Nieuwsbrief van de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging Sporen Jaargang 12,Jaargang nummer 3 September2019 Hemimycena

Mycopan

Hypochnella

Bullerdruppels

En de vaste rubrieken …

ú Editoriaal

ú Acviteitenkalenders

ú Afdelingsnieuws

ú Nieuwtjes uit recente jdschrien

ú Cartoons

Aeelding voorpagina: Gymnopus brassicolens - Koolsnktaailing (foto Robert De Ceuster; bewerking Lieve Deceuninck) 1

Jg. 12, nr. 3 September 2019

  Geachte leden V Ik kijk even in de relaef verre toekomst en merk dat er op 21 maart 2020 ver - kiezingen van de KVMV -bestuursleden plaatsvinden. Om dit belangrijke fenomeen, dat om de 6 jaren optreedt binnen onze vereniging, zo opmaal moge lijk voor te

  bereiden vragen wij, de huidige leden van de Raad van Bestuur, u om daarbij sl te M staan. Dat heb ik ook gedaan en zoals aangekondigd op de vorige Mycologendag, hang ik na de volgende de voorzierspet aan de haak en trek daarna de veel te    

V grote Sterbeeckia -redacteurslaarzen aan. In die job zal ik zeker moeten groeien, maar ik neem de uitdaging graag aan en met de goede raad van André De Kesel, die in de leescommissie blij, zal dit vlot gaan.

  Dit is ook voor u allen een goede gelegenheid om eens na te denken over uw plaats K binnen de KVMV, de vereniging van mensen die de mycologie van ver tot heel dichtbij wensen te beleven. De werking van een vereniging als de onze bestaat uit vele diverse taken en taakjes die uitgevoerd worden door onze leden. Indien u hierover meer wenst te weten, spreek uw afdelingscoördinator of ander lid van het bestuur dan aan; zij helpen u graag verder.

N  N    Niet enkel de taak van voorzier maar ook de andere bestuursfunces moeten bij deze verkiezing weer ingevuld worden. Het geschikte moment om te overwegen ook een steentje bij te dragen.

Ondertussen kan u deze alweer goed gevulde en kennis verruimende aflevering van Sporen verslinden (niet leerlijk, a.u.b.) en de bossen inlopen waar u hopelijk vele herfstpaddenstoelen zal tegenkomen. Als de wijsheid van onze “ouderen ” klopt, dan komt er na een hete zomer een pracht van een paddenstoelenseizoen.

Myriam de Haan

voorzier KVMV Sporen

2019 / 3 Sporen 2

D = dagexcursie, V = voormiddag, N = namiddag Deelname aan een acviteit geschiedt op eigen verantwoordelijkheid. Voor AMK is het uur van samenkomst steeds 9.45 uur , tenzij anders vermeld. De aangeduide reisweg geldt bij vertrek vanuit Antwerpen. Enkel deelnemen aan de namiddagexcursie is mogelijk na afspraak met de contactpersoon. Voor OVMW is het uur van samenkomst bij excursies steeds 9.30 uur , tenzij anders vermeld. Voor ZWAM is de afspraak ter plaatse telkens te 9.30 uur (D en V) of 14.00 uur (N).

Reeds door de afdelingen vastgelegde excursies tot eind december vrijdag 04 -10 -2019 - OVMW toegezonden. Mycologisch weekend in Jalna, Heure -en -Famenne Contact: PWW (Paddenstoelenwerkgroep Westhoek), Jacky Launoy (0477 61 58 52) Vrijdag 4 oktober tot zondag 6 oktober in Jalna. Voor meer info en inschrijving, contacteer Mieke Verbeken ë (0494 75 72 02). zaterdag 12 -10 -2019 - KVMV (D) ë Fluithoekpanne , Bellevédère -duinen te Koksijde (V), zaterdag 05 -10 -2019 - KVMV/Mycolim (D) Houtsaegerduinen te De Panne(N) Kasteelpark Scherpenberg te Nerem -Tongeren (V) en Deze excursies vinden plaats jdens het werkweekend Klein Terherken te Diepenbeek (N) van KVMV. Alle leden van KVMV kunnen zich hierbij Alle leden zijn welkom op deze KVMV -excursie met ver- aansluiten. trek om 9.30 uur. Samenkomst op de parking van De Afspraak om 9.30 uur op de parking Brico (Carrefour), Kevie, Oude Blaarstraat te Nerem (Tongeren). Wie ’s R. Vandammestraat 168, Koksijde. middags wil aansluiten, neemt contact op met de bege- ’s Middags kan meegebrachte picknick genugd wor- leider. den in J -club, Blauwe Distelweg 2, De Panne. Leiding: Ronny Boeykens (0477 39 54 57) Voor de namiddagwandeling afspraak om 14.00 uur: ë parking Koksijdeweg/Noorddreef (‘ frietkot ’ Oosthoek), zondag 06 -10 -2019 - ZWAM (N) De Panne. Paddenpoel Meerdaalwoud , St -Joris -Weert Contact: PWW (Paddenstoelenwerkgroep Westhoek), Vertrek om 14.00 uur op de grote parking bij het bos Jacky Launoy (0477 61 58 52) langs de Weertsedreef te Sint -Joris -Weert (Oud -Hever - ë lee). Leiding: Georges Buelens (0471 20 50 14) zaterdag 19 -10 -2019 - MYCOLIM (N) ë Oude terril (Centrum -Zuid) in Houthalen vrijdag 11 -10 -2019 - KVMV (D) Samenkomst om 14.00 uur parking Greenville, Centrum Start van KVMV -vierdaagse te De Panne -Zuid 1111, Houthalen -Helchteren (schuin tegenover de De KVMV -vierdaagse te De Panne is volgeboekt. Prak- McDonald ’s). sche informae wordt rechtstreeks aan de deelnemers Gids: Jan Cornelis (0473 42 87 41)

Sporen 2019 / 3 3

ë Averbode bos & heide zaterdag 19 -10 -2019 - OVMW (V) Vertrek om 9.45 u. vanop de parking van ‘Het mo- Mortagnebos , St -Denijs (Zwevegem) ment ’, Herseltse baan 5, 3271 Scherpenheuvel -Zichem. Samenkomst om 9.30 u aan de kerk van Knokke te Zwe- Bereikbaar via afrit 24 Geel -Oost van de E313, richng vegem (gelegen aan de Avelgemstraat). Eindhout en verder richng Veerle. In Veerle de N127 Contact: Chrisne Hanssens (0477 50 82 02) richng Diest, ongeveer 1,3 km verder rechtsaf de N165 naar Averbode. ë Leiding : Jos Volders (0497 66 62 84) zondag 20 -10 -2019 - AMK - ZWAM (D) ë Walenbos te Houwaart, Doolaag (VM) en Sengens- zondag 27 -10 -2019 - ZWAM (N) beemd (NM) Margijsbos te Loonbeek Gezamenlijke excursie AMK -ZWAM met samenkomst om 9.30 u. en vertrek om 9.45 u. op de parking van het Vertrek om 14.00 uur op de parking tegenover het kas- Walenbos langs de Kriebekestraat te Houwaart. Rij zo- teel van Loonbeek, langs de weg naar Huldenberg (St - als voorheen naar Houwaart -centrum; sla niet af rich- Jansbergsteenweg) te Loonbeek (Huldenberg). ng kerk Haldertstraat, maar rij rechtdoor. Dit is de Begeleiding: Georges Buelens (0471 20 50 14) Kriebekestraat en 50 m voorbij huisnr. 59, links indraai- ë en naar de parking. ‘s Middags wordt er gegeten in een zaterdag 02 -11 -2019 - MYCOLIM (N) plaatselijke brasserie. Domein Bokrijk te Genk Leiding: Georges Buelens (0471 20 50 14) Samenkomst om 14.00 uur op parking 1 van het do- ë mein Bokrijk (in de buurt van de fietsparking en het zondag 20 -10 -2019 - OVMW (V) Koetshuis), Craenevenne, 3600 Genk. Gulke Puen , Wingene Gids: Marc Meert (0477 61 47 09) Samenkomst om 9.30 u aan de ingang van het domein ë in de Predikherenstraat. zaterdag 02 -11 -2019 - AMK (V) Paddenstoelenwandeling van Natuurpunt Gulke Puen Zoniënwoud te Groenendaal (Hoeilaart) met enkele OVMW -ers als gidsen (o.a. Mieke Verbe- Vertrek aan de parking van het Kasteel van Groenen- ken). Het is een familiewandeling met achteraf boeken- daal (Inverde) Duboislaan 1b te Hoeilaart. ‘s Middags verkoop (algemene natuurboeken). wordt er gepicknickt in het Bosmuseum Jan van Ruus- Contact: Mieke Verbeken (0494 75 72 02) broec, GPS -adres Tumulidreef, 1560 Hoeilaart. Eten en ë drank zelf mee te brengen; er is geen eten of drank te zaterdag 26 -10 -2019 - OVMW (D) verkrijgen. Universitaire campussen UGent te Gent Leiding: Lieve Deceuninck (0475 26 81 67) ‘s Morgens s amenkomst om 9.30 u. aan de Sterre ë (hoofd ingang kruispunt Krijgslaan en Galglaan). zaterdag 02 -11 -2019 - OVMW (V) ‘s Namiddags samenkomst om 14.00 u. Proeuinstraat Zwinnebosjes , Knokke -Zoute 84A, Gent. Samenkomst om 9.30 u. aan parking het Zwin, Graaf Contact: Mieke Verbeken (0494 75 72 02) Leon Lippensdreef ë Contact: Mieke Verbeken (0494 75 72 02) zondag 27 -10 -2019 - AMK (V) ë

2019 / 3 Sporen 4

zondag 03 -11 -2019 - ZWAM (N) Vertrek om 14.00 uur op de parking bij de begraaf- Kesselberg te Kessel -Lo plaats te Blanden, einde Kartuizerstraat links na het voetbalveld. Na de excursie gezellig napraten bij een Vertrek om 14.00 uur bovenaan de Koningsstraat te drankje. Kessel -Lo, te bereiken via de Bergstraat. Leiding: Georges Buelens (0471 20 50 14) Leiding: Georges Buelens (0471 20 50 14) ë ë zaterdag 09 -11 -2019 - AMK - OVMW (V) zaterdag 16 -11 -2019 - AMK (V) Stropersbos te Stekene (Kemzeke) Prinsenpark te Ree, met etentje als seizoensafsluiter Gezamenlijke excursie AMK -OVMW. Vertrek om 9.45 u. Vertrek om 9.45 u. op de ruime parking aan de ingang, Kastelsedijk te Ree. GPS -adres: Kastelsedijk 10 te Des- op de parking aan De Stropersstraat t.h.v. de westelijke sel. Bereikbaar via E34, afrit 25, richng Ree via N18 toegang tot de Liniedreef (= nabij voormalig Fort Sint - (± 4 km). Aan rond punt de ring rond Ree nemen (1 Jan). Te bereiken via de Expresweg E34 (= N49), afrit 11 km), dan rechts de N118 nemen, richng Geel. Na 3,5 (Kemzeke). Volg de N403 richng Hulst over 1 km. km, aan verkeerslichten, rechtsaf nemen, richng Prin- Waar je aan je linkerzijde ‘‘ Donckers Gereedschappen ” senpark. Halve dag, met etentje als seizoensafsluing. ziet (= Stroperstraat 73, 9190 Kemzeke), ligt een kleine Leiding: Jos Volders (0497 66 62 84) 100 m verder de bedoelde parking aan de rechterzijde. ë Als deze volzet is, vind je wat verderop langs de Stro- zondag 17 -11 -2019 - ZWAM (N) perstraat plaats op de parkeerstrook. Leiding: Hugo De Beuckeleer (0478 50 96 35) Op zoek naar Aardtongen te Diest Vertrek om 14.00 uur op de parking bij de Citadel te ë Diest. Samen zoeken we aardtongen die er dan hopelijk zaterdag 16 -11 -2019 - OVMW (V) zullen te zien zijn! Heidebos , Wachtebeke/Moerbeke Leiding: Robert De Ceuster (0484 66 43 70) Samenkomst om 9.30 u. aan parking 1 van het Heide- ë bos (Keizershoek, Moerbeke) ; GPS coördinaten: zaterdag 23 -11 -2019 - OVMW (V) 51.178162; 3.9147677. Makegemse bossen , Merelbeke + etentje achteraf in Contact: Mieke Verbeken (0494 75 72 02) de Zoete Zonde om het veldseizoen af te sluiten. ë Samenkomst om 9.30 u. aan de Zoete Zonde (Bosstraat zondag 10 -11 -2019 - ZWAM (N) 1, Merelbeke ). Mollendaalbos , met afsluiter Contact: Marc Haerssens (0476 94 28 51)

Sporen 2019 / 3 5

De bijeenkomsten (W) in Gent gaan door om 10.00 uur (tot ten laatste 16.00 uur) bij de Onderzoeksgroep Mycologie van de Uni ver siteit Gent, K.L. Lede ganck straat 35, 2 e verdieping. De toegang is het gemakkelijkst via de planten tuin. De microscopie -avonden beginnen om 19.30 uur ; gebruik ‘s avonds de hoofdingang. De bijeenkomsten in Antwerpen gaan door in de Bioruimte van de UAntwerpen, Campus Drie Eiken (gebouw Gouver - neur Andries Kinsbergen), GPS -adres: Fort VI -straat te Wilrijk (tegenover gebouw G). Vóór iedere ver ga de ring (behalve bestuur lijke vergaderingen) is er vanaf 19.00 uur gelegenheid om boeken uit de bibliotheek te ontlenen. Het op stellen van de microscopen voor prakjklessen en mycologische werk groepavonden gebeurt bij voorkeur vóór 20.00 uur zodat de sessies vlot kunnen be ginnen. De bib is steeds gesloten de 4 e dinsdag van de maand. De ZWAM -bijeenkomsten in Diest gaan door van 19.00 tot 22.00 uur in het Bezoekerscentrum van het Webbekoms - broek, Omer Vanoudenhovelaan 48 te Diest.

dinsdag 01 -10 -2019 - AMK (A) op vers materiaal

Determinaeavond met les microscopische technieken Het thema wordt bepaald aan de hand van de aanwezi- op vers materiaal ge exemplaren. Leiding: gevorderde leden. Van 19.30 - 22.00 u. Het thema wordt bepaald aan de hand van de aanwezi- ge exemplaren. ë Leiding: gevorderde leden. Van 19.30 - 22.00 u. dinsdag 22 -10 -2019 - KVMV (A)

ë KVMV -bestuursvergadering dinsdag 08 -10 -2019 - AMK (A) KVMV -bibliotheek gesloten. Determinaeavond met les microscopische technieken ë op vers materiaal zaterdag 26 -10 -2019 - AMK Het thema wordt bepaald aan de hand van de aanwezi- Cursus ‘Microscopie in funce van de mycologie ’: veld- ge exemplaren. excursie 1 Leiding: gevorderde leden. Van 19.30 - 22.00 u. Thema: geen microscopie zonder macro -observae. ë Praksche informae over deze veldexcursie wordt maandag 14 -10 -2019 - ZWAM (A) rechtstreeks aan de deelnemers overgemaakt. Zie ook Educaeve bijeenkomst ZWAM te Diest de aankondiging van de cursus in Sporen 12 -3 of kvmv.be/index.php/actueel . Mogelijkheid om onder begeleiding van ervaren myco- logen, met eigen microscoop en vondsten, aan deter- ë minae te doen. De bibliotheek is dan open voor het maandag 28 -10 -2019 - ZWAM (N) gebruik van determinaewerken vanaf 19.00 u. Educaeve bijeenkomst ZWAM te Diest ë Mogelijkheid om onder begeleiding van ervaren myco- dinsdag 15 -10 -2019 - AMK (A) logen, met eigen microscoop en vondsten, aan deter- Determinaeavond met les microscopische technieken minae te doen. De bibliotheek is dan open voor het

2019 / 3 Sporen 6 gebruik van determinaewerken vanaf 13.30 u. LET OP: dinsdag 12 -11 -2019 - AMK (A) vakaneperiode! AMK -stuurgroepvergadering ë Alle leden zijn welkom bij de bespreking van de AMK - dinsdag 29 -10 -2019 - AMK (A) werking. Agendapunten: organisae Algemene verga- dering 2020 + opstellen excursielijst 2020. Excursie - Determinaeavond met les microscopische technieken ideeën kunnen op voorhand gemaild worden naar lie- op vers materiaal [email protected] . Aanvang: 19.45 u. Thema: Mycena Leiding: gevorderde leden; leiding Mycena: Lieve De- ë ceuninck dinsdag 19 -11 -2019 - AMK (A) Van 19.30 - 22.00 u. Start cursus: les 1 - het maken van verschillende soorten ë preparaten dinsdag 05 -11 -2019 - KVMV (A) Voor de ingeschrevenen van de cursus ‘Microscopie in Redaceraad Sporen funce van de mycologie ’; info en inschrijving: Judith KVMV -redaceraad voor Sporen De Keyser ([email protected] - tel. 0495 69 89 50). Zie ook aankondiging verder in deze Sporen of op ë hps://kvmv.be/index.php/actueel . dinsdag 05 -11 -2019 - AMK (A) Aanvang 19.30 u. voor opstelling microscopen. De cur- Determinaeavond met les microscopische technieken sus begint spt om 20.00 u. op vers materiaal ë

Het thema wordt bepaald aan de hand van de aanwezi- maandag 25 -11 -2019 - ZWAM (A) ge exemplaren. Educaeve bijeenkomst ZWAM te Diest Leiding: gevorderde leden. Van 19.30 - 22.00 u. Mogelijkheid om onder begeleiding van ervaren myco- ë logen, met eigen microscoop en vondsten, aan deter- zondag 10 -11 -2019 - AMK minae te doen. De bibliotheek is dan open voor het Cursus ‘Microscopie in funce van de mycologie ’: veld- gebruik van determinaewerken vanaf 19.00 u. excursie 2 ë Thema: veldvereisten voor microscopisch onderzoek dinsdag 26 -11 -2019 - AMK (A) Praksche informae over deze veldexcursie wordt rechtstreeks aan de deelnemers overgemaakt. Zie ook Cursus, les 2: basidiën en sporen (vormen en observa- de aankondiging van de cursus in Sporen 12 -3 of emilieu) kvmv.be/index.php/actueel . Voor de ingeschrevenen van de cursus ‘Microscopie in ë funce van de mycologie ’. Aanvang 19.30 u. voor opstelling microscopen. De cur- dinsdag 12 -11 -2019 - ZWAM (A) sus begint spt om 20.00 u. Educaeve bijeenkomst ZWAM te Diest ë Mogelijkheid om onder begeleiding van ervaren myco- dinsdag 03 -12 -2019 - AMK (A) logen, met eigen microscoop en vondsten, aan deter- minae te doen. De bibliotheek is dan open voor het Cursus, les 3: cysden (vormen en observaemilieu) gebruik van determinaewerken vanaf 19.00 u. Voor de ingeschrevenen van de cursus microscopie. ë Aanvang 19.30 u. voor opstelling microscopen. De cur-

Sporen 2019 / 3 7 sus begint spt om 20.00 u. dinsdag 17 -12 -2019 - AMK (A)

ë Cursus, les 5: het meten van de verschillende elemen- maandag 09 -12 -2019 - ZWAM (A) ten

Educaeve bijeenkomst ZWAM te Diest Voor de ingeschrevenen van de cursus ‘Microscopie in funce van de mycologie ’. Mogelijkheid om onder begeleiding van ervaren myco- Aanvang 19.30 u. voor opstelling microscopen. De cur- logen, met eigen microscoop en vondsten, aan deter- sus begint spt om 20.00 u. minae te doen. De bibliotheek is dan open voor het gebruik van determinaewerken vanaf 19u00. ë ë dinsdag 24 -12 -2019 - KVMV dinsdag 10 -12 -2019 - AMK (A) KVMV -bibliotheek gesloten Cursus, les 4: overige cellen UAntwerpen -bioruimte niet toegankelijk. Voor de ingeschrevenen van de cursus ‘Microscopie in ë funce van de mycologie ’. dinsdag 31 -12 -2019 - KVMV Aanvang 19.30 u. voor opstelling microscopen. De cur- sus begint spt om 20.00 u. KVMV -bibliotheek gesloten ë UAntwerpen -bioruimte niet toegankelijk.

Grinniken met mycologen (1) (Staf Persoons)

2019 / 3 Sporen 8

Wasplaatmycena ( Hemimycena mairei ) en een beetje zand

Lucrèse Vannieuwerburgh – [email protected]

Op 22 september 2015 wandelden we in de duinen van Bredene. Vanzelfsprekend loop je niet zomaar voorbij aan een paar grauwe, crèmekleurige, wasachge paddenstoeltjes tussen gras en mos in een wat vochg duinpannetje, integendeel: je gaat er zelfs voor op de knieën om ze nader te bekijken.

Fig. 1: Wasplaatmycena Fig. 2: Vruchtlichamen

Hun sterk aflopende lamellen vielen meteen op. Er kon ledig wit (fig. 2), meestal convex, hemisferisch tot geen opvallende geur of smaak worden vastgesteld. Zo - breed campanulaat, de lamellen aflopend en vrij dik. In als vaak bij de kleintjes stonden we weer voor een di- tegenstelling tot de meeste hemimycena ’s hebben de lemma: Sneeuwzwammetjes ( Hygrocybe virginea ) of soorten vrij grote vruchtlichamen. Deze kleine sece mis schien Wasplaatmycena ’s ( Hemimycena mairei )? omvat ook nog: Groezelige schijnmycena ( Hemimycena Het was niet meteen duidelijk. Wasplaten ( Hygrocybe ) sordida ), Hemimycena juncicola en Hemimycena ochro- hebben gladde, niet -diverculate hoedhuidhyfen. De galeata . microscopie toonde duidelijke diverculate hoedhyfen, Beschrijving kenmerkend voor Wasplaatmycena ( Hemimycena mai- Hoed 4–10 mm diam., zelden helemaal wit, overwe- rei ) (fig. 1). gend crèmekleurig, in het centrum iets donkerder, Wasplaatmycena - Hemimycena mairei (J. -E. Gilbert) soms wat grijsbruin tot rosbruin, wasachg bij vochg- Singer heid, breed klokvormig, convex, soms helemaal afge- De Wasplaatmycena ( Hemimycena mairei ) behoort tot plat of verdiept in het midden, al dan niet doorschij - Hemimycena sece Pseudocamarophyllus Antonín & nend gestreept. Noordel. (2004) en is de typesoort van deze sece. De Lamellen L = 12 -22, l = (0) - 1 ( - 3), wit tot lichtgrijs, ho- naam van de sece verwijst naar de gelijkenis met klei- rizontaal aangehecht tot sterk aflopend, concaaf, dik, ne wasplaten van het genus Camarophyllus , de groep wijd uit elkaar, al dan niet tot aan de hoedrand reikend, van de sneeuwzwammetjes. De hoeden zijn zelden vol- soms onregelmag, gevorkt, aderig verbonden of met

Sporen 2019 / 3 9

Fig. 3: Lamellen (a: exsiccaat) Fig. 4: Sporen

Fig. 5: Cheilocysde Fig. 6: Pileipellis

anastomose, snede glad. In gedroogde toestand vallen Spipellis diverculaat met korte uitgroeisels. de aflopende lamellen nog meer op (fig. 3). Caulocysden 10 -40 × 3 -7,5 µm, cilindrisch, clavaat, Steel 10 -40 × 1,5 -3 mm, wit tot lichtgrijs, glad, al dan onregelmag van vorm, dunwandig (fig.7). niet berijpt over de hele lengte. Gespen aanwezig. Microscopie Ecologie Sporen 6,5 -8 × 4 -4,5 µm, Q= 1,7; breed ellipsch, breed Wij vonden Hemimycena mairei telkens in vrij zandige fusiform, amygdaliform, duidelijke apiculus, inamyloïd terreinen tussen gras en mos. Volgens Gröger (2006) (fig. 4). komt deze soort voor op afgestorven stolonen van Basidia 25 -30 × 6 -7 µm, clavaat, 4 -sporig. grassen in gazons op kalk. Ludwig (2012) noteert dat ze Cheilocysden ontbreken of zijn zeer miniem in aantal tussen en op resten van grassen en mossen groeit, en dan clavaat, fusoïd (fig. 5). meestal op betere, lemige, zelden op armere, zandige bodem. Arnolds & van den Berg (2013) geven ‘ecocode Pleurocysden niet waargenomen. voor typen substraat 1.5: op de grond, humusarme klei Pileipellis diverculaat met verspreide uitgroeisels, of leem ’. Malysheva & Morozova (2009) hebben het geen pileocysden (fig.6). over een vondst, waarschijnlijk de eerste, op sterk ver-

2019 / 3 Sporen 10

maar in de gemagde zone lokaal al- gemeen is.

Variaes

Bon (1987) beschrij een Hemimyce- na mairei var. microspora met sporen 7(8) × 4 -4,5(5) µm.

‘Les spores nous ont paru différentes non seulement par leur taille mais aussi par leur forme ovo -ellipque ou à peine subrhomboïdale, en tout cas nullement ventrue ni fusiforme ou losangique. ’ Van deze variae gee Fig. 7: Caulocysden Ludwig als sporenafmengen: (5)5,5 - 6,5(8) x (4)4,5 -5(5,5) µm en verder vermeldt hij dezelfde opmerkingen als Bon. Maar vol- rot hout. In FUNBEL vinden we waarnemingen in kalk- gens Antonín & Noordeloos (2004) passen die afmen- rijk gemengd loof -en naaldbos. gen binnen de variaes waargenomen in de typische H. Fenologie mairei .

Deze soort ontdekten we jdens de maanden septem- Dubbelgangers ber, oktober en november. Volgens Antonín & Noorde- Groezelige schijnmycena ( Hemimycena sordida ) en He- loos (2004) komt ze reeds in (mei) augustus voor. mimycena juncicola kunnen verward worden met Was- Status plaatmycena ( Hemimycena mairei ) (Antonín & Noorde- De soort staat met m! en h! genoteerd in de Standaard- loos (2004), Ludwig (2012)). De eerste zou een ranzige lijst van en Myxomycota van Vlaanderen smaak hebben en de laatste lee op een specifiek sub- en het Brussels gewest (2006), dus microscopie en her- straat, nl. op Pitrus ( Juncus effusus ). Ook microscopisch bariummateriaal wenselijk. zou er een verschil zijn: cheilocysden zijn zeer zeld- zaam of ontbreken bij Wasplaatmycena maar zijn wel Het FUNBEL -rapport vermeldt 14 waarnemingen, waar- aanwezig bij de twee andere vermelde soorten. Geel- onder een vondst uit 1959 door Louis Imler. Vier overi- wie mycena ( Mycena flavoalba ), Ranzige mycena ge, persoonlijke waarnemingen gebeurden in Frankrijk: (Mycena olida ) en Sneeuwzwammetje ( Hygrocybe virgi- Baai van de Somme (28 oktober 2014), Stella Plage (29 nea ) kunnen ons ook doen twijfelen. Smeerwortelmyce- september 2008) en Camiers (20 oktober 2013). na ( Hemimycena candida ) echter kunnen we gemakke- Voor Arnolds & van den Berg (2013) is Wasplaatmyce- lijk uitsluiten daar die soort bij ons enkel waargenomen na een bedreigde soort. De NMV Verspreidingsatlas wordt op Gewone smeerwortel ( Symphytum officinale ). gee aan dat de soort mag algemeen is en genoteerd Opmerkingen werd in 81 atlasblokken. Volgens Antonín & Noorde- loos (2004) is de soort wijdverspreid in Europa. Bij Meusers (1985) vindt men een hoedbreedte van 16 Krieglsteiner (2001) hee het over een zeldzame soort, mm. Behalve Malysheva & Morozova (2009) die 5 mm sterk bedreigd o.a. door vermesng. Læssøe & Elborne aangeven, hebben de andere auteurs van de geraad- (2008) schrijven dat de verspreiding weinig bekend is pleegde literatuur het over hoeden met een breedte en dat de soort blijkbaar over het hoofd gezien wordt tot 20 mm. Geen enkele van onze colleces beant-

Sporen 2019 / 3 11

woordt aan die grooe. Wat de lengte van de sporen Paris, 710 p. betre, stellen we eveneens verschillen vast: de maxi- Læssøe T. & Steen A. Elborne (2008). Hemimycena in Knud- mumlengte gaat tot 9,5 (10) µm (Antonín & Noorde- sen H. & Vesterholt J. (eds.) Funga Nordica. Agaricoid, loos, 2004), 10 µm (Ludwig, 2012), 10,5 µm boletoid and cyphelloid genera, Nordsvamp, Kopenhagen, (Romagnesi, 1992) , 12,5 µm (Meusers, 1985). Slechts 965 p. Læssøe & Elborne (2008) houden het bij 8 µm; Ma- Ludwig E. (2012). Pilzcompendium Beschreibungen (Band 3). lysheva & Morozova bij 8,5 µm. Fungicon -Verlag, Berlin, 881 p.

Malysheva E.F. and Morozova O.V. (2009). Notes on He- mimycena European Russia. Czech Mycol. 61 (1) : 27 -71.

Literatuur Meusers M. (1985). Besmmungsschlüssel für weiße Arten Arnolds E. & van den Berg A. (2013). Beknopte Standaardlijst der Gaungen Mycena , Hemimycena , Delicatula und van Nederlandse Paddenstoelen, Nederlandse Mycolo- Gloio cephala - Mieilungsblad . APN 3(2a) : 66 -101. gische Vereniging, 287 p. NDFF Verspreidingsatlas Paddenstoelen (08 -06 -2019), Bon M. (1987). Hemimycena mairei var. microspora , hps://www.verspreidingsatlas.nl/paddenstoelen Doc.Mycol. 17 (67) : 6. Romagnesi (1992). Prodromes à une flore analyque des Gröger Frieder (2006). Besmmungsschlüssel für Bläerpilze Agaricomycètes [ Mycena, s.g. Hemimycena ] [corrigenda : und Röhrlinge in Europa (Teil 1), Regensburg, 638 p. 108 -2] in Bull. Soc. Mycol. France, t.108 (1992), fasc.1 : 1 - 15. Index fungorum: hp://www.speciesfungorum.org/names/ names.asp V. Antonín & Noordeloos M.E. (2004). A monograph of the genera Hemimycena, Delicatula, Fayodia, Gamundia, Myx- Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging: FUNBEL - omphalia, Resinomycena, Rickenella and Xeromphalina . database, Adm. E. Vandeven hps://kvmv.be/index.php/ IHW -Verlag, Eching. 279 p. soortenlijst - 26 -04 -2019 Walleyn, R. en Vandeven, E. (red.) (2006). Standaardlijst van Krieglsteiner G. J. (2001). Die Grosspilze Baden - Basidiomycota en Myxomycota van Vlaanderen en het Würembergs (Band 3), Verlag Ulmer, Stugart. Brussels Gewest, Instuut voor Natuur - en Bosonderzoek, Kühner R. (1938). Le genre Mycena (Fries) Paul Lechevalier, 143 p.

2019 / 3 Sporen 12

Mycopan scabripes var. scabripes - Bruingrijze sapsteel, een hoogtepunt bij lage temperatuur

Lieve Deceuninck - [email protected]

Samenvang. Bruingrijze sapsteel ( Mycopan scabripes var. scabripes ) werd voor het eerst in Vlaanderen gevonden op 21 november 2003 in de bossen de Merode te Kortenberg op een sterk vergane populier. Op 13 december 2018 in Fort 7 te Wilrijk (Antwerpen) volgde een tweede vondst op een sterk verroe loooutstronk. Deze laatste vondst wordt in dit arkel beschreven.

Inleiding. We bevonden ons al diep in het padden- exemplaar vroeg toch om meer aandacht. Daarom toch stoelenseizoen 2018 toen de afdeling AMK het Fort 7 te maar even teruggelopen naar de plaats delict, waar de Wilrijk bezocht. Dit Brialmonort bevat loooszones zwam geplukt was van een sterk verroe loooom- en kalkhoudende substraten zoals kalksteen, beton en stronk. Na intensief speurwerk, het sombere weer mortel. Ondanks de plots opgetreden vorst zouden we maakte het ons niet makkelijk, vonden we nog enkele uiteindelijk op die dag toch nog 51 soorten noteren. exemplaren in kleine groepjes.

Ook al lukte het amper om met bevroren vingertoppen Uit het microscopisch onderzoek dat bij thuiskomst de soortnamen op papier te schrijven, de vondsten ble- verricht werd, bleek dat het genus Mycena moest uit- ven aangebracht worden. Zo kreeg ik met een ’het zal gesloten worden, waarna het duidelijk werd dat het om wel een bevroren Helmmycena ( Mycena galericulata ) vruchtlichamen van de weinig waargenomen, mogelijk zijn ’ een zeer donker vruchtlichaam aangereikt. zeldzame, Bruingrijze sapsteel (fig. 1) ging. Het warme gevoel dat hierbij opsteeg, deed de nog halevroren De hoed was zwartbruin, de lamellen wit en zonder handen snel ontdooien. aderige verbindingen (geen anastomose), de steel vol- ledig bepoederd. Bij torsen brak de steel meteen. Dit Determinae Mycopan scabripes var. scabripes (Murrill) Redhead, Moncalvo & Vilgalis - Bruingrijze sapsteel

syn. scabripes (Murrill) Singer

Het onderzoek. Vooropgesteld dat het om een Myce- na -soort zou gaan, worden de eerste microscopische waarnemingen en mengen uitgevoerd in water.

Een eerste verrassing zijn de grote, tot 100 µm lange cysden (fig. 2), gevuld met grote vacuolen en tal van kleine druppeltjes, zeer verspreid staand tussen de basidiën. Meerdere cysden zijn omgeven door een slijmlaag rond de lange, cilindrische nek. Bij een later onderzoek op het gedroogde herbariummateriaal is deze slijmlaag nog duidelijker omdat de sporen op die Fig. 1: Mycopan scabripes var. scabripes – Bruingrijze sapsteel

Sporen 2019 / 3 13

gens toont zwak amyloïde sporen (fig. 4) maar er valt geen duidelijke dextrinoïde reace van het trama waar te nemen. Nochtans kleurt dit bij vele Mycena -soorten opvallend wijnrood, purperrood of bruinrood.

Sleutelen naar het genus. Slechts enkele Mycena - soorten hebben gladde hoedhuidhyfen gecombineerd met grote gladde cysden. Deze kenmerken vinden we bij Mycena sect. Calodontes terug waarvan Elfen- schermpje ( Mycena pura ) de best gekende vertegen- woordiger is. Het vlees van deze soorten hee een typi- sche, scherpe raapgeur en het trama reageert dextrino- ïde in Melzers reagens.

Bijgevolg gaat het hier niet om een Mycena -soort. Het genus Taaisteeltje ( Mycenella) , macroscopisch op Mycena gelijkend, wordt eveneens uitgesloten. De Eu- ropese Mycenella -soorten hebben pileo - en cau-

Fig. 2: Pleurocysden ; inhoud met vacuolen en vele druppeltjes

zone blijven vastkleven.

Hoedhuid (fig. 3), steelhyfen en cysden vertonen geen uitgroeisels maar zijn volledig glad. Het bekijken van Fig. 4: Amyloïde sporen in Melzers reagens aanvullende preparaten in congorood brengt geen bij- locysden die aan de basis van coralloïde uitgroeisels komende kenmerken aan het licht. De sporen zijn voorzien zijn. Daarenboven zijn behalve hun trama ook breed ellipsoïde, glad en meten 8,5 - 10,0 (11,0) × (5,5) hun sporen inamyloïde. 6 - 6,5 (7,0) µm. Een nieuw preparaat in Melzers rea- De breekbare, bepoederde steel (fig. 5), de grote cys - den en het ontbreken van coralloïde elementen wijzen met de geraadpleegdee literatuur op het genus Sap- steel ( Hydropus , waarvan enkele soorten nu onder het genus Mycopan terug te vinden zijn).

Sleutelen naar de soort binnen het genus Hydropus (Funga Nordica,2012; FAN 4, 1999) met de eigenschap- pen: mycenoïde vruchtlichamen, een hoedhuid zonder duidelijke pileocysden, zonder incrusterend pigment, de aanwezigheid van pleurocysden en ellipsoïde spo- ren die amyloïde zijn, resulteert in H. scabripes . Er be- staan 2 variëteiten: een 2 -sporige ( H. scabripes var.

Fig. 3: Hoedhuidstructuur

2019 / 3 Sporen 14 scabripes ) en een 4 -sporige ( H. mucronaat tot rostraat. scabripes var. quadrisporus ). De Verspreiding. hier beschreven vondst bevat Van het genus Hydropus kennen hoofdzakelijk 2 -sporige basidiën. we in Vlaanderen drie soorten, De bijkomend geraadpleegde, uit- met slechts 1 of 2 FUNBEL - voerige soortbeschrijvingen stem- registraes. Bruingrijze sapsteel men overeen met de vermelde werd op 21 november 2003 gevon- waarnemingen. den in de bossen de Merode in Het genus Hydropus behoort tot Kortenberg op een sterk vergane de familie en hee populier (Walleyn & Vandeven, mycenoïde, collybioïde of ompha- 2006) en op 13 december 2018 in lioïde vruchtlichamen. De soorten het Fort 7 te Wilrijk op een sterk groeien saprotroof op hout, blad- verroe loooutstronk. Trech- strooisel en mossen. De hoedhuid tersapsteel ( Hydro pus moserianus ) Fig. 5: Detail van de steel bestaat meestal uit een cus met werd op 2 juli 2011 in het Winkels- pileocysden, zelden een trichoderm maar nooit een broek te Turnhout op een dode stronk van wilg ( Salix hymeniderm en steeds zonder vertakte of coralloïde sp.) en in 2015 in Den Doolhof te Oud -Turnhout op de elementen (Bas, 1999). Op basis van moleculair onder- grond onder wilg aangetroffen. Een 3 e soort, Gerande zoek werd door Redhead, Moncalvo, Vilgalys (Index sapsteel ( H. marginellus ) werd in FUNBEL opgenomen Fungorum N° 15) het genus Mycopan gelanceerd voor met een vondst in het Drongengoed te Ursel op 5 no- de mycenoïde Hydropus -soorten. Fylogenesch bleek vember 2014. in 2002 deze soort zeer nauw verwant met Baeospora . In de omringende landen noteren we voor M. scabripes Hiervan kennen we Muizenstaartzwam ( Baeospora 4 hokken in Nederland, waarvan twee na 1990, verder myosura ), eveneens getypeerd door grote cysden doch ook nog 9 meldingen in Frankrijk en 29 in Duitsland. in een steriele band langs de lamelrand geplaatst. De Bijkomende vondsten kunnen in de toekomst mogelijk genusnaam Mycopan is een allusie op de mythische duidelijk maken of het effecef om zeldzame dan wel Pan met zijn harige benen en bosrijke woonplaats. Aan- weinig waargenomen soorten gaat. Hun gelijkenis met vullende genusinformae en sleutel tot de Europese Mycena -soorten is groot. Hydropus -soorten werd opgenomen in Sterbeeckia 31 Conclusie (Deceuninck, 2012). Vooringenomenheid wordt gelukkig een halt toegeroe- Een nauwverwante soort aan M. scabripes is H. tricho- pen bij het toepassen van microscopisch onderzoek. derma ; de hoedhuid van deze laatste is voorzien van Deze mooie vondst van een ogenschijnlijk banale of donker geïncrusteerde hyfen en duidelijke pileo- dan toch algemene Helmmycena resulteerde in Bruin- cysden. De cysden worden niet beschreven als voor- grijze sapsteel ( Mycopan scabripes ), zelden waargeno- zien van een slijmlaag (Kühner, 1938). Ondanks de dui- men en geregistreerd in Vlaanderen en de omringende delijke, scheidende kenmerken komen er ook colleces landen. Groeiend op sterk verrot looout, met een voor, die moeilijk uit te sleutelen zijn (Funga Nordica, zeer donkere hoedkleur en een volledig bepoederde 2012). Eveneens sterk gelijkend is H. nitens . Deze vrij steel was dit een schierend juweeltje in de winterse recent beschreven soort (R.A. Maas Geesteranus & A. donkerte. Hausknecht, 1993) wordt gekenmerkt door spoelvormi- De beschrijving van deze tweede vondst voor Vlaande- ge caulocysden waarbij het breedste deel zich in het ren draagt hopelijk bij tot een betere kennis van dit midden of hoger bevindt; de toppen zijn toegespitst, genus, deze soort en de verspreiding ervan.

Sporen 2019 / 3 15

Beschrijving

Mycopan scabripes var. scabripes (Murrill) Redhead, Moncalvo & Vilgalys, in Redhead, Index Fungorum 15: 1 (2013) syn. Hydropus scabripes var. scabripes (Murrill) Singer, Sydowia 15(1 -6): 66 (1962) [1961]

Bestudeerd materiaal: Wilrijk (Prov. Antwerpen), Fort 7, IFBL -code C4.36 -33, 13/12/2018, herb. L. Deceuninck, LD3954.

MACROSCOPIE Melzers reagens; inhoud met kleine druppeltjes of met grote drup- pel(s) en kleinere eromheen. Basidiën 25 -35(40) × 7 -8 µm; 2 -(4 -) Hoed: 25 -40 mm diam.; eerst paraboolvormig, later klokvormig, sporig, clavaat, sterigmen tot 11 µm. Cheilocysden opvallend breed conisch of gewelfd; donkerbruin, centrum zwartbruin, met groot, geen steriele band vormend langsheen de snede, 65 -95 × 13 - zwakke, brede umbo; oppervlak droog, kaal, radiair fijn gerimpeld, 17 µm, lageniform, smal utriform, fusiform, cilindrische nek tot 30 - doorschijnend gestreept indien vochg. Lamellen : L 24 -26, l 3 -4; 40 × 8 -9 µm, af en toe smal knotsvormig; basis smal, kort tot vrij recht aangehecht, kort aflopend met een tandje, convex, donker- lang gesteeld; top afgerond; nek vaak voorzien van een slijmlaag; grijs, geleidelijk bleker naar de rand, brede randzone lichtgrijs, bij hyalien; inhoud grote vacuole(n), vele kleine druppeltjes vooral in oude exemplaren met geelbruine vlekjes; lamelsnede glad, licht- de nek; pleurocysden opvallend groot, 65 -100 × 12 -17 µm; ver- grijs; geen anastomose waargenomen. Steel: 40 -80 × -3,5 -4 mm; spreid op de lamel; fusiform tot ventricose fusiform, lageniform, cilindrisch, breekbaar, kraakbeenachg, lichtgeelbruin, uiterste top smal utriform, cilindrische nek tot 12 -35 × 5,5 -8 µm, soms smal bleker; oppervlak droog, volledig berijpt met fijne, wie vlokjes; clavaat; hyalien; inhoud met vacuole(n) en vele kleine druppeltjes. hol; steelbasis wortelend, met vezels tegen substraat vastgehecht. Hoedhuid uit meerdere lagen opgebouwd, duidelijk gescheiden Vlees : stevig maar makkelijk breekbaar, waterig donkerbruin on- van hoedtrama; epicus , tot 15 µm dik, in preparaat makkelijk uit- der de hoed, boven de steel bleker, niet zwartwordend; geur : niet een te kken; individuele hyfen 2 -3 µm breed, zeer weinig ge- specifiek; smaak : niet specifiek tot zeer zwak muffig, zwak fungoïde. septeerd; glad; eindcellen licht opwaarts gebogen en zwak ver- Exsiccaatkleur niet zwartwordend. breed, smal clavaat; inhoud lichtbruin vacuolair pigment; subpellis ECOLOGIE 3,5 -25 µm breed, cilindrisch tot ellipsoïde, aan de septen zwak inge-

Groeiwijze: saprotroof, in kleine groepjes van 2 -4 exemplaren op snoerd, soms anastomoserend; eindcellen gezwollen; inhoud licht- sterk verrot looout in de nabijheid van steenpuin; biotoop: bruin tot bruin vacuolair pigment, geen incrusterend pigment waar- Brialmonort met loooszones en kalkhoudende substraten als genomen; hoedtrama smal cilindrische hyfen, weinig gesep teerd, kalksteen, beton en mortel. hyalien. Steelhyfen tot 16 µm breed, in de cortex 2 -4 µm breed, glad; caulocysden 60 -70 (100) × 4 -9,5 µm breed, veelvormig (smal MICROSCOPIE clavaat, bochg, subcilindrisch, subcapitaat, fusiform, soms hamer- Sporen 8,5 – 10,0 (11,0) × (5,5) 6 - 6,5 (7,0) µm, gem. 9,2 × 6,3 µm; vormig); top afgerond, naar buiten gebogen; inhoud lichtbruin va- Q = (1,3) 1,4 - 1,6, Q gem. 1,5; in zij -aanzicht ovoïde, ellipsoïde, cuolair pigment. Gespen : geen waargenomen in hoed, hymenium of obovoïde, amygdaloïde, in vooraanzicht obovoïde, ellipsoïde, lacry- steel. Chemische reaces in Melzers oplossing : geen dextrinoïde moïde; basis breed, zijdelings schuin toelopend naar geprononceer- reace in trama in hoed, hymenium of steel waargenomen. de apiculus; top breed afgerond; hyalien; wand zwak amyloïde in

10 µm b 10 µm

c

10 µm a Fig. 6: a. hoedhuidstructuur, b. cheilocysdenek met slijmlaag d e (links in vers materiaal, rechts in exsiccaat), c. spore, d. pleurocysden, 10 µm 10 µm e. caulocysden.

2019 / 3 Sporen 16

Literatuur

Bas C. (1999) Hydropus in: Bas C., Kuyper T.W., Noordeloos M.E. & Vellinga E.C. (eds.). Flora Agaricina Neerlandica 4.

Deceuninck, L. (2012). Hydropus moserianus Bas – Trechtersapsteel, een eerste vondst voor Vlaanderen. Sterbeeckia 31 : 37 -42.

Kühner, R. (1938). Le genre Mycena (Fries). Paul Lechevalier, Paris, 710 pp.

Laessoe T. (2012). Hydropus in Knudsen, H. & Vesterholt, J. (eds.) Funga Nordica. Agaricoid, boletoid, clavaroid, cyphelloid and gastroid genera. Nordsvamp, Copenhagen. 1083 pp.

Maas Geesteranus, R.A. & Hausknecht, A. (1993). Hydropus nitens , a new species from Austria. Österreichische Zeitschri für Pilzkunde 2: 15.

Murrill, W.A. (1916b). Pleurotus , Omphalia , Mycena and Collybia published in North American Flora. Mycologia 8: 218 –221.

Singer, R. (1982). Hydropus (Basidiomycetes - -Myceneae ). Flora Neotropica. The New York Botanical Garden. New York. 32 : 1 - 153.

Walleyn R. & Vandeven E. (red.) (2006) – Standaardlijst van Basidiomycota en Myxomycota van Vlaanderen en het Brussels Gewest. Rapporten van het Instuut voor Natuur - en Bosonderzoek, 2006(27). Brussel. 143 pp.

Websites

http://fongibase.adonif.fr/ http://www.indexfungorum.org/Publications/Index%20Fungorum%20no.15.pdf www.kvmv.be/index.php/paddenstoelen/soortenlijst – 30/7/2019 http://www.pilze -deutschland.de/organismen/mycopan -scabripes -murrill -redhead -moncalvo -vilgalys -2013 -1 https://www.verspreidingsatlas.nl/0058010

Bert groet ‘s morgens de zwammetjes (naar Paul van Ostaijen)

------Dag schij e met haartjes tussen ’t gras met wat dauw wouw wouw dag nae dauw dag frisse kou dag nog verlegen zon met wat rood en dag verlegen zon reeds zo rond rood en rond en harig schij e zo blond goeiedag

daa -ag haartjes fijn dag schij e klein Dag fijnbehaarde zwammelijn mijn

Durius Clericus

Sporen 2019 / 3 17

Verrassende vondsten kort toegelicht (7)

Elk jaar vinden we jdens onze talrijke excursies een groot aantal nieuwe soorten voor Vlaanderen naast heel zeld - zame soorten en soorten die al entallen jaren uit onze lijsten verdwenen zijn. Deze verrassende vondsten komen zelden in beeld, soms voor een beperkt publiek op een bijzonderevondsten -avond of op de jaarlijkse mycologendag. In deze rubriek willen we deze soorten een gezicht geven via een korte beschrijving, een beknopte literatuuropgave en enkele foto ’s.

Hypochnella violacea – Violet troskorstje

Gut Tilkin - driesen.[email protected]

aan oude en wilde variëteiten. Het kasteel is beschermd erfgoed en het park, de tuinen en de bossen zijn beschermd landschap. Boswachter Frank Ryckeboer toonde ons een parcours langs brede dreven, zachte hellingen met solitaire bomen en boomgroepen, grasvel- den met bosrijke randvegetaes en mooie doorzichten. We hebben jammer genoeg slechts een klein gedeelte van het domein kun- nen doorzoeken. Op een dode stam van beukenhout vonden we de zeer zeldzame Pluteus chrysophaeus of Ge- le aderhertenzwam. Bij de determinaes ach- Foto 1: Hypochnella violacea - Violet troskorstje teraf bleek Eutypella cerviculata of Gerimpeld elzenschorsschij e op een dode elzentak een nieuwe vondst voor Limburg. Onder een met Vind - en standplaats struiken begroeide rand vond Mathieu Driesen een Op donderdag 16 mei, midden in een droge periode, erg vermolmde looouak met een bruinpaarse kreeg Mycolim groen licht voor een excursie in het park korst. Deze weinig voorkomende kleur bij korst- van Kasteel Hex gelegen te Heks, een deelgemeente zwammen deed al onmiddellijk dromen van iets bij- van Heers. Het kasteel werd eind 18 de eeuw gebouwd zonders. in classicissche sjl als jachtslot voor de toenmalige Beschrijving prins -bisschop van Luik, François -Charles de Velbrück. Sinds 1940 behoort het 80 ha grote landgoed tot het Macroscopie patrimonium van de familie d ’ Ursel. Het wordt mo- Het wage vruchtlichaam is resupinaat, glad en aan- menteel bewoond en zorgvuldig beheerd door graaf gehecht en hee een grooe van 4 cm op 2 cm. In Ghislain d ’ Ursel. Het kasteel is omringd door mooie vochge toestand is de kleur bruinpaars maar ze ver- tuinen en een landschapspark met een sterk gevarieerd bleekt bij opdrogen snel naar een blijvende lichtpaar- reliëf. De rozentuin is beroemd voor zijn assorment se nt (foto 1). De rand is niet gediffereneerd.

2019 / 3 Sporen 18

Foto 2: Rechthoekig vertakte en geïncrusteerde Foto 3: Sporen in leidingwater subhymeniale hyfen

Microscopie (1984) kan je naar het genus Hypochnella gaan via amy- Het hyfensysteem is monomisch, zonder gespen en loïde sporen of via het kenmerk dikwandige, gladde doorgaans rechthoekig vertakkend. De subhymeniale sporen. In dat laatste geval moet je kiezen voor gele of hyfen zijn dunwandig, hyalien, hebben een diameter bruine sporen. In zijn korte beschrijving van de soort van 5 -7 µm (foto 2) en zijn bij ons exemplaar op heel vermeldt Jülich de amyloïditeit niet. Breitenbach & wat plaatsen sterk geïncrusteerd. De basale hyfen zijn Kränzlin (1986) gee een duidelijke foto van de korst in dikwandig, bruin gekleurd en hebben een diameter van vochge toestand, zoals wij ze zagen op terrein. 7-9 µm. De gladde, dikwandige sporen zijn in leidingwa- Voorkomen en verspreiding ter paarsviolet gekleurd, ovoïd tot licht amygdaliform, Het Violet troskorstje is een saprotrofe soort op hout. met een duidelijke apicule en met afmengen 6,0 -7,5 × Alle geraadpleegde bronnen geven meldingen op sterk 3,9 -4,6 µm (foto 3). Omwille van de gekleurde sporen- verrot looout. Volgens de gegevensbank FUNBEL be- wand kunnen we geen amyloïde reace vaststellen. De tre het de eerste geregistreerde vondst voor Vlaande- basidia zijn clavaat tot cylindrisch, zonder basale gesp, ren. In de Nederlandse verspreidingsatlas wordt de met 4 sterigmata en 19 -23 × 6,5 -7,3 µm groot. Cysden soort in vier atlasblokken gemeld en als uiterst zeld- zijn afwezig. zaam aangeduid. Determinae Exsiccaat: GT19010 De paarse kleur van het hymenium en de dikwandige, Literatuur en digitale bronnen paarse sporen brengen je met de synopsche sleutel Bernicchia A. & Gorjon S.P. (1010). Corciaceae s.l. Edizioni van Mycokey bij het genus Hypochnella . Dit genus was Candusso. Alassio. tot voor kort monotypisch met één gladsporige soort Breitenbach J. & Kränzlin F. (1986). Pilze der Schweiz. Band 2, nl. Hypochnella violacea Auersw. ex J. Schröt of Violet Nichtbläerpilze. Luzern. troskorstje. In 2010 werd het genus uitgebreid met een Hjortstam K., Larsson K -H. & Ryvarden L. (1987). The Cor- nieuwe soort met wrage sporen, gevonden in Brazilië ceaceae of North Europe. Fungiflora. Oslo. en Argennië, nl. Hypochnella verrucispora . De be- Jülich W. (1984). Kleine Kryptogamenflora. Band II b/1. Die schrijving van H. violacea in de determinaewerken van Nichtbläerpilze, Gallertpilze und Bauchpilze. Gustav Fis- Bernicchia (2010) en Hjörtstam (1987) komt goed over- her Verlag. Stugart -New York. een met onze waarnemingen. In beide werken heb je www.kvmv.be Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging, wel het kenmerk van amyloïditeit nodig om uit te sleu- 2019: FUNBEL -database, Adm. E. Vandeven telen tot de vermelde soort. Met de sleutel van Jülich www.verspreidingsatlas.nl/0337010

Sporen 2019 / 3 19

Het lanceermechanisme van sporen bij Basidiomycota

Staf Persoons - [email protected]

Samenvang. Voor de lancering van sporen bij Basidiomycota hee de natuur een uniek mechanisme ontwikkeld, gebaseerd op de vorming van water op en aan de voet van de spore. Bij het samenvloeien van deze waterelementen ontstaat er ten gevolge van het oppervlaktespanningseffect vrije energie die de spore met kracht lanceert.

Het is maar na eerder recente technologische ontwikkelingen van opnameapparatuur dat het lanceermechanisme nauwkeurig kon geobserveerd en geanalyseerd worden, waarbij een wiskundig model ontwikkeld werd, dat het lanceergedrag theoresch kon voorspellen.

Basidiomycota Basidiomycota zijn zwammen waarbij de sporen groei- en op de sterigmata van basidiën in het hymenium. Zodra de sporen rijp zijn worden ze acef weggescho- ten en daarom soms ook ‘ballistosporen ’ genoemd. Schemasche voorstelling van het lanceermechanisme In 1922 rapporteerde A.H.R. Buller, een Brits -Canadese mycoloog, over het ontstaan van een aangroeiende waterdruppel aan de voet van de spore, een aantal se- Fig. 1 conden (3 à 40 s) vooraleer de spore met kracht gelan- ceerd wordt. Deze druppel werd de ‘Bullerdruppel ’ genoemd. hilum, een samentrekking van het sterigma dat als af- scheidingszone werkt. Aan de voet van de spore be- Het lanceren gebeurt echter met zo ’n kracht/snelheid vindt zich de ‘hilar appendix ’ (een aanhangseltje), dat het juiste mechanisme ervan maar vele jaren later waarop de Bullerdruppel zich zal vormen. Dit aanhang- kon bepaald worden. seltje wordt soms ook het ‘punctum lacrymans ’ ge- C. Ingold, een Iers mycoloog, stelde in 1939 dat de drij- noemd (fig. 1). vende kracht kon ontstaan uit de oppervlakte -energie Het water nodig om de druppel te vormen, blijkt te ont- vervat in de Bullerdruppel. staan uit de omringende, vochge lucht. Aan het op- Het duurde tot 1991 vooraleer J.C.R. Turner en J. Web- per vlak van het aanhangseltje ontstaan suikers en ster het mechanisme van de sporelancering in meer meer waardige alcoholen, componenten die de conden- detail beschreven en daarbij een beginsnelheid van de sae van waterdamp drijven door de waterpotenaal spore berekenden. te verlagen. Een gelijkaardig effect ontstaat op het ad - Aan de hand van de volgende figuren wordt dit mecha- axiale oppervlak van de spore (dat is de buikzijde van nisme verklaard. de spore die gericht is naar de hoofdas van de basidie), De sporeapiculus is verbonden met het sterigma via het waardoor er hier een film wordt gevormd.

2019 / 3 Sporen 20

De druppel op het aanhangsel en de film op de spore groeien aan tot er een krische grooe van de druppel bereikt wordt, waarbij de druppel en de film elkaar ra- ken en de twee watermassa ’s in elkaar vloeien: de fu- sie. Onder invloed van de oppervlaktespanning ver- plaatst de massa van de druppel zich naar de spore en vormt er zich een nieuwe druppelmassa op de buik van de spore. Door de verandering in oppervlakte -energie ontstaat er een energie -overschot dat aan de spore met druppel een momentum gee die de basis vormt voor de lance- ring van de spore vanaf het sterigma. De lancering gebeurt zo snel, dat opnames met hoge - snelheidscamera ’s uit de jaren ‘80 dit niet duidelijk konden vastleggen. Het is enkel dankzij de nieuwste Fig. 2c Fig. 2d camera ’s met beeldsnelheden tot 250 000 beelden/s, dat het proces duidelijk kon gevisualiseerd worden.

Theoresche beschouwingen over het lanceermecha- nisme De Bullerdruppel en de waterfilm op de adaxia- Fase 1: startsituae even vóór lancering van de rijpe le sporezijde groeien aan (fig. 2c). spore (fig. 2a). Fase 3 : samenvloeiing van de twee vloeistofmassa ’s Fase 2: ontstaan van de Bullerdruppel en waterfilm. (fig. 2d). Hierdoor verplaatst het zwaartepunt zich naar Bij het begin van de druppelbeweging ontstaat beneden (fig. 2b). er een reacekracht op het sterigma en ver- plaatst het zwaartepunt zich bij de fusie plots terug naar boven.

Het sterigma is stabiel genoeg om de ‘af stoot - kracht ’ op te nemen door de interne turgor- druk. (‘ Turgordruk ’ is de druk van de celinhoud op de celwand en wordt veroorzaakt doordat water door osmose in de cel gaat.)

Op het eind van de druppelbeweging ontstaat er een ‘massa -momentum ’-kracht die de ver- bin ding met het sterigma belast en breekt. Af - hankelijk van de geometrie kan er een draai- koppel M ontstaan op de spore, waardoor deze een rotaebeweging krijgt (fig. 2e).

Fase 4 : lancering; de resterende spore -kracht lanceert de spore (fig. 2f).

Fig. 2a Fig. 2b

Sporen 2019 / 3 21

Praksche observaes Om de verdere theoresche beschouwingen te kunnen uitwerken, werden testopstellingen bedacht om: · de lancering en het baantraject van de spo- re te visualiseren en te meten;

· de grooe van de druppels (en dus de mas- sa) te bepalen;

· de grooe van de breekkracht ‘sterigma - spore ’ te bepalen. Hiertoe werd gebruik gemaakt van o.m. Auri- cularia auricula -judae als sporenproducerende zwam (No blin X. et al., 2009). Het sporetraject, alsook de oriëntae, werden opgenomen met een hoge -snel heidscamera aan snelheden van Fig. 2e Fig. 2f 75 000 tot 250 000 beelden/s.

Fig. 3 Beeldensequene voor A. auricula -judae opgenomen aan 90 000 beelden/s. (Noblin X. et al., 2009)

In het eerste deelbeeldje hierboven is de Bullerdruppel te zien. Onmiddellijk daarop gebeurt de fusie en wordt de spore weggeschoten, waarbij in de opeenvolgende beel- den opvalt dat deze spore een rotae-beweging krijgt.

Opnames van het eerste moment worden afgebeeld in fig. 4: beeldsequene A werd opgenomen aan 250 000 beel den/s; B aan 100 000 beelden/s en C aan 75 000 beel- den/s. (Noblin X. et al., 2009)

Fig. 4

2019 / 3 Sporen 22

Fig. 5: De doorbuiging h van het heoompje (gekalibreerd met een analysche balans) was een maat voor de benodigde kracht. (Noblin X. et al., 2009)

Het valt ook op dat de Bullerdruppel zich niet volledig Parameter Waarde over de spore verspreidt bij de fusie en de daaropvol- gende lancering. -14 massa (m d) 4,9 × 10 kg Er werd een specifieke testopstelling gecreëerd om de radius (R d) 2,25 µm breekkracht ‘sterigma -spore ’ te meten. Aangezien deze kracht een deel van de energie zal ‘verbruiken ’, zal er radius gefuseerde druppel (R D) 5,65 µm dus minder energie overblijven voor de versnelling van de spore -druppelcombinae.

Gekalibreerde glazen micro -heoompjes werden in Theoresch model contact gebracht met een spore en door middel van de Oppervlaktespanning adhesie tussen de spore en het heoompje werd aan de spore getrokken (fig. 5). Het mechanisme achter de lancering is gebaseerd op de oppervlaktespanning. Sommige sporen bleken een zwakke verbinding te heb- ben, wat resulteerde in breekkrachten van 0,08 tot 0,3 Moleculen van dezelfde of verscheidene stoffen oefe- µN, met een gemiddelde van 0,15 µN. Andere bleken nen wederzijdse aantrekkingskrachten uit (fig. 6). On- een sterkere verbinding te hebben die groter was dan derlinge aantrekking bij dezelfde stoffen heet ‘cohesie ’ de adhesiekracht tussen heoom en spore. Met speci- en deze bij verscheidene stoffen ‘adhesie ’. ale technieken werden breekkrachten genoteerd tot Deze twee situaes doen zich voor bij een vloeistof; in 4,8 µN. Dit lijkt er op te wijzen dat er zich een breukzo- de vloeistof zijn de onderlinge aantrekkingskrachten ne ontwikkelt bij sporerijpheid om een gemakkelijke gelijk en heffen elkaar zo op. Aan het vloeistofopper- breuk van de sporeverbinding toe te laten. vlak echter ondergaat een watermolecule een kracht- Een voorbeeld van enkele van de belangrijke parame- werking van de omliggende vloeistofmoleculen, maar ters van de Bullerdruppel, zoals gevonden bij één der ook van de luchtmoleculen. Daar de aantrekkingskracht testen: vloeistof -lucht kleiner is, ontstaat er een naar het vloei-

Sporen 2019 / 3 23

stofvlak gerichte kracht die als het ware de buitenste watermoleculen tegen het wateroppervlak aandrukt. In die grenslaag ontstaat er een spanning, de oppervlakte- spanning n genoemd. Deze wordt uitgedrukt in N/m. Ook ten opzichte van een vaste stof zijn deze onderlin- ge krachten aanwezig en aankelijk van de eigen- schappen van de vaste stof kan de contacthoek van de vloeistoffase met de vaste stof verschillen. Als deze hoek < 90° is, spreken we van een hydrofiele stof en is de hoek > 90° van een hydrofobe stof (fig. 7).

Dit is van wezenlijk belang wat betre de oppervlakte- spanning.

De oppervlakte -energie bij een sferische druppel met Fig. 6 straal R d is het product van de oppervlaktespanning en het oppervlak

2 Esd = n4πRd (Nm)

Indien deze druppel op een hydrofiele stof terecht- komt, verandert de vorm naar bvb. een bolkap met als oppervlak 2 πRDh, maar het volume blij praksch on- gewijzigd.

De oppervlakte -energie voor de bolkap bedraagt Fig. 7

Ebk = n2πRDh (Nm)

Als algemene uitdrukking kan volgende formule toege- past worden voor het bepalen van de restenergie na de fusie: 2 Erest = n4πRd (1 – Rd/R D ) Fig. 8

Hieruit volgt dat hoe groter de radius is van de bolkap- vorm, hoe groter de restenergie zal zijn.

Modelopbouw De energie nodig om de spore te lanceren komt voort uit de verandering van de oppervlakte -energie bij de druppel/film fusie (fig. 8). Er ontstaat namelijk een po- sieve restenergie, die de spore -druppelcombinae een startsnelheid v 0 zal bezorgen.

Zodra de spore gelanceerd is, zal ze twee extra krach- ten ondervinden: de zwaartekracht en de luchtweer- stand. Inieel zal de posie van de gelanceerde spore Fig. 9

2019 / 3 Sporen 24

vooral bepaald worden door de luchtweerstand. Na- De restenergie zal bij de fusie de Bullerdruppel een be- derhand, als de snelheid van de spore -druppel - ginsnelheid v d geven. Op ’t eind van de fusie zal de combinae voldoende is afgeremd, wordt de zwaarte- druppel de spore een momentum geven waardoor de kracht de meest bepalende baanfactor. Idealiter is de spore samen met de druppel met een beginsnelheid v O na ge noeg horizontale vlucht beperkt, zodat de wegge- wegschiet, met schoten spore niet tegen de naastliggende lamel botst, vO = v d . m d /m D zoals afgebeeld in fig. 9. Een reeks van mengen en berekende snelheden gaf De luchtweerstand zal de spore -druppelcombinae af - als gemiddelde verhouding voor A. auricula -judae rem men. Door de zeer kleine afmengen is de lucht- vOgemeten /v Oberekend = 0,73 stroming rond de spore -druppelcombinae als laminair met een spreiding van de aanvangssnelheden van ca. te beschouwen, waardoor de wet van Stokes kan toe- 0,8 tot 1,6 m/s. gepast worden: Er blijkt dus een redelijk goede overeenstemming te luchtweerstand = 6 πµR Dv bestaan tussen de gemeten en berekende waarden, met: µ = dynamische viscositeit van lucht (~1,84 × 10 -5 Pa.s) rekening houdend met het feit dat de breekkracht voor RD = de gemiddelde spore -druppelradius (m) de spore niet beschouwd werd bij de berekening.

v = snelheid (m/s) Gezien de kleine afmengen van de spore is dit een Mits wat wiskunde bekomt men als formule voor de relaef enorme beginsnelheid. verplaatsing: In fig. 10 worden de baan van de spore -druppel - -t/T T Xt = v 0 ΤT (1 – e ) (in m) combinae zoals gemeten met de videoapparatuur én de berekende waarden (met een aangenomen begin- met: v0 = de beginsnelheid (m/s) snelheid van 0,8 m/s! ) afgebeeld. (Noblin X. et al., T = m /6 πµR de vervaljdfactor (s) T D D 2009)

mD = massa van spore -druppelcombinae (kg)

t = jd (s)

De tweede belangrijke formule betre de restenergie, beschikbaar voor de lancering:

2 Erest =  4 πRd (1 – Rd/R D) (Nm) met: • = oppervlaktespanning voor de water/lucht fase, gelijk aan 72 × 10 -3 N/m.

Een deel van deze energie zal verbruikt worden om de spore los te breken van het sterigma en om de spore - druppel een rotae te geven jdens de vlucht.

Analyse van die twee mechanische aspecten hee aan- Fig. 10 getoond dat deze waarden eerder klein zijn en dat de energie voor het grootste deel (> 90 %) zal gebruikt De grafiek in fig. 11 toont de berekende baan over een worden voor de translae en omgezet worden in kine- langere jdspanne (tot 640 µs) waarbij men kan op- sche energie volgens de wet merken dat vanaf circa 500 µs er praksch geen trans- 2 Ekin = m v /2 lae meer optreedt en de spore finaal door de zwaarte-

Sporen 2019 / 3 25

kracht naar beneden zal vallen. De maximale horizonta- le afstand afgelegd bedraagt dan circa 0,14 mm. Deze afstand is voldoende om de spore van de lamel te ver- wijderen, maar onvoldoende om op de naastliggende lamel terecht te komen (fig. 9) .

Over een langere jdschaal bekomt men een typische baanvorm, de ‘sporabola ’, zoals afgebeeld in fig. 12.

Bij lancering is de spore -druppelcombinae zó snel, dat de baan praksch rechtlijnig blij. Na voldoende afrem- ming zal de zwaartekracht de beweging van de spore - Fig. 11 druppel gaan bepalen en valt deze rechtlijnig omlaag.

Meerdere testen en berekeningen van sporabola ’s wer- den uitgevoerd op verschillende soorten Basidiomycota met kleine tot grote basidiosporen, waarbij men zich concentreerde op de Bullerdruppel -grooe en horizon- taal afgelegde weg (Stolze -Rybczynski J. et al., 2009; Fischer M. et al., 2010).

Daarbij kon aangetoond worden dat de gevormde Bul- lerdruppel groter is naarmate de te lanceren spore gro- ter is en dat de afgelegde, horizontale weg dan ook gro- ter is.

Opmerkingen

· De observaes hebben aangetoond dat er variae Fig. 12 is in de uiteindelijke baankarakteriseken; dit is niet verwonderlijk daar kleine afwijkingen een ver- schil kunnen uitmaken, zoals bvb. de sporevorm, Besluit de breekkracht van de spore -sterigmaverbinding, De lancering van sporen bij de Basidiomycota hee de- de hydrofobiciteit van het spore -oppervlak, enz … cennialang mycologen geïntrigeerd.

· Dit lanceermechanisme geldt voor het merendeel Meerdere groepen academici hebben zich in deze ma- van de Basidiomycota (zoals de plaatjeszwammen, terie verdiept en verscheidene rapporten werden hier- buisjeszwammen, polyporen, koraalzwammen, over gepubliceerd. trilzwammen, korstzwammen). De publicae verschenen in ‘The Journal of Experimen- · Er zijn enkele uitzonderingen waarbij de sporen op tal Biology ’ ( Noblin X. et al., 2009) is bijzonder interes- een andere wijze verspreid worden, zoals bvb. bij sant, daar de groep van wetenschappers het principe de stuifzwammen, aardsterren, snkzwammen en van sporenlancering, op basis van de energie vervat in truffels. de Bullerdruppel, proefondervindelijk en theoresch geanalyseerd hee, waarbij er een theoresch model kon opgesteld worden dat voldoende nauwkeurige re-

2019 / 3 Sporen 26

sultaten opleverde voor dit opmerkelijk, fysisch mecha- Literatuur nisme. Buller, A. (1922). Researches on Fungi, vol. 2. Further inves- Dit model wordt het “energiemodel ” genoemd. gaons upon the producon and liberaon of spores in Hymenomycetes. Longmans Green and C°. London. 492 Verder onderzoek op een reeks Basidiomycota, gese- pp. lecteerd op basis van hun sporegrooe, toonde aan dat de natuur zich aanpast en grotere radii voor de Bul- Fischer M., Stolze -Rybczynski J, Cui Y. & Money N. (2010). How far and how fast can spores fly? Physical lerdruppel maakt - en dus meer bewegingsenergie limits on ballistospore size and discharge distance in the voorziet - bij grotere sporen, die ook een grotere hori- Basidiomycota. Fungal Biology, 114(8) : 669 -75. doi: zontale afstand kunnen afleggen. 10.1016/j.funbio.2010.06.002.

Langeron M. (1945) Précis de Mycologie: mycologie généra- le, mycologie médicale. Masson et C ie. 674 pp.

Noblin X., Yang S. & Dumais J. (2009). Surface tension propul- sion of fungal spores. Journal of Experimental Biology , 212 : 2835 -2843. doi: 10.1242/jeb.029975

Pringle, A., Patek, S., Fischer, M., Stolze, J. & Money, N. P. (2005). The captured launch of a ballistospore. Mycologia 97 -4: 866 -871. doi:10.3852/mycologia.97.4.866. Dankwoord Stolze -Rybczynski, J., Cui, Y., Stevens, M., Davis, D., Fischer, Met speciale dank aan Professor J. Dumais die toestond M. & Money, N.P. (2009). Adaptaon of the spore dis- om de foto ’s van de video -opnamen en de labo -test - charge mechanism in the Basidiomycota. PloS one , 4(1), opstelling te gebruiken voor deze bijdrage. e4163. doi:10.1371/journal.pone.0004163

Grinniken met mycologen (2) (Staf Persoons)

Sporen 2019 / 3 27

Cursus ‘Microscopie in functie van de mycologie ’ met voorafgaand twee veldexcursies

Na twee voorbereidende veldexcursies starten wij op dinsdagavond 19 november 2019 met een vijfdelige cursus ‘mycologische microscopie ’.

De doelgroep voor deze cursus zijn leden van de KVMV met een basiskennis van de macrokenmerken van pad- denstoelen. Iedereen die zich voordien laat inschrijven als lid, kan zich voor de cursus opgeven.

Cursuskalender Veldexcursies: de gebieden worden bepaald in funce van de verplaatsingsafstand van de cursisten

· excursie 1 op zaterdag 26/10/2019 : geen microscopie zonder macro -observae

· excursie 2 op zondag 10/11/2019 : veldvereisten voor microscopisch onderzoek

Microscopie -avonden: de lessen bestaan uit een presentae gevolgd door een praccum microscopie

· dinsdag 19/11/2019 : het maken van verschillende soorten preparaten

· dinsdag 26/11/2019 : basidiën en sporen (vormen en observaemilieu)

· dinsdag 03/12/2019 : cysden (vormen en observaemilieu)

· dinsdag 10/12/2019 : overige cellen

· dinsdag 17/12/2019 : het meten van de verschillende elementen

Verdere bijzonderheden De praksche afspraken voor de veldexcursies worden een week vooraf meegedeeld.

De cursusavonden gaan door in de bioruimte van de UAntwerpen, gebouw O, aan de Fort VI -straat te 2610 Ant- werpen vanaf 19.30 uur, zodat de microscopen kunnen opgesteld worden vóór het theoriegedeelte dat spt om 20 uur start. Dit gedeelte wordt onmiddellijk gevolgd door het prakjkgedeelte. De cursusavond eindigt om 21.50 uur.

Inschrijven kan bij de AMK -cursuscoördinator: [email protected] of 0495 69 89 50 .

P.S. Om praksche redenen zullen we de inschrijvingen afsluiten bij 20 kandidaten; snel inschrijven is dus de bood schap!

2019 / 3 Sporen 28

Noteer alvast in uw agenda!

29 e Vlaamse Mycologendag

De edie 2020 vindt plaats op 21 maart 2020 in de Universiteit Antwerpen en wordt georganiseerd door de AMK en de UAntwerpen, Faculteit Weten- schappen, dept. Biologie. Praksche informae vindt u in de volgende Sporen -nummers.

KVMV -vierdaagse te Ree

Die vindt plaats van 22 tot 25 oktober 2020. Voor het KVMV -werkweekend van volgend jaar ver- blijven wij in hotel Corsendonk De Linde te Ree, Kasteelstraat 67. Ree ligt in het centrum van de driehoek Turnhout, Geel en Mol en is gekend voor haar prachge natuur en rijke bossen. Organisae AMK. Praksche informae en inschrijvingsmodali- teiten in volgend Sporen -nummer.

Sporen 2019 / 3 29

Nieuwtjes uit recente tijdschriften (12.3)

Wim en Roosmarijn Veraghtert -Steeman [email protected] - [email protected]

Schweizerische Zeitschri für Pilzkunde 1/2019 nieuw kenmerk voor determinae van een aantal soor- G. Bovay, B. Desponds, I. Favre en C. Nicod maken een ten paddenstoelen wordt voorgesteld door E. Michon: portret op van een speciale basidiomyceet, Helicobasi- fluorescene onder ultraviolet licht. Bij dit arkel wordt dium purpureum , gevonden aan de voet van verdroog- een lijst gegeven van fluorescerende soorten uit het de exemplaren van Koninginnenkruid. De tweede genus Russula , Lactarius , Cornarius , Pholiota … en vondst van Leucoagaricus marriageae var. ammovires- worden illustraes gegeven van een aantal fluoresce- cens voor Zwitserland, vlakbij de moerassen van rende soorten als Hypholoma fasciculare en Tricholoma Neuchâtel, wordt beschreven door F. Freléchoux. Voor filamentosum . Een nieuwe ijsminnende myxomyceet, de beginners geven J. -P. Mon en Y. Delamadeleine Lamproderma yamamotoi , wordt voorgesteld door M. een overzicht van de verschillende groepen pleurotoïde Tamayama, M. Poulain en M. Meyer, waaraan een sleu- zwammen vergezeld van mooie foto ’s van zowel alge- tel tot de sneeuwminnende soorten uit het genus Lam- mene soorten als zeldzaamheden zoals Panellus vio- proderma wordt toegevoegd. laceofulvus en Hohenbuehelia geogenia . Bullen mycologique et botanique Dauphiné -Savoie Schweizerische Zeitschri für Pilzkunde 2/2019 229 In het Italiaanse deel van Zwitserland (Ticino), onder E. Michon en M. Chemarin beschrijven en illustreren een spar, werd door H. Woltsche een paddenstoel ge- een collece van de zeldzame houtzwam Gloiodon stri- vonden die in het veld eerst werd aanzien als Limacella , gosus , gevonden in het departement Isère. De ontdek- Phlegmacium of Pholiota omwille van de kleverige king van een zeer zeldzame melkzwam, Lactarius pilai , hoed. Microscopie maakte al snel duidelijk dat het om die gebonden is aan berkenmoerassen met veenmos, Inocybe vatricosa ging, een soort die daarna uitgebreid wordt behandeld door A. Bidaud, C. Fridlender en J. -L. wordt besproken. Vervolgens bespreekt R. Cagnoli de Jalla. De bezeng van een oud exemplaar van Inocus eerste Zwitserse vondst van I. silvae -herbaceae, waarbij rheades door Trametopsis cervina, waarbij gefocust ook de resultaten van de fylogenesche analyse wor- wordt op de associae tussen beide polyporen, wordt den weergegeven. Voor de beginners spien J. -P. uit de doeken gedaan door B. Rivoire en H. Dumesny. Mon en Y. Delamadeleine deze keer de familie van de Bij de mycologische inventaris van het natuurreservaat amanieten uit. Lauvitel (Naonaal Park des Ecrins) werden door F. Ar- mada uitgebreide beschrijvingen opgemaakt van de Bullen mycologique et botanique Dauphiné -Savoie speciale vondsten met soorten als Brunnipila clandes- 228 na, Capitotricha bicolor, Cistella grevillei.. . L. Francini brengt verslag uit van de zeldzame vondst van Clathrus archeri in Zwitserland. S. en J. Moingeon Bullen mycologique et botanique Dauphiné -Savoie en G. Moyne beschrijven en illustreren een collece 230 van een opvallende soort waarvan het scleroum is A. Ferville, G. Trimaille en A. Bidaud presenteren en ingebed in koeienmest: Pseudombrophila ripensis . Een illustreren zes Inocybe -soorten die werden verzameld vondst van Echinoderma hystrix in het Park Naturel de jdens de mycologische sessies in Evian -les -Bains: Ino - Chartreuse wordt behandeld door J. -P. Collin. Een cybe bevicyss , I. hypophaea , I. microspora , I. pelargo-

2019 / 3 Sporen 30

nium , I. subbrunnea en I. terrigena . In het tweede deel ten hiervan worden meer uitgebreid besproken: Ama- van de mycologische inventaris van het natuurreser- nita proxima, Camarosporidiella laburni, Hysterographi- vaat Lauvitel worden door F. Armada onder andere vol- um fraxini, Lactarius mairei, Limacella illinita, Neonec - gende speciale soorten behandeld: Conocybe subpu- tria coccinea, Rhodophana nitellina var. minor, Sepedo- bescens, Entoloma winterhoffii, Hygroporus hedrychii … nium chrysospermum, S. microspermum en Tricholoma cedretorum . Twee zeldzame soorten uit het genus Rus- Bullen mycologique et botanique Dauphiné -Savoie sula , R. cremeoavellanea en R. innocua , worden be- 231 schreven en bediscussieerd door U. Pera, gebaseerd op G. Gruhn en N. Hallenberg maken een beschrijving en colleces van “Parco delle Alpi Apuana ” (Toscane). illustrae van de eerste Franse collece van Phlebia georgica , een indicatorsoort voor oude bossen, gevon- Field Mycology 20 (2) 2019 den in twee oude sparrenbossen in de Pyreneeën. G. In Portret 78 behandelt P. Cullington Inocybe fusces- Eyssarer en X. Carteret beschrijven Cornarius persi- cenpes, een soort die in Groot -Briannië aljd bij Zon- milis als een nieuwe soort, voordien gepubliceerd als neroosje op kalkrijke bodem wordt aangetroffen. A. een vorm van C. obtusobrunneus in “Atlas des Cornai- Martyn Ainsworth en K. Liimatainen vertellen over de res ” (2004). Een zeldzame vondst van een polypoor op korstzwam Hyphodermella rosae , een soort die naast dood eikenhout, Steccherinum robusus , wordt be- zijn rol als opruimer van dode takken, ook takken van schreven door Y. Coureu en A. Favre. klimplanten, zoals Bosrank, helpt te klimmen op bij- Bullen mycologique et botanique Dauphiné -Savoie voorbeeld Hazelaar. Hierbij zorgt de zwam voor de 232 vasthechng en kan zich op die manier ook verder ver- Dit nummer van het jdschri is gewijd aan gallen. In spreiden. G. Kibby wijdt een arkel aan focus stacking het eerste deel wordt uitgelegd wat een gal precies is bij micro - en macrofotografie. Podosphaera lini , een en hoe ze ontstaat. In het tweede deel wordt dieper op meeldauw op Vlas, werd lang over het hoofd gezien in de soorten ingegaan die door schimmels en bacteriën Groot -Briannië en wordt hier nu besproken door C. D. worden veroorzaakt. In deel 3 en 4 worden soorten be - Preston en R. T. A. Cook. De verspreiding van Fomes fo - sproken die door dieren worden gevormd. mentarius in West -Kent wordt behandeld door J. Pi. Een aantal merkwaardige zwammen uit de koninklijke Rivista di micologia Bolleno dell Associazione mico- parken in Londen worden beschreven door A. Overall: logica Bresadola 61 (3) Tricholoma umbonatum, Hygrophorus carpini, Psathy- Twee nieuwe soorten en een nieuwe naam worden rella pygmaea, P. vinosofulva en Cornarius coerules- voorgesteld voor de geelkleurige soorten uit het genus cenum. Keisleriella holmiorum is nieuw voor Groot - Ramaria , door P. Franchi en M. Marche: Ramaria ba- Briannië en wordt onder de loep genomen door B. renthalensis . C. Agnello, M. Atzeni en A. Arisci beschrij- Spooner. ven de eerste collece van Smardaea verrucispora in Italië, gevonden in een bos in de buurt van Rome. S. Saia beschrij de eerste vondst van Gymnopilus mari- mus in Sicilië, een soort die in 2009 werd beschreven van Sardinië. M. Cervini behandelt de eerste Italiaanse vondst van Inocybe lacunarum , een soort die voordien enkel uit Scandinavië bekend was. M. Illice en R. To- deschini brengen verslag uit van 29 soorten die voor het eerst gerapporteerd werden uit Bologna; 10 soor-

Sporen 2019 / 3 Col ofon

SPOREN is een uitgave van de KVMV, de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging vzw. Afdelingen : Antwerpse Mycologische Kring (AMK), Mycologische Werkgroep Limburg (Mycolim), Oost -Vlaamse Mycologische Werkgroep (OVMW) en Zelfstandige Werkgroep voor Amateurmycologen (ZWAM).

Voorzier: Myriam de Haan Leopoldstraat 20, bus 1.1, 2850 Boom - 03 888 75 14 - [email protected] Ondervoorzier : Mieke Verbeken Predikherenstraat 37, 8750 Wingene - 051 65 89 80 - [email protected] Penningmeester: Lieve Van Boeckel -Deceuninck Alexander Franckstraat 235 - bus 3, 2530 Boechout - 03 455 01 27 - 0475 268 167 - [email protected] Secretaris : Dieter Slos Weingstraat 8, 9881 Aalter - 09 374 63 11 - [email protected] Ledenadministrae : Robert De Ceuster Kloosterbergstraat 34, 3290 Diest - 013 33 57 96 - [email protected] Overige bestuurders : André De Kesel, Haesaertsplaats 15, 2850 Boom - 0473 927 926 - [email protected] Georges Buelens, Grensstraat 56, 3271 Averbode - 0471 205 014 - [email protected] Gut Driesen -Tilkin, Kruisheideweg 32, 3520 Zonhoven - 011 72 59 24 - driesen.[email protected] Richard Pawlowski, Naaldert 8, 3550 Heusden -Zolder - [email protected] Roosmarijn Steeman, Bist 66, 2500 Lier - 0485 68 88 48 - [email protected] Wim Veraghtert, Bist 66, 2500 Lier - 0496 97 87 79 - [email protected] Internet : KVMV: www.kvmv.be AMK, MYCOLYM, OVMW en ZWAM vindt u onder de rubriek “Afdelingen ” Verantwoordelijke bibliotheek: Lucy de Nave, Jan Van Rijswijcklaan 277, 2020 Antwerpen - [email protected] FUNBEL Secr.: Emile Vandeven, Kleinewinkellaan 53 bus 1, 1853 Strombeek -Bever, 02 267 74 18 - [email protected]

Lidmaatschap KVMV 2020 : bedraagt 23 euro (inwonende gezinsleden zijn automasch medelid), te storten op de rekening IBAN BE17 7370 1875 7621 (BIC -code KREDBEBB) van de Konink lij ke Vlaamse Mycologische Vereniging, Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen. Voor leden buiten Europa bedraagt het lid maat schap 30 euro. De even tuele bankkosten worden gedragen door de opdracht - gever. Sterbeeckia en de nieuws brief Sporen (4 maal/jaar) zijn be gre pen in het lidgeld.

Sporen

Verantwoordelijke uitgever : Danny Minnebo, Kleine Molenstraat 19, 9290 Overmere Redaceleden : Georges Buelens, Gut Tilkin, Lieve Deceuninck, Robert De Ceuster en Ruben De Lange Eindredace en lay -out : Danny Minnebo - 09 367 95 49 - [email protected]

Ieder lid kan publiceren in Sporen . Teksten voor volgend nummer moeten vóór 1 november 2019 gemaild wor den naar het redacelid van zijn afdeling: AMK > Lieve Deceuninck - [email protected] MYCOLIM > Gut Tilkin - driesen.[email protected] OVMW > Ruben De Lange - [email protected] ZWAM > Georges Buelens - [email protected] Foto ’s of figuren in de tekst worden best nog eens afzonderlijk meegestuurd als beeldbestand, liefst als .jpg.

COPYRIGHT © Het copyright voor tekst en illustraes van de arkels berust bij de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging (KVMV). Auteurs behouden het recht om de eigen tekst en illustraes voor andere doeleinden te gebruiken. Het is niet toegestaan volledige of gedeelten van arkels of illustraes over te nemen zonder toestemming van de redace. ISSN 2030 -367X Inhoud

1 Editoriaal M. de Haan

2 Excursiekalender

5 Educaeve bijeenkomsten

7 Cartoon (1) S. Persoons

8 Wasplaatmycena ( Hemimycena mairei ) en een beetje zand L. Vannieuwerburgh

12 Mycopan scabripes var. scabripes - Bruingrijze sapsteel L. Deceuninck

16 Bert groet ‘s morgens de zwammetjes D. Clericus

17 Verrassende vondsten kort toegelicht (7): Hypochnella G. Tilkin violacea - Violet troskorstje

19 Het lanceermechanisme van sporen bij Basidiomycota S. Persoons

26 Cartoon (2) S. Persoons

27 Afdelingsnieuws AMK: Microscopiecursus J. De Keyser / L. Deceuninck

28 2020: Noteer alvast in uw agenda! L. Deceuninck

29 Nieuwtjes uit de recente jdschrien R. Steeman / W. Veraghtert