Studeren in West-VI'aanderen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Studeren in West-VI'aanderen J. THEYS, dr. ekon. wet., Wetenschappelijk Medewerker WER-WES Onderwijs als welvaartsindikator Het verder studeren in West-Vlaanderen Een globale maatstaf voor de bepaling van het welvaarts De resultaten van de volkstelling van 31 december 1970 niveau die meteen zou toelaten de situatie in een gewest laten toe na te gaan wat het aandeel van de studenten te vergelijken met andere gewesten, is niet voorhanden. was in de totale bevolking in de diverse leeftijdsklassen. Uiteraard staat men voor een onmogelijke opdracht van In vergelijking met het Rijk blijkt de situatie in West- juiste kwantificering en omschrijving indien men het be Vlaanderen globaal iets minder gunstig te zijn, vooral bij grip ' welzijn ’ wil hanteren. de vrouwen. Binnen de provincie West-Vlaanderen zijn Wil men een inzicht krijgen in de hoogte van het wel echter belangrijke verschillen aan te wijzen; sommige vaartspeil van een gewest dan dient men een beroep te Westvlaamse arrondissementen komen bij de mannen in de leeftijdsklasse beneden 20 jaar aanzienlijk boven het doen op indikatoren, waarbij de keuze van deze graadme ters steeds enigszins subjektief blijkt en waarbij in alle rijksgemiddelde. geval omzichtigheid geboden blijft bij de interpretatie. De In de leeftijdsklasse van 15 tot 19 ja a r1 waren eind 1970 statistische informatie blijft op dit vlak nog vrij summier, in West-Vlaanderen 55,5 % van de jongens schoolgaand ook al is het aantal hanteerbare maatstaven vrij groot tegenover 55,7 % in het Rijk; in de leeftijjdsklasse van en uiteenlopend. In het algemeen zijn de beschikbare ge 20 tot 24 jaar waren de percentages respektievelijk gevens te globaal en laten zij niet toe de gewenste ont 12,6% en 13,5%. De afwijkingen waren opvallend groter leding voldoende ver door te voeren. bij de meisjes. Voor de leeftijdsklasse van 15 tot 19 jaar Doorgaans zal men dan ook beroep doen op een reeks kwam West-Vlaanderen slechts tot 48,6% tegenover welvaartsindikatoren en pogen hieruit tot een syntetise- 54,2 % in het Rijk; in de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar rend beeld te komen. Een van deze aanwijzers is de bedroeg het aandeel 5,6% in West-Vlaanderen en 7,1 % mate waarin voortgezet onderwijs wordt gevolgd, met bij in het Rijk. In het Rijk is de afwijking tussen jongens en zondere aandacht voor het universitair onderwijs. In een meisjes enkel belangrijk in de leeftijdsklasse van 20 tot maatschappij die meer en meer het welzijn beklemtoont, 24 jaar, terwijl in West-Vlaanderen het verschil ook aan kan een stijgende betekenis gehecht worden aan het as- zienlijk is in de leeftijdsklasse van 15 tot 19 jaar. pekt verdere schoolopleiding, omdat hierin precies tot In West-Vlaanderen scheiden de kustarrondissementen uiting kan komen in welke mate materiële welvaart ook zich duidelijk af van de overige arrondissementen. In de effektief wordt aangewend tot het optimaliseren van het rangorde van de Westvlaamse arrondissementen nemen welzijn. Er kan tevens worden aangestipt dat in dit gege de kustarrondissementen in de leeftijdsklassen beneden ven reeds aanduidingen kunnen gevonden worden over 25 jaar telkens de eerste drie plaatsen in, zij het in wis het toekomstig welvaartsniveau, met dit voorbehoud dat selende volgorde; het arrondissement Oostende maakt afvloei van geschoolden en universitairen in bepaalde hierop echter een uitzondering bij de meisjes in de leef gewesten omvangrijk kan zijn en het potentieel wel- tijdsklasse van 20 tot 24 jaar, waar het arrondissement vaartsverhogend karakter kan aantasten. leper (5,6 %) een hoger percentage haalt dan het arron In onderhavige ontleding wordt het aspekt van de scola- dissement Oostende (5,5 %) en ook het arrondissement riteit van de Westvlaamse bevolking nader bekeken. Kortrijk het niveau haalt van het arrondissement Oosten Hoewel ook sociologische elementen, de regionale sprei de. ding van de onderwijsinrichtingen en andere faktoren Opvallend is verder de relatief gunstige positie van het invloed hebben op de beslissing tot voortgezet onder arrondissement leper, dat telkens het arrondissement wijs, wordt de welvaartsindikatieve waarde van dit facet Kortrijk voorafgaat, behoudens bij de mannen in de leef zeer reëel geacht en een werkelijke blijk van het streven tijdsklasse van 20 tot 24 jaar. naar welvaartsbeleving. In de hiernavolgende ontleding is het niet mogelijk bij de studie van de geografische verschillen, rekening te houden 1 De aanduiding ' leeftijdsklasse van 15 tot 19 ja a r' is te lezen met verschillen zoals de sociale gelaging van de bevol als ’ leeftijdsklasse van 15 tot minder dan 20 ja ar'. In de tabel king, afwijkende sociaal-ekonomische gedragingen (spaar • is de aanduiding ’ 14 ja a r’ te lezen als ' 14 jaar tot minder dan zaamheid, algemene aspiraties) e.d. 15 jaar ’. 3 Bij de jongens blijkt de situatie het minst gunstig te zijn Bij de jongens was de toename relatief groot in de arron in de arrondissementen Diksmuide en Tielt en bij de dissementen Diksmuide en Tielt in de leeftijdsklassen meisjes zeer duidelijk in het arrondissement Tielt (zie beneden 20 jaar; de arrondissementen Kortrijk en Roese- tabel 1). lare zagen echter in de leeftijdsklasse van 15 tot 19 jaar De scolariteit is in de kustarrondissementen bij de jon hun achterstand nog aangroeien, tenzij ten opzichte van gens hoger dan het rijksgemiddelde, tenzij in de arron het arrondissement Oostende. In de leeftijdsklasse van dissementen Oostende en Brugge in de leeftijdsklasse 20 tot 24 jaar was de evolutie het gunstigst in de arron van 20 tot 24 jaar. Bij de meisjes is de situatie ook in de dissementen Oostende, Tielt en Veurne. Tussen 1961 en kustarrondissementen in het algemeen minder gunstig 1970 is het arrondissement Oostende opgeklommen van dan in het Rijk, behoudens in het arrondissement Veur- de 7de naar de 3de plaats onder de Westvlaamse arron ne in de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar. Algemeen valt dissementen. te wijzen op een duidelijke achterstand voor de meisjes, Bij de meisjes valt zeker te wijzen op de bijzonder gun die toeneemt voor het hoger onderwijs. stige evolutie in het arrondissement Veurne, inzonderheid voor de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar. Hier komt de Vergelijking volkstelling 1961 en 1970 evolutie in het arrondissement Kortrijk beter voor dan bij de jongens; in het arrondissement Kortrijk, Diksmuide en In vergelijking met 1961 (vorige volkstelling) is de scola leper is de achterstand ten aanzien van de arrondisse- riteit aanzienlijk gestegen, zowel in West-Vlaanderen als menmen Brugge en Oostende verminderd. Opnieuw is in het Rijk. In de leeftijdsklassen beneden 20 jaar heeft het verloop in het arrondissement Roeselare niet als be West-Vlaanderen, zowel bij de jongens als bij de meis paald gunstig aan te stippen. jes, een gedeelte van de achterstand opgehaald, doch in de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar is de achterstand De diskrepantie tussen jongens en meisjes is voor de vergroot. leeftijdsklasse van 15 tot 19 jaar thans vrij groot in de arrondissementen Veurne, Tielt en Brugge in vergelijking Bij de jongens steeg de scolariteit in de leeftijdsklasse met West-Vlaanderen; wordt er vergeleken met het Rijk, van 15 tot 19 jaar in West-Vlaanderen van 45,2% tot waar de diskrepantie tussen jongens en meisjes zeer ge 55,5 % en in het Rijk van 48,3 % tot 55,7 %; bij de meis ring is, dan komen alle Westvlaamse arrondissementen jes was er in West-Vlaanderen een aangroei van 33,4 % als ongunstig voor. tot 48,6 % en in het Rijk van 42,7 % tot 54,2 %. In het Rijk is tussen 1961 en 1970 de diskrepantie tussen In de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar was er in West- jongens en meisjes in de leeftijdsklasse van 15 tot 19 Vlaanderen bij de jongens slechts een toename van jaar zeer gering geworden; er was een daling van de dis 10,7% tot 12,6% tegenover een aangroei van 11,0% krepantie van 5,6 in 1961 tot 1,5 in 1970. tot 13,5% in het Rijk; bij de meisjes was er in West- Hoewel zoals gezegd, de diskrepantie in alle Westvlaam Vlaanderen een stijging van 2,5% tot 5,6% en in het Rijk van 3,5 % tot 7,1 %. se arrondissementen veel hoger is dan in het Rijk, valt niettemin te wijzen op een duidelijke versmalling in de De groei was bij de meisjes globaal groter dan bij de arrondissementen leper, Roeselare en Kortrijk en in min jongens, zodat de diskrepantie is versmald en dit in vrij dere mate in het arrondissement Veurne. aanzienlijke mate in de leeftijdsgroepen beneden 20 jaar. In de leeftijdsklasse van 20 tot 24 jaar is de scolariteit Binnen de provincie West-Vlaanderen zijn de afwijkin van de jongens algemeen nog aanzienlijk hoger dan bij gen zowel bij de jongens als bij de meisjes in het alge de meisjes en is de diskrepantie eerder weinig afgeno meen iets geringer geworden. De groei was in de kustar men. In gunstige zin onderscheidt zich hier het arrondis rondissementen doorgaans iets kleiner dan in de overi sement Veurne; in de arrondissementen Oostende en ge arrondissementen, zij het met enkele uitzonderingen. Tielt daarentegen is de diskrepantie toegenomen. 1. Aantal leerlingen en studenten per 100 personen in betrokken leeftijdsklasse, 1961 en 1970. Arrondis Mannen Vrouwen sement 31 dec. 1970 31 dec. 1961 31 dec. 1970 31 dec. 1961 14 j. 15-19 j. 20-24 j. 14 j. 15-19 j. 20-24 j. 14 j. 15-19 j. 20-24 j. 14 j. 15-19 j. 20-24 j. Veurne 93,4 60,4 14,7 86,9 49,9 12,2 93,7 50,4 8,5 83,3 34,4 2,4 Brugge 92,2 60,1 13,4 84,0 48,5 12,1 91,9 52,6 6,2 84,5 39,9 3,2 Oostende 92,8 58,7 12,6 85,7 51,3 9,1 91,8 53,1 5,5 90,3 41,1 2,4 leper 91,6 54,0 12,3 80,4 42,8 11,1 87,7 48,7 5,6 76,8 29,6 2,6 Kortrijk 83,2 53,3 12,5 75,3 43,6 10,8 81,9 46,5 5,5 66,6 30,3 2,3 Roeselare 86,3 52,1 11,8 71,2 44,2 10,4 85,0 45,7 4,8 75,9 31,0 2,6 Tielt 88,7 51,8 11,8 76,5 40,0 8,8 86,4 42,4 4,6 69,2 26,8 2,0 Diksmuide 87,9 51,1 11,5 73,0 38,0 10,0 88,5 45,9 5,4 73,0 28,4 1,8 West-Vlaanderen 88,8 55,5 12,6 78,9 45,2 10,7 87,5 48,6 5,6 76,9 33,4 2,5 Het Rijk 89,1 55,7 13,5 81,4 48,3 11,0 90,0 54,2 7,1 82,6 42,7 3,5 4 Foto : Archief Inbel, Brussel.