Verslag Weekendexcursie Sint Maartensvlotbrug (Noord- Holland), 1-3 September 2006
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Sektie Everts Info 80-81 9 Verslag weekendexcursie Sint Maartensvlotbrug (Noord- Holland), 1-3 september 2006 Jan Cuppen, Oscar Vorst, Frank van Nunen, Bas Drost, Gert van Ee en Siem Langeveld Ruim twee jaar geleden vond de weekendexcursie van 2006 plaats in het noordwesten van Nederland in de buurt van Petten. Accommodatie werd gedurende het weekend van 1 tot 3 september gevonden in het gebouw “De Anloup” te Sint Maartensvlotbrug, waar na een telefoontje op het laatste moment toch nog op ons gerekend werd. Zoals gebruikelijk werd er op vrijdag een maaltijd genuttigd die verworven werd bij plaatselijke chinees, op zondag werd in een nabijgelegen restaurant de gezamenlijke maaltijd gebruikt. De kampleiding had boodschappen gedaan in de lokale supermarkt zodat ook ontbijt, lunch en avonddrankje prima verzorgd waren. Bas Drost had de nodige vergunningen geregeld zodat we in een aanzienlijk aantal natuurreservaten terecht konden. Over een aantal van deze reservaten hield Hans Roersma, een vriend van Bas, op vrijdagavond een dialezing, zodat we goed voorbereid op pad konden op zaterdag en zondag. De weersomstandigheden waren op vrijdag heel goed, zonnig met een matige wind. De zaterdag begon nog zonnig, maar in de middag werd het zwaar bewolkt met een opstekende zeer harde wind. Zondag was een echte regendag met daarbij een stevige wind. De Abtskolk is een natuurreservaat van Staatsbosbeheer achter de Hondsbossche Zeewering. In de brakke kolk en de aangrenzende rietkraag werden door enkele coleopterologen voornamelijk water- en loopkevers verzameld, in totaal 26 soorten. De meest opmerkelijke kevers zijn allen brakwaterbewoners: Haliplus apicalis , Hygrotus parallellogrammus , Ochthebius marinus en Enochrus bicolor . Op zondagmorgen bezochten enkele lieden in alle vroegte (in verband met het getij) het Balgzand bij de Kooyhoek (Den Helder). Onder het aanspoelsel op de kwelder werd een aantal halofiele en halobionte loopkevers met de hand verzameld, onder andere Bembidion minimum , B. normannum , Pogonus chalceus en Dicheirotrichus gustavii . Daarnaast werden uit dit materiaal veel kortschilden gezeefd, waaronder wederom vele halofiele en halobionte soorten: Bledius dama , B. spectabilis , Quedius simplicifrons , Brundinia marina en Emplenota obscurella . Opmerkelijke soorten uit andere families zijn de kwelderbewonende waterkruiper Ochthebius auriculatus en de watertor Cercyon littoralis . In totaal werden hier 42 soorten kevers waargenomen. Het Mariëndal ten zuiden van Den Helder is een natuurontwikkelingsproject waarbij voormalige bollenvelden aan de binnenduinrand zijn omgevormd tot nieuwe natuur. De werkzaamheden zijn afgerond in 2005, zodat de echte ontwikkeling van het terrein nog goeddeels op gang moet komen. Hier werden 17 soorten kevers verzameld door 10 november 2008 Bas Drost en Jan Muilwijk op het Balgzand bij de Kooyhoek, in de regen. Zie voor meer foto’s van deze excursie onze website www.nev.nl/everts één coleopteroloog middels het afspoelen van de oevers van een onbegroeid poeltje. Echte bijzonderheden ontbraken hier, maar kenmerkende soorten van de pionierfase waren opvallend aanwezig: Cercyon bifenestratus, Heterocerus fenestratus en H. hispidulus . In het duinbos Wildrijk, nota bene aangrenzend aan onze accommodatie, werden slechts vier soorten kevers verzameld, waarvan driekwart in een truffelval. Gelukkig was een van de vier een truffelkever, Leiodes polita , zodat deze inspanning niet vergeefs was. De grootste activiteiten gedurende het weekend vonden plaats in het natuurreservaat Zwanenwater, in eigendom bij Natuurmonumenten. Het is een uitgestrekt duingebied met daarin, tussen twee hoge duinrijen parallel aan de kust, een grote natte duinvallei. Op de laagst gelegen punten in de vallei liggen twee ondiepe meren. Aangrenzend aan de meren liggen vochtige hooi- en rietlanden met daarin weer kleine poeltjes en moerasjes. De botanische rijkdom van deze vochtige en natte gebieden is erg groot doordat de zandige bodems matig voedselrijk zijn. Naast deze vochtige gebieden zijn er uiteraard allerlei overgangen van nat naar kurkdroog. Goed ontwikkeld in het gebied Sektie Everts Info 80-81 11 zijn schrale duingraslanden, duinheiden en struwelen met kruipwilg. In een groot deel van het duingebied begrazen Schotse Hooglanders de vegetatie. De waterkeverfauna van het gebied is zeer rijk met een aantal op landelijke schaal zeer zeldzame soorten zoals Graptodytes granularis (sterk achteruitgegaan gedurende de laatste decennia), Laccornis oblongus (de eerste Nederlandse waarneming uit de duinen) en Dryops griseus . Minder zeldzaam, maar in Noord-Holland wel beperkt tot de duinen, het Gooi en de Vechtstreek zijn Bidessus unistriatus , Hydroporus scalesianus , Agabus unguicularis , A. labiatus , Hydraena palustris , Dryops auriculatus en D. anglicanus . Het slepen van de natte en vochtige graslanden leverde een lange soortenlijst op met veel soorten fytofage kevers en lieveheersbeestjes. Enkele bijzonderheden waren het haantje Phyllobrotica quadrimaculata , levend op glidkruid, de snuitkever Neophytobius muricatus , met nog onbekende levenswijze, en de vooral in de duinen voorkomende Phalacrus caricis die leeft van brand- en roestschimmels op grassen en zeggen. In enkele verspreid liggende kleine hoopjes maaisel in de hooilanden, als mede uit een grote hoop maaisel op een betonplaat op een verzamelplaats werd veelal dezelfde soorten verzameld als bij het slepen met daaraan toegevoegd veel Staphylinidae en Latridiidae; echte “hooisoorten” ontbraken nagenoeg, mogelijk omdat het materiaal nog te vers of te nat was. Om mysterieuze redenen werd er nauwelijks verzameld in de droge delen van het terrein (bijzondere soorten de kortschilden Platydracus stercorarius en Oxypoda togata ) en helemaal niet op het strand. In koeienvlaaien waren kortschilden van de genera Philonthus en Atheta goed vertegenwoordigd, daarnaast de genera Aphodius en Geotrupes van de superfamilie der Scarabaeoidea. Geotrupes niger is in haar verspreiding beperkt tot de Nederlandse zandgronden en was erg zeldzaam met veel waarnemingen voor 1930 en geen waarnemingen na 1969 (Pijpers, 1981). Recentelijk zijn er weer een aantal waarnemingen uit duingebieden. Mogelijk wordt de soort tegenwoordig weer iets algemener door een toenemend aantal begrazingsprojecten. Tenslotte werd in grote stuifzwammen in beweid duingrasland de vrij zeldzame glanskever Pocadius ferrugineus in grote aantallen waargenomen. De soortenlijst uit een weekend Zwanenwater bestaat uit 270 taxa en is daarmee langer dan de vogellijst van hetzelfde gebied sinds 2000. Vooral de waterkeverfauna kreeg – terecht – ruime aandacht met tal van bijzondere soorten. Daarnaast waren vooral oeverbewoners en soorten van moerasgebieden goed vertegenwoordigd. Drogere delen van duingebied en strand kregen minder aandacht, terwijl andere groepen vanwege het seizoen (Elateridae, Cerambycidae) ontbraken. Al met al een geslaagd weekend ondanks het wat mindere weer. Literatuur PIJPERS , H.C., 1981. Mestkevers (Coleoptera: Scarabaeoidea): verspreiding en oecologie in Nederland. Nieuwsbrief European Invertebrate Survey - Nederland 10: 81-88. 12 november 2008 Tabel 1. Lijst van de aangetroffen keversoorten tijdens de weekendexcursie van 1-3 september 2006 te Sint Maartensvlotbrug. De vindplaatsen zijn met de volgende afkortingen weergeven: AB: Abtskolk en Leipolder, BA: Balgzand, MA: Mariëndal, ZW: Zwanenwater en WI: Wildrijk. De afkortingen voor de waarnemers zijn: JC = Jan Cuppen, OV = Oscar Vorst, FN = Frank van Nunen, BD = Bas Drost, GE = Gert van Ee en SL = Siem Langeveld. Taxa VindplaatsVerzamelaar Dytiscus marginalis L. ZW JC HALIPLIDAE CARABIDAE Peltodytes caesus (Duft.) ZW Div Cicindela hybrida L. ZW FN Haliplus confinis Steph. ZW BD FN Elaphrus riparius (L.) MA BD Haliplus lineatocollis (Marsh.) ZW Div Dyschirius arenosus Steph. BA ZW FN OV Haliplus ruficollis (Deg.) ZW FN JC OV Broscus cephalotes (L.) ZW FN Haliplus cf immaculatus Gerh. ZW JC Trechus quadristriatus (Schrk.) BA FN Haliplus apicalis Thoms. AB GE Bembidion normannum Dej. BA FN NOTERIDAE Bembidion minimum (F.) BA ZW FN Noterus clavicornis (Deg.) AB ZW FN JC GE Pogonus chalceus (Marsh.) BA ZW BD FN Noterus crassicornis (Müll.) ZW Div Anisodactylus binotatus (F.) ZW JC DYTISCIDAE Harpalus affinis (Schrk.) BA FN Hyphydrus ovatus (L.) ZW JC Harpalus neglectus Serv. ZW FN Hydroglyphus geminus (F.) ZW FN JC GE Harpalus servus (Duft.) ZW FN Bidessus unistriatus (Schrk.) ZW FN Harpalus anxius (Duft.) ZW FN Hydrovatus cuspidatus (Kunze) AB FN Dicheirotrichus gustavii Crotch BA BD FN Hygrotus impressopunctatus (Schall.) Bradycellus verbasci (Duft.) BA FN AB MA ZW Div Acupalpus dubius Schilsky ZW JC Hygrotus parallelogrammus (Ahr.) AB FN Pterostichus diligens (Sturm) ZW JC OV Hygrotus confluens (F.) ZW FN JC OV Pterostichus nigrita (Payk.) ZW OV Hygrotus inaequalis (F.) AB ZW Div Pterostichus minor (Gyll.) ZW JC Hygrotus decoratus (Gyll.) ZW Div Calathus erratus (Sahlb.) ZW FN Hydroporus scalesianus Steph. ZW JC OV Calathus mollis (Marsh.) ZW FN Hydroporus angustatus Sturm AB ZW FN JC GE Calathus cinctus Motsch. ZW FN Hydroporus umbrosus (Gyll.) ZW Div Agonum thoreyi Dej. AB FN Hydroporus tristis (Payk.) ZW GE Oxypselaphus obscurus (Hbst.) ZW OV Hydroporus gyllenhalii Schdte. ZW Div Amara curta Dej. ZW FN Hydroporus palustris (L.) AB ZW JC GE OV Amara bifrons (Gyll.) BA FN Hydroporus striola (Gyll.) ZW Div Amara convexiuscula (Marsh.) BA BD Hydroporus erythrocephalus (L.) ZW FN JC Odacantha melanura (L.) AB FN GE Hydroporus planus (F.) ZW BD JC Demetrias