anonieme schilder die ringende bebouwing vanwege de rijzige in 1619 op één van de vijfpanelen, bestemd bouwmassa en het grote bouwvolume . .voor de bestuurskamer van het weeshuis, een begrafenisstoet in de Langestraat in Het komt niet alleen door de hoge bouw- beeld bracht, met op de achtergrond het massa en het grote volume dat de kerk al koor van de kerk (thans te bezichtigen in het van verre opvalt. De afwijkende kleur van Stedelijk Museum in Alkmaar). de bouwmaterialen speelt eveneens een rol. Of een eeuw later door de bekende topogra- Voor de bekleding werd namelijk overwe- fische tekenaar Cornelis Pronk (1727). gend lichte (witte of gelige) natuursteen En nog weer honderdvijftig jaar later door gebruikt, een bouwmateriaal dat verder in de beroemde schilder van romantisch-histo- Alkmaar ten tijde van de bouw noch daarna rische stadsgezichten, Cornelis Springer veel werd toegepast.

19

GROTE- OF ST. LAURENSKERK III

111.2 DE KERK OP EEN KNOOPPUNT VAN LANDWEGEN.

Op de plek waar onze voorouders in 1470 (Singel genaamd), die deel uitmaakt van de begonnen met de bouw van de huidige Gro- in ca. 1560 en volgende jaren aangelegde te of St. Laurenskerk en waar ook enkele verdedigingsgordel, is overgestoken, heet voorgangers van die kerk hebben gestaan, de historische strandwalweg Ritsevoort. kwamen destijds verschillende belangrijke Ritsevoort is een oude benaming, die duidt landwegen samen. Die wegen zijn er nog op het bestaan van een voorde (doorwaad- steeds, al is hun aanzien gewijzigd door bare plaats). moderne bestratingsmaterialen, door het plaatsen van verkeerstekens en door ver- Na het oversteken van de volgende gracht, nieuwing van de bebouwing erlangs in de Oudegracht, die een onderdeel vormt van verschillende perioden. Maar het moderne ... de in 1528-1530 aangelegde omgrachting doorgaande autoverkeer is er niet meer wel- van de stad, krij gt de route weer een andere kom. En ook daardoor veranderde het ka- naam: Koorstraat. Dit is het laatste stuk van rakter van de desbetreffende plek. de strandwal weg. Het komt uit bij het koor van de huidige kerk. Eén van de voornaamste middeleeuwse landwegen in het westen van Nederland was De oorsprong van de benaming Koorstraat de weg over de langs de kust gelegen is niet geheel duidelijk. Wie de huidige situ- strandwal. Deze verbond de verschillende atie kent, waarbij de Koorstraat uitkomt bij nederzettingen, die op de rand van de het koor van de Grote of St. Laurenskerk, is strandwal kwamen te liggen, onderling. in eerste instantie geneigd te denken dat de Daaronder waren nederzettingen die al in de straat haar naam aan het kerkkoor te danken late middeleeuwen waren uitgegroeid tot heeft. Het kerkkoor kwam echter pas bij de plaatsen van aanzien en formaat, zoals Den nieuwbouw die in 1470 inzette, op zijn hui- Haag (toen hoofdzetel van het grafelijk hof, dige plek te liggen. Het koor van de voor- thans zetel van de landsregering en hoofd- ganger van de tegenwoordige kerk lag stad van de provincie Zuid-Holland) en vermoedelijk meer naar het westen, onder Haarlem (toen zetel van het grafelijk hof, het huidige schip. Maar ook vóór 1470 was thans hoofdstad van de provincie Noord- er al een straat met een naam die lijkt op Holland). Alkmaar, dat in het begin van de ons hedendaagse "Koorstraat" . In diverse 14de eeuw een steunpunt van de grafelijke documenten ziet men echter dat er dan ge- administratie lijkt te zijn, ontwikkelde zich sproken wordt over "Korenstraat" . Die be- tot de grootste plaats op de noordelijke uit- naming duidt erop dat we te maken hebben loper van de strandwal. Waar de weg over met een straat waar koren werd verhandeld de strandwal eindigde, werd de Grote of of die naar de korenvelden leidde. In de St. Laurenskerk gebouwd. middeleeuwen werd er op de velden langs de . strandwalroute naar Heiloo inderdaad De huidige Kennemerstraatweg, die de zui- koren verbouwd. delijk van Alkmaar gelegen dorpen, waar- onder Heiloo, met de stad verbindt, is een "Wech van Bergen" staat genoteerd op de stuk van de oude strandwalroute. kaart van Joannes Blaeu uit 1649 bij de weg die het dorp Bergen, gelegen aan de duin- Wanneer men de voormalige vestinggracht rand - ten noordwesten van Alkmaar-,

21 .'. v',:/ ·i., .f GROTE-OFST.LAURENSKERK III verbindt met de stad. Die weg, die ook al op de strandwal gelegen, met de lager gelegen oudere kaarten staat aangegeven, liep via de buurten aan de oostzij de van de stad en met buurtschap Scharloo, even ten westen van de haven. De straat kreeg een voorname de omgrachte binnenstad, en kwam tenslot- allure. Hier verrees, op korte afstand van de te uit bij de St. Laurenskerk. Dat is nog kerk, het stadhuis. In dezelfde jaren dat er steeds zo. aan een nieuw kerkgebouw gewerkt werd, kreeg ook het -stadhuis een nieuwe behui- "Wech van den Hoef' ziet men staan op zing. Er is dan ook op verschillende punten diezelfde kaart van Blaeu uit 1649. Deze verwantschap tussen de afwerking van kerk weg verbond Alkmaar met Egmond aan den en stadhuis te bespeuren (bijvoorbeeld in de Hoef, een dorp aan de rand van .de duinen, vormgeving van het beeldhouwwerken de ten zuidwesten van Alkmaar. Hier lag des- peerspits van de toren). tij ds de beroemde abdij van Egmond,· ge- sticht in de 10de eeuw. Voorts kwam er in dit oostelijk deel van de De contacten waren intensief, zowel tussen Langestraat een aantal woonhuizen van bij- abdij en stad, als tussen abdij en St. zonder formaat, waaronder, pal naast de Laurenskerk. kerk, het Hooge Huys. Het omvangrijke woonhuis, met een ommuurd voorplein, dat Op de kaart van Blaeu is te zien dat de weg ca. 1450 werd gebouwd, bestaat allang niet uit Egmond aan den Hoef doodloopt op de meer. Ook het pand dat er na de afbraak in Singel, die deel uitmaakt van de vesting- de l8de eeuw verrees, heeft inmiddels het werken die tussen ca. 1560 en 1590 werden veld moeten ruimen. De naam van 't Hooge aangelegd. Ook op de eerdere kaart van Ja- Huys is intussen tot op de dag van vandaag cob van Deventer uit ca. 1561 eindigt de blijven voortleven in de naam van Alk- weg uit Egmond aan den Hoef zo abrupt, maars bekendste verzekeringsmaatschappij, echter niet bij de Singel (want die was er die haar hoofdzetel kreeg in een monumen- toen nog net niet), maar op de Oude Gracht, taal pand met grote trapgevel van architect die in 1536 gegraven was, als onderdeel van Kropholler (gebouwd in 1931) op de plaats de toenmalige stadsomgrachting. Zowel op van het vroegere Hooge Huys. de kaart van Blaeu als op de kaart van Van De bewoners van het Hooge Huys, dat wat Deventer is daarom een aftakking van de ouder was dan de huidige St. Laurenskerk, weg van Egmond aan den Hoef weergege- kregen wel heel direct met de kerkbouw te ven, die uitkomt op de oude hoofdstrand- maken toen het koor van de nieuwe kerk zo walroute Kennemerstraatweg- Rits evoort- groot werd dat het hun erf raakte. Daarop Koorstraat. werd geregeld dat de bewoners van het Hooge Huys een stuk van hun erf afstonden. Het ziet er echter naar uit dat de weg van In ruil daarvoor kregen zij het recht een ei- Egmond aan den Hoef vroeger, vóór de om- gen toegang te bouwen tot de kapel, die zij grachtingen gegraven waren, gewoon door- al eerder in de nieuwe kerk hadden gekocht. gelopen heeft en uitmondde in de straat die Die toegang is inmiddels al weer jaren langs de westzijde van de kerk liep. dichtgemetseld.

Tenslotte is er de Langestraat in Alkmaar Er waren overigens nog veel meer contacten zelf. Ook een zeer oude weg. Deze verbond tussen de bewoners van het Hooge Huys en de Grote of St. Laurenskerk, op de rand van de kerk in die beginjaren van de bouw.

23

GROTE-OFST.LAURENSKERK III

Zo was één van de toenmalige bewoners, altijd de luxueuze woning die Carel de Claes Corf - vele jaren invloedrijk lid van Dieu, één van de Alkmaarse burgmeesters, het stadsbestuur en tevens rentmeester van in het midden van de 18de eeuw liet bou- de abdij van Egmond - één van de belang- wen. De fraaie interieurs uit de bouwtijd rijkste geldschieters die de kerkbouw in fi- bleven bewaard. Een ander pand uit dezelf- nancieel opzicht mogelijk maakte. Hij was de luxe klasse is het Moriaanshoofd naast ook de man die àl in een vroeg stadium van het stadhuis, met o.a. een uitzonderlijk rijk de kerkbouw de kapel kocht waarvan hier- gedecoreerde voorgevel uit de eerste helft boven sprake was. van de 18de eeuw. Deze werd opgetrokken in opdracht van weer een andere welgestel- Maar het Hooge Huys was niet het enige de Alkmaarse burger, Simon Schagen. Ook pand van grote voornaamheid dat de Lange- hij was enkele j aren burgemeester van de straat telde. Naast het Hooge Huys staat nog stad.

'':~?:--:__ Wl ..... (;;~'.::..::-:-:-':::------1~~~;e2 :;;2l ...,:..:---~-~-=_u_ ...... ~]:~r.. ~\b <, __ VUlIQAIlING : __ ..l. STAD! 1450 : : : : : :/.J. :t.-:-:-: "J]!dl~ \#$'~~ _--:; ...... j. I...... = I ~ I:::~ I STAD 1521/1536 ..... ~ .. t...... ~LllI 1:.. - I • ... '.<1> •• l , . • • •. .••• ".... • ~ If:-:~ ~ j, 3 :: ::?~'::L~f~~,]J ;,,-:-:.Jhll'~;:';;;; :~,,""". · •. ~}\...; ••••••• _ ••• 1... ~ '"'' ,~~ ,// ~ ~ISTtRISCH 'WATERGANGl:N ..... ~ .. , .. l{. ~! • '>-.._ .4E"'<.':x=:c::!!:::Jr-~~ I ~ iö:~:g WAm ••••••••• l.:: •• 1tl.. -"U ...... '. . =~'~ : : : : : : : : : : :''« : (', ,g ,. GROT! KIR!<

.::::::::::::~] : i \ ::: STIWIO'WAl ::::::::::::: :: H: ...... ';'.'

25

GROTE- OF ST. LAURENSKERK III

111.3 DE KERK EN HET WATER.

Hoewel de kerk niet onmiddellijk door wa- Het water was niet alleen van groot belang ter omringd wordt, heeft het gebouw op di- voor de aanvoer van de bouwmaterialen, verse manieren met het water in en bij Alk- maar ook voor de financiering van het hele maar te maken gehad. Zonder al dat water, kostbare bouwproject. Naast de gebruikelij- dat in de late middeleeuwen in en om de ke giften kregen de kerkmeesters ook in- stad te vinden was en voor een deel nog komsten door de verkoop van stukken moe- steeds te vinden is, was het gebouw name- ras en water in het Voormeer, aan de oost- lijk niet in zijn huidige vorm tot stand geko- zijde van de stad. Nadat de kopers die stuk- men. ken moeras en water hadden aangeplempt, kon er worden gebouwd. Aldus geschiedde In één van de vorige paragrafen werd al op- onder meer aan het Verdronkenoord en aan gemerkt, dat aan de kerk nogal wat natuur- het Fnidsen. steen is verwerkt, die van verre aangevoerd De kopers betaalden de eerste jaren na 1470 moest worden. vooral in steen en kalk, die nodig waren bij Het ging onder meer om Bentheimer zand- de kerkbouw (zie Van Drunen, "Geschiede- steen, die men uit Duitsland haalde, en om nis van de Grote of St. Laurenskerk te Alk- witte Gobertange en Ledesteen, die uit Bel- maar", p. 6). gië kwam. Al deze soorten zijn in grote hoeveelheden verwerkt. De grote belangstelling van de kopers voor De aanvoer van dergelijke grote hoeveelhe- de natte gronden in het oosten van de stad den steen was in de late middeleeuwen ei- hing samen met de economische bedrijvig- genlijk alleen goed mogelijk via het water. heid die daar ontstaan was. Zo was er aan Het zal de kerkbouwers van toen dan ook het einde van de 15de eeuw al sprake van zeer goed uitgekomen zijn dat Alkmaar in een haven aan het oostelijke uiteinde van de die jaren uitstekende waterverbindingen had Langestraat. met andere gebieden in Europa. Van het Voormeer konden de schepen met De voortdurende aanplempingen in de bouwmaterialen langs de Laat (toen nog Voormeer leidden ertoe dat er geleidelijk niet gedempt) of de Oude gracht naar een aan een forse wijk aan de oostzijde van de klein haventje varen, dat de naam Schetel- stad tot ontwikkeling kwam, die in omvang doekshaven droeg. De naam bestaat nog kon wedijveren met de oude stadskern meer steeds maar het water in kwestie is allang naar het westen. Mede door die enorme geen haven meer. stadsuitbreiding in het oosten kwam de kerk Overigens werden aan het kerkgebouw niet aan het eind van de 16de eeuw in een uit- alleen grote hoeveelheden buitenlands na- hoek van de stad te liggen (zie hierover het tuursteen verwerkt, maar ook de nodige kaartje in de "Toelichting op het artikel tot baksteen en het nodige hout (o.a. voor de aanwijzing van Alkmaar tot beschermd kap en het houten tongewelf). Ook die stadsgezicht", p. 1). bouwmaterialen zullen geheel of groten- deels via het water naar de bouwplaats zijn gebracht.

27

GROTE-OFST.LAURENSKERK III

111.4 DE KERK EN DE OMRINGENDE KLOOSTERBEBOUWING.

In de late middeleeuwen vestigden zich in Zoals in alle steden in de Noordelijke Ne- alle Noordnederlandse steden tal van kloos- derlanden is geschied, moesten de klooster- ters. Ook in Alkmaar was dat het geval. lingen hun gebouwen verlaten nadat de Verschillende van die kloostercomplexen Spanjaarden waren verdreven (in Alkmaar waren te vinden in de onmiddellijke nabij- dus na het ontzet van 1573) en de hervorm- . heid van de Grote of St. Laurenskerk. Zij de religie de status van "Publieke kerk" had stonden er eerder dan het huidige kerkge- gekregen. De kloosters vielen toen aan de bouw. Geen van die kloosters is bewaard stedelijke overheid, die er tal van voorzie- gebleven. Maar enkele straatnamen herinne- . ningen met een publiek karakter huisvestte. ren nog aan hun bestaan. Zoals de Sint Ka- Zo werd in het klooster van Sint Salvator . therijnenstraat aan de westzijde van de kerk het Elisabethgasthuis ondergebracht. Overi- en de Paternosterstraat aan de noordzijde. .genskon de aard van die voorzieningen, zelfs binnen één complex, zeer uiteenlopen. Het oudste klooster in Alkmaar was aan Dat was bijvoorbeeld het geval in het Oude Sint Catharina gewijd. Hof, waarin in de 18de eeuw zowel een Het in 1394 gestichte klooster was een tuchthuis als een anatomieleslokaal en een vrouwenklooster en werd later ook wel concertzaal te vinden waren. "Oude Hof' genoemd. Het lag ten westen van de kerk, op de plaats waar in de 19de Niet alleen de kloosters zelf werden ge- eeuw het Rijks Opvoedingsgesticht kwam schikt gemaakt voor hun nieuwe functies en na de Tweede Wereldoorlog een nieuw (waarvoor in de loop der tijd de nodige ver- hoofdpostkantoorgebouw van de Alkmaarse bouwingen plaatsvonden), ook de klooster- architect Tauber opgetrokken werd. terreinen konden heringericht worden. Zo kreeg het terrein van het Minnebroeders- Ten noordwesten van de kerk verrees in klooster, "'t Munniken erf' genaamd, de 1432/1452 een ander vrouwenconvent, ge- bestemming van beestenmarkt. "Koemarkt" wijd aan Sint Salvator. In later tijd werd het staat er op de kaart van Joannes Blaeu uit ook wel "Middelhof" genoemd. 1649 aangegeven, in andere bronnen is in dat jaar sprake van een "Beesten- en Paar- Voorts was er een mannenklooster: het denmarkt" op het desbetreffende terrein. Minnebroedersklooster uit 1447. Het lag ten De huidige benaming is "Paardenmarkt". noorden van de kerk. In de tijd dat men be- zig was aan de bouw van de St. Lauren- Hoewel er van de voormalige kloosterbebou- skerk, waren de broeders bezig hun wing boven de grond niets over is, zijn er kloosterkapel te bouwen. Daartoe leenden daarna diverse grote publieke voorzieningen ze van de kerkmeesters in 1484 enige tien- gevestigd op de desbetreffende plaatsen. Wij duizenden stenen (zie Van Drunen, op. .noemen hier het al vermelde hoofdpostkan- cit. p. 4). toor op de plaats van het Oude Hof, ten wes- ten van de kerk, en het Cultureel Centrum De Alkmaar kreeg in die jaren nog meer kloos- Vest op de plaats van de Middelhof, ten ters. Zij lagen echter verder van de kerk noordwesten van het kerkgebouw (veel van vandaan en blijven hier buiten beschou- de informatie in deze paragraaf is ontleend wmg. aan "Ach Lieve Tijd", deel Alkmaar).

29

GROTE- OF ST. LAURENSKERK III

111.5 BESTRATING, BEPLANTING, KERKHOVEN.

Van de oorspronkelijke bestrating en beplan- vroeger aan de noordzijde een klein kerkhof ting rond de kerk is niets bewaard gebleven. was, waar o.a. misdadigers werden begraven. Thans is er aan drie zijden een bestrating, en Hoewel er al sinds de opening van de Alge- wel langs de-westzijde, noordzijde en zuid- mene.Begraafplaats aan de rand van de Alk- zijde. Aan de zuidzijde bevindt zich een maarder Hout in 1830 niet meer binnen de plantsoen. bebouwde kom begraven mocht worden, werd het kerkhof pas in 1864/1865 opge- In de bestrating aan de westzij de is in stenen ruimd (zie Van Drunen, op. cit. p. 21). van een afwijkende kleur de loop van de fun- dering van een oude klokketoren aangege- Het grootste kerkhof lag aan de zuidzijde, ven. Gaat het om de klokketoren die in 1468 ongeveer op de plek waar zich nu een mo- instortte, of om een geplande, doch nooit dern aangelegd plantsoen uitstrekt. uitgevoerde klokketoren van later datum? In 1644 werd er rond het kerkhof een muur Wellicht kan een archeologisch onderzoek gebouwd. Diverse kunstenaars uit de 18de- nog eens het antwoord geven op deze vraag. eeuwen het begin 1ge eeuw hebben dat om- . muurde kerkhof ten zuiden van de kerk gete- In het verleden heeft het er hier heel anders kend (zie tekening afgebeeld bij IV. 13). Ook uitgezien. We zullen die veranderingen hier dit kerkhof is in de 19de eeuw opgeruimd. niet nagaan. Wel wordt vermeld dat er

31

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK IV

IV HET KERKGEBOUW.

Op 9 juni 1470 werd de eerste steen gelegd van een nog (ten dele) bestaande voorganger. voor de huidige Grote of St. Laurenskerk te De funderingen van zo'n voorganger bevin- Alkmaar, aldus C.W. Bruinvis in zijn verhaal den zich dikwijls onder het schip van de late- over "De bouwen versiering der St. Laurens re kerk; nader onderzoek heeft inmiddels - of Groote Kerk te Alkmaar" (verschenen in uitgewezen dat dit ook in Alkmaar het geval de "Bijdragen voor de Geschiedenis van het IS. Bisdom van Haarlem", 1904, p. 192-236). In het begin van onderstaand verhaal is veel Dikwijls begon men echter ook al in een uit het zijne overgenomen. . vroeg stadiumaan de kapellen.en zijbeuken van het schip. In de St. Jan in Den Bosch Men begon niet zo maar op een willekeurig geschiedde dat bijvoorbeeld al geruime tijd, tijdstip en op een willekeurige plek te bou- voordat transept en kruising voltooid waren wen. Eerder al heeft er op dezelfde plaats een (zie over de bouw. van deze. laatgotische basi- kerkgebouw, gewijd aan St. Laurens, ge- liek: C. Peeters, "De Sint Janskathedraal te staan. Ook daarover bericht Bruinvis ons in 's-Hertogenbosch", in de reeks "Geïllustreer- zijn genoemde bijdrage. Bij die kerk was een de Beschrijvingen van de Nederlandse Mo- toren. Deze stortte op 29 oktober 1468 in, numenten van Geschiedenis en Kunst", Zeist! waarbij twee zusters uit een naburig klooster 's-Gravenhage 1985, o.a. p. 386-392). Iets gedood werden en tevens de oude St. dergelijks zal ook bij de bouw van de Laurenskerk beschadigd werd. St. Laurenskerk in Alkmaar geschied zijn.

Nog geen twee jaar later, op 9 juni 1470, Het precieze jaar van de voltooiing van de werd de eerste steen gelegd voor de bouw bouw is niet bekend. Bruinvis vermeldt een van de tegenwoordige kerk. Helaas gaan de oude aantekening, waarin het jaar 1521 aantekeningen van de kerkmeesters niet wordt genoemd voor de kerkwijding, maar verder terug dan tot 1483, zodat wij over de acht zelf dat jaartal "niet geloofbaar". Hij eerste jaren van de bouw niet nader ingelicht meent dat het kerkgebouw reeds eerder voor Zijn. zijn bestemming geschikt geweest moet zijn. Vanaf 1483 zijn er allerlei vermeldingen Wellicht zal nader onderzoek nog eens meer over steenleveranties, zowel van natuursteen licht op deze kwestie kurmen werpen. Voor- uit het buitenland als van inheemse baksteen. alsnog wordt ca. 1520 aangehouden, ermee Ook wordt er hout gekocht. Deze belangrijke rekening houdend dat aan het merendeel van gegevens zijn reeds alle door Bruinvis in ge- onze grote stadskerken ongeveer 50 Jaar lang noemd artikel gepubliceerd, en het lijkt niet gewerkt werd. zinvol om ze hier te herhalen. Dat sluit intussen niet uit dat reeds voltooide onderdelen al lang in gebruik genomen wa- Uit de archiefstukken wordt niet onmiddel- ren alvorens het gehele bouwwerk af was. lijk duidelijk in welke volgorde de diverse onderdelen van het gebouw verrezen zijn. De St. Laurenskerk in Alkmaar is voor Ne- Tamelijk gebruikelijk was een bouwwijze derlandse begrippen een groot kerkgebouw. waarbij in grote lijnen werd gewerkt van oost De totale lengte bedraagt ca. 85 meter, de naar west. Zeker als er, zoals in het geval van hoogte ca. 35 meter. de Alkmaarse St. Laurenskerk, sprake was

33

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK IV

De plattegrond van de kerk is die van een ontwerpers betrokken geweest. Soms is uit Latijns kruis. Wat betreft de hoogte heeft de archieven bekend welke, in andere gevallen kerk de opbouw van een basiliek. Dat wil ontbreken die gegevens. Dat laatste gaat he- zeggen dat er een hoge middenbeuk is, waar- laas ook op voor de St. Laurenskerk. tegen lagere zijbeuken zijn aangebouwd. _Langs de zijbeuken van het schip zijn. kapel- In het verleden is de naam van de bekende . len te vinden. uit Mechelen afkomstige familie Keldermans . Een dergelijke plattegrond en opbouw zijn in meermalen genoemd. Volgens Vermeulen de late middeleeuwen in de Nederlanden zeer (op. cit. p. 442) is het plan "toen klaarblijke- gebruikelijk voor grote stadskerken. lijk ontworpen door den Mechelsen bouw- De bouwstijl waarin de kerk is opgetrokken, meester Andries Keldermans" . En hij geeft er is die van de gotiek, en wel de late gotiek. als toelichting bij: "Althans in aanteekening- en der kerkmeesters wordt vermeld, dat men In publicaties die handelen over de geschie- in 1502 van Anthonis Keldermans, zoon van denis van de Nederlandse architectuur, is er Andries, zandstenen waterlijsten ontving, die al verschillende malen op gewezen dat de om het kruiswerk en boven den vensters zou- Grote of St. Laurenskerk behoort tot een den gaan, naar het daarvoor door zijn vader groep kerken in het westelijk deel van de geleverd ontwerp". Nederlanden, die een aantal kenmerken ge- meen hebben. Bijvoorbeeld de bekleding van In het boek "De gotische kerkelijke bouw- de buitenmuren met witte Belgische steen kunst" in de reeks "De Schoonheid van ons (Gobertange- en Ledesteen), of de wijze land" van M.D. Ozinga m.m.v. R. Meischke waarop de wanden van de middenbeuk zijn (Amsterdam 1953) wordt Anthonis I Kelder- opgebouwd. Karakteristiek zijn ook de kapi- mans een "overwegend aandeel in de vorm- telen met dubbele rijen gekrulde bladeren, geving der Alkmaarse kerk" toegekend, maar zgn. koolbladkapitelen. wordt er aan toegevoegd: "al kan een andere F.A.J. Vermeulen spreekt in zijn "Handboek meester een aanvang met het werk gemaakt tot de Geschiedenis der Nederlandsche hebben". Bouwkunst", deel I (Den Haag, 1928, p. 421 en p. 430-444) nog van de "West-Nederland- Het is hier niet de plaats om uitgebreid in te sche groep". Daarna wordt voor de desbetref- gaan op de vraag of het ontwerp van de kerk fende kerken echter gesproken van "Brabant- al dan niet toegeschreven kan worden aan de se gotiek". Deze benaming, o.a. gebruikt familie Keldermans. Feit is, dat de naam Kel- door E.H. Ter Kuile in "Duizend jaar bou- dermans pas laat in de Alkmaarse rekeningen wen in Nederland", deel I ('s-Gravenhage vermeld wordt, wat niet nadrukkelijk pleit 1948), wordt ook in het hiernavolgende voor de betrokkenheid van het geslacht in de aangehouden. ontwerpfase. Alle auteurs beschouwen de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar als de meest In de recente literatuur is dan ook de naam noordelijke vertegenwoordiger van de groep van een andere belangrijke bouwmeester van kerken die in Brabants gotische stijl ge- de Brabantse gotiek naar voren geschoven, bouwd zijn. en wel die van Evert Spoorwater. Dit gebeur- de onder andere in het verhaal dat R. de Kind Bij alle kerken die tot de groep van Brabants schreef over "De plaats van de Sint Gertru- gotische gebouwen behoren, zijn Belgische diskerk in het werk van Evert Spoorwater" in

35 ~ ..

~2 cP---~ ~-,:-)/": ~~"""\

<~.,"0'

~J <;:-.

119. Verspreidingskaart van de werkzaamheden van Evert Spoorwater in de Nederlanden. 1986. I. Antwerpen, Onze- Lieve-Vrouwekerk (1439). 2. Dordrecht, Onze-Lieve-Vrou- wekerk (1439). 3. Bergen op Zoom, Sint-Gertrudiskerk (1443). 4. Haarlem, Sint-Bavokerk (1445). 5. Vrasene, Heilig-Kruiskerk (1448). 6. Hulst, Sint-Willibrorduskerk (1450). 7. Middelburg, stadhuis (1452). 8. Kortrijk, Leie- brug (1469). 9. Veere, stadhuis (1474); Onze-Lieve-Vrouwe- kerk (toegeschreven). 11.Briele, Sint-Catharinakerk (toege- schreven). 12. Alkmaar,Sint-Laurenskerk (toegeschreven). GROTE-OFST.LAURENSKERK IV de bundel "Bergen op Zoom gebouwd en grond van deze overeenkomsten schrijft beschouwd" (Bergen op Zoom! Alphen aan R. de Kind de Alkmaarse kerk aan Spoorwa- den Rijn, 1987, p. 133-157). Deze Evert ter toe. Spoorwater was in 1440 poorter van Antwer- pen geworden en overleed aldaar in 1474. Na Spoorwaters dood in 1474 werkten ande- Bij zijn leven was hij als bouwmeester be- ren aan de door hem ontworpen kerken trokken geweest bij de bouw van de door voort. Tot de bekende namen die we dan te- anderen reeds begonnen Onze Lieve Vrou- genkomen, behoort die van de familie Kel- wekerk (thans kathedraal) in Antwerpen. dermans, die niet alleen betrokken was bij de Naast zijn activiteiten voor die kerk had hij Grote Kerk in Alkmaar, maar ook elders. kennelijk voldoende tijd om zich ook met de Waarschijnlijk traden zij in Alkmaar vooral bouw van andere kerken te bemoeien. Voor als leverancier van natuursteen op (zie hier- verschillende heeft hij ontwerpen gemaakt. over ook de uitgave 11 Keldermans. Een ar- De door Spoorwater ontworpen kerken heb- chitectonisch netwerk in de Nederlanden", 's- ben, om de formulering van De Kind over te Gravenhage/Bergen op Zoom 1987, p. 69 - nemen, een "robuust, sober en helder" karak- 72). ter. Daarbij slaat "robuust" op het gebruik van zuilen (in plaats van elegante bundelpij- Ook na de voltooiing van het eigenlijke kerk- lers, zoals in vele laatgotische kerken elders gebouw, omstreeks 1520, zijn er nog bouw- geschiedde), "sober" op de eenvoudige deco- activiteiten geweest. O.a. aan de diverse aan- ratie en "helder" op de wijze van wandop- bouwen, waarvan sommige naar men meent bouw in het interieur, waarbij steeds de nog tijdens de bouw van de kerk zijn opge- scheiboogzone beneden duidelijk is geschei- trokken, andere kortere of langere tijd daar- den van de triforiumzone daarboven. Deze na. Deze aanbouwen worden hierna in afzon- karakteristieken treft men inderdaad aan in derlijke paragrafen behandeld. de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar. Er is geen gebouw uit de late middeleeuwen Tot de belangrijke werken van Spoorwater in ongewijzigd tot ons gekomen. Dat geldt ook het noorden behoort zijn bijdrage aan de voor de Grote Kerk in Alkmaar. Er zijn ver- bouw van de Grote of St. Bavokerk in Haar- nielingen geweest, maar ook vernieuwingen. lem. Vanaf 1445 tot aan zijn dood in 1474 is Lang niet alles wat in het verleden gewijzigd hij bij de bouw van die kerk betrokken ge- werd is thans nog zichtbaar: wat dat aangaat weest. Vanuit Haarlem kan hij naar Alkmaar is het een en ander ongedaan gemaakt bij de gehaald zijn. Ook later, bij de inrichting van grote restauraties van de jaren 1885-1886 en de St. Laurenskerk, zien we dat regelmatig 1923-1948. een beroep gedaan zal worden op kunste- naars die eerder in Haarlem werkzaam wa- Wat er overigens precies bij de restauratie ren. van 1885-1886 geschied is, is niet systema- tisch nagezocht. Alleen de opmerkingen van In zijn artikel wijst R. de Kind op diverse Van Drunen in zijn "Geschiedenis van de overeenkomsten tussen de Grote of St. Lau- Grote of Sint Laurenskerk te Alkmaar" (een renskerk in Alkmaar en de andere Spoor- gestencilde uitgave, ongedateerd, met veel water-kerken. Met name wordt gewezen op gegevens over de geschiedenis van de kerk, de St. Willibrorduskerk in Hulst, waarvoor echter met veel kleine onnauwkeurighe- Spoorwater in 1462 het koor ontwierp. Op den/tikfouten) en H. van der Kloot Meyburg,

37

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV die de laatste restauratie leidde (zie zijn Tot de grote veranderingen die bij deze laat- gestencilde uitgave "Restauratie van de Gro- ste restauratie hebben plaatsgevonden, be- te of St. Laurenskerk te Alkmaar", 1955), hoort de gehele ontpleistering van de wanden zijn gelezen. In ieder geval is toen aan de van de hoge middenbeuk en van het transept. bekleding van de buitenmuren, o.a. langs de Daardoor kreeg niet alleen het kerkinterieur kapellen en aan de westgevethet nodige ver- een totaal ander aanzien_ dan de ontwerper nieuwd, en dat geschiedde opnieuw bij de van destijds .heeft kunnen voorzien, maar restauratie onder leiding van Van der Kloot werden ook vele bouwsporen, die een nader Meyburg zelf. licht zouden kunnen werpen op de geschie- denis van het gebouw, onherroepelijk uitge- wist.

39 '•. "

:: :~ ••• o •• _ • _ ••• _ .~ •• o ••••••••••• ;: :: .. o -'" V" Z o u

~ I 0, .', ~ o o o ~ :'.,: ~ o o ,', ~ : : i : : "'" .,' : : : : i ~ o I r::: I•II: 0. .: ,I I: 'c ...... _~..-:....~ ···r···;····Jd-·-1-···+··j·· ·····r···· .( .....t: ·)f::...··--.;...._.1- -- ... ~.---~------[-_.~- i :: ~ : :: ': ~ -. : ~ o : : :g ! I i .: w .••••• : ~ i i;z I i 1 .. ··· .••• i : GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 1 DE PLATTEGROND VAN DE KERK.

De plattegrond van de Grote of had. Deze zijn ca. 4 meter diep. Bovendien St. Laurenskerk is, wat de huidige hoofd- kwamen er nog twee zeer ondiepe kapellen vorm betreft, tot stand gekomen tussen 1470 aan de westzij de; één grenzend aan de meest . en ca. 1520. Het voor Nederlandse begrippen noordwestelijke zijkapel (en slechts van grote gebouw heeft - zoals gebruikelijk voor daaruit toegankelijk), één grenzend aan de dergelijke grote stadskerken - de plattegrond- meest zuidwestelijke zijkapel (en slechts van vorm van een Latijns kruis, waaraan deels daaruit toegankelijk). Deze kleine kapelletjes nog in de bouwtijd, deels daarna enkele aan- liggen ingeklemd tussen een steunbeer en bouwen zijn gezet. Het koor is zevenzijdig een lage traptoren. gesloten. De totale lengte van koor en schip Langs de kooromgang kwam geen doorlo- bedraagt, gemeten binnen de muren, pende kapellenreeks. ca. 83,5 m. Het transept bleef eenbeukig van aanleg. De Schip en koor hebben een doorlopende drie- breedte is nagenoeg gelijk aan die van de beukige aanleg. Dat wil zeggen dat het koor middenbeuk van schip en koor, namelijk bij- een kooromgang kreeg en dat het schip is na 13 meter. voorzien van zijbeuken. De breedte van het middenschip bedraagt (gemeten van pilaar- De twee lage traptorens aan de westzijde zijn hart tot pilaarhart) ca. 13 meter, de breedte reeds genoemd. Zij liggen op de scheiding van kooromgang en zijbeuk bedraagt ca. 7 tussen zijbeuken en zijkapellen. Bovendien meter. zijn er aan de westzijde nog twee hoge trap- torens; zij flankeren de middenbeuk. Koor en kooromgang (resp. schip en zijbeu- ken) worden gescheiden door ronde pilaren In de hoek tussen zuiderdwarsbeuk en zui- op achtkante basementen. Op de hoeken bij derkooromgang bevindt zich de aanbouw van de kruising staan kruisingpijlers. Zij hebben het zuiderportaal, dat de vorm kreeg van een de vorm van eenvoudige bundelpijlers. zuilenportiek. Daarboven kwam de librije. De afmetingen bedragen ca. 5,5 x 13 meter. Het schip telt zes rechthoekige traveeën, het Aan de oostzijde van dat zuiderportaalligt de koor drie rechthoekige traveeën; daarna volgt langgerekte sacristie (thans consistorie, met de zevenhoekige sluiting. Op het eerste ge- aan het oostelijke uiteinde de predikantenk- zicht lijken de afmetingen van schip- en amer). Deze aanbouw is ca. 7 meter breed en koortraveeën gelijk, maar bij nameten blijkt ca. 17,5 meter lang (binnenmaten). Beide dat de schiptraveeën iets langer zijn aanbouwen, het zuiderportaal met de librije (ca. 6,5 meter) dan de koortraveeën en de sacristie, behoren in hun huidige vorm (ca. 6 meter). Niet alleen de traveemaat ver- niet tot de allereerste opzet. schilt iets, ook de afmetingen van de zuilen en de daarbij behorende achtkante basemen- Bij de vorige restauratie o.l.v. Herman van ten tussen de traveeën zijn in het schip wat der Kloot Meyburg in 1940 werd op deze groter dan in het koor. plek de fundering van een kleinere sacristie gevonden (zie Van der Kloot Meyburg, op. Het schip heeft van begin af aan een doorlo- cit., p. 54). De vervanging van de oorspronk- pende reeks kapellen langs de zijbeuken ge- elijke aanleg door de nieuwe in deze hoek

41 , I I .,-, ------•.--- ,I -f-, - - •••_•. - - - --'V'lt"'T"'n''' , , ,'------lW ARSSCH----- I P I, , ',- - ,• ,I -,• -- , ..!.. ------~~~~~t:-::- -~--~~t:::-~ "-.KLEINE «<: •.•. ,, , I \ ••.." " , 1\ ,,~', I" .... ~J ',,,, I , I\ )0' ': \ ~~ , I \ -" • ., ' ,", I I'*' ""...." \ '"~ ",,: , - -- __ lo,;" .•~',,~ KOO R" U G' "'''G ~\ 'r - -- I, ,.... .' \ I ,'.. Q ,0' A,N . ,,';.... . i • .:~('.. \ ',: '"~~''' I'.' ,,\ ," .•. \" .••" ". ' ',>::.. _-----_. '.~~', ',,:'"--- . -.... .'."~~"-:'.-_ . . .. - - - . •. .•. .•. - . . -- - - •. .•. .•. - - •. .•. .. .- _. ~-- - - , ----•~•••••- -•-•,-•---.- -- -• f "I~ I ' ,"I U , 111 ,, ,, 111 , , I , I , j ~l , I: • t - • ~KOOR-:- r• NG. , • " , Ir~' , , I a g .• I• )<: GROTE-OFST.LAURENSKERK IV moet echter al spoedig hebben plaatsgeven- verbouwing aan het begin van de 19de eeuw den, in ieder geval voor ca. 1550. dient de benedenruimte, "herenkamer" ge- naamd, tot vergaderruimte der kerkvoogden. Aan de oostzijde van het zevenzijdig geslo- De binnenmaten bedragen ca. 4 x 5 meter. ten koor bevindt zich een nagenoeg vierkante uitbouw (binnenmaten ca. 3 x 3 meter), Aan de noordzij de van de tweede noorderzij - waarvan de oorspronkelijke functie niet met beukkapel (gerekend vanaf het westen) be- zekerheid bekend is. De aanbouw zal nog uit vindt zich een toegangsportaal. De binnen- de bouwtijd stammen of van kort daarna, te maten bedragen ca. 3 x 3 meter. oordelen naar de stijl van de decoratie. De aanbouw, die een deur heeft naar de Tenslotte bevindt zich aan de westzijde, te- kooromgang, zal hier verder worden aange- gen het midden, een eenvoudige bakstenen duid als "oostportaal" . aanbouw. Deze aanbouw, die in de 17de eeuw werd verhoogd ten behoeve van de In de hoek tussen noorderdwarsbeuk en balgen van het grote westorgel, staat iets noorderkooromgang ligt een 16de-eeuwse schuin geplaatst ten opzichte van de rest van aanbouw, die tot balgenhuis dient van het het gebouw. De binrienmaten bedragen orgel uit 1511 in de kooromgang. Sinds de ca. 4 x 4 meter.

43

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 2 HET EXTERIEUR VAN DE KERK.

De Grote of St. Laurenskerk, gebouwd op de het noordtransept. Beide beelden bevinden plattegrond van een Latijns kruis, is een basi- zich onder een rijk bewerkt gotisch balda- licale kerk. Dat wil zeggen dat de midden- kijn. beuk hoger is dan de zijbeuken, en boven- dien voorzien is van eigen vensters. De basi- Voor het overige is de afwerking van de tran- liekvorm is goed te zien wanneer men om de septtoppen verschillend. De top aan de kerk heen loopt. Hoog rijst het middenschip noordzijde heeft alleen een rand van hogels met de grote lichtbeukvensters uit boven de langs de geveltop en bovenin een kruis- lagere zijbeuken met kapellen en boven de bloem. Langs de zuidertransepttop zijn ook kooromgang. Even hoog als de middenbeuk hogels en een kruisbloem te vinden, maar is de dwarsbeuk. Waar hun daknokken sa- bovendien is er een rijke versiering van klim- menkomen, staat een kleine houten kruising- mende spitsboognissen, uitgevoerd in tra- toren, met als top een kleine open peerspits. ceerwerk. Aan de natuursteenversieringen Duidelijk is te zien hoe de met lood beklede van beide transeptgevels is bij de restauratie kruisingtoren een carillon herbergt. van 1926/1927 veel vernieuwd. Daarbij was beeldhouwer H.l. Etienne uit Delft betrok- Alle kerkdaken zijn met leien gedekt, zowel ken. die van de middenbeuk en het transept als die van de zijbeuken met kapellen en de koorom- Onder de beelden beginnen de toppen van de gang. Ook op de aanbouwen liggen leien. ca. 22,5 meter hoge transeptvensters. Deze Deze zijn gelegd volgens de zgn. Duitse dek- transeptvensters behoren tot de hoogste in king. hun soort.

Het is waarschijnlijk van begin af aan de be- De buitenmuren zijn grotendeels bekleed met doeling geweest dat de hoge middenbeuk en natuursteen. Aan het koor en de kooromgang het hoge transept een houten gewelf zouden zijn voornamelijk witte Belgische steensoor- krijgen. Sporen van luchtbogen, die gebruikt ten gebruikt: Gobertange en Ledesteen. Voor werden om de buitenwaartse druk op te de vensterharnassen en de lijsten van de vangen die bij de aanleg van zware stenen koorpartij werd Bentheimer zandsteen toege- gewelven nodig was geweest, ontbreken. past. Wel zijn er aan de buitenzijde tussen de ven- stertraveeën steeds steunberen gemetseld. Aan de beide transepten zijn behalve ge- Deze steunberen zijn boven de kooromgang noemde steensoorten ook veel rode, gele en en zijbeuken voorzien van kleine poortjes. rood-gele bakstenen te zien, en wel in het Bovendien hebben de steunberen langs de middengedeelte (maten: ca. 20/22 x 4/5 cm). kooromgang kleine boognisjes (steeds één Boven en onder zijn uitsluitend natuurstenen per steunbeer), waarin beelden geplaatst kon- gebruikt. den worden. Van deze beelden ontbreekt thans elk spoor. Opmerkelijk is de grote hoeveelheid tufsteen die aan het westelijk deel van de kerk ver- Bewaard bleven de twee heiligenbeelden in werkt is. Dat begint al bij de transepten. Er is de transepttoppen: Sint Laurens in de top van hier geen sprake van een willekeurig gebruik het zuidtransept, Sint Matthias in de top van van de steensoorten op de diverse muurvlak-

45 0=0-.."v 10!:50 10 20 .3040 50 ~ KMI looi I !! I t- ~~ Iv -:

"v 7-

G' \ () \ t'l I / z· I ol E. E. N T I

o

L o

v

LG

o

Plaatsen waar witte Belgische steen (Gobertange en/oj Ledesteen) is toegepast. GROTE-OFST.LAURENSKERK IV ken, maar er is gewerkt naar een bepaald de kapellen het geval is, is ook hier veel ver- concept. Voor het onderste deel, dat iets naar nieuwd tijdens de restauratie o.l.v. Van der voren springt, is witte Belgische steen ge- Kloot Meyburg. O.a. de geveltop werd ge- bruikt, voor het muurwerk daarboven is heel opnieuw opgemetseld in witte Belgische voornamelijk tufsteen toegepast. Om de 5 à 6 steen. Op de top werd een kruisbloem ge- lagen tuf is een laag witte Belgische steen _ plaatst, "die er yroeger ook we] zal zijn ge- gemetseld, een z.g. speklaag. weest" (Van der Kloot Meyburg, op. cit., p. 61). De restauratie aan deze gevel en aan In zijn restauratieverslag beschrijft Van der de beide traptorens, waarvan de bovenste Kloot Meyburg (op. cit. p. 60) hoe de bui- gedeelten werden vernieuwd, vond plaats in tengevels van de kapellen in 1943 .een bekle- 1944. ding kregen van "tufsteen, afgewisseld met banden van Ledesteen, overeenkomstig enk- Ooit moet de westelijke gevel er anders heb- ele van de oude toestand resterende gedeel- ben uitgezien dan thans het geval is. De ten". Daarbij, schrijft hij, werden ook de ra- westgevel heeft namelijk eertijds een groot men "volgens gevonden aanwijzingen, zowel spitsboogvenster gehad. In verband met de wat de omlij sting als de invulling betreft, in bouw van het orgel en het daarbij benodigde tufsteen vernieuwd". balgenhuis (zie over het balgenhuis de afzon- Hier en daar is een blok rode zandsteen ver- derlijke paragraaf) in 1638-1646 werd dit werkt, o.a. aan de steunberen en aan de voet venster dichtgezet. Aanzetten ervoor werden van de hoekzuil van het zuiderportaal. echter terug gevonden door Van der Kloot Meyburg tijdens de restauratie (Van der De westgevel van de kerk oogt buitenge- Kloot Meyburg, op. cit., p. 64). woon sober. Evenals bij de buitenmuren van

47

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 3 DE OPBOUW VAN DE MUREN, DE MIDDENBEUK EN HET TRANSEPT.

De opbouw van de zijmuren van de midden- deze gekoppelde balkonnetjes. In de veelhoe- beuk en de dwarsbeuk (beide, ca. 23 meter kige koorsluiting zijn de traveeën te smal, en hoog) is als volgt (de beschrijving gaat van er is slechts één balkonnetje per travee, dat beneden naar boven).' overigens dezelfde afwerking heeft als de gekoppelde exemplaren. Boven de triforium- Eerst is er een rij ronde pilaren op hoge acht- zone begint de lichtbeuk, waarin ca. 6 meter kante basementen. De pilaren (ca. 4,5 meter hoge spitsboogvensters geplaatst zijn, telkens hoog) worden bekroond door hoge kapitelen één per travee. Alle vensters Zijn voorzien (ca. 80 cm hoog) met twee rijen koolblad- van traceringen in de toppen. kransen, en zijn verbonden door spitsbogen (ca. 3,5 meter hoog), voorzien van diverse Tussen de ramen van de lichtbeuk van' het profielen. Basementen, pilaren, kapitelen en schip zijn houten muurstijlen te vinden, bogen zijn alle van witte Belgische steen ge- waarop de trekbalken liggen (onder de kap). hakt. Boven de bogen beginnen binnenmuren Deze houten stijlen rusten op kleine kapite- van baksteen, die deels rode, deels geel, len, die op hun beurt de beëindiging vormen deels geel met rood van kleur is. Deze onder- van dunne kolonetten. Deze rusten op de gro- ste bogenzone - de scheiboogzone - wordt te koolbladkapitelen van de scheiboogzone. afgesloten door een smalle natuurstenen lijst In het koor zijn geen houten stijlen te vinden, (ca. 11 meter boven de vloer). maar lopen de dunne kolonetten tussen de Daarboven begint de triforiumzone. Een vensters van de lichtbeuk gewoon door. triforium is een smalle gang, in de dikke mu- ren uitgespaard. Dat triforium heeft hier de De muurindeling, zoals hierboven behandeld, vorm van een reeks kleine, hoge balkonnis- komt in grote lijnen overeen met die van an- sen (ca. 4,7 meter hoog). Zij zijn twee aan dere gotische basilieken in de Nederlanden. twee gekoppeld en worden afgesloten door De koolbladkapitelen duiden erop dat men een korfboog. Alle balkonnissen hebben een hier te maken heeft met een kerkgebouw dat hekwerk van natuursteen, bestaande uit drie behoort tot de groep van Brabants gotische gekoppelde gotische spitsbogen met daarin kerken, die in het westelijk deel van de Zui- een driepas. Elk balkonnetje is via een hou- delijke en Noordelijke Nederlanden gebouwd ten deurtje toegankelijk vanaf een loopgang zijn. Afwijkend is met name de vorm van de die zich achter de bakstenen muur bevindt. triforiumzone. Een triforium dat net als dat Boven elk deurtje ziet men een kleine ronde van de Grote Kerk is opgebouwd uit een opening waarin een natuurstenen vierpas. reeks van hoge balkonnissen, die boogvor- Langs de zijkanten van de nissen zijn tussen. mig zijn afgesloten aan de bovenzijde en zijn het baksteenwerk blokken natuursteen aange- voorzien van een natuurstenen hekwerk, bracht. komt verder alleen voor in de Willibrordus- kerk in Hulst, ook een kerkgebouw uit de Zowel de triforium zone in de zijbeuken van Brabants gotische kerkengroep. Aan de bouw het schip als die langs de hoge transeptmuren van die kerk werd wat eerder begonnen dan bestaan uit dergelijke twee aan twee gekop- aan die van de Alkmaarse, namelijk in 1462. pelde balkonnetjes. Ook in het koor hebben Het ontwerp ervoor werd geleverd door de de eerste vier traveeën vanaf de middenbeuk Antwerpse bouwmeester Evert Spoorwater.

49

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 4 DE HOUTEN KAP MET HET HOUTEN TONGEWELF.

De hoge middenbeuk en de even hoge dwars- Overigens is niet duidelijk, waarom men al beuk van de Grote of St. Laurenskerk in Alk- in een vroeg stadium van de bouw van de maar zijn voorzien van een eikehouten kap. Grote of St. Laurenskerk heeft afgezien van Deze is van een type, dat men ook in diverse ge aanleg van stenen gewelven over de_hoge andere grote Westnederlandse kerken kan middenbeuk en de hoge dwarsbeuk. Dat een zien, namelijk een houten kap met daarin een houten kap van begin af aan, of althans spoe- houten tongewelf. Boven het tongewelf is dig na de start van de bouw in de bedoeling nog een schaargebint aangebracht. In de go- heeft gelegen; moet afgeleid worden uit het tiek kregen de tongewelven een spitsboog- feit, dat ieder spoor van aanzetten voor lucht- vorm. Dat is ook in de Grote of St. Laurens- bogen tot nu = ontbreekt. In andere grote kerk in Alkmaar het geval. Ten behoeve van kerken die behoren tot de Brabants gotische het onderhoud zijn er, zowel in Alkmaar als kerkengroep en die de allure hebben van de elders, smalle houten loopbruggen aang- Alkmaarse St. Laurenskerk, getuigen de res- ebracht aan de voet van het tongewelf. ten van luchtboogaanzetten wel van de wens om in steen te overwelven. Als voorbeeld In de kapconstructie is een groot aantal tel- van zo'n kerk waar luchtboogaanzetten ge- merken aangetroffen. Herman Janse bracht vonden zijn, maar die toch in hout werd ze in kaart. Een plattegrond van de kap met overwelfd, wordt de Grote Kerk in Haarlem de tel merken erop aangegeven vindt men in genoemd. Het achterwege blijven van stenen zijn proefschrift "Houten kappen in Neder- gewelven in Alkmaar valt op, doordat de land 1000-1940 " (Delft-Zeist 1989, illustratie grond waarop de kerk gebouwd is stevig ge- 67). Aan hem is ook de overige informatie noeg was om' de stenen gewelven te dragen. betreffende de kap ontleend.

.•. " , .. , ., "", K'/. ""-V ,./ ~Iftu- I>J/," < " , a- 0 u ' >, 0· .: ·'· 0 . , I ~ iL.•:, , , . , , . , ). •.• 1'4). , 5' '" I '!i I ...... , , a ) , 5 ~i~ ""',/ "":/"'\i/ ""':/ <, . 0 , @@®®®@@0@®e@@®®@®@@@1~0G &)@ @@ @@ , .1. '; 1 , , J , .• <4 ) , 1 t. '\ ~/.,:'!'/J?2. , ---~ )---- - f------s • , , t '1, ( i , 1

[!K , ) 5 , , I/~ /;""--r-, /i""- ,. <0, • , -r-. ./ 0 , , :C!f •' I cl , •I , , ,, 0 ( : }\~/ , , , , " . ~'", ) , .n ~ /1"'" I/I"'" 1/"'- . I /""-. ,., . " •I o. , 5 , ).

51

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 5 DE STENEN GEWELVEN'VAN KOOROMGANG, ZIJBEUKEN EN KAPELLEN.

We zagen al dat de Grote of St. Laurenskerk gewelven en in de lage nevenruimtes stenen in Alkmaar in de hoge middenbeuk en gewelven in stervormige patronen vindt men dwarsbeuk houten tongewelven heeft. ln de o.a. in de Hooglandse of St. Pancraskerk in -., lagere nevenruimtes, dàt wil zeggen in de Leiden (eind l Sde eeuw, eerste helft 16de kooromgang, de zijbeuken en de kapellen, eeuw) en in de kooromgang van de Grote of werden daarentegen stenen gewelven aange- St. Jacobskerk in Den Haag (tegen 1500). De bracht. Ook in diverse andere grote Holland- stervormige. patronen in deze twee kerken se stadskerken zien we dit verschijnsel van zijn steeds van hetzelfde model. Dat model houten gewelven in de hoge middenruimte treft men in de Grote Kerk in Alkmaar niet en stenen overwelving in de lagere neven- aan. ruimtes. In dit verband kan bijvoorbeeld de Grote of St. Bavokerk in Haarlem genoemd In plaats van één type sterpatroon is. er een worden, of de Pieterskerk in Leiden, of de groot aantal te vinden. Het meest eenvoudige Nieuwe Kerk in Amsterdam. treft men aan in de kooromgang: de sterge- welven in de kooromgang zijn allemaal vol- Kregen de zojuist genoemde kerken in hun gens één patroon. In de zijbeuken en kapel- zijbeuken, kooromgangen en kapellen een- len komen allerlei meer ingewikkelde patro- voudige vierdelige kruisribgewelven, in de nen voor. Daar zijn vierpuntige sterren, zes- nevenruimtes van de Grote Kerk in Alkmaar puntige en diverse soorten achtpuntige. werd dat type gewelven maar op vier plaat- Merkwaardig zijn de sterren waarin een soort sen toegepast, namelijk in de meest westelij- vierkant of rechthoek is verwerkt (zuiderzij- ke kapel en de meest oostelijke kapel naast beuk, meest oostelijke travee; en noordkapel- de noorderzijbeuk, en in de meest westelijke lenreeks, in de vijfde kapel gerekend vanuit en de meest oostelijke kapel naast de zuider- het westen). zijbeuk. De gewelfribben in de kooromgang en de In de overige kapellen en in de zijbeuken en .ribben van de eenvoudige kruisribgewelven de kooromgang van de Alkmaarse Grote in de vier genoemde kapellen zijn in natuur- Kerk werden overal stergewelven aange-. steen uitgevoerd. Alle overige gewelfribben bracht. Een parallel voor dit soort kerken met zijn in baksteen gemetseld. in de hoge middenbeuk en dwarsbeuk houten

53

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 6 HET ZUIDPORTAAL MET DE LIBRIJE.

De grootste entree tot de Grote of Kunst, Waterland en omgeving", 's-Graven- St. Laurenskerk bevindt zich aan de zuidzijde hage 1953, p. 24). Voor wat betreft de vorm- van het koor en bestaat uit een ver naar voren geving is er geen overeenkomst tussen de . springend portaal op zuilen met eenvoudige beide portalen.met librijes. lijstkapitelen. Bovén het portaal bevindt zich Een 'ander voorbeèld van een librije in een de librije. Het meest opmerkelijke aan het uitbouw aan de zuidzijde (echter niet boven portaal is de zuil aan de zuidoosthoek. Daar- een portaal, maar op de verdieping van een aan is enige rode zandsteen gebruikt. naastgelegen uitbouw) is de Wester- of Gom- maruskerk in Enkhuizen. Deze is echter wat Librijes kwamen bij vele grote laatgotische jonger dan die in Edam en Alkmaar. stadskerken voor. Ze bevonden zich in speci- Maar terwijl de librije aan de Enkhuizer ale uitbouwen, doorgaans aan de warme Westerkerk haar oude inrichting behield, zuidzijde. Soms bevonden ze zich op een ging die in de Grote Kerk in Alkmaar geheel sacristie, maar ook andere oplossingen ko- verloren. Ook oude afbeeldingen, die een men voor. Een librije boven een toegangs- indruk hadden kunnen geven van de inrich- portaal treffen we o.a. aan in Edam. Evenals ting, ontbreken. bij de Alkmaarse Grote Kerk is hier sprake van een speciale uitbouw aan de zuidzijde Overigens is niet alleen het inwendige van de van het koor. De Edamse uitbouw stamt uit librije totaal veranderd, ook het uitwendige het begin van de 16de eeuwen zal vóór 1538 werd gewijzigd. Zo werden er in de 18de gereed geweest zijn (zie llW.F. van Agt, eeuw nieuwe vensters aangebracht. "Anno "Geïllustreerde Beschrijving van de Neder- 1714" staat op de vensteromlijstingen te le- landse Monumenten van Geschiedenis en zen.

55

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK IV

- IV. 7 DE VOORMALIGE SACRISTIE (LATER CONSISTORIE).

Ter vervanging van een kleinere aanbouw werd Aan de zuidzijde zijn de wapens van Alkmaar, nog in de eerste helft van de zestiende eeuw een Delft en Oudewater te onderscheiden (met Delft grote, rechthoekige sacristie gebouwd aan de en Oudewater onderhield de stad speciale betrek- zuidzijde. kingen). Aan de-noordzijde grenst de aanbouw aan de Aan-de noordzijde in het midden een voorstel- zuiderkooromgang, aan de westzijde aan het ling van twee zuilen. Daartussen is aan draagrie- zuiderportaal. Aan de oostzijde bevindt zich een .men een wapenschild opgehangen met de twee- veelhoekige sluiting. De buitenmuren zijn be- koppige Habsburgse adelaar (wapen van keizer kleed met witte Belgische steen. Karel V). Tegen de linkerzuil ziet men de kei- zerskroon afgebeeld, tegen de rechterzuil een De vensteromlijstingen zijn verschillend van eenvoudiger kroon. "Montes Herculis Colun Plus vorm. Aan de oostzijde bevinden zich twee laat- Ultra" staat erbij geschreven. gotische vensteromlijstingen. Zij tonen een rechthoek, waarbinnen aan de bovenzijde een Het middentafereel wordt geflankeerd door de lage boog is aangebracht. Deze heeft in de top wapen van Holland en het wapen van Karel V een bijzonder traceerwerk, bestaande uit "takken dat al zijn bezittingendat vermeldt. van steen". Zo'n takkentracering komt elders in de kerk nog een keer voor, namelijk in de top In de consistorie bevinden zich een kastenwand van de beeldnis waar Sint Matthias staat, hoog in en een bankenblok in vroege, eenvoudige Hol- de gevel van het noordertransept (zie foto in landse renaissance stijl, die ten dele uit het begin IV.14). van de l7de eeuw stammen. De wandbetimme- ring in dezelfde stijl is echter tijdens de laatste De vensteromlijstingen aan de zuidzijde van de restauratie in 1942 aange-bracht (zie Van der librije werden tijdens de laatste restauratie in Kloot Meyburg, op. cit. p. 55). 1940 geheel vernieuwd. Daarbij verdwenen de 19de eeuwse neogotische houten ramen. De ven- De l7de-eeuwse schoorsteenmantel (waarvan de sters "verkregen een fijnere indeling door het twee ondersteunende kolommen worden be- aanbrengen van een natuurstenen middenstijl waard in één van de kapellen van de zuiderzij- met tympaanvulling, waarvan het beeldhouw- beuk) werd vervangen door één in gotische trant, werk, voorstellende de symbolen van de vier echter met tegels van een l Sde-eeuws type tegen evangelisten en het borstbeeld van St. Laurens, de achterwand. door de beeldhouwer C. Stouthamer werd uitge- voerd. In plaats van houten ramen werden in De bekende 19de-eeuwse kunstenaar 1. Bos- deze vensters stalen ramen geplaatst, bezet met boom, die zich gespecialiseerd had in het op ro- glas-in-lood. Waar omtrent de oorspronkelijke mantische wijze weergeven van oude kerk inte- raam indeling niets kon worden vastgesteld rieurs, heeft niet alleen diverse malen het inte- scheen deze vrijheid veroorloofd", aldus Van der rieur van de Grote of St. Laurenskerk vastgelegd, Kloot Meyburg (Restauratieverslag, p. 54). maar ook het oude interieur van de consistorie. Hij stoffeerde deze ruimte met mannen in 17de- Het grote vertrek van de sacristie (sinds de her- eeuwse kledij. vormde tijd: consistorie) is voorzien van een kap, waarin een tongewelf is aangebracht. Op de plaats waar de ribben elkaar snijden, zitten forse gesneden rozetten. Voorts kregen de gewelfvak- ken opmerkelijke schilderingen. Binnen een rand van gestileerde bladeren (met behulp van sjablo- nen geschilderd) is steeds een wapen te vinden.

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 8 HET OOSTPORT AAL.

Van de diverse toegangsportalen die de Gro- Veel meer dan dit kleine onopvallende toren- te of St. Laurenskerk in de gotische tijd burchtje in de top springt tegenwoordig een kreeg, neemt het oostportaal een speciale groot relief van diezelfde torenburcht lager _ plaats-in vanwege zijn uitzonderlijk rijke de- op jle gevel in het oog. Dat relief oogt in zijn coratie van de geveltop aan de zijde van-de- huidige vorm niet heel oud. Op een schilderij Langestraat door middel van een asymme- van de Langestraat, dat in 1619 werd geschil- trisch patroon van traceringen. Over de bouw derd voor het Alkmaarse weeshuis (thans in ontbreken schriftelijke bronnen. Een voor- het Stedelijk Museum De Doelen in Alk- beeld van een dergelijk oostportaal, voorzien . maar), ziet men wel het oostportaal, maar op van een vergelijkbaar (maar niet identiek) de plaats van het grote torenburchtrelief lijkt patroon van traceringen, vindt men in Haar- een venster te zitten. lem aan de Grote of St. Bavokerk. Het oostportaal heeft niet alleen in de oostge- Opmerkelijk aan het oostportaal in Alkmaar vel, maar ook in de top van de zuidgevel een is het voorkomen van een klein gebeeld- bijzonder versieringsmotief. Daar zit een houwd torenburchtje (het motief van het Alk- schelp: de schelp die men vaak afgebeeld ziet maarse stadswapen) in de top. Waarschijnlijk als attribuut van de heilige Jacobus Maior. is dit er van meet af aan geweest. Duidde dit Dergelijke schelpen droegen pelgrims des- op een functie van het portaal in de sfeer van tijds als herkenningsteken. de stedelijke overheid?

IV. 9 DE HERENKAMER AAN DE NOORDZIJDE MET HET BALGENHUIS.

In de hoek tussen noordtransept en noorder- het ordebord uit 1645, tenzij hij bereid en in kooromgang bevindt zich een bakstenen aan- staat was drie gulden boete te betalen (zie bouw. Deze werd opgetrokken in het begin over het ordebord de afzonderlijke paragraaf van de 16de eeuw ten behoeve van de plaat- in hoofdstuk VI). sing van de balgen van het orgel uit 1511 in de noorderkooromgang. In later tijd kreeg de ruimte een nieuwe af- werking in de vorm van een fraaie neoc1as- In de benedenruimte is jarenlang een soort sistische betimmering met een kwartrond ge- gevangenis geweest, "het huijsgen onder 't sloten hoekkast en een schouw met spiegel oude orgel", waar hij die "enige insolentie en snijwerk. In die ruimte, waaraan de naam ofte baldadicheijt" had bedreven, een nacht "herenkamer" werd gegeven, vergaderden tot moest doorbrengen, zoals te lezen staat op voor kort de kerkvoogden.

59

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

~ IV. 10 HET NOORDPORTAAL.

Niet alleen aan de zuidzijde en aan de oost- Zo is er slechts één driehoekige topgevel (het zijde, ook aan de noordzijde bleef een portaal oostportaal heeft er drie) en die is onversierd. bewaard. Het is, net als het portaal aan de Wel bevindt zich in het muurwerk onder de oostzij de; een aanbouw van bescheiden af- topgevel een kleine .nis, die waarschijnlijk -metingen. Maar terwijl het portaal aan de - destijds een beeld geherbergd heeft. Onder oostzijde zeer rijk gedecoreerd is, kreeg het de beeldnis zit een venster. Het hele portaal noordportaal een heel eenvoudige afwerking. is bekleed met Belgische witte steen.

IV. 11 HET WESTPORTAAL MET BALGENHUIS.

Aan de westgevel van de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar staat een merk- Het portaal annex balgenhuis werd bij de waardige bakstenen aanbouw. Het sobere restauratie in de veertiger jaren ingrijpend bouwsel kraagt op de verdieping iets uit op vernieuwd (zie Van der Kloot Meyburg op. consoles. Deze aanbouw dient beneden tot cit. p. 64). Daarbij werden de negen oude portaal, boven tot bal genhui s. Het beneden- balgen, waarvan zes uit 1684, opgeruimd (zie deel is het oudste. Het is reeds te zien op de Jan Jongepier, "Het Van Hagerbeer- bekende kaart van Drebbel uit 1597. De uit- Schnitger-orgel in de Grote of St. Laurens- kragende verdieping werd opgetrokken ten kerk te Alkmaar", Alkmaar, 1987, p. 51). behoeve van de huisvesting van de balgen, Gehandhaafd bleef het verschil in gebruikte die voor de windvoorziening van het orgel kleur baksteen onder (rood, geel, rood-geel) moesten zorgen. De bouw ervan moet heb- en boven (rood). Dit verschil is ook al op een ben plaatsgevonden tegelijk met de bouw foto uit 1895 te zien. van het grote westorgel, in de jaren 1638- 1646.

61

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 12 DE HOUTEN KRUISINGTOREN MET UURWERK EN CARILLON.

Voor kerken die om een of andere reden geen maar zal in deze jaren de houten bekroning stenen klokketoren kregen, moest een andere met open peerspits op het stadhuis gekregen voorziening voor het ophangen van de klok- hebben (deze is verloren gegaan; de huidige ken getroffen worden. Er waren wat dat be- bekroning is een 20ste:eeuwse kopie). treft diverse mogelijkheden. In Alkmaar werd gekozen voor twee houten constructies Het ontstaansj aar van de kruisingtoren op de ten behoeve van verschillende soorten klok- Grote kerk in Alkmaar staat niet vast. Wel- ken. Op de kruising kwam een bescheiden licht moet gedacht worden aan ca. 1525, het houten kruisingtoren te staan, waarin de jaar waarin de grote heelslagklok werd gego- klokken verbonden met het uurwerk kwamen ten door Jaspar Moer; 15 j aar later kwam er te hangen, zoals de grote heelslagklok (die een voorslag van 9 klokken te hangen, gele- op de hele uren sloeg) en een carillon. verd door Jacob Waghevens van Mechelen Los van de kerk werd een fors houten klok- (zie hierover Van Drunen, op. cit. p. 24). huis gebouwd, waarin de klokken kwamen te hangen die bij bepaalde gelegenheden, zoals Op 12 maart 1689 besloot de vroedschap het bij het begin van de kerkdienst of bij begra- bestaande kleine klokkenspel te laten ver- fenissen, werden geluid. Over dat houten vangen door een geheel nieuw, dat veel meer klokhuis gaat de volgende paragraaf. klokken telde. Dat, thans nog bestaande, ca- rillon werd vervaardigd door Melchior de De kruisingtoren in Alkmaar heeft een acht- Haze uit Antwerpen. Deze had kort tevoren kante vorm. Naar boven toe worden de gele- al een klokkenspel geleverd voor de Alk- dingen steeds kleiner, zodat de toren een maarse Waag (1687-1688). slank silhouet krijgt. De bovenste geledingen zijn open. Langs de hoeken staan spitse obe- Vóór de twee opdrachten in Alkmaar had hij lisken, waarop vergulde bollen zijn geplaatst. klokkenspelen gemaakt voor de Grote of Het geheel wordt bekroond door een open St. Jacobskerk in Den Haag (1686) en de peerspits. Daarop is een vergulde bol te zien, Grote Kerk in Gorinchem (1687). Later zou waarop een kruis met een windhaan gemon- hij nog een klok leveren voor de al bestaande teerd is. Hemony-carillons van de Grote of St. Joriskerk in Amersfoort (1690) en van de De hoofdvorm van de kruisingtoren zal ont- Dom in Utrecht (1695) (deze informatie is leend zijn aan die van de Grote of ontleend aan Fred Timmermans, "Luidklok- St. Bavokerk in Haarlem, die in de jaren ken en beiaarden in Nederland", Amsterdam 1519-1520 tot stand kwam. Het Haarlemse 1950, p. 104, 106 en 108). voorbeeld is echter veel forser van omvang Het model van de open peerspits, toegepast en veel rijker gedecoreerd. op kerk en stadhuis, vond navolging elders in E.H. ter Kuile signaleert in zijn boekje "De de stad. In 1597-1599 kreeg de Waag een torens van Nederland" (Amsterdam 1941, toren met een bekroning in de vorm van een p. 62-63) dat de open houten peervormige peerspits, in 1622 werd aan de Bierkade de torenbekroningen iets nieuws zijn. De ge- Accijnstoren gebouwd, ook al met een bekro- noemde kruisingtoren aan de Haarlemse Ba- ning met open peerspits. vo is het oudst gedateerde voorbeeld. Alk-

63

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 13 HET VERDWENEN HOUTEN KLOKHUIS.

De Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar dat verdwenen klokhuis). En in Enkhuizen heeft nooit een grote stenen klokketoren ge- staat er nog steeds één bij de Westerkerk. kregen, al heeft het, blijkens een 16de-eeuws Zowel het klokhuis in Haarlem als dat in - schilderij dat in de kerk hangt, wel in de be- Enkhuizen werden, net als dat in Alkmaar, doeling gelegen er één te bouwen. Jarenlang gebouwd aan de oostelijke kant van de kerk. heeft er echter een fors houten klokhuis met een dak, gedekt met leien, gestaan, en wel In het klokhuis in Alkmaar hingen drie klok- aan de zuidzijde van de kerk, los van het ken van verschillende afmetingen. Zij wer- kerkgebouw. Op oude kaarten, zoals die van den bij allerlei gelegenheden geluid, bijvoor- Cornelis Drebbel uit 1597, is het te zien. Van beeld om aan te geven, wanneer een bepaalde Drunen (op. cit. p. 26) geeft als bouwjaar kerkdienst begon, of wanneer er 'een begrafe- 1501. nis was. De middeleeuwse klokken werden in 1604, Ook bij diverse andere grote Hollandse 1614 en 1616 vervangen door nieuwe, gego- stadskerken die nooit een grote stenen toren ten door Hendrik Wegewart te Kampen. De hadden gekregen, werden dergelijke houten twee kleine klokken werden in 1857, toen het klokhuizen gebouwd. Er heeft er één gestaan klokhuis gesloopt werd, verkocht; de groot- bij de Grote of St. Bavokerk in Haarlem (de ste was al in 1805 weggedaan. benaming Klokhuisplein herinnert nog aan

65

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 14 DE TRANSEPTBEELDEN: LAURENS EN MATTHIAS.

Tal van kerken hebben in de nissen in de top- niet weder ter plaatse hersteld". pen _van de transeptgevels beelden gehad. Vaak waren dat beelden van heiligen, waar- Matthias is afgebeeld met een bijl, het werk- aan de kerk gewijd was. Zo kwamen in de tuig waarmee hij lang geleden werd ont- toppen van de Grote of St. Bavokerk in Haar- hoofd. lem Sint Bavo en Maria te staan. De Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar kreeg een beeld Aangenomen mag worden, dat de beelden van Sint Laurens aan de zuidzijde en een eertijds gekleurd waren. Op die manier wa- beeld van Sint Matthias aan de noordzijde. ren ze vanaf de begane grond beter te zien dan nu het geval is. Ooit had Laurens een rooster bij zich (daarop Dat dergelijke transeptbeelden inderdaad werd hij eertijds verbrand), maar dat is al gekleurd waren en dat ze regelmatig bijge- omstreeks 1730 verdwenen. In "Alkmaar en schilderd werden, kan men bijvoorbeeld le- zijne geschiedenissen, kroniek van 1600- zen in het boek "De Bavo te boek", uitgeko- 1813" door W.A. Fasel (uitgave van de vere- men in 1985 in Haarlem bij het gereedkomen niging Oud-Alkmaar) leest men bij 1730: "Is van de restauratie van de Grote of de ijzeren rooster behoorende tot het St. Bavokerk (zie artikel van 11 Temminck St. Laurensbeeld in de zuider kruisgevel van over Bavo en Maria op p. 148). de Groote Kerck naar beneden gevallen en

67

GROTE-OFST.LAURENSKERK IV

IV. 15 DE ZONNEWIJZER.

Vele oude kerken hebben een zonnewijzer zijn er lijnen uitgebeiteld die de windstreken aan de buitenmuur. Ook de Grote Kerk in aangeven; drie van de negen windstreeklij- Alkmaar heeft er één. En wel aan een steun- nen zijn benoemd (ZO, Z en ZW). beer van het zuidertransept. Het is een zonne- Bovenstaande informatie is ontleend aan l.G. wijzer van natuursteen, met in de bovenlijst van Cittert-Eymers en M.l. Hagen: "Zonne- het jaartal 178l. wijzers aan en bij gebouwen in Nederland en De zonnewijzer bevat niet alleen een uurbe- enige astronomische (toren)uurwerken" cijfering (6-6 uur), maar ook zeven datumbo- (Zuthphen 1984, p. 120). gen en de tekens van de dierenriem. Voorts

69

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 16 DE GEDENKPLAAT TER HERINNERING AAN ANNA MARIA ELISABETH FLEISCHER.

Aan één van de steunberen van de zuidzijde heeft het in de praktijk nog geruime tijd .ge- van het schip zit een bijzondere, maar weinig duurd voordat er daadwerkelijk toe werd opvallende stenen gedenkplaat. Daarop staat overgegaan om niet alleen de armen, maar de volgende tekst: ook de welgestelden buiten te begraven.

ACHT VOETSTAPPEN VOOR DEZEN·- Anna Maria Elisabeth Fleischer is een vroeg STEEN RUST HET LYK VAN ANNA· voorbeeld van een overledene uit welgestelde MARIA ELISABETH FLEISCHER, kring die buiten begraven werd. Overigens ECHTGENOOT VA FRANCOlS JOSEPH BAlLLY, waren de vernieuwers met deze plek, het OVERLEDEN DEN 3 AUGUSTUS kerkhof in de binnenstad, evenmin ingeno- MDCCCXI. men. IN HET ZEVEN EN TWINTIGSTE Zij wilden nl. niet alleen dat het begraven in JAAR VAN HAAR OUDERDOM, de kerken werd verboden, maar ook op de VRIENDEN EERT HET GEHEUGEN terreinen rond de kerken in de bebouwde VAN DE GEENE DIE EENE GOEDE kom. Het zou nog even duren voor het zover DOCHTER ECHTGENOOTE EN was. Pas na het Kon. Besluit van 1825 over MOEDER GEWEEST IS. de begrafeniskwestie werden er op grote schaal moderne kerkhoven buiten de be- Vanaf het midden van de 18de eeuw waren bouwde kom aangelegd. er in ons land geleidelijk meer protesten In Alkmaar geschiedde dat in 1829, getuige gekomen tegen de praktijk van het begraven het jaartal op de toegangspoort van de be- in de kerken. Hoewel er in januari 1811 - in graafplaats aan de rand van de Alkmaarder de tijd dat ons land bij Frankrijk was inge- Hout. In 1830 werd deze begraafplaats in lijfd - naar het voorbeeld van Frankrijk een gebruik genomen. verbod kwam op het begraven in kerken,

71

GROTE- OF ST. LAURENSKERK IV

IV. 17 DE KOSTERSWONING EN HET KERKELIJK KANTOOR.

In de hoek tussen het zuidertransept en de van de koster kwam een archiefkelder. De zuiderkapellenreeks van het - schip, waar opdracht hiertoe werd gegeven door de Kerk- nooit een aanbóuw had gestaan, werd bij dë -voogdij in juli 1945 en in 1948 kon de wo- restauratie van de veertiger jaren o.l.v. Van ning, opgetrokken in een sobere vroeg-19de- der Kloot Meyburg een woning neergezet eeuwse trant (althans wat betreft het exte- voor de koster, met daar tegenaan een ruimte rieur), worden betrokken (zie Van der Kloot voor het kerkelijk bureau. Onder de woning Meyburg, op. cit. p. 64).

73

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v

V. HET KERKINTERIEUR IN DE KATHOLIEKETIJD.

De Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar van geloofsopvattingen, maar ook als gevolg werd gebouwd tussen 1470 en ca. 1520 voor van veranderingen van smaak, of omdat het de katholieke eredienst. De versiering en de oude versleten was en vervangen diende te inrichting van de kerk, deels al tijdens de worden. bouw aangebracht,· deels in de jaren -die daarop volgden, waren afgestemd op de Onder de decoraties en de inventarisstukken . smaak en de behoefte van de katholieke op- die in de Grote Kerk in Alkmaar bewaard drachtgevers van die jaren. Wat betreft de zijn gebleven, bevindt zich een aantal bij- smaak: de kerk kwam tot stand tijdens de zondere zaken. In het hiernavolgende wordt laatste fase van de gotiek. De oudste decora- daar eerst een kort overzicht van gegeven, ties en de oudste inventarisstukken in de waarna in afzonderlijke paragrafen uitvoeri- kerk vertonen nog de kenmerken van die ger wordt ingegaan op de desbetreffende stijl. Al spoedig deed echter een nieuwe stijl stukken. Daarbij is er eerst aandacht voor de zijn intrede, die van de vroege 16de-eeuwse versieringen aan de gebouwonderdelen (ge- renaissance. Naast de laat-gotische stijlken- welven, consoles)en vervolgens voor de merken zijn het de karakteristieken van de overige zaken in het interieur. vroege renaissance die we in de decoratie en de inventarisstukken van de St. Laurens uit Ook enkele belangrijke inventaris stukken de katholieke tijd kunnen verwachten. die al geruime tijd uit het kerkinterieur zijn Aan de katholieke tijd kwam in 1572 een verdwenen, passeren de revue, zoals het eind: het gebouw werd toen aan de hervorm- reusachtige hoofdaltaar van Maerten van den toegewezen. Heemskerck en de panelen met de Zeven Werken van Barmhartigheid. In Alkmaar heeft men met de bouw van de Grote of St. Laurenskerk een monument van Tot de bijzondere zaken in de kerk moet ze- bijzonder formaat willen realiseren - zowel ker de gewelfschildering in de koorsluiting wat betreft de afmetingen, als wat betreft de gerekend worden, waarin het destijds gelief- kwaliteit - waarbij een beroep werd gedaan de thema van het Laatste Oordeel in beeld op ontwerpers van naam en faam van buiten . wordt gebracht. De schildering kwam tot de eigen streek. Dit bijzondere kaliber heeft stand in de laatste bouwfase van de kerk (in men ook willen laten uitkomen in de decora- 1518/1519) en wordt wel in verband ge- tie en de inrichting van de kerk. Daarom bracht met het destijds belangrijke atelier werd er een orgelbouwer uit Amsterdam van de Amsterdamse schilder Jacob Corne- aangetrokken en voor het beschilderen van lisz. van Oostsanen (ca. 1472-1533) en met het hoofdaltaar, een schilder uit Haarlem. dat van zijn in Alkmaar werkzame broer Helaas zijn er van die versiering en inrich- Cornelis Buys (overleden. ca. 1524). ting uit de begintijd slechts fragmenten tot De schildering, die de Beeldenstorm over- ons gekomen. Dat geldt niet alleen voor de- leefde en ook later door de hervormden in ze laat-middeleeuwse kerk, maar ook voor ere werd gehouden, werd in 1885/1886 uit vele andere, zowel in later protestants ge- de kerk verwijderd en kwam uiteindelijk in worden streken, als in gebieden die katho- 1901 in het Rijksmuseum in Amsterdam liek zijn gebleven. Decoraties en inventaris- terecht. stukken verdwenen immers niet alleen om- Vandaar keerde zij bij de vorige restauratie dat ze storend werden gevonden uit oogpunt van de kerk in 1942/1943 terug. Bij die gele-

75 16 : .. is.•..... 1'1 + ~~~~~~~~~··13.····· ~~~~~~~~··12·* .... F+==+~~~

.. 2.1~ ..... ~.2::::j,- ••••-....~..,

11k

Afb. 17. Alkmaar, St-Laurenskerk. Gewelfschotels: 1 Gelaat van Christus; 2 leliekruis en An- dreaskruis; 3 wapen Maximiliaan van Oostenrijk; 4 wapen van Alkmaar; 5 wapen Karel V; 6 wapen van Delft; 7 wapen Philips de Schone; 9 Lam Gods; 14 wapen van Brabant (?); 19 jongenskopje; 23 wijzerplaat uurwerk; 26 familiewapen (Van Egmond van de Nijenburgh); 8, 10,12-13,15-18,20-21,24-25,27,30-33,35 rozet; 11, 22, 29, 36 ster; 28 --; 34 blokversiering. Sluitstenen en schildjes: 38-43familiewapens (37-38 Van Zei; 40-41 CorffvanBoshuijsen:42- 43 Van Egmond van de Nijenburgh}; 44 bladrozetjes. Schotels: 45 Laatste Oordeel; in consi- storiekamer: 46-49 rozet. GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v genheid werd de schildering hersteld door de en enkele kleine versieringen van wapen- restauratieschilder Gerard Jansen. schildjes op de sluitstenen zijn nog over.

Er zijn veel meer gewelfschilderingen ge- Merkwaardig zijn enkele figuratief versierde weest in het houten tongewelf. Die waren consoles in de westmuur (met voorstellingen echter van een eenvoudiger type dan de mo- van een vogel en een vis). Opmerkelijk is. numentale schildering in de koorsluiting. voorts de reeks console in de muur van de In alle gewelfvlakken trof men schilderingen kooromgang, waarin. bizarre hoofden zijn aan van attributen die hoorden bij een be- verwerkt, zoals een zogenaamde "driekop" paald gilde of bij andere groeperingen (de (drie koppen die samen vier ogen delen). schutterijen en de broederschappen bijvoor- beeld) die destijds een altaar in de kerk had- Er zijn in de veelhoekige koorsluiting nog den staan. Al deze motieven waren omgeven enkele van die bizarre koppen. Die bevinden door een rand van sjabloonmotieven, uitge- zich echter niet op consoles, maar op kapite- voerd op een manier die men thans nog in de len van de wandkolonetten tegen de muur Oude Kerk in Amsterdam kan zien. Over de van de kooromgang. artistieke waarde van die reeks schilderingen in de Alkmaarse gewelfvakken kan op dit Fantasiedieren, zoals de vogel en de vis in moment geen oordeel meer gegeven worden. de westmuur en de bizarre koppen in de Uit historisch oogpunt is het zonder meer muur van de kooromgang, komt men ook jammer dat ze in 1885/1886 om redenen van wel tegen in andere laat-gotische kerken. Zij smaak uit de kerk verdwenen zijn (en dat ze zijn echter niet erg talrijk meer; een over- daar niet, zoals de schildering van het Laat- zicht ervan ontbreekt helaas. ste Oordeel, terugkeerden). Ze gaven im- mers een beeld van de verbondenheid van de Het allerbelangrijkste inventarisstuk dat uit gilden en andere groeperingen, zoals de de katholieke periode bewaard is gebleven, schutterijen en de broederschappen, met het is het orgel uit 1511, dat werd gebouwd door kerkgebouw ten tijde van het ontstaan. de beroemde Amsterdamse orgelbouwer Jan van Covelen (overleden 1532). Het is niet Vermeldenswaardig zijn de vele gewelfscho- alleen op zichzelf beschouwd een mooi or- tels, deels met forse, vergulde stralenkrans, gel met een fraaie, in laat-gotische stijl gede- die nog steeds het houten tongewelf sieren, coreerde kas, maar het is bovendien het oud- alsmede de vier in hout gesneden beeldjes ste nog bespeelbare orgel in ons land. van de evangelistensymbolen aan de voet Het orgel hangt nog steeds op de oorspron- van het tongewelf in de koorsluiting. Derge- kelijke plek in de noorderkooromgang. lijke versierselen behoorden bij de houten tongewelven, maar bleven niet overal be- Er is nog een tweede 16de-eeuws orgel ge- waard. weest in de kooromgang, en wel in de zui- derkooromgang. De kas met de beschilderde Niet alleen het houten tongewelf over de luiken trok de aandacht van de beroemde middenbeuk en het transept was geheel ver- schilder van kerkinterieurs Pieter Jansz. sierd, ook de stenen gewelven van de lage Saenredam (1597-1665). Deze legde de kas zijbeuken, kapellen en kooromgang zijn uit- eerst vast op een tekening uit 1661 en ver- gebreid gedecoreerd geweest. Daarvan is volgens op een olieverfschilderij dat nu in echter maar heel weinig bewaard gebleven; Museum Boymans-van Beuningen in Rotter- slechts enkele restanten van een schildering dam hangt.

77

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

In de late middeleeuwen was in katholieke Een bijzonder inventarisstuk is de laat-goti- kerken het koor steeds van het schip ge- sche wijzerplaat aan het tongewelf boven de scheiden door middel van een hoog hek- kruising, ook al hangt deze zo hoog, dat zij werk. In de grote, rijke stadskerken in Hol- vanaf de begane grond nauwelijks in het oog land waren dergelijke koorhekken gemaakt springt. Een vergelijkbare wijzerplaat, met van een houten raamwerk met in de lage on- een zelfde armpje met uitgestoken vingers dervakken gesloten panelen en in de hoge als tijdaanwijzer, hangt in de kruising van de bovenvakken rijk bewerkte spijlen van hout . Grote of St. Bavokerk in Haarlem. Deze wij- of koper. Het laat-gotische koorhek van de zerp laten zijn speciaal voor hun plek in de Grote Kerk in Alkmaar bleef bewaard, maar kruising ontworpen, van waaruit ze met aan- slechts ten dele. drijfstangen verbonden zijn met de uurwer- Verdwenen is het rijke, ajour houtsnijwerk ken in de kruisingtorens. dat eens de onderpanelen gesierd moet heb- ben. De spijlen zijn niet meer origineel. Er werd reeds op gewezen dat de Alkmaarse opdrachtgevers voor de bouwen de inrich- Een ander hekwerk dat bewaard bleef, is dat ting van hun kerk graag befaamde ontwer- van de doopkapel. Het is echter van veel pers van buiten aantrokken. Zo kreeg Antho- eenvoudiger allure dan het koorhek destijds nis 1. Keldermans uit Mechelen, die rond geweest moet zijn. Hier geen rijk, ajour snij- 1500 ook betrokken was bij de bouw van de werk in de onderpanelen, maar slechts een- kerk, opdracht een sacramentshuis te ont- voudige briefpanelen. werpen. Helaas is noch het sacramentshuis Wel bijzonder is de lijst met de vroege zelf, noch een ontwerp ervan bewaard geble- renaissance-decoratie, maar die is - met zijn ven. Ware het wel tot ons gekomen, dan zou tekst in het Nederlands - wellicht pas tot dit sacramentshuis het meest noordelijke stand gekomen aan het begin van de her- sacrarnentshuis zijn geweest dat door een lid vormde periode van de kerk, en blijft hier van het geslacht Keldermans was ontwor- verder buiten beschouwing. pen.

Niet alleen het koorhek en het hek van de Wel bewaard bleef de reeks van zeven bij- doopkapel werden later gewijzigd. Eenzelf- eenbehorende schilderijen. Deze werd ge- de lot was de nog bewaard gebleven laat-· maakt in 1504, in opdracht van de bestuur- gotische koorbanken beschoren. De voor- ders van het Heilige Geestgasthuis voor hun naamste decoratie die nu nog aanwezig is, kapel aan de noordwestzijde van de kerk. bestaat uit traceerwerk. Van de gebeeld- De panelen, voorstellende de Zeven Werken houwde houten wangen, waarin o.a. afbeel- van Barmhartigheid, zijn verkocht en kwa- dingen van dieren zijn verwerkt, rest slechts men in 1918 met steun van de Vereniging een fragment aan de zuidzijde. Rembrandt terecht in het Rijksmuseum in Overigens staan de banken niet meer in de Amsterdam, waar ze tot de bekendste vroeg- oorspronkelijke opstelling. In de hervormde 16de-eeuwse Noordnederlandse schilderij en tijd werden ze in een aaneengesloten rij ge- behoren. Ze worden in vele boeken gerepro- plaatst langs de veelhoekige koorsluiting. duceerd, omdat ze tot de weinige, bewaard Daarbij werden de wangen tussen de zetels gebleven schilderijen behoren, die een beeld in de hoeken versneden, om het mogelijk te geven van het leven in een Hollandse stad . maken dat de rugschotten tegen elkaar kon- omstreeks 1500. den worden geplaatst.

79

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v

Bewaard bleef ook het reusachtige altaarstuk het hier gaat om één van de zeer weinige dat de Haarlemse schilder Maerten van grafplaten in koper die in Nederland be- Heemskerck van 1538 tot 1542 schilderde waard zijn gebleven, anderzijds omdat het voor het hoogaltaar in het koor. Het altaar- een fraai voorbeeld is van een grafplaat in de stuk was destijds een van de grootste in zijn stijl van de vroege renaissance in ons land. soort in de Noordelijke Nederlanden, _en is nog altijd het grootste Noordnederlandse Even uniek is de grafzerk voor de ingewan- altaarstuk dat bewaard is gebleven. In 1581 den van Floris V, de graaf van Holland die werd het verkocht naar het buitenland. in 1296 werd vermoord. De zerk, met een Sindsdien bevindt het zich in de kathedraal inscriptie in 15de-eeuwse letters, is gevat in van Linköping, als geschenk van de Zweed- een houten tombe, die in. de, vroege renais- se koning. Hoewel ver verwijderd van zijn sancestij Iis beschilderd. ontstaansplek, heeft het stuk toch zijn plaats in de geschiedschrijving over de Nederland- Tot de bijzondere zaken uit de katholieke se kunst behouden. periode die in de Grote of St. Laurenskerk bewaard zijn gebleven, dient zeker ook het Een hier te lande uitzonderlijk stuk is de ko- schilderij te worden genoemd, waarop het peren grafplaat van Pieter Palinck en zijn kerkgebouw wordt afgebeeld met een hoge, vrouw Josina van Foreest, die in respectieve- nooit gebouwde toren. Dergelijke schilderij- lijk 1546 en 1541 zijn overleden. De plaat is en zijn slechts in enkele kerken bewaard ge- een belangrijk monument, enerzijds omdat bleven.

81

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

v. 1 DE GEBEELDHOUWDE DIEREN AAN DE CONSOLES IN DE WESTMUUR.

Tor.de, veel voorkomende motieven waar- een vogel die zijn lange hals naar achteren, mee in de "late gotiek kapitelen en consoles over zijn rug heeft gebogen. De vis en de werden versierd behoren bladmotieven en vogel lijken fantasiedieren te zijn. Elders in ranken. Soms .werden er ook andere motie- de kerk ontbreken dit soort motieven. Of aan ven in verwerkt, zoals mens- of dierfiguren. de vogel en de vis een bepaalde symbolische Aan de westmuur van de Grote of St. Lau- betekenis moet worden toegekend, is niet renskerk in Alkmaar zijn twee zeer grote duidelijk. consoles aangebracht waarop de afbeelding van een dier voorkomt. De opbouw van deze Fantasiedieren komen in de late middeleeu- consoles is als volgt: onderaan, waar de con- wen regelmatig voor als versiering van ge- sole het smalst is bevindt zich het betreffen- bouwen. Er bestaat geen overzicht van be- de dier. Boven het dier zit een ring, boven waard gebleven voorbeelden, van typen en deze ring, waar de console zich verbreedt, hun verspreiding. zijn twee rijen koolbladeren aangebracht. De Voor wat betreft Alkmaar kan worden ver- consoles bevinden zich op de scheiding van wezen naar de kleine consoles met (fanta- zijbeuken en kapellen en dragen de gewelf- sie)dieren aan de stadhuistoren. Deze laat- ribben die hier samenkomen. gotische toren kwam tussen 1508 en 1520 Aan de noordwestkant, nabij de kapel van de tot stand. De daar afgebeelde dieren zijn bestuurders van het Heilige Geestgasthuis, echter andere dan die in deGrote Kerk. ontwaart men een vis. Aan de zuidwestzijde

83

GROTE-OFST.LAURENSKERK v v. 2 DE GEBEELDHOUWDE CONSOLES IN DE KOOROMGANG.

In de kooromgang bevinden zich, zowel aan ranken komen. de noordzijde als aan de zuidzijde, gebeeld- Dit soort koppen komt men ook wel elders houwde consoles tegen de muur. Zij dragen tegen in objecten uit de late middeleeuwen. de gewelfribben die hier samenkomen. Ze bestäarr als het ware uit drie geledingen. Behalve de koppen zijn op de consoles 'o-ok - Onderaan zit een klein, bloemvormig rozet, de bladmotieven van de bovenste geleding gevolgd door een ringvormig profiel; daar- verschillend. Op de meest oostelijke zitten boven ziet men een merkwaardige kop of er trosjes vruchten (druiven?) tussen de ge- bladmotieven, opnieuw gevolgd. door een krulde bladeren. . geprofileerde rand; vervolgens is er een zone met bladranken, waarna tenslotte opnieuw Op het schilderij dat Pieter Jansz. Saenre- een geprofileerde rand volgt. Vanonder naar dam in 1635 van de kerk maakte, kijkt men boven wordt de console steeds breder. vanuit het schip in de zijbeuk. In één van de kapellen, ziet men tegen de muren van het Hoewel de hoofdopbouw van de consoles schip, tussen de scheibogen, consoles die gelijk is, zijn ze op verschillende manieren vergelijkbaar van vorm zijn: van onderen afgewerkt. Zo zijn er diverse koppen ge- smal, naar boven toe wijd uitlopend. De bo- hakt. Aan de zuidzijde vertoont de meest venste geleding is versierd met gekrulde westelijke een "driekop", waarbij de drie bladmotieven; daarboven bevindt zich een koppen hun ogen delen (er zijn dus vier geprofileerde lijst. Op elke console - op het ogen i.p.v. zes). Soortgelijke driekoppen schilderij zijn er twee te zien - staat een komen in de late middeleeuwen op verschil- beeld (het schilderij hangt in het Catharijne lende plaatsen in Europa voor. Ze zijn er Convent in Utrecht). zowel in steen, als in hout. In Alkmaar be- vindt een dergelijke driekop zich bijvoor- Overigens zij hierbij aangetekend, dat het beeld hoog aan de stadhuistoren. Sinds de schilderij van Saenredam ons voor verschil- laatste restauratie van het stadhuis is deze lende raadsels plaatst. Wie het geschilderde driekop weer goed zichtbaar. Zowel de koor- tafereel vergelijkt met hoe het kerkgebouw omgang van de Grote Kerk, als de stadhuis- er in werkelijkheid uitziet,· ontdekt dat de toren kwamen in het eerste kwart van de kolonetten, die vanaf de kapitelen van de 16de eeuw tot stand. zuilen omhoog gaan, op het schilderij ont- De twee andere consoles aan de zuidzijde breken. Ook de doorlopende lijst onder het vertonen beide een kop uit wiens mond twee triforium ontbreekt.

85

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

v. 3 . DE GEBEELDHOUWDE KAPITELEN IN DE KOOROMGANG.

In het oostelijk deel van de kooromgang be- elders in de kooromgang. Zo is er hier op- vinderi zich op de kolonetten langs- de wand nieuw een kop, uit wiens mond twee ranken -gebeeldhouwde kapitelen. Zij ondersteunen- -komen. Ook is er een kapiteel met driekop- de gewelfribben die hier samenkomen. pen, die ditmaal echter niet door vier ogen Terwijl de kapitelen elders in de kerk alleen worden verbonden, maar _door een soort gekrulde koolbladeren dragen, vertonen een slang die van de ene mond naar de andere aantal van deze wandkapitelen net zulke gaat. Op één console zien we hoe een kop merkwaardige koppen als sommige consoles bezig is twee mensen tegelijk te verslinden.

89

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V. 4 DE GESNEDEN HOUTEN EVANGELISTENSYMBOLEN AAN DE KAPCONSTRUCTIE IN HET KOOR.

In de tijd van de gotiek werden vele Hol- ten vier evangelistensymbolen: . landse kerken voorzien van een houten ton- een engel (symbool van Mattheus), een gewelf, dat tegen de kapconstructie was. leeuw _(symbool van Marcus), een os (sYIJl- aangebracht. Op de plaatsen waar geen trek- Dool van Lucas) en een adelaar (symbool balken zaten, werden dikwijls, vlak onder van Johannes). De adelaar werd bij de res- het gewelf, kleine houten beeldjes geplaatst. tauratie van 1940-1941 door beeldhouwer Deze stellen vaak figuren voor uit de bijbel N. v.d. Schaft (zie Van der Kloot Meyburg, of uit heiligenverhalen. Er komen echter ook op. cit. p. 53) vernieuwd. andere motieven voor. De overige drie zullen stammen uit de tijd Er zijn in Nederland nog zo'n 116 kapbeeld- dat de kap gemaaktwerd: omstreeks 1500. jes over. Daarvan bevindt het merendeel Overigens bleef ook de oorspronkelijke ade- zich in Noord-Holland. De oudste voorbeel- laar bewaard. Deze heeft jarenlang opgesteld den in Noord-Holland zijn te vinden in de gestaan in één van de kapellen langs de zui- Oude Kerk in Amsterdam (ca. 1370). Deze derzijbeuk, waarin - als was het een museum kerk bezit nog 26 van de oorspronkelijke - nog meer zaken met betrekking tot de ge- 50 beeldjes. schiedenis van de kerk bijeen waren gezet.

De kapbeeldjes in de Grote of St. Laurens- De kapbeeldjes zijn het meest uitgebreid kerk in Alkmaar zijn veel minder talrijk. beschreven door H. Janse (zie zijn proef- Hier zijn slechts vier beeldjes aanwezig, die schrift: "Houten kappen in Nederland 1000- zich alle in de koorsluiting bevinden; 'vele 1940", Delft 1989, p. 209-217; op p. 214 meters boven de begane grond (en vandaar staat een foto van de engel die de evangelist af nauwelijks zichtbaar bij donker weer) zit- Mattheus symboliseert).

91

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

V.5 DE GEWELFSCHILDERING VAN HET LAATSTE OORDEEL IN HET KOOR.

- De houten tongewelven van de laat-gotische -Schilderingen met het Laatste Oordeel. als kerken konden, net als de stenen' gewelven, thema komt men ook op diverseandere hou- voorzien worden van schilderingen. In de ten tongewelven in Noord-Holland tegen. Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar is dat De oudste bevindt zich in de koorsluiting al vrij spoedig na de bouw gebeurd. In het van de St. Pancras of Zuiderkerk in Enkhui- koor werd, in de veelhoekige koorsluiting, zen (ca. 1484). een schildering aangebracht met als thema Een Laatste Oordeel-schildering, uit dezelf- het Laatste Oordeel. Het Laatste Oordeel de tijd als de Alkmaarse (namelijk 1518), werd in de 16de eeuw in vele kerken afge- bevindt zich in de koorsluiting van de Grote beeld, niet alleen in ons land, maar ook daar- of St. Vituskerk in Naarden. Ook deze schil- buiten. dering wordt wel toegeschreven aan Ja- cob Cornelisz van Oostsanen. De schildering is al diverse malen uitgebreid Als laatste in deze reeks moet het Laatste beschreven. Daarom wordt hier volstaan met Oordeel in de koorsluiting van de Hervorm- een beknopte beschrijving. In het midden de Kerk van Warmenhuizen genoemd wor- zetelt Christus op een regenboog. Hij heeft den. Deze schildering, ontstaan om- een wapperende mantel om die het boven- streeks 1525, werd in de 17de eeuw toege- lichaam en de armen bloot laten. Onder zijn schreven aan Jan van Scorel (1495-1562), voeten bevindt zich een bol. Boven hem leerling van de eerder genoemde Jacob Cor- zweven engelen met de lijdenswerktuigen nelisz van Oostsanen, maar tegenwoordig (o.a. het kruis waaraan Christus werd gena- meent men dat er wellicht een andere leer- geld). Naast hem zijn twee bazuin blazende ling uit het atelier van Van Oostsanen aan engelen afgebeeld en daarnaast aan de heeft gewerkt. noordzijde een geknielde Maria, vergezeld van zes apostelen, en aan de zuidzijde Jo- De Laatste Oordelen in Enkhuizen, Naarden hannes de Doper, vergezeld van de zes ande- en Warmenhuizen bestaan nog steeds. Er re apostelen. Onder Christus zweven twee zijn echter nog meer Laatste Oordeel-schil- engelen die een weegschaal vasthouden, deringen geweest die in dit verband vermeld daaronder staat, gekleed in een harnas, de moeten worden. In de eerste plaats is er de aartsengel Michael. Doden rijzen op uit hun schildering in de Grote of St. Pancraskerk in graven. Aan de noordzijde worden de zali- Hoorn. Deze was, volgens de stedelijke gen naar het paradijs gevoerd, aan de zuid- kroniekschrijver Theodorus Velius, in 1522 zijde ziet men de verdoemden in de hel. door Jacob Cornelisz. van Oostsanen geschilderd (zie over deze en de andere hier De schildering wordt wel toegeschreven aan genoemde Laatste Oordeel-schilderingen het atelier van de Amsterdamse schilder Ja- o.a. G.J. Hoogewerff, "de Noord-Nederland- cob Cornelisz van Oostsanen (ca. 1472- sche Schilderkunst, U", Den Haag 1937, 1533) of aan dat van zijn broer, de Alkmaar- p. 509 tlm 549). Met de brand van de kerk in se schilder Cornelis Buys (overleden 1524). 1838 ging de Hoornse schildering verloren. In 1518 werd de schildering voltooid. In de tweede plaats was er een Laatste Oor- deel geschilderd op het houten gewelf in de

93

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v

Hervormden. Kennelijk werd zij niet als sto- seum in Amsterdam terechtgekomen en bij " rend ervaren. Wel heeft zij in de loop der de restauratie in 1943 weer op hun oor- tijden te lijden gehad van ondeskundige" bij- spronkelijke plek teruggebracht. Bij die ge- schilderingen. legenheid werd de schildering gerestaureerd door Gerard lansen uit Den Haag. Helaas is I!). 1885 heeft het, er even naar uitgezien dat het geheel nu zo donker geworden" dat er de Alkmaarse schildering- van het Laatste vanaf de begane grond maar weinig meer Oordeel verloren zou gaan. Men wilde toen van te zien is. En dat is jammer, want het het gewelf vernieuwen en de voorstelling gaat om een mooie schildering. Vanaf de werd er in haar geheel uitgesloopt (Van Dru- hoge loopbruggen is aan de voet van het ge- nen, op. cit., p. 18). De planken zijn tenslot- welf de compositie" overigens nog wel be- te, na enige .omzwervingen, in het Rijksmu- hoorlijk te onderscheiden.

95

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V. 6 DE OVERIGE SCHILDERINGEN VAN HET TONGEWELF.

Behalve het Laatste Oordeel in de koorslui- de zuiderdwarsbeuk. Bovendien waren zij ting, bevatte de Grote of St. Laurenskerk niet in enkelvoud, maar in tweevoud aange- nog veel meer schilderingen, zowel op het bracht, steeds paarsgewijs naast elkaar. tongewelf. van de hoge middenbeuk, .als op Waar de andere motieven gebleven zijn, zo- dat van de hoge dwarsbeuk. Deze schilde- wel uit deze -zuiderdwarsbeuk als uit de ringen zijn in 1885/1886, tegelijk met het noorderdwarsbeuk en 'het schip, is niet dui- ' Laatste Oordeel, uitgebroken en daarna in delijk. Mogelijkerwijs bevinden zich nog het Rijksmuseum in Amsterdam terechtge- restanten in één van de depots van het Rijks- komen. Maar terwijl het Laatste Oordeel in museum te Amsterdam. 1942/1943 in zijn geheel naar Alkmaar te- rugkeerde, kwamen er van de overige ge- - De Grote Kerk in Alkmaar is niet de enige welfschilderingen slechts vier terug. Dat wil kerk in Holland waarvan het tongewelf werd zeggen, er kwamen kopieën terug. Waar de voorzien van eenvoudig geschilderde motie- originelen gebleven zijn, is onbekend. Deze ven in een omranding van ornamenten, die kopieën zijn harder geschilderd dan de origi- middels sjablonen was aangebracht en ver- nelen. want is aan de omranding van de gewelfvak - ken in de sacristie. Een dergelijke decoratie Het ging daarbij niet om schilderingen van bleef ook bewaard in de Oude Kerk in Am- monumentale aard die over verschillende sterdam (zie over dit onderwerp: Wouter gewelfvakken doorliepen, maar om losse Kloek, "Gewelfschilderingen in de Oude motieven van bescheiden allure. In elk ge- Kerk te Amsterdam", Amsterdam 1975). welfvak was één zo'n motief geschilderd. Er omheen bevond zich een ornamentele om- Zowel in de Amsterdamse Oude Kerk, als in randing, die met behulp van sjablonen was de Alkmaarse Grote Kerk hadden de geschil- aangebracht. De teruggekeerde schilderingen derde motieven betrekking op gilden, schut- zijn thans te vinden in de hoge middenbeuk terijen, broederschappen en dergelijke. De van het koor, aansluitend op de schildering motieven werden dan ook in opdracht en op van het Laatste Oordeel in de koorsluiting. kosten van de desbetreffende groeperingen Aan de noordzijde ziet men van oost naar aangebracht. Voor wat betreft de Alkmaarse west een scheepje en een drinkhoorn, aan de Grote Kerk heeft C.W. Bruinvis in zijn hier- zuidzijde een versierd kruis en een doek, boven genoemde publicatie getracht aan te hangend over een stang. geven, welk motief bij welke groepering hoorde. c.W. Bruinvis geeft in zijn artikel "De bouw en versiering der St. Laurens - of Groote De twee zeilscheepjes bijvoorbeeld, waarvan Kerk te Alkmaar" (in "Bijdragen voor de er thans nog één te zien is in de middenbeuk Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem", van het koor, behoorden bij het schippersgil- 1904, p. 192-236) een plattegrond van de de. Oorspronkelijk zaten de schippers in het kerk, waarop wordt vermeld op welke plaats zuidertransept, vlakbij de kruising. Op deze in het tongewelf de diverse geschilderde mo- plek hadden zij ook hun altaar staan. En na tieven oorspronkelijk waren aangebracht. de Hervorming kwam hier in 1581 hun grote Uit deze aantekeningen blijkt dat de vier tekstbord te hangen, genaamd "De Christe- bewaarde motieven destijds niet in het ge- lijke Zeevaart" (zie in hoofdstuk VI afzon- welf van het koor te vinden waren, maar in derlijke paragraaf over dit bord). In de noor-

97

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v derzijbeuk vond men -eertijds de voetboog aan of Nieuwe Doelen, werd weergegeven. afgebeeld met het wapen van Sint Joris, als Beide schutterijen zouden in de hervormde kenteken van de schutterij van Sint Joris of tijd - en wel omstreeks 1640-1645 - elk een Oude Doelen, terwijl in het zuidoostelijk grote koperen kaarsenkroon schenken. Deze L. deel van het schip de marteldood van Sint kwamen niet ver te hangen van waar zich Sebastiaan en het 'yval?~nvan Jeruzalem, als_ voordien de gewelfschilderingen van de kenteken van de schutterij van Sint Sebasti- schutterijen bevonden. - .

.~,

1-1_ ...... _.1- 1 !la~Hf:r:~1fdOeIlD op \11",""

'p.'" d. 'v.llIl0JOA'S i! AANDUIDING VAN HET SCHILDERWERK U&!Uluued 9111111. 6 ll9A ~.up lp i~ j: "U1iId'llJl. AAN HET GEWELF VAN HET SCHIP EN DE KRUTSEN DER ST. LAUI\ENSKERK, 1_1__ ,;_ _ __.. ·-11~ TE UlOR GEGA~N BIJ DE VERNIEUWINC IN 1885/6.

99

GROTE-OFST.LAURENSKERK v v, 7 DE SCHILDERINGEN OP DE STENEN GEWELVEN.

Op de gewelfvlakken in de zijbeuken van ste delen van de gewelfvakken twee kleine het schip en in de aangrenzende kapellen schilderingen aan van heiligenfiguren. Het treft men nog op enkele plaatsen fragmenten ene fragment laat vrouwelijke heiligen zien van schilderingen aan. Deze zijn Je vinden in (allebei in een eigen gewelfvak), het andere de volgende 'ruimtes: toont dfie heiligen naast elkaar, in één gé- - de doopkapel. Het betreft resten van de- welfvak.. Onder alle figuren bevinden zich coratieve schilderingen langs de gewelf- ranken. ribben, in rood en blauw. de meest westelijke kapel van de noor- - de meest westelijke kapel naast de zuider- derzijbeuk. Hier zijn rond de sluitsteen zijbeuk. Rond de sluitsteen, waar de vier vier eenvoudige wapenschildjes aange- gewelfribben samenkomen, zijn resten te bracht (kleuren: rood, blauw, zwart). zien van decoratieve ranken, geschilderd de meest oostelijke kapel naast de noor- in okergeel, oranje en groen. derzijbeuk. Hier is nog een fragment te - de derde travee (vanaf het westen) van de vinden van een zwart ornament. zuiderzijbeuk. Hier treft men in de onder-

101

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V.8 DE GEWELFSCHOTELS AAN DE HOUTEN TONGEWEL VEN.

Zoals stenen gewelven voorzien kunnen zijn welfschotels, 35 in totaal. Deze zijn te vin- van' gedecoreerde sluitstenen op de plekken den in de hoge middenbeuk en in de dwars- waar gewelfribben elkaar ontmoeten, zo' beuk. 20 van deze gewelfschotels dragen een kunnen ook houten gewelven versieringen stralenkrans. De stralenkransen zijn van een hebben op de plaatsen waar houten ribben ' opvallend type, ze hebben rechte stralen met samenkomen. Deze versieringen noemt men hogers erop welke worden afgewisseld door "gewelfschotels". Zij hebben de vorm van, gèwone, ,golvende stralen of vlammende een houten schijf. Daarop is een voorstelling stralen. Een gewelf plattegrond, waarop staat aangebracht in snijwerk enlof door middel- aangeg~ven waar zich de gewelfschotels he- van beschildering. Rondom de voorstelling vinden en wat de voorstellingen zijn, treft is vaak een rand van stralen te vinden, die men aan in een artikel van Arie de Groot, dikwijls telmerken dragen of gotische cij- getiteld "Gewelfschotels in Hollandse ker- fers. De oudste Noordnederlandse gewelf- ken" in het "Bulletin van de Stichting Oude schotels bevinden zich in de noorderdwars- Hollandse Kerken", nr. 27, herfst 1988, beuk van de Oude Kerk in Amsterdam p.17. (1412). De bloeiperiode van de gewelfscho- tels ligt in de tweede helft van de 15de eeuw Vermeldenswaardig zijn onder andere een en in de eerste helft van de 16de eeuw. Uit gewelfschotel met het gelaat van Christus deze laatste fase stammen de gewelfschotels (in de koorabsis) en een schotel met een af- van de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar. beelding van het Lam Gods. Verder komen er schotels voor met wapenschildjes, bij- De St. Laurens heeft een groot aantal ge- voorbeeld met het wapen van Alkmaar.

16 : "1~'--" lij • ~~~~~~~~--13.----' ~~~~~~~rl--12*"".F+'==+==+~~

.-ll*'_' __L::;::.-=:::,J~"-"""'-'

2l"&"

Afb. 17, Alkmaar. St-Laurenskerk. Gewelfschotels. 1 Gelaat van Christus; 2 leliekruis en An- dreaskruis; 3 wapen Maximiliaan van Oostenrijk; 4 wapen van Alkmaar; 5 wapen Karel V; 6 · wapen van Delft; 7 wapen Philips de Schone; 9 Lam Gods; 14 wapen van Brabant (?); 19 · jongenskopje; 23 wijzerplaat uurwerk; 26familiewapen (Van Egmond van de Nijenburgh); 8. 10. !2-13.15-18.~0-~1. 24-25. 27.!9-33. 35 rozet; 11.22.29. 36 ster; 28 --; 34 blokversiering. · Sluitstenenen schildjes: 38-43fa17Uilewapens (37-38 Van Zei; 40-41 Corffvan BoshuijsentAè- 43 Van Egmond van de Nijenburgb); 44 bladrozetjes. Schotels: 45 Laatste Oordeel; in consi- storiekamer: 46-49 rozet 103

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V:9 DE VERSIERING VAN DE SLUITSTENEN VAN DE STENEN GEWELVEN.

In verschillende kapellen en in daarnaast noordzijde, gerekend vanaf het westen) en gelegen traveeën van de zijbeuken treft men in de aangrenzende zijbeuktravee. in de stenen- gewelven. sluitstenen aan die - voorzien zijn van een bescheiden versiering. - Bijzonder is de decoratie van de sluitsteen in In de meeste gevallen bestaat die versiering de meest westelijke travee van de noorder- uit een klein wapenschildje waarop een fa- zijbeuk. Daarop is een schildje te zien, met miliewapen is geschilderd. een klein, veelkleurig tafereel van het Laat- ste Oordeel, met Christus gezeten op een Men kan ze zien op de volgende plaatsen: regenboog. in de kapel van de familie ZeI (tweede kapel aan de zuidzij de, gerekend vanaf Een tekening van de gewelven, waarop de het westen) en in de aangrenzende plaatsen staan aangegeven waar zich de ver- zijbeuktravee. sieringen aan de sluitstenen bevinden, maakt - in de kapel van de familie Corf- Van Bos- deel uit van het artikel van Arie de Groot huysen (vierde kapel aan de noordzijde, over "Gewelfschotels in Hollandse kerken", gerekend vanaf het westen) en in de aan- verschenen in "Bulletin van de Stichting grenzende zijbeuktravee. Oude Hollandse kerken", nr. 27, herfst 1988, in de kapel van de familie Van Egmond- p. 13. In dit artikel treft men ook een opsom- Van de Nijenburgh (derde kapel van de ming van de motieven aan.

105 " ,.... t GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V. 10 HET KOORHEK.

In alle laat-middeleeuwse kerken waren al genoemde Haarlemse koorhek. Een koor- schip en koor gescheiden door een hekwerk. hek met rijk versierde houten spijlen staat in Het koor was namelijk alleen toegankelijk Monnickendam, in de Grote of St. Nicolaas- voor priesters die de mis opdroegen en voor kerkvan (ca: 1530). de koorheren, die de diensten met 'hun"aan- wezigheid opluisterden. Het meest gebrui- Gewijzigd zijn ook de bekroningen van de kelijk was in de periode van de late gotiek gewafelde en getorste pilaren die aan de een spijlenhek met beneden lage gesloten voorkant (de westkant) van het hekwerk ge- panelen (van hout) en boven hoge vakken plaatst zijn. C.W. Bruinvis vermeldt in zijn met spijlen (van hout of koper). Dit type bijdrage "De bouwen versiering der hekwerk werd ook in Alkmaar in de Grote St. Laurens- of Grote Kerk te Alkmaar" (in of St. Laurenskerk opgericht. Het betreft een "Bijdragen voor de Geschiedenis van het hek met houten stijlen. In de lagere delen is Bisdom van Haarlem", 1904, in noot 21 op in de loop der tijden het nodige gewijzigd. p. 222) dat het hek door beeldhouwer P. Hengsman in 1846/1847 in betere toe- Zo mag men aannemen, dat de benedenpa- stand is gebracht. Daarbij werden "de lompe nelen destijds niet zo kaal waren. Waar- knoppen vóór de hoofdstijlen vervangen schijnlijk waren ze voorzien van rijk, ajour door fraaie fialen, waarvan de vorm ontleend snijwerk, zoals men dat nog steeds kan aan- is aan die welke de lijst bekroonen" . Deze treffen bij het koorhek in de Grote of spitse, torenachtige bekroningen zijn er nog St. Bavokerk in Haarlem, dat werd gemaakt steeds. Ze zijn wat te iel in verhouding tot de tussen 1509 en 1517, of bij de borstwering rest van het snijwerk. van het koororgel in de Grote Kerk in Alk- Bruinvis schrijft ook dat het bovenwerk, dat maar, die dateert uit 1511. de vorm heeft van een ajour bewerkte rand De spijlen zijn vernieuwd. Ook die zullen en voorzien is van kleine torenvormige ele- oorspronkelijk rijk gedecoreerd zijn ge- menten, enige herstelling behoeft. Maar weest. Een voorbeeld van een koorhek met wanneer dat herstelwerk heeft plaatsgevon- koperen spijlen, met veel versieringen, is het den, is niet bekend.

107

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

V. 11 DE KOORBANKEN.

In de late middeleeuwen werd aan vele grote Dat is echter verdwenen. stadskerken, ter opluistering van de .kerk- diensten, een kapittel verbonden, een college Gebruikelijk is .een opstelling van de koor- van kanunniken (geestelijken). Daar waar banken in twee rijen tegenover elkaar, één geen officiële kapittels werden benoemd, aan de noordzijde van het koor, één aan de ontstonden soms colleges van Getijdenhe- zuidzijde. Dat is in Alkmaar vroeger ook zo ren, die dezelfde functies vervulden als de geweest. Die opstelling werd in de hervorm- kapittels, namelijk het bijwonen van de de tijd gewijzigd. De wijze waarop de koor- diensten die op vaste tijdstippen (getijden) banken thans gerangschikt .staan, niet alleen plaatsvonden. In 1426 kende Alkmaar zo'n langs de noord- en de zuidzijde, maar ook college van Getijdenheren. Voor de leden langs de halfronde koorbeëindiging aan de daarvan werden de koorbanken vervaardigd, oostzijde, komt overeen met de manier die nog altijd in het koor van de Grote of waarop in de Hervormde Kerk van St. Laurenskerk staan. Noordwijk-Binnen in 1636 een speciaal avondmaalsgestoelte werd gebouwd (een De koorbanken in de Sint Laurens zullen, gestoelte waarvan de hoofdvorm overeen- gezien de stijl van het houtsnijwerk (laat- komt met die van degotische koorbanken, al gotisch), omstreeks 1520 gemaakt zijn. Ze is de detaillering uiteraard moderner). hebben in grote lijnen de gebruikelijke vorm Van vele middeleeuwse kerken is bekend van banken uit die tijd: er is een hoog dat de koorruimte bij de hervormden dienst achterschot, geleed in panelen met een ging doen als ruimte voor het avondmaal. breedte van één zitplaats. Daarvoor zijn de Dit was o.a. zo in de Haarlemse Grote of zetels der Getijdenheren aangebracht. Deze St. Bavokerk, waar een bord met avond- hebben de bekende vorm van een opklap- maaltekst nog altijd aan dit gebruik van wel- baar bankje. Aan de onderzijde zit een klei- eer herinnert. ne misericordia, bestemd om dienst te doen tijdens die delen van de mis waarbij de getij- De huidige opstelling van de koorbanken is denheren moesten staan. Soms worden de dezelfde als in 1661, toen Pieter Jansz. misericordiae opgesierd met snijwerk in de Saenredam (1597-1665) het koor, met daarin vorm van bizarre koppen en figuren. Dat is de koorbanken, vastlegde op een tekening, hier niet het geval. De in totaal 31 zetels die thans wordt bewaard in het Prentenkabi- worden van elkaar gescheiden door lage net in Berlijn. wangen, waarop houten traceringen zijn aangebracht. Er vallen verschillende patro- Uit de verte valt niet op dat de lage wangen nen te onderscheiden. tussen de zetels in de hoeken van de veel- Aan de uiteinden van dergelijke koorbanken hoekige kooromgang bij gezaagd zijn om de bevindt zich ook vaak snijwerk. In Alkmaar zetels voor hun nieuwe plek passend te ma- is daarvan aan de zuidzijde nog een fantasie- ken. Maar wie van dichtbij gaat kijken, ziet dier over. Aan de noordzijde zal soortgelijk die (slordig uitgevoerde) wijzigingen wel. snijwerk gezeten hebben.

109

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

v. 12 HET ORGEL UIT 1511 IN DE NOORDERKOOROMGANG.

In de 15de eeuw stond er al in menige Verder mogen de vergulde, ajour bekronin- Noordnederlandse kerk een orgel. In grote gen-op de drie pijpentorens in de vorm van - stadskerken stond er vaak meer dan één. De bladmotieven, waarbinnen zich- drië torén- orgels werden opgesteld daar waar ze nodig achtige elementen bevinden, niet onver- waren, dat wil zeggen in of.nabij het koor, noemd blijven. Zijn die torenachtige bekro- waar de mis werd opgedragen. De missen ningen er altijd geweest? De middelste toren werden dubbelkorig gezongen. Het ene deel heeft een open peerspits. In de bouwkunst van het koor stond aan de noordzijde, het ziet men dergelijke open peerspitsen pas wat andere aan de zuidzijde. Daarmee corres- . later, vanaf omstreeks ·1520-1530· doen ze pondeerde de plaatsing van de twee (betrek- hun intrede, en wel in Noord-Holland. Het kelijk kleine) orgels. oudste voorbeeld van een open peerspits is de houten kruisingtoren van de Grote of St. Ook de Alkmaarse St. Laurenskerk kreeg al Bavokerk in Haarlem (1519-1520 . in de katholieke periode de beschikking over twee orgels, één in de noorderkooromgang Opmerkelijk is ook het orgelbalkon, met zijn en één in de zuiderkooromgang. Het orgel in panelen met wapenschildjes tussen ranken. de noorderkooromgang bleef bewaard. Het De panelen worden van elkaar gescheiden is een instrument uit 1511 van de orgelbou- door smalle pilaartjes die, zoals aan het be- wer Jan van Covelens. Het is een belangrijk gin van de l6de eeuw gebruikelijk was, zijn instrument, met name omdat het het oudste, voorzien van rijk snijwerk (vergelijk ook de nog bespeelbare orgel in ons land is. vormgeving van het koorhek).

Waren de orgels uit de 15de eeuw nog in- Het orgel uit 1511 werd later naar de oostzij- strumenten geweest met een vlak front, in de de uitgebreid. Daarbij werd tevens het orgel- 16de eeuw werd de opbouw beweeglijker en balkon vergroot. Ook op de balkonuitbrei- de plattegrond ingewikkelder. Het instru- ding kwamen wapenschilden maar er werd ment in de noorderkooromgang in de geen rijk snijwerk toegevoegd. St. Laurens behoort tot dit nieuwere type. Het heeft drie naar voren springende torens, Orgels, zoals het exemplaar in de noorder- waarin de grote pijpen staan opgesteld. De kooromgang, konden door luiken worden af- hoogste toren, die v-vormig naar voren uit- gesloten. Het orgel uit 1511 heeft thans lui- steekt, bevindt zich in het midden en bevat ken uit 1703 (zie Teun Brouwer, "Orgellui- de langste pijpen. De zijtorens, die halfrond ken in Nederland", AmsterdamlDieren 1985, naar voren springen, zijn iets korter en be- waaraan deze en andere informatie over het vatten kortere pijpen. Daartussen bevinden orgel werd ontleend). zich, in twee rijen boven elkaar, de kleine pijpen. Jan van Covelens (die men in de literatuur Langs de onder- en bovenzijde van depijpen ook tegenkomt onder andere namen, zoals is mooi houtsnijwerk aangebracht. Ook el- Jan Covelens en Hans Coblentz) wordt be- ders aan het instrument zitten prachtige, zeer schouwd als één van de allergrootste orgel- elegant gesneden, houten decoraties. bouwers van zijn tijd (zie hierover "De or- gelkunst in de Nederlanden" van Flor......

111

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

Kerk in Alkmaar is niet alleen het oudste zijtorens (de middentoren springt hier echter nog bespeelbare orgel in ons land, maar ook halfrond naar voren, de zijtorens v-vormig; het vroegste dat van Van Covelen bekend is. bij het koororgel van 1511 is dat andersom) Later heeft hij onder meer gewerkt aan een en het balkon dat rust op een houten gewelf- orgel in de Nieuwe Kerk in Delft (1518), aan je, als met de detaillering van het houtsnij- orgels in diverse .kerken in Utrecht (1522- werk. Zo hebben beide balkons aan de voor- 1525), aan het orgel in de St. Cunerakerk in zijde vier korfboogvakken, gescheiden door Rhenen (1522) en aan dat van de St. Maar- gewafelde en getorste zuiltjes. De panelen ten in Franeker. Deze orgels zijn echter niet zelf zijn gevuld met een vergelijkbaar soort bewaard gebleven. ajourrankenwerk, waarbinnen zich een ver- gelijkbaar helmteken, bevindt. Beide orgels Het koororgel uit 1511 heeft kennelijk in- zijn veelkleurig afgewerkt. druk gemaakt op van Covelens tijdgenoten, in ieder geval in de kop van Noord-Holland: De orgelkast van Harenkarspel werd o.a. in de kerk van Harenkarspel tussen Alkmaar uitvoerig beschreven en afgebeeld door en Schagen kwam een orgel met een kast, D. Bierens de Haan in "Het houtsnijwerk in die sterk aan de kast van het koororgel uit Nederland tijdens de Gothiek en de Renais- 1511 doet denken. Die overeenkomsten hou- sance" (Den Haag 1921). Sinds vele jaren den zowel verband met de hoofdvorm, met hangt dezekastinhet Rijksmuseum in Amsterdam. de hoge, vooruitspringende middentoren en de wat lagere, eveneens vooruitspringende

113

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

v. 13 HET VERDWENEN 16de-EEUWSE ORGEL IN DE ZUIDERKOOROMGANG.

Ook in de zuiderkooromgang van de Grote de groote Kerck tot Alckmaer ofte of St. Laurenskerk heeft in de 16de eeuw St. Laurens A 0 1661 en deze doen oock ghe- - een orgel gehangen. En wel boven de zuider- schildert" staat op het orgel genoteerd. ingang. Op deze plek hing oOKin' de Grote of St. Bavokerk in Haarlem een orgel. De In de tijd dat Saenredam het orgel met de overlevering in beeld van deze, thans ver- gesloten luiken tekende, waren de pijpen er dwenen orgels danken we aan de Haarlemse al uit verwijderd: in 1641 waren ze er uitge- schilder Pieter Jansz. Saenredam haald om gebruikt te worden bij de bouw (1597-1665). van het grote orgel. In 1690 verdween ten- 'slotte de kas en werd de muur, waar voor- In Museum Boymans-van Beuningen in Rot- heen nog het orgel zat, dichtgemetseld en terdam wordt het schilderij van Saenredam bijgepleisterd (zie: Jan Jongepier, "Het Van bewaard, dat het orgel uit de zuiderkoorom- Hagerbeer / Schitger-orgel in de Grote of gang laat zien met gesloten luiken. "lek Pie- St. Laurenskerk te Alkmaar", Alkmaar 1987, ter Jansz. Saenredam heb dit geteeckent in p.7).

115

GROTE-OFST.LAURENSKERK v v. 14 HET VERDWENEN SACRAMENTSHUIS.

Tot de grote inventaris stukken uit de katho- twee met wierookvaten zwaaiende engelen lieke periode die verdwenen zijn, behoren zijn geschilderd met daarboven een zon en niet alleen het hoofdaltaar in het koor en de een maan. Deze schildering markeert de plek doopvont in de doopkapel, maar ook het sa- waar in de .katholieke periode het sacra- cramentshuis. Zo'n sacramentshuis, dat dien- mentshuis heeft gestaan. Ook in de Nieuwe de om hosties te bewaren, had in de tijd dat Kerk in Amsterdam is op dezelfde plaats in aan de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar het koor zo'n schildering aangetroffen (zie gewerkt werd, over het algemeen een toren- "Kunstreisboek voor Nederland", 8ste druk, achtige opbouwen werd van steen gemaakt. 1987, deel: Noord-Holland, van Peter Don). In 1500 heeft Anthonis I Keldermans op- In de Grote of St. Bavokerk in Haarlem is dracht gekregen om voor de Grote Kerk in net als in de Amsterdamse Oude Kerk (en op Alkmaar een ontwerp voor een sacraments- dezelfde plek) een blauwe schildering te huis te vervaardigen. Maar noch dat ont- zien met gouden sterren en engeltjes met werp, noch dit of enig ander sacramentshuis spreukbanden waarop Latijnse teksten, die zijn aan ons overgeleverd. betrekking hebben op de hostie, die in het sacramentshuis bewaard werd (zie Waar heeft nu dit sacramentshuis, waarvan Th. A. Delleman, "Een rondleiding door de we de exacte vorm niet kennen, gestaan? Grote of St. Bavokerk te Haarlem", Aalten Een plaats in het koor, met name aan de 1974, p. 27). Wellicht had men destijds ook noordoostkant, was destijds gebruikelijk. In in Alkmaar een blauwe schildering met en- de Oude Kerk in Amsterdam laat de meest gelen kunnen aantreffen op de scheiboog die noordelijke scheiboog van de koorsluiting de locatie van het sacramentshuis markeer- een blauwe achtergrond zien, waartegen de.

117

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v

V.15 HET VERDWENEN HOOFDALTAAR VAN MAERTEN VAN HEEMSKERCK.

Het hoofdaltaar van de Grote of St. Laurenskerk, gegaan). Een jaar later ontving hij de opdracht dat geplaatst werd in het koor, werd geschilderd om een compleet altaar te schilderen voor de door de beroemde Haarlemse schilder Maerten Grote of St. Laurenskerk. In deze en in andere van Heemskerck (1498-1574). In 1538 kreeg hij werken is steeds duidelijk de invloed zichtbaar de opdracht voor het -schilderen van het grote van de,Italiaanse beeldende kunst van de renais- middenpaneel, met een voorstelling "daerinne sance en van de antieke kunst. Hangende onsen Heere an tcruys mette twee moerdenaeren"; in de jaren daarna volgden con- Het altaarstuk voor de St. Laurenskerk in Alk- tracten voor andere onderdelen, zoals op maar behoort niet alleen tot de grootste altaar- 12 maart 1541 voor het beschilderen van de bui- stukken die.in de 16de eeuw in ons land gemaakt tenzijde van de altaarluiken. Behalve de voorstel- zijn, maar het is ook het omvangrijkste ling van Christus aan het kruis op het middenpa- Noordnederlandse altaarstuk van voor de Refor- neel - een voorstelling die men op vele 16de- matie dat compleet tot ons gekomen is eeuwse altaarstukken kan vinden - ziet men aan (GJ. Hoogewerff, "De Noord-Nederlandsche de binnenzijde van de luiken links "Ecce Homo", Schilderkunst", deel IV, Den Haag 1941-1942, rechts "de Verrijzenis". In de kleinere taferelen zie p. 320; Hoogewerff behandelt niet alleen de die onder de grote zijn te vinden, werd in het schilder zeer uitgebreid, maar ook het altaarstuk, midden de Kruisdraging afgebeeld. zie p. 290-386, voor het altaar, zie in het bijzon- Op de buitenzijde van de luiken werden twee der p. 315-322). scènes geschilderd uit het leven van Sint Lauren- Zeer uitvoerig wordt het stuk ook behandeld tius, de heilige aan wie de Grote Kerk in Alk- door Rainald Grosshand in zijn omvangrijke mo- maar gewijd was. nografie "Maerten van Heemskerck - Die Ge- mälde" (Berlijn 1980, cat. 29, p. 133-148). Daar- Maerten van Heemskerck was in 1498 in Heems- in zijn ook de vele archiefstukken die op de op- kerck geboren. Hij werkte o.a. enige tijd bij de dracht betrekking hadden, opnieuw sameng- bekende schilder Jan van Scorel (1495-1562), ebracht en gebundeld. Voorts worden de afme- . toen deze eind jaren '20 in Haarlem verbleef. Via tingen van het geheel gegeven: met gesloten lui- van Scorel, die in Duitsland de renaissancekun- ken meet het altaarstuk 5.70 x 4,05 m. Ter verge- stenaar Albrecht Dürer had bezocht en die ook in lijking: de Nachtwacht van Rembrandt meet diverse Italiaanse steden was geweest, kon hij slechts 3,63 x 4,37m. kennis maken met de idealen van de renaissance. Vervolgens reisde van Heemskerck in 1532 zelf Het altaar overleefde de Beeldenstorm, en bleef naar Italië, om daar met eigen ogen het werk van voor zover na te gaan is, ook in de eerste jaren Italiaanse renaissancekunstenaars te kunnen aan- van de Hervorming gewoon in de kerk staan. Pas schouwen en overblijfselen uit de oudheid te in 1581 werd het verkocht. Een oud verhaal wil kunnen bestuderen. Tot eind 1536 bleef hij in dat het schip waarop het altaarstuk zich bevond, Rome. Terug in Haarlem, werden hem al spoedig tijdens een reis naar Groot Novgorod schipbreuk grote opdrachten gegeven. Zo kreeg hij in no- leed. Daarna kwam het in bezit van de Zweedse vem ber 1537 een contract om twee Iuiken te koning, die het vervolgens aan de Lutherse Dom- schilderen bij Jan van Scorels Kruisiging in de kerk van Linköping schonk. Daar staat het nog Oude Kerk in Amsterdam (inmiddels verloren altijd opgesteld.

119

GROTE-OFST.LAURENSKERK v v. 16 DE TIJDAANWIJZER.

Hoog tegen het gewelf van de kruising hangt eeuw viel ons land onder het gezag van de een bijzondere tijdaanwijzer, die gekoppeld Habsburgers (Karel V, daarna Philips II), is aan het torenuurwerk in de kruisingtoren. totdat men zich hiervan afscheidde in 1568.

Het gaat om een ronde plaat, met in.het mid- . den- een 12-puntige' ster en daaromheen een In de Grote of St. Bavokerk in Haarlem rand met de cijfers I tlm XII (aangebracht in hangt een tijdaanwijzer van nagenoeg het- gotisch schrift). Er is geen gewone wijzer, zelfde type, ook met een 12-puntige ster, maar een armpje, waaraan een handje zit dat ook met een armpje met daaraan een handje met twee uitgestoken vingers de tijd aan- dat de tijd aangeeft. Ook deze tijdaanwijzer geeft. In de hoeken ziet men vier kleine wa- hangt tegen het gewelf van de kruising, en is penschildjes: dat van de stad Alkmaar en dat verbonden met het uurwerk in de kruisingto- van de steden Delft en Oudewater, waarmee ren. Alkmaar in de 14de eeuw een belangrijke handelsovereenkomst had gesloten (de wa- Beide tijdaanwijzers zullen· kort na het pens van Oudewater en Delft treft men op bouwen van de kruisingtorens en het aan- meer plaatsen in de kerk aan, namelijk op brengen van de uurwerken tegen het gewelf het schippersgildebord uit 1581 en op het zijn bevestigd (de kruisingtoren in Haarlem tongewelf van de consistorie). Het vierde stamt uit 1516-1520, de kruisingtoren in wapenschildje is dat van het. Habsburgse Alkmaar is wat jonger). huis: een dubbelkoppige adelaar. In de 16de

121

GROTE-OF ST.LAUREN SKERK v

V.17 HET DOOPKAPELHEK.

In de late middeleeuwen kon in de meeste De reden dat het gotische hekwerk niet meer katholieke kerken de doopkapel worden af- geopend kan worden, is dat er later een gesloten door een hekwerk. In vele gevallen doorlopende lijst over beide hekwerkdelen ging dat hekwerk na de Reformatie, toen de werd heen gelegd. Deze lijst vertoont ken- kerken in de handen der Hervormden kwa-: merken- van de vroege renaissancestijl, -zo- men, verloren. Dat gebeurde bijvoorbeeld in wel in de hoofdvorm, als in de geschilderde de Oude Kerk in Amsterdam, waar de doop- decoratie. Die geschilderde decoratie bestaat kapel in de loop van de 17de eeuw de func- o.a. uit een mannetje met wijd uitgestrekte tie kreeg van grafkapel. In die tijd kreeg de armen en een goudkleurige fantasievogel kapel een nieuw, 17de-eeuws hek, waarop tegen een blauwe achtergrond. Op de lijst versieringen zijn aangebracht die duidelijk staat bovendien, ook tegen een blauwe ach- maken, dat het gaat om een ruimte waar be- tergrond, een Nederlandstalige tekst in goud- graven wordt. kleurige letters, die ontleend is aan het evangelie van Marcus: "Dat rijck gods is nu In de Grote Kerk in Alkmaar bleef echter het come, bekert u ede ghelooft de evangelio". doopkapelhek uit de katholieke periode be- waard. Het is een hoog, houten hekwerk met Overigens geven G. van Arkel en A. W. onderaan gesloten panelen, en van boven Weissman in hun boek "Noordhollandsche spijlen. In het hekwerk zit een deurtje dat Oudheden" (Amsterdam 1891-1905) op toegang geeft tot de kapel. Maar het noorde- p. 25 van het hoofdstuk "Kennemerland" een lijk deel van het hekwerk heeft destijds ook heel andere tekst: "die ghelooft sal hebben in zijn geheel naar buiten kunnen draaien en ghedoopt sal sijn (die sal) salich worden". (als het ware de kapel in waartegen de doop- Welke tekst er oorspronkelijk gestaan heeft, kapel is aangebouwd). Nog altijd zijn de zal nog eens uitgezocht moeten worden. Ook grote "vleugel vormige " scharnierplaten uitgezocht dient te worden, of de wijziging langs de noordelijke rand van het hekwerk te aan de lijst nog in de Katholieke tijd heeft zien. Open kan het hek echter allang niet plaatsgevonden, of dat de verandering da- meer. Het hekwerk werd uitgevoerd in laat- teert uit de begintijd van de Reformatie. gotische stijl, met zgn. briefpanelen.

123

GROTE- OF ST. LAURENSKERK v

V. 18 DE ZEVEN WERKEN VAN BARMHARTIGHEID.

Tot de schilderijen in de Grote of St. Lau- In het middelste paneel is hij ook aanwezig, renskerk in Alkmaar, die de Beeldenstorm maar dan zittend op een regenboog, als rech- _ hebben overleefd, behoort niet alleen het ter. - reusachtige hoofdaltaar, dat in de periode Alle taferelen worden begeleid door een 1538-1542 werd vervaardigd door de Haar- versje. lemse schilder Maerten van Heemskerck, Van links naar rechts onderscheidt men: maar ook een reeks van zeven bijeenhorende - het spijzen van hongerigen, op de lijst taferelen, die in 1504 werden geschilderd begeleid door het vers: door een kunstenaar, die de noodnaam "Deelt mildelick den armen "Meester van Alkmaar" draagt. God zal U weder ontfarmen" Maar terwijl het altaarstuk van Maerten van - het laven van de dorstigen, met het vers: Heemskerck al in 1581 naar Zweden ver- "Van spijs ende drank in dit leven huisde, bleven de Zeven Werken van Barm- duisentfout zal u weder werden hartigheid nog tot 1918 in Alkmaar. gegeven" - het kleden van de naakten, met het vers: Jarenlang hebben ze gehangen in de meest "Uwen evenmensche zijn naecktheyt westelijke kapel van de noorderzijbeuk van wilt decken de Grote of St. Laurenskerk, de kapel van de opdat god uytdoe uwer so(n)den bestuurders van het Heilige Geestgasthuis. vlecken" In 1918 werden ze verkocht om voldoende - het begraven van de doden, met het vers: financiële middelen bijeen te brengen voor "Van de dooden te begraven so wij een noodzakelijke restauratie van het kerk- lesen, gebouw. Met de steun van de Vereniging wert thobias van god gepresen" Rembrandt kwamen ze toen terecht in het - het herbergen van de reizigers, met het Rijksmuseum in Amsterdam, waar ze tot de vers: bekendste werken van de 16de-eeuwse, "Die heer spreekt wilt mij verstaan Noordnederlandse schilderkunst behoren. Er wat ghy den minsten doet, wert mij zijn namelijk niet veel schilderingen uit het gedaen" begin van de 16de eeuw, die zo'n aardig - het bezoeken van de zieken, met het vers: beeld geven van het dagelijks leven in een "Wilt zieeken ende crancken Hollandse stad. vysenteren u loon sal ewelick vermeren" Die Hollandse stad vormt het decor, waarte- - het vertroosten der gevangenen, met het gen alle zeven taferelen zich afspelen. Elk vers: tafereel laat één van de zeven werken van "Die gevangen verlost met caritaten, barmhartigheid zien. De bij de werken van het komt hier nae zijnder zielen te barmhartigheid betrokken personages zijn baten". gekleed volgens de mode van toen, op één Alle taferelen staan afgebeeld in "All the na: een man in een lang tijdloos gewaad: paintings of the Rijksmuseum in Amster- Hij staat op de zes panelen steeds tussen de dam, A complete illustrated catalogue", Am- mensen aan wie de barmhartigheid wordt sterdamlMaarssen 1976, p. 627-628. bewezen. In hem herkent men Christus. Dit werk bevat een uitgebreide literatuurlijst.

125

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

Barmhartigheid" altijd in de kerkkapel ge- een nieuw onderkomen kreeg in de 19de hangen of is het wellicht eerst na enige tijd eeuw, bleek het vijf taferelen tellende stuk te daar terecht gekomen, en hing het eerst in groot voor de nieuwe kamer. Hierop werd het Heilige Geestgasthuis, in de kamer der het in vijf stukken gezaagd. Deze stukken bestuurders? zijn thans te zien in het Stedelijk Museum in Alkmaar. Ru[m honderd j aar later, in 1619· werd -in Hoewel het 17de-eeuwse werk artistiek ge- Alkmaar - naar wij mogen aannemen onder zien van een minder hoog niveau is dan het invloed van het werk uit 1504 - opnieuw werk uit 1504, heeft het voor een deel de- zo'n groot schilderstuk gemaakt, ditmaal zelfde charme, doordat ook hier een beeld bestaande uit vijf verschillende taferelen in . wordt gegeven van het leven van alledag in één lijst. En ook hier waren er versjes aan de een Hollandse stad. Dat die Hollandse stad voorstellingen toegevoegd. Het desbetreffen- in het werk uit 1619 Alkmaar is, blijkt uit de werk, dat de opvang van weeskinderen in het eerste tafereel waarop een begrafenis- het weeshuis weergeeft, werd besteld voor stoet door de Langestraat trekt, met op de het weeshuis en heeft daar jarenlang in de achtergrond de Grote Kerk, vanuit het oos- bestuurskamer gehangen. Toen het weeshuis ten gezien.

127

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

v. 19 TWEE BIJZONDERE GRAFMONUMENTEN.

In de late middeleeuwen was het gebruike- Pieter Palinck en Josina van Foreest lijk dat zij die het betalen konden, zich in de Even bijzonder als het grafmonument voor kerk lieten begraven. De duurste plaatsen de ingewanden van Floris V, is de koperen ~- waren die op het koor. _ grafplaat die werd geplaatst op het graf van Pieter Palinck en zijn vrouw Josina van Fo- Van de vele laat-gotische en vroeg-renais- reest. Pieter Palinck bekleedde bij zijn leven sancistische grafmonumenten die er in de de aanzienlijke functie van rentmeester van kerk geweest zullen zijn, is lang niet alles de abdij van Egmond en was verder, onder bewaard gebleven. Maar van de grafmonu- meer enkele malen burgemeester van Alk- menten die wel bewaard zijn, verdienen er maar. twee onze bijzondere aandacht. Het betreft de graftombe voor Floris V, graaf van Hol- De plaat, die, zoals zoveel grafmonumenten land, of beter gezegd, de tombe voor de in- in de Grote Kerk, allang niet meer op zijn gewanden van Floris V, en de koperen graf- oorspronkelijke plek ligt, is thans te vinden plaat van Pieter Palinck (overleden in 1546) in het zuidertransept. en zijn vrouw Josina van Foreest (overleden De koperen grafplaat is niet alleen bijzonder in 1541). omdat zij één van de zeer weinige koperen grafplaten is die in de Noordelijke Nederlan- Floris V den bewaard zijn gebleven, maar ook van- Het grafmonument voor de ingewanden van wege de vormgeving van de motieven op de Floris V is in ons land enig in zijn soort. plaat. Deze is beïnvloed door renaissance- Hoe het grafmonument voor zijn ingewan- idealen, waarin antieke voorbeelden een den er oorspronkelijk heeft uitgezien, is niet voorname rol speelden. bekend. De huidige stenen zerk draagt een tekst in letters van een 15de-eeuws type. De Terwijl op vele, wat eenvoudiger grafzerken tekst staat in een cirkel rond een wapen- uit de eerste helft van de 17de eeuw nog tek- schild met de Hollandse leeuw "hier ond ist sten in gotisch schrift voorkomen, zijn op de ingewat gve florrii va hollant vslage wort va grafplaat van Palinck en Foreest Romeinse h gerrit va velse" . De tekst heeft betrekking letters gebruikt (hetgeen in die jaren nog iets op de moord op Floris V in 1296. In een la- moderns was). Op de plaat staat de Latijnse ter schrift is toegevoegd: AN 0 1296 DE spreuk "In te domine sperati, non confonder XXVII IVNY. In de 16de eeuw werd de zerk in eternum". Deze worden zijn ontleend aan gevat in een houten tombe met renaissance- de Latijnse psalmberijming in de Vulgaat schilderingen, o.a. van twee putti die een (psalm 30, vers 2) en de vertaling ervan wapenschild vasthouden. luidt: "Op u heer vertrouw ik; moge ik niet te schande worden tot in eeuwigheid". Het grafmonument voor de ingewanden van Floris V heeft vroeger een plaats gehad mid- den op het koor. Na de restauratie van 1923 Andere motieven, ontleend aan antieke - 1946 heeft het jarenlang, weinig in het oog voorbeelden (die men via prenten kon leren springend - en dus op een voor een zo be- kennen) zijn de toepassing van de halfronde langrijk monument onjuiste plaats - in één boog boven de twee overledenen, en de twee van de zijkapellen van de zuiderzijbeuk ge- gevleugelde, naakte putti die een wapen- staan. schild dragen. Voorts is de mantel van de

129

GROTE-OFST.LAURENSKERK v man op de grafplaat duidelijk geïnspireerd was een Jeruzalemvaarder. En ook hij heeft op voorbeelden uit de klassieke oudheid. zich met een grote palmtak in de hand laten portretteren, en wel door een leerling van .Het wapenschild dat de putti dragen, toont Jan van Scorel, Maerten van Heemskerck de zgn. Jeruzalemkruisen. Deze vormden het (1498-1574), de man die ook het hoofdaltaar onderscheidingsteken van de Jeruzalemvaar- van de St. Laurenskerk in Alkmaar schilder- - -- ders, broederschappen van mannen die een de. Tegelijkertijd liet Palinck ook zijn vrouw bezoek hadden gebracht aan het Heilige Graf door van Heemskerck portretteren. In het in Jeruzalem. Op portretten die Jan van Sco- Stedelijk Museum in Alkmaar worden twee rel (1496-1562) van de Haarlemse en portretten bewaard, die door de biograaf van Utrechtse broederschappen schilderde, zijn Maerten van Heemskerck, Rainald Gross- de Jeruzalemvaarders steeds met een palm- hand, als kopieën worden beschouwd. tak in. de hand afgebeeld. Ook Pieter Palinck

. I' °lJ

131

GROTE-OF ST.LAURENSKERK v

V.20 DE VERDWENEN GLAS-IN-LOODRAMEN;

Het was in de late middeleeuwen gebruike- de stad Gouda IS geschonken (zoals op lijk dat kerken glas-in-loodramen kregen, 11 juli 1521 door het Gouds vroedschap voorzien van voorstellingen die aan bijbel- werd besloten, omdat Alkmaar de verkoop verhalen of aan .heiligenlevens waren ont- van Gouds bier niet had tegengewerkt). leend. Ook-de portretten van de schenkers en Irtdrukwekkend van afmetingen moet de hun beschermheiligen werden in de glas-in- glas-in-loodvoorstelling geweest zijn, die in lood ramen weergegeven. Het was zeker niet 1516 voltooid werd voor het grote raam van zo dat de kerken bij oplevering al over een het noordertransept. Het raam bracht de le- complete serie van dergelijke ramen be- vens van St. Laurens en St. Mathias - de hei- schikten. Integendeel. Men begon met een- ligen aan wie de kerk gewijd was - in beeld. voudige, doorzichtige glas-in-loodvensters Foy Jacobsz. van Leiden was de maker er- en geleidelijk aan werden de ramen gevuld van. Claes Corf en zijn vrouw, die het raam met voorstellingen in gekleurd glas: schen- betaalden, waren geknield afgebeeld. Po- kingen van rijke particulieren, van gilden, gingen van de kerkmeesters (in 1519 en van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, 1520) om ook in het zuidertransept zo'n gro- van overheidsbestuurders enz. Ook in de te glas- in-lood -voorstelling te krij gen, leden St. Laurenskerk in Alkmaar zijn de ramen aanvankelijk schipbreuk. Tot 1642 bleef op deze manier tot stand gekomen. daar een gewoon raam van doorzichtig glas- Uit de gegevens die door C.W. Bruinvis zijn in-lood zitten. Helaas is van de glas-in-lood- verzameld (op. cit. p. 209-211) krijgt men taferelen in de St. Laurenskerk niets be- een indruk van wat er aan glas-in-loodramen waard gebleven. is geweest. Hij noemt o.a. een raam dat door

133

GROTE-OFST.LAURENSKERK v

V.21 HET SCHILDERIJ, VOORSTELLENDE DE GROTE OF ST. LAURENSKERK.

In diverse grote Hollandse stads kerken Het hoger optrekken van het paneel ten be- wordt een groot schilderij bewaard waarop hoeve van het afbeelden van de toren ge- het gebouw, waarin het doek hangt, is afge- schiedde ook bij het schilderij van de Grote beeld. Het gaat om tamelijk gedetailleerde of St. Bavokerk in Haarlem. voorstellingen van de kerkgebouwen. Perso- nen of andere levende wezens ontbreken. Behalve de Grote of St. Laurenskerk in Alk- Ook verdere stoffage in de vorm van bomen, maar en de Grote of St. Bavokerk in Haar- kerkhof of omringende bebouwing is afwe- lem bevinden zich ook in de Nieuwe Kerk in zig. Wie de makers van deze schilderijen Amsterdam, in de Pieterskerk in Leiden en geweest zijn, wat de precieze functie ervan in de Grote of St. Maartenskerk in Zaltbom- was en wanneer zij exact geschilderd zijn, is mel dergelijke schilderstukken. vooralsnog niet met zekerheid te zeggen. Aangenomen wordt dat de bewaard geble- Een uitgebreide beschouwing over dit soort ven voorbeelden stammen uit de 16de eeuw kerkvoorstellingen is te vinden in: en dat het gaat om een soort geschilderde R. Meischke, "Het architectonisch ontwerp maquettes, waaraan men kan zien hoe het in de Nederlanden gedurende de late middel- kerkgebouw gepland was. eeuwen en de 16de eeuw"; dit artikel, dat in 1952 in het "Bulletin KNOB" verscheen, Ook in de Grote of St. Laurenskerk hangt werd in 1988 herdrukt in de bundel "De go- zo'n groot schilderij van de kerk. Daarop is tische bouwtraditie" (zie p. 158-163). o.a. een hoge westtoren, die nooit gebouwd werd, te zien. Bij nauwkeurige bestudering Het schilderij van de Grote of St. Lau- blijkt dat de toren later - en door iemand an- renskerk kwam bij de vorige restauratie in ders - is geschilderd dan de rest van het de oostelijke kapel van de zuiderzijbeuk te kerkgebouw. Speciaal voor het toevoegen hangen. Daarvoor had het een plaats in de van de toren is het paneel aan de bovenzijde kooromgang. zodanig vergroot dat het L-vonnig werd.

135

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. . HET KERKINTERIEUR IN DE HERVORMDE TIJD.

Sinds de hervormden aan het eind van de De meest opmerkelijke inventarisstukken 16de eeuw de kerk in handen kregen, is er die in de hervormde periode voor de Grote het nodige veranderd in en aan het gebouw. of St. Laurenskerk in Alkmaar werden ge- Wat er ondanks die veranderingen nog alle- maakt, kwamen tot stand in de late 16de en maai uit de katholieke periode is gehand- - in de lÎde eeuw. Deze stukken vertonen haafd - al of niet in aangepaste vorm - kwam duidelijk de toen heersende stijlkenmerken. in het vorige hoofdstuk uitgebreid aan de Dit waren achtereenvolgens de Hollandse orde. In het hiernavolgende zal beknopt aan- renaissance en het Hollands classicisme. dacht worden besteed aan de nieuwe ele- Overigens zijn in stukken die in de classicis- menten die de hervormden aan het interieur tische stijl zijn uitgevoerd soms ook barokke toevoegden. Daarna volgt een meer uitge- elementen te vinden. breide behandeling van de diverse stukken in afzonderlijke paragrafen. Kenmerkend voor de hervormde eredienst in de late 16de en in de 17de eeuw, was de gro- In grote lijnen hebben de hervormden bij de te nadruk die op de dienst van het woord inrichting van hun Grote Kerk de lijn uit het werd gelegd. Gods woord (de Bijbel dus) verleden voortgezet. Net als hun katholieke werd niet alleen vanaf de kansel verkondigd, voorouders vertoonden ze een zekere nei- maar werd, juist in de beginjaren van de ging tot imponeren, zowel waar het de afme- Hervorming, ook veelvuldig aangebracht op tingen, als waar het de kwaliteit van de aan- wanden, pilaren en meubilair. passingen betrof. Vandaar dat ook de her- vormden voor de vervaardiging van diverse Het waren o.a. de gilden die, in plaats van belangrijke stukken bekende kunstenaars hun uit de kerken verwijderde altaren, ge- van buiten de eigen stad aantrokken. schilderde teksten lieten aanbrengen. Dat kon gebeuren in de vorm van een schildering Zowel in de Grote of St. Laurenskerk in op een bord, of rechtstreeks op een wand of Alkmaar als in andere kerken zijn uit de pilaar. Beide typen schilderingen, zowel die hervormde periode veel meer stukken over- op de houten borden, als die op de wanden gebleven dan uit de katholieke. Daarom is en pilaren, konden zeer forse afmetingen het eenvoudiger om de stukken uit de her- aannemen. vormde periode van de Grote Kerk in Alk- Eén van de grootste en tevens één van de maar te vergelijken met soortgelijke objec- vroegste is het bord van de Christelijke Zee- ten elders. vaart in de Grote Kerk in Alkmaar, dat da- Uit vergelijking komt dan naar voren dat teert van 1581. Het is het oudste, gedateerde voorwerpen die voor de Grote Kerk in Alk- stuk dat in de Hervormde tijd in deze kerk is maar werden gemaakt, anderen meermalen geplaatst. Het rijk versierde bord is uitge- hebben geïnspireerd tot het maken van iets voerd in de voor die jaren kenmerkende Hol- vergelijkbaars. Dat geldt zowel voor de di- landse renaissancestijl. verse kleinere kerken in Alkmaar zelf, als voor kerkgebouwen in andere plaatsen in Naast schilderingen met teksten uit de Bij- Noord-Holland (zij het meestal in de omge- bel, bracht men in vele Hervormde Kerken ving van Alkmaar). Soms werd de kwaliteit in de 17de eeuw ook teksten aan die betrek- van het voorbeeld geëvenaard, soms echter king hadden op de geschiedenis van het ge- ook niet. bouw of op bepaalde bijzondere interieur-

137

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

stukken. Ook daarvan zijn in de Grote Kerk. daarbinnen ajour ranken rond een toren- in Alkmaar een paar vroege voorbeelden te burcht, komt men ook in diverse andere ker- vinden, namelijk vier teksten in een rolwerk ken tegen, o.a. in de Hervormde Kerk in Vi- omlijsting uit 1605. Twee van de vier tek- anen (gedateerd: 1668), maar ook in de Her- sten hebben betrekking op de geschiedenis vormde Kapelkerk in Alkmaar (1665) en in van de kerk (één is in het Latijn gesteld, de de Remonstrantse Kerk aldaar (1698 en - ander In het Nederlands). De andere twee- 1711). zijn Latijnse teksten die betrekking hebben op de twee orgels die toentertijd in de koor- Tot de bekende koperen onderdelen van een omgang hingen. Nederlands, 17de-eeuws, hervormd kerkin- terieur behoren niet alleen de koperen leze- Eén van de belangrijke zaken die de her- naars, maar ook de koperen doopbogen bo- vormden in de kerken lieten aanbrengen was ven de toegangsdeuren van de dooptuin .. de zogenaamde dooptuin. Dit is een, door In het westen van Nederland werden ze vaak een circa anderhalve meter hoog hek omge- rijkelijk gedecoreerd. In de Grote Kerk in ven ruimte rondom de preekstoel. In de Alk- Alkmaar zijn ze echter juist heel eenvoudig maarse Grote Kerk is één van de oudste ge- uitgevoerd. Opmerkelijk aan de doopbogen dateerde doophekken (1605) bewaard geble- in de Alkmaarse Grote Kerk is ook de acco- ven. ladeboogvorm. Deze komen we ook elders In nagenoeg alle kerken die zij van de katho- in Noordholland tegen, maar nooit in precies lieken overnamen, hebben de hervormden dezelfde originele vorm als hier. vroeg of laat een nieuwe preekstoel laten aanbrengen, compleet met een groot klank- In de dooptuinen werden vroeger banken bord, dat diende voor een betere verstaan- geplaatst die voor bepaalde kerkelijke func- baarheid van de predikant. Blijkens het jaar- tionarissen waren bestemd. Deze banken tal op de kuip kreeg de Grote of St. Laurens- konden met een deurtje worden afgesloten. kerk in 1665 zo'n nieuwe preekstoel. De In Noord-Holland kregen de deurtjes in het vormgeving van de kuip, met zijn boogpane- verleden soms opzetstukken met allegori- len met daartegen grote festoenen, wijkt af sche voorstellingen. In Alkmaar zijn Geloof, van wat tot op dat moment in Holland gang- Hoop en Liefde op de deurtjes weergegeven. baar was. In de Lutherse Kerk in Alkmaar De detaillering van de decoratieve acanthus- werd het voorbeeld van de preekstoel in de bladeren wijst op een ontstaansdatum van Grote of St. Laurenskerk dertig jaar later het snijwerk in de tweede helft van de 17de nagevolgd. eeuw. Op één van de opzetstukken staat het Ook de voet van de preekstoel is bijzonder. jaartal 1696. Deze is namelijk uitgevoerd als een forse, In de dooptuin in de Lutherse Kerk in Alk- stenen console. Ook elders in Noord-Hol- maar treft men nagenoeg dezelfde opzetstuk- land treft men deze consoles aan. De mij ken aan. bekende, overige exemplaren zijn iets ouder dan het Alkmaarse exemplaar. Voor diverse groepen notabelen,· zoals de burgemeesters, werden er in de hervormde Op vele preekstoelen in hervormde kerken kerken speciale gestoelten aangebracht, die werd in de 17de eeuw of de -l Sde eeuw een met een deurtje gesloten konden worden. mooie, koperen lezenaar gezet. In de Grote Soms hingen er bovendien gordijntjes aan Kerk in Alkmaar gebeurde dit in 1665. Het koperen stangen. In vele grote stadskerken model, een rechthoekige omlij sting met in het westen van het land werden die ge-

139

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI stoelten in de 17de eeuw aangebracht rond kerkgebouwen zijn de grote koperen kaar- de pilaren of kolommen. Ze werden dan ook senkronen uit de late middeleeuwen verdwe- "kolombanken" genoemd. In de Grote Kerk nen. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe in Alkmaar staan vier van zulke kolomban- kaarsenkronen. De grootste hiervan hebben ken, gemaakt in de periode 1651-1655. een voor de Noordelijke Nederlanden karak- Twee eryan zijn vervaardigd naar een ont- teristieke vorm: onderaan een grote bol me! werp van de bekende bouwmeester- Jacob daarboven een aantal bolvormige of balus- van Campen. Zij zijn gedateerd op 1654 en tervormige elementen, waartussen in kran- 1655 en verder versierd met een bijzonder sen eenvoudig gebogen kaarsenarmen hang- groot aantal forse festoenen. Voor kolom- en. Bij de grootste typen kaarsenkronen zijn banken uit die jaren is dat een uitzonderlijk dat drie kransen. In Alkmaar bleven vier motief. Toen deze twee banken werden ge- mooie kronen uit de periode 1642-1644 be- maakt, werden de twee al wat oudere kolom- waard. Twee ervan zijn gesigneerd en geda- banken (waarvan er één uit het jaar 1651 teerd. In de top dragen zij wapenschildjes stamde) volgens een ontwerp van Van Cam- (met daarop het wapen van de stad Alk- pen verhoogd. maar). In de transepten hangen twee kleinere typen kronen met twee kransen kaarsenar- Eerder al had Jacob van Campen meege- men. Deze kleinere kronen stammen uit de- werkt aan de totstandkoming van het be- zelfde tijd als de grote kronen. Zij werden roemdste stuk in de Grote of St. Laurenskerk geschonken door de twee Alkmaarse schut- in Alkmaar, het grote orgel aan de westzijde, terijen, de Oude en de Nieuwe Doelen. Hun dat internationale reputatie geniet. Voor het wapent jes, alsmede dat van de toenmalige orgel, dat in de periode 1638-1646 tot stand kapiteins, prijken dan ook in de top. Verder kwam, ontwierp VanCampen de rechthoe- zijn er nog diverse andere kleine kronen, kige, door een groot driehoekig fronton be- waaronder een merkwaardig kroontje met kroonde kas. Een dergelijke classicistische armen in de vorm van slangen. vormgeving van de kas is voor Noordneder- landse orgels uit die jaren bijzonder. Tot de karakteristieke elementen in het Opmerkelijk is ook de schildering op de lui- Noordnederlandse, hervormde kerkinterieur ken, die de Triomf van koning Saul na de behoren de scheepsmodellen, die men met overwinning van David op Goliath als thema name in de aan het water gelegen plaatsen heeft. Zowel de rechthoekige hoofdvorm van vindt. Ook in de Grote Kerk in Alkmaar, dat het orgel, als het thema van de schildering destij ds via goed bevaarbare waterwegen op de luiken komt men later opnieuw tegen bereikbaar was, hangt zo'n scheepje. Het is bij een al even groot orgel in de Nieuwe één van de oudste die bewaard zijn gebleven Kerk in Amsterdam, waarvoor Van Campen ( het dateert van 1667) en bovendien heeft eveneens de kas ontwierp. het een bijzondere decoratie. Het instrument zelf werd in de jaren 1641- 1646 gebouwd door vader en twee zonen Qua vormgeving minder in het oog sprin- Hagerbeer. De roem van het instrument gend dan de aardige scheepmodellen zijn de steeg echter aanzienlijk, nadat het in de peri- sobere ordeborden en begrafenisreglemen- ode 1723-1725 door Frans Caspar Schnitger, ten. In de Alkmaarse Grote kerk hangt er een lid van de bekende Noordduitse orgel- van beide één voorbeeld. Op een bescheiden bouwersfamilie, ingrijpend was verbouwd. bord uit 1645, wordt men opgeroepen tij- dens de dienst geen "insolentie of baldadig- Zoals in nagenoeg alle Noordnederlandse heid" te bedrijven en op een ander, wat luxu-

141

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI euzer bord, worden onder meer de in 1672 1581 en de rolwerktekstborden uit 1605 met geldende tarieven bij begrafenissen vermeld. de kerkgeschiedenis, zou men de drie thans ontbrekende borden ook verwachten. Tot de laatste zaken die nog in de l7de eeuw aan het interieur werden toegevoegd, be- Tot de zaken die in geen enkel hervormd hoort het ingewikkelde, allegorische schil- kerkinterieur van weleer in het oog spron- derstuk boven het orgel, -dat in: l6~)3 doorde gen, maar die daarin wel altijd aanwezig wa- schilder Romeynde Hooghe werd vervaar- ren, behoort het doopbekken. Het meest ge- digd. In dat schilderstuk wordt uitgebeeld bruikelijke materiaal voor dit onopvallende hoe een dame, die de deugd symboliseert, bekken, dat de grote monumentale vonten met steun van het christelijke (in dit geval: uit de katholieke periode verving, was in de hervormde)· geloof en het (op de bijbel l7de eeuw koper. Net als in zoveel andere gefundeerde) recht, het kwade overwint, dat hervormde kerken is dat koperen doopbek- deels door een slang met een appel in de ken in de Alkmaarse Grote of Hervormde bek, deels door afzichtelijke monsters wordt Kerk verdwenen en in het begin van de 19de gesymboliseerd. Dergelijke ingewikkelde, eeuw vervangen door een zilveren bekken in allegorische taferelen bracht men in de 17de de voor die tijd kenmerkende, neoclassicisti- en l8de eeuw in stadhuizen wel vaker aan, sche stijl. maar in kerkgebouwen werd dit vrijwel niet Zo'n doopbekken hing, wanneer er gedoopt gedaan. werd, in een koperen ring die ergens in de dooptuin bevestigd was, hetzij aan de preek- Met de toevoeging van de interessante, maar stoel, hetzij aan het doophek. In de Grote vanaf de begane grond nauwelijks zichtbare Kerk hangt de koperen doopbekkenhouder schildering boven het orgel,· was de inrich- aan één van de banken in de dooptuin. ting van het kerkgebouw kennelijk voltooid. Belangrijke stukken, zoals in de voorafgaan- In onze tijd werd in vele hervormde kerken de periode van de late l6de en van de 17de de koperen ring buiten gebruik gesteld. Dat eeuw, werden er daarna niet meer toege- gebeurde ook in de Grote Kerk. Het doop- voegd. bekken wordt nu, wanneer er gedoopt wordt, Wel kwamen er nog verschillende malen in een houten staander geplaatst die voor- nieuwe bankenblokken bij - zowel in de zien is van een eenvoudig figuratief snijwerk 18de eeuw als in de 19de eeuw - maar zij (waaronder een rand dolfijntjes), dat om- missen de belangwekkendheid en de allure streeks 1955 door Marijke Visser is ge- van de stukken uit de voorafgaande periode. maakt. Zoals het doopbekken wanneer het niet Wat - bij al wat de Grote of St. Laurenskerk wordt gebruikt, veilig wordt weggeborgen, in Alkmaar nog steeds te bieden heeft aan zo wordt ook het avondmaalsgerei, wanneer interessante en vroege voorbeelden van de men het niet nodig heeft, opgeruimd. Hoe hervormde kerkinrichting - ontbreekt, zijn het avondmaalsgerei van de Grote of de grote borden met teksten van de Tien Ge- St. Laurenskerk er aanvankelijk heeft uitge- boden, het Onze Vader en de TwaalfArtike- zien, is niet bekend. In 1746 werd het ver- len des Geloofs. Nader onderzoek zal moe- vangen door mooi, zilver gerei, bestaande ten uitwijzen of zij er vroeger wel geweest uiteen grote broodschaal, twee kleinere zijn; In een kerk, waarin zulke opmerkelijk broodschalen, twee wijnkannen en vier grote vroege tekstborden voorkomen, zoals het bekers. gildebord "De Christelijke Zeevaart" uit

143

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

- - Zeer zeldzaam is het grote, witte avond- katholieke periode bewaard zijn gebleven, maalskleed, waarin naast het jaartal 1700 ontbreken echter. Het meest in het oog ook de initialen van degenen die het kleed springend zijn de relatief talrijke stenen met destijds aan de kerk schonken, zijn ingewe- 17de-eeuwse beroepssymbolen. Daartoe be- ven. Het kleed werd neergelegd over de horen onder meer de molens op de mole- schragentafel die een paar keer per jaar, na- naarszerken. Deze herinneren ons eraan dat melijk wanneer-het avondmaal werd gehou- ér in Alkmaar en omgeving eertijds een den, in de kerk werd neergezet. groot aantal molens stonden. .

Gedurende vele jaren, tot omstreeks 1830, Vroeger werden bij de grafzerken speciale werd er in de Grote Kerk in Alkmaar begra- rouwborden opgehangen. Deze zijn nage- ven. Talloze grafzerken zijn bewaard. Som- noeg allemaal verdwenen. Slechts één rouw- mige dragen opschriften of zijn versierd met bord, één van de allerlaatste die nog werden aardige motieven, waarmee de herinnering opgehangen werden (namelijk dat van Carel aan hen die eronder begraven werden, le- de Dieu uit 1789), overleefde de grote oprui- vend wordt gehouden. ming van de rouwborden die in 1795 in alle Monumentale voorbeelden, zoals die uit de kerken hier te lande heeft plaatsgevonden.

145

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 1 HET DOOPHEK UIT 1605.

Tot de belangrijkste ingrepen die door de gesloten benedendeel, dat bestaat uit dichte hervormden in de bestaande, van oorsprong panelen, en er is een open _bovendeel, dat is katholieke gebouwen werden verricht, be- gevuld met houten spijlen. In dit geval is het hoorde de aanleg van een hek rondom de gesloten benedendeel laag en het open spij- preekstoel. Dat hek kwam niet vlak om het lendeel hoog. De spijlen hebben de vorm gestoelte heen te staan, maar op enige af- van slanke balusters. stand ervan. De aldus ontstane ruimte, waar niet alleen gepreekt, maar ook gedoopt werd, Vanuit de verte lijkt het te gaan om een he- noemde men wel de dooptuin. Het hek er- kwerk uit één stuk. Bij nauwkeurige bestu- omheen werd "doophek" genoemd. dering blijkt echter dat het hekwerk is sa- mengesteld uit "gestandaardiseerde" seg- Het idee stamt al uit het begin van de Refor- menten: de lange zijden bestaan ieder uit matie. Van Swigchem vertelt in zijn boek drie lange segmenten (negen panelen lang, "Een huis voor het woord - Het protestants met daarop 16 spijlen), de korte zijden be- kerkinterieur in Nederland tot 1900": (Den staan uit elk twee kortere segmenten (zeven Haag/Zeist, 1984, p. 197) dat het eerste wat panelen lang, met daarop 14 spijlen). De de hervormde kerkeraad van Middelburg segmenten zijn aan de uiteinden voorzien deed, toen die stad in 1574 in handen van de van een soort pilastervormige beëindiging Geuzen was gevallen en de hervormde dien- met in het bovendeel groeven, in het onderd- sten een aanvang konden nemen, een ver- eel een langgerekte "diamantkop"versiering, zoek indienen of rond de kansel van de en daar tussenin twee "platte halve bollen". voornaamste parochiekerk een "tuin" kon Laatstgenoemde bolvormige elementen zijn worden gemaakt. op sommige plaatsen beschadigd of zelfs Van de oude doophekken is echter niet veel geheel verdwenen. De segmenten zijn onder- bewaard gebleven: het merendeel van de ling aan elkaar gezet met behulp van ijzeren hekken die thans nog in de kerken staan op- (schroef)borgpennen. gesteld, werd pas in het tweede of derde kwart van de 17de eeuw, of nog later, ver- Welk segmenten van het doophek aan elkaar vaardigd. dienen worden gezet, kan worden afgeleid uit de kleine telmerken die zich bevinden in Het doophek in de Grote Kerk in Alkmaar, de lijst die het spijlendeel bekroont. Deze hoewel op het eerste gezicht weinig opmer- telmerken lopen van I t/m 1111111111. kelijk van vorm, is vooral daarom zo bijzon- der, omdat het zo vroeg ontstaan is, namelijk De dooptuin is vanaf de achterkant (aan de in 1605 (zoals staat aangegeven in de lijst zuiderzijbeukzij de) toegankelijk via twee die het hek bekroont). Bij nadere bestude- deurtjes in het hek, waarboven koperen ring is niet alleen dat vroege jaartal zo bij- doopbogen zijn gemonteerd (zie de hierna- zonder, maar vallen ook diverse andere as- volgende paragraaf over doopbogen). Het pecten op. Hierover later meer. doopheksegment tussen deze deurtjes is, met behulp van gebogen, koperen stangen, vast- Het doophek heeft de voor dergelijke he- gezet aan de zuil waar de preekstoel tegen- kwerken gebruikelijke hoofdvorm. Er is een aan staat.

147 •. GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

Opmerkelijk is de bekroning van de hoeken. in de Hervormde Kerk van de Rijp (kort na In de 17de eeuw werden op de hoeken van 1654). de doophekken dikwijls bollen geplaatst of sierelementen van andere vorm. Op de hoe- Tussen de leeuwtjes op de hoeken van het ken van het doophek in de Grote Kerk in doophek in de Grote Kerk in Alkmaar zijn Alkmaar werden echter vier wapendragende pelikaantjes geplaatst die zichzelf in de borst leeuw1jes~gebracht pikken om hun jongen te voeden-met hun-- bloed. Er zijn nog andere Noordhollandse doophek- De pelikanen, die zich in hun borst pikken ken bekend, waarop wapendragende leeuw- om hun jongen met bloed te voeden (en daar tjes zijn aangebracht. Soms bevinden de . zelf aan te sterven), golden als _§ymbool van leeuwen zich, net als in de Alkmaarse Grote Christus. In het katholieke kerkinterieur ko- Kerk, op de hoeken van het doophek. Dit is men zij geregeld voor. Bij de hervormden is bijvoorbeeld het geval bij het doophek in de hun verschijning schaarser. Juist in Noord- Hervormde Kerk van Beverwijk, dat, vol- Holland zijn er echter een aantal 17de-eeuw- gens J. van der Linden in zijn boekje over se voorbeelden aan te wijzen van pelikanen het kerkgebouw getiteld "Als een lelie tus- die met hun nest jongen een plaats krijgen in sen de doornen" (Beverwijk 1979, p. 36), uit de nabijheid van de preekstoel. Zo zijn er in 1645 stamt. Niet alleen de leeuwen met de Zaanstreek enkele hervormde kerken wapent jes op de hoeken van het doophek waar de preekstoelkuip op een reusachtige lijken op het Alkmaarse doophek geïnspi- pelikaan rust. De oudste bevindt zich in de reerd, hetzelfde geldt voor de vorm van de Bullekerk in Zaandam en dateert van 1644. balusters. Overigens zijn de Beverwijkse leeuwen niet zittend, zoals de Alkmaarse, Van Drunen vermeldt (op. cit. p. 36) dat het maar liggend uitgebeeld. besluit om rond de preekstoel een hek te zet- Soms treft men de leeuwtjes niet aan op de ten, in 1600 werd genomen. Hij vertelt ook hoeken, maar als bekroning van de dat er (in dat jaar?) betaald werd voor "het dooptuindeurtjes. Dit ziet men bijvoorbeeld steken van de leeuwen en pelikanen" .

149

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 2 DE VOORLEZERS- / VOORZANGERSPLAATS-.

In elke dooptuin bevond zich vroeger een heksegment waartegen het podiumpje werd speciale plek voor de voorlezer of de voor- geplaatst, als het podiumpje zelf waren ver- zanger. wijderd. In verband met de functie van de laatste Overigens bleef het heksegment in kwestie dient men zich te realiseren dat het in de be::. -nog wel-in de kerk aanwezig, het bevendt gintijd van de hervorming niet gebruikelijk zich jarenlang in het zuidertransept. Het hek- was om met orgelbegeleiding te zingen. Ook segment werd vertimmerd tot een los "voor- wanneer in een kerk wel een orgel aanwezig lezersgestoelte" , compleet met het noodza- was, werd dat in het begin van de 17_deeeuw kelijke verhoginkje. Op de hoeken zijn mo- niet gebruikt voor de begeleiding van de ge- derne pilasters gezet (kopieën van de pilas- meentezang. ters aan de uiteinden van de doophekseg- De voorzanger gaf aan wanneer en hoe er menten). Opmerkelijk is dat dit gestoelte een gezongen moest worden. Zijn plaats was op moderne, houten lezenaar heeft. De oude, een kleine verhoging tegen het doophek. geelkoperen voorlezerslezenaar uit 1665, die Deze was zodanig geplaatst, dat de voor- voorheen op dit deel van het hekwerk stond, zanger zich voor de preekstoel bevond. heeft lange tijd ongebruikt in de dooptuin In de Grote Kerk in Alkmaar was de gelegen(ziedeparagraafoverdekoperenlezenaars). voorlezers-/voorzangersplaats jarenlang niet meer in de dooptuin aangegeven. Zowel het

151

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 3 DE KOPEREN DOOPBOGEN.

Boven de twee deurtjes die toegang geven wordt, dat zij uit de 17de eeuw stammen. tot de dooptuin, zijn zogenaamde doopbogen aangebracht. Zij zijn, zoals gebruikelijk bij-- Enkele vergelijkbare (maar niet identieke) dergelijke bogen, van geelkoper vervaar- accoladevormige bogen werden aangebracht digd. in diverse kerken in de omgeving. Zo kwam Minder gebruikelijk is de vorm van de bo- . er één in de Lutherse kerk in Alkmaar (die gen. Terwijl de meeste doopbogen een rijk kerk beschikte ook. nog over twee koperen versierde in- en uitgezwenkte vorm bezitten, bogen van een andere vorm). Voorts treft ziet men in de Grote of St. Laurenskerk in men ze aan in enkele dorpen die van oudsher Alkmaar twee sober afgewerkte accoladebo- nauwe banden met Alkmaar hadden. Ge- gen. Deze staan op smalle, hoge, vierkanten noemd' worden hier de hervormde kerk van voetstukken die eveneens van geelkoper Zuid-Schermer (met een windmolentje als zijn. Ze worden bekroond door een soort bekroning van de accolade), het (hervormde) gladde, spits toelopende "hoedjes". Witte kerkje van Heiloo en de Hervormde Over de datering van de beide bogen is op kerk van Limmen. dit moment niets bekend. Aangenomen

153

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 4 DE PREEKSTOEL VAN 1665.

Het belangrijkste meubel in de dooptuin is panelen met ranken langs de onder- en bo- - de preekstoel. Zo'n preekstoel bestond door- _ venrand. gaans uit een veelhoekige kuip die via een Voorbeelden van dergelijke kuipen zien we trapje toegankelijk was. De meer monumen- bijvoorbeeld bij de preekstoelen van Scher- tale exemplaren kregen in de 17de en 18de merhorn (1634-1636) en van de Rijp (date- eeuw een achterschot met een hoedeknop en rend van kort na de brand van 1654). werden bekroond door een groot klankbord. Ook kwam het voor dat de .kuip van de Ook de preekstoel die de hervormden in de preekstoel met boogpanelen versierd was. 17de eeuw in de dooptuin van de Grote of De preekstoel in de Remonstrantse kerk in St. Laurenskerk in Alkmaar plaatsten - ter Alkmaar heeft zo'n kuip. Deze zal wat ouder vervanging van een ouder exemplaar - is van zijn dan de preekstoel in de Alkmaarse Gro- het hierboven beschreven type. In 1653 wil- te Kerk. den de predikanten de preekstoel vernieu- wen (Van Drunen, op cit. p. 36). Getuige het Preekstoelen met boogpanelen waarop fes- jaartal in het middenpaneel van de bovenlijst toenen zijn aangebracht lijken minder talrijk. van de kuip werd die nieuwe preekstoel ove- Wel zij er hier op gewezen, dat zich in rigens pas in 1665 gemaakt. Amersfoort in de (hervormde) Sint Joriskerk een preekstoel met een soortgelijk motief Bekijken we de kuip van de preekstoel na- bevindt, die volgens de gegevens in "Langs der, dan zien we dat de panelen gescheiden de oude Utrechtse kerken" (Baarn 1975, worden door Ionische zuilen, voorzien van p. 108, van de Meta A. Prins-Schimmel en een ring. Deze zuilen rusten op consoles, George van Leersum) uit 1659 stamt. die versierd zijn met een acanthusblad. Ook boven de kapitelen zijn dergelijke acanthus- Was er wellicht via Jacob van Campen, de bladconsoles aangebracht Tussen de conso- beroemde ontwerper van de kas van het gro- les, onder en boven, bevinden zich smalle te orgel, een verbinding met Amersfoort ge- panelen, versierd met festoenen (slingers). legd, waardoor men in Alkmaar van het be- De festoenen van de onderrand bestaan als staan van de Amersfoortse preekstoel wist? het ware uit opgehangen doeken. In ieder geval was Van Campen, die de laat- De grote middenpanelen zijn voorzien van ste jaren van zijn leven op zijn landgoed een halfronde boog. In de zwikken zit snij- Randenbroeck bij Amersfoort verbleef, zelf werk van rankenmotieven. Onder de bogen al in 1657 overleden. hangt een festoen, van bloemen, bladeren en vruchten (op elk paneel een ander festoen). Men kan zich toch afvragen of VanCampen De pilasterachtige elementen, die de boog niet op één of andere manier zelf de "geeste- dragen, lopen om langs de onderrand. lijke vader" is van de beide preekstoelen: het De decoratie van de kuip is zo uitgebreid meest opmerkelijke motief, de festoen, komt beschreven, omdat zij afwijkt van hetgeen in immers in zijn eigen werk veelvuldig voor. Noord-Holland in de voorafgaande periode Dit valt onder meer te zien aan de festoenen gebruikelijk was. In die periode werden op de Alkmaarse orgelkas, maar bijvoor- preekstoelkuipen namelijk meestal versierd beeld ook aan de vierkante preekstoel in de met gecorniste panelen in het midden en met Nieuwe Kerk, die van een fors festoen is

155

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

- - - - dige achterschot, dat eenvoudiger van uit- Overigens bevindt zich op geruime afstand voering is dan de kuip en met een veel te van Alkmaar nog een andere preekstoel, zware (moderne) hoedenknop is uitgerust, waarvan de kuip grote overeenkomsten ver- kan niet tegelijk met de kuip vervaardigd toont met die van de Grote of St. Laurens- ZIJn. kerk. Deze kansel staat in de Hervormde Kerk van Aalsmeer. In Alkmaar zelf heeft de preekstoel van de Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of Grote of St. Laurenskerk model gestaan voor deze preekstoel nog uit de jaren zestig van die van de Lutherse Kerk. Deze preekstoel, de 17de eeuw stamt, of dat deze wat jonger die uit de tijd van de verbouwing van 1692 IS. zal stammen, vertoont een zelfde soort deco- ratie op de kuip als de bijna dertig jaar oude- Een verwante decoratie van de kuip ziet men re in de Grote Kerk. Ook hier treft men ook bij de preekstoel in de Hervormde Kerk boogpanelen aan met daarin forse festoenen van Ruinen in Drenthe. Met name op de met bloemen, bladeren en vruchten. Boven- middenpanelen zijn duidelijke overeenkom- dien lopen de pilasterachtige elementen die sten zichtbaar. De Ruinense middenpanelen de bogen dragen, op dezelfde manier om de vertonen namelijk ook boogvelden met forse onderranden van de panelen en zien we ook festoenen van bloemen, bladeren en vruch- hier langs de bovenzijde een smal fries met ten. daarin een klein festoen van bloemen, blade- In tegenstelling tot de omgaande pilasters in ren en vruchten, en langs de onderzijde een Alkmaar, die onversierd zijn, werden de pi- smal fries met daarin festoenen. lasters in Ruinen ook van festoenen voor- Alleen het paneel aan de voorzijde van de ZIen. kuip, met daarop het wapen van de schenker, Daarentegen zijn de - wel erg breed uitge- is anders van vorm. vallen - friezen onder en boven de midden- velden zonder decoratie gebleven.

157

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 5 DE STENEN CONSOLEVOET VAN DE PREEKSTOEL.

Bij veel preekstoelen ziet men dat de kuip De preekstoel in de Alkmaarse Grote Kerk van de stoel tegen de muur bevestigd is. was niet de eerste die op een stenen console- Soms rust de kuip op een voetstuk van steen voet kwam të staan. - Een -voorbeeld van of van hout. In de Grote Kerk is voor een vroeger datum, eenvoudiger van opzet en derde mogelijkheid gekozen die men juist in uitvoering, is te vinden in de Hervormde Noord-Holland in diverse kerken aantreft. kerk van Krommenie. Deze console draagt Hier rust de kuip van de preekstoel namelijk middenvoor een cartouche waarin het jaartal op een console met een gebogen vorm. Die 1658 staat. Daaronder ziet men een kleine console rust aan de onderzijde tegen het cartouche met het wapen van Krommenie. voetstuk van een pilaar en op de grond. De console is van natuursteen gemaakt. Aan Nog wat ouder zijn vermoedelijk de ongeda- de voorzijde van de console is in het midden teerde, natuurstenen consoles onder de een acanthusbladvorm gehakt, waarboven preekstoelen van de Hervormde kerken in een kleine cartouche met de naam van de Schermerhom (ontstaan tijdens of kort na de beeldhouwer: "C. de Ghilde 1665" is aange- bouw van de kerk in 1634-1636) en in De bracht. Rijp (ontstaan kort na de brand van 1654, Daarboven bevindt zich een grote cartouche toen zowel het gebouw als de inventaris ver- waarop de Alkmaarse burcht is afgebeeld. nieuwd moesten worden). Ook de preek- Aan de beide zijkanten ziet men slingers in stoelconsoles van Schermerhom en De Rijp de vorm van doeken. Langs de bovenrand zijn qua opzet en uitvoering eenvoudiger bevinden zich aan alle drie de zijden even- dan die van de Alkmaarse Grote Kerk. eens slingers. Langs de drie zijden van het kleine voetstukje zijn drie wapens gehakt. Mogelijkerwijs gaan al deze Noordhollandse Het zijn de wapens van de drie kerkmeesters stenen preekstoe1consoles terug op een des- die de opdracht gaven het voetstuk te ma- tijds bekend voorbeeld. ken: Johan Schagen, Nanning van Veen en Jacob Dierten Schagen.

159

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 6 DE KOPEREN LEZENAARS.

De Grote Kerk bezit twee geelkoperen leze- Catharina van Groningen, "Geïllustreerde naars: één daarvan is bevestigd aan de Beschrijving van Nederlandse Monumenten preekstoel, de ander wordt thans los be- van Geschiedenis en Kunst, de Vijfherenlan- waard, maar was oorspronkelijk aan het den", Den Haag/Zeist, 1989, p. 103, foto en doophek bevestigd bij de plaats waar de tekst). voorlezer/ voorzanger stond. In de Hervormde Kerk van Oostzaan werd Beide lezenaars zijn identiek van vorm: ze een lezenaar aangebracht, waarvan de hoofd- vertonen een rechthoekige, geprofileerde vorm gelijk-is aan die van de Alkmaarse. De omlijsting, waarbinnen zich symmetrisch Alkmaarse burcht _ishier evenwel vervangen gerangschikte ranken bevinden, waaraan door een boom. Op een klein schildje is het dunne bladeren en kleine besjes groeien. De jaartal 1717 zichtbaar (zie "De kerkdeur is ranken omgeven de Alkmaarse toren burcht. open, geschiedenis van de Hervormde Kerk Op beide lezenaars is het jaartal 1665 aan- te Oostzaan", tekst Saskia Bottinga, teke- gebracht. ningen C.l Dral; Oostzaan 1984, waarin een tekening van de lezenaar is opgenomen). Ook de Alkmaarse Kapelkerk beschikt over een soortgelijke geelkoperen lezenaar, die Enigszins afwijkend van detaillering, maar met 1665 gedateerd is, en wel de voorzan- wel duidelijk geïnspireerd op de geelkoperen gerslezenaar lezenaars in de Grote of St. Laurenskerk zijn de twee lezenaars in de Remonstrantse Kerk Het model van de Alkmaarse lezenaars is in Alkmaar. Beide tonen ajour bewerkte ook buiten Alkmaar toegepast. In de Her- ranken in een rechthoekige omlijsting, met vormde Kerk van Vianen treft men een in het midden een klein torenburchtje. De soortgelijk exemplaar aan, zij het dat er een ene lezenaar is 1698 gedateerd, de andere ander jaartal op staat. Op de kantelenrand met 1711. van de burcht leest men het jaartal 1668 (zie

161

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 7 DE BANKEN IN DE DOOPTUIN.

Dikwijls vindt men in de dooptuin behalve Het vierde en vijfde deurtje hebben een op- de preekstoel ook enkele banken. Deze wa- zetstuk waarbij ook aan de buitenzij de het ren doorgaans bestemd voor bepaalde functi- Alkmaarse wapen te zien is. onarissen die iets met de kerk te maken had- den. Te denken valt aan de kerkmeesters, die Op de jongere, zesde bank, is het woord "of- tot de omwenteling van 1795 in opdracht ficieren" geschilderd. Deze 'bank: hoort met van het stadsbestuur het beheer voerden over op deze plek thuis en blijft op dit moment de kerkgebouwen en hun bezittingen. Verder verder buiten beschouwing. konden de banken bestemd zijn voor de le- den van de kerkeraad: de predikanten, de Zoals hierboven reeds werd opgemerkt, was ouderlingen, de diakenen. Ook was er vaak in veel dooptuinen een aantal banken gere- een bepaalde bank voor de doopouders (de serveerd voor bepaalde kerkelijke functiona- ouders van de kinderen die gedoopt werden) rissen. Vergelijken we hun functies met de en werden er plekken gereserveerd voor de thema's die op de deurtjes staan afgebeeld, koster en voor de voorlezer/voorzanger, zo- dan lijkt het aannemelijk dat de bank aan de dat deze heren konden zitten, wanneer zij zuidoostkant van de preekstoel (dat wil zeg- niet hoefden op te treden. gen: de bank die tegen het zuidelijke deel van het doophek is geplaatst) met het deurtje In de dooptuin in de Grote Kerk in Alkmaar waarop de liefde staat afgebeeld, bedoeld is treft men thans zes verschillende banken geweest voor de diakenen. Het thema van de aan. Vijf daarvan vormen in stilistisch op- liefde past immers bij uitstek bij het werk zicht een eenheid, de zesde is van een wat dat zij verrichten. De diakenen stonden als afwijkende vorm en werd later aan de vijf groep minder in aanzien dan bijvoorbeeld de andere toegevoegd. Alle banken kunnen af- ouderlingen of de predikanten. Daarmee cor- gesloten worden door een deurtje, dat be- respondeert de ongunstige plaatsing van de kroond wordt door een opzetstukje met snij- bank in de dooptuin: vanaf deze bank had werk. In vijf van de zes banken ziet men men een slecht zicht op de kansel en op de ranken die een centraal motief omringen. Zij dominee die daarvandaan preekte. vertonen de stijl van de late 17de eeuw. In het Gemeentearchief in Alkmaar wordt Drie deurtjes bevatten opzetstukken, waarin een tekening bewaard uit 1934 van een aan de buitenzijde een vrouw het centrale bankenplan van de Grote Kerk, waarop is motief is. Alle drie de vrouwen zijn gekleed aangegeven wie in welke bank in de doop- in een lang, antiek gewaad. Zij hebben ver- tuin zat. Ook op de plattegrond van 1934 schillende attributen bij zich. De vrouwen zitten de diakenen nog altijd op hun slechte verpersoonlijken drie goddelijke deugden: plaatsen in de dooptuin. Aan hun bank zijn - geloof (vrouw met kruis en boek); twee koperen houders gemonteerd waarin de - hoop (vrouw met anker en vogel); hengels met zwartfluwelen collectezakjes - liefde (vrouw met twee kleine kinderen). kunnen staan. Aan de binnenzij de van de opzetstukken is het wapen van Alkmaar te vinden. Onder In andere plaatsen kende men een vergelijk- één van die wapens is, moeilijk leesbaar, een bare opstelling van de diakenenbank. Als jaartal gesneden. Waarschijnlijk het jaartal voorbeeld wordt hier de situatie in de Sint 1696. Gertrudiskerk in Bergen op Zoom gegeven.

163

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

Gertrudiskerk in Bergen op Zoom gegeven. erg waarschijnlijk dat de koster ook in de Bij een artikel van W.A. van Ham, getiteld 17de en 18de eeuw al zo'n prominente plaats "Van bouwval tot Huis voor het Woord" in mocht innemen. In Bergen op Zoom zat hij de Bundel "Bergen op Zoom, gebouwd en omstreeks 1750 wat meer terzijde (buiten de beschouwd" (Bergen op Zoom! Alphen aan dooptuin) en dat zal in de begintijd in Alk- de Rijn 1987) staat een tekening afgebeeld maar niet anders zijn geweest. van het bankenplan rond het jaar 1750 in de Wie er precies gezeten hebben op de banken. toen hervormde Sint Gertrudiskerk, waarop met de deurtj es met het wapen van Alkmaar te zien is dat de diakenen ook daar tegen de erop, is op dit moment niet te achterhalen. achterzijde van het doophek zaten. Haaks Waarschijnlijk zijn het functionarissen ge- daarop, met een veel beter zicht oP.de preek- weest die vanuit het stadsbestuur met de • • I• stoel, zaten de ouderlingen en predikanten. kerk te maken hadden, de kerkmeesters bij- voorbeeld, of de kerkvoogden, die na 1795 Ook in Alkmaar hebben de ouderlingen en de functie van de kerkmeesters overnamen. de predikanten waarschijnlijk gezeten in de banken die haaks op die van de diakenen Dooptuinbanken met deurtjes die bijna iden- staan. De ouderlingen zaten, naar wij aanne- tiek zijn aan die in de Grote Kerk, en waarop men, in de achterste bank (met het deurtje eveneens drie christelijke deugden worden met het opzetstuk van de hoop). In ieder ge- uitgebeeld, treft men in Alkmaar aan in de val zaten ze daar, volgens het bewaard ge- Lutherse Kerk, zij het dat daar op de achter- bleven bankenplan, in 1934 nog. De predi- zijde van de opzetstukken geen wapen van kanten moeten dan in de bank daarvoor, Alkmaar, maar een grote bloem is aange- waarop het symbool van het geloof is aan- bracht. Het is niet duidelijk of de opzetstuk- gebracht, hebben gezeten. In 1934 was dat jes uit de bouwtijd van de kerk (1692) stam- echter niet meer zo. Toen zaten de koster en men, of dat ze enkele jaren later zijn aange- de voorzanger in die bank. Het is echter niet bracht.

165

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 8 HET ZILVEREN DOOPBEKKEN EN DE KOPEREN DOOPBEKKENHOUDER.

Bij de katholieken was het in de 16de eeuw, koperen arm, zoals men die in vele Holland- in de tij d die aan de hervorming voorafging, se kerken aantreft, ontbreekt hier geheel. gebruikelijk om de doop te verrichten bij een - groot, monumentaal doopvont.- Dergelijke Dikwijls was het doopbekken, net als de vonten zijn er in vele uitvoeringen geweest. houder, van geelkoper gemaakt. Hoe de situ- De hervormden kenden, net als de katholie- atie op dit punt in de Grote Kerk was; zal ken, de doop, maar ze maakten daarbij geen nader moeten worden uitgezocht. In de 19de gebruik van de grote vonten die ze in de eeuw kregen tal van hervormde kerken een voormalige katholieke kerken aantroffen. luxueuzer doopbekken, uitgevoerd in zilver. Integendeel, de grote doopvonten van de Ook de Grote Kerk kreeg toen de beschik- katholieken zijn bijna allemaal uit de kerken king over een fraai, zilveren bekken, com- verdwenen. In plaats daarvan kwamen kleine pleet met deksel (met een knop in de vorm doopbekkens in zwang met een diameter van een eikel). Dit doopbekken was, zoals van 20 tot 30 cm. Deze werden opgehangen op de onderzijde van de bodem gegraveerd in een ring die men aan de voet van de is, een geschenk van Mr. Joachim Nuhout preekstoel of op een andere plek in of aan de van der Veen, president der Arrondisse- dooptuin kon aantreffen. mentsrechtbank te Alkmaar, ter gelegenheid van zijn 50-jarig huwelijk op 27 mei 1827. In de Alkmaarse Grote Kerk is sprake van Doopbekken en deksel tonen de vormgeving een koperen doopring. Deze hangt op een van de toen gangbare, neoclassicistische stijl. onopvallende plek aan één van de banken in de dooptuin. Een fraai versierde, gebogen,

167

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 9 TWEE KOLOMBANKEN MET FESTOENEN UIT 1654 EN 1655.

Tegenover de preekstoel staan twee bijzon- gebeurd. der rijk gedecoreerde kolombanken met o.a. langs de hoeken forse afhangende festoenen, Het is bekend dat VanCampen voor de Gro- waarin grote bloemen en vruchten verwerkt te Kerk banken heeft ontworpen. zijn. Tussen de festoenen bevinden zich ste- Uit de bestaande literatuur is niet zonder vige, in kwabomlijsting gevatte cartouches. meer duidelijk om welke banken het gaat. Boven en onder die kwabcartouches zitten Uit de gegevens die Van Drunen publiceerde kleine doekfestoenen. Op de borstwering (op. cit., p. 37) kan men echter afleiden dat rond het gestoelte treft men opnieuw enkele de kolombanken met de vele festoenen en grote festoenen aan met bloemen, bladeren andere versieringen de Van Campen-banken en vruchten. Deze festoenen worden telkens moeten zijn. Uiteraard maakte VanCampen geflankeerd door twee gekruiste palmtakken. alleen het ontwerp, anderen zorgden voor de Aan de achterzijde is, op het hoge schot, een uitvoering. Pieter Jansz. de Kort leverde de fors wapen van Alkmaar verwerkt, dat in eigenlijke banken, Hendrik Lucasz. zorgde een kwabomlijsting is gevat. Daarboven ziet voor het koperwerk en Claes Claesz. Steen- men opnieuw een doekfestoen, daaronder wijck, beeldsnijder te Amsterdam, werd een festoen van bladeren, bloemen en vruch- aangetrokken voor de vele versieringen die ten. in het hout gesneden moesten worden. Op de deurtjes die toegang geven tot de Die versieringen bestonden onder andere uit bank, zijn uit grote schelpen samengestelde zeven "schilden" (de zeven schildvormige festoenen aangebracht. kwabcartouches), een "wapen van Alkmaar" (dat zich, gevat in een cartouche, op het ach- Hoewel het snijwerk kennelijk naar één pa- terschot bevindt) en tien "Jeruzalems". Met troon is uitgevoerd, zijn er in de detaillering deze laatste, raadselachtige term werden in allerlei verschillen te zien. Dat geldt bijvoor- de 17de eeuw de palmtakken aangeduid die beeld voor de afwerking van het stadswapen de pijlerbank sieren (met dank aan drs. Katie in kwabomlij sting op het achterschot, maar Zonnevylle-Heyning). Vermoedelijk heeft de ook voor de uitvoering van de palmbladeren. Amsterdammer Claes Claesz. Steenwijck alleen het snijwerk op de bank van 1654 ver- De kolombank aan de noordoostelijke pijler zorgd. Het eenvoudiger snijwerk op de bank draagt in de lijst het jaartal 1654, de pijler- uit 1655 is wellicht van een andere beeld- bank aan de noordwestelijke pijler het jaartal snijder. 1655. Het snijwerk op de bank uit 1654 is van hogere kwaliteit dan dat op de bank van Aan beide kolombanken bevinden zijn nog 1655. altijd de koperen staanders en koperen stangen die werden gebruikt voor het op- Kolombanken zijn in de 17de eeuw voor hangen van gordijntjes. vele grote stadskerken gemaakt, maar door- gaans zijn ze niet zo overdadig gedecoreerd met festoenen en kwabcartouches als hier is

169

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 10 TWEE KOLOMBANKEN, ÉÉN GEDATEERD 1651, ÉÉN ONGEDATEERD.

Aan weerszijden van de dooptuin staan twee trokken. nagenoeg identieke kolom banken, waarvan Aanvankelijk hebben deze twee kolombank- de ene het jaartal 1651 draagten de andere en tegenover de preeks~oel gestaan, maar in ongedateerd is. De b-anken hebben rugschot- 1655 werden ze verplaatst naar hun huidige ten met op de hoeken Ionische pilasters. plek. Bovendien werden ze verhoogd, zo Tussen de pilasters zitten boogpanelen. De vermeldt Van Drunen (op. cit. p. 37). Bij dat zwikken van de bogen zijn gevuld met verhogen is kennelijk, boven de boogpane- palmtakken. Het achterschot heeft een boog- len, de lijst aangebracht die op de hoeken paneel, met in de zwikken acanthusranken. met acanthusblad-consoles is versierd. Voor De borstwering bestaat uit panelen die voor- het snijden van de acanthusbladconsoles zien zijn van sobere kussenvormige elemen- werd opnieuw Claes Claesz. van Steenwijck ten, waarover een al even sobere lijst loopt. aangetrokken. Hij sneed in die jaren tenmin- De opzetstukjes van de deurtjes die toegang ste een zeer groot aantal van die consoles geven tot de bank, zijn van rijk snijwerk (destijds "kardoesjes" genoemd; met dank voorzien: een wapen van Alkmaar, geflank- aan drs. Katie Zonnevylle-Heyning). eerd door twee engelenkopjes en doekfes- Ook aan deze banken bevindt zich nog altijd toenen en krullen. het koperwerk dat voor het ophangen van de Voor het snijwerk was de beeldsnijder Claes gordijntjes diende. Claesz. Steenwijck uit Amsterdam aange-

171

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 11 DE HERENBANK TEGENOVER DE PREEKSTOEL.

Behalve de vier herenbanken die de vorm plek. Er heeft al eerder een burgemeesters- van kolombanken hebben, bevindt zich in de bank gestaan. Op Saenredams bekende Grote Kerk in Alkmaar ook nog een recht- schilderij van het interieur van de Grote hoekige herenbank, die is voorzien van een Kerk is de vorige burgemeestersbank te zien, overhuiving en door zuilen gedragen wordt. die al in 1601 was gemaakt. De huidige Deze bank, die recht tegenover de preekstoel bank, met het van een vlakke versiering (cir- staat, was vroeger bestemd voor de burge- kelmotief) voorziene voorschot, stamt uit de meesters. Op oude foto's hangen er links en 19de eeuw. rechts donkere gordijnen aan. Overigens is dit niet de eerste burgemeestersbank op deze

175

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 12 OVERIGE BANKEN EN BANKENBLOKKEN.

Behalve de monumentale herenbanken voor Er is een mooie, 18de-eeuwse dubbele bank de notabelen waren er in hervormde kerken met deurtjes met een in- en uitgezwenkte in het verleden ook kleinere en grotere bank- bovenrand, die jarenlang in één van de noor- en en bankenblokken te vinden van een meer derkapellen stond opgesteld. Deze bank eenvoudige allure. werd door Teun Brouwer getekend voor het - Soms is daarvan weinig of niets bewaard, boek "Een huis voor het woord, het protes- maar in de Grote Kerk in Alkmaar bleef een tantse kerkinterieur in Nederland tot 1900" groot aantal van die banken en bankenblok- (Den Haag-Zeist 1984, p. 220). ken over. Deze werden gemaakt door ver- __ schillende meubelmakers en stammen uit Vermeldenswaard zijn verder nog twee verschillende periodes. banken -waarop geschilderd staat dat ze be- stemd zijn voor officieren. De ene bank, die Op een plattegrond die Teun Brouwer teken- thans in de dooptuin staat opgesteld, heeft de, staan al die bewaard gebleven, uit diver- een deurtje met een opzetstuk met mooi snij- se periodes afkomstige banken aangegeven. werk in Lodewijk XIV stijl. Dit is de officie- De meeste banken kregen in de loop der tijd renbank die Jan Stuyt in 1718 sneed (zie een andere plek en staan dus niet meer op Van Drunen, op. cit. p. 37). hun oorspronkelijke plaats. In de tweede helft van de 19de eeuw, waar- Van Drunen publiceert in zijn "Geschiedenis schijnlijk bij de restauratie en de herinrich- van de Grote of Sint Laurenskerk te Alk- tingsactiviteiten van omstreeks 1885 kreeg maar" op p. 36 en 37 een groot aantal gege- de Grote Kerk vier grote bankenblokken met vens met betrekking tot de geschiedenis van deurtjes met opzetstukken in neo-renaissan- de banken. Het betreft gegevens over de ver- cistische trant. vaardiging van de banken, over de plaats die Zij vervingen later de vergelijkbare doch iets zij in de kerk innamen en over de personen kleinere bankenblokken die omstreeks het die de banken gebruikten. Maar vooralsnog midden van de 17de eeuw voor de kerk ge- is niet in alle gevallen even duidelijk, welke maakt waren. Ze staan afgebeeld op het be- bewaard gebleven bank bij welke archiefge- kende kerkschilderij van Saenredam. gevens hoort.

177

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 13 HET SCHIPPERSGILDEBORD: DE CHRISTELIJKE ZEEVAART (1581).

De gilden hadden van oudsher een band met gen niet meer konden nakomen. de stadskerken. Deze kwam in de katholieke tijd o.a. tot uitdrukking in het feit dat de gil- Tot de oudste gildeborden die in ons land -den- altaren in de kerk plaatsten en- zorg bewaard bleven, behoort het fraaie, uit 1581 droegen voor het onderhoud. daterende schippersgildebord dat zich in de In de hervormde tijd was voor die altaren Grote of St. Laurenskerk bevindt. Het hangt geen plaats meer, en zij verdwenen dan ook aan de oostwand van de zuiderdwarsbeuk, uit de gebouwen. De band tussen gilden en nabij de plek waar voorheen het altaar van kerkgebouwen bleef echter behouden en het schippers gilde heeft gestaan. Het afge- kwam ook in de hervormde tijd tot uitdruk- beelde thema heeft betrekking op de Christe- king, doordat de gilden tekstborden lieten lijke Zeevaart. c.A. van Swigchem schreef plaatsen met aan de Bijbel ontleende teksten, uitgebreid over dat thema in het boekje "Een die betrekking hadden op hun ambacht. goed regiment, Het burgerlijke element in Doorgaans waren de teksten voorzien van het vroege gereformeerde kerkinterieur" bijzondere omrandingen, waarin soms ook (Den Haag 1988). nog motieven waren opgenomen die betrek- Of de Grote Kerk nog meer gildeborden king hadden op het desbetreffende gilde. Die heeft bezeten, is niet bekend. randen konden in houtsnijwerk zijn uitge- voerd of geschilderd. Veel van dergelijke Overigens zij erop gewezen dat er niet speci- gildeborden zijn in de 19de eeuwen 20ste aal sprake hoefde te zijn van borden: een en eeuw opgeruimd, deels uit modeoverwe- ander kon ook als schildering op de wand of gingen (ook andersoortige tekstborden ver- op de pilaren worden uitgevoerd. Zo treft dwenen in die periode uit de kerken), deels men in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem vanwege het feit dat de gilden in de 19de in de kruising op de noordpilaar een uit 1580 eeuw ophielden te bestaan, en dus ook hun daterende tekstschildering in bijzondere rol- verplichting om voor het onderhoud te zor- werkornranding aan van het gilde der we- vers.

179

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 14 VIER TEKSTBORDEN IN~ROLWERKOMLIJSTINGUIT 1605.

In vele hervormde kerken werden in de 17de de noordelijke kooromgang kreeg, zoals we eeuw borden opgehangen met teksten die hierna zullen zien, een eigen tekstbord). betrekking hadden op de kerk en zijn ge- schiedenis of op bepaalde bijzondere inte- Alle drie de borden dragen in de rolwerk- rieuronderdelen. De teksten waren over het rand een klein, nauwelijks zichtbaar wapen- algemeen aangebracht in gouden lêtters- te- tje van Alkmaar en drie wapenschildjes van gen een zwarte ondergrond. Rondom zat de kerkmeesters uit 1605: Jacob van Tey- vaak een bijzondere lijst, die hetzij in snij- lingen, Adam van Foreest en Borridt Heijn- werk, hetzij in schilderwerk was uitgevoerd. dricksz Muijden (beschreven in "Genealogi- In veel kerken zijn dergelijke borden bij mo- scheen Heraldische Gedenkwaardigheden", derniseringen in de 19de en 20ste eeuw op- deel Noord-Holland, p. 21). geruimd. In de Grote Kerk in Alkmaar ble- ven er echter diverse bewaard. Daaronder Terwijl de omranding van de drie hierboven bevinden zich vier borden van gelijke afme- behandelde borden sterk verbleekt is, is die tingen, die alle een geschilderde rolwerkom- van het vierde tekstbord nog niet zo lang lijsting met een identiek uitgezaagde contour geleden overgeschilderd. Daarbij zijn de hebben. De kleuren van de omlijsting zijn wapenschildjes vermoedelijk verdwenen. overwegend rood en okergeel. Wat rood en okergeel geschilderd werd, verschilt per Het vierde bord in deze reeks van tekstbor- bord. De borden zijn uitgevoerd in de stijl den in rolwerkomlijsting treffen we aan bij van de Hollandse renaissance van het begin het orgel in de noordelijke kooromgang, dat van de 17de eeuw. in 1511 door Jan van Covelen was gebouwd en in 1555 werd uitgebreid. Ook hierop staat Drie borden hangen er thans aan de oost- weer een Latijnse tekst, namelijk een vers, muur van de zuiderdwarsbeuk. Twee ervan gemaakt door de geleerde Johannes Murrnel- dragen teksten die betrekking hebben op de lius (1480-1517; van 1513 tot 1516 was hij geschiedenis van de kerk. De ene is in het rector van de Latijnse School in Alkmaar). Latijn gesteld ("Memoriale huius ternpli"), . Zoals de beide borden met orgelteksten thuis de andere geeft de Nederlandse vertaling van horen in de kooromgang, zo was wellicht de Latijnse tekst ("Memoriael van deese ook voor de twee tekstborden die te maken kerck"). Onder de Latijnse tekst staat de da- hebben met de geschiedenis van de kerk ooit tum 4 mei 1605, onder de Nederlandse ver- een plek toegedacht in die omgang. Gezien sie staat 20 juli 1605. Het derde bord in deze hun formaat zouden ze daar beter op hun dwarsbeuk heeft een Latijnse tekst die be- plaats zijn dan in de grote, hoge dwarsbeuk, trekking heeft op een orgel ("In Magnificen- waar zij wat "verloren" en "nietig" ogen. tiam organi"). Bij deze tekst staat de naam van 1. Forestus Alcmarianus genoteerd: In de Hervormde Slotkapel in Egmond aan Johannes van Foreest uit Alkmaar. den Hoef hangt een tekstbord met een rol- De tekst zal gehoord hebben bij het thans werkomlijsting, die sterk aan die van de vier verdwenen orgel in de zuidelijke koorom- Alkmaarse borden uit 1605 doet denken. gang (het grote westorgel bestond in het be- Zowel de rand als het hele bord zijn echter gin van de 17de eeuw - de tijd waarin dit wat grover uitgevoerd. De tekst op het bord bord gezien de decoratie vervaardigd moet in Egmond heeft betrekking op de herbouw zijn - nog niet, het nog aanwezige orgel in van de kerk in 1633.

181

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 15 HET ORDEBORD VAN 1645.

In de hervormde kerken van de 17de en 18de loopt de kans te moeten kiezen tussen een eeuw hingen niet alleen borden met teksten nacht doorbrengen in "het huysgen onder 't die betrekking hadden op het geloof en de oude orgel" of een boete van drie gulden. geschiedenis van de kerk, maar ook borden In Enkhuizen was in de Zuider- of St. Pan- met-reglementen van orde; - craskerk al in 1594 zo'n ordereglement ver- In de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar vaardigd. Ook daar mocht men geen "Inso- bleef een bord bewaard met een reglement lentie" bedrijven. De straffen waren anders uit 1645. Het bord is grijs geschilderd met dan in 1645 in Alkmaar. daarop een tekst in zwarte gotische letters. Er is geen bijzondere omranding. Het ordebord van de Grote Kerk in Alkmaar werd bij de vorige restauratie in het zuider- De tekst vermeldt dat men onder de preek transept gehangen, maar is voordien jaren- geen "insolentie ofte baldadicheijt" zal be- lang in de kooromgang te vinden geweest. drijven. Wie zich niet aan deze regel houdt,

183

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 16 HET BORD "CLAREAT OCTOBRIS .... "

In de zuiderdwarsbeuk hangt tegen de weste- meinse cijfers verborgen (de grote kapitalen .lijke m\lur op een hog.e plaats.een langgerekt op het tekstbord) die samen het jaartal van blauw geschilderd bord, waarop in goud- de gebeurtenis, 1573; vormen. kleurige letters een Latijnse tekst is te lezen: Clareat. oCto bds. Lvx. oCta Va. aLCMarla- In de jaren 1642 - 1644 werd in het grote nIs. transeptvenster van de zuiderdwarsbeuk een ("Op 8 oktober gaat voor de Alkmaarders voorstelling in gebrandschilderd glas aange- het licht op"). bracht van het Spaanse Beleg. (zie VI - 28) De tekst heeft betrekking op een belangrijk Tekstbord en voorstelling hoorden bij el- moment uit de vaderlandse geschiedenis, kaar. Maar nadat het gebrandschilderd glas namelijk op het feit dat het de Spanjaarden was verdwenen bleef het tekstbord alleen in oktober 1573 niet lukte om na een beleg over. Alkmaar in te nemen ("bij Alkmaar begint de Victorie"). In de tekst zit een aantal Ro-

185

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 17 HET GROTE ORGEL.

Het pronkstuk van de Grote of St. Laurens- in het boek van Jan Jongepier over "Het Van kerk in Alkmaar is het grote orgel, dat tegen Hagerbeer/Schnitger-orgel in de Grote of St. de westwand van het schip is aangebracht. Laurenskerk in Alkmaar", verschenen in Het is een orgel dat tot ver buiten de lands- 1987 in Alkmaar, ter gelegenheid van de grenzen vermaardheid geniet. Aan de tot- voltooiing van een grote restauratie van het standkoming hebben verschillende personen orgel onder leiding van de firma Flentrop _ meegewerkt. Zo is de kast ontworpen door Orgelbouw. architect Jacob van Campen, werden de lui- ken beschilderd door Caesar van Everding - Het orgel in de Grote Kerk in Alkmaar is de en, en werd het instrument zelf gemaakt jongste van een groep van drie 24-voets or- door vader en zoon Hagerbeer. Dit alles ge- gels, die in de eerste helft van de 17de eeuw schiedde in de periode 1638-1646. Zoals bij tot stand kwamen. Bij alle drie waren vader orgels vaker voorkomt, werd het instrument en zoon Hagerbeer als orgelbouwers betrok- na verloop van tijd ingrijpend verbouwd. ken. Het eerste van deze orgels kwam in de Deze verbouwing bezorgde het instrument St. Janskathedraal in Den Bosch, het tweede de faam, die het nog altijd heeft. De verbou- in de Pieterskerk in Leiden en het laatste in wing werd uitgevoerd door Frans Caspar Alkmaar. De kasten zijn van verschillende Schnitger. Met uitzondering van de man die ontwerpers. Die van Den Bosch is heel an- de luiken beschilderde, Caesar van Ever- ders dan de twee laatstgenoemde, en blijft dingen, waren alle hierboven genoemde be- hier verder buiten beschouwing. De kasten trokkenen van buiten Alkmaar afkomstig. van het hoofdwerk van de orgels in de Leid- se Pieterskerk en de Alkmaarse Grote Kerk Het orgel is vele malen vermeld en gepre- vertonen in hoofdaanleg grote overeen- zen, zowel in het verleden, als tegenwoor- komst. Beide worden bekroond door een dig. Al in 1727 verscheen het boek "Oor- horizontale lijst, waarboven zich een fors spronk en voortgang der Orgelen, met de driehoekig fronton bevindt. Beide zijn in de voortreffelijkheit van Alkmaars groote orgel, stijl van het toen nog nieuwe Hollandse clas- bij gelegentheit van deszelfs herstellinge sicisme. De Leidse kast werd ontworpen opgestelt door Gerhardus Havinga, organist door Arent van 's-Gravesande, de Alkmaarse en klokkenist te Alkmaar" . door Jacob van Campen. Deze Havinga, die uit Groningen kwam, was de man die het initiatief genomen heeft om Deze Jacob van Campen woonde in Amers- het Alkmaarse orgel te moderniseren. Dat foort, op het Landgoed Randenbroek, maar gebeurde al spoedig nadat hij in 1722 in zijn werkterrein sterkte zich uit tot buiten Alkmaar aangesteld was als organist. die stad. Zo was hij betrokken bij verschil- De man die hij voordroeg om het orgel te lende bouwprojecten uit de omgeving van vernieuwen, was Frans Caspar Schnitger, het stadhouderlijk hof in Den Haag, zoals "den Orgelmaaker van 't Zwolsche Orgel". het Mauritshuis (1633 e.v.). Deze uit Noord-Duitsland afkomstige orgel- bouwer kreeg in 1723 de opdracht om het Nadat hij in 1639 betrokken raakte bij het grote orgel in de St. Laurenskerk te renove- ontwerp voor de Alkmaarse orgelkast, kreeg ren. hij enkele jaren later opnieuw de gelegen- Wat er allemaal bij die vernieuwing aan het heid een kast voor een monumentaal orgel te bestaande orgel veranderd is, kan men lezen ontwerpen, en wel voor dat van de Nieuwe

187

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

Kerk in Amsterdam (1645). De hoofdopzet vindt men een uitgebreide beschouwing in voor dit Amsterdamse orgel is nagenoeg ge- het al genoemde boek van Jan Jongepier. lijk aan die van het Alkmaarse. Bijzonder is dat van het Alkmaarse orgel al Zowel het Alkmaarse als het Amsterdamse het originele sluitwerk, nodig om de grote orgel kregen beschilderde luiken. Die van luiken te kunnen openen en sluiten,bewaard Alkmaar - werden beschilderd door C~e-sär . bleef. - -- van Everdingen en wel met het thema van de Teun Brouwer publiceerde erover in zijn "Triomf van koning Saul na de overwinning boekje "Orgelluiken in Nederland" (Amster- van David op Goliath". Over die schildering dam / Dieren 1985).

189

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 18 DE SCHILDERING BOVEN HET ORGEL.

In 1693 kreeg Romeyn de Hooghe (1645- van de toelichting-in-versvorm staat te lezen 1708), een schilder die in Amsterdam gebo- dat men in de top de deugd ziet, die de slang ren was, maar sinds 1687 in Haarlem woon- de kop plet. Deze slang, afgebeeld met een de, de opdracht 0I? ~en schildering te rnaken appel in de mond, is de slang uit het Para- op het schotwerk boven het orgel. Dit ter - dij s, die Eva verleidt om een appel te eten. .r- vervanging van een blauwe schildering met Hij is het symbool van alle kwaad. De deugd gouden sterren, die steeds afbladderde (zie die hem de kop plet, wordt voorgesteld door Van Drunen, p. 12). "De triomf van de een dame in een wit kleed met daarover een deugd over de ondeugd" is volgens Van mantel. .Zij draagt een, sJ~t in de hand met Drunen het thema van de schildering; Guido een christusmonogram (XR), om aan te ge- Hoogewoud spreekt in "Langs de oude Hol- ven dat zij het kwaad overwint in naam van landse kerken", deel Kennemerland, De het christelijk geloof (in de 17de eeuw wil Zaan, Het Gooi en Amsterdam (Baarn 1979, dat in een hervormde kerk zeggen: in naam p. 109) over "De triomf van het gewijd ge- van de hervormde religie). De zuil, die zij in recht, vrede en geloof over geld- en moord- haar arm houdt, gold in de 17de eeuw als zucht". een bekend symbool van de kracht.

Wat de precieze titel ook moge zijn, zeker is De deugd die het kwaad overwint, wordt dat het om een ingewikkelde allegorische enerzijds terzijde gestaan door een geharnas- voorstelling gaat, waarbij de schilder dan te engel die in de ene hand een bundel blik- ook een toelichting in versvorm geschilderd sems zwaait en met de andere hand een heeft. Of eigenlijk, twee toelichtingen, één schild vasthoudt waarop de Alkmaarse to- in het Latijn en één in het Nederlands. "Op renburcht prijkt, anderzijds door een ge- het taeffereel boven den orgel" luidt het op- blinddoekte dame, die een zwaard in de ene schrift van de Nederlandse tekst. Beide ver- hand heeft en een kleine balans (in even- zen zijn zodanig gesteld, dat de beginletters wicht) in de andere. In haar herkent men de van de regels het woord "ALCMARIA" (La- personificatie van het recht. Zij steunt op de tijnse tekst) of ALCKMAER (Nederlandse "Tafelen der Wet" (De Tien Geboden). tekst) vormen. Het was in 1693 niet de eer- ste keer dat er voor de kerk twee tekstborden Zij beiden verdrijven met heftige gebaren werden gemaakt, één in het Nederlands en afzichtelijke monsters en woest ogende man- één in het Latijn. Eerder was dat al in 1605 nen naar (vanaf de beschouwer gezien) de gebeurd, met het verhaal over de kerkge- rechterhoek van het tafereel. In het vers schiedenis "Memoriael van deese kerkcke". wordt dit aldus toegelicht: "Afschouwlijck monsters rot, waer vlucht, waer stuijft gij Allegorische voorstellingen, die zo gecom- hene, eer-geit en moordsucht blijf gedoemt pliceerd zijn als die van Romeyn de Hooghe, in d'afgronts kolck;". komen in de 17de-eeuwse Nederlandse stad- huizen regelmatig voor. In de hervormde In de linkerhoek van de voorstelling ont- kerken echter niet. waart men een groep zittende en geknielde mannen en vrouwen. Zij kijken op naar de Het is hier niet de plaats de voorstelling uit- deugd in de top. Eén heeft de handen gevou- gebreid te beschrijven. Daarom slechts en- wen, een ander heeft ze over de borst ge- kele opmerkingen. In de Nederlandse versie kruist, weer anderen strekken ze uit richting

191

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI de deugd. Eén vrouw heeft een wierookbran- waar in Amsterdam was geboren, maar die der bij zich, symbool van het geloof. Zij ver- zich in 1687 in Haarlem gevestigd had: beelden tesamen het vrije volk, waarvan in de laatste regel van het vers sprake is. Deze Romeyn de Hooghe had zich gespecia- "Recht, vrede en godsdienst is de burg van 't liseerd in het maken van allegorische stuk- vrije volck", leest men daar. Het vers is ge- ken en had o.a. meegewerkt aan de decoratie signeerd R. de Hooghe, Ao 1693. van paleis Het Loo (1689). Na het voltooien- van de allegorische schildering boven het De tekstborden hangen thans in het noorder- orgel in de Grote Kerk te Alkmaar, maakte transept, ver van het tafereel waar zij bij ho- hij in 1694/1695 nog diverse allegorische ren. Overigens is van de schildering op .~et grisailles voor het stadhuis in die stad. Een schot boven het orgel vanaf de begane grond andere Noord-Hollandse stad, die hem aan- nauwelijks iets te zien. trok voor de decoratie van haar stadhuis, was Enkhuizen. Toen men in 1693 in Alkmaar een schilde- Ook heeft hij nog een keer een opdracht ring boven het orgel in de Grote Kerk wilde voor een kerkdecoratie gekregen, eveneens hebben, trok men een kunstenaar uit Haar- in Noord-Holland, en wel in 1701 voor het lem aan, zoals men al vaker gedaan had voor ontwerpen van een gebrandschilderd raam een belangrijke opdracht. De keus viel op voor de Oostzijderkerk in Zaandam. Romeyn de Hooghe (1645-1708), die welis-

193 "

" ,-- \ GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 19 DE GROTE KOPEREN KRONEN.

De grote stadskerken werden in de 17de en Jacob Woutersz. en Jan Pietersz. Standert de 18de eeuw verlicht door middel van grote opdracht ieder een kroon van 30 kaarsen te kaarsenkronen van geelkoper. Zij bestaan als maken, wegend 800 pond (zie van Drunen, het ware uit een opeenstapeling van een gro- op. cit. p. 27). In 1643 hebben beiden nog te bol (onderaan) en diverse kleinere boi- of eens ieder een kroon geleverd. Ook deze balustervormige elementen. Daartussen zijn dragen cartouches met het wapen van Alk- drie kaarsenkransen gemonteerd, bovenaan maar. de kleinste kransen, onderaan de grootste. De meest oostelijke kroon is gesigneerd en Behalve deze grote kronen zijn er ook kro- , zedateerd: Jan Pietersz, Standen me fecit nen met twee kransen of één krans. (1642). De meest westelijke kroon is door (met de term "krans" wordt in dit geval een dezelfde geelgieter gesigneerd en gedateerd reeks kaarsenarmen bedoeld) (1643). De kronen hingen aan ijzeren stangen, waar- omheen vergulde houten bollen waren aan- De twee kronen in het transept zijn schenk- gebracht. ingen van de schutterijen. Zij dragen slechts twee rijen kaarsenarmen. Die in het In de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar noordertransept draagt cartouches met het hangen diverse grote kaarsenkronen. Vier wapen van de handboogschutters (twee dragen in de kleine cartouches in de top het gekruiste handbogen) en van hun twee toen- wapentj e van Alkmaar met de bekende to- malige kapiteins Nierop en Clock. Die in het renburcht. Dit zijn kronen waarover de zuidertransept draagt cartouches met het wa- burgemeesters in 1641 met de kerkmeesters pen van de voetboogschutters en van de overlegd hebben. Drie ervan hangen in het toenmalige kapiteins Kessel en Van Teyling- schip, een vierde hangt in de kruising. Op en. 29 september 1642 kregen de geelgieters

195

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI.20 DE KLEINE KOPEREN SLANGENKROONTJES.

Behalve de grote, hangende, geelkoperen slangenarmen. kroonluchters met diverse kransen kaarsen- armen boven elkaar, die in het middenschip Ook een foto van één van de slangenarmen, en in het transept hangen, zijn voor de Grote aanwezig in de Grote of St. Laurenskerk in of St. Laurenskerk in Alkmaar ook twee Alkmaar, staat in het artikel afgebeeld. Op kleine kroontjes gemaakt met opmerkelijk de afbeeldingen is duidelijk te zien dat het gevormde kaarsenarmen in de vorm van ge- Alkmaarse exemplaar wat plomper is, zowel schubde slangen met open bek en gekrulde wat de hoofdvorm als wat de detaillering staart. Eén van de kroontjes hangt thans in betreft. de zuiderzijbeuk. Het andere is gedemon- teerd. Twee van de armen van dat kroontje Het genre - de kaarsenarm in de vorm van bevinden zich thans op het doophek. een slang - is ook in twee andere protestant- se kerken in Alkmaar aanwezig, en wel in de In het Kunsthistorisch Jaarboek van 1971 Hervormde Kapelkerk, waar een kaarsen- (p. 21-40) staat een artikel van B. Dubbe en kroon met één krans van slangenarm hangt, F. van Molle, dat de titel draagt: "Hans Ro- en in de Remonstrantse Kerk, waar tegen de giers van Harelbeke (overleden 1638)". De- kolommen kleine wandarmen aangebracht ze uit de zuidelijke Nederlanden afkomstige zijn die de vorm van een slang hebben. geelgieter, die zich in 1598 als poorter van Amsterdam liet inschrijven en daar een ver- Een andere Noordhollandse kerk waar zich maard geelgietersbedrijf kreeg, is de ontwer- kaarsenarmen in de vorm van slangen be- per geweest van een fraaie kaarsenarm in de vonden hebben, is de Hervormde kerk van vorm van een geschubde slang met open bek Graft. Dubbe en van Molle noteerden dat die en een gekrulde staart, gedateerd 1599, "verloren schenen gegaan". Op recente foto's waarvan één exemplaar in de Sint Bartholo- van het interieur van de Hervormde Kerk te meuskerk in Merksem (België) terecht Willemstad, die bij de Stichting Kerkelijk kwam en één in het toenmalige Bisschoppe- Kunstbezit te Utrecht aanwezig zijn, is on- lijk Museum in Haarlem. der meer een herenbank afkomstig uit de Dubbe en van Molle melden in hun artikel Hervormde Kerk van Graft te zien. Daarop voorts dat er zich in de Betuwe, in de Her- zijn een paar slangenkaarsenarmen gemon- vormde Kerken van Buren en Eek en Wiel, teerd, waarschijnlijk de armen, die Dubbe en enkele kaarsenkronen bevinden met dezelfde van Molle vermeldden.

VI. 21 OVERIGE KAARSENARMEN.

Behalve de al behandelde grote kaarsenkro- krans armen kreeg een plaats in de noorder- nen en de bijzondere kroontjes met slangen- en zuiderzijbeuk. Voorts zijn er twee kope- armen, bevinden zich in de Grote of St. Lau- ren armen gemonteerd op de herenbank te- renskerk in Alkmaar nog diverse kleine geel- genover de preekstoel en twee andere op het koperen kronen en andere kaarsenhouders. doophek. Een vijftal kleine koperen kroontjes met één

199

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 22 BAREN.

Tot de bijzonderheden in de Grote Kerk kleding van ca. 1760. Te zien zijn o.a. een moeten o.a. de twee houten lijkbaren worden beeldhouwer, die een groot beeld van de Ro- gerekend, die jarenlang in het noordertran- meinse god Jupiter compleet met adelaar aan sept hebben gestaan. het hakken is, en een schilder die bezig is Het zijn beide eenvoudige zwart geschilder- een schilderij .op een ezel te voltooien.. de baren. Op de plaats waar stijlen (poten) Voorts zien we een glasschrijver (met deze en liggers samenkomen, zijn schildvormige benaming duidde men in de 17de en 18de versieringen aangebracht, waarop veelkleuri- eeuw de glazenier aan) en een steenhouwer. ge beschilderingen te zien zijn. Deze beroepen vond men destijds in Alk- Op de ene baar staat geschilderd: Gerrit Wil- maar verenigd in het St.-Lucasgilde. De baar deman 1702. Op de kleine schildjes is zijn was dan ook een gildebaar. Andere gilden, wapen (met een wildeman) geschilderd. Ger- niet alleen in Alkmaar, maar ook elders, rit Wildeman was de stichter van het nog hadden eveneens de beschikking over zo'n altijd bestaande Wildemanshofje in Alk- baar. De meeste gildebaren zijn verloren maar, dat in 1714 werd gebouwd. gegaan na het verdwijnen van de gilden in De baar is jarenlang gebruikt voor het dra- de 19de eeuw. Een zekere bekendheid kre- gen van de lijkkisten van de bewoonsters gen de negen gildebaren die in de Hervorm- van het hofje. de Kerk in Workurn staan. In het Fries Scheepvaart Museum in Sneek worden ook Op de andere baar zijn wat grotere schilden enkele gildeborden bewaard. Deze zijn af- aangebracht. Daarop ziet men diverse beroe- komstig uit Makkum en Stavoren. pen afgebeeld, uitgeoefend door mannen in

201

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 23 HET GRAFREGLEMENT VAN 1672.

Bij de diverse tekstborden die zich sinds de Soortgelijke borden zijn er in alle hervormde laatste restauratie in de dwarsbeuk bevinden, kerken in de 17de en 18de eeuw geweest. hoort -ook een driétal borden met een uitvoe- Soms zijn ze bewaard, soms niet. De lengte rig grafreglement uit 1672. De borden, die van de tekst varieert. Het grafreglement in van een eenvoudige lijst zijn voorzien, zijn de Grote Kerk in Alkmaar, dat drie grote zwart geverfd, de teksten zijn goudkleurig. borden beslaat, behoort tot de meer uitge- breide voorbeelden.

203

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 24 GRAFMONUMENTEN.

Tot 1830, het jaar waarin de Algemene Be- (heer van Warmenhuizen) en die van Pie- graafplaats aan de rand van de Alkmaarder- ter van Foreest. hout werd geopend, hebben vele Alkmaar- Laatstgenoemde leefde van 1522 tot 1597 en ders zichlaten begraven in de Grote of Sint was de eerste hoogleraar in de geneeskunde Laurenskerk. Vanaf dat moment was begra- aan de-toen nog nieuwe Leidse Universiteit. - ven daar echter niet meer toegestaan. Maar nog altijd liggen er honderden grafzerken, Het merendeel der grafzerken is tamelijk die herinneren aan het gebruik van weleer. eenvoudig uitgevoerd. Een groot aantal heeft Zoals in hoofdstuk V vermeld werd, zijn een in de hoeken rozetten vaneen tamelijk uni- paar grafzerken uit de katholieke periode form karakter (en door zeer verschillende bewaard gebleven. Het merendeel stamt ech- ..handen vervaardigd). ter uit de daaropvolgende, hervormde perio- de. Aardig zijn in elke oude kerk de grafstenen met afbeeldingen die de beroepen van de Er zijn in de Grote of Sint Laurenskerk geen overledene voorstellen. In Alkmaar vallen grote marmeren tombes met beeldhouwwerk een aantal 17de-eeuwse grafzerken op door te vinden voor belangrijke stadgenoten en er de afbeelding van molens. Het zijn alle een- hangen geen geleerde epitafen met omran- voudige, houten standerdmolens, zoals die ding in renaissance stijl. in de 17de eeuw gebruikelijk waren. Er heb- ben in de late 16de en in het begin van de Wel moet er in het verleden tenminste één 17de eeuw heel veel molens rond Alkmaar epitaaf geweest zijn, te weten voor Floris gestaan: korenmolens, verfmolens, runmo- van Teylingen (1577-1624). De lange Latijn- lens en watermolens. se tekst staat afgedrukt in de "Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden" Noord- De meest indrukwekkende zerk, wanneer we Holland, deel I, p. 23 - 24.(Utrecht 1928) alleen letten op de afmetingen, is die welke het familiegraf afdekt dat Carel de Dieu in In Van der Aa's "Aardrijkskundig Woorden- 1760 had gekocht. Deze grote zerk, waarop boek der Nederlanden" (Gorinchem 1839) familiewapens zijn gehakt, ligt midden op wordt gesproken over enkele bijzondere het koor. In de nabijheid hing een groot grafstenen, o.a. die van bovengenoemde Flo- rouwbord, dat in de volgende paragraaf na- ris van Teylingen, die van Willem Bardens der aan de orde komt.

205

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

VI. 25 HET ROUWBORD VAN CAREL DE DIEU.

In alle grote hervormde stadskerken kwamen Gedenkwaardigheden", Noord-Holland, in de loop van de 17de en de 18de eeuw zo- deel I (p. 25 t/m 62), is thans slechts één genaamde rouwborden te hangen. Aanvan- bord in de kerk aanwezig, namelijk dat van kelijk ging het veelal om ruitvormige borden _ Carel de Dieu (1700-1789), één van de bur- - van be-scheiden afmetingen, later waren zë - gemeesters van de stad. Zijn bord was één van groter formaat en werd de vormgeving van de laatste geweest die in de kerk werden uitbundiger. De borden bevatten soms alleen opgehangen. Weliswaar is het bord in 1795 het wapen van de overledene, soms zijn er een tijd lang uit de kerk weggeweest, maar ook bekende doodssymbolen (bijv. een later keerde het er weer terug. zandloper, een schedel, een zeis) op te vin- Wat hoofdvorm betreft behoorde het tot het den enlof de naam van de overledene en de monumentale type. datum van zijn overlijden. Het was gebrui- kelijk om zo'n rouwbord op te hangen aan de Zoals gebruikelijk was de hoofdkleur van muren of aan de pilaren in de buurt van het het bord zwart. Sinds de vorige restauratie graf van de desbetreffende persoon. Voor heeft het bord in de noorderdwarsbeuk ge- het recht om in de kerk een rouwbord te mo- hangen. Dat is niet de oorspronkelijke plek. gen ophangen diende aan de kerkmeesters Een rouwbord behoort immers nabij het graf een fors bedrag te worden betaald. Ook in de van de overledene te hangen. Dat graf be- Grote Kerk in Alkmaar hebben in de 17de vindt zich op het koor, en wel onder de in- en 18de eeuw rouwborden gehangen. Op de drukwekkende, rijk gebeeldhouwde graf- bekende tekening( en) die Pieter Saenredam plaat die nagenoeg in het midden van het in 1661 van het interieur maakte, zijn er ver- koor te vinden is. De grafplaat dekt de fami- schillende te zien. Zowel kleine, ruitvormige liegrafkelder af, die Carel de Dieu in 1760 als enkele met een zeer monumentaal karak- gekocht had. In de nabijheid daarvan werd ter. het bord aangebracht. Op een oude foto is in de kerk te zien hoe het rouwbord toen hing. Aan het gebruik om rouwborden in de ker- Het verdient aanbeveling om het bord bij ken op te hangen kwam zowel hier als elders gelegenheid weer op de oorspronkelijke plek na de Omwenteling van 1795 abrupt een in het koor of in de buurt daarvan aan te einde. Van de 178 borden die worden ge- brengen. noemd in de "Genealogische en Heraldische

207

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 26 EEN GRAFKAPELHEK.

De meeste kapellen in de middeleeuwse De hoofdopbouw is de gebruikelijke: lage stadskerken waren gebouwd voor particulier gesloten vakken beneden, daarboven hoge gebruik. Er stond een altaar in waar de bezit- spijlen. Het hek wordt afgesloten door een ters van de kapel missen konden houden. lijst. Bovendien konden zij zich erin laten begra- Het geheel rust op een lijst voorzien van ven. Na de hervorming verdwenen de alta- acanthusbladeren, met links en rechts een ren. Maar het gebruik dat de eigenaren zich gebeeldhouwde kop. Daarop zijn de vakken, in hun kapellen konden laten begraven, bleef gescheiden door "pilasterachtige" elementen, bestaan. Dikwijls waren de kapellen al in de die overdekt zijn met ornamenten uit de katholieke periode door een hekwerk afge- Hollandse renaissancestijl. De spijlen heb- scheiden van de rest van de ruimte. Wanneer ben de vorm van Ionische zuilen gekregen. de kapellen in particuliere handen bleven, In het midden bevindt zich een boogvormige werden de hekwerken in de hervormde tijd doorgang, met daarin een deurtje (beneden soms vernieuwd, hetzij uit overwegingen van hout, boven voorzien van een ijzeren van smaak, hetzij omdat de oude hekken "rooster") dat is uitgevoerd met hetzelfde versleten waren. ornament als in het stenen gedeelte van het hekwerk te zien is. De hekken die de kapellen scheidden van de De boogvormige doorgang wordt bekroond rest van de ruimte konden van verschillende door een driehoekig fronton met daartegen materialen (ijzer, hout of steen) gemaakt twee zittende naakten met elk een schedel. zijn. In de Grote of St. Laurenskerk in Alk- Zij duiden op de graffunctie van de kapel. maar is een hekwerk van steen over. Het stond voorheen als afsluiting van de vijfde De vorm van de figuren die tegen de fron- kapel (gerekend vanaf het westen) aan de tons aan zitten, herinnert in de verte aan de noorderzijbeuk. Deze kapel, die in de 17de beroemde figuren die Michelangelo om- eeuw als grafkapel van de familie Jacot van streeks 1524-1534 in de Medicigrafkapel in Axele diende, kwam in 1628 in handen van de San Lorenzo in Florence had geschapen, Eduard lacot van Axele, heer van Dussen. hoe ver zij daarvan ook verwijderd mogen Ook het hek zal toen zijn vervaardigd. Bij de zijn in afmetingen en kwaliteit. Soortgelijke, laatste restauratie werd het verplaatst. Het met opgetrokken benen tegen frontons zit- dient nu als afsluiting van de vierde kapel tende figuren, treft men o.a. aan in illustra- (gerekend vanaf het westen) van de zuider- ties van Palladio's Architectuurtractaten, die zij beuk, en onttrekt aldus de deur tussen de in 1570 in Venetië verschenen waren en ook kerk en de kosterswoning annex kerkelijk in de Noordelijke Nederlanden circuleerden. bureau aan het gezicht.

209

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 27 HET KERKSCHEEPJE UIT 1667.

Tot de bekendste Nederlandse kerksieraden nig is om een kerkscheepje van deze om- behoort het kerkscheepje. In heel wat protes- vang (120 cm lang) met "alles erop en er- tantse kerken is het te vinden. aan" te voltooien. Kennelijk was men al eer- Beroemde, vroege voorbeelden treft men aan _der aan het schip aan het werk, en heeft het in de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem en zijn functie als "herinneringsscheepje" ge- in de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar. kregen toen het al bijna voltooid was. Maar niet alleen in deze twee steden, ook in vele andere plaatsen in Noord-Holland zijn Voor een schip dat zo belangrijk was als dit ze in de kerken opgehangen, op een veel gedenkteken voor Miehiel de Ruyter, werd grotere schaal dan in de andere provincies in voor de decoratie van de spiegel een schilder de 17de en 18de eeuw het geval was. van naam aangetrokken, namelijk de Alk- maarse schilder Caesar van Everdingen, die Het oudste nog bewaarde kerkscheepje be- eerder al gewerkt had aan de beschildering vindt zich in de Grote of Sint Bavokerk in van de luiken van het grote orgel. Op de be- Haarlem. Het werd in 1550, nog in de katho- tekenis van de vier dames die Van Everding- lieke tijd, door het Schonenvaardersgilde en op de spiegel van het scheepje schilderde, geschonken om bij het gildealtaar te worden gaat Van der Poel uitgebreid in. Behalve vier gehangen. In het begin van de 17de eeuw damesportretjes schilderde Van Everdingen kwamen daar twee nieuwe scheepjes bij. ook nog twee stadsgezicht jes op de spiegel, Gegevens over deze en andere kerkscheepjes waaronder een gezicht op de Grote Kerk. kan men vinden bij l.M.G. van der Poel, die een uitgebreide studie over het onderwerp Bijzonder is ook dat één van de zeilen een kerkscheepjes schreef, getiteld: "Scheeps- versje bevat dat op de gebeurtenis van 1667 modellen in Nederlandse kerken" (Enkhui- betrekking heeft. zen / 's-Gravenhage 1987). Wanneer men de hoofdvorm van de spiegel Van der Poel schenkt ook ruimschoots aan- van het Alkmaarse scheepje vergelijkt met dacht aan het Alkmaarse kerkscheepj e dat in die van kerkscheepjes elders, dan ziet het er 1667 werd opgetuigd en waarop geschreven naar uit dat men in Alkmaar bij de vervaar- staat "De Ruyter is mijn naam" (op. cit. p. diging van het scheepje heeft gekeken naar 117-126). Dat scheepje heeft, net als de één van de scheepjes in de Sint Bavo in scheepjes in Haarlem, al vroeg de aandacht Haarlem uit het begin van de 17de eeuw. De van velen getrokken. De Amsterdamse bur- hoofdopbouw, met een groot veld midden- gemeester Nicolaes Wits en vermeldt ze boven, omgeven door een festoen (in Alk- reeds in zijn boek over scheepsbouw uit maar door een gordijn) en gesneden beeldjes 1671. Het Alkmaarse scheepje houdt de her- van mannen op de hoeken, komt in grote innering levend aan de succesvolle tocht van lijnen overeen. Waar in het Alkmaarse schip Miehiel de Ruyter naar Chatham, waarbij op op het grote veld middenboven een ruiter 22 juni 1667 de ketting, die door de Engel- prominent aanwezig iS,vertoont het oudere sen over de rivier de Medway was gespan- Haarlemse schip een Hollandse leeuw. nen, werd stukgevaren. Van der Poel meldt dat al op 9 juli van dat jaar het kerkscheepje Op zijn beurt heeft het Alkmaarse kerk- in de kerk werd opgehangen, maar stelt daar- scheepje waarschijnlijk tot voorbeeld ge- bij tevens dat twee weken tijd wel erg wei- diend bij het vervaardigen van kerkscheepjes

211 GROTE-OFSTLAURENSKERK VI in een aantal kleinere plaatsen in Noord- gelijkbaar is met die van Koog en Alkmaar. Holland. Zo bezit de Hervormde Kerk in Hier is niet de naam van De Ruyter op ge- Koog aan de Zaan een scheepje dat de naam schreven, maar er is op het grote middenveld kreeg "De admiraal De Ruyter" (datering: boven wel een forse ruiter te vinden; het laatste kwart 17de eeuw). jaartal 1663 staat erop geschilderd. Het is Net als in Alkmaar staat de naam geschreven echter de vraag of dat jaartal wel juist is, het op- de spiegel. Die- spiegel-is in hoofdlijnen zal vermoedelijk 1668 moeten zijn. Waar er gelijk aan de Alkmaarse, doch eenvoudiger zoveel overeenkomsten zijn met de Alk- van uitvoering. In plaats van een ruiter ziet maarse spiegel (compleet met vier kleine men in het grote middenveld boven een on- portretjes, zij het niet van dames, maar van beholpen geschilderd portretje van de admi- heren), lijkt het aannemelijker dat men in raal. Schermerhom Alkmaar heeft nagevolgd, dan Ook het kerkscheepje in de Hervormde Kerk omgekeerd. van Schermerhom kreeg een spiegel die ver-

212 GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 28 DE VERDWENEN GLAS-IN-LOODRAMEN.

De hervormden hebben hun kerken in de schonken). 17de en de 18de eeuw ook voorzien van Van Drunen (op. cit. p. 10) geeft informatie glas-in-loodramen met voorstellingen, op over het grote glasraam in de zuiderdwars- ongeveer dezelfde wijze als de katholieken beuk, waar - nadat eerdere pogingenmislukt dat in de voorafgaande periode hadden ge- waren - in· 164211644 eindelijk een glas-in- daan. Ook nu ging het om schenkingen van loodvoorstelling kwam. Uitgebeeld werd het dezelfde groeperingen als voorheen. De the- beleg van Alkmaar door de Spanjaarden in ma' s waren uiteraard andere geworden. 1573 (een beleg dat, zoals bekend, vruchte- Tot de bekende motieven behoorden in die loos zou blijken). Daarbij waren de 24 wa- jaren belangrijke momenten uit de vader- pens van de leden van de vroedschap gezet. landse geschiedenis (de Tachtigjarige oor- Jan Maerten Engelschman was de glasschrij- log) en voorstellingen van beroepen (met ver die het ontwerp maakte. name op vensters die door gilden waren ge-

213 i.L,'~\(;0 ;&

1)11it.it't" Kt'!'kbiOJ:H111 , ! .

~'O() s.Is de•.

''",Hl I.\:d t o l J 111 d1CI.lft

;1,tudckd1l1eH. zv<. ' n ..--.;,~, GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 29 DE NAAMREGISTERS DER DIAKENEN EN KERKMEESTERS.

In de zuiderkooromgang hangt een drietal, kent dat er nog één of meer van dergelijke papieren naamregisters, gevat in zwarte lijs- naamregisters moeten zijn geweest. ten. Twee van deze lijsten bevatten de na- Het omlijste register meet 110 cm x 228 cm men der diakenen (diakonen schreef men (hoogte x breedte). destijds), één lijst-bevat de namen van de Dat het register-der kerkmeestersnamen gro- kerkmeesters. ter van formaat is dan dat der diakenen, De registers met diakenennamen meten 76 hangt ongetwijfeld samen met de hogere cm (hoogte) x 208 cm (breedte). functie die de kerkmeesters bekleedden.

Het register van de kerkmeesters bevat de Er moeten nog meer van die registers ge- namen van degenen die dienden van 1761 maakt zijn. Namelijk met de namen van de t/m 1850. "Vervolg van de Naamen der predikanten en van de ouderlingen. Kerkmeesters ..." staat er boven. Dat bete-

215

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 30 BIJBELS.

De kerk heeft jarenlang een omvangrijke ne, leren banden zijn gebonden en zijn voor- collectie oude bijbels bewaard. Een groot zien van koperen sloten. Eén van de mooiste aantal daarvan stamt uit het eind van de is een grote bijbel die in 1663 bij Elzevier in 18de eeuwen is voorzien van een witte, per- Amsterdam gedrukt werd, Deze is voorzien kamenten band .. ' van grote, ingekleurde kaarten van het Hei- Daarnaast zijn er diverse bijbels die in brui- lig Land, met rondom kleine taferelen.

217

GROTE-OF ST LAUREN SKERK VI

VI. 31 HET AVONDMAALSGEREI.

In alle hervormde kerken wordt enkele ma- de Grote Kerk in Alkmaar het geval. len per jaar een zogenaamd avondmaal ge- houden. Het is een maaltijd die herinnert aan Hier werd een zilveren avondmaalsstel ge- het Laatste Avondmaal van Christus met schonken "ter gedachtenis van Ionkvrou C.L - . zijn discipelen. In de Grote Kerk van Alk- Baett AD 1749, Gestorven den 24 novern- - maar werd in het verleden voor die maaltijd ber", zoals te lezen staat op de vier bekers een grote schragentafel uitgezet waarover die deel uitmaken van het stel. Zij dragen een groot wit kleed werd gelegd. een Alkmaars keurmerk (en het meesterte- Tijdens het avondmaal wordt brood en wijn. ken W.H.). De overige stukken van het stel genuttigd. Daarbij wordt gebruik gemaakt werden door een Haarlemse meester, Arend van grote schalen om het brood op te leggen - Hoogland, vervaardigd; (de gegevens zijn en van kleinere om het brood op rond te de- verstrekt door de Stichting Kerkelijk Kunst- len. Voorts gebruikt men kannen en enkele bezit, Utrecht) grote bekers (voor gezamenlijk gebruik; de gewoonte om voor iedere deelnemer aan het Niet alleen het 18de-eeuwse avondmaalszil- avondmaal een klein bekertje beschikbaar te ver is bewaard gebleven. Ook een groot, da- hebben, is van later tijd) voor de wijn. masten avondmaalskleed waarmee eertij ds Aanvankelijk was het avondmaalsgerei ge- de eenvoudige schragen avondmaalstafel maakt van eenvoudige materialen; tin is lang werd gedekt, is over. In het kleed is het jaar- in zwang geweest. In de loop van de tijd tal 1700 ingeweven evenals de namen van kreeg men in veel kerken echter een voor- de schenkers. Avondmaalskleden van zo'n keur voor duurdere materialen. Veel hoge ouderdom, zijn in ons land zeldzaam. avondmaalsstellen uit de 18de eeuw zijn van (mondeling mededeling van de Stichting zilver gemaakt. Vaak ging het om een ge- Kerkelijk Kunstbezit, Utrecht) schenk van rijke lidmaten. Dat was ook in

219

GROTE-OFSTLAURENSKERK VI

Nawoord (1990) Een rapport als dit kan altijd alleen maar samengesteld worden, dankzij de bereidwillige steun en medewerking van tal van instellingen en personen, ieder met hun eigen speci- fieke deskundigheid, zowel in Alkmaar, als daarbuiten. Aan de hierna genoemde instel- lingen en personen, die alle behulpzaam waren bij het samenstellen van het rapport in 19~0, gaat mijn grote flank uit.

Gemeentearchief Alkmaar, speciaal de dames Marijke Joustra, G.I. Plenckers-Keyser en Els van Vliet-Mak. Stadsontwikkeling en Beheer (SOB) Gemeente Alkmaar, afdeling Monumentenzorg, speciaal de heren Piet Verhoeven en Joop Elsinga. De laatstgenoemde zorgdevoor de vele foto's in dit rapport. Stedelijk Museum Alkmaar, speciaal mevrouw drs. Sandra de Vries. De heer A.E. van der Stelt, koster van de Grote of Sint Laurenskerk te Alkmaar. De heer Hendrik Timmerman, organist te Alkmaar. De heer drs. Hans van Nieuwkoop. Stichting Kerkelijk Kunstbezit te Utrecht, speciaal de heren drs. Tim Graas en drs. Wim Meulenkamp. Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist, speciaal mevrouw Jantien van den Heu- vel en de heren Teun Brouwer en dr. Herman Janse. Vrije Universiteit te Amsterdam, vakgroep kunstgeschiedenis, Wetenschappelijk Onder- zoek Protestants Kerkinterieur, speciaal de heren drs. Arie de Groot en drs. Paul Rem.

Voorts naar: drs. Bert Gerlagh S. de Jong drs. Aad de Klerk prof. dr. C.A. van Swigchem dr. Harry Tummers drs. Katie Zonnevylle-Heyning.

Het tikken werd in 1990 verzorgd door de afdeling Tekstverwerkingscentrum van de Dienst SOB van de gemeente Alkmaar.

Nawoord (1996)

Het rapport betreffende de Grote of St. Laurenskerk te Alkmaar uit 1990 verscheen slechts in een zeer beperkte oplage. Voor de heruitgave van 1996 zijn alle teksten opnieuw doorgelezen door de auteur en waar nodig bijgewerkt. Drs. Inge Elsinga te Alkmaar zorgde ditmaal voor de correcties.

221 ~c8~V$n\''6rf~t(I;",h'~\In 9fltnnil ~ft\\}\nUU;\ilIi,~ 1~:Mt:4'1t:'~.lJt,tse: •.-$.~ <-~t'~:"!~:~ ~'fttèiK" "k'f~ u è~'r1t"là;lrl~ul;i~,rDrh'd1l'i'c~ihm;>h)fff' t,\:n\\ 1:'raè'lÎ!l I~él\'U<1Ar n" rU«ltllS N' l) ~ lJ, Î!c~\l }q~kten, 11ietUUpi'dl