De Cock En Het Kerklied
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Cock en het kerklied Zijn redenen tot het niet zingen van de Evangelische Gezangen Module Eindscriptie voor de masteropleiding Theologie en kerkelijke gemeente Begeleiders prof.dr. A. de Reuver dr. A. Vos Auteur ing. G.M. van den Brink 0218111 Datum 24 mei 2006 De Cock en het kerklied Pagina 2 Zijn redenen tot het niet zingen van de Evangelische Gezangen auteur Marcel van den Brink datum 24 mei 2006 Ten geleide Met de afronding van dit onderzoek wordt voldaan aan de eindtermen van de Masteropleiding Theologie en Kerkelijke gemeente aan de deeltijdopleiding van de theologische deelfaculteit van de Universiteit Utrecht. Het lijkt een kwaal van theologen te zijn om meer boeken op de plank te hebben staan dan redelijkerwijs gelezen kan zijn. Zo ook bij mij. Onder deze boeken bevindt zich Verzamelde Geschriften van H. de Cock. Hier wilde ik graag eens iets mee doen. Dit boek heeft dan ook als uitgangspunt gediend, maar daarnaast heb ik veel aanvullende literatuur kunnen verwerken. Ik had wel eens gelezen dat zijn verzet tegen de gezangen een rol gespeeld had in de Afscheiding. Tegenwoordig laat men in veel Christelijke Gereformeerde Kerken, tamelijk kritiekloos, vele gezangen zingen. Deze scriptie bood mij de gelegenheid mij eens wat meer te verdiepen in de gezangenkwestie van begin negentiende eeuw. Op deze plaats wil ik graag prof. dr. A. de Reuver bedanken, die bereid was mij bij dit onderzoek te begeleiden. De adviezen en feedback die ik ontvingen hebben mij steeds verder geholpen. Zodat het uiteindelijk mogelijk is geweest dit werkstuk tot dit niveau op te trekken. Ook heb ik van hem gedurende de studie het gebruikte boek van J.H. Gunning in bruikleen gehad. Op advies van professor de Reuver heb ik ook enkele malen contact gezocht met T. van Es die de grootste privé-verzameling in Nederland1 bezit over H.F. Kohlbrügge. Hoewel ik niet veel aandacht geef aan deze tijdgenoot van De Cock, heb ik langs deze weg veel bruikbare informatie gekregen die mij zicht gaven in het tijdsgewricht. Ook een woord van dank aan dr. A. Vos die bereid was, bij dit werkstuk, als tweede begeleider op te treden. Deze studie heb ik in betrekkelijk korte tijd doorlopen. Dit was niet mogelijk geweest zonder voortdurend overleg met de studiecoördinator mw. drs. C.L.H. Habets. Maar bovenal wil ik erkennen dat het de Here is geweest die al mijn wegen voorspoedig heeft gemaakt. Hem komt toe alle eer, Die mij alle dingen ten goede heeft doen meewerken.2 Het is waar wat geschreven staat: “Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen”.3 1 K. van der Zwaag, „Kohlbrugge, diepzinnig en radicaal‟, in: Reformatorisch Dagblad, 9 november 2004. 2 Romeinen 8:28. 3 1 Thessalonicenzen 5:24. De Cock en het kerklied Pagina 3 Zijn redenen tot het niet zingen van de Evangelische Gezangen auteur Marcel van den Brink datum 24 mei 2006 Inhoudsopgave Ten geleide ................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 3 Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Doelstelling ............................................................................................................................ 5 Vraagstelling .......................................................................................................................... 7 Relevantie............................................................................................................................... 8 Positiebepaling ....................................................................................................................... 9 Opbouw van deze studie ......................................................................................................... 9 1. Schets van de historische ontwikkeling ................................................................................. 11 1.1. Tot de negentiende eeuw ................................................................................................ 11 1.1.1. Huldrych Zwingli .................................................................................................... 11 1.1.2. Johannes Calvijn ..................................................................................................... 12 1.1.3. Petrus Datheen ........................................................................................................ 14 1.1.4. Statenberijming ....................................................................................................... 16 1.2. De negentiende eeuw ..................................................................................................... 18 1.2.1. Evangelische Gezangen ........................................................................................... 18 1.2.3. Vervolgbundel ........................................................................................................ 20 1.2.4. Kerkzang in afgescheiden kring............................................................................... 21 1.3. Na de negentiende eeuw ................................................................................................. 23 2. Beknopte biografie van Hendrik de Cock .............................................................................. 26 2.1. Hervormd predikant ....................................................................................................... 26 2.2. Rondom de Afscheiding ................................................................................................. 28 2.3. Afgescheiden predikant .................................................................................................. 32 3. Beschrijving van het standpunt van H. de Cock .................................................................... 34 3.1. Het gereformeerd gehalte van de gezangen .................................................................... 34 3.2. Verband tussen gezangen en geloofsafval ...................................................................... 37 3.3. Historische continuïteit .................................................................................................. 39 3.4. Een beroep op de Schriften ............................................................................................ 40 3.4.1. Doe het getier uwer liederen van Mij weg ............................................................... 40 3.4.2. Zingt den HEERE een nieuw lied .............................................................................. 41 3.5. Overige argumenten ....................................................................................................... 42 3.5.1. Het geloof van de dichter ........................................................................................ 42 3.5.2. Dierbare liederen verminkt ...................................................................................... 43 3.6. Samenvattend ................................................................................................................ 44 4 Bespreking van dit standpunt ................................................................................................. 45 4.1. Het gereformeerd gehalte van de gezangen .................................................................... 45 4.2. Verband tussen gezangen en geloofsafval ...................................................................... 48 4.3. Historische continuïteit .................................................................................................. 51 4.4. Een beroep op de Schriften ............................................................................................ 53 4.4.1. Doe het getier uwer liederen van Mij weg ............................................................... 53 De Cock en het kerklied Pagina 4 Zijn redenen tot het niet zingen van de Evangelische Gezangen auteur Marcel van den Brink datum 24 mei 2006 4.4.2. Zingt den HEERE een nieuw lied .............................................................................. 54 4.5. Overige argumenten ....................................................................................................... 56 4.5.1. Het geloof van de dichter ........................................................................................ 57 4.5.2. De eredienst als godsdienstoefening ........................................................................ 58 4.5.3. Zingen is verkondiging ............................................................................................ 59 4.5.4. Het vervulde Evangelie ........................................................................................... 60 4.5.5. Enige gedachten van Kuyper ................................................................................... 60 Conclusies ................................................................................................................................ 62 Conclusies uit dit onderzoek ................................................................................................. 62 Suggesties voor eventueel vervolgonderzoek ........................................................................ 64 Literatuuroverzicht ................................................................................................................... 66 Primaire literatuur ................................................................................................................