350 350 1663 — 2013 /Koninklijke Academie Deeltijds voor Schone Kunsten Kunstonderwijs Antwerpen Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen

1663 – 2013 350 jaar deeltijds kunstonderwijs in Antwerpen Inhoudstafel

Verwelkoming. 9 Bart’d Eyckermans

Onvoltooide beeldenatlas 17 ‘Antwerpen–wereld’. Deel 1: Antwerpen Christian Van Haesendonck

Musée imaginaire. 49 Le monde à l’Anvers Frank Verlie

Catalogus 69

Index 157

Ateliers 235 Verwelkoming Bart’d Eyckermans

Een jubileum vieren is steeds iets vreugdevol maar houdt anderzijds ook iets weemoedigs in. Dit wordt geïllustreerd door de spontaan opborre- lende vraag: ”Is iets ouds beter dan iets jongs?”

Zijn de versteende fecaliën van de dinosaurus goede mest?

Docent Ludo Lens organiseerde als curator in het begin van het schooljaar 2013-2014 een tentoonstelling, in de reeks vieringen 350 jaar Academie, met als titel “Toekomst is verleden tijd”. Waarschijnlijk duidde de titel niet op een effectieve tijdssingulariteit maar vormde het uiteraard de basis van de filosofische gerichte gedachtegang. Wat wel in de titel, zij het om- floerst, geduid wordt, is de onuitgesproken worsteling van de huidige docenten met de beladenheid waarmee een 350-jarig pedagogisch pro- ject weegt op het functioneren van de huidige equipe. Het verleden wordt, door hen, niet benaderd vanuit een inspiratieloze nostalgie maar als een actieve referentie voor het pedagogisch project van vandaag.

De doelstellingen van Teniers waren gericht op kwaliteit die hij wou verhogen door een degelijke tekenopleiding aan te bieden in aanvulling, maar voornamelijk autonoom, aan de ambachtelijke opleiding georgani- seerd door de gilden. Ondertussen zijn alle opleidingen naar de academie verschoven, dit garandeert de best mogelijke degelijkheid, wat ook voor Teniers de doelstelling was.

Als de renaissance uiteindelijk resulteert in de verlichting die op haar beurt de basis legt voor onze huidige democratie dan is de Odyssee van de kunstenaar in die paar eeuwen parallel verlopen aan deze geschiede- nis. Dit leidt in de tweede helft van de 20ste eeuw tot een summum van

9 vrijheid waarbij de individualiteit zich visualiseert in een oneindige waai- bedoeling het kunsthistorische aspect in de ateliers te integreren als een er van diversiteit in artefacten. eerder hedendaags gerichte invalshoek.

Het is voornamelijk de 20ste eeuw die zich honderd jaar lang bezig houdt Docenten kunstgeschiedenis Christian Van Haesendonck en Frank Verlie met ons te brengen bij het specifieke punt waar we vandaag staan. Ik gingen de uitdaging aan. Ze verzamelden voor het project “350/350” een zie in die periode twee scharniermomenten. Het eerste is het begrip selectie van respectievelijk 350 kunstwerken van Antwerpse meesters “Entartete Kunst”, het laatste dictaat binnen het kunstgebeuren in de en 350 kunstwerken van meesters uit de wereld. vrije wereld, dat onherroepelijk moest eindigen in zijn tegengestelde. Het predikaat “Entartete Kunst” beroert de gemoederen zo fundamenteel dat Op zoek naar gedateerde werken uit die periode, speurden ze in catalo- het pad naar algehele vrijheid niet snel genoeg kon afgelegd worden. Het gi van musea, bibliotheken, tentoonstellingen, allerhande verzamelin- volgende scharnierpunt was een maatschappelijk evenement maar met gen en hun eigen documentatie en stelden zo dit “350/350” imaginair zeer duidelijke impact op alle facetten van de maatschappij, de kunst in- museum samen. cluis: de Parijse barricades waar de slogan “L’imagination au pouvoir” het imperialisme in al zijn aspecten weghoont. Het was een ontzettende In dit boek kan men de creaties bewonderen van de studenten en leraars uitdaging om de academie tussen die twee scharnierpunten te laveren. die zich op deze verzameling inspireerden. Het basis idee was elke dag In de loop van dat tijdspad heeft ze op alle fundamentele en meest futiele een jaartal uit te geven en dit 350 dagen, het lustrumjaar lang. De vorde- maatschappelijke verschuivingen antwoorden moeten formuleren, zich ringen waren twee jaar lang te volgen via het web, het netwerk van de moeten positioneren, pedagogisch moeten anticiperen op of post-fac- academie, een videoscherm en tijdens niet minder dan 9 wijzigende ten- tum moeten bijsturen, maar ze heeft dit alles overleefd. De traditionele toonstellingen in de wandelgangen van de academie. Het work-in-pro- blauwdrukken zijn weg en finaal staat het individu centraal als in een gress gaf aanleiding tot openbare lezingen, een debat, schrijfopdrachten nieuwe renaissance. De academie is dynamischer dan ooit en bedient en de boekcompositie waarvan u hier het resultaat ziet. vanuit een inclusief democratisch wereldbeeld alle individuen die zich aangetrokken voelen tot de kunsten. Toen Van Haesendonck en Verlie aan hun selectiewerk begonnen, wist ik niet wat ze zouden ontdekken. Evenmin wisten we hoe de werken uit Dit boek is het resultaat van een onderzoeks- en een creatieopdracht. “Antwerpen” zich zouden verhouden tot wat uit “de wereld” zou te voor- Het resultaat is een vitrine die het dynamische karakter van de instelling schijn komen, noch of de studenten die op deze uitnodiging tot creatie etaleert in de eerder geschetste historische context. In de aanloop naar ingingen, bereid zouden zijn zich ervoor open te stellen, erin wensten het jubileumjaar hielden we vele vergaderingen, onderonsjes, tête-à-tête binnen te dringen, de werken wensten te ervaren, zich ermee wensten ontmoetingen en grotere officiële vergaderingen die uiteindelijk in één te confronteren of er pertinente vragen wensten aan te stellen. project gegoten werden. Ik wil hier kort de tekstbijdragen voorstellen van Van Haesendonck Ik lanceerde het idee voor dit project, en boekproductie, met een eenvou- en Verlie, waarin ze verslag geven van hun keuzes en bevindingen, en dig verzoek: “Duid voor elk jaar van ons bestaan een kunstwerk vervolgens de bijdragen van Thomas Abelshausen in interview met de aan en zet daar tegenover een werk uit een andere hoek van de wereld. atelierdocenten. We laten de cursisten vervolgens een jaartal uitkiezen waarvan ze de werken inspirerend vinden en waaruit ze verder een nieuw en eigen kunstwerk kunnen maken”. Het idee was tweevoudig: enerzijds het kunsthistorisch onderzoek, anderzijds het individuele artistieke crea- tieproces. Het richtte zich dus tot twee groepen met de onderliggende

10 11 Christian Van Haesendonck Zijn essay wordt gestoffeerd met allerlei overpeinzingen bij het werk van deze Franse auteur, die als één van de eersten wees op de boeiende In zijn tekst “Onvoltooide beeldenatlas Antwerpen–wereld. Deel I aspecten die ontstaan als men foto’s van kunstwerken naast elkaar legt. Antwerpen”, geeft Christian Van Haesendonck zijn minutieuze beschrij- vingen uit de geschiedenis van Antwerpse kunst- en cultuurvoorwerpen. Door het feit dat Malraux in zijn “Musée Imaginaire”, aan de hand van Hij benadert de artefacten vanuit de specifieke creatiesituatie nu eens als fotoreproducties, de meest uiteenlopende kunstwerken met elkaar liet levende tradities, dan weer als unieke projecten van enkelingen of soms “dialogeren” , lag een verband met de “vrije artistieke associatie”, een als een imagovorming van de wereld. praktijk die in dit boek centraal staat, dan ook voor de hand.

In de beschouwingen over de werken van de studenten raakt hij de cen- Maar ook de problematiek van de fotografie als reproductiemedium trale vragen uit de kunst, de kunstgeschiedenis en kunstfilosofie aan, heeft een nauwe band met dit project. plaatst hij kanttekeningen bij het verloop van het project en laat hij ook de studenten reflecteren over hun werk. De gedachte dat, naar aanleiding van het 350-jarige jubileum, hier voor “Antwerpen” een scherpere selectie werd doorgevoerd dan voor de De verschillende onderdelen van de tekst laten zich lezen als afzonderlij- “wereld”, inspireerde Verlie om op een ironische manier het idee van “Le ke monades, waarbij hij de essentie van het werk tracht bloot te leggen Monde à l’Anvers” uit te werken. en de relatie met het dagdagelijkse of de grotere samenhang met andere werken probeert te vatten. Als interludium geeft Frank Verlie ons een primeur van zijn persoonlijke kleurentheorie “De kleuren en hun namen”. Hij zet hiermee niets minder De invloed van belangrijke historische gebeurtenissen op de ontwikke- dan een parel van kunstessayistiek neer, die bovendien ruim doorspekt is ling van de kunsten in de stad Antwerpen vormt daarmee een onzichtba- met ideeën en feiten voortvloeiend uit zijn grote belezenheid als auteur re, geruisloze onderstroom. en als wereldreiziger.

Uiteraard is dit een onmogelijke en megalomane onderneming. Toch is het verbazingwekkend hoe hij er met samengebalde paragrafen in slaagt Atelierdocenten om een rijk pallet aan beleveniswerelden te openen en neemt hij de lezer mee op reis langs verschillende kunstvoorwerpen, artefacten, genres, Ook de docenten van de ateliers werden uitgenodigd om een bijdrage te stromingen en andere onvoorziene dingen waarvan de artiesten uit onze leveren aan deze publicatie. Iedereen vulde die uitnodiging in met de no- stad zich meester maakten. dige creativiteit, in de vorm van korte interviews met de jonge auteur Thomas Abelshausen. De gestelde vraag was het atelier in het teken van de viering te situeren. Er werd gesuggereerd het getal 350 als een moge- Frank Verlie lijke literaire opstap te gebruiken.

In zijn tekst “Monde Imaginaire - Le Monde à l’Anvers”, getuigt Verlie over zijn lectuur van het werk van auteur André Malraux, dat hij doornam tij- De ambitie dens het selecteren van deze 350 meesterwerken uit de hele wereld. De ambitie van dit boek is de cursisten van het Kaska-dko centraal te stel- len als beeldend kunstenaar. Het is tevens een staalkaart van hetgeen er in het 350ste jaar aan deze instelling gebeurt. Het centraal stellen van de

12 13 cursist sluit aan bij de slogan van het GO! waar iedereen “VIP” is. Als ie- De academie kadert sinds enkele decennia in de term levensbreed leren. dereen VIP is, is iedereen gelijk, wat betekent dat we een egalitaire groep Het geeft elk individu de kans om kunstbeoefening uit te proberen en zijn. Niet zij, de 2% afgestudeerden, die het “maakten”, tonen we in ons kunstbeschouwing te volgen om nadien daadwerkelijk bij te dragen aan lustrumjaar, maar allen. een verrijkte maatschappij. Het succes van het deeltijds kunstonderwijs in het algemeen wijst op de maatschappelijke nood en bewijst daardoor Kunstonderwijs verandert de maatschappij, verhoogt de levenskwali- ook zijn eigen relevantie. teit, ook in crisistijd. Elke cursist kreeg de kans te participeren aan het project maar werd zeker niet verplicht, vermits iedereen het recht heeft Elk cursist heeft zijn eigen drijfveren, zijn eigen ingesteldheid, zijn eigen om uitsluitend met zichzelf te willen bezig zijn en hij kon zich aldus pro- nieuwsgierigheid en zijn eigen ritme waarmee hij/zij in deze academie bleemloos buiten het groepsproject zetten. Elke in de school aangeboden zijn/haar dromen kan waarmaken. Deze plek trekt creatievelingen aan discipline werd aangemoedigd te participeren om een zo volledig moge- die de culturele beleving verdiepen en verbreiden. lijk beeld van de academie te schetsen. Daardoor is dit boek een moment- opname uit het lustrumjaar en tevens een staalkaart van de werking. Iedereen heeft een onafhankelijk werk gemaakt maar de totaliteit van het project kan je gerust een Gesamtkunstwerk noemen. Bart’d Eyckermans,

Dit boek geeft aan hoe in de KASKA-DKO de kunst, de cultuur en de verjaar- Directeur dag van de academie van Antwerpen worden benaderd. Het etaleert een Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, rijkgeschakeerd en veelzijdig landschap met een brede waaier van media deeltijds kunstonderwijs. en verrassende uitgangspunten.

Vormgeving

Dit boek werd door fotograaf en grafisch vormgever Céline Gladiné op een visueel verfrissende wijze in een concept gegoten waarbij zij de variëteit aan kunstwerken, ontstaan uit het historisch onderzoek, en de invalshoeken van de interviews moest samenbrengen tot een tactiel ogend geheel.

Door het samen presenteren van verschillende werken op één bladspie- gel bewerkstelligt de samensteller van het boek nieuwe dialogen tussen de niet in samenhang gemaakte kunstwerken.

14 15 Joseph Ducaju, Standbeeld van David II Teniers, 1866, toestand circa 1905 (foto: J. Tobie) (Stadsarchief, Antwerpen) Onvoltooide beeldenatlas ‘Antwerpen–wereld’ Deel I: Antwerpen (1) Christian Van Haesendonck

“Wat zijn de raakvlakken tussen Artus II Quellinus en Gian Lorenzo Bernini? Wat heeft Hieronymus Janssens gemeen met Tosa Mitsuoki?” Zo begon het vraaggesprek dat vorig jaar, onder de titel ‘Wereldwijde Inspiratie’, een reeks evenementen aankondigde, die ‘Antwerpen’, de ‘wereld’ en de creativiteit van hedendaagse makers, op een tijdelijke wijze zou verenigen (2).

Sébastien Biset poneerde ooit dat een kunstwerk verandert, door de relaties die het aangaat met de werken die er naast staan (3). Een stukje Naar Aby Warburg (Hamburg 1866- (1) onbepaaldheid maakt dat er ‘particuliere inclinaties’ (ik gebruik de term 1929), die zwart-wit afbeeldingen vrij, naar David II Teniers), of het licht naar elkaar overhellen van de uit boeken, magazines, kranten en werken, kunnen ontstaan tussen de werken onderling. andere bronnen verzamelde en ze rond bepaalde thema’s met mekaar Zich op het creatief werk in één stad toeleggen is erg onvoorspelbaar. in verband bracht. Meer over zijn Toen ik 350 werken van in Antwerpen werkzame kunstenaars begon bij onvoltooid nagelaten pionierswerk in: elkaar te zoeken, en Frank Verlie, mijn mede-samensteller, 350 werken Warburg, Der Bilderatlas Mnemosyne. uit een andere uithoek van de wereld, wisten we niet wat we zouden Thomas Abelshausen 21. (2) ontdekken, noch welk ‘protocol’ we met de data zouden volgen. Weinig Sébastien Biset 17. (3) kunstwerken en artefacten zijn namelijk exact te dateren (de lezer zal

17 tot de bevinding komen dat we een aantal werken hebben opgenomen op de werkvloer van de meester, dat een cruciale rol vervulde in de die we met de notering ‘circa ….’ aan een bepaald jaar hebben toege- voortgezette ambachtsopleiding. Houden we Teniers’ organisatiemodel kend). Noch wisten we of de deelnemers die deze creatieopdracht tegen het licht, naast de twee vergelijkbare academies, dan gaat het om aanvaardden, bereid zouden zijn ervoor open te staan, erin wilden de enige academie in zijn soort. Maar daarover elders meer (4). binnendringen, de werken wensten te ervaren, zich ermee wensten te confronteren of er pertinente vragen wensten aan te stellen. Als eerste kunstwerk, bij wijze van ‘vertegenwoordiger’ van het jaar 1663 (in werkelijkheid is het geschilderd tussen 1660 en 1665), kies ik Het ging zo: van september 2012 tot december 2013 selecteerden we, zo- voor ‘Eerbetoon van de gezanten van Harun al Rachid aan Karel de Grote’, als door Bart’d Eyckermans gevraagd, de werken, van 1663 (het jaar dat van Jacques Jordaens, een werk dat in een Brusselse privé-collectie Filips IV zijn goedkeuring van de stichting van de academie overmaakte bewaard bleef. Het gaat over een ‘modello’ uit de reeks ‘Karel de Grote’,

Pieter de Jode naar David II Teniers, aan de Antwerpse St.-Lucasgilde) tot vandaag: volgens ons de beste die een wandtapijtencyclus die in 1665 aangekocht werd door hertog Portret van David II Teniers, 1662, in: we vonden uit de tussenliggende drie en een halve eeuwen. We deelden Karel Emmanuel II van Savoye. Ze sieren tot vandaag de wanden van Cornelis de Bie, Het Gulden Cabinet van de het materiaal in tijdvakken van 25 jaar. Telkens: 25 jaar Antwerpen, 25 het Romeinse Palazzo del Quirinale. Het werk doet denken aan wat de Edel Vry Schilderkonst (Museum Plantin- jaar wereld, 25 jaar Antwerpen, enzovoort. Om de twee weken kwamen curator van één van de vorige edities van de Biënnale van Venetië (de Moretus / Prentenkabinet, Antwerpen) we samen, namen alles door en kwamen tot een consensus. Alles werd 53ste) verklaarde: “A work of art is more than an object, more than a netjes op memory sticks gezet en telkens in mapjes van 25 jaar, via commodity. It represents a vision of the world, and if taken seriously Margot Everts, later Céline Gladiné, die als behendige sluiswachters must be seen as a way of making a world. A few signs marked on paper, volgens hun geheel eigen logica, telkens zorgden voor de doorstroming a barely touched canvas, or a vast installation can amount to different naar een van de vele Kaska-dko ateliers waar door de vakdocenten ways of worldmaking” (5). Het schilderij van Jordaens verwijst naar gezocht werd naar geïnteresseerde studenten (verder hierover meer). een ver verleden (de ‘Karolingisch-Abbasidische vrede’ 8ste-9de e). Het grijpt naar een verre toekomst, het belooft een andere tijd. Het Inhoudelijk besloten Frank Verlie en ik, in te gaan tegen een soort verleidt met sfeer, weelderigheid, exotisme. Jordaens hergebruikte automatische reflex, om door een weloverdachte plaatsing ‘passende’ de personages nog enkele keren voor andere onderwerpen. Het werk werken met elkaar te laten ‘dialogeren’. We namen ons daarentegen kwam eerder in de aandacht, naar aanleiding van ‘Antwerpen culturele voor om elk in alle autonomie de werken te kiezen, zodat deze tot op hoofdstad van Europa’ (6). Is een kunstwerk als dit terug te brengen tot zekere hoogte, met elkaar op ‘aleatorische’ wijze bindingen zouden de notie ‘Antwerpen’, of is het toe te schrijven aan de notie ‘wereld’? Of aangaan. De onverwachte of incongruente combinaties, zo dachten we, hoeft het niet ‘teruggebracht’ te worden? Anonieme meester, Nuestra Senora de la Soledad, 1691 (foto © CVH), Pieter Van en de voldoende beeldafstand tussen ‘Antwerpen’ en de ‘wereld’, zouden Hobokenstraat, Antwerpen de deelnemers enigszins in de war brengen, hen doen opschrikken en Laten we, vooraleer verder te gaan, voor het gemak van de lezer, kort hen ruimte geven om vrij van enige systeemdwang te creëren. recapituleren. Onnodig te vertellen dat op cultureel vlak Antwerpen (na de afscheuring van de Noordelijke van de Zuidelijke Nederlanden, en de zo vaak aangehaalde vrede van Münster in 1648) weliswaar een 1. Antwerpen — ‘Fare mundi’ (het maken van werelden) grensstad, maar geenszins perifeer gebied werd. Als Zuid-Nederlandse stad bleef het integraal deel van het rijk ‘waar de zon nooit onderging’, Tussen 1662 en 1664 stichtte David II Teniers de Antwerpse academie, het huis Habsburg, de grootste politieke macht van die periode. In heel vanuit een glasheldere veldanalyse en in perfecte synchronisatie Dries Lyna 248-250 en 256-257; (4) deze wereld, zoöok in Antwerpen, vierde de door het Vaticaan ingescha- tussen Antwerpen, Brussel en Madrid. De academie was niet tegen het Hans Vlieghe 69-71. kelde barok van de Contrareformatie hoogtij. Dat het Antwerpen van ambacht gericht (zoals in Rome of Parijs), maar in nauwe verbonden- Daniel Birnbaum 7. (5) toen zich hergeprofileerd heeft als een noordelijk bruggenhoofd van dit heid ermee. Een deeltijds kunstonderwijs, complementair aan het leren Nora De Poorter 285-289. (6) wereldrijk en een uitstalraam van de Contrareformatie, is een bekend

18 19 gegeven. Enkele van de culturele scheppingen uit Antwerpen die we de tot het paradijselijke. Vandaar de verbinding met de afbeelding van de studenten hier aanreiken, openen ongetwijfeld de ‘eigen wereld’ van de chimpansee (elektrische draden: stroom/doorstroming). De prent van kunstenaars, maar ook het ‘boven-individuele’ van de collectieve beeldi- de mensaap/chimpansee van 1699 heeft mij geweldig gefascineerd. deologie ‘barok’ (het levensgevoel, de dynamiek en volheid, de weelde en Rond de chimpansee en het apendebat dat in de Verlichting ontstond heb praal, die moesten komen te staan tegenover creaties die calvinistisch ik erg veel bijgeleerd. De eerste chimpansee die naar Engeland is over- ascetische moraal aanschouwelijk maakten) (7). gebracht en alles wat daaruit volgde. Vandaag spreken ze van nauwelijks nog 150.000 chimpansees in leven. De foto maakte ik in mijn atelier Beeldhouwer Hendrik Frans Verbruggen, van wie meubilair te zien is in met een model /knuffel exemplaar en heb hem wat geïnstalleerd met de Antwerpse kerken, specialiseerde zich in het maken van levendige blaren en bloemen en tekeningen van de natuur”. Met de bedenkingen voorstellingen van het aards paradijs, de hemel, het vagevuur en de die Adriaensen eraan toevoegde, behoudt dit werk zijn grote artistieke hel en andere taferelen, zoals epitafen voor overleden bisschoppen, zeggingskracht, blijft het in wezen ondoorgrondelijk, laat het zijn ware Hendrik Frans Verbruggen, preekstoel, waarvan het spektakel bij de contemporaine toeschouwer intense betekenis niet los. 1699 (foto © CVH) (St.-Goedele en St.- gewaarwordingen van esthetisch genot, betovering en vrees moeten Michielskathedraal, Brussel) hebben losgemaakt. Bijvoorbeeld een wandepitaaf met de half verteerde Kenmerkend voor het Antwerpen van de barok, is ook het doorlo- en uit zijn graf terugkerende bisschop Marius Ambrosius Capello in pend programma van O.-L.-Vrouwebeelden in de openbare ruimte. de kathedraal, zielen die branden in het vagevuur in afwachting van Voorbeelden zijn de ‘Senora de la Soledad’, waarvan een aangrijpend het Laatste Oordeel op een broederschapslijst in de St.-Andrieskerk, exemplaar in de Pieter Van Hobokenstraat, ofwel een meer gracieus of de uitdrijving uit het paradijs, een hoofdtafereel van een preekstoel, type van madonna die, onder een baldakijn met sterrenhemel, een in gemaakt in opdracht van de Leuvense Jezuïeten, nu in de Brusselse een appel bijtende slang op een wereldbol vertrappelt. Eén van deze Jacob Jozef Van der Neer, Madonna met St.-Goedele en St.-Michielskathedraal. Door onze geïmproviseerde majestueuze creaties, laatbarok-classicistisch vormgegeven - op een kind, 1742 (reconstr.) (foto © CVH), Grote samenstellingswijze (reeds uiteengezet) kregen Adam en Eva een fas- Markt, Antwerpen hoek van de Grote Markt -, moest een confronterende alliantie aangaan cinerende tegenhanger: een met een wandelstok uitgeruste, doorheen met een soort van misgeboorte uit de dierenwereld, uit een boek van een prachtig landschap flanerende chimpansee. Deze aap werd met Christoph Dietell. Ruth Felter deed iets met het beeld van de madonna vermenselijkte trekken geportretteerd door de vader van de ‘compara- en ook met dat van de misgeboorte. De door haar voorgestelde creatie tieve anatomie’, Edward Tyson. betreft een paar halssieraden, filigraan van makelij en uitgestald tussen myriaden verstrooide brokjes van hetzelfde materiaal. Maar Kathelijne Adriaensen (p.100) nam de heikele opdracht op zich, om de de toeschouwer staat perplex, zodra hij ontdekt dat Felter hier met twee genoemde beelden te confronteren. Zij maakte een installatie, ongebruikelijke materialen geëxperimenteerd heeft en dat de poreuze Ruth Felter, Juweel in zwoerd waarin ‘elektroden’ vanuit twee plaasteren vormen leiden naar een halssnoeren schilfers blijken te zijn van gedroogd en geperforeerd Hendrik Frans Verbruggen, preekstoel, apenportret aan een wand. Het kunstzinnige beeld van Adriaensen wekt varkensvel, beter gekend als zwoerd, een in deze context als afstotelijk 1699, fragment: De uitdrijving uit het bij de kijker gelijktijdig tegenstrijdige en elkaar uitsluitende interpreta- beschouwde grondstof. paradijs (foto © CVH) (St.-Goedele en St.-Michielskathedraal, Brussel) ties op, waardoor men in een deels darwinistisch, deels bijbels raadsel terechtkomt, zonder dat men kans ziet er ooit nog uit te geraken. Toen Een al even barokke tegenstelling vinden we in de Antwerpse St.- ik haar vroeg, hoe ze tot dit beeld gekomen was, luidde haar antwoord: Pauluskerk (creaties hier kwamen tot stand in opdracht van de “De plaasteren vorm staat voor de hersenen van de mens, beschermd Dominicaanse orde die, samen met de Jezuïetenorde, in het Antwerpen door de schedel. Dank zij de (stam) hersenen zijn wij als het ware nog vanaf de 17de eeuw, de aflossing van de wacht verzekerde van de eerder steeds verbonden met het paradijs, het hof van Eden. Niettegenstaande naar de protestantse landen uitgeweken calvinistische dominees). Toen dat we uit het paradijs zijn gezet (wat een goede zaak was) hebben wij ik de kerk bezocht om er foto’s te maken, bleek de Rozenkransmadonna Nicos Hadjinicolaou 115. (7) herinneringen ervan. Terwijl de dieren en de natuur nog steeds behoren weg voor restauratie en besloot ik enkel de vrijstaande pilaartroon te

20 21 fotograferen, vanuit een minder bekend gezichtspunt. Op de pilaar is een Hierdoor schijnt Verduijn nog een andere waarheid over het ‘echte, door Willem I Kerricx in marmer gebeeldhouwd halfreliëf te bekijken, diepe zelf’ van de geportretteerde te reveleren. een soort beeldverhaal in 2 delen over een dame op leeftijd die, om weer jong en/of aantrekkelijk te worden, zich bereid verklaarde daarvoor Door het feit dat bij Van Stampart een foto werd gevoegd van een open- haar ziel aan de duivel te verkopen en in ruil voor deze gunst na haar geslagen boek van Johann Jakob Scheuchzer over de ‘Physica sacra’ of dood de duivel voor eeuwig in de hel te komen vergezellen, maar door de ‘Geestelijke natuurkunde’ (Scheuchzer verdedigde in zijn tractaten beroep op de rozenkrans de teruggave van haar duivelscontract bekomt. de hypothese dat geologische lagen hun ontstaan te danken hadden aan door de zondvloed over elkaar geschoven stukken van de aardkorst), Elsenoor van Weezendonck ging aan het werk met een voorbeeld is men er welhaast automatisch van overtuigd, dat Verduijns portret- van een meer ingetogen, laatbarokke vormgeving uit de Carolus versie in verband kan worden gebracht met de plooiing van gesteenten, Borromeuskerk: een engelen-hermenpaar uit de biechtstoel-lambri- ontwikkeld door Scheuchzer. Hierover in gesprek met Verduijn, wees hij Maxime Verduijn, (zonder titel) Willem I Kerricx, Halfreliëf op pilaar- seringen door Jan-Pieter I Baurscheit en Michiel Van der Voort. De er ons echter op, dat hij geen weet had van een tweede werk om zich op troon , 1688 (foto © CVH) (St.-Pauluskerk, bijdrage van van Weezendonck bestaat uit een serie broches, die ze te baseren, en dat men schijnbaar vergeten was om hem de prent van Antwerpen) opvatte als assemblages. Ze creëerde bepaalde sferen door details van Scheuchzer te overhandigen! Deze toelichting van Verduijn illustreerde verschillende mode sieraden met elkaar en met de engelen-hermen te perfect dat het ‘licht naar elkaar overhellen’ van kunstwerken kan laten communiceren, die verder nog het gezelschap ontvingen van een ontstaan bij het naast elkaar bekijken van deze werken, dus in het onder- ‘Maagd van Belen’ uit Peru. zoekend oog van de beschouwer, en los van de bedoeling van de maker.

De Antwerpse schermers- en schuttersgilden lieten monumentale 2. Antwerpen — Portret (‘Een bal op een terras van een paleis’) groepsportretten aanmaken naar aanleiding van een heuglijke gebeur- tenis met een beschermheer. In decors van gefantaseerde of echte Katlijne Van der Stighelen onderzocht enkele jaren geleden het kunstbe- architectuur, worden de personages weliswaar geïndividualiseerd,

Elsenoor van Weezendonk, Un ange qui zit bij de inwoners van Antwerpen. Aan de hand van honderden boedel- maar blijven toch figuranten in het grotere geheel. De inhaling van een passe … beschrijvingen (8), ontdekte ze dat het portret al vanaf de 16de eeuw een nieuwe burgemeester in de Jonge Voetboogschuttersgilde, in de verf erg geliefd genre was. Al of niet beschermd door een zijden of linnen gezet door de jeugdige Balthasar Van den Bossche en enkele medewer- gordijntje, waren de portretten overvloedig aanwezig in zeer verschil- kers, bewaard in het KMSKA, werd gecomponeerd rond meerdere lende sociale milieus (9). actiegroepen met middenin een hond die de verbinding tussen twee Johann Jakob Scheuchzer, Geestelyke groepjes vormt (10). Door de synchronisatie met de creativiteit in de Natuurkunde, uitg.: Petrus Schenk, Het Kunsthistorisches Museum van Wenen bewaart een uit de 1ste , 1735-1738 ‘wereld’, mochten de leden van de Antwerpse Voetboogschuttersgilde helft van de 18de e. daterend realistisch en empathisch geschilderd een ontmoeting hebben met een groepje gekostumeerde acteurs van de busteportret, door de uit Antwerpen afkomstige kunstenaar Frans Van Parijse ‘Comédie française’, in datzelfde jaar geschilderd door Antoine Stampart. Het stelt een niet-geïdentificeerde man voor. De gelaatsstudie Watteau. Laurence Plumier maakte een grappige variant van het schil- is geïndividualiseerd en heeft een emotionele dimensie, een uitdrukking derij van Van den Bossche. De allicht gefingeerde setting van Van den die niet eenduidig te ontcijferen is. Er wordt een intens oogcontact Bossche en de zijnen nam ze ruwweg over. Maar ze verving het don- gelegd met de kijker. In dialoog met de ‘psychologiserende’ weergave kerbruin door antraciet zwart, verduisterde de ruimte en benadrukte van Van Stampart, heeft Maxime Verduijn dezelfde onbekende man even- de onherkenbaarheid van de schutters-gildeleden. Het motief van de Eric Duverger passim. (8) eens in driekwart weergave neergezet, als een bedachtzaam iemand Laurence Plumier, Pruiken pruiken hoogde ze op, door met een fluostift gemaakte kleurstippen. Katlijne Van der Stighelen, (9) met een peilende blik, en omgeven door een cascade van kleurenbanen. Door haar ingrepen lijkt het alsof de schutters plots oplichten, zoals Burgers en hun portretten 24. Idem, Hoofd- en bijzaak 199. (10) men soms ziet bij een zwerm nachtdieren die bij een opname door een

22 23 verkeerd afgestelde detector, in hun bezigheden, als betrapt, worden rijke Antwerpenaar een buitenhuis. Vanaf dat ogenblik lieten ook de opgeschrikt. Dit zonder het compositorisch belangrijke detail van het inwoners van de stad die zich nog geen residentie op den buiten konden keffende hondje uit het oog te verliezen. permitteren zich al graag portretteren onder een gaanderij in een landelijke entourage. Het portret bood hen op een bijzondere manier de Omstreeks 1640 was een nieuw soort van groepsportretten ontstaan kans om aan een ‘anticiperende socializatie’ te doen”(12). als zelfstandig type: ‘conversatiestukken’, veelal aangeduid met hun Engelse variant ‘conversation piece’, dat het traditionele groepsportret Het enige bekende meesterportret van de Antwerpse kunstenares Gaspar Bouttats, De Ommeganck op zal verbinden met een meer informele setting in een detaillistisch Johanna Vergouwen, is een ‘hoogbarok’ of ‘volrijp barok’ kleurrijk de Meir, 1685, uitg.: Hieronymus III Verdussen (Museum Plantin-Moretus / uitgewerkt interieur, een park of een ruimer landschap. Gonzales dubbelportret van een tweeling die zich, verkleed als een geharnast Prentenkabinet, Antwerpen) Coques was de eerste Zuid-Nederlandse schilder die het type syste- riddersduo met zwaard en stokpaard, voorbeweegt op een terras matisch heeft beoefend. Daarmee heeft hij een traditie ingezet die nog voor een dubbele zuil met een opgetrokken, brede draperie (13). Het in de volgende eeuwen zou doorlopen (11). Ook bij de Antwerpse meester monumentaal kader wordt vergroot doordat de balustrade een Hieronymus Janssens worden niet zozeer de gelaatstrekken, maar de doorkijk biedt op een lager gelegen berglandschap, waarboven een silhouetten en het sfeerbeeld van de geportretteerden, in relatie tot storm losbarst. Kristin Moons (p.126) is een van de deelnemers die elkaar, geregistreerd. Een van diens conversatiestukken, een baltafereel verbanden aangingen met telkens één van de aangereikte werken, hier met elegante gezelschappen die zich vermaken op een terras van een onder andere door een met acrylverf bewerkte fotomontage, waarin paleis, kwam nu te staan naast een kamerscherm van Tosa Mitsuoki, haar persoonlijke fascinatie voor het thema van de identieke tweeling waarop een esdoorn is uitgebeeld, waaraan gedichten hangen. wordt uitgewerkt, en waarin ze enkele tinten uit het werk van de Peter Geerts (p.70) ondernam een geslaagde poging om deze twee ‘we- schildermeesteres Vergouwen, zoals het wijnrood van de draperie en relden’ in één digitale fotomontage met mekaar te verenigen. Zo kwam het altrosa uit een barok gewaad, laat terugkomen. hij op het idee om de onbetwistbare charmes van het Antwerpse decor achterwege te laten en de feestvierders, samen met een gedeelte van Niet alleen bij Coques, Janssens en Vergouwen, ook bij Jan Jozef II het betegelde buitenterras, in te voegen in het Japanse herfstlandschap. Horemans vinden we het aantrekkelijke familieplaatje met een toon van Zijn ingreep is echter slechts schijnbaar eenvoudig. Zo paste Geerts de intieme tevredenheid tussen de personages. Op zijn conversatiestuk lichtschema’s aan en verlengde hij de perspectieflijnen uit het tegelmo- ‘Het theeuurtje’, zien we de familieleden, geschaard rond een tafel tief. Dit versterkte de beeldende samenhang van zijn fusionele ‘samen- voor een schoorsteen, waarboven een kabinetlandschap hangt, dat als portret’. De invoeging van het groepje keuvelende aristocraten gebeurde ‘schouwstuk’ dient. Ze zijn druk in de weer met het thee ceremonieel, zo, dat één van de geportretteerden, schijnbaar in vervoering, de uit zonder zich verder waar dan ook zorgen over te maken. Het conver- de esdoorn hangende gedichten voorleest. Toen ik Geerts vroeg, hoe hij satiestuk visualiseert de eendracht binnen het groepje, terwijl men tot deze oplossing gekomen was, antwoordde hij dat de ingeving van de wel kan vaststellen dat de mannen andere dranken dan thee gebruiken. perspectieflijnen er gekomen was, na een vruchtbare gedachtenwis- Ieder detail getuigt van de betrachting van de meester om de materiële seling met zijn docent tekenkunst, Herman Declerck, die van dit project leefomgeving van de heel aardig gestoffeerde burgerwoning in beeld te gebruik maakte om zijn studenten tot creatief handelen aan te zetten. brengen. Een vermakelijke knipoog is de luchter, waarin de ingrediënten van het avondmenu al klaarhangen: een soort van eend of andere wa- Toen ik naar beelden voor ‘Antwerpen’ speurde, viel me alsmaar tervogel en een kundig aan elkaar geregen serie worsten. Maar behalve meer de beeldvorming op van de volkse rituele feestelijkheden, zoals flatterende plaatjes zoals dit, verwerkten de Horemansen ook graag bijvoorbeeld de prent ‘De Ommeganck op de Meir’ van Gaspar Bouttats, stoorelementen in hun gezinstaferelen. Een indringer stapt baldadig en de verbeelde pracht en praal in de portretten van de burgerij en de Hoofd- en bijzaak 145. (12) binnen op een muziekfeest. Op een ander feest vervoegen jongeren zich Beatrijs Wolters van der Wey 143-144. (11) aristocratie. Van der Stighelen: “Tussen 1625 en 1650 verwierf menig Ibidem 163. (13) in een ongedwongen sfeer rond een klavecimbel speelster: niets dan

24 25 een excuus voor het in beeld brengen, op een soort voorplan, van een 1673 en 1689 in Rome waar hij zich in het gezelschap van de Vlaamse genodigde heer die languit op de trap ligt en zich vrijheden veroorlooft kolonie, de ‘Bentveughels’ geheten, als ‘Parrhasius’ laat aanspreken. met een dienstmeid, terwijl zij er geen flauw vermoeden van hebben dat Vanaf 1693 resideert hij in Wenen waar hij als ‘hofmaler’ wordt aange- deze losbandigheden door de kijker worden bespied. steld. Jacob-Ferdinand Voet verblijft vanaf zijn 24ste in Rome, waar hij in de jaren zeventig furore maakt als portretschilder. Daarnaast vindt hij nog tijd om in opdracht van Karel-Emmanuel van Savoye 3 galerijen 3. Antwerpen — Uitzendcentrum (de ‘Bentveughels’) met ‘Romeinse schoonheden’ (‘Belle donne’) te vullen. Peter Jakob Horemans wordt aan het hof Karl Albert von Bayern in München genre- ‘Vertegenwoordigt’ ‘Antwerpen’ een ’wereld’ of was ‘Antwerpen’ en portretschilder. Jan Siberechts vertrekt in 1672 op verzoek van de ‘vertegenwoordigd’ in de ‘wereld’? Veelal behoorde het tot de tradi- hertog van Buckingham naar Engeland, met zijn landschappen, voorna- tie dat de kunstopleiding aan de Antwerpse academie werd besloten melijk in dienst van de Engelse aristocraten, vervult hij een bepaalde rol met een ‘grand tour’. Die ging meestal richting Italië, en voornamelijk in de ontwikkeling van de Engelse landschapsschilderkunst. Jacques Rome. Sedert de 18de eeuw raakte Parijs meer in zwang. Vanaf die de Roore vertrekt in 1717 naar Amsterdam en Rotterdam om in 1722 te periode, werkten vele kunstenaars op het einde van hun studie- worden opgenomen in de schildersgilde van Den Haag. Jan Frans van tijd enkele maanden of jaren in Parijs (14). Los daarvan, werden in Bloemen vertrekt in 1684 naar Parijs en Lyon. Daarna reist hij naar Rome Antwerpen jonge meesters opgeleid die elders hun loopbaan zouden waar hij, wegens zijn voorliefde voor panoramische landschappen, de opbouwen. We hebben het beeld van de ‘Antwerpse kunstenaar’ dan bijnaam ‘Orizonte’ krijgt. Hij trouwt met een Italiaanse en vestigt zich Artus I Quellinus, Portretbuste van Luis de Benavides Carillo, markies van ook bijgesteld door de reizigers en emigranten op te nemen. Temeer voorgoed in Rome waar hij aansluit bij de ‘Schildersbent’, een kolonie Caracena, 1664 (KMSKA) (foto © CVH) , daar van sommige van deze artiesten in Antwerpse of andere van schilders uit het noorden (16). tentoongesteld in Happy Birthday Dear binnenlandse collecties weinig te vinden is. Enkele van deze expats, Academie, 2013-2014 opgetekend in chronologische volgorde: Bij de artistieke expats die de Scheldestad verlaten, ook Hendrik Frans van Lint, onder zijn pseudoniem ‘Studio’ eveneens in Rome werkzaam. Artus I Quellinus reisde naar Italië en nam na 1648 verantwoordelijkheid Mogelijk helpen Van Lint en de andere schilders mee om aan de vraag op voor de sculpturen van het nieuwe stadhuis van Amsterdam, thans van de toeristen naar vakkundig geschilderde Italiaanse landschappen ‘Paleis op den dam’. Terug in Antwerpen, maakte hij de marmeren te beantwoorden. Frans Geffels is een reizend schilder en architect portretbuste, bewaard in het KMSKA, van landvoogd Luis de Benavides die succes oogst in Mantua. Hij beheerst zowel het genre van het Carillo, markies van Caracena, bemiddelaar in het stichtingsdossier van landschap als het portret en werkt voor de laatste hertog van Mantua. de academie, dat in Madrid door Filips IV moest worden goedgekeurd. Hij brengt het ‘beleg van Wenen / Kahlenberg’ in beeld, een keerpunt De markies is getypeerd in een pose als veldheer. Zijn stevige greep om in de Habsburgs-Ottomaanse oorlog. De beeldhouwers Peeter II de opgerolde landkaart of bevelhebbersstaf illustreert zijn krachtdadig Scheemaeckers en Jan Michiel Rysbrack vestigen hun ateliers definitief Jacques Jordaens, De triomftocht van optreden. Jacques Jordaens, calvinistisch gezind, bekend als de schilder in Londen. Scheemaeckers’ ‘Slapende Diana’ kan in schoonheid wed- prins Frederik-Hendrik, 1650-52 (Huis ten Bosch, den Haag), zoals afgebeeld van de dronken eetgelagen en het ‘bon-vivant’ leven, schildert in 1650-52 ijveren met de verzameling langoureuze naakten uit de ‘wereld’. Van in: P. Buschmann jr., Jacob Jordaens, onder andere de allegorie ‘Triomftocht van Frederik-Hendrik, prins van de zelfde kunstenaar verder een ‘Shakespeare Memorial’ in de ‘Poets Antwerpen, 1905 de Verenigde Provinciën’, een exuberant tableau met de uitbeelding van corner’ van het Londense Westminster Abbey. Van Rysbrack noem ik de prins die vecht met ‘dood’ en ‘faam’. Het beeldidioom van Jordaens een ruiterportret van de Engelse vorst William III op de Queens square staat haaks op de beeldideologie van ascetisch-calvinistische burgerij, in Bristol, maar vooral het prachtig busteportret van een jongetje maar geniet wel bijval bij de Oranjes (15). Jan de Herdt trekt ten laatste in in huzarenpak, bewaard in het New Yorkse Metropolitan, of ook een Herwig Todts 14. (14) 1660 naar Brescia en later naar het hof in Wenen bij keizer Ferdinand III, achterwand in zilverdrijfwerk, getiteld ‘Tempel en orakel van Apollo’, Christian Tümpel 33-34. (15) waar hij naam maakt als portrettist. Anton Schoonjans verblijft tussen Hoofd- en bijzaak 177-182 en passim. (16) die oorspronkelijk als achtergrond bedoeld was voor een pendule,

26 27 die echter nooit door de uurwerkmaker in kwestie is geleverd, zodat lijst maakte ik een selectie. Dat zie je aan de nummering die verspringt.” het object in al zijn onafgewerkte vreemdheid bewaard bleef in het Willemen wijdde daarbij nog verder uit over het verband tussen de Londense Victoria and Albert museum. dood en het artistieke beeld, verwijzend naar Georges Bataille, Hans Belting en Maurice Blanchot. De laatste toevoeging aan dit werk was het stapeltje genummerde lootjes. Daarmee bouwde Willemen het werk 4. Antwerpen — ‘IJdelheid der ijdelheden’ (‘vanitas vanitatis’) verder op tot een visueel aantrekkelijke collage van twee ‘ready mades’ die aansluiting vinden binnen de traditie van het vanitas-motief. Ergens halverwege de oostelijke zijde van het Antwerpse Falconplein, bevindt zich een barokke poort, één van de vele in deze wijk. Toen ik Ook in de schilderijen van Catharina Ykens, actief in de Antwerpse op deze plek kwam en er een foto nam, bood de poort nog een door- schildersgilde, aan symboliek geen gebrek. Van haar een busteportret zicht naar het in deze schippersbuurt zo eigen, zo modernistische van een levende vrouw op wiens schouders een doodshoofd rust, Anonieme meester, Falconpoort, 1671, Zeemanshuis. Voordien stond op dit grondstuk een militaire kazerne, terwijl een vogel enkele bessen uit haar broche komt wegpikken. Ykens’ Falconplein, Antwerpen (foto © CVH), nog eerder een nonnenklooster. Maar het klooster, de kazerne en vanitas kreeg het gezelschap van een jonge kerel: de fysicus en wis- toestand in 2012 uiteindelijk ook het Zeemanshuis gingen tegen de vlakte en maakten in kundige Isaac Newton, datzelfde jaar geschilderd door Godfrey Kneller. 2013 plaats voor een ‘Pop up buurtpark’ ten gerieve van de honden uit de Bij dit ensemble selecteerde Christel Van Raemdonck (p.135) een serie omliggende wijk, wachtend op andere bestemmingen, die meer winst uitgeknipte kleurenfoto’s met afbeeldingen van niet nader genoemde moeten opbrengen dan het voormalige zeemanshotel met zijn gemeen- menselijke figuren, die beklijvend werden, doordat Van Raemdonck ze schapsvormende, culturele en andere mensvriendelijke doelstellingen. integreerde in zelf ontworpen gipsen omlijstingen en ze de prenten Gezien de foto van deze poort terechtkwam naast een vanitas-schilderij vervolgens bewerkte door er gips rond te strijken. De in academies veel van de onevenaarbare Philippe de Champaigne, met daarop een eenzame voorkomende grondstof van het gips - we denken aan de aanwezigheid tulp in een vaas, een doodshoofd en een zandloper, werd de ontroering van de afgietsels van klassieke meesterwerken in de wandelgangen, die de poort kan oproepen als doorgang naar verval, uitbanning en of aan het veelvuldig gebruik van gips bij de grondering van schilderijen vroegtijdige dood, nog versterkt door het genoemde vanitas-schilderij. - maar waarmee door Van Raemdonck anders wordt omgegaan dan Ann Willemen die de opdracht aanvaardde om het gesprek aan te gaan door de gewone gebruikers van het materiaal. Anderzijds roepen deze met alle twee de werken, lichtte haar bijdrage zo toe: “Het is niet altijd werken van Van Raemdonck een gevoel van mummificatie en bevriezing evident om met het meesterschap van de ‘Schone Kunsten’ in dialoog te van beelden op. Mede door het spel van de overspringende betekenissen, gaan of er een zinnig commentaar op te leveren. Daarom besloot ik om is haar bijdrage ook relevant voor de relatie tussen de dood en het artis- als uitgangspunt niet de concrete kunstenaar of het kunstwerk te nemen tieke beeld, als een presentie van een afwezigheid, als een voorstelling maar het abstracte element van de vanitas-symbolen. Ook de poort als van ‘datgene wat we zijn kwijtgeraakt’. Daar legde, zoals we vermeld symbool als passage naar ‘elders’ sloot daarbij aan. De dood en de re- hebben, ook haar medestudente Willemen de nadruk op. In deze lijn

Ann Willemen, LUCKY and UNHAPPY flectie over de dood is tot slot van alle tijden. De idee voor het werk was past ook de blindtekening van David McIlroy (p.151) bij Chaim Soutine. er vrijwel meteen en ook de keuze voor de uitvoering was er vrij snel. Van Raemdoncks bijdrage is niet alleen een commentaar in de diepte bij Die moest heel eenvoudig zijn, alledaags. Ik vond het ook van belang dat Ykens en Keller, maar bij het hele project en, meer dan dat, de westerse het werk iets van deze tijd zou reflecteren en zo kwam ik op het digitale beeldcultuur in zijn geheel. medium van het internet. Daar vond ik een lijst met absurde manieren om te sterven. Het absurde is ook iets van de moderne avant-garde en Zelfs ten tijde van de grote historische kantelmomenten, zoals in de jaren op die manier relativeert het dus meteen de zwaarte van de symboliek van de Brabantse omwenteling en de daarop aansluitende fasen van de van de 17de eeuw (hoewel ik persoonlijk vind dat de dood moeilijk te rela- Franse revolutie, moet er in Antwerpen veel vraag geweest zijn naar tiveren valt, dus het was misschien ook een knipoog naar mezelf). Uit die schilderijen waarop ruikers uitgebeeld stonden. Want behalve taferelen

28 29 van herders en herderinnen die hun kudden weiden in arcadische lateraal licht, zenitaal licht vanuit de dakkoepel, en in alle richtingen landschappen, zijn in deze periode een indrukwekkend aantal bloemen- evoluerende reizigers, die zoals bij Casteels en bij Levinus slechts stillevens te vinden. “De pracht van de ruiker is gedoemd om snel ten figuranten zijn, in verhouding met de gigantische enscenering. onder te gaan”, zegt Van der Stighelen. “Het besef van de kortstondigheid wordt meegegeven aan de hand van een aantal knipogen. Zo verstoppen Een bijzondere inbreng doorheen deze serie is de productie van de de schilders een miniscuul portret in het oplichtende brons van de vaas. Antwerpse drukkers. Joannes Jacobus Moretus, die boeken maakte voor Stéphane Huybrechts, Centraal Als in een flits is een gestalte van een man achter de pot te ontwaren. Ze de hele toen bekende wereld, liet zich portretteren met de allure van introduceren eveneens insecten: de vergankelijkheid en de dood liggen een vorst. Van een andere vermaarde drukker, Jan Baptist Verdussen, op de loer” (17). Antwerpse meesters als Pieter Faes, Jan-Baptist Berré, tonen we enkele drukkersmerken uit in Antwerpen gedrukte boeken, Jan-Frans Van Dael, Jan Frans Eliaerts brachten de meest exquise bloe- bestemd voor de Spaanstalige wereld, zoals het drukkersmerk op het men- en fruitsoorten bijeen, met hier of daar het ene afgeknakte takje, boek ‘Adiciones de la historia de las guerras civiles de Francia’, dat een dat onze aandacht vestigt op het afgebroken leven. Maar voor het overige, Jan Baptist Verdussen, drukkersmerk verbinding aanging met de indrukwekkende prent die de constructie van een ware apotheose van kleurenpracht. In een foto van Ria Aerts (p.111), in: Adiciones de las guerras civiles een van de bruggen over de Seine weergeeft: ‘-Pont’ door Lievin die een inkijk biedt in een gevelbreed vensterraam van een restaurant, de Francia de Enrico Caterino d’Avila, Cruyl. Aan deze beeldcombinatie voegde Isabelle Geeroms (p.72) nieuwe 1686, in: L. Le Clercq, Les Verdussen. worden de bonte boeketten van de oude meesters vervangen door een Imprimeurs-libraires et bibliophiles an- complexiteit toe. Door een ladenkast in stelling te brengen die enigszins sobere vaas witte tulpen die in alle discretie het hunne bijdragen tot de versois, Leuven, 1933 (Erfgoedbibliotheek refereert aan dergelijke meubels, die men onder andere in de Plantin- gedistingeerde esthetiek van het stijlbewuste interieur. De foto geeft , Antwerpen) Moretus drukkerij aantreft, herinnert Geeroms zowel aan het boekenvak tevens een wenk naar het project, omdat ze een rake toespeling bevat op als aan het constructieve in ‘Paris-Pont’. Door de op deze plaats onver- het tweede werk dat aangeboden werd. De op het venster geëtaleerde wachte ingreep met witte verf of pleister, in een hoek van de bovenste Jan Van Helmont, Portret van Joannes Jacobus Moretus, 1717 (Museum Plantin- naam van het restaurant geeft namelijk een vormelijke weerspiegeling lade, krijgt het geheel een verrassende wending, mogelijk een verwijzing Moretus / Prentenkabinet, Antwerpen) van het bolvormige Newtonmonument door Etienne-Louis Boullée. naar een van de taferelen die voorkomen op het drukkersmerk.

Gaspar Bouttats, Zicht op Temeswar, in: Ontdekkingsreizigers, avonturiers, handelaars en diplomaten schrijven Korte Beschryvinghe en de aen-wysinghe 5. Antwerpen — Stadszicht (de markt en de Meir) der plaetsen in desen boeck, met hunnen hun reisimpressies neer in dagboeken en verslagen. Zo wordt het we- teghen woordighen standt, pertinentelijk reldbeeld van de Europeaan in de 16de en 17de eeuw trouwens aanzienlijk Terwijl we hiervoor de nadruk gelegd hebben op de expats, focussen uyt-gebeldt, in Oostenryck, Antwerpen uitgebreid. Er is ook een wisselwerking tussen het reisgedrag en de we nu op artistieke activiteiten in Antwerpen. Werkdefinitie van 1683-1692 (British Museum, Londen) ontwikkeling van de kunst en de cartografie die een explosieve groei ‘Antwerpen’: alle kunstenaars die in Antwerpen geboren zijn en er hun kent. Een nieuwe wereld gaat open door reisverslagen, brieven, kaar- opleiding volgden, plus zij die er zich kwamen vestigen en er werkten. ten, atlassen en prenten. Er is ook de begeerte naar uitbreiding, in alle richtingen, van de Habsburgse gebieden. De beproefde middelen: vorste- Een Antwerps stadszicht, gedateerd 1715, toegeschreven aan Frans III lijke bruiloften, erfenissen, veroveringen, ontdekkingen. In Europa om- Casteels, met kostuumpersonages die over de Grote Markt flaneren en vat dit rijk, behalve de Zuidelijke Nederlanden en Spanje, ook koninkrijken het vertrouwde stadhuis op de achtergrond, sluit haast bij toeval aan bij zoals Napels-Sicilië, Sardinië, plus het hertogdom Milaan, plus, buiten een quasi even weelderig bibliotheekinterieur met even zo protserig Europa, grote delen van het Amerikaanse continent, van Alaska over gekostumeerde personages, bij Vincent Levinus. Hierbij liet Stéphane Mexico en Lima tot Buenos Aires, naast gebieden in Oost-Indië, Filipijnen Huybrechts iets van zijn talenten zien als stedelijk landschapsfotograaf. en is het nauw gelieerd met het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. In de grote hal van het Antwerps Centraal Station, vanaf het marmeren trapportaal, nam hij een wijdse opname van de exuberante gevelpartijen Na de Spaanse successieoorlog (1701-1714), tot het einde van de Ibidem, passim. (17) daar, die tezelfdertijd interieur- als exterieurgevels zijn. Tegenlicht, 18de eeuw, worden de Zuidelijke Nederlanden gehergroepeerd in

30 31 het multinationale keizerrijk met variabele dimensies, onder de binnen- en buitenland liepen er voortdurend rond, het hele jaar door”(18). Oostenrijkse tak van Habsburg, waaronder de koninkrijken Bohemen, Maar de Antwerpse tekenaar-graveur Gaspar Bouttats brengt nog een Hongarije, Napels en Sardinië, het aartshertogdom Oostenrijk, de sterker beeld. Daarop niet alleen de wereld van de beurs en deze van de hertogdommen Toscane, Parma en Milaan. Gaspar Bouttats maakt een kunst, maar ook de loterij, in het hart zelf van de handels- en kunstme- prentencyclus over de Habsburgs-Ottomaanse oorlogen, ondermeer tropool, in één beeld gevat. Het gaat om een kopergravure, bewaard in het hier afgebeelde stadszicht van ‘Temeswar’ (nu: Roemenië), met op het Antwerpse stadsarchief. “De onderdeken van de gilde (kunstenaar - de voorgrond een Ottomaanse legereenheid. Deze stad wordt, na de kunsthandelaar Hendrik van Soest) greep de kans om de grote schil- verovering door prins Eugeen van Savoye en de ‘vrede van Passarowitz’, derzaal te gebruiken voor zijn loterijen. Er kwam een reorganisatie van Habsburgs gebied, en maakt vanaf dan deel uit van dezelfde politieke lokalen aan te pas. Tijdens de loterijen konden onverkochte kunstwerken configuratie als de Zuidelijke Nederlanden. van leden van de academie, of hun leerlingen nog wat geld opbrengen” (19). Vooraan in de rijkelijk met schilderijen en zilverwerk ingerichte hal, Chronyke van Waersegger Antonio Naast de reguliere literatuur, verbreden we ook de aandacht naar zien we het allegorische beeld van de geblinddoekte godin geldstukken in Magino, 1714, uitg.: weduwe Gymnicus ‘ephemera’ of ‘periphera’ uit de Antwerpse drukkerspraktijk. Bij de Maxime Christiaensen, (zonder titel) het rond gooien onder het motto ‘Kunst Loterij op de Beurs’. (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, alternatieve drukwerken noemen we enkele eigenaardige volkspren- Antwerpen) ten en almanakken, boekjes over marskramers, waarschuwers en toekomstvoorspellers, zoals ‘Den grooten oprechte onvervalste 6. Antwerpen — Kunstambacht (import, export) Italiaanschen Waer-segger’ uit de Hendrik Conscience bibliotheek, die aan de waakzaamheid van de Jezuïeten- en/of Dominicaanse orde wis- Hendrik van Soest hield zich niet uitsluitend met loterij bezig, hij was ten te ontsnappen. In dit verband verder een illustratie uit het populaire een vooraanstaand ‘cantoormaker’- grootmeester inlegwerk van o.a. lees- en kijkboekje ‘Luylecker Landt’, het utopia waar luidens het ver- ebbenhout, eik en schildpad. Collega Nathalie Posson vestigde onze haal, niemand hoeft te werken en waar de gebraden ganzen vanzelf de Gaspar Bouttats, Verbeeldinghe van een aandacht op een niet exact te dateren prachtexemplaar dat te zien is in gedeelte van de Loterije opgeright 1695 eetkamer komen binnengevlogen. In de opsomming van heerlijkheden, (Stadsarchief Antwerpen) het museum voor decoratieve kunsten te Madrid. Een meesterstuk, wat komt onder andere een verbeelding voor van de koning van dit utopische ‘intarsia’ betreft, versierd met wapens en krijgstaferelen van Filips V. land, te paard, gevolgd door een even fraai uitgedoste dienaar die de gulden excrementen van het dier opvangt. Deze prent uit de zogenaamde De beelden werden de deelnemers zonder enige omkadering of ‘lage cultuur’ haalde een band aan met een glorificerend ruiterportret, context aangereikt. Een paar deelnemers slechts vroegen naar wat Verhael met den Almanach van het uit de ‘hoge cultuur’, van Lodewijk XIV, de zogenaamde zonnekoning. meer informatie. Yannick Heeren stelde de vraag naar het mogelijke Luylecker Landt, 1692, uitg. Jacob Mesens Maxime Christiaensen plaatste bij deze historische werken een digitale verband tussen het specifieke bloemenmotief, aangebracht op een (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen) print, waarop hij in publicitaire neo-pop stijl, het nieuwe utopia en de klavecimbel van de in Antwerpen actieve ‘claviermaker’ Joannes betovering van de gokspel cultuur van het internet oproept. Daniël Dulcken, en de bespelingswijze van dit klavecimbel. Een vraag waarop hij zelf, door te verwijzen naar de stijlfiguur van het ‘plukken’, In verband met de relatie tussen de wereld van de kunst en deze van een poëtisch antwoord had bedacht. het geld, denk ik nu ook aan dat merkwaardige ‘samenwonen’ van de Antwerpse academie en de handelsbeurs, het hele Ancien Regime door. Dank zij de creatieve industrie van de Dulcken-dynastie en van Jacob In de studies die we doornamen, wordt deze cohabitatie, niet als sig- Van den Elsche, bleef Antwerpen op koers als internationaal gere- nificant maar als louter occasioneel aangezien, behalve in zekere mate puteerd centrum van viool- en klavecimbelbouw. Ook moet hier de bij Lombaerde: “Het nieuwe beursgebouw leek vanuit commercieel productie van de edelsmeden en de glazeniers vernoemd worden. oogpunt ook de ideale plek om de Antwerpse kunstproductie van jonge Piet Lombaerde 109. (18) Welgestelde burgers worden de nieuwe klanten van de glas-in- talenten op de markt te brengen. Welgestelde geïnteresseerden uit Ibidem 110-111. (19) lood kunstenaars: mannen en vrouwen lieten hun wapenschilden,

32 33 zelfs zonder de verplichte omweg langs het religieuze tafereel, tot Naast het teken- en schilderwerk van Jan Peeter Verdussen, willen glasramen verwerken. Een paar prachtige ruitjes werd gemaakt in we ook dit van zijn generatiegenoot, de Antwerpse academiedirecteur opdracht van Maria Feij en Joannes Van Wamel en bleef bewaard in Peter Snijers, vermelden. Het kan een bron van verwondering zijn, dat een privé-collectie. Eenzelfde fenomeen, in de O.-L.-Vrouwekathedraal, de prachtig versierde speculozen, tijdens de wintermaanden bij de is het gigantisch raam in opdracht van Henricus en Jan Ullens en Antwerpse banketbakkers te koop, vandaag nog identiek zijn met die Maria Verbiest, waardoor de kathedraalbezoeker iets meer over deze van 3 eeuwen geleden, te zien op Snijers’ schilderij ‘Waterman’. Alsof Antwerpse familie te weten komt. de bakkers, in de anonieme vormgeving van hun delicatessen, onver- anderlijke trouw zwoeren aan deze uit de nacht der tijden stammende Na de Spaanse successieoorlog (1701-1714), komen Antwerpen en de figuren! Snijers maakte ook indrukwekkende jachtstillevens. De dode Zuidelijke Nederlanden in een politiek en economisch ongunstiger jachtbuit roept een scala van emoties op, die met dierenleed verbonden positie. Ze moeten ‘barrièrerechten’ aanvaarden, dit terwijl ook de zijn. De jacht was gedurende eeuwen het privilege van de adel. Nu ont- Bart Ronteltap, De intocht van ‘crisis’ in scheepvaart ter hoogte van de Scheldemonding in Vlissingen steevast Jan Pieter II Baurscheit, Ingangspoort van wikkelden rijke burgers een grote belangstelling voor deze vrijetijdsbe- Antwerpen tolplichtig bleef. Een nadelige situatie waar pas onder Napoleon een het Osterriethhuis, voor 1768 (foto © CVH) steding (20). Een aan dezelfde meester toegeschreven ‘tableau’, tenslotte, einde werd aan gemaakt. Intussen vond het kapitaal van Antwerpse Meir, Antwerpen, toestand in 2012 reveleert op de voorgrond een bijeenkomst van allerlei personages, zakenlui en financiers wel een lucratieve uitweg door beleggingen naast een slagveld, die de gesneuvelden in het visier nemen, om ze in de ‘Generale Keyzerlycke Indische compagnie’, beter gekend als de van hun laatste bezittingen te beroven. Dit is kritisch werk, werk dat ‘Oostendse compagnie’, een onderneming, die enkele succesvolle jaren opstandigheid uitlokt, werk dat ‘tegendenken’ bevordert. later onder buitenlandse politieke druk haar activiteiten moest stop- zetten. De eerste ontwerpschets voor het strijdvaardige zilveren firma Weinig deelnemers gebruikten het aangereikte beeldmateriaal, als embleem van de vereniging bleef bewaard in een privé verzameling. aanleiding voor maatschappijkritisch werk. Een uitzondering hierop vormt de bijdrage van Arian van Dijk. De decoratieve ‘Nautilus-schelp’ Bij de talenten van deze periode moet, onder anderen, Jan Peeter van Balthasar Permoser, transformeerde hij tot een aanklacht tegen de Verdussen worden vermeld. Hij specialiseerde zich in getekende en verontreininging van de wereldzeeën door de welbekende oliemaat- geschilderde taferelen met elegant uitgedoste cavaleristen of jagers, schappij die het schelpmotief in haar logo opnam. waarin het boeiend thema van het ‘onvoorziene oponthoud, ten gevolge van het plots opdoemend obstakel’ vaak terugkomt. Zo bijvoorbeeld een Enkele prachtige samenwerkingsverbanden tussen de ‘vrije kunsten’ brug die ingestort is, waardoor de soldaten zichtbaar allerlei oplossin- Anthonius Spillemaeckers en Lodewijk en de ‘ambachten’ onderling, over de genres heen, zijn de ‘trompe Arian van Dijk, Welvaart gen bedenken om over het water te geraken, zonder zich te nat te maken Fruytiers, Bezoek van de landheer aan l’oeils’ van Marten Josef Geeraerts in de binneninrichting van de rococo zijn pachter, burijngravure in zilveren of te verdrinken in de rivier. In een ander schilderij getiteld ‘Het beleg snuifdoos 1764, in: Antwerps huiszilver stadspalazzo’s van onder andere Jan Pieter II Baurscheit. In het door van St-Guilhain’ (St.-Ghislain, bij Bergen), bewaard in het museum van uit de 17de en 18de eeuw, Rubenshuis, deze bouwmeester ontworpen Osterrieth huis, kan men houtsnij- Versailles, kunnen we doorheen de vlammen, de stad aan de horizon Antwerpen, 1988 (foto © Hugo Maertens) werk en smeedijzeren balkons bewonderen, die ondeelbaar één zijn onderscheiden, met op de voorgrond enkele groepjes soldaten. Het (privé verzameling) met de architectuur. Een ander voorbeeld, is het prachtige kleinood gaat om een episode uit een oneindig lange reeks Habsburgs-Franse van een zilveren snuifdoos, een samenwerking van de in Antwerpen oorlogen. Bart Ronteltap inspireerde zich op een ruiter te paard die actieve kunstenaars, prentengraveur Lodewijk Fruytiers en zilversmid bij Verdussen het voortouw schijnt te nemen. Hij maakte hierbij een Antonius Spillemaeckers, die het thema van het bezoek van de landheer gewassen tekening en sanguine, die een machtswisseling in het aan zijn pachter in beeld brengen als luchtige kennisuitwisselingen Antwerpse stadhuis moet voorstellen. tussen elegante gezelschappen, en waar bij ook andere figuren, een ezel of een hond bij het aangename samenzijn komen aanschuiven, Katlijne Van der Stighelen, Barok 10. (20) en die nog bewaard bleef in een privécollectie. In 1756 worden aan de

34 35 academie voor het eerst lessen geometrie, perspectief en bouwkunde vermelden, stonden in voor een belangrijke aanvulling van het kunstedu- aangeboden. In die periode wordt echter het proces van loskoppeling catief programma van de academie. Het academiedagboek stipt aan dat van de ‘vrije kunsten’ en het ‘ambacht’ ingezet (21). Daarbij wordt het door “Monsieur Vanderzande Professeur d’anatomie à l’Ecole de Médecine en Teniers bedachte organisatiemodel (hoger uiteengezet) stapsgewijs cette ville a commencé ce jour le cours d’ostiologie (sic) pour la classe verlaten, wat in 1791 bezegeld wordt door de wet ‘Le Chapelier’. Laten we des peintres”(24). Ze doceerden dus osteologie, of botkunde. De cursus niet onvermeld dat het de Antwerpse kunstenaar Henry Van de Velde is, werd 2 maal per week aangeboden. Anatomie bleef bijgevolg geenszins die een eeuw later de terugkeer van de ‘vrije kunsten’ richting ‘ambach- een ‘onvervulde wens’, zoals werd gedacht (25), zij het dat het ‘Journal’ ten’ zal inzetten (verder hierover meer). slechts weinig aandacht aan deze programma uitbreiding besteedt. De Herman Op de Beeck, Vismarkt portrettenreeks is nog steeds te bekijken op de site van ‘het Elzenveld’ in Antwerpen, voorheen Elisabethziekenhuis. 7. Antwerpen — Portretten in revolutionaire tijden Matthias Ignatius Van Bree‘s grootschalige historiestuk-groepspor- Jan Frans Jozef Mertens, Portret van In het tijdperk van Brabantse Omwenteling en Franse Revolutie, kwamen tret ‘Intrede van Bonaparte, eerste Konsul, te Antwerpen op 18 juni professor aan de Antwerpse Ecole we merkwaardig genoeg vooral herderstaferelen tegen, bloemenstil- 1803’, waar hij niet minder dan 4 jaar aan werkte, wordt bewaard in spéciale de Médecine, 1799 (foto © CVH) (Elzenveld OCMW Antwerpen) levens en pronkvoorwerpen in ‘directoire’ stijl. Wat portretten betreft, het museum van Versailles. Van Bree hield ervan om zijn modellen verwijs ik naar Andreas Bernardus de Quertenmont, die de bejaarde bekoorlijk, pittig, schuchter (dit laatste beklemtoond door de blos op beeldhouwer Peeter II Scheemaekersin beeld bracht, en ook naar een de wangen) en modieus opgetooid af te beelden (26). Het boek ‘Leçons de realistisch portret van Jacques De Bue, Jezuïet en Bollandist, in zijn dessin’ illustreert Van Bree’s eigen pedagogische visie. Alvorens naar studeerkamer bezig met enkele boeken en manuscripten, een schilderij levend model te tekenen, besteedden aspirant-kunstenaars maanden door Willem Herreyns, bewaard in het KMSKA. Op tafel liggen twee aan het natekenen van ogen, monden, oren, hoofden of hele lichamen van (27) delen van de editie van de ‘Acta Sanctorum’ (‘De handelingen van de heili- Jef Lambeaux, De kus, 1881 (foto ACL) prenten uit oa. dit boek of van de gipsen kopieën van bekende beelden . gen’) die hij gedwongen moest stopzetten. En ook de Jezuïeten orde was (KMSKA) afgeschaft. Het schilderij was een bestelling van de abdij van Tongerlo, ter herinnering aan De Bue’s verblijf daar (22) en/of als vroegtijdig epitaaf. 8. Antwerpen — Bij de rechttrekking van de Scheldekaaien De Bue’s gezondheid zag er, aan het portret van Herreyns te oordelen, niet zo best uit. Bij de aanhechting van de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk, wordt in 1792 vrij verkeer op de heropende Schelde opnieuw een feit en wordt Anders dan dit portret zijn de uitbeeldingen van dokters-professoren Antwerpen ingericht als toekomstige handels- en krijgshaven en vloot- Matthias Ignatius Van Bree, Verschil van de Antwerpse ‘Ecole Spéciale de Médecine’. De formule is een- basis van Frankrijk. De verbetering van de bevaarbaarheid, de bouw van tussen de ogen naar plaaster en levend voudig en sterk: één figuur, donker gekleed, tegen een donkere, lege aanlegplaatsen en van schepen staan op het programma. Begin 1805 zijn model, 1821, in: Leçons de dessin (KASKA) achtergrond, interessant in zijn eenvoud. De sobere sfeer verbeeldt de 9 scheepswerven in gebruik voor de bouw van linieschepen, fregatten nieuwe gestrengheid van een ‘fin-de-siècle’ burgerij, er op uit om haar Dries Lyna 255. (21) en corvetten. Sedertdien werden er jaarlijks 12 à 15 schepen geprodu- instrumenten en haar waarden te demonstreren, dit tegenover de leden Herwig Todts 12; Hoofd- en bijzaak 209. (22) ceerd. In 1811-1812 openen de eerste 2 ‘bassins’ van een nieuw dokken- van de geestelijke stand die (zoals in het vorige schilderij) ontwricht Alain Jacobs 150. (23) complex. Op 1 januari 1811 vaart het eerste schip in het ‘Klein Dok’, later raakte (23). Deze Antwerpse dokters werden geschilderd door Jan Frans Journal des années 1805-1808, 3 floréal (24) herdoopt tot ‘Bonapartedok’. Het is de ‘Friedland’, een in Antwerpen Jozef Mertens, die enkel als portrettist bekend bleef. Hij was een van de l’an XIII (23 april 1805) 23-24. gebouwd linieschip. Het van stapel lopen van dit schip wordt in beeld de laatste dekens van de St.- Lucasgilde. De geportretteerden moet hij Dries Lyna 257. (25) gebracht door Van Bree. Antwerps stadsarchitect François Louis Verly, ongetwijfeld gekend hebben. Enkelen van dit groepje, een aspect dat men Alain Jacobs 153. (26) uit Rijsel, waarschijnlijk een verre oom van mijn collega Frank Verlie, in de oude en de nieuwe studies over de academie wel eens vergeet te Herwig Todts 11. (27) tekent een gedetailleerd plan voor 5,5 km rechte Scheldekaaien (28).

36 37 Kunstenaars tonen interesse voor de morfologie van de ‘Werf’ en het als eerbetoon aan cultuurhistorische personages. Nicaise De Keyser is aangrenzende ‘Vismarktje’, vooraleer dit stadsdeel van de kaart zou wor- de auteur van het monumentaal decoratief werk over de ‘Glorie van de den geveegd. Hendrik Frans De Cort, Ignatius Van Regemorter, François Antwerpsche schildersschool’, in de hal van het KMSKA (30). Diens literair Antoine Bossuet, Jan Linnig en Pierre Joseph Witdoeck documenteren, elk equivalent, de romantische historicus Max Rooses, tracht op grond op zijn manier, een soort van pre-industriële romantische setting, al of van de herinnerde, 16de en 17de eeuwse grootmeesters, een gezamen- niet met kostuumpersonages, mensen die er leven, werken en flaneren: lijke identiteit te construeren. Specifieke voortbrengselen, die aan de het ‘Dagelijks leven in de schaduw van de burcht’. Op een markttafereel ‘regel’ ontsnapten, laat hij onderbelicht. Terwijl hij zijn melancholisch van Van Regemorter, bewaard in het Rijksmuseum van Amsterdam, stemmende reflecties over het vermeende ‘verval’ en de ‘teloorgang’ prijst een vishandelaar zijn koopwaar aan, bij een vrouwelijke klant. in latere perioden optekent, is hij er zich niet van bewust, dat grote Geheel terzijde: de kunstenaar kan zich sedert de tentoonstelling ‘Close vernieuwers zoals Henry Van de Velde en Vincent van Gogh zich kort examinations: fakes, mistakes and discoveries’ in de Londense National daarna op de Antwerpse academie zullen aanmelden (31). Willem Geefs, Grafmonument van Gallery, overigens postuum een controversieel aura aanmeten als ‘notoir’ Matrijs voor het slaan van een penning Frederik de Merode, circa 1830 kunsthandelaar, -restaurateur én -vervalser. Van Regemorters behande- voor de bedelaars, 1823 (foto © CVH ) De Belgisch-Amerikaanse rederij Red Star Line verzorgt sinds 1873 (foto © CVH) (St.-Goedele en St.- ling van het thema van de vishandelaar, werd door Herman Op de Beeck op (Maagdenhuismuseum, Antwerpen) regelmatige overtochten en had zowat het monopolie van het transport Michielskathedraal Brussel) een verstilde wijze hernomen. Op de Beeck wisselde het perspectief: de van landverhuizers naar Noord- en Zuid-Amerika, Canada en Australië. winkelende vrouw werd het hoofdpersonage. Hij veranderde ook de mate- Haar enorme ‘Land-boten’ meren aan langs de Antwerpse Rijnkaai, riaalkeuze: hij verkende het medium van tekenkunst op glas en maakte waar het water door een kortere bocht dieper is. In 1895 komen hier de gebruik van de mogelijkheden van een nieuw aangeschafte ‘fusing’-oven in in Glasgow gebouwde, majestueuze viermaster stoomschepen, zoals de het glas-in-lood atelier. De rechttrekking van de Scheldekaaien is voltooid ‘SS. Kensington’ in de vaart. De Antwerpse kunstenaar Henri Cassiers

Nicaise De Keyser, De Glorie van de in 1884. In de voorafgaande hevige discussies wordt het snel toenemend geeft vorm aan onsterfelijk geworden postkaarten en affiches, met Antwerpsche schildersschool , circa 1888 belang van de ijzeren stoomschepen, die diep water en een korte los- en pittoresk geklede figuren op klompen die hun werk langs de Schelde (KMSKA), zoals afgebeeld in: Eeuwfeest laadtijd vereisten, benadrukt. oevers even staken, om de machtige schepen op het water te zien Jeannine Franken, La Onda N. De Keyser 1813-1913, Antwerpen, 1913. voorbijglijden. Luc Vervliet (p.141) inspireerde zich op een beschreven De vernieuwing van de stad Antwerpen in de 19de eeuw maakt van haar Red Star Line postkaart en een ‘Mambasculptuur’ uit Nigeria. Hij koos er een magneet en inspiratiebron. Leest men brieven en dagboeken van de voor om geen citaten uit het beeldmateriaal in te lassen, maar er een eminente bezoekers zoals Vincent van Gogh of later Henri Michaux, moet zinvol complement bij te bedenken. Vervliets foto van een reiskoffer de stad animo gehad hebben, amusement, gevoel van ruimte, buiten- sluit aan bij zijn eigen poëtisch-documentair traject. Daarin legt hij zich landse aanwezigheid, uitstraling. De kunstenaars van de academie zoe- toe op het in beeld brengen van een privé-verzameling van overgeërfde ken een eigen weg tussen neoclassicistische en romantische inspiratie. familieobjecten. Het overzeese avontuur wordt door hem verbonden Deze laatste vooral moet blijken uit de keuze van onderwerpen met een met objecten uit de persoonlijke sfeer. Bovendien illustreert Vervliet hoe sterk emotioneel appel. Zeeslagen, strijdtaferelen uit de vaderlandse men beelden uit zijn familiale omgeving kan betrekken, zonder zich te geschiedenis, oriëntaalse fantasieën, hartstochtelijke liefdes, ruïnes, beperken tot een huiselijke anekdote. macabere taferelen, spectaculaire natuurfenomenen, bij kunstenaars als Hendrik Schaefels , Willem Geefs, Jef Lambeaux, , Eugène Van Mieghem verdeelt zijn aandacht over de industriële turbulen- Nicaise De Keyser, Edouard Farasyn, Edouard Dujardin en Ferdinand tie, zoals de gelijktijdige aanwezigheid van driemasters en stoomschepen Marinus, appeleren aan gelijkaardige gevoelens bij de toeschouwer (29). in de havendokken, en de menselijke aanwezigheid daar. Kunstenaars Henri Leys daarentegen, zet vanaf 1850 de genreschilderkunst verder. Herwig Todts 15. (29) hebben het ook over de sociale uitbuiting in de industrie en over de Imposante standbeelden en grafmonumenten van oa. Joseph Ducaju en Ibidem 64. (30) mistoestanden in de thuisnijverheid. Charles Mertens schildert ‘De rode Carl Depauw passim. (28) Jacques De Braekeleer worden opgericht, Max Rooses 662 e.v. (31) herberg’. Karel Collens maakt een absurdistisch-schrijnende illustratie

38 39 bij het even treurig verhaal ‘Van ’t schoenmakerken’. Daarin wordt die het hunne bijdragen tot de rijkdom van het landschap; naast elkaar verteld hoe het bereiden van ‘koekebakken’, het favoriete gerecht van bestaande, voortlevende en vernieuwende werkpraktijken. het titelpersonage en zijn vrouw, tengevolge van een kapotte pan, niet meer tot de mogelijkheden hoort. ‘Van ’t schoenmakerken’ verscheen in De in Antwerpen geboren en opgeleide kunstenaar, pedagoog en latere ‘Vlaamse verhalen’ van Pol De Mont, een uitgave van ‘Scalden’. De stijl van rijksbouwmeester Henry Van de Velde leidt, zoals reeds gezegd, een Collens’ tekening kondigt o.i., met een halve eeuw voorsprong, de vroege tegenbeweging in, waardoor de ‘vrije kunsten’ de teloorgegane aanslui- Picémuts en ondermuts van vondeling ‘Suske en Wiske’ albums zoals ‘Het eiland Amoras’ aan, waar Pauline ting met de ‘ambachten’ moeten terugvinden. In een groepsportret door Gerardus Aerts, 1859 (foto © CVH) Gaeremynck (p.114) met het medium textiel op haar beurt een boeiend Henri Luyten vinden we hem getypeerd in zijn eenzame strijd als opstan- (Maagdenhuismuseum, Antwerpen) vervolg aan breide, door er een 2de eiland aan toe te voegen. Gaeremynck dig lid van de kunstenaarsgroep ‘Als Ik Kan’. Audrey Wiersema (p.137) is niet aan haar proefstuk. Zij legt zich toe op de herwaardering van het liet zich inspireren door een ander portret van deze totaalkunstenaar: handwerk, experimenteerde met een pleiade van technieken, zoals onder een grafisch werk van Ernst Ludwig Kirchner. Wiersema verraste door andere borduurwerk en quilting waarin, zoals hier, diverse materialen haar keuze om de lineaire beeldtaal te vervangen door een picturale verwerkt zijn, zoals een geëtst doek uit 1850 waar een eiland op te zien is, beeldtaal. Veeg per veeg, distilleerde zij een menselijk gezicht. Voor kant, fluweel, kralen en schelpen. Jeannine Franken interpreteerde ‘La de keuze van de kleuren, ging ze uit van ‘Compositie uit een ovaal’ van vague’ van Camille Claudel, als een unieke golf, waarin sommige kijkers Georges Vantongerloo, waarvan ze de primaire kleuren ontleende en ze ook een schelp meenden te herkennen. Ook hier is het gebruikte materi- vermengde. De portretversie van Wiersema is niet alleen maar mooi. aal onverwacht. De figuur is gemaakt van geverfde schapenwol, in vorm Ze suggereert een innerlijke beleving. Het lijkt erop dat we in dit portret gevild en binnenin verstevigd met metaaldraad. aspecten van Van de Velde’s persoonlijkheid leren kennen.

Deze serie bevat enkele ‘poëtische objecten’ uit het Antwerpse Van Jules Schmalzigaug worden hier, naast één symbolistisch werk, Maagdenhuismuseum: een administratief register, een matrijs voor enkele futuristische tekeningen getoond. Elly Wijnen (p.112) focuste zich, Vondelingentekens, 1811(foto © CVH) het slaan van een penning voor de bedelaars, een merklap, in twee ge- zoals tal van deelnemers, uitsluitend op één van de twee aangereikte (Maagdenhuismuseum, Antwerpen) scheurde speelkaarten, objecten van vondelingen. Poëtische voorwer- werken. Zij vervaardigde een ‘Jules Schmalzigaug Transformed’ door de pen zoals deze, roepen bij de toeschouwer, zowel door hun intrinsieke fragmenten uit zijn ‘Compositie landschap I’ digitaal te ontdubbelen, te betekenis en hun bestaan als weefsel/vorm, een vergelijkbare ervaring printen op stof en in een quilt te verwerken, waardoor Schmalzigaug’s op als een kunstwerk, en hebben esthetische, logische, vormelijke tekening in een ritmeversnelling lijkt te komen. Haar bijdrage levert, be- en andere kwaliteiten die ze delen met oplossingen die geformuleerd wust of onbewust, commentaar bij het spanningsveld tussen origineel worden binnen de kunsten (32). Susan Lack plaatste een eigen verzame- prototype en designcreatie. Het doet ons nadenken over de begrippen ling brieven en ‘memorabilia’ tegenover de verscheurde voorwerpen uit intellectuele eigendom, kopie, reproductie en afgeleid product, die ook de vondelingenschuif. Haar werk is een bekentenis van verstandhouding nauw verbonden zijn met de invulling van dit project. tussen de gevonden voorwerpen en de sensibiliteit van de deelneemster. Naast Jules Schmalzigaug of Georges Vantongerloo, blijkt Antwerpen in de 20ste eeuw een vruchtbaar terrein voor nog meer modernisme 9. Antwerpen — Avant-garde (en de zaak Opsomer) en avant-gardeschap. Paul Van Ostayen schrijft in het postrevolutio- naire Berlijn de bundel ‘Bezette stad’, met dadaïstisch geïnspireerde Susan Lack, (zonder titel) Levende tradities en unieke projecten van enkelingen bepalen het uitzicht gedichten die over de bezetting van Antwerpen handelen (33). Avant- van dit boek. De selectie van 350 kunstvoorwerpen uit Antwerpen garde leider Jozef Peeters oogst met ‘Het Overzicht’ succes tot in benaderden we met een oog voor de totale productiviteit op het brede Oost-Europa, met als hoogtepunt een door hem samengesteld nummer Hans Theys 245. (32) culturele veld van kunstwerken en culturele artefacten. Diverse actoren van het Berlijnse ‘Der Sturm’ (34). Roger Avermaete, Marthe Donas, René

40 41 Guiette, Paul en Oscar Jespers, Paul Joostens, Jos Léonard, Michel maar ook ‘reëel’ zijn weg zal vinden, zodat de ‘wereld’, na de kennisma- Seuphor, waaronder meerdere contemporaine expats, creëren en king met de bol, de kubus, de pyramide en het polyhedron, in beroering stellen tentoon in Antwerpen, Brussel, Parijs en elders. Alice Frey ver- mag gebracht worden door dit nieuwe paradigma waarin alle thema’s vangt geleidelijk aan haar expressionistische beeldtaal door een heel en technieken van Adriaensen samenkomen. eigen stijl en iconografie. De naar Oostende geëmigreerde Permeke keert na WO II korte tijd naar zijn vaderstad terug als academiedirec- We maken geen kwalitatief onderscheid tussen de verschillende teur. Hiernaast heel wat andere talenten: Max Elskamp, pionier van de geledingen waarin de cultuur meestal hiërarchisch wordt opgedeeld. artistiek geïnspireerde volkskunde, Jan-Baptist Van Wint, auteur van Antwerpse kunstenaars die zich tot avant-garde en late avant-garde een neogotisch kathedraal-timpaan, Edward Pellens, de ‘vader van de rekenen (35), artiesten die op een particuliere wijze met de verworven- Antwerpse grafische school’, Henri Van Straten, Jos Hendrickx, Henri heden van de avant-garde en de traditie omgaan en tenslotte artiesten Cassiers, Leo Marfurt, Edith Van Leckwyck. die men soms als ‘klassiek modern’ aanduidt, slaan we niet over. Isidoor Opsomer, Zelfportret, 1941, om- Academiedirecteur Isidoor Opsomer verdedigde een getemperde, milde Bij de ruimtelijke cirkel van Jozef Peeters, getiteld ‘Compositie’, en ‘De slagillustratie van de publicatie: Frederik assimilatie van de vorige avant-gardes, zoals het late fauvisme en het olifant Celebes’ van Max Ernst - een onmogelijke kruising van werelden Clijmans, Opsomer, Antwerpen-Brussel, late expressionisme. Hij oefende invloed uit op het beleid en profileerde - plaatste Herman Adriaensen (p.125) een bijzondere creatie. Een werk zonder datum zich als het ware als een contemporaine versie van de ‘hofkunstenaar’. dat enkel vervaardigd kon worden door iemand die zich al decennia Vandaag schijnt hij op weg naar een controversiële status, op grond van uitsluitend wijdt aan de bouw van meubilair, maquettes, modules, mu- het feit dat hij het Antwerpse avant-gardeschap te weinig of helemaal ziekinstrumenten en van uitgekiende voorwerpen die te maken hebben niet geïntroduceerd heeft in de schoot van de academie (36). Vanuit een met binnenhuisarchitectuur. In het beeldhouwatelier van Kaska-dko breder perspectief bekeken, stellen we echter vast dat de internationaal volgde hij daarenboven de opleiding beeldhouwen en modelleerwerk. en anti-traditioneel gerichte avant-gardes ook los van grote instellingen Zijn kunnen als experimenteel maker, toonde Adriaensen in ‘Structuur en academies, hun weg vonden in het kunstenlandschap. in natuur’, de openingstentoonstelling van de nieuwbouw Kaska-dko. Ik vroeg hem hoe hij tot zijn nieuwe werk gekomen was. Adriaensen: “Deze module maakte ik uit één vel pvc. Hij telt 6 trapeziumvormige 10. Antwerpen — Een brede lectuur van objecten vlakken, telkens 3 gelijke zijden en 1 kortere zijde. De aaneenschakeling van deze vlakken bleek een dusdanige spanning te genereren, dat alle 350 afbeeldingen die 350 andere afbeeldingen tegenkomen, als voe- 6 de vlakken krom trokken. Zo ontdekte ik dat, wat men ‘scheluwte’ dingsbodem voor 350 nieuwe werken. Dit mobiele platform, waarop de noemt en men doorgaans alleen maar hinderlijk vindt, constructief kon meest uiteenlopende praktijken elkaar doorkruisen, is kenmerkend voor ingeschakeld worden, als een vormscheppende kracht! Mijn laatste een plek als Kaska-dko. We hopen dat de lezer esthetisch genot zal be- toevoeging was om met een pennetje gele lijnen over het rode pvc te leven om te zien hoe de kunst van de deelnemers gretig elementen van trekken. Die lijnen markeren de bijzondere glooiingen van de vlakken. Ze overal en nergens in zich opzuigt, op vrolijke of willekeurige wijze de zetten de toeschouwer gedurig op het verkeerde been, afhankelijk van perioden uit de geschiedenis van de kunst plundert, hetzij vaagweg een het perspectief, van waaruit hij kijkt.” thema, een kleur of een textuur van de aangereikte werken als uitgangs- punt neemt voor een nieuwe creatie. Deze lectuur geeft de lezer de kans Wat Adriaensen vertelde, illustreert hoe zijn creatief werk ontstaat in om enkele geslaagde scheppingen en exemplarische toepassingen van proefondervindelijke dialoog met technische inzichten en oplossingen wat we ‘relationele esthetica’ zouden kunnen noemen, te bewonderen, van problemen. Anders dus dan minimalistische kunstenaars die ervoor Meer uitvoerige selectie in: (35) en uit te zoeken wat elk werk uniek maakt. Ann Paenhuysen 91. (33) kiezen om de uitvoering van hun werken uit te besteden. We kunnen en- Ann Paenhuysen; Johan Pas 45-85. Ibidem 101. (34) kel hopen, dat dit specifieke object van Adriaensen niet enkel ‘imaginair’, Ibidem 54-68. (36)

42 43 Anja Ruttyn (p.92) vertrok van ‘Heroe’s Place - Funland for Passing Traffic’ van Filip Tas en een projectfoto van ‘Running Fence’ van Christo. Het narratieve van dit beeldmateriaal reduceerde zij tot de verstilde vorm van een diagonale lijn die ergens op de zeebodem haar weg zoekt.

Heidi Veeckmans, Heide De kijker wordt uit zijn evenwicht gebracht, als hij tot de bevinding komt dat dit picturaal ogende werk van Ruttyn, geen schilderwerk is, maar een foto afdruk op zelfklevend textiel. De auteur van dit werk, die al jaren uitmunt in het maken van foto’s en afdrukken, is met dit werk dan ook niet aan haar proefstuk toe.

Heidi Veeckmans bedacht een oplossing voor het feit dat de samen- gebrachte werken van Bert De Beul en Francesco Toledo nagenoeg niets met elkaar gemeen hebben, behalve de tweevoudigheid van de erop voorgestelde objecten. Over haar bijdrage, een olieverf diptiek met kleuren van een grote zintuiglijke intensiteit, verklaarde zij: “Mijn bronbeelden waren beiden duo’s, vandaar mijn duo van schilderijen in kleuren die aanleunen bij het werk van Bert De Beul”. Leon Vranken, Raising the Elevation (foto © CVH ), Mutsaardstraat, Antwerpen, We noemen tot slot een deelnemer die zich voornamelijk op één werk toestand in 2013 heeft geïnspireerd. De bijdrage van Gino Eelen (p.124) past perfect bij het referentiewerk ‘Gevonden grootvader’ van Paul Ausloos. Eelens foto kan dan ook gelezen worden als een eerbetoon aan deze kunstenaar die in 1974 de fotografie afdeling aan de academie oprichtte. Een bijkomende, deugddoende vaststelling is dat deze maker duidelijk plezier beleefde aan het onderwerp en de uitwerking ervan.

Onze zoektocht sluiten we af bij het speelse, statige monument ‘Raising the Elevation’ van Leon Vranken, dat de hele duur van dit project opgesteld stond voor Bourla’s academieportaal. Met zijn ruwe stelling- materiaal, veroorzaakte het verwondering bij de voorbijgangers, die zich afvroegen of het monument in opbouw of in afbraak is, en/of de elementen samenhang geven, of daarentegen zorgen voor ontbinding. Achter deze academiepoort bevindt zich een ‘wereld’ van …

44 45 Bibliografie Idem, Burgers en hun portretten, in: Stad in Vlaanderen, Cultuur en Maatschappij 1477-1787 (Brussel 1991). Thomas Abelshausen, Wereldwijde inspiratie, in: Magazine 100%EXPO, Id., Hoofd- en bijzaak. Portretkunst in Vlaanderen van 1420 tot nu (Leuven 2013, nr. 4. 2008). Daniel Birnbaum, Making Worlds, in: Short Guide, la Biennale di Venezia, Hans Vlieghe, David Teniers the Younger. A Biography, in: Pictura Nova, dl. 53. Esposizione Internazionale d’Arte (Venetië 2009). XVI (Turnhout 2011). Sébastien Biset, Distance et coprésence. Les nouvelles solitudes à Aby Warburg, Der Bilderatlas Mnemosyne. Gesammelte Schriften, l’épreuve du vécu, in: (SIC), nr. 1 (Brussel 2006). Studienausgabe, band II.1 (Berlijn 2000). Carl Depauw (red.), Bonaparte aan de Schelde. Catalogus (Antwerpen Beatrijs Wolters van der Wey, Portretkunst door 17de-eeuwse ‘Van 2013). Dyck-epigonen’ in Antwerpen: een schets in schakeringen, in: Nora De Poorter, The homage of Caliph Harun al-Rashid to Charlemagne, Kunsttijdschrift Vlaanderen, 1999, nr. 3. in: Jacob Jordaens. Catalogus. Dl. 1 (Antwerpen - Brussel 1993). Eric Duverger, Antwerpse kunstinventarissen uit de zeventiende eeuw, Afbeeldingen – inventarisnummers in: Fontes Historiae Artis Neerlandicae (Brussel 1984-2004) 13 dln. Nicos Hadjinicolaou, Kunstgeschiedenis en ideologie (Nijmegen 1977). Standbeeld Teniers: Stadsarchief Antwerpen, s.a.013249 foto # 4512 Alain Jacobs, Het portret tijdens het neoclassicisme, in: Kunsttijdschrift Pieter de Jode: Museum Plantin-Moretus, Prentenkabinet, Antwerpen, Vlaanderen, 1999, nr. 3. PK.OP.08468/II/J0120 KASKA, Modern Archief, nr. MA 25, 138, Journal des années 1805-1808, 3 Gaspar Bouttats, De Ommeganck: Museum Plantin-Moretus, floréal de l’an XIII (23 april 1805). Prentenkabinet, Antwerpen, 20.744-20745 cat V/B 142 Piet Lombaerde, Van symbiose naar autonomie. Architectuuronderwijs Jan Van Helmont: Museum Plantin-Moretus, Prentenkabinet, aan de Antwerpse academie, in: Contradicties. Koninklijke Academie Antwerpen, MPM.V.IV.20 voor Schone Kunsten Antwerpen 2013-1663 (Gent 2013). Jan Baptist Verdussen: Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Dries Lyna, Dromen van Rubens. De Koninklijke Academie voor Antwerpen, B 89846 (SO-166b) Schilderkunst en Beeldhouwkunst in Antwerpen (1663-1794), in: Chronyke van Waersegger Antonio Magino: Erfgoedbibliotheek Hendrik Contradicties, o.c. Conscience, Antwerpen, K101779: 1714,1 (C2-588i) Ann Paenhuysen, De nieuwe wereld, De wonderjaren van de Belgische Verhael met den Almanach van het Luylecker Landt, Erfgoedbibliotheek avant-garde 1918-1939 (Antwerpen 2010). Hendrik Conscience, Antwerpen 641844 (C1-084a) Johan Pas, Bastion of Bakermat? (2 dln.) in: Contradicties, o.c. Gaspar Bouttats, verbeeldinghe van de Loterije: Stadsarchief Max Rooses, Geschiedenis der Antwerpsche schildersschool (Gent 1879). Antwerpen, geen inv. nummer bekend Hans Theys, Het Kijkbeeld (Antwerpen 2012). Herwig Todts, Van Antoine Wierz tot Henry Leys. Neoclassicisme en romantiek, in: 600 jaar Belgische kunst in 500 kunstwerken, dl. 7 (Tielt 2007). Christian Tümpel, Jordaens, a Protestant Artist in a Catholic Stronghold. Notes on Protestant Artists in Catholic Centres, in: Jacob Jordaens, o.c. Katlijne Van der Stighelen, Barok, in: Van Pieter Paul Rubens tot David Teniers. Barok en rococo, in: 600 jaar Belgische kunst in 500 kunst- werken, dl. 8 (Tielt 2007).

46 47 Musée imaginaire — Le monde à l’Anvers Frank Verlie

1. Le passé

‘In den beginne was het Woord’ luidt het in de Bijbel. Maar elke kunsthistoricus is gedoemd te zweren bij een godslasterend ‘In den beginne was het Beeld’. Al heeft een getalenteerde kunstfilosoof het op onze school ooit geprobeerd, praten over kunst zonder afbeeldingen om naar te verwijzen, is niet evident. Een kunsthistoricus zonder kunstwerk dat getoond kan worden, is als een ridder zonder wapens, als een kruisvaarder zonder doel, als een farao… Genoeg! (De insider weet wat en wie ik met deze potsierlijke vergelijkingen bedoel.)

Alvorens André Malraux in zijn ‘Le musée imaginaire’, in 1950 ver- schenen als eerste deel van het boek ‘Les voix du silence’, zijn schier eindeloze woordenstroom op de lezer loslaat, presenteert hij eerst een ‘volbladafbeelding’, namelijk Teniers’ (onze Teniers!) ‘Galerij van aartshertog Leopold’. Malraux, een rasschrijver, had gerust zonder afbeelding kunnen beginnen, sterker nog: hij heeft het helemaal niet over dat werk van Teniers, en toch… Ook op de tweede pagina krijgen we, vooraleer de tekst echt van start gaat, opnieuw een — ditmaal iets kleinere — afbeelding te zien, meer bepaald een zicht in één van de zalen van de National Gallery in Washington, een prestigieus Amerikaans museum dat niet lang voordien met de hulp van rijke privécollectioneurs werd opgericht. “Een romaans kruisbeeld was niet vooreerst een beeldhouwwerk”, zo begint de tekst vervolgens, “een madonna van Cimabue niet vooreerst een schilderij, zelfs de Pallas Athena van Phidias was niet vooreerst een beeld. De rol van musea in onze relatie met kunstwerken is zo groot, Foto © Frank Verlie dat we er moeite mee hebben ons in te beelden dat ze niet bestaan, dat

49 ze nooit bestaan hebben, daar waar de moderne Europese beschaving de getoonde werken, profiteerde Malraux van de beperkte mogelijk- onbekend is of was; en dat ze bij ons minder dan tweehonderd jaar heden van de fotografische boekillustratie anno 1950. Hoewel die nog bestaan. De 19e eeuw heeft geleefd van de musea, en ook wij nog steeds, grotendeels in het primitieve stadium van de zwart-witfotografie en we vergeten dat ze (…)” verkeerde, was die ‘kunstfotografie’ al ruim een eeuw, sinds Talbot, bezig kunstwerken te transformeren tot wonderlijke mysteries van Tot zover de eerste pagina van ‘Le musée imaginaire’, die dus, zoals licht en donker, te reduceren tot een grafisch spel van lijnen en vlak- gezegd, voor het grootste deel door een afbeelding wordt gevuld. Wie ken, om het op zijn Malraux’ te zeggen ‘te metamorfoseren in nieuwe hierna een duidelijke uiteenzetting van het begrip ‘musée imaginaire’ kunstwerken’. Op die manier creëert het medium zwart-witfotografie verwacht, komt bedrogen uit, moet zijn weg zoeken in een complex een eenheid tussen zeer uiteenlopende kunstwerken, een verwantschap web van denkpistes, meer dan vijfhonderd pagina’s lang, en hopen dat die oorspronkelijk niet bestond. Ariadne hem er weer uit helpt. Dat laatste, nl. wijs geraken uit Malraux’ gedachtenlabyrint, schuiven we voorlopig op de lange baan en concen- “Et la couleur commence”, besluit Malraux de passage over fotografie op treren ons op die eerste tekstpagina met de foto uit de National Gallery. p. 25. Waarna hij de mogelijkheden van de kleurenfotografie grotendeels De presentatie van de werken in het museum (op die foto) laat ons toe open laat, echter niet zonder er op te wijzen dat kleurenfotografie, hoe deze als autonome kunstwerken te beschouwen, maar het ontgaat ons goed ook, nooit perfect zal zijn, al is het maar door het schaalverschil. tegelijkertijd niet dat ze in een bepaalde context geplaatst worden (in dit De verhouding kleur/zwart-wit is in ‘Les voix du silence’ ongeveer 1 op geval een Spaanse context). Door de actieve participatie van de kijker -of 50 foto’s. Op het eerste zicht worden die kleurfoto’s op dezelfde manier die nu rondloopt of in een comfortabele zetel zit, doet er niet toe- kunnen aangewend als de zwart-witfoto’s, maar hun luxe-status als volblad- deze werken ‘met elkaar in dialoog gaan’. Dat wij heer en meester zijn prenten op dikker papier, volstaat al om hen te onderscheiden van de over ons kijken maakt een bezoek aan een museum of galerij vaak tot een zwart-witfoto’s die vlotjes met elkaar en met de tekst ‘dialogeren’. Een spannend avontuur (al kunnen we nog zoveel leren in een museum, de tekst die immers dezelfde ‘kleurentaal’ spreekt (zwart-wit). opwinding van het kijken is zeker onze voornaamste motivatie). Het is verleidelijk uit de evolutie van de fotografie van kunstwerken de In verband met onze gewijzigde houding tegenover kunst wijst Malraux tegenstelling te distilleren tussen enerzijds kunstzinnige zwart-wit- niet enkel op de rol van het museum maar ook op die van de fotografie. fotografie, die het kunstwerk transformeert en het dus een nieuwe Wanneer we op indirecte manier, dus niet in een museum of galerij, artistieke dimensie schenkt, en anderzijds objectieve kleurfotografie, geconfronteerd worden met kunst, stuurt de fotografie onze kijk op die streeft naar de perfecte reproductie van het kunstwerk, zonder kunst, onder meer door de (fotografische) cadrage, de (theatrale) daar iets aan te willen of te kunnen toevoegen. De eerste is subjectief belichting, de (autonome) keuze van een fragment, de ‘schaalverwar- en behoort tot het kamp van de kunstenaars, de tweede is clean, zake- ring’ (groot lijkt klein en klein lijkt groot). Op die manier, met honderden lijk en behoort tot de wereld van de administratie en de wetenschap. zwart-witfoto’s, laat Malraux in zijn boek de meest uiteenlopende Tegen deze simplistische tegenstelling valt zeker heel wat in te kunstwerken met elkaar ‘dialogeren’ (Bakoba met Teotihuacan, Maya’s brengen. Vooreerst moet eerlijkheidshalve gezegd worden dat de met Sumeriërs, Zapotheken met Javanen, …), zonder dat er overigens meerderheid van de kunstboeken en -tijdschriften voor 1950 vol in de tekst lang wordt stilgestaan bij één van deze werken. Dit pad saaie, grijze zwart-witfoto’s stond, die nauwelijks meer waren dan van de ‘vrije artistieke associatie’ wordt vandaag nog druk bewan- een vage aanduiding van het bedoelde werk. Vergeleken met deze deld, bv. door Huvenne en Van Beirendonck in hun recente 350 jaar minderwaardige reproducties betekent de kleurenreproductie van Academietentoonstelling in het MAS, met een kleine antichambre als vandaag een ongelooflijke vooruitgang, die ons toelaat te genieten kunsthistorisch referentieluik. Daar waar deze laatsten beroep deden van werken die we waarschijnlijk nooit in het echt onder ogen zullen op een schitterende gouden wand als achtergrond en bindmiddel voor krijgen. Bovendien leende het artistieke zwart-wit zich vooral tot het

50 51 fotograferen van driedimensionale objecten, van sculpturen. (1) woorden eigenlijk? Is goudgeel iets tussen geel en goudkleur, of een Gedurende de verdere ontwikkeling van de kleurfotografie als Het licht van de zon, de zon dus, is wit (in mengeling van beide? En zonnegeel? De keuze voor de zon komt heel reproductiemedium is zwart-wit stilaan verdwenen. Vandaag kan het lichttermen gesproken geen kleur; de begrijpelijk over. We associëren de zon immers met geel en warm. in een kunstboek enkel nog als historisch document (artistiek of niet zonnestralen worden ‘gebroken’ door Maar de zon ziet er soms allesbehalve geel uit. Wanneer is de zon geel? doet weinig ter zake). onze atmosfeer en zien er daarom geel, Meer algemeen dringt zich de vraag op: kan een kleur wel iets ‘zijn’? Of oranje, roze… uit). is dat slechts een illusie? De evolutie naar steeds betere, schijnbaar eindeloos gedetailleerde Het antwoord is eenvoudig: kleur kan evenveel of even weinig ‘zijn’ als kleurenreproducties van kunstwerken beleeft vandaag ongekende (2) de zon zelf. Die zon is slechts zon zolang ze brandt, zolang ze licht geeft. hoogten op onze computerschermen, lichtbakken waar we dag en De Amerikaanse kunstenaar James De dag dat ze nog slechts een koude brok steen is (zoals de maan), kun- nacht naar zitten staren. Iets wat zeker niet zou gebeuren indien onze Turrell maakt ‘environments’ met licht, nen we haar bezwaarlijk nog een zon noemen, zal ze dus ook geen zon schermen zwart-wit waren gebleven … of groen geworden, in het geval meestal gekleurd licht. Eén van zijn meer zijn. Vermits kleur ‘door de materie veranderd licht’ is, kan kleur van mijn gestoorde computer. favoriete citaten luidt “Ik wil bij de kijker slechts ‘zijn’ bij de gratie van dat licht (geen licht, geen kleur). (1) Nochtans is het niet dat laatste dat me ertoe aangezet heeft het nu gevoelens opwekken zoals de woordeloze Hoewel de voorgaande bedenkingen over ‘het zijn van kleuren’ al volgende essay te proberen, over ‘De kleuren en hun namen’. Hoewel gedachten bij het staren in een haard- behoorlijk filosofisch-metafysich klinken, behoren ze nog volledig tot het het eigenlijk een beklagenswaardige poging is om orde te scheppen in vuur”. Tja… woordeloze gedachten… wat domein van de fysica. Dat geldt echter niet meer voor de overtuiging van het taallabyrint, kan men het binnen de context van deze tekst over de betekent dat eigenlijk? Bestaat dat dan? taalfilosofen die beweren dat iets, bv. een kleur, alleen bestaat wan- Musée Imaginaire evengoed beschouwen als een beschouwing over de neer het ook in taal uitgedrukt wordt (zonder taal geen denken, zonder algehele perceptieve verwarring die het gevolg is van de wijdversprei- (3) denken geen zijn), wat ons toelaat er over te communiceren. de kleurenreproductie, gedrukt zowel als digitaal. Eén van de bepalende factoren voor Aangezien ‘De kleuren en hun namen’ eigenlijk deel uitmaakt van een Que la couleur commence! opname van een kleurnaam in het cursus Kunstinitiatie, die ‘Kijken naar en spreken over kunst’ heet, woordenboek is de koppeling van kunnen we niet anders dan dit standpunt bijtreden, en moeten we dus de naam aan een RAL-nummer; een onze dappere poging om kleuren een naam te geven tot een goed einde 2. Interludium: ‘De kleuren en hun namen’ kleurnaam die gekoppeld is aan zo een proberen te brengen. Zo niet bestaan ze niet eens, die kleuren, en waar kleurnummer wordt op die manier een spreken we dan eigenlijk nog over? (2) Het benoemen van kleuren is, ook voor wie niet kleurenblind is, niet officiële naam (bv. citroengeel=RAL1012, Dat allemaal gezegd zijnde … waar waren we nu ook weer gebleven? vanzelfsprekend. Laten we daarom deze tekst over de kleuren en hun zwavelgeel=RAL1016, zonnegeel=RAL1037). O ja, ik weet het: bij het zijnde, meer bepaald het gezegd zijnde. Neen, namen beginnen met een kleur waarvan betrekkelijk weinig varianten Terwijl er over de nuances van veel genoeg flauwe grappen, we zaten bij de zon en bij de dingen die ons een bestaan, namelijk geel. En laten we binnen de grenzen van deze relatief kleuren kan gediscussieerd worden, zijn houvast moeten bieden wanneer we een kleur een naam geven. eenvoudige kleur eerst de categorie behandelen van namen die ons een de kleuren met een RALnummer objectief We kunnen zelfs nieuwe woorden maken (neologismen) en er ons niets concreet houvast bieden omdat ze verwijzen naar dingen die we kennen. vastgelegd. Maar daarmee is jammer van aantrekken dat ze niet in het woordenboek staan, zolang we maar En laten we die categorie dan de ‘dingnamen’ noemen. genoeg niet alles gezegd: printers, duidelijk gemaakt hebben wat we bedoelen: banaangeel, vanillegeel, Een dingnaam waarover een brede concensus bestaat, zodanig dat beeldschermen en beamers hebben vaak urinegeel, zonnebloemgeel, mosterdgeel … die niet veel uitleg nodig heeft, is ‘citroengeel’. Iedereen kent dat: het zo hun eigen idee over een kleur. is mooi, fel geel, maar desalniettemin een heel klein beetje bleekjes. Mosterdgeel? Bestaat dat dan niet echt? Sorry,het staat niet in mijn Als we nog intenser, nog opvallender geel willen benoemen, gebruiken woordenboek. En ziet mosterd er niet te bruin uit om in aanmerking te we daarvoor eerder woorden als ‘knalgeel’ of ‘kanariegeel’ (bv. in de komen voor de kleur ‘geel’? (3) zin: ‘Mr. Verlie heeft weer zijn kanariegele trui aan met de veel te korte mouwtjes’). Wanneer we op zoek zijn naar warmer geel gebruiken Ook de andere kleuren bieden een rijke waaier aan ‘dingnamen’ (die al we woorden als ‘goudgeel’ en ‘zonnegeel’, maar wat betekenen die dan niet in het woordenboek staan). Olijfgroen: geen twijfel mogelijk, ik

52 53 (4) meen wel degelijk te weten wat olijfgroen betekent! Grasgroen: ja, ons cadmiumgeel (een grondstofnaam) wel van cadmium (-oxide) gemaakt. Een interessante dingnaam die gebruikt dat voorstellen gaat ook nog vrij vlot, en al blijken er hier toch al wat mo- De grondstofnaam, die ik bij nader inzien toch liever de ‘pigmentnaam’ wordt in verband met de hemel, meestal gelijkheden te bestaan door de veelheid aan grassoorten, de variatie is zou willen noemen, heeft in vergelijking met de dingnaam zowel een in een literaire context, is ‘staalblauw’. toch vooral die tussen lichte en donkere tinten. Hemelsblauw: wat voor voor- als een nadeel. Het grote voordeel van de pigmentnaam is dat we Schrijvers die dit woord hanteren in hun blauw wordt hier in ‘s hemelsnaam mee bedoeld? Waarschijnlijk een meteen weten van wat het pigment voor de verf gemaakt wordt. Het romans of gedichten bedoelen waar- helder blauw, maar de lucht zit vol blauwen, zowel lichte als donkere. (4) nadeel is dan weer dat we die grondstoffen -chemische elementen en schijnlijk dat de hemel hard en kil is als Och, we gaan gewoon door, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. hun verbindingen, mineralen, gesteenten, halfedelstenen, beestjes en staal, eerder dan dat ze verwijzen naar de Robijnrood: zeer edel weliswaar, maar een beetje vuil. Baksteenrood: planten, soorten aarde, …- dat we die meestal niet goed kennen. grijze kleur van het metaal. Dit impliceert lichte en donkere tinten, -tinten is overigens een foute woordkeuze, Tenzij je vertrouwd bent met verfsoorten, zegt zo een naam als ‘cadmi- het bestaan van een subcategorie binnen want ze houdt in dat het om andere kleuren zou gaan, we zeggen dus umgeel’, ‘chroomgeel’ of ‘zinkgeel’ je niet veel. de categorie van de dingnamen, één beter: lichte en donkere varianten- we beginnen opnieuw: baksteen- die we bij gebrek aan mooier en beter rood: lichte en donkere varianten, dat wel, maar desalniettemin We laten het geel even rusten -van teveel geel word je volgens sommige voorlopig de ‘dingeigenschappennaam’ gemakkelijk voor de geest te toveren van de doorsnee Vlaming. Violet psychologen manisch (en even later depressief)- en gaan eens kijken zullen noemen. Als ons niet snel nieuwe en fuchsia (bloemetjes). Wijnrood of bordeaux: geen probleem voor wat de andere regionen van het kleurenuniversum, bv. het rustgevende voorbeelden van deze subcategorie willen de wijnkenner, en niet te verwarren met bloedrood! Wie ten allen tijde blauw, ons te vertellen hebben over de nuttige, maar enigszins saaie te binnen schieten, zou het wel eens kun- nuchter en correct wil blijven, zegge dus niet in paniek ‘O jeetje, mijn categorie van de pigmentnamen. nen dat ze niet bestaat. In dat geval nemen kots is bloedrood!?’ maar wel ‘Ach zo, mijn kots is bordeauxrood, en dat In de subcategorie van de scheikundige pigmentnamen kunnen we alvast we aan dat de schrijvers in kwestie het is normaal, want ik heb teveel wijn gedronken’. Hoewel ik deze passage rekenen op kobaltblauw om de saaie boel wat op te vrolijken. Hoewel de blauw van de lucht zo koud en hard vinden over wijnrood of bordeaux begon met te zeggen ‘geen probleem voor de naam kobalt niet bijzonder tot de verbeelding spreekt, zou die verbeel- dat het lijkt op (de kleur van) staal. kenner’ had ik misschien het omgekeerde moeten zeggen, want de wijn- ding beter moeten weten. In dat kobalt schuilt namelijk een kobold, een kenner zal waarschijnlijk beweren dat er evenveel soorten wijnrood soort kwaaie trol, een kwelgeest die zich schuilhield in de zilvermijnen (5) bestaan als er wijnsoorten bestaan, en dat bordeauxwijn wel degelijk waar vroeger ook kobalterts werd ontgonnen. Allemaal goed en wel, Daarnet las ik in een boek over de onlangs een andere kleur heeft dan andere wijnsoorten, enz. Onze conclusie maar zo een kobold heeft ons natuurlijk niets te vertellen over de kleur overleden Belgische schilder Raoul De is dat we voor onze wijnkleur, net zoals voor het gras, de hemel en de ‘kobaltblauw’, een uiterst koel blauw dat pas in de 18e eeuw door de Keyser dat hij veel ‘rivierblauw’ gebruikt. baksteen, beter te rade gaan bij de niet-kenner en diens vereenvoudigde chemicus Georg Brandt werd ‘ontdekt’ en in de 19e eeuw op industriële Wat moet ik mij daarbij voorstellen, bij voorstelling van zaken. Door de nuancemarge te negeren en de ‘dikke basis werd vervaardigd, waarna het prompt door bij de pinken zijnde dat ‘rivierblauw’? Bedoelt de schrijver de huid der namen’ stilzwijgend te accepteren, vermijden we dat we over moderne schilders als Manet en Monet werd gebruikt. kleur van de inkt in de kleurenreproducties alles eindeloos blijven discussiëren, en op eenvoudige uitspraken als die de tekst begeleiden? Of heeft hij het ‘Wat is het leven toch mooi!’ en ‘Blauw is mijn lievelingskleur’ vervelen- Ondertussen heeft onze gids, de kobold, ons niet alleen zilvermijnen eerder over de verf op het doek? Of ge- de antwoorden geven als ‘Welk leven?’ en ‘Welk blauw?’ (5) getoond, maar ons ook binnengeleid in het labyrint van de etymologie, woon over het water van de rivier? Maar een tak van de taalwetenschappen die op zoek gaat naar de oorsprong dat kleurloze water weerkaatst de kleuren Hoogtijd om de bedrieglijk eenvoudige categorie van de ‘dingnaam’ ach- van de woorden. van de lucht. En de schrijver bedoelt zeker ter ons te laten , en ons toe te leggen op een nieuwe categorie, namelijk Meestal is die oorsprong eenvoudig te achterhalen, zoals bv. in de niet het lichte hemelsblauw, want het die der ‘grondstofnamen’. Nog enigszins onzeker over de geschiktheid dingnaam citroengeel -sorry geel, rust maar rustig verder- of in een ‘rivierblauw’ van de schilder is donker. Je van deze term vertel ik er alvast bij wat ik ermee bedoel: deze naam pigmentnaam als loodwit (door de Europese wetgeving verboden omdat zou van minder kleurendronken worden! verwijst naar de materie, de grondstof waarmee de kleur effectief de gebruikte loodverbinding giftig is, terwijl het nochtans gedurende gemaakt wordt, of werd, want in de meeste gevallen worden kleur- eeuwen het meest populaire witte pigment was). stoffen, zeg maar pigmenten, vandaag chemisch (na)gemaakt. Terwijl Soms echter dreigt de oorsprong van een naam te verdwijnen in de citroengeel (een dingnaam) niet van citroenen gemaakt wordt, wordt mist der tijden. De zoeker -tenminste, een slechte zoeker met weinig

54 55 tijd, zoals ik, zeg maar: een wikipediazoeker- verdwaalt al gauw in een (6) karmijnrood door de Azteken vervaardigd wordt van de alomtegen- doolhof van feiten en fouten. Een andere benaming voor dit rood is woordige witte cactusluis, genaamd ‘cochenille’. Op die dag eindigen de ‘kardinaalsrood’, een prachtige kleur middeleeuwen, bergen de monniken gedwee hun scherpe mesjes weg Een vluchtige blik in de etymologische roots van de roden en de blauwen die zowat het midden houdt tussen en beginnen de Spanjaarden de cactusluizen met miljarden tegelijk naar toont ons een even interessante als verwarrende geschiedenis. vermiljoen en karmijn, en een hele troost Europa te verschepen. Kleurstoffen waren toen even kostbaar als goud. We betreden het labyrint bij het meest bekende, meest intense rood, is voor wie niet van het Vaticaan en zijn ‘Mooi verhaal, mijnheer de doolhofgids, maar wat dan met het vermiljoen?’ nl. vermiljoen. Het woord zou kunnen afkomstig zijn van het Franse klatergoud houdt. ‘Geen nood, daarvoor hebben we het cinnabermineraalverhaal.’ En woord voor wormen en soortgelijk ongedierte, nl. ‘vermine’ (tevens een trouwens, maak je niet teveel zorgen over het verleden: vandaag wordt kleurrijk scheldwoord). Die wormen zouden dan, lang geleden, de on- alles in de fabriek gemaakt.’ fortuinlijke leveranciers geweest zijn van het pigment van de genoemde ‘Oef, dan zijn we eruit.’ kleur. Helaas botst deze hypothese frontaal met de parallelle bewering ‘Eigenlijk niet. Die Indiaanse gids heeft ons met zijn cochenille op een als zou vermiljoen al eeuwenlang vervaardigd worden uit het mineraal dwaalspoor gezet, want die luis (of worm, ‘t is maar hoe, of beter: cinnaber … Wat nu? wanneer je het bekijkt) heeft nooit haar naam gegeven aan een kleur.’ We begeven ons iets dieper in het taallabyrint en komen zo al gauw de Met andere woorden, meer bepaald de woorden van het woordenboek: ware en volledige (middeleeuwse) naam van de betreffende worm cochenillerood bestaat niet. Wie hierdoor geschokt is, bereidde zich op het spoor: ‘kermes vermilio’. Helaas gedraagt deze naam zich zoals voor op erger nieuws. Het oude, Bruegeliaanse spreekwoord ‘Wanneer zijn baasje, de worm, door zich zomaar in tweeën te splitsen, en dan twee honden vechten om een been, gaat een derde ermee aan de haal’ elke helft zijn eigen weg te laten gaan, zonder zich te bekommeren om betekent in ons concreet geval: wanneer twee helften van een worm wanhopige taalwetenschappers. Vermilio’s tweelingbroer, de verrader vechten om een kleur gaat een derde helft … neen dat kan natuurlijk niet, Kermes, heeft zijn naam geschonken aan een ander soort rood, karmijn, maar de lezer begrijpt wel wat ik bedoel: mijn al te haastige etymolo- waarna het ongedierte (the vermin!) zich vliegensvlug over grote taal- gische zoektocht op Wikipedia heeft mij zonet geleerd (geleerd?) dat gebieden van de wereld wist te verspreiden, van ‘crimson’ in het Engels het Franse (?) woord cochenille komt van het Spaanse cochenilla, dat tot ‘kermeze’ in het Turks. op haar beurt teruggaat op het Italiaans, dat op haar beurt ging lenen Karmijn is gesofisticeerd, ietwat ‘onderkoeld’. Vermiljoen een beetje bij het Grieks, en nu komt het: dat Grieks betekent ‘scharlakenrood’ (6). banaal en schreeuwerig, maar zeker de krachtigste van de twee. Nu ja, waarom heb ik me ooit ingebeeld dat het geven van namen aan Beide zijn dus dermate verschillend, dat we niet anders kunnen dan zeer complexe natuurverschijnselen als kleuren een eenvoudige zaak een beroep doen op onze fantasie om de etymologische knoop door te zou zijn, als de biologie ons leert dat er van dat minuscule, pietluttige hakken: in een middeleeuwse kloosterzaal zijn monniken systematisch beestje, genaamd de cochenille (worm én luis), niet minder dan bezig met fijne mesjes de schizofrene wormen doormidden te snijden 8.500 soorten bestaan. Je zou van minder een kleurenfundamentalist en ze vervolgens in verschillend gelabelde zakken te gooien … tot de abt worden! Temeer daar sommige boze tongen (bronnen) beweren dat van het klooster binnenkomt en luid roept ‘Cut the crab!!!!’ Vanaf dat scharlaken, scarlet en écarlate alle teruggaan op de middeleeuwse moment vormt ‘kraplak’, gewonnen uit de wortels van de meekrapplant lakenhandel (tot hier alles O.K.), doch (en hier loopt het mis) over de een goed alternatief voor de Kermesworm. Neen, met woordspelingen kleur van het textiel is men het niet eens: volgens sommigen ging het en flauwe grapjes geraken we nergens in dit doolhof (maar is dat niet niet om rode maar om blauwe stoffen … de bedoeling van een doolhof?). Meekrapwortels waren inderdaad een alternatief voor wormen, maar pas veel later. We spoelen dus even onze Ook het doolhof van de blauwe namen biedt een schat aan verwarrings- tijdsband terug naar de middeleeuwen, meer bepaald naar de laatste mogelijkheden. Indigo, lapis lazuli, ultramarijn, azuur, … ze blijken alle dag daarvan, in het ongezegende jaar 1492, wanneer Cortez voet aan wal met elkaar verwant en verward te zijn. zet in Mexico en van zijn indiaanse gids te horen krijgt wat een prachtig Ondertussen heb ik zowat alle kleuren van de regenboog gezien. Alleen

56 57 (7) de strengste mentale discipline kan mij nog redden uit de klauwen van (9) betekenis van IKB in de toekomst wel heel problematisch, o.a. omdat Veel mensen, dikwijls 19e eeuwse che- deze pseudo-rationele waanzin. Bij het toeschrijven van menselijke we dan aangewezen zullen zijn op onbetrouwbare kleurenrepro- mici, hebben hun naam tijdelijk weten te eigenschappen aan dieren, in dit ducties. Maar laten we niet te kleinzielig zijn ten overstaan van deze verbinden aan de kleur die zij uitgevon- Daarom zal ik het nu hebben over de schijnbaar eenvoudige categorie van specifieke geval die van een onderzoe- kunstenaar, want tenslotte zijn verdonkering, verbleking en dergelijke den hadden, maar hielden als kleurnaam de ‘naamnaam’. Deze categorie is, voor alle duidelijkheid, geen pleonasme. ker of een detective, is echter grote meer op termijn, in het licht van de eeuwigheid, het lot van alle verf. niet lang stand. Een passend voorbeeld Het betreft een kleurnaam op basis van een eigennaam. In een zeldzaam behoedzaamheid geboden. Zelfs Van Eycks relatief piepjonge Lam Gods zal er binnen pakweg hiervan is hier ‘Mitisgroen’, omstreeks geval is een mens er in geslaagd zijn naam aan een kleur te verbinden. 35.000 jaar niet meer zo heel fris uitzien. 1800 ook wel ‘Kirchbergergrün’ genoemd (naar het plaatsje Kirchberg Dat zeldzame geval heet Paolo Veronese, een 16e eeuwse Venetiaanse Aangezien het met de individuele ‘naamnamen’ niet zo goed wil vlotten waar Mitis werkzaam was), waarna schilder. (7) ‘Veronesegroen’ is echter veel later naar deze schilder moeten we een beroep doen op de macht van volkeren, desnoods van beide namen moesten wijken voor genoemd en bovendien is het een chemisch vervaardigde moderne verf legers. Laat het ‘Pruisisch blauw’ aanrukken! Pruisisch blauw, één van het economisch prestige van de stad die niet helemaal overeenstemt met het smaragdachtig groen waar de eerste chemische pigmenten, is een donker maar intens blauw dat Schweinfurt, die als eerste de verf op Veronese zo van hield. Veronese zou er niet van gehouden hebben en het ca. 1700 in de buurt van Berlijn -Pruisisch gebied in Duitsland- werd industriële schaal heeft geproduceerd. betreurd hebben dat smaragdgroen en Veronesegroen vandaag dikwijls ontdekt. Het was sedertdien populair bij schilders -laat zich bv. mooi in één adem genoemd worden. In Duitsland spreken ze dan weer liever combineren met een streepje rood-, werd gebruikt voor architect- (8) over Schweinfürter Grün (naar de Beierse stad Schweinfurt), en in onische blauwdrukken en koppelde zijn naam aan de kleur van de Het paradijs…de slang…. de benaming Frankrijk werd het betreffende groen (of wat daarvoor doorgaat) ook Pruisische legeruniformen. ‘gifgroen’ is hier misschien wel op ‘Vert de Paris’ genoemd, een zeer giftige verf op basis van arsenicum. haar plaats? Laat ik er eens een doos Dat laatste hebben de met hun gezondheid sukkelende en gulzig absint De zonet geopperde bewering als zou Pruisisch blauw het oudste ver- rattenvergif bijhalen, want ik tref hier drinkende meesters der moderne kunst Van Gogh en Gauguin geweten vaardigde chemisch pigment zijn houdt geen rekening met een breder verdachte, chocoladekleurige korreltjes (of niet geweten), net zoals de ratten in de riolen van Parijs. Jammer historisch perspectief, meer bepaald met ‘Egyptisch blauw’, een milen- aan op en onder mijn bureau. Aan de genoeg werd het mooie Vert de Paris in de 19e eeuw niet enkel in verf, nia geleden synthetisch vervaardigd blauw op basis van zand, koper en kleur van de gifkorrels te oordelen, een rattenvergif en (goedkope) absint aangewend, maar ook in behang- calcium (kalk), wat per slot van rekening goedkoper was dan gemalen schitterend paars, is het gif vandaag papier voor kinderkamers, dat, in combinatie met vochtige muren, halfedelstenen zoals lapis lazuli, die gebruikt werden in faraograven. niet langer vervaardigd op basis van giftige dampen en een hoge kindersterfte teweegbracht. Waarmee we arsenicum, maar van wat dan wel? De wel enigszins afgedwaald zijn van het paradijslijke smaragd van Paolo Op basis van reproducties kunnen we aannemen dat Egyptisch blauw doos vermeldt het niet! Vert de Paris is Veronese … (8) dicht aanleunt bij Pruisisch blauw, maar idealiter dient dit proefon- waarschijnlijk sinds lang in haar hoe- dervindelijk te worden vastgesteld, bv. door in Pruisisch uniform een danigheid van rattenvergif uit de handel De Franse Nouveau Réaliste Yves Klein is er ca. 1960 door middel van archeologisch museum te bezoeken, of door snel heen en weer te lopen verwijderd, wegens ‘te giftig’. een patent wel in geslaagd zijn naam te koppelen aan een kleur, nl. IKB tussen een militair en een archeologisch museum, wat in het Brusselse (International Klein Blue). Klein meende door toedoen van een nieuw Jubelpark gemakkelijk realiseerbaar is. chemisch bindmiddel het probleem van de graduele verdoffing van ultramarijnblauw te hebben opgelost. De uitgesproken spirituele kleur Al zijn de Pruisen en de Egyptenaren nog zo dominant in onze wereldge- blauw kreeg door het moderne bindmiddel polyvinylacetaat een ‘blij- schiedenis, hun prestige op het vlak van de kleurnaamgeving verzinkt in vende uitstraling’. Een hele uitdaging voor restaurateurs van moderne het niets vergeleken bij het Thyrisch purper, dé kleur van Romeinse en kunst! Bovendien wil het (kleine) lot van Klein dat de toepassing van Byzantijnse keizers. De Griekse mythologie leert ons, ironisch genoeg, de kleurnaam IKB toch vooral beperkt zal blijven tot zijn eigen oeuvre dat deze voorname kleur door een hond ontdekt werd, meer bepaald de (en daar zou hij waarschijnlijk niet rouwig om geweest zijn). Als IKB hond van Herakles.(9) Rubens en zijn volgeling Van Thulden hebben er een met de tijd ook nog eens gaat verkleuren en verfletsen dan wordt de schilderij aan gewijd, maar geen van beiden schijnt geweten te hebben

58 59 (10) hoe dit purper er werkelijk uitzag (of ligt de schuld weerom bij die Tijdens de renaissance werd de schilderkunst de gelijke van de poëzie. By the way: ‘Thyrisch’ komt van Tyrus, verdomde kleurenreproducties en bij Wikipedia!?) en nog minder hoe Nadien, in de barok, verovert ze ook het theater, en tenslotte (ver)wordt een Fenicische stad in het huidige Libanon. die zeeslak er uitzag, waarvan het pigment gemaakt werd.(10) ze bij de laat-19e eeuwse academici, pompiers en andere salonschilders tot illustratieve romankunst, waarin ambachtelijke perfectie gebotvierd Als we consequent willen zijn, moeten we aan de vorige categorie de wordt op triviale details en anekdotes. subcategorie der ‘haarnaamnamen’ toevoegen. Geen haar op mijn hoofd En toen kwam Manet, en met hem ook de geboorte van de moderne kunst. dat er aan denkt deze categorie uit te breiden tot meer dan één naam, ‘Pour que Manet puisse peindre le portrait de Clémenceau, il se fait qu’il nl. ‘Venetiaans blond’, alhoewel … er zal op termijn toch nog een tweede ait résolu d’oser y être tout, et Clémenceau, presque rien.’ (p.99) Voordien haarnaamnaam moeten toegevoegd worden (hondenhaargrijsblond?) om werden portretten toch vooral geïdentificeerd met de geportretteerde, van een echte categorie te kunnen gewagen. Venetiaans blond leidt ons via terwijl president Clémenceau bijna uitsluitend Manet is, schilderij is. wereldvermaarde kunstenaars als Botticelli en Titiaan tot bij Venetiaanse Het autonoom avontuur van de moderne kunst kan beginnen. Alles kan, courtisanes (intellectuele luxehoeren) en uiteindelijk tot bij de liefdesgodin alles mag in de moderne kunst, als het maar niet traditioneel of acade- Venus in hoogsteigen persoon. Allemaal goed en wel, maar wat moet ik misch is. me bij deze kleurnaam voorstellen? ‘Blondros’ of eerder ‘rosblond’? Malraux’ betoog over de verworven onafhankelijkheid van de kunst -als hoogst bereikbare goed vergelijkbaar met Vasari’s renaissance Tot slot -ik ben het kots(ha, die prachtige kleuren toch!)beu, ik stap en Winckelmanns Grieken- vertoont grote gelijkenissen met dat van eruit!- voeg ik nog een laatste categorie toe. De kans is klein, maar Greenberg in zijn beroemde essay over modernisme in de schilder- mocht er toch nog een kleurnaam opduiken die niet thuishoort in één der kunst, een goede tien jaar later gepubliceerd. Rekening houdend met de vorige, verdomde labyrinthokjes, dan kan die nog altijd terecht in deze taalkloof kan men zich afvragen of beide heren mekaars teksten gelezen laatste categorie, die luistert naar de ongelukkige naam ‘restnamen’. hebben, maar de grote overeenkomst tussen beider biotopen (Art Informel en Abstraction Lyrique van de Ecole de Paris enerzijds, Abstract Expressionisme van de New York School anderzijds) kan al volstaan om de 3. Le présent theoretische verwantschap te verklaren.

Hoogtijd om terug te keren naar Malraux’ ‘Les voix du silence’, waarvan Ca. 1950 was het gedachtengoed van het modernisme in de kunst actu- de harde kaft in een voor die tijd typerend ietwat somber bordeauxrood eler dan ooit tevoren, zo wijdverspreid dat abstract schilderen eerder geverfd is. (Bordeauxrood is in dit specifieke geval een compromisnaam norm dan uitzondering geworden was. die geen recht doet aan de volle kleurenrijkdom van die kaft; hoewel Vandaag, meer dan een halve eeuw later liggen de kaarten weer we ze zonet bordeaux genoemd hebben, bevat ze ook baksteenrood, helemaal anders. De intuïtie en de gevoeligheid voor pure plastische en diep karmijn, hier en daar lichtroze en ja zelfs bruin, afhankelijk van de picturale waarden, die ook de kern van het gegeven ‘Musée imaginaire’ plaatselijke graad van chemische verandering, slijtage, blootstelling aan bepaalden, volstaan voor de postmoderne kunstenaar niet langer. Wij licht en ophoping van vuil, m.a.w. vlekken.) mogen dan wel voortdurend bezig zijn met het verleden, onze relatie ermee is veel complexer, veel indirecter geworden. De modernistische Vertrekkend van de oorspronkelijke functie van het kunstwerk -dat nog kern van Malraux’ idee voor de Musée Imaginaire is gesmolten en wat geen kunstwerk was (herinner u Malraux’ eerste zin die begint met ‘Un overblijft is de mal, het cliché. De ‘musées imaginaires’ van curatoren, crucifix roman n’était pas d’abord une sculpture ( …)’- beschrijft hij de journalisten en culturele mediafiguren zijn favorietenlijstjes (meestal talrijke metamorfoses en vooral het emancipatieproces van het kunst- in functie van één of ander thema). Behalve in naam hebben ze met werk, van de Kunst tout court. Zoals we gezien hebben speelden musea en Malraux’ beroemde concept niet veel meer te maken. fotografie in dat proces een belangrijke rol.

60 61 4. 350/350: Musée imaginaire, Le monde à l’Anvers steeds automatisch geleid tot het voor de hand liggende, tot een verve- lende opsomming van meesterwerken. Je kan het zelfs omdraaien: zelfs Dat laatste geldt ook voor de keuze die wij (Christian Van Haesendonck en in deze uiterst beperkende Antwerpse context was het vaak onmogelijk ik) gemaakt hebben uit 350 jaar kunstgeschiedenis in Antwerpen en in de om geen meesterwerk uit de Wereldkunstgeschiedenis te kiezen. Le (rest van) de wereld. Ook wij hebben er de modeterm ‘Musée imaginaire’ monde à l’Anvers à l’envers (of iets van dien aard). opgeplakt, zonder ons al te veel te bekommeren om Malraux. Maar dat betekent geenszins dat wij zomaar een lijstje van onze per- Dat de studenten voor hun hedendaagse bijdragen niet altijd, om niet te soonlijke favorieten gemaakt hebben. De voorwaarden van onze zeer zeggen zelden, alle finesses van de uiterst gesofisticeerde artistieke specifieke opdracht waren zowel beperkend als uitdagend. Die uitdagen- dialogen tussen Antwerpen en De Wereld gevolgd hebben, heeft hen de beperking, dat ‘waagstuk’ (naar het gelijknamige café waar we menig er niet van weerhouden tot zeer verrassende en knappe resultaten te laat uur tussen laptop en trappist, fel overleggend, gesleten hebben) komen, gaande van postmoderne collages waarin Antwerpen en de was dubbel: nadat we eerst elk apart tot een selectie waren gekomen Wereld letterlijk geciteerd worden, tot geïntegreerde synthesewerken -Christian voor Antwerpen en ik voor ‘De wereld’- moesten we voor elk waarin de voorbeelden stilistisch, technisch en inhoudelijk een meta- jaar, van 1663 tot 2013, telkens tot een ge(s)laagde combinatie komen van morfose ondergaan hebben (cf. Malraux). twee kunstwerken die ‘aan elkaar gewaagd’ waren. Tijdens dat proces, dat ongeveer twintig sessies in beslag genomen heeft, moest De Wereld Een interessant neveneffect van de 350/350-tentoonstellingen is dat meer dan eens water in de wijn doen en zich schikken naar de grillen van de kijker allerlei verbanden ontdekt en verklaringen geeft, waarvan de Antwerpen, die nukkige, arrogante, betweterige, af en toe geniale, maar student/kunstenaar zich niet eens bewust was. Maar dat verschijnsel , meestal o zo provinciale Metropool (ook in 1663 lagen de gloriedagen al het genereren van interpretaties, is zo oud als de kunstgeschiedenis zelf een eeuw achter rug!). en kan de beste kunstenaars overkomen. De wereld op zijn kop, le monde à l’Anvers, quoi! Samengevat: zowel voor ons, die voor het kunsthistorisch referentieluik Adieu ‘Radeau de la Méduse’!, want je paste niet bij dat charmante her- hebben gezorgd, als voor de studenten/kunstenaars, is dit 350/350-pro- derstafereeltje van een zekere Jan Karel Carpentero (Godbetert dan nog ject een zeer inspirerende ervaring geweest. een sinjoor met Spaanse roots, of heette die gewoon Timmerman?! Wat En nu het slechte nieuws. maakt het uit, de volgende 350 jaar horen we er toch niets meer over). Vaarwel ‘Liberté guidant le peuple’, want je paste niet bij … wacht eens even, toch wel: we hebben Delacroix’ schilderij verenigd met het grafmo- 5. Terug naar het begin nument van de graaf De Merode, een alerte , gewapende martelaar van de Belgische revolutie, door de Antwerpse beeldhouwer Willem Geefs. Dat onze kunsthistorische referentiewerken op de tentoonstellingen slechts in postzegelformaat getoond worden, naast de werken van de De Wereld is hypocriet en ondankbaar! Goya, Géricault, Delacroix … de studenten, is op zich geen slechte zaak. Een reproductie op ware groot- genies van deze wereld mogen niet klagen. Ze zijn immers allemaal aan te, bv. van Delacroix’ ‘Le massacre de Scio’, zou het werk van de student bod gekomen in onze selectie. Delacroix’ lugubere ‘Massacre de Scio’ geen goed gedaan hebben. In de huidige opstelling is het mogelijk te zien uit 1824 mag zich zelfs verheugen in het luchtige gezelschap van enkele wat de eventuele inspiratiebron geweest is. neo-Rubeniaanse putti (kleine, naakte jongetjes) die, althans volgens Geheel anders is het gesteld met de internetversie van de expo op de Antwerpenaar Ignatius Josephus Van Regemorter, ‘Het genie van de site van de academie (www.academieantwerpendko.org) en ook met schilderkunst’ moeten verbeelden. deze publicatie in boekvorm. In dezen wordt niets van al onze noeste, Bedankt Antwerpen! Dankzij Jou heb ik, de nederige wereld, tenminste kunsthistorische arbeid getoond. Al dat moois is onzichtbaar! Geen naar een hoop alternatieven moeten zoeken en heeft mijn keuze niet lezer die zich onledig zal kunnen houden met het reconstrueren van de

62 63 ingewikkelde denkpistes die geleid hebben tot de vreemdste combina- 6. Extra: Le futur ties. Het blijft bij een droge, woordelijke vermelding van de datum, de kunstenaarsnaam en de titel van het werk. (interview via email; Michel Bauwens woont in Thailand en verblijft momenteel in Ecuador) We naderen stilaan het einde van deze tekstbijdrage en de aandachtige lezer voelt al waar we naartoe gaan, namelijk terug naar het begin, naar FV Michel, in jouw boek plaats je de zaken graag in een breder his- het kunsthistorisch adagium, de spreekwoordelijke strohalm: torisch perspectief, iets wat de mogelijkheden om in de toekomst ‘In den beginne was het Beeld’. Wij, Antwerpen en De Wereld, zullen het te kijken ten goede komt. Heeft het zin om de problematiek over hier dus wel zonder moeten doen. Hoewel we ook met eigen foto’s wer- copyright van beelden ook op die manier te benaderen? (niet met ja ken, bleek het gewoon niet haalbaar om voor elke gebruikte reproductie of nee antwoorden aub) de ‘copyright-owner’ te contacteren en om toelating tot publicatie te vragen, een toelating die bovendien soms geweigerd zou worden. MB Beste Frank , het deed me plezier om je tekst te lezen en ook de Maar waarom een probleem maken van iets dat wettelijk bepaald is? herinnering aan het jeugdige entoesiasme voor het boedhisme was een Omdat er iets wringt. Een foto van een kunstwerk, en dan bedoel ik zeer aangename terugblik aan vroeger. Ooit vroeg ik je een schilderij niet de artistieke, metamorfoserende foto waar Malraux het over had, met een zicht dat zou verwijzen naar de oneindigheid. Je maakte dat maar de gewone mechanische reproductie van een kunstwerk kan toch schilderij maar ik vond het nogal donker. Je wees er me toen op dat ik niet dezelfde rechten opeisen als het kunstwerk dat het reproduceert, het omgekeerd had opgehangen. Dat zegt dus genoeg over mijn kunsten- namelijk auteursrechten? In deze logica, die de fotografie reduceert tot kennis. Tja, mijn antwoord op je vraag is wellicht minder radicaal dan je reproductiemiddel (wat ze in deze ook is) zou enkel de kunstenaar (bv. zou denken, want ik zeg immers: high tech noodzaakt high touch. Het is Teniers, de stichter van onze academie, van wie wij een jachttafereel juist omdat we allen zoveel gebruik maken van technologische middelen, geselecteerd hebben) gerechtigd zijn ons eventueel ter verantwoording dat juist de tactiele, plastische ervaring zo belangrijk blijft. Internet is te roepen, en niet de huidige, toevallige bezitter of fotograaf. Met derge- vooral een middel voor zelf-organisatie, en DAT gaat de wereld veran- lijke bedenkingen komt men echter niet ver in deze wereld. deren, maar individuele creativiteit in de ‘eerste’ fysische wereld, gaat niet aan belang inboeten. Maar kijk toch even naar http://p2pfoundation. Daarom richt ik me nu tot jou, Michel Bauwens, meest invloedrijke Belg net/Category:Art en vooral naar mijn kunstvrienden van furtherfield. op het internet (de wereld), stichter van de Peer to peer Foundation en org in Engeland, die zeer ver gevorderd zijn in het nadenken over ‘peer schrijver van het boek ‘De wereld redden’ (een boek dat het overigens to peer en kunst’. volledig zonder foto’s kan stellen, zoals dat wel meer gaat met boeken die iets te vertellen hebben). FV Is onze werkwijze voor het 350/350 project een goed voorbeeld van Ooit, toen we nog zeer jong waren, heb je mij beloofd dat je mij zou be- peertopeer? Ik en Christian hebben afbeeldingen geselecteerd die onze noemen tot Minister voor Kultuur (sic, het was in de jaren zeventig). In studenten via het intranet van de academie (dus semi-publiek) hebben acht genomen je stijgende populariteit en invloed op het ‘Schouwtoneel kunnen gebruiken en transformeren tot nieuwe werken. van de Wereldt’ wordt het stilaan tijd dat ik mij begin voor te bereiden Alles wel te verstaan binnen een niet-commercieel kader van een school. op mijn nieuwe job (moet het gezegd: in navolging van Malraux) als Toch zit de schrik voor (astronomische) boetes er danig in … (ik heb Minister van Wereldcultuur, echter niet zonder eerst deze tekst af te er zelf op aangedrongen geen afbeeldingen te publiceren in dit boek sluiten met een kort interview. Michel, laat uw licht schijnen over deze (behalve die van onze studenten wel te verstaan). duistere materie. MB Ik denk dat je methode een mengeling is van een meritocratische selectie door twee experten, en participatie door het bredere publiek

64 65 van de studenten. En dat vind ik juist goed, het evenwicht tussen de creativiteit. Het creëert een algemene malaise. De zaden van de vernieu- twee. Peer to peer moet geen absolutisme worden, dat leidt tot de wing zijn echter in aanmaak, en steeds sneller. Het is nu mogelijk om zelf laagst gemene deler!! gebruikswaarde te creëren, in een gemeenschap van gelijkgezinden, en daarrond een economie te creëren. Ook voor kunstenaars heeft FV De wederzijdse hulp die mensen elkaar in een peer to peer-si- dit waarde. Kijk bijvoorbeeld naar het Franse model van de AMACCA, tuatie bieden mag niet verward worden met het ‘stelen op het net’, waarin een gemeenschap burgers investeert in cultuur-creatie, ze of stel ik het hier toch te simpel en kan je bv. het net als een ‘publiek hebben het landbouw model van ‘community-supported agriculture’ domein’ bestempelen?( Zoals Luc Tuymans de kranten benoemt toegepast op kunstproductie. Een briljant voorbeeld van de innovatie die wanneer hij beticht wordt van ‘het stelen van een foto’ van een ondergronds gaande is. Is het niet beter dat artiesten werken voor een journalist die werkt voor De Standaard) gemeenschap, dan voor Mammon?

MB Ach Frank, hoe kan je nu iets stelen op het net? Als ik muziek kopieer, FV Bedankt Michel! Wij – en daar reken ik vooral onze poets- of een elektronisch portret, of een artikel, wie is er dan iets kwijt? vrouw Cecilia bij, die afkomstig is uit Guayaquil – duimen voor de Niemand. Diefstal kun je het dus niet noemen. Het gaat over genieten van Ecuadoriaanse economische hervormingen. kunst, en het delen met vrienden en familie, wat een edele bedoening is. Het probleem van het inkomen van de kunstenaar heeft daar niets Nota bene: Ik moet toegeven dat ik een beetje in war was door je mee te maken. Je kan toch de technologie niet gaan saboteren (DRM) of eerste zin. Op vrijwel paranormale wijze – wij hebben het daar bij je kinderen in het gevang steken, omdat ze van cultuur willen genieten. mijn weten niet over gehad en ook in mijn tekst maak ik er geen Artificiele schaarste is een zeer groot kwaad in onze samenleving, gewag van – voel jij aan dat ik de laatste tijd af en toe terugdenk aan en we moeten dus op zoek gaan naar een inkomen van creativiteit, die onze oude puberpassie voor het boedhisme, voor Sidharta, voor niet op repressie gericht is. Muzikanten die oorlog voeren tegen hun Herman Hesse … Het zal wel met de leeftijd te maken hebben. beste klanten, dat is pas persvers. Wist je trouwens dat volgens een Maar nu iets heel anders: wat is er gebeurd met dat schilderijtje onderzoek in Noorwegen, na 10 jaar p2p filesharing, hun artiesten meer van mij? Heeft je moeder het weggegooid? Het was een claustro- verdienen dan vroeger, terwijl er meer platen worden gemaakt, en er fobische, Van Goghiaanse cypressendreef. En dat terwijl je me nog meer naar wordt geluisterd? De oplossing zijn een mengeling van open zo gevraagd had om een weids landschap, met daarin een oneindig business modellen, die meewerken met de technologische mogelijkhe- verder kronkelend weggeltje. den, en publieke oplossingen zoals collectieve licenties die een inkomen Dat perspectief is alleszins uitgekomen. Ik zit hier thuis ingesloten tus- genereren voor kunst en cultuur. sen hoge muren vol boeken, en jij reist voortdurend de wereld rond. Zijn er treinen in Ecuador? FV Wat is volgens jou de rol die de kapitalistische focus op geld in deze speelt? (wellicht moet ik de vraag ook aan fotografen stellen – ikzelf zou nooit geld vragen voor een foto die ik van een kunstwerk gemaakt heb …)

MB Peer to peer is niet gebaseerd op altruïsme, maar op het erkennen van de rijkdom en diversiteit van de motieven van de mens, terwijl het kapitalisme alleen maar het enge eigenbelang eert en promoveert. Het kapitalisme erkent geen grenzen aan de natuurlijke grenzen van onze moeder aarde, en vecht voor artificiële schaarste in onze kultuur en

66 67 Catalogus

69 1667 PETER GEERTS 70 71 1686 ISABELLE GEEROOMS 72 73 1740 JOKE VAN DE CASTEELE 74 75 1720 EVELIEN VAN VUGT 1943 GEERT LUYPAERT 76 77 1938 DENISE HAPERS EN AGNES VAN HOESEL 1857 VAITARIA STORMS 1835 MARJOLIJN VAN DEN HEUVEL 78 79 1846 LUTGARDIS GIELIS 1698 BART VAN DER AUWERA 80 81 1740 LU-ANN TSAI 82 83 1847 DHYMPHY DE NIJS 1818 LAURENCE PLUMIER 84 85 1896 SAM DE SMET 1925 KRISTIEN JACOBS 1677 MIRELLA DAMEN 1733 TIM BLIJBOOM 86 87 1768 CHRISTINE VANUYTVEN 1790 OLIVIER SARRAZYN 1925 KATIA BASILIADES 88 89 1791 BIANCA SMET 1938 DIRK COOLS 90 91 1976 ANJA RUTTYN 92 93 1760 RITA LUYCKX 94 95 1764 ELKE PEETERS 1886 ASWINTHA VAN DIJK 96 97 1758 LINDA MOES 1786 SARAH ROGGEMAN 1800 HAYDEE L’CHUA 98 99 1801 MYRIAM HIROUF 1699 KATHELIJNE ADRIAENSEN 100 101 1826 KRISTIEN JACOBS 102 103 1834 MARLEEN VAN BALLAER 1924 ESTHER SCHUYTVLOT 104 105 1827 HERMAN OP DE BEECK 1797 JEF VISSERS 106 107 1782 KITTY BONS 1806 GERDA WYNANTS 1815 KRISTIENA JACOBS 108 109 1822 NICO BECKERS 1795 CARRY ZWITSERLOOD 110 111 1784 RIA AERTS 1915 ELLY WIJNEN 112 113 1824 LOTTE JANSSENS 1755 ROBERT SOROKO 1945 PAULINE GAEREMYNCK 114 115 1929 STIJN POLLEUNIS 1930 SUSAN LACK 116 117 1942 PAUL TURKRY 1976 SUZANNE DEN OTTER 118 119 1908 EVY MEYS 1769 JEANNINE FRANKEN 120 121 1745 CHAMIKORN CHONSAMOE 1724 PATRICIA PALSTERMAN 1873 LEA VAN ROSSUM 1957 DEBORAH LACASSE 122 123 1880 ELLY WIJNEN 1974 GINO EELEN 124 125 1921 HERMAN ADRIAENSEN 1668 KRISTIN MOONS 126 127 1977 ARIENNE MOLENAAR 2007 ARIENNE MOLENAAR 128 129 1991 DENISE HAPERS 130 2008 STEPHANIE OBBELS 1998 ANN VAN MALDEREN 132 133 1997 JULIETTE BOGERS 1804 WANDA DETEMMERMAN 134 135 1689 CHRISTEL VAN RAEMDONCK 1898 CHRISTINE BULTINCK 136 137 1917 AUDREY WIERSEMA 1987 CLAUDIA ARBELAEZ 138 139 1948 QUINTEN INGELAERE 1954 KASPER-JAN CONRAD 1752 CAROL THOMAS 140 141 1900 LUC VERVLIET 1666 JYOTI VAN ACKER 1920 VEERLE DAELMAN 144 145 2005 ANASTASIA VARAVINA 146 147 2012 SYLVIA SILVESTER 1665 YARRID HERRARD 1904 PAUL DE NIE 148 149 1995 HARRY OTTEN 1999 LUC VERVLIET 150 151 1919 DAVID MCILROY 2006 JOS PIELAGE 1832 CARINA AERDEN 152 153 1926 LINDA MOES 154 155 1772 RACHEL VANOPSTAL Index

Legende

Referenties uit de Antwerpese kunstwereld Referenties uit de internationale kunstwereld Te vinden op de bijhorende DVD

157 1663 Jacques Jordaens, Joanna Vergouwen, 1668 Eerbetoon van de gezanten van Twee jongens verkleed als ridders Harun-al-Rashid aan Karel de Grote. met stokpaard (1660-1665) Rembrandt Van Rijn, Zelfportret. (circa 1668) Johan Dehandschutter Rembrandt Van Rijn, Kristin Moons Homerus..

1664 1669 Artus I Quellinus, Norbertus Lesteens, Portretbuste van Luis de Benavides Kan en bekken met wapenschild van Carillo. Walterus Van Hilst.

Frans Hals, Jan Steen, Regentessen van het Oudemannenhuis. De dorpsschool. (circa 1669) Anne Rigby Edwin van Staeyen 1665 1670 Theodoor Boeijermans, David II Teniers, Antwerpen voedster van de schilders. Terugkeer van de jacht.

Gian Lorenzo Bernini, Le Brun, Gedenkbuste Gabriele Fonseca. Arend-Mens. Reinout De Boeck

Yarrid Henrard

1666 1671 David Hennekin I (toegeschreven), Anonieme meester, Wandlichten met voorstelling van de Falconpoort. Boodschap aan Maria. (1665-1666) Philippe de Champaigne, Johannes Vermeer, Vanitas. De brief. (circa 1666) Jyoti Van Acker Ann Willemen 1667 Anonieme meester, 1672 Hieronymus Janssens, Wapenschild van Maria Feij. Een bal op een terras van een paleis. (3de kwart 17de eeuw) Wouwerman, Coevorden heroverd. Peter Geerts Tosa Mitsuoki, Esdoorns in de herfst met gedichten. Ali Alrubaeyawi

158 159 1673 Joanna Vergouwen, Artus II Quellinus, 1678 Samson en Dalila, De visitatie. naar Antoon Van Dyck. Gian Lorenzo Bernini, Pierre Puget, Alexander VII. Milon de crotone. (circa 1673) Shirley Fletcher Atelierproject Film-Video

1674 1679 Theodoor de Rasier II, Artus II Quellinus, Allegorie van de vijf zintuigen. Praalgraf van Marius Ambrosius Capello. (na 1676) Gian Lorenzo Bernini, Beata Ludovica Albertoni. Sir Peter Lely, John Maitland and his wife Lady Elisabeth. Cees Vermeeren Mechteld Renema-Van As 1675 1680 Jacques Jordaens, Hieronymus Janssens, De gasthuiszusters en de zeven Musicerend gezelschap. werken van barmhartigheid. Antoine Coysevox, Anonieme meester, Louis XIV. Huwelijk in Cuzco. Bert Peirsman (circa 1675) Nieke Catteeuw 1676 1681 Hendrik Frans Verbruggen, Gaspar Bouttats, Wandepitaaf van Marius Ambrosius Vida del picaro Guzman de Alfarache Capello. Winschotens Seeman Claude Lorrain, Atelierproject Film-Video Haven. Atelierproject Film-Video

1677 Hieronymus Janssens en G. Saeys, 1682 Jan Baptist Verdussen, Een elegant gezelschap voor een Drukkersmerk op het boek ‘Corona paleis. Gothica, Castellana y Austriaca’. Adriaen van der Kabel, William Hubbard, Mediteraanse haven met Turkse Map of New England (History of the handelaars. Indian War). Jozef Gijsen Mirella Damen

160 161 1683 8 Joanna Vergouwen, Willem Kerricx I, 16 8 Samson en Dalila, naar Antoon Van Pilaartroon van Onze-Lieve-Vrouw van Dyck. de rozenkrans.

Luca Giordano, Freher, Slapende Bacchus. Montaigne. Vera Snykers Kasper-Jan Conrad

1684 1689 Theodoor de Rasier II, Catharina Ykens, Allegorie van de vijf zintuigen. Memento mori.

Aert de Gelder, Godfrey Kneller, De Joodse Bruid. Isaac Newton.

Christel Van Raemdonck Ivona Maglizza 1685 1690 Jacob Jordaens, Gaspar Bouttats, De gasthuiszusters en de zeven Zicht op Temeswar. werken van barmhartigheid. Basohli school, India, Marleen Geluykens Nicolaes Visscher, Ishan aanbeden door Parvati. Nieuw-Amsterdam (New York).

Vera Branna 1686 1691 Hendrik Frans Verbruggen, Anonieme meester, Wandepitaaf van Marius Ambrosius Nuestra senora de la soledad. Capello. (1683-1692)

Liévin Cruyl, Yuan Jiang, Paris-Pont (Gabriel-Hardouin- Het paleis van de 9 perfecties, Qing Luk Simoens Mansart). dinastie, China. Isabelle Geeroms

1687 Anonieme meester, 1691 Jan Baptist Verdussen, Nuestra senora de la soledad. Drukkersmerk op het boek ‘Corona Gothica, Castellana y Austriaca’. Yuan Jiang, Het paleis van de 9 perfecties, Qing Parthenon (vernietiging door dinastie, China. Atelierproject Film-Video Venitianen). Pascale Perard

162 163 1692 1697 Jacob Mesens, Wierick Somers, Luylekker Landt. Lampetkan met wapenschild van Bartholomeus Alexander Van Goethem Anoniem, en Anna Maria Bonnaerens. (1696-97) Ruitersportret Louis XIV. Antoine Clouzier, Mustafa El-Kahroiti Roodkapje. Maxime Christiaensen

1693 1698 Frans Geffels, Catharina Ykens, Portret van Ferdinand Carlos Gonzaga Vruchtenkrans rond luitspelende van Mantua. (1693-1694) vrouw. (eind 17de eeuw)

Fisher von Erlach, Wang Hui, Pestzuil Wenen. Keizer Kangxis zuidelijke expeditie. Petra De Waal Bart Van der Auwera

1694 1699 Willem Kerricx I, Hendrik Frans Verbruggen, Portretbuste van Maximiliaan Preekstoel met voorstelling van de Emmanuel van Beieren. uitdrijving uit het paradijs.

Basohli, Edward Tyson, Shiva en Parvati spelen chaupar. (circa Chimpanzee. 1694) Hans van der Linden Kathelijne Adriaensen 1695 1700 Gaspar Bouttats, Jan Pieter Baurscheit I, Verbeeldinghe van de Loterije op de Portretbuste van Filips V. Borse tot Antwerpen. Sebastiano Ricci, Shitao, Venus en Cupido. Thuiskomen. (circa 1695)

Jackie De Villers Magda De Beckker 1696 Catharina Ykens, Gaspar Bouttats, 1701 Bloemen en fruitkrans rond een Belden gemaeckt van snevw. (voor landschap. (eind 17de eeuw) 1704)

Joseph Mulder, Hyacinthe Rigaud, Hellenburg-kasteel. Louis de France, duc de Bourgogne.

Ina Rooze Herman Declerck

164 165 1701 1706 Gaspar Bouttats, Jan Baptist Bosschaert, Belden gemaeckt van snevw. (voor Bloemstuk rond een grote urne 1704) Alarm in Versailles. Hyacinthe Rigaud, Ester Schuytvlot Louis de France, duc de Bourgogne. Joke Van de Casteele

1702 1707 Jan Pieter Baurscheit I, Peeter Scheemaeckers I naar Hendrik Mater afflicta. Frans Verbruggen, Zielen in het vagevuur. (circa 1709) Filippo Parodi, Vier seizoenen. (circa 1700-1730) Permoser en Quipp, Nautilus.

Benny Dirinck Arian van Dijk 1703 1708 Pieter Verbruggen de jonge, Hendrik de Coninck (reconstructie Ontwerpschets van een Jean-Baptiste Capronnier), grafmonument. (eind 17de begin 18de Wapenschild van Henricus en Jan eeuw) Ullens en Maria Verbiest.

Picard (uitgever), Margo Ongena Johann Wilhelm Baur, Ovidius Apollo en Dafne. Couple amoureux. Myriam Maes 1704 1709 Peter Van Engelen, Balthasar Lepies, Markttoneel. (voor 1711) Strooibus en mosterdpot. (1708-1709)

Decoratie op draagstoel. (circa 1700- Samuel Theodor Gericke, 1715) Königstreffen. Atelierproject Film-Video Eva Van Rumst

1705 Michiel Van der Voort I, Anoniem, 1710 Reeks van 12 apostelen. (circa 1700 - St.-Job patroon van de speellieden. 1720) (circa 1710)

Carlo Broschi, Ogata Korin, Farinelli. Rode en witte pruimenbloesems. (circa 1710) Lien Boelen Sonia Warreyn

166 167 1710 1715 Anoniem, Frans Casteels III (toegeschreven), St.-Job patroon van de speellieden. Grote Markt van Antwerpen. (circa 1710) Vincent Levinus, Ogata Korin, Wondertooneel der natuur. Rode en witte pruimenbloesems. (circa 1710) Monica Meijer Stephane Huybrechts

1711 1716 Jan Anthoni Lepies, Jan Frans Van Bloemen, Ontwerpschets voor wijnkoelvat. Landschap met wassende vrouwen. (circa 1710) (1ste helft 18de eeuw)

Jane Scrimshaw Ovidius-Vondel Heldinnenbrieven.

Hilde Smit Ivo Van Parijs

1712 1717 Balthasar Van den Bossche en Jan Van Helmont, Cornelis Huysmans, Portret van Joannes Jacobus Moretus. Ontvangst van Jan Karel de Cordes als hoofdman van de Jonge Voetboog. Antoine Watteau, L’embarquement de Cythère. Antoine Watteau, Acteurs van de Comédie Française.. Laurence Plumier Wis Jacobs 1713 1718 Michiel Van der Voort I, Josephus Hennekin I, Preekstoel. Ronde doos met spiegelmonogram ‘JC’. (1718-1719) Sebastiano Ricci, Triomf van Venus. Antoine Watteau, Pierrot. Miranda De Jonge Herman Adriaensen 1714 Weduwe Gymnicus (uitgever), Jan Pieter Baurscheit I en Michiel Van 1719 Chronycke van Waersegger Antonio der Voort, Magino. Engelenpaar op biechtstoel en lambrisering. (1718-1721) Rosalba Carriera, Elsenoor van Weezendonk Allegorie van de muziek. Maagd van Belen (Cuzco, Peru). (circa 1719) Viviane Vanoppen

168 169 1720 1725 Alexander Van Papenhoven, Joannes Josephus Hennekin II, Portretmedaillon van Ignatius van Kaarsensnuiter met blad. (1724-25) Loyola op communiebank. (circa 1720) Regence Console Virgen del Cerro Rico (Potosi Bolivia) (circa 1725),

Evelien Van Vugt Bram Van Hove

1721 1726 Hendrik Van Soest, Jan Jozef I en II Horemans, Cantoor met wapens en afbeeldingen Een muziekfeest. (18de eeuw) van Filips V als krijgsheer. (voor 1726) Jacob Leupold, Abdulcelil Levni, Theatrum Pontificiale. Sultan Ahmet. (circa 1721)

Gerda Wynants Nance Buys

1722 1727 Jan Jozef I Horemans, Peter Snijers, Een heelkundige ingreep. (jaren 1720) Waterman.

Abdulcelil Levni, Jean-François De Troy, Aankomst van de vloot op de Gouden Voorlezen uit Molière. (circa 1727) Hoorn. (circa 1722)

Simon Barroo Wis Jacobs 1723 1728 Michiel Van der Voort I, Jan Michael Rysbrack, Tuin van Sint-Anna. (circa 1720) Sunna. (1728-30)

Antonio Canal, Balthasar Permoser, Piazza San Marco. Verdoemenis. (circa 1725)

Germaine Geudens Artur Ruuge 1724 Joannes Josephus Hennekin II, Jan Baptist Bosschaert de jongere, 1729 Wapenschild van de Generale Bloemen in een bronzen vaas. (1730) Keyserlycke Indische Oostendse Compagnie. Cornelis Troost, Regenten van het Jean-Baptiste van Mour, aalmoezeniersweeshuis Amsterdam. Audiëntie bij de sultan.

Patricia Palsterman Talke Sietsma

170 171 1730 1733 Jan Michiel Rysbrack, Jan Michiel Rysbrack, Britannia ontvangt de rijkdommen van Ruiterstandbeeld van William III. Oost-India. William Cheselden, Anita Goffin Covens & Mortier, Osteographia. Hamburg.

Tim Blijboom

1731 1734 Peeter Scheemaeckers II, Peter Snijers, Beeld van Thomas Guy. Jachtstilleven.

Rosalba Carriera, Henri Adnet, Zelfportret als Winter. Zilveren schaal.

Kasper-Jan Conrad Thalia Suysen 1731 1735 Peeter Scheemaeckers II, Anoniem, Beeld van Thomas Guy. Zielen in het vagevuur, op flambeeuwschild. (1734) Rosalba Carriera, Zelfportret als Winter. Alexandre de Batz, Amerikaanse inboorlingen in Illinois. Stephane Huybrechts Mechteld Renema-Van As 1731 1736 Peeter Scheemaeckers II, Jan Peeter Verdussen, Beeld van Thomas Guy. Belegering van een stad. (18de eeuw)

Rosalba Carriera, Michele Marieschi, Zelfportret als Winter. Capriccio gevangenis. (circa 1736) Pieter Verdonckt

Liesbeth Debruyn 1732 Anonieme meester, 1737 Ontwerpschets van driekraantjeskan. Frans Van Stampart, (circa 1730-40) Portret van een man. (1ste helft 18de eeuw)

Antonio Canal, Johann Jakob Scheuchzer, Zicht op het Arsenaal. (circa 1732) Geestelijke natuurkunde. (circa 1737) Philippe Van Beeumen Maxime Verduijn

172 173 1738 Jean Baptiste Grimar, Jacob Jozef Van der Neer 1742 Horloge. (circa 1740) (reconstructie), Onze-Lieve-Vrouw met kind. Jacques de Vaucanson, Mechanische eend. Christophe Dietell, Misvormd varken.

Ruth Felter Ineke Bosma 1739 1743 Jan Michiel Rysbrack, Jan Pieter Baurscheit II, Orakel van Apollo op achterwand van Wenteltrap en Lode Van Boeckel, een horloge. (circa. 1740) Gevecht van arend met de draak. (1740-1743) Jean-Baptiste Simeon Chardin, De zeepbel. Jean-Etienne Liotard, Portret van de Groot Vizier. (circa 1743) Herman Declerck Diederik Luyckx

1740 1744 Peeter Scheemaeckers II, Jan Michiel Rysbrack, William Shakespeare Memorial. Portretbuste van John Barnard.

Claude-Joseph Vernet, Martin Van Meytens, Tivoli. (circa. 1740) Maria Theresia met masker in Turkse kledij. (circa. 1744) Lu-Ann Tsai

Gwenny Moris 1740 1745 Peeter Scheemaeckers II, Peter Snijers, William Shakespeare Memorial. Ontzet van St.Omaars op 12 juli 1638.

Claude-Joseph Vernet, Giovanni-Battista Tiepolo, Tivoli. (circa. 1740) Banket van Anthonius en Cleopatra. (circa. 1745) Joke Van de Casteele Chamikorn Chonsamoe

1741 Peter Snijers, Jan Jozef I en II Horemans, 1746 Jachtstilleven. (voor 1752) Ontvangst van de abt van St.-Michiels in de schermersgild. François Boucher, Tapisserie Beauvais, Psyche. Jacques Gautier d’Agoty, Myologie, vrouwenrug.

Veronika Langerova Atelierproject Film-Video

174 175 1747 1752 Joannes Daniël Dulcken, Peter Snijers, Clavecimbel. Vechtpartij in de herberg. (circa. 1752)

Johann Joachim Kändler, François Boucher, Meisenporselein. Marie Louise naakt op een sofa.

Yannick Heeren Carol Thomas

1748 1753 Jan Peeter Verdussen, Jan Peeter Verdussen, Cavalerie steekt een rivier over. Het beleg van St-Ghuilhain. (voor 1763)

Thomas Gainsborough, Marcos Zapata, Mr. And Mrs. Carter. Laatste avondmaal, Cuzco, Peru. Sara Clissen Bart Ronteltap

1749 1754 Jan Michiel Rysbrack, Peter Snijers, Cariatiden op schouwmantel. Plundering van de gesneuvelden. (circa. 1745-1750) (voor 1759)

Anoniem, Pietro Longhi, Royal Fireworks. Bij de tandarts. (circa. 1750)

Mihaela Romanica Johan Andriessen 1750 1755 Jan Pieter Baurscheit II, Jan Anthonie Van Ussel (toegeschr.), Interieur paleis op de Meir. Onze-Lieve-Vrouw met Kind. (circa. 1745-1750) Anoniem, Elsenoor van Weezendonk Vincennes porselein (bloemen). Processie Sint Sebastiaan, (circa. 1750) Cuzco, Peru. Robert Soroko

1751 Petrus Franciscus Josephus Hendrik Frans Van Lint, 1756 Van Assche, Kustlandschap. Helmkan. François Boucher, William Hogarth, La Marquise de Pompadour. Gin Lane. Atelierproject Film-Video Rocío Simondegui

176 177 1757 1761 Balthasar Beschey, Theodoor De Bruyn, Een raaf brengt een brood naar Paul Wanddecoratie van eetkamer. van Thebe en Anthonius de Grote. (circa. 1761)

Adrien Faizelot Delorme, Giovanni Battista Piranesi, Commode. (1750-1760) Carceri XIV. Nathalie Joret

Frank De Roover 1758 1762 Lambertus Joannes Hannocet, Theodoor De Bruyn, Breuk van Sebastiaansgilde. Plafondfresco in traphal. (circa. 1761-1763) Benin Edo, Oba hoofd. (1750-1799) Johan Joseph Zoffany, Terugkeer van de boeren. Faraji Morteza Linda Moes

1759 1762 Marten Jozef Geeraerts, Theodoor De Bruyn, Allegorie van de schone kunsten. Plafondfresco in traphal. (circa. 1759, voor 1765) (circa. 1761-1763)

Anoniem, Johan Joseph Zoffany, Bruidsjurk. Terugkeer van de boeren.

Johan Dehandschutter Inge Van Leemput 1760 1763 Jean Henri Lienard, Jacobus Van Den Elsche, Snuifdoos. Klavecimbel.

Joseph Badger, William Hogarth, Marleen Dreesen James Badger with bird. The Rake’s Progress, plate 8.

Guilio Napoletano 1760 Jean Henri Lienard, Antonius Spillemaeckers 1764 Snuifdoos. en Lodwijk Fruytiers, Bezoek van de landheer aan zijn Joseph Badger, pachter. James Badger with bird. Johan Joseph Zoffany, Mozart met vogelnestje in de handen. Rita Luyckx Elke Peeters

178 179 1765 1770 Daniel Herreyns, Pieter Scheemakers (atelier) en Hoofd van de reuzin Pallas Athena. Laurent Delvaux, Slapende Diana. (voor 1778) Mexicaanse gouden escudo met Spaanse koning Carlos III. Claude Nicolas Ledoux, Boswachtershuis van Maupertuis. Bert Peirsman

Marianne Jongkamp 1766 1771 Jan Jozef II Horemans, Meester met de vliegende bij, Het thee uurtje. (circa. voor 1792) Koffiekannetje.

Honoré Fragonard, Benjamin West, Ecorché Ruiter vd apocalyps. (circa. Penn’s treaty with the Indians. 1766)

Charlotte De Graeve Mustafa El-Kahroiti 1767 1772 Jan Pieter Baurscheit II, Jan Jozef II Horemans, Ingangspoort van het Osterrieth huis. Havengezicht. (voor 1768) Johann Zoffany, Jean-Antoine Houdon, Tribuna van het Uffizi.(circa. 1772) L’écorché. Rachel Vanopstal Nico Beckers 1768 1773 Andreas Cornelis Lens, Marten Josef Geeraerts, Diana. (circa. voor 1769) Allegorie van de straf.

Anton von Maron, Philip Dawe, Gretl Van Buggenhout Johann Joachim Winckelmann. The Macaroni. A Real Character at the Late Masquerade.

Christine Vanuytven 1769 Lodewijk Jozef Fruytiers, Joseph Van der Borcht, 1774 Het heilig huysken van Loretten. Drie vleespennen.

Anoniem, Jan van Rymsdyk, Advertentie voor slaven, Charleston Anatomie van een late zwangerschap South Carolina. (in William Hunter’s boek The Anat).

Viviane Firlefyn Jeannine Franken

180 181 1775 1780 Andries Cornelius Lens, Martinus Josephus Geeraerts, Mars, Minerva en Venus. Amor en Psyche. (voor 1781)

Hubert Robert, Franz Xaver Messerschmid, Wasvrouwen in een park. Karakterkop (grimas). (circa. 1780)

Freddy Diels Pauline Gaeremynck 1776 1781 Andreas Bernardus de Quertenmont, Verdussen, Portret van Pieter Scheemakers II. Drukkersmerk op catalogus van publicaties. Charles Willson Peale, Rachel Weeping. Henry Fuseli, The nightmare. Atelierproject Film-Video

Jan Seliaerts 1777 1782 Hendrik Frans de Cort, Cornelis Smet, Het kasteel van Temse aan de Schelde. Allegorie van de stad Antwerpen. (1774) (circa.1781)

Rafael Mengs, Nagasawa Rosetsu, Winckelmann. (circa. 1777) Kanzan en Jittoku. (circa. 1782) Viviane Vanoppen Kitty Bons

1778 1783 Jan Baptist Verberckt I, Andreas Cornelis Lens, Samovaar. Het kostuum van de Parten. (voor 1784)

Jean-Honoré Fragonard, Thomas Gainsborough, Le verrou. Portrait of the duchess of Beaufort. Toon Severijns (circa. 1783) Annemarie Brosens

1779 Jan Jozef II Horemans (voor 1792), Pieter Faes, 1784 Het muziekuurtje. Vaas met bloemen. (eind 18de eeuw)

Paasbrief van Jan Bakker. Etienne-Louis Boullée, Newtonmonument.

Ria Aerts Iliana Trilova

182 183 1785 1790 Balthasar Paul Ommeganck, Balthasar Paul Ommeganck, Herder met kudde en andere figuren. Landschap met herder en kudde. (circa. voor 1794) (circa. 1790)

Francesco Guardi, John Henry Fuseli, L’Isola San Giorgio. (circa. 1785) Titania. (circa. 1790)

Olivier Sarrazyn Jan Mols 1786 1791 Balthasar Paul Ommeganck, Balthasar Paul Ommeganck, Herder met kudde en andere figuren. Landschap met houten brug. (4de kwart 18de eeuw) Antonio Canova, Wybrand Hendriks, Amor en Psyche. (circa. 1791) Sarah Roggeman De bestuursraad van de Teylerstichting.

Bianca Smet 1787 1792 Pieter Faes, Nicholaes Vleeshouwers, Bloemen met vaas. Strooibus, mosterdpot en paar zoutvaatjes. Johann Heinrich Wilhelm Tischbein, Goethe. William Blake, A black living. Atelierproject Film-Video

Minne Somers 1788 1793 Hendrik Frans de Cort, Willem Jacob Herreyns, Gezicht op het Steen. Portret van Jacques De Bue.

Kitagawa Utamaro, Jacques Louis David, Kussengedicht. De dood van Marat. Sophie Meert Joke De Becker

1789 Hendrik Frans de Cort, Pieter Faes, 1794 Grote poort van de Bloemenruiker. Minderbroederskerk. Anoniem, Anoniem, Venus in 1742 en 1794. Déclaration des droits de l’homme.

Jos Pielage Lieve Pelckmans

184 185 1795 1800 Antonius Mattheus Rosart, Simon Denis, Paar kandelaars. Zonsondergang. (circa. 1800)

Charles Wilson Peale, Jacques-Louis David, Rafael en Titian Peale in trompe l’oeil. Madame Récamier.

Carry Zwitserlood Haydee L’Chua 1796 1801 Balthasar Paul Ommeganck, Matthias Ignatius Van Bree, Landschap met herders. De eerste consul gelauwerd.

James Gillray, Constance-Marie-Charpentier, Promis’d Horrors of the French Melancholy. Invasion.

Thérèse De Schipper Myriam Hirouf 1797 1802 Jan Frans Jozef Mertens, Jan Frans Van Dael, Portret van professor aan de Fruitmand. (1801-1802) Antwerpse hogeschool voor Geneeskunde. William Blake, Steniging van Acham. Francesco Goya, Jef Vissers Los Caprichos, Slaap van de rede. Martinus Boonstra

1798 1803 Jan-Baptist Berré, Matthias Van Bree, Bloemstuk. (1797) Intrede van Bonaparte, eerste Konsul, te Antwerpen op 18 juni 1803. Kitagawa Utamaro, Na het bad. Jaques-Louis David, Napoleon steekt de Alpen over. Lydia Balliauw Thomas Verijke

1799 Jan Frans Jozef Mertens, Matthias Ignatius Van Bree, 1804 Twee professoren aan de Antwerpse De schaduw van Rubens brengt hulde hogeschool voor Geneeskunde. aan Charles d’Herbouville. (eind 18de eeuw) Antoine-Jean Gros, Francesco Goya, Napoleon bij de pestlijders van Jaffa. Greet Van De Moortel Los Caprichos (Hasta la muerte). Wanda Detemmerman

186 187 1805 1810 Jan Frans Van Dael, Matthias Ignatius Van Bree, Het graf van Julie. (1803-1804) De ‘Friedland’ te water gelaten in de haven van Antwerpen. William Pyne, The costume of Great-Britain. Louis Bouquet (uitgever Schoell), Moddervulkanen bij Turbaco Irena Radlinska (Humboldt). Sam de Smet

1806 1811 Simon Denis (toegeschr.), Anoniem, Uitbarsting van de Vesuvius. Objecten van Vondelingen.

Berthel Thorvaldsen, Pierre-Philippe Thomire, Gerda Wynants Hebe. Horloge met huwelijk van Napoleon en Marie-Louise. (circa. 1811) Susan Lack

1807 1812 Matthias Ignatius Van Bree, Matthias Ignatius Van Bree, Kostuumportret van mevrouw Cocky. Portret van Blondel, Fastita en La (Begin 19de eeuw) Costa. (Begin 19de eeuw)

Charles Williams (after Woodward), William Charles, The fasion of the day. Political allies in the war of 1812. Eva Van Rumst Elly Wijnen 1808 1813 Matthias Ignatius Van Bree, Charles Moons, Kostuumportret van mijnheer Cocky. Compte général de récette et dépense. (Begin 19de eeuw) Alexander Smirnov, Antonio Canova, Brand in Moskou. Pauline Borghese als Venus. Jeroen Steinmetz Katleen Brusselmans 1809 Balthasar Paul Ommeganck, Joannes Eyckmans, 1814 Portret van Jan baptist Berré. Onze-Lieve-Vrouw met kind. (circa. 1809) Dominique Ingres, Jean-Baptist Wicar, La grande odalisque. Carolina Bonaparte Murat.

Jozefien Anthone Karen Vranken

188 189 1815 1819 J. J. Verellen, Jan Karel Carpentero, Zegepraal der wapenen. Herderstafereel.

Pierre Narcisse Guérin, Anoniem, Aeneas vertelt Dido over de ramp van Hep hep (pogrom in Frankfurt). Troje.

Carina Aerden Kristiena Jacobs 1815 1820 J. J. Verellen, Matthias Ignatius Van Bree, Zegepraal der wapenen. Illustraties in ‘Leçons de dessin’. (voor 1821) Pierre Narcisse Guérin, Aeneas vertelt Dido over de ramp van Théodore Gericault, Troje. Kleptomaan. (1820-1824)

Elsenoor van Weezendonk Hilde Van Essche 1816 1821 Ferdinand De Braekeleer, Hendrik Viddeleer, Het aenkoomen der konststukken aen Heilige Drie-eenheid, engel en slaven. het museum tot Antwerpen. Théodore Géricault, François-Joseph Navez, The Epsom Derby. De heilige Veronica van Binaco. Atelierproject Film-Video Raed Al Obedi

1817 1822 Hendrik Van der Poorten, Jan Karel Carpentero, Glasraam van Henry VII en Elisabeth Herderin met kudde. van York. (1816 of 1818) Irena Radlinska Charles Wilson Peale, Nico Beckers Bertel Thorvaldsen, The artist in his museum. Zeus en Ganymedes.

1818 Andreas Cornelis Lens, Anoniem, 1823 Aeneas. Matrijs voor het slaan van een penning voor de bedelaars. Georges Cruikshank, Inconveniences Crowded Drawing Wilhelm Alexander Wolfgang Room. von Kobell, Ruiter stilhoudend bij een bedelknaap.

Laurence Plumier Sylvia Silvester

190 191 1824 1828 Ignatius Josephus Van Regemorter, Ignatius Josephus van Regemorter, Het genie van de schilderkunst. Kroegtafereel. (1810-1860) François Bossuet, Eugène Delacroix, Brusselse vest tussen Hallepoort en Le Massacre de Scio. Anderlechtse poort. Pieterjan Schraepen

Lotte Janssens 1825 1829 Jan Michiel Ruyten, Jan Frans Eliaerts, Studie van vrouw met twijgen. Bloemenstilleven. (circa. 1825) David d’Anger, William Blake, Goethe. Antaeus setting down Dante and Virgil in the Last Circle of Hell.

Romain Van Ruyssevelt Luk Allonsius 1826 1830 Pierre Bruno Bourla, Willem Geefs, Poort van botanische tuin. Grafmonument van Frederik de Merode. (tussen 1830 en 1833) John Constable, Seascape study with rain cloud. Eugene Delacroix, (circa. 1826) La liberté guidant le peuple. Katia Wittock Kristiena Jacobs

1827 1831 Ignatius Josephus van Regemorter, Gustaaf Wappers, Vismarkt. Voorstudie van ‘Episode uit de septemberdagen’. David D’Angers, Jeune fille Grècque (graf Botzaris). Honoré Daumier, Maskers van 1831. Guy Claessens Herman Op de Beeck

1828 Ignatius Josephus van Regemorter, Filip Van Bree, 1832 Kroegtafereel. De jeugd van Sixtus Quintus.

Koyuki Kazahaya François Bossuet, Eugene Delacroix, Brusselse vest tussen Hallepoort en Fantasia ou Jeu de la poudre, devant la Anderlechtse poort. porte d’entrée de la ville.

Carina Aerden

192 193 1833 1837 François Antoine Bossuet, Edouard Dujardin, De oude vismarkt. Gevel van het huis ‘De houten verdoemenis’. Rodolphe Topffer, Mr. Jabot. Carl Spitzweg, De arme dichter. Katia Wittock Luc Tinck

1834 1838 Jan Frans Eliaerts, Willem Geefs, Stilleven met bloemen en vruchten en Patria. bokaal. Palmire Trinquart, Antoine-Louis Barye, Onderkaak van de Toxodon. Indier op een olifant die een tijger verplettert.

Marleen Van Ballaer Kurt De Wit 1835 1838 Gustaaf Wappers, Willem Geefs, Episode uit de septemberdagen 1830. Patria.

Carl Blechen, Palmire Trinquart, Schavot in de storm. Onderkaak van de Toxodon.

Sophia Ohligs Joris De Geest 1835 1839 Gustaaf Wappers, Joannes Petrus Verschuylen, Episode uit de septemberdagen 1830. Stralenmonstrans.

Carl Blechen, Louis Daguerre, Schavot in de storm. Boulevard du temple.

Marjolijn Van den Heuvel Herman Declerck 1836 Louis Serrure, Jan Linnig, 1840 Hoofdingang van Elisabethgasthuis. Dagelijks leven in de schaduw van de (1835-36) burcht.

John Constable, Carl Spitzweg, Stonehenge. De vlindervanger. Kees Franken Annemarie Brosens

194 195 1841 1846 Pierre Bruno Bourla, Diverse kunstenaars, Poortgebouw van de academie. Muzen en toneelauteurs. (1847) (1841-43) George Cruikshank, Munt met Leopold 1. Our own time.

Indra Wolfaert Lutgardis Gielis 1842 1847 Edouard Dujardin, Jan Linnig, Frontispiece van het boek van Hendrik Binnenplaats en galerij vd oude beurs. Conscience ‘Hoe men kunstenaar (circa, 1843) wordt’. Antoine Wiertz, Charles Doussault, La belle Rosine. Dhymphy de Nijs Barbier in Boekarest.

Paul Dekker 1843 1848 Edouard Dujardin, Willem Geefs, Adam en Eva vinden het lijk van Abel. Lucifer.

Jean-Jaques Grandville, Honore Daumier, Petites miséres de la vie humaine. La republique. Harry Laureys

Sara Dewilde

1844 1849 Willem Geefs, Gustaaf Wappers, Portretbuste van prinses Charlotte. Boccacio leest uit de Decamerone.

Jean-Jaques Grandville, Gustave Courbet, Un autre monde. De steenkappers.

Bernaded Dexters Trudi Meijer 1845 Jan Michiel Ruyten, Willem Linnig I, 1850 Het vertrek. (circa 1845) Gastmaal.

Anoniem, Gustave Courbet, William Henry Fox Talbot in his studio. Un enterrement a Ornans. Jentel Wuytack

Niels Donckers

196 197 1851 1856 Willem Geefs, Henri Leys, Verliefde leeuw. Pifferari.

Louis Gallait, Anoniem, De laatste hulde aan de graven London Illustrated News Floor collapse Egmond en Hoorn. in Penrose’s Lane. Jan Peeters Johan Dehandschutter

1852 1857 Nicaise De Keyser, Jan Geefs, Oost ontmoet West. (circa, 1854) Triomf van de liefde.

Raymond Bonheur, Antoine-Louis Barye, Lavasseurs Kaart van Europa. Arend met reiger. Vaitaira Storms

Nathalie Posson 1853 1858 J. Timmermans, Jan Linnig, Madonna met kind. Studie van een gotisch gewelf in zuilengalerij. François Rude, Marechal Ney. Kunisato Utagawa, Nachtelijke wandeling in de sneeuw. Katrien Sels Jan Van den Bossche

1854 1859 Pierre Joseph Witdoeck, Anoniem, De groentenverkoopster. Picémuts en ondermuts van vondeling Gerardus Aerts. Antoine Wiertz, Levend begraven. Freres Bisson, Liggend naakt. Linda Van Bon Ria Van Landeghem

1855 Jozef Lies, Hendrik Schaefels, 1860 Maria Leys. De dood van Nelson. (circa 1860)

Roger Fenton, Kunisada Utagawa, Mathew Brady’s Photography Wagon. Liefdespaar.

Rocio Motty Francis Vanhoutte

198 199 1861 1865 Hendrik Schaefels, Jacques De Braekeleer, De slag bij Lepanto. Grafmonument voor Jozef Lies.

Utagawa Yoshitora, Felicien Rops, Sumo puzzle. Le diable au corps. Bart’d Eyckermans

Guy Claessens

1862 1866 Lodewijk Delgeur, Jean Joseph Stalins Joseph Ducaju, en Joseph Alfred Stalins, Beeld van David Teniers II. Muurschilderingen op Egyptische tempel. (1860-62) George Innes, Christmas Eve (or Winter Moonlight). Edgar Degas, Dido Jacobs Studie voor Semiramis. Rosette Eeckhout 1862 1866 Lodewijk Delgeur, Jean Joseph Stalins Joseph Ducaju, en Joseph Alfred Stalins, Beeld van David Teniers II. Muurschilderingen op Egyptische tempel. George Innes, Christmas Eve (or Winter Moonlight). Chantal Woestyn Edgar Degas, Studie voor Semiramis. Simonne Michiels

1863 1867 Gebroeders Janssens, Joseph Dupont, Blinde Koben. De moeder van Domien Sleeckx. (tussen 1853 en 1867) Mathew Brady, The battle of Gettysburg. Felicien Rops, Man Opgehangen Aan De Klok (Uit Charles De Costers Uilenspiegel). Alexandra Vinck Anne-Marie Volders 1864 Pieter Jan August Dens, Henri De Braekeleer, 1868 Theaterzaal, balkons en loges. Eetkamer in het huis van Jozef Leys. (circa, 1865) Johan Bartold Jongkind, Marleen Dreesen Gustave Courbet, De haven van Antwerpen. L’origine du monde.

Ludo Lens

200 201 1869 1874 Petrus van Schendel, Ferdinand Marinus, Dienstbode bij marktkraam. De Maas in Poilvache. (1873)

Edouard Manet, Jean-François Portaels, Het balkon. Noord-Afrikaanse vrouw. Katia Wittock

Indra Wolfaert 1870 1875 August Stalins en August Janssens, Henri De Braekeleer, Boom van Jesse. De man in de stoel.

Albert Ernest Carrier-Belleuse, Félicien Rops, Flora. Mors Syphilitica. Trudi Meijer Viviane Vanoppen

1871 1876 Joseph Schadde, Marie Zomers, Handelsbeurs. (1869-72) Rood alfabet.

Hippolyte Boulenger, Auguste Renoir, De overstroming. Le moulin de la galette.

Annemie Decorte Paul Dekker 1872 1877 Evariste Carpentier, Karel Verlat, Elegante vrouw met lang kleed. Ploegossen met felah.

Claude Monet, Anoniem, Impression soleil levant. Big Elk, Standing Buffalo Bull, White Eagle, Standing Bear Ponca. Herman Declerck Bernaded Dexters

1873 David Col, Adriaan Ferdinand 1878 Bij de barbier. De Braekeleer, Hoefsmid.

Jean-Leon Gérome, Frederico Zandomeneghi, Police Verso. De Moulin de la Galette.

Simon Barroo Lea van Rossum

202 203 1879 1883 Adrien Joseph Heymans, Ferdinand Marinus, Ondergaande zon op de heide. (1877) Le passage du guet. (circa 1883, voor 1890) Odilon Redon, Als een vreemde ballon stijgt het oog Eadweard Muybridge, Joris De Geest op naar het oneindige. Boys playing Leap frog.

Kurt De Wit 1880 1884 Edgard Farasyn, Jacaques Joseph Decaju, Droevig nieuws. (circa 1880) Val van Babylon.

Osman Hamdi Bey, Paul Cézanne, Twee musicerende meisjes. Brug in Maincy. Hilde De Maesschalck Anne-Marie Volders

1880 1885 Edgard Farasyn, Vincent van Gogh, Droevig nieuws. Gezicht vanuit Vincents Kamer in Antwerpen. Osman Hamdi Bey, Twee musicerende meisjes. Vincent Van Gogh, Doodshoofd met sigaret. Ludo Lens

Elly Wijnen 1881 1886 Jozef Geefs, Henri Luyten, Jonge visser en meermin. Een zitting van de Antwerpse kunstkring ‘Als ik kan’. Poyet, Monocycle de 2 metres de diametre Anoniem, de M. Gauthier. Danmasker, Cote d’ivoire of liberia.

Christine Kennis Aswintha van Dijk

1882 August Stalins en August Jansens, Jef Lambeaux, 1887 De heilige Christianus en Ludovicus. Brabo.

Félicien Rops, Constant Meunier, Satan zaait heksen. Het grauwvuur.

Sophie Troch Katrien Sels

204 205 1888 1892 Nicaise De Keyzer, Henry Van de Velde, De roem van de Antwerpse Engelenwake. schildersschool. James Ensor, Paul Gaugain, De slechte dokters. De varkenshoeder. Johan Dehandschutter Patrick Paassen

1889 1893 Henry Van de Velde, Henry Van de Velde , Vrouw bij het raam. Association pour l’art.

George Inness, Edvard Munch, Niagara. De schreeuw.

Luc Tinck Annemie Decorte

1890 1894 Léon Abry, Charles Mertens, Roskammen in de kazerne. (1889) De rode herberg.

Paul Signac, Auguste Rodin, Félix Fénéon. Balzac.

Charles Somers Viviane Vanoppen 1891 1895 Charles Mertens, Jef Lambeaux, Het kwartet. Buste van vrouw.

Pierre Bonnard, Edvard Munch, Femme avec chien. Vampier. Ana-Pola Wuytack Eva Bongers

1892 Henry Van de Velde, Jef Lambeaux, 1896 Engelenwake. De menselijke driften.

James Ensor, Henri de Toulouse-Lautrec, De slechte dokters. Seule.

Sam De Smet Eddy De Winter

206 207 1897 1901 Evariste Carpentier, Max Elskamp, Meisje net poppenwagen. L’alphabet de la Vierge. (circa, jaren ’90) Alfred Kubin, Charles Van der Stappen, Die Dame auf dem Pferd. Sphinx mystérieux. Osman Hamdi Bey, Mihrabtaki kadin. John Beelprez George De Decker 1898 1902 Karel Collens, Jan Baptist Van Wint (atelier), Van ’t schoenmakerken. Timpaan het laatste oordeel. (1903)

Charles Van der Stappen, Paul Cézanne, Sphinx mystérieux. Mont Sainte-Victoire.

Karen Vantvelt Christine Bultinck

1899 1903 Henri Cassiers, Henry Van de Velde, Affiche van Red Star Line. Kaviaarlepel.

Camille Claudel, Jules De Brucker, La vague. De straatveger.

Bart Ronteltap Jeannine Franken 1900 1904 Henri Cassiers, Jos Bascourt, Red Star Line postkaart. (circa 1900) Ontwerp voor huis Morgenster.

Anoniem, Edward Steichen, Mambia, Nigeria. The Flatiron. Paul De Nie

Luc Vervliet 1901 Max Elskamp, Alfred Van Neste, 1905 L’alphabet de la Vierge. Morgen rijdt de reusewagen.

Alfred Kubin, Alvin Langdon Coburn, Die Dame auf dem Pferd. Saint Pauls from Ludgate Circus.

Anas Ayamoddin Wendy Jongepier 208 209 1906 1911 Edward Pellens, Jules Schmalzigaug, De roode zwaan. Studie van een interieur van een gasthuis te Brugge. (1909-1911) Ernst Feekes Othon Friesz, De haven van Antwerpen. Ernst Ludwig Kirchner, Liggende vrouw. Dries Vergauwe

1907 1912 Frans Hens, Eugeen Van Mieghem, Regen op de Schelde. Stoomboten en driemasters in het dok. (circa 1912) Pablo Picasso, Zelfportret. Umberto Boccioni, Elasticiteit. Nina Rutjes Lieve Pelckmans 1908 1913 Charles Mertens, Jules Schmalwigaug, Allegorie van de liefde. (1909) Beweging Spiraal.

Ernst Ludwig Kirchner, Jean Delville, Vrouwen in de straten. L’oubli des Passions. Atelierproject Film-Video Evy Meys

1909 1914 Alfred Van Neste, Jules Schmalwigaug, Vliegweek. Dynamische uitdrukking van beweging van een danseres. Robert Delaunay, Eiffeltoren (De rode toren). Raymond Duchamp-Villon, Le grand cheval.

Wilma Jongmans Diane Slootmans 1910 Constant Van den Oever, Jules Schmalziguag, 1915 Dierentuin Antwerpen. Compositie Landschap I. (1915-1917)

Rembrandt Bugatti, Ernst Ludwig Kirchner, Olifant. Zelfportret als soldaat.

Pauline Gaeremynck Mechteld Renema-Van As & An Dalderup

210 211 1915 1920 Jules Schmalziguag, Marthe Donas, Compositie Landschap I. Abstracte compositie nr. 5.

Ernst Ludwig Kirchner, Piet Mondriaan, Zelfportret als soldaat. Compositie 1.

Elly Wijnen Veerle Daelman 1916 1921 Constant Permeke, Jozef Peeters, Landschap in Devonshire. (1917) Compositie.

Amadeo Modigliani, Max Ernst, Chaim Soutine. Celebes. Johan Dehandschutter

Herman Adriaensen 1917 1922 Georges Vantongerloo, Jozef Peeters, Compositie uit een ovaal. Het overzicht.

Ernst Ludwig Kirchner, Max Ernst, Henri van de Velde. Au rendez-vous des amis.

Audrey Wiersema Denise Hapers 1918 1922 Georges Vantongerloo, Jozef Peeters, Compositie. Het overzicht.

Gerrit Rietveld, Max Ernst, Rietveldstoel. Au rendez-vous des amis.

Juliette Bogers Sarah Roggeman

1919 Roger Avermaete, Eugeen Van Mieghem, 1923 Cyclone Cover van Lumiere. Havenvrouwen. (circa 1923)

Chaim Soutine, Max Ernst, De gekke vrouw. Pieta (nachtelijke revolutie).

David McIlroy Petra De Waal

212 213 1924 1928 Paul Joostens, René Guiette, Meisje. Paysage de banlieu. (1929-1930)

Chaim Soutine, Pierre Roy, Femme en rouge. Le cabinet du naturaliste.

Esther Schuytvlot Herman Declerck en Harry Laureys 1925 1929 Jos Leonard, Michel Seuphor, Zonder titel. Composition V.

Frans Masereel, Charles Reisner, De stad. Hollywood Revue (Laurel & Hardy). Kristien Jacobs Katia Basiliades

1925 1929 Jos Leonard, Michel Seuphor, Zonder titel. Composition V.

Frans Masereel, Charles Reisner, De stad. Hollywood Revue (Laurel & Hardy).

Stijn Polleunis Kristien Jacobs 1926 1930 Henri Van Straten, Edith Van Leckwyck, Negro canaille. Tuin in Bretagne. (circa 1930)

Oskar Schlemmer, Frits Van den Berghe, Triadisch ballet. Boom in bloei.

Linda Moes Susan Lack 1927 Alice Frey, Leo Marfurt, 1931 Koorddanseres. Campagnebeeld Minerva.

Frits Van den Berghe, Jose Clemente Orozco, Gangen. Zapatisten gaan strijden.

Stief Knockaert

Edward Dekeyser

214 215 1932 1937 Jos Hendrickx, Alice Frey, Ik en de stad. Zelfportret in het atelier.

August Sander, Pablo Picasso, Circusartiesten. Wenende vrouw. Chris Hellebosch

Hilde Van Gerwen 1933 1938 Antoine Damen, Oscar Jespers, Bizon. Belgie aan de arbeid. (1937)

Salvador Dalí, Henry Moore, Retrospectieve vrouwenbuste. Stringed figure.

Jennifer Busking Quinten Ingelaere 1934 1938 Marc Mendelson, Oscar Jespers, Stilleven met plant. Belgie aan de arbeid. (1937)

Paul Klee, Henry Moore, Die Erfindung. Stringed figure.

Dirk Cools

Evy Meys 1935 1938 Constant Permeke, Oscar Jespers, Marie-Lou. Belgie aan de arbeid. (1937)

René Magritte, Henry Moore, La Gacheuse. Stringed figure.

Nicky Hellemans Denise Hapers & Agnes van Hoesel

1936 Philippe Cools, Georges Vantongerloo, 1939 Zomeruur. Varianten.

Greet Vierbergen Leonora Carrington, Lou Fine en George Tuska, Zelfportret. The flame.

Nathalie van Terheyden

216 217 1940 1944 Anna Zarina, Hippolyte Daeye, Portret van Marie Rose Conreur. Meisje in bruin. (circa 1944-48) (circa 1940) Paul Delvaux, Max Ernst, Slapende Venus. Europa na de oorlog. Annelies Legein Dirk Cools

1941 1945 Isidoor Opsomer, Willy Vandersteen, Zelfportret. Suske &Wiske, Het eiland Amoras.

Arshile Gorky, Anoniem, Tuin in Sochi. Het gebroken beeld van Arno Breker.

Isabelle Vijt Pauline Gaeremynck

1942 1946 Oscar Jespers, Georges Goldkorn, Portret van mevrouw Bronne. Nature morte.

Wilfred Stanley Haines, Germaine Richier, Fire Blitz on Bath. De mantis.

Nicky Hellemans Anne-Marie Volders

1942 1947 Oscar Jespers, René Guiette, Portret van mevrouw Bronne. De paarse vlinder.

Wilfred Stanley Haines, André Malraux, Fire Blitz on Bath. Le musée imaginaire.

Paul Turkry Harry Leytens 1943 Julien Creytens, Paul Joostens, 1948 Vismand. Dans le piege.

Ivan Albright, Andrew Wyeth, The Picture of Dorian Gray. Christina’s world.

Geert Luypaert

Quinten Ingelaere

218 219 1949 1954 Karel Mechiels, Antoine Damen, Compositie. (1948) Goede herder. (circa 1954)

Jean Arp, Henri Cartier-Bresson, Pagoda fruit. Rue Mouffetard.

Solange Volwerk Kasper-Jan Conrad

1950 1955 Constant Permeke, Mark Verstockt, Het dagelijks brood. Compositie.

Raoul Dufy, Jackson Pollock, Vue par la fenêtre. Scent.

Viviane Vanoppen Johan Dehadschutter

1951 1956 Walter Leblanc, Michel Seuphor, Gouache. La Sentinelle.

Karel Appel, EIA Resolution Chart. Ontmoeting.

Matsen Jorritsma Agnes van Hoesel 1952 1956 Marc Macken, Michel Seuphor, Opschik. La Sentinelle.

Edward Hopper, EIA Resolution Chart. Morning sun.

Elly Boerbooms Hil Verrelst 1953 Floris Jespers, Cel Overberghe, 1957 Afrikaanse vrouwen. (circa. 1950) Compositie.

Playboy, Marilyn Monroe. Asger Jorn, Lettre à mon fils.

Deborah Lacasse Nathalie Posson 220 221 1958 1963 Paul Van Hoeydonck, Vic Gentils, Compositie. (1957) Zonder titel.

Saul Steinberg, Jean Tinguely, Mainstreet (uit The Americans, Mautz II. Wereldexpo Brussel 1958).

David McIlroy Lief Halsberghe

1959 1963 Renaat Braem, Vic Gentils, Tafel. (circa 1959) Zonder titel.

Robert Rauschenberg, Jean Tinguely, Canyon. Mautz II.

Jacky Van Dijk Rob De Jong 1960 1964 René De Coninck, Lode Eyckermans, Zonder titel. Wiegende moeder.

Alfred Hitchcock, Roy Lichtenstein, Psycho. Oh Jeff … I love you too … but ….

Ad Thijssen Marc Van Oyenbrugge

1961 1965 Frederik Garrels, Wout Vercammen, Nieuw carrosseriemaker. (jaren ‘60) Hugo Heyrman e.a., Bezette stad. Bill Mitchell, Cadillac Eldorado Biarritz Convertible. Cesar, Leonie Van Der Heijden Le pouce (latere versie). Annemie Nuyts

1962 Borduuratelier Oyen, Rob Buytaert, 1966 Ontwerp vaandel voor Campagnebeeld Antwerpse Taxi Duivenmaatschappij Boot. Maatschappij. (1965)

Cesar, Wiliam Klein, Pacard. Qui êtes-vous Polly Maggoo. Pieter van Hulten Susan Lack

222 223 1967 1972 Pol Mara, Luc Deleu, Grand prix. Uitbreiding universitaire campus.

Ed van der Elsken, Robert Frank (The Roling Stones), Beethovenstraat. Exile on Main Street.

Eugène Steylaerts Germaine Geudens 1968 1973 Raoul van den Boom, Karel Fonteyne, Happening van Panamarenko. Het bad.

Jean-Claude Seine, Roger Dean, Barricade de manifestation Cover voor Yes’ ‘Tales from d’etudiants à Paris. topographic oceans’.

Jos Verbruggen Anne-Marie Volders 1969 1974 Bernd Lohaus, Paul Ausloos, Zonder titel. Gevonden grootvader.

Joseph Beuys, Roel D’Haese, Das Rudel. Song of evil.

Bozena Watroba Gino Eelen

1970 1975 Vic Gentils, Jan Cox, De zwarte madonna – De madonna De spion Dolon onthoofd. van Hingene. Steven Spielberg, Basil Gogos, Jaws. Atelierproject Film-Video Famous Monsters Fearbook (Bella Viviane Vanoppen Lugosi).

1971 Paul Van Hoeydonck, Filip Tas, Heroe’s Place, 1976 Fallen astronaut. Funland for passing traffic. (1974-76)

Cy Twombly, Christo, Untitled. Running fence.

Suzanne den Otter Vera Potargent 224 225 1976 1981 Filip Tas, Heroe’s Place, Herman Selleslags, Funland for passing traffic. (1974-’76) Julien Schoenaerts.

Christo, Jean-Michel Basquiat, Running fence. Fallen Angel.

Anja Ruttyn Lieven Van Dercruyssen

1977 1982 Hugo Roelandt, Walter Leblanc, Performance Stadtarchiv Kassel. Archetypes. (1981-86)

John Badham, Keith Haring, Saturday Night Fever. Zonder titel (New York). Kim Vreys Arienne Molenaar

1978 1983 Gustaaf De Bruyne, Wim Ibens, Nieuwjaarskaart. Armband met zwarte hematiet.

The Sun. Giuseppe Penone, Pad.

Natalja Jerjomkina Paul Groenenberg

1979 1984 Jef Verheyen, Guillaume Bijl, Abysses. Lustrerie.

Georg Baselitz, Sigmar Polke, Strassenbild. Mirador. Yang-In Sureeporn Silvio Ivicic

1980 Paule Pia, Nicole Van Goethem, 1985 Hemd van Francis Bacon. Een Griekse tragedie.

Stéphane Mandelbaum, Rob Scholte, Head with Nazi cripple. De schreeuw.

Anne-Marie Volders Veerle Vanderspikken

226 227 1986 1991 Narcisse Tordoir, Guy Mees, Zonder titel. Verloren ruimte.

Franky D.C., Jeff Koons, Het gewicht van de zwaartekracht. Bourgeois bust (Jeff and Ilona).

Christina van der Horst Denise Hapers 1987 1992 Troubleyn, Guy Rombouts en Monica Droste, Das Glas im Kopf wird vom Glas. Language as Border. (foto Flip Gils). Raoul De Keyser, Gerhard Richter, Zonder titel. Appelbomen. Atelierproject Film-Video Claudia Arbelaez

1988 1993 Marie-Jo Lafontaine, Wim Van Den Bogaert, Victoria. Larousse médicale tatoué.

Anselm Kiefer, Christian Boltanski, Melancholia. Diese Kinder suchen ihre Eltern. Groepswerk Kant

Manuel Somers 1989 1994 Fred Bervoets, Bert De Beul, Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Zonder titel.

Jörg Immendorff, Francesco Toledo, Sin título 1989. Dos muertes rojas. Heidi Veeckmans Oliver Alex

1990 Ria Pacquée, Walter Van Beirendonck, 1995 Hoping to see the princess. In Glamour.

Marcel Mariën, Tony Oursler, La joyeuse entrée. Pinned.

Harry Otten Katia Wittock

228 229 1996 2001 Panamarenko, Michael Dans, Nova Zemblaya. Looping.

Patrick Van Caeckenberg, Peter Doig, De buikspreker. Grande rivière.

Jacob Rubinstein Johan Dehanschutter

1997 2002 Francis Alys, Ann Demeulemeester, Cuentos Patrioticos. Modellen met triple lace up boots.

Juliette Bogers Camille Van Breedam, Maurizio Cattelan, Steunberen. Untitled. Snezhana Dubrovskaya

1998 2003 Wilfried Huet, Annemarie Van Kerckhoven, EQUE. Charles Baudelaire.

Ann Van Malderen Joel Peter Witkin, Lars von Trier, Beauty has three nipples. Dogville.

Frank Herman 1999 2003 Koen van den Broek, Annemarie Van Kerckhoven, Ghost Truck. Charles Baudelaire.

Wim Delvoye, Lars von Trier, Marmeren vloer. Dogville.

Luc Vervliet Luka Van Dessel

2000 Luc Tuymans, Benjamin Verdonck, 2004 Reconstruction. Nest.

David Claerbout, Pedro Cabrita Reis, Ali Alrubaeyawi Venice Lightbox Isola San Giorgio. The passage of the hours.

Elisabeth De Winter

230 231 2005 2010 Kati Heck, Tom Liekens, Justus, Schluss mit lustig. Dusk.

Botero, Michael Borremans, Abu Ghraib. Eating the beard. Atelierproject Film-Video

Anastasia Varavina 2006 2011 Carla Arocha, Dennis Tyfus, Screen. Affiche.

Anthony Gormley, Nedko Solakov, Wasteman. Knights and other dreams. (circa 2011) Jos Pielage Wilfried Bossier

2007 2012 Marc Schepers, Sylvia Linda tijdens Halloween. Fotomontage. (circa 2007) William Kentridge, Banksy, The refusal of time. Keep it spotless.

Arienne Molenaar Sylvia Silvester 2008 2013 Jean Pierre Van Ophem, Leon Vranken, Zonder titel. Raising the elevation.

Nellie Verlie, Erwin Wurm, Mexicaanse flora. White Bucket (Synthesa).

Stephanie Obbels Anja Ruttyn

2009 Frank J.M.A. Castelyns, The North, East and South 5 locations.

Kerry James Marshall, Believed to be a portrait of David Walker. (circa 1830)

Mihaela Romanica

232 233 Ateliers

235 WARE WERELDBEELDHOUWERS SCHERING EN INSLAG

Voor sommige beeldhouwers is de uit- vinding van het schrift overbodige bal- last, niet meer dan een evolutionaire kronkel. Zij denken in beelden, dat leest veel sneller. En daarom beschrijven ze de wereld in klei en gips, in mallen en afgietsels. Dat creatieproces vergt wel tijd en vraagt zelfs veel geduld. Het is net die traagheid, die intensieve ar- Schoonheid is beid, die aanspreekt. De weg naar dit een kwestie atelier loopt vaak via een andere artis- van schering tieke opleiding. Je treft er architecten, en inslag. ontmoet er fotografen of maakt kennis met productontwikkelaars. Allemaal scholen ze zich hier verder bij, tot ware wereldbeeldhouwers. beeldhouwkunst weefkunst glasinlood De mees De glazenier Die filtert stromen. kaatsing. stenaars stenaars licht. Met licht. Met anders. laat het licht en met de kun te reflec tie van van tie spelen weer is dat Bij de - - - - LICHT MET KLEUR BESPELEN KLEUR MET LICHT SIERLIJKE KETTING VAN GENERATIES VAN KETTING SIERLIJKE bodem werd verankerd. bodemwerd de in Antwerpse 1663 stevig die in een sierlijke ketting, vormen de van schakels docenten, generaties alWant die verschillende toekomstige collega’s. van alle overstaan ten En waarmee je samenwerkt. zijn. Tegenover de mensen van hen die meer er niet opzichte en ten de traditie mee.zich Ten van opzichte met verantwoordelijkheid brengt historie een rijke een lange geschiedenis en een school in met Lesgeven

edelsmeden MODIEUZE MASKERS EEUWENOUDE FYSICA EN SPITSTECHNOLOGIE Kostuums helpen acteurs, solisten en dansers bij het spe- len van hun karakter. Grenzen vervagen. Het dagelijkse leven en de spiegel die het theater ons voorhoudt, duike- len speels over elkaar. Dragen we - zo nu en De grootmeesters uit de schilderkunst waren dan - allemaal modieu- al vertrouwd met de principes van de camera obscura. Het gebrek aan wetenschappelijk ze maskers? inzicht over hoe licht op een gevoelige plaat wordt neergeschreven, veroordeelde hen tot de schildersezel. Vandaag worden cursisten ingewijd in de geheimen van de donkere kamer. Daar leren ze analoge foto’s ontwikkelen. Voor digitale fotografie werken ze met de laatste nieuwe computerprogramma’s. Zo ontstaat creatieve kruisbestuiving tussen eeuwenoude wetten uit de optica, nostalgische technieken en

mode-theaterkostuum hedendaagse spitstechnologie. fotokunst 240 VERSCHEIJDE CONSTEN ENDE AMBTEN VUILE HANDEN

Toen Teniers de Academie 350 jaar geleden oprichtte, deelde hij de vertrekken boven de handelsbeurs met de ateliers van de Antwerpse ebenist en kunsthandelaar Hendrik Van Soest. Na “veele jaren alhier geexerceert hebbende het ambt van ebbehoutwercker”, richtte Van Soest in 1692 een verzoekschrift tot de stad Antwerpen om de 35 000 jaar geleden nog leegstaande vertrekken boven de stadsbeurs leerde de mens zichzelf te mogen gebruiken voor zijn zaak. Hij had klei te bakken. Sinds “verscheijde schoone, rare en de groote wercken” Mark Macken een laten maken door meer dan 50 personen van halve eeuw geleden de “verscheijde consten ende ambten” en hij was van afdelingen toegepaste plan om nog meer “andere nieuwe grootter ende kunsten oprichtte, leren raerdere stucken” te laten vervaardigen(1). keramisten aan de academie hoe ze deze eeuwenoude technieken, esthetiek en authenticiteit met elkaar verweven. En dat ze daarbij de handen vuil maken is goed meegenomen. Dat werkt zuiverend. We zouden

(1) hout—meubel FABRI RIA, “Zuidnederlandse pronkmeubels 16de - 18de eeuw” bijna zeggen: aardend. keramiek KANT AAN JE ZIJDE PODIUMWERELDEN CREËREN De scenografie is 350 een personage dat zich, in stilzwijgen … jaar geleden gewenteld, woor- bezat Antwerpen een bloeiende … jaar later gebruiken deloos manifes- kantproductie die we nog steeds teert en geruisloos belangrijk was voor de linnen garen maar fluisterend de po- Antwerpse economie. … jaar geleden volgden ook allerlei nieuw … jaar geleden kwam de kantontwerpen het materiaal en is kleur diumwerkelijkheid men naar Antwerpen modebeeld op de voet. een belangrijk aspect creëert. om vakkennis over … jaar geleden werd geworden. kloskant op te doen kant gemaakt van zeer … jaar later volgen en deze in Europa te fijn gebleekt Vlaams we niet meer het verspreiden. linnengaren. bestaande modebeeld, … jaar geleden leverde … jaar later maar zetten we onze 350 uren klossen in experimenteren eigen ideeën om verhouding bitter we met de oude in een eigentijdse weinig resultaat op. kanttechnieken en vormgeving. blazen we ze nieuw Ook binnen 350 jaar leven in. is kant de meest sexy

kantwerk kunstvorm aan je zijde. scenografie HOLTES EN BOLTES ELKE GENERATIE DRAAGT VERANTWOORDELIJKHEID

In het atelier Steen- Beeld hangt muzikaliteit in de lucht. De cursisten kerven in cadans verlichtende volumes in hun zware stenen. Ze spelen niet enkel met lijnen of contouren, maar trekken de registers van de drie dimensies open. Rechte vlakken zijn uit den boze. Holle vormen zijn niet meer dan de Wie weet houtsnijgutsen te hanteren, of overgangen tussen wetstenen te gebruiken om beitels te ontbramen? ronde vormen. Want in Daar is vakkennis voor nodig. En perfecte die ronde vormen, daar materiaalbeheersing. Zo houden we het schuilt de spanning in. houtambacht in ere. Dat is cruciaal voor het restaureren en conserveren van monumenten en kunstvoorwerpen. Als de technieken, methoden en de kennis van het gereedschap gedurende één generatie niet worden doorgegeven, gaat er definitief iets verloren dat gedurende duizenden

k.a.steen—beeld jaren is opgebouwd. hout-beeld POSTMODERN LABORATORIUM PERSOONLIJKE VERHALEN

Monumentale kunsten MKNU dynamisch dialoog reflectie eigen beeldtaal concept context techniek veelzijdigheid conceptueel installatie tweedimensionaal sculpturaal performance licht ruimte geluid tijd ideeën gevoeligheden persoonlijke fascinaties maatschappelijke gegevens computer nieuwe materialen traditionele technieken werkmethode technische aspecten kruisbestuiving samenwerking actuele ontwikkelingen hedendaagse kunsten kunsthistorische aspecten laboratorium zoeken onderzoeken experimenteren inhoudelijk Het medium film leent technisch vormelijk actief hybride complex open zich door de tijdsdimen- eigenzinnigheid betrokkenheid creatieve sie perfect voor het ver- ideeën concrete projecten tellen van verhalen. En dat spreekt cursisten uit Een hedendaagse beeldende kunstpraktijk met respect voor de traditie: 350 jaar en zoveel meer. alle hoeken van de we- reld aan. Ze proberen een antwoord te krijgen op de vraag: “Hoe ver- tel ik mijn verhaal met monumentalekunsten beeld en geluid?” film&videokunst KLANKKLEUREN BESPELEN BEELDBELEVING

Denk na over het woord Onbevangen naar beelden kijken, geluidsvormgeving. Wat geeft ze een tweede leven. wil dat zeggen? Het ver- klaart op elegante en welluidende manier wat er zich in dit atelier af- speelt: cursisten leren er geluidsgolven in de juiste vorm kneden. Je hoort er dan ook de gek- ste dingen. Er worden geluiden opgenomen en gemanipuleerd voor the- ater- en dansproducties, voor audiovisuele of mul- timediale projecten, voor soundscapes, voor akoes- tische kunst en nieuwe muziek, voor audiodrama en klankdocumentaires. sounddesign Klinkt fantastisch, toch? schilderkunst 251 STUDIE VAN OUDE SCHILDERTECHNIEKEN, RESPECT VOOR DE GESCHIEDENIS VAN EEN OBJECT SPEELVELD CREËREN

Het restaureren van 350 jaar oude schilderijen, vergulde lijsten en gepolychromeerde objecten is een nobele bezigheid. Maar een voorwerp zonder meer in oorspronkelijke staat herstellen, is een handeling zonder respect voor de geschiedenis van een object. Elk spoor vertelt een verhaal. In elke kleine scheur zitten kruimels van onze geschiedenis verborgen. Elke kleine beschadiging is als een litteken op de ziel van het Cursisten leren de voorwerp. Die sporen, verhalen, kruimels en littekens spelregels van verschillende leer je naar waarde schatten. Want voorwerpen druktechnieken, en gaan die wij vandaag in handen krijgen, overleefden het aan de slag met hoogdruk slagveld van de geschiedenis. En met die eenvoudige (linosnede, houtsnede, historische waarheid, dwingt een voorwerp ontzag houtgravure), diepdruk af. Zelfs wanneer de tijd zijn tanden erin zette. Ja, dit (etsen, droge naald, aquatint) zijn romantische ideeën. Maar bij het restaureren vlakdruk (lithografie, en conserveren van objecten, komt er ook harde offset), zeefdruk en digitale wetenschap aan te pas en het (her)ontdekken en grafiek (computergrafiek). toepassen van oude teken- en schildertechnieken. Dankzij die vakkennis en De restauratietechnieken zelf evolueerden van materiaalbeheersing ambachtelijke ingrepen naar hoogtechnologische creëren ze voor zichzelf een behandelingen. Zo worden oude voorwerpen met veel speelveld waarbinnen ze toewijding klaargemaakt om de toekomst te trotseren. nieuwe creatieve vrijheden En zo zullen ze de tand des tijds blijven doorstaan. k.a.schilderen—fresco ontdekken. vrijegrafiek WIE DOET, DIE BEGRIJPT DANS VAN VUUR, HAMER EN AAMBEELD

Met de afdeling kunstexploratie gooit de poorten van de academie open voor mensen die van verschillende kunsten willen 350 stuks oud gereedschap, of zelfs meer, hangen er proeven, hoogtepunten uit de aan de muren van smidse van het Zuiderpershuis, kunstgeschiedenis willen ontdekken die uit het einde van de negentiende eeuw dateert. en ateliers willen verkennen. In die historische smidse, heeft het atelier smeden Cursisten experimenteren met van de academie haar intrek genomen. Zo wordt het technieken, om die aan de lijve te vuur van het ambacht er steeds opnieuw ontstoken. ondervinden. Want wie met zijn Het zinderende hete ijzer wordt hier onder de handen in de klei wroette en een hamerslagen van de leerlingen in hedendaagse keramisch voorwerp bakt, raakt vormen gesmeed. 350 smeden, of zelfs meer, gefascineerd door de mystiek werden hier opgeleid. In een sfeer van samenwerken van het vuur. Wie zelf voor de en elkaar helpen, hebben ze zich creatief op het schildersezel stond, krabt zich de gloeiende ijzer losgelaten. Hun ontelbare hamerslagen verf vanonder de nagels. En wie hebben de banen van de aambeelden gevormd. 350 met een potlood in de hand de smeedwerken en oefenstukken, of zelfs meer, worden wereld in kaart brengt, worstelt hier elk schooljaar door de leerlingen vervaardigd. In met perspectief. Zo ontwikkelen het begin wordt er wel eens gevloekt als het misgaat, cursisten inzicht in en respect voor als het vuur, het aambeeld en de hamer niet doen wat de technieken van de kunstenaar – de geest verlangt. Met de beheersing van het ambacht want wie doet, die begrijpt. kan ook de creativiteit openbloeien en ontstaat er een

kunstexploratie grote voldoening onder de hamerslagen. k.a.smeedkunst IN DEN BEGINNE WAS ER DE TEKENKUNST NAAKTE WAARHEID Textiel is overal. In kledij en interieurbekleding. Als schil- derdoek. Ook in tekeningen, schilderijen en beeldhouw- werken springt textiel vaak in het oog. De Antwerpse kunstenares en docente Hilde Vonck richtte in 1973 een Tekenkunst is de onmisken- vereniging op om de kun- bare basis voor minstens 350 stambachten – en textiel in andere artistieke disciplines. het bijzonder – opnieuw op de Probeer jezelf vrije kunsten kaart te zetten. En met suc- zoals grafiek, schilderkunst ces. Enkele organisatorische en beeldhouwkunst voor te omwentelingen later, is die stellen, zonder tekenkunst. Dit opleiding onderdeel van de atelier is academisch geori- academie. In dit atelier ver- ënteerd, met oog voor traditie, kondigt men de naakte waar- tekentechniek en ambacht. heid: textiel blijft in al zijn mo- Inhoudelijk opteren cursisten gelijke culturele, sociale en vaak voor vernieuwing en kunstzinnige verschijnings- actuele artistieke expressie- vorming razend relevant. vormen. En dat is nodig. Want tijd staat niet stil bij kunst. Kunst tekenkunst staat stil bij de tijdsgeest. textielekunsten KLEURENCARNAVAL JONG EN ONSTUIMIG

Rood, geel en blauw. Dat zijn de kleuren die kinderen kennen, wanneer ze in het kindera- Stap voor stap leren telier toekomen. Elk jaar verruimen ze hun kleurenpalet, met nieuwe tinten, schakeringen jongeren zelfstandig en nuances. Wanneer ze zich na hun zesde jaar omgaan met verf, inkt, – geheel welverdiend - de weg naar het atelier tekengerei, klei, gips, van de middelbare graad banen, vormen ze textiel, steen en hout. een kleurrijke stoet. Het is een waar kleuren- carnaval. De eerste heeft 350 kleuren in zijn Via speelse technieken palet, een volgende 350 plus 350 en een derde krijgen ze vat op com- wel 350 + 350 + 350. positie, kleur, belichting, schaduw, perspectief, dieptewerking, ruimte – en nog veel meer. Jong en onstuimig worden de 350 treden naar Kunst beklommen. Naar een volwassen, doordachte visuele expressie. Naar kunst met impact. lageregraad middelbaregraad

350/350 is gepubliceerd n.a.v. de 350ste verjaardag van het deeltijds kunstonderwijs van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen.

Algemene redactie : Thomas Abelshausen, Bart’d Eyckermans, Christian Van Haesendonck, Frank Verlie Concept : Bart’d Eyckermans, Christian Van Haesendonck, Frank Verlie Beeldresearch : Christian Van Haesendonck, Frank Verlie Eindredactie : Thomas Abelshausen, Ingeborg Nijs, Viviane Vanoppen Fotografie en vormgeving : Céline Gladiné Drukken : Drukkerij Room, Sint-Niklaas Binden : Binding

Met dank aan het docentenkorps, alle deelnemdende studenten en anderen die bijdroegen aan deze publicatie. Speciale dank voor het gebruik van historische afbeeldingen uit de collecties van Stadsarchief Antwerpen, Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen, Elzenveld OCMW Antwerpen, Maagdenhuismuseum Antwerpen, Sint-Goedele en Sint- Michielskathedraal Brussel, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Sint-Pauluskerk Antwerpen. Dank aan Scholengroep 1 Antigon voor materiële ondersteuning.

© 2014

D/2014/13.424/1