Muziekgeschiedenis vanaf Griekse oudheid (9)

Eigentijdse klassieke muziek door Imke Jelle van Dam

Begin 2017 is een serie over de westerse muziek- drukt de moderne kunst en – muziek ook uit. Maar geschiedenis van start gegaan, waarin in negen de mensheid moet door deze crisis heen om daarna delen de periode vanaf 500 jaar voor Christus tot Christus, het hoger zelf en de verlichting te kunnen heden wordt behandeld. Enerzijds is geput uit bereiken, wat zich o.a. uitdrukt in de nieuwe devotie internetpagina’s en studieboeken. Waar mogelijk en de inkeer en de meditatieve spiritualiteit van ‘de is de tekst aangevuld met inzichten vanuit de gees- nieuwe Eenvoud’ van Arvo Pärt (e.a.).” We zijn nu teswetenschap, die door Rudolf Steiner in zijn zo’n 40 jaar verder. Kun je een schets geven van de voordrachten naar voren zijn gebracht. Het is voor ontwikkelingen in de afgelopen periode tot heden? mij een spannende zoektocht, geïnspireerd door Het algemene grote overzicht dat ik voor het het werk van Marc van Delft, die ook bij dit project vorige nummer schreef geldt voor de hele periode is betrokken. In deze krant afsluitend deel negen van de 20e eeuw tot en met nu. Voor de afgelopen van de serie. Ter aanvulling heb ik op internet 40 jaar kan ik alleen maar zeggen dat de geschetste pagina’s ingericht met biografieën van componis- ontwikkelingen op dezelfde manier verder zijn ge- ten en worden vele muziekvoorbeelden gegeven, gaan. die op YouTube te vinden zijn. Op deze wijze komt Mijn indruk is dat de extreme experimentele de muziekgeschiedenis echt tot leven! De link is: periode van de jaren 50-60-70 van de Darmstadt- school van de ‘piep-kraak-knor’-muziek voorbij is en www.euritmie.nl/muziekgeschiedenis na 1980 door de invloed van het Neo-liberalisme, waardoor subsidie voor kunst en cultuur sterk ver- minderde, in Nederland de helft van de symfonie- orkesten is verdwenen, en heel veel ensembles Wikipedia voor moderne muziek zijn wegbezuinigd en zelfs Eigentijdse klassieke muziek is klassieke muziek die Donemus, de uitgever voor moderne Nederlandse gecomponeerd is na 1975. Deze periode wordt ook muziek is wegbezuinigd en verplicht werd een com- wel postmodern genoemd en heeft vaak overlap mercieel bedrijf te worden, dat daardoor eerder met andere eigentijdse kunstmuziek (ook wel he- weer meer het commerciële en conservatieve ele- dendaagse muziek genoemd, alle muziek die ge- ment de overhand heeft gekregen. maakt is vanaf 1900). Na het modernisme ontwik- Met andere woorden: de periode vanaf 1980 is kelde de moderne klassieke muziek zich onder in- een duistere, conservatieve periode, waarbij het vloed van diverse muziekstijlen en werkmethoden. neoliberalisme zorgde voor een afbraak van cultuur, Voorbeelden zijn: Cross-overs, Elektroakoestische en vooral van gesubsidieerde modernistische cul- muziek, Elektronische muziek, Experimentele mu- tuur. Als je vroeger bijvoorbeeld wilde dat een werk ziek, Improvisatie, Jazz, Microtonale muziek, Mini- van je werd uitgegeven bij Donemus, dan was er malisme, Rock en Wereldmuziek. Tevens zijn de een commissie die ging kijken of je werk wel computer en opname-apparatuur belangrijke nieu- ‘origineel’ genoeg was. Nu moet je als componist we media die voor nieuwe stijlvormen zorgen. alles zelf betalen en kijken ze niet meer naar kwali- Een kleine greep uit genoemde componisten: teit of ‘originaliteit’. Dus ook muziek in bijvoorbeeld Luciano Berio, , John Cage, Philip 19e eeuwse stijl kan daar worden uitgegeven. Glass, Henryk Górecki, Sofia Goebaidoelina, György Het is ook steeds moeilijker geworden om nog Kurtág, György Ligeti, Olivier Messiaen, Arvo Pärt, betaalde opdrachten te krijgen voor het compone- , Steve Reich, Alfred Schnittke, ren van nieuwe muziek. Überhaupt is het door de Karlheinz Stockhausen, John Williams en Frank digitalisering voor kunstenaars steeds moeilijker Zappa. Enkele genoemde Nederlandse componisten geworden om nog geld te verdienen met hun werk. zijn: Michel van der Aa, , Henk Ba- Want de mensen verwachten dat alles gratis op het dings, Simeon ten Holt, Hans Kox, , internet staat. Het aanbod is zo groot dat als ze er- Daan Manneke, , Theo Loeven- gens voor moeten betalen ze gewoon ergens anders die, en Jacob ter Veldhuis. gaan kijken. Iedereen kan zomaar alles op internet zetten, dus er is geen commissie die kijkt of iets kwaliteit genoeg heeft voordat het op internet Interview met Marc van Delft komt, dus ook alles wat slecht, ongeïnspireerd, stu- In het vorige hoofdstuk ‘Tweede helft twintigste pide en amateuristisch is, vindt daar een plek. Alles eeuw’ beschreef je in de laatste paragraaf: “In de is een grote grijze massa geworden waardoor kunst 20e eeuw gaat de mensheid ‘over de drempel’ en van grote zeggingskracht niet meer boven het maai- gaan ‘de poorten van de hel open’. Men komt het veld uit kan komen. Iedereen meent maar dat ie zelf beest 666 tegen uit de Openbaringen… Apocalypti- ook een kunstenaar is en zet het op internet. Daar- sche tijden breken aan, nazidom, stalinisme, de 2e om lijkt het wel of de tijd van ‘de grote kunstenaar’ wereldoorlog t/m de atoombom op Hiroshima. Dat voorbij is. Het is nu niet eens meer ‘kunst voor het 1 Muziekvoorbeelden op www.euritmie.nl/muziekgeschiedenis

volk’ maar vooral ‘kunst door het volk’ geworden.  18e eeuw - Classicisme/verlichting (Zon, maar Daarmee zijn we in het tijdperk van de 21e eeuw ook Mercurius/lucht) gekomen waarbij de dominerende kunstvorm niet  19e eeuw - Romantiek (Venus+vuur…) meer schilderkunst, muziek of literatuur is, maar de  20e eeuw - Modernisme (Mercurius) mens zelf is het kunstwerk geworden. Het tijdperk  21e eeuw - Postmodernisme (Maan) van de levens- of karmakunst is aangebroken. Pro- gramma's zoals Big Brother en reality-programma’s (zie voor het vervolg van het interview op pagina 14) geven de toon aan, met vooral mooie jonge mensen en hun banale avonturen, zodat de televisie een groot pornocircus is geworden. Door het neoliberalisme en de commercialisering werd de subsidie op orkesten steeds minder en werden ze verplicht commerciële, conservatieve programma's te gaan spelen. Vroeger was bijvoor- beeld het Residentie Orkest beroemd vanwege de zeer moderne en gewaagde programmering. Dit begon met Hans de Roo en werd voorgezet door Veenstra. In de Nieuwe Kerk in Den Haag had je dan bijvoorbeeld de interessante VANUIT-concertseries, zoals Vanuit Webern, Vanuit Schönberg, Vanuit Janáček, etc. Dat soort dingen doet het RO niet meer en na de laatste VVD-bezuinigingsronde is het orkest zelfs zodanig verkleind dat ze niet meer de grote werken van allure kunnen spelen zoals de Sacre van Strawinsky, Daphnis et Chloé van Ravel, Mahler- en Brucknersymfonieën, etc. In de euritmie zie je bijvoorbeeld dat Werner Barfod met het Nederlands Eurythmie Ensemble in de jaren 70-80 met grote programma’s tournees Arvo Pärt (1935 – ) maakte door Nederland en Duitsland en je had de Arvo Pärt is een Estse componist. Hij geldt als een grote gezelschappen uit Stuttgart en Dornach die van de belangrijkste hedendaagse componisten van voorstellingen en tournees van allure gaven. Tegen- sacrale muziek. Zijn eerste composities, waarin in- woordig heb je een aantal kleine gezelschapjes die vloeden te horen zijn van Bartók, Prokofjev en moeizaam en met veel amateurs proberen nog iets Sjostakovitsj, dateren uit zijn studietijd. Voor zijn voor elkaar te brengen. Voor de Academie voor eerste orkestrale compositie, genaamd Necrolog, Eurythmie was steeds minder belangstelling zodat gebruikte hij de twaalftoontechniek van Arnold de eens onder Werner Barfod bloeiende euritmie- Schönberg. Pärt experimenteerde met diverse com- school uit de Riouwstraat in Den Haag weg moest, positietechnieken en schreef aanvankelijk vooral en zich moeizaam in de leerfabriek in Leiden pro- seriële muziek. Hij raakte in een spirituele en profes- beert staande te houden. sionele crisis, bestudeerde gregoriaanse muziek en Mijn theorie is dat er sinds 1413 (het begin van de polyfonie in de Renaissance. Hij trad toe tot de het tijdperk van de bewustzijnsziel en van de Russisch-orthodoxe Kerk. In 1968 componeerde hij Renaissance) per eeuw steeds periodes van 33 1/3 Credo voor piano, koor en orkest. Daarna trok hij jaar zijn waarbij er iedere eeuw rond –13 meestal zich een tijd terug en bestudeerde middeleeuwse een bepaalde nieuwe kunstperiode aan- of door- muziek, waaronder van Josquin, Machault, Obrecht breekt en waarbij heel vaak, maar niet altijd, de en Ockeghem. In 1971 maakte hij zijn rentree met periode 80-13 een enorme, vernieuwende en ook Symfonie nr. 3, waarbij de polyfone structuur kan spirituele bloeiperiode is, afgewisseld met 33-jaars worden herleid tot de Nederlandse componisten en perioden die enorm duister en conservatief zijn. die elementen van zowel middeleeuwse als van ba- Een nieuwe eeuw begint altijd tussen –10 rokmuziek in zich draagt. Daarna sloeg Pärt een en –20. Zo hadden we de volgende kunstperiodes, andere weg in. Hij begon muziek te maken geken- in mijn theorie steeds een ander planetenkarakter: merkt door simpele harmonieën, vaak ook door en-  15e eeuw - Laatgotiek/Vroegrenaissance kele noten of drieklanken, te beginnen met Für Ali- (Saturnus/Aarde) na, een pianowerk uit 1976. Daarna volgden werken  16e eeuw - Renaissance (Jupiter) die tot op heden het meest bekend zijn: Fratres,  17e eeuw - Barok (Mars, maar ook Jupiter en Cantus In Memory Of Benjamin Britten en Tabula Maan-water) Rasa. (Meer info op Wikipedia) 2 In reguliere beschouwingen over muziekgeschiede- zich daarna nog enige decennia voortzette en lang- nis wordt bij mijn weten nooit over ‘planeten- zaam verwaterde. De nieuwe stroming van de nieu- karakter’ gesproken. Jij doet dit wel. we eenvoud en de minimal music begon al in de Mijn idee over de planetenkarakters in de kunst- jaren ’60 en ’70 en leverde in de jaren ’70 en begin en muziekgeschiedenis kent een lange geschiedenis ’80 de beste en meest geïnspireerde werken op (ten en begint al in mijn jeugd toen ik in de planeten- Holt, Pärt, Reich, Adams, Gorecki) en verwatert dan archetypen geïnteresseerd raakte door mijn fascina- steeds meer. tie voor beukenbossen en kathedralen en dergelij- Duistere en minder geïnspireerde periodes zijn ke. Daarna schreef ik in 1982 een orkestsuite ‘de 7 bv. de 33 1/3-jaarperiodes: 1613/18-1648 (30-jarige planeten’ vanuit de planetentonen (uitvoering in oorlog, vroegbarok); 1750-80 (Rococo, tussen Bach 1983 door het Limburgs Symfonie Orkest). Voor en Mozart); 1813-48 (Restauratie/Metternichtijd- mijn eindexamen muziektheorie in 1986 schreef ik vroegromantiek-Biedermeier); 1914-1948 (Nieuwe een scriptie over analyse van de gevoelstaal van Zakelijkheid, 1e en 2e WO, fascisme, nazisme etc.); muziek vanuit o.a. de antroposofie. Daarna ging ik 1980-2013 (Neoliberalisme, kunstbezuinigingen, cursussen geven over antroposofie en muziek, en verwatering). Wat de komende periode 2013-2048 later over de toonsoorten vanuit de dierenriem en ons zal gaan brengen is natuurlijk afwachten… vanuit de planeten. Ik ging toen steeds meer paral- lellen zien tussen de planetenstemmingen en kunst- Nu je het toch over de toekomst hebt. In 1920 was vormen. Daaruit vloeide mijn zeer uitgebreide dia- in Dornach een bijeenkomst van musici, waarbij cursus voort over de 7 planeten en de beeldentaal Rudolf Steiner de vraag stelde of zij een vermoeden van de kunst in samenhang met de planeten- hadden van muziek in de enkele toon. Ik citeer: “Nu archetypen en de kunstgeschiedenis. Dat waren zou ik dan de precieze vraag willen stellen, of ie- circa 30 avonden met iets van 40 à 50 uur sound- mand er een zinnige voorstelling mee kan verbinden track op tape en ca 4.000 dia’s, waar ik in de late als ik zeg: in bepaalde gevallen kan een afzonderlij- jaren ’90 vele jaren mee bezig was. Ik zag dat toen ke toon al als een melodie worden ervaren (…)”. De als mijn ‘levenswerk’. Hier heb ik trouwens ook veel toehoorders wisten destijds niet waar Rudolf Steiner in verwerkt wat met euritmie-gebaren te maken het over had. We zijn nu een kleine eeuw verder. heeft, zoals het U-gebaar en Saturnus in samenhang Zou jij kunnen duiden wat Steiner hier aanstipte? met de naaldboomvormen van de gotische kathe- Veel oermuziek was ook al eentoonsmuziek, zo- draal, het O-gebaar en Jupiter in samenhang met de als de didjeridoemuziek, het Tibetaanse OM- loofbomen en de Renaissancekoepelkerken etc. Ik gezang, monotone Indianenzang, het Gregoriaanse heb deze cursussen enige jaren gehouden. Daarna psalmodiëren. In de 20e-21e eeuwse muziek zien ging ik losse lezingen geven op het antroposofisch we in de minimal music en de nieuwe eenvoud en in studiecentrum over verwante onderwerpen en dan de New Age muziek die primitieve eentoonsmuziek moest ik voor elke lezing een nieuw boekje schrij- weer terugkeren. Het is een neo-middeleeuwse of ven met een CD met muziekvoorbeelden.*) neo-oermuziek, die men op moderne manier heeft Op mijn website heb ik een uitgebreid verslag hervonden. Het verst daarin ging Scelsi. In een toe- gedaan van mijn ideeën over de samenhang tussen lichting van een CD beschreef hij dat hij geïnspi- de planeten en de kunstvormen, met heel veel reerd was door deze opmerkingen van Steiner over menu’s en submenu’s met honderden fraaie kunst- ‘der einzelne Ton’. Die tendens naar meditatieve plaatjes om dit te illustreren. eentoonsmuziek zien we ook al bij Bruckner (bv. (Zie: www.marcvandelft.nl/menu25.html) begin 9e symfonie), Debussy (begin La Mer bv.), Ravel (begin Daphnis), Schönberg met zijn Klangfar- Kenmerkend in jouw beschouwingen over de kunst– benmelodie in de 5 orkeststukken, op een bepaalde en muziekgeschiedenis is het zichtbaar maken van manier bij Sibelius die bepaalde tendensen vooruit grote samenhangen. Je vertelde net iets over perio- ziet die je later in de minimal music terugvindt. Niet den van 33 1/3 jaar. alleen daar, maar ook in de amusementsmuziek, de De grote bloeiperiodes van 33 1/3 jaar waren: intro’s van popnummers kom je het tegen (Enigma rond 1500 (Leonardo, Raffael, Michelangelo); rond bv.). Verder boventoonzang, de Ligetiaanse mikro- 1600 (Gabrieli, Shakespeare, Monteverdi, Gesualdo, polyfonie, het slot van de 2e symfonie van Gorecky Byrd); 1713-1750 (Bach, Händel, Vivaldi, Rameau); Kopernicus. rond 1800 (Goethe, Duitse filosofen, - dichters, - Het lang laten liggen van een akkoord kan soms componisten, Beethoven); rond 1900 (Blavatsky, een ‘kosmisch’ effect hebben wat je zelfs al in een Steiner, Debussy, Jugendstil, impressionisme, etc.); passage in de finale van de 9e symfonie van Beetho- 1945-1980 (Ligeti, Penderecky, Reich, Pärt, Gorecki, ven aantreft, als het koor zingt: Achter deze sterren- ten Holt, filmmuziek). tent moet een lieve Vader wonen… In mijn toon- Ik heb dat in artikelen nader uitgewerkt maar het soortencursus spreek ik dan over de Saturnuspriem. voert te ver om het hier nader te bespreken. In ie- Mooi is dan ook de kosmische passage met de lange der geval kan men hieraan zien dat de grote bloei- liggende hoge G in de sopranen uit Holst’s Neptune periode voor de euritmie in Nederland viel in de the mystik (the Planets). De G is de Saturnustoon! jaren ’70 (Werner Barfod en Cees van As) en wat Ook die passage uit de 9e van Beethoven betreft 3 een lange liggende G in de sopranen! Het is bekend, Bruckner, Debussy, Ravel, Strawinsky, Respighi, ook uit een boek over Gregoriaans, dat als men een Ligeti, Holst, Vaughan Williams, Sibelius, Bartok, toon lang laat klinken dat deze dan meestal een Skriabin, Pärt, Gorecky, , Morton Feld- dominant-functie-karakter krijgt. Het wordt vanzelf man, Webern, Otto Ketting, John Williams, Jerry een G die een C (tonica/grondtoon) onder zich gaat Goldsmith, misschien ook wel middeleeuwse mu- verwachten. Het wezen van de G, de saturnustoon, ziek, Gabrieli, Orff, Wagner, Ed de Boer, Liszt, Tsjai- is dus iets van mystiek, het kosmische, een oneindi- kowksy, en nog vele anderen. ge weidse ruimte. Er zijn ook een aantal G groot stukken die iets kosmisch meditatiefs hebben, zoals Kun jij daarin verschillende stijlperioden aanwijzen? The unanswered question (het strijkerskoraal in G Ik begon te componeren op mijn tiende, en als groot) van Ives, het begin en einde van de 2e symfo- eerste wilde ik een imitatie maken van de mars uit nie van Vaughan Williams, het begin van La Cathe- de notenkrakersuite. Op het conservatorium bij drale engloutie van Debussy, het slot van het Ada- Peter Schat moest ik atonaal en in de toonklok en gio uit de 4e symfonie van Mahler, etc. Tegelijker- het 12-toonsstelsel componeren. Mijn 1e symfonie tijd heeft de G (en G dur) te maken met de beleving is daar een voorbeeld van. Die 12-toonstechniek van het kinderlied, de pentatoniek, de onschuld, het heb ik nog toegepast t/m mijn orkestvariaties opus volkslied, het Kerst- en Sinterklaaslied, Mozart, 18 uit 1989. Dat was het laatste 12-toonswerk, Papageno-aria’s, etc. Saturnus staat voor begin en maar toen was ik al lang weg bij Peter Schat. Vanaf einde: Saturnus en Vulcanus, de eerste en laatste 1985 ging ik muziek voor blaasorkesten compone- kosmische evolutiefase, de kosmische zaterdag, de ren (vanaf opus 12/13) en kon ik eindelijk weer G, het begin en einde van de toonladder, priem en heerlijk tonaal en traditioneel componeren. Mijn octaaf. doorbraak in de blaasmuziekwereld was mijn Sym- De muziek van de enkele toon waar Steiner over fonia, opus 21 uit 1991. spreekt verwijst naar het 7e na-atlantische tijdperk, In mijn vroege werken was ik ook gefascineerd het Steenboktijdperk. Het suggereert dat we in het door de micropolyfonie van Ligeti (bv. Lontano) 5e (huidige) tijdperk in het tertsentijdperk leven, in waardoor je kosmische sferenmuziek kon compone- het 6e (Russische) tijdperk in het secunde tijdperk ren, het eerste werk met die techniek was Meta- en in het 7e (Amerikaanse) tijdperk in het priemen- morfosen voor het Nederlands Kamerkoor, mijn tijdperk. Dat is dan ook een eindpunt van de cul- opus 4 uit 1982. Die techniek heb ik nog meerdere tuurontwikkeling als de mensheid ten onder gaat in malen toegepast in allerlei werken zoals in de ‘de strijd van allen tegen allen’ en als er grote ram- Michaelssymfonie, opus 45 uit 1994. pen over de aarde komen doordat de maan zich Een andere impuls was het streven om in de bril- met de aarde samenvoegt. Het suggereert dat het jante orkestratiestijl van Ravel te instrumenteren, priementijdperk iets te maken heeft met een eind- wat ik het eerst toepaste in mijn Ouverture, opus 5 tijdperk, een (apocalyptisch) Saturnustijdperk, de uit 1982. Die techniek heb ik ook geprobeerd toe te dood en het einde van een ontwikkeling. De huidige passen voor harmonie-orkest, voor het eerst in Ima- meditatieve priemenmuziek probeert op een be- ges, opus 105 uit 2000. paalde manier al iets tot ervaring te brengen wat Ook Arvo Pärt was een groot voorbeeld. Ik heb steeds verwijst naar zowel een oerbegin als een getracht een Pärt-achtig fanfarewerk te compone- wereldeinde. De mensheid zal blijkbaar over 4.000 ren in mijn opus 21 en in Elegy, opus 25 uit 1992. jaar zo in elkaar zitten dat men dan echt in de enke- Voor andere bezettingen ben ik ook door Pärt geïn- le toon een heel muziekwerk beleeft zoals Steiner spireerd, ook zelfs nog in mijn laatste werk, Elegy beschrijft, maar in de huidige New Age en de prie- for the trees, opus 174. menmuziek in de moderne muziek, zoals Morton Bij de Goetheanistische benadering probeer je Feldman ervaar je al een tasten in die richting. vanuit de meditatieve stilte, vanuit de enkele toon Er is een tendens in de moderne muziek dat de in een stroom te komen vanuit de vraag: wat wil de melodie begint te verdwijnen, bij Debussy en Sibeli- muziek? Waar voert het mij heen? De vraag van de us zien we alleen vaak nog motiefjes van een paar geest is: wat is het wezen van het ding? Vanuit de tonen, de melodie fragmenteert en dat mondt uit in instrumenten / bezetting componeer ik dan met de de muziek zonder melodie, alleen akkoord, bewe- vraag: wat willen deze instrumenten van mij? Dan gende klanken en klankvelden, zoals Kosmogenia en componeer ik vanuit ‘de ziel van de cello’, ‘de ziel Threnodie van Penderecky, Punkte van Stockhau- van de viool’, of ‘de ziel van het koper’. ‘Niet Ik sen, etc. Ook deze ontwikkeling mondt tenslotte uit maar de cello in mij’, bij wijze van spreken. in een muziek van de klank wat in feite melodisch gezien muziek van de enkele toon is. *) Met Marc van Delft is afgesproken om in de ko- Heb jij je in je omvangrijke oeuvre laten inspireren mende edities van deze krant telkens één boekje door het bestuderen van de muziekgeschiedenis? centraal te stellen, zoals ‘De 4 elementen in de mu- Natuurlijk ben ik geïnspireerd door vele compo- ziek in samenhang met de intervallen en de mu- nisten en composities. De lijst van mijn voorbeelden ziekgeschiedenis’, ‘Planetentonen en de kosmische is oneindig. Mijn belangrijkste voorbeelden zijn evolutie’ en ‘Golfbewegingen in de geschiedenis’. 4 Bron: Euritmie-Muziek-Theaterkrant / jaargang 25-5 / november-december 2018