Bulletin S.R.B.E.IKB. V.E., 135 (1999): 181-183 Tuberta maerens (O.P.-CAMBRIDGE, 1863), een nieuwe spin voor de Belgische fauna (Araneae Hahniidae)

door Domir DE BAKKER & Leon BAERT

Koriinklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Departement Entomologie, Vautierstraat 29, 1000 Brussel (e-mail: [email protected], [email protected]).

Abstract

We report the capture of a female of Tuberta maerens (Araneae Hahniidae) for the first time in Belgium. Therefore we add it to the list of Belgian . Keywords: Tuberta maerens, Hahniidae, Araneae, Belgian spiders

Samenvatting

Het kamstaartje Tuberta maerens (Araneae Hahniidae) werd voor de eerste keer gevangen in Belgie en wordt dus hierbij toegevoegd aan de lijst van Belgische spinnen.

Resume

Nous rapportons la capture d'une femelle de Tuberta maerens (Araneae Hahniidae). Comme cette espece n' est pas sur la liste des araignees beiges nous la rapportons comme nouvelle pour la faune beige.

Inleiding Taxonomie en Systematiek Tijdens een bemonsteringscyclus van een jaar met bodemvallen in diverse bossen in het kader Genus Tuberta SIMON, 1884 van het project "Bosbodemclassificatie aan de hand van ongewervelde bosbodemfauna" Tuberta maerens (O.P.-CAMBRIDGE, 1863) (AMINAL-project B&G/15/96) werd de iden­ (Tuber (Gr.) = knobbel of zwelling, maerens titeit vastgesteld van een volwassen vrouwtje van (Lat.) = rouwig, triest) Tuberta maerens. V ermits deze spin niet bekend is van de recente soortenlijst van Belgische De systematische achtergrond van dit genus spinnen (MAELFAIT et al., 1998) melden wij ze laat nog vraagtekens toe over de juiste positie dus als nieuw voor de Belgische fauna. ervan. De soort werd beschreven als behorende tot de familie van de (O.P.-CAM­ Omstandigbeden BRIDGE, 1863). Daarna werd het genus Tuberta (samen met het genus Cryphoeca) door LEHTI­ Het vrouwtje werd gevonden in een dennen­ NEN (1967) overgeplaatst naar de subfamilie bestand in 'Het Kamp' (Gemeente Schilde) waar Cryphoecinae (Familie Hahniidae). BRIGNOLI de boomlaag bestaat uit Grove Den (Pinus (1983) en PLATNICK (1997) houden deze inde­ sylvestris). De struiklaag is opgebouwd uit Wilde ling nog aan, maar andere auteurs (LOCKET & lijsterbes (Sorbus aucuparia). De kruidlaag bevat MlLLIDGE, 1953; ROBERTS, 1985; HANSEN, v;goral planten van zandige en meestal voed­ 1992; RAMBLER, 1995; EVANS & RAMBLER, selarme omstandigheden zoals Bochtige smele 1995; ROBERTS 1998) betwijfelen de juiste (Deschampsia .flexuosa) en Pijpestrootje (Moli.,. sytemati~che positie van deze soort en vermelden nia caerulea). de soort nog altijd als behorende tot de familie

le! I van de Agelenidae. Op basis van welke ken­ zich waarschijnlijk situeren op bomen die merken zij dit doen is niet bekend (heel permanent blootgesteld zijn aan de zon. De waarschijnlijk de vorm van het web). Wij volgen geringe distributie in Groot-Brittanie zou te de systematische indeling van PLATNICK (1997). wijten zijn aan de. iets lagere temperaturen die de distributie van de soort zou belemmeren Tuberta was vroeger zeer nauw verwant met (BRISTOWE, 1939). Ook zou het een zeer slechte de genera Mastigusa (l'etrilus) en Cryphoeca. kolonisator zijn ingevolge : a) een trage repro­ Tetrilus daarentegen wordt door PLATNICK ductie waarbij er slechts 2-5 eieren per cocon (1997) bij de familie Dictynidae gerekend, hoe­ geproduceerd warden (HANSEN, 1992) e:t;t b) een we! LEHTINEN (1967) Tetrilus macrophtalmus en gering dispersievermogen (EVANS & liAMBLER, T. arietina bij Tuberta (Hahniidae) insluit. HAM­ 1995). Of deze spin oude bossen zou prefereren BLER (1995) rekent deze spin (door de bouw van betwijfelen we. Wij vonden de soort in 'Het het web en het typische habitat waar het voor­ Kamp' te Schilde in een aangeplant dennen­ komt) dichter bij Cryphoeca dan bij Tetrilus. bestand dat toch niet zo oud is ( ongeveer 70 jaar). Ecologie en voorkomen Een samenleven met mieren (zoals bij Mas­ De biologie en het preferentieel voorkomen tigusa) is niet bekend van de literatuur. van deze soort wordt uitgebreid beschreven door De soort is een van de !angst levende europese EVANS & liAMBLER (1995) en liAMBLER (1995) spinnen : in gevangenschap werden ze maar liefst en, tenzij anders vermeld, is alle informatie tot 32 maanden oud ( dit is de periode vanaf het afkomstig van deze auteurs. De soort blijkt voor uitsluipen uit het ei tot het afsterven van het te komen in Oostenrijk, Groot-Brittannie, Fran­ adulte exemplaar). Adulte mannetje zouden krijk, Duitsland, Hongarije, Italie en de Balkan voomamelijk gevangen warden tussen juli en {BONNET, 1959; BRISTOWE, 1939). november (zie ook HANSEN, 1992; HEIMER & Ze schijnt een preferentie te hebben voor NENTWIG, 1991). Vrouwtjes zouden gedurende relatief open en zonnige bossen. Ze werd ook het ganse jaar gevangen warden, maar met een soms in heide gevonden, maar dit zou waar­ piek van mei tot oktober. Onze vondst dateert schijnlijk om een migrerend exemplaar kunnen van de maand januari (lediging van 21 januari gaan (een bomenrij van Zomereik (Quercus 1998) wat in overeenstemming is met HANSEN robur) stond nog geen 200m van de bemonsterde (1992) die ooit ook een volwassen vrouwtje ving plaats). Er zijn reeds 8 vindplaatsen gekend in in januari. Of vrouwtjes ook bij ons het ganse Groot-Brittanie waar de soort het meest jaar kunnen gevangen worden is niet bekend (een gevonden wordt op Zomereik (Q. robur), maar waameming is te weinig om daar uitsluitsel over occasioneel ook op Grove den (Pinus silvestris), te geven). berk (Betula spec.), Beuk (Fagus sylvatica) en De soort wordt vermeld in LOCKET & Taxus (Taxus baccata.). De gegevens op het MILLIDGE (1953) en ROBERTS (1985). Deze soort vasteland zijn schaarser, waar ze is gemeld van wordt echter niet vermeld in ROBERTS (1998) olm (Ulmus spec.) en · Plataan (Platanus wat ons doet vermoeden dat deze soort over het hybrida). HEIMER & NENTWIG (1991) citeren ze hoofd werd gezien, gezien de meerdere mel­ als een soort die voomamelijk onder stenen en dingen van deze soort in Groot-Brittannie door onder schors te vinden is en beschrijven ze als IlAMBLER, 1995. Ondanks de meerdere waame­ zeer zeldzaam. De soort blijkt het liefst op takken mingen de laatste tijd staat de soort wel op de van bomen te leven die een voldoende textuur Rode Lijst in Groot-Brittannie (MERRETT & hebben voor verankering en vasthechting van het HAMBLER, 1991) web en voor het verbergen van de ingang van het web (zie ook HANSEN, 1992). Het bos moet dus Dankbetuiging een open structuur bezitten waarbij de takken van de bomen goed en snel kunnen opwarmen. Wij betuigen hierbij onze dank aan AMINAL, EvANS & liAMBLER (1995) onderzochten de afdeling Bos en Groen (IR. D. MADDELEIN) omdat zij microhabitatpreferenties van deze soort op ons de mogelijkheid (en de middelen) ter beschikking bomen en kwamen tot de conclusie dat ze zich hebben gesteld om dit onderzoek uit te voeren. Verder wordt ook het Instituut voor Bosbouw en vooral ophoudt op de meest blootgestelde delen Wildbeheer en medewerkers bedankt die dit project van de boom of tak en dat de grootste populaties co-ordineerden.

IJ2 Referenties leuropas. Verlag Parey, Berlin und Hamburg : 543 pp. BONNET P., 1959.- Bibliographia Araneorum. Vol. 2 LEHTINEN P., 1967. - Classification of the cribellate (5), Toulouse: 4231-5508. spiders and some allied families with notes on the BRIGNOLI P.M., 1983. -A catalogue of the Araneae evolution of the suborder . Annales described between 1940 and 1981. Manchester Zoologici Fennici 4 : 199-468. University Press, 755 pp. LOCKET M.A. & Mn..LIDGE A.F., 1953. - British BRISTOWE W.S., 1939.- The comity of spiders. Vol. Spiders. Vol. 11. Ray Society, London: 449 pp. I. Ray Society, London, 228 pp. MAELFAIT J.-P., BAERT L., JANSSEN M. & ALDER­ CAMBRIDGE O.P.-, 1863. - Descriptions of twenty­ WEIRELDT M., 1998.- A Red list for the spiders of four new species of spiders. Zoologist 21 : 8561- Flanders. Bulletin van het Koninklijk Belgisch 8599. /nstituut voor Natuurwetenschappen 68: 131-142. Ev ANS K.L. & RAMBLER C., 1995. - The microhabitat MERRETT P. & RAMBLER C., 1991. - Tuberta mae­ of Tuberta maerens (Araneae, Agelenidae). Bulle­ rens. In : BRATTON J.H. (ed.), British Red Data tin of the British arachnological Society 10(3) : Books : 3. Invertebrates other than insects : 170- 101-103. 171. Peterborough, Joint Nature Conservation RAMBLER C., 1995. -The biology of Tuberta mae­ Committee. rens (Araneae, Agelenidae ). Bulletin of the British PLA1NICK N.I., 1997.- Advances in arachnological Society 10(3): 97-100. 1992-1995 with redescriptions 1940-1980. New HANSEN H., 1992. - Ober die archniden-fauna von York Entomological Society, 976 pp. urbanen lebensdiumen in Venedig-11. Die rinde­ ROBERTS M.J., 1985. - The spiders of Great Britain bewohnenden arten des stammbereiches von Plata­ and Ireland. Vol. I : Atypidae to Theridiosoma­ nus hybrida. Bolletino del Museo civico Storia tidae. Harley Books, 229 pp. naturale di Venezia 41 : 91-108. ROBERTS M.J. 1998.- Spinnengids. Tirion Baarn, 397 HEIMER S. & NENTWIG W., 1991. - Spinnen Mitte- pp.

Bulletin S.R.B.E.IKB. V.E., 135 (1999): 183 Coleopteres Curculionidae de Belgique

par Guy LHOST

Phyllobius (Pseudomyllocerus) sinuatus F. : 1 Balaninus (= Curculio) cerasorum PAYK.: Id' et ex. trouve a Roly (province de Narnur) par 8~ ~ a De Panne (Bois Calmeyn, West Vlaan­ battage de Crataegus. Cette espece avait ete deren), le 6.Vill.l999, par battage de fruits capturee, il y a quelques annees, a Assenede d'Alnus glutinosa. Cette espece est rare tant en (Flandre oriehtale) sur Salix. L'exemplaire de Belgique qu'en France. Roly a ete trouve le 28.Vlll.1999. Orchestes (= Rhynchaenus) alni L. : 2 specimens Calosirus rhenanus SCHULTZE : 1 ex. de De sur Alnus glutinosa, les 6 et 2l.Vlll.1999, par Panne (Bois Calmeyn) par fauchage d'Alliaria battage, a De Panne (Bois Calmeyn, West petiolata, le 22.V.1999. Vlaanderen). Rhytidosoma globulus HERBST : 1 ex. provenant Dans le meme site que ci-dessus, trouvaille de de la Flandre occidentale (De Panne, Bois Cal­ Anthonomus bituberculatus C.G. THOMSON meyn), sur Populus alba, le 21.VIII.1999. 1 sur Crataegus sp. Cette espece, assez commu­ ex. provenant de Roly (province de Narnur), ne dans l'Entre-Sarnbre et Meuse, ne m'etait sur Populus tremula, le 28.Vlll.1999. pas connue du littoral. Anoplus plantaris NAEZEN : 1 ex. sur Alnus glu­ tisona a De Panne (West Vlaanderen), le 21.VIII.1999.

16.3