K Erkkappen in Nederland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Ronald Stenvert Kerkkappen in Nederland - Kerkgebouwen hebben eeuwenlang het beeld van stad en dorp gedomineerd. Onder hun vaak imposante daken zit een kapconstructie die het gebouw water- en winddicht houdt, maar verder een verborgen bestaan leidt in de schemerduistere ruimte tussen pan en plafond. Aan de hand van een tiental pas gerestaureerde kerken schetst dit boek de 1800 1970 ontwikkeling van traditionele gestapelde houtconstructies naar modernere bouwvormen. Meer dan de hel van de bestaande kerken dateert uit de periode tussen 1800 en 1970, toen Ronald Stenvert de vraag naar nieuwe kerken vrijwel stilviel. Vanuit een bredere cultuurhistorische context gaat dit boek in op de ontwikkeling van de toegepaste hang-, schoor- en springwerken in de kerkkappen. Ook het gebruik van moderne materialen, zoals ijzer, beton en gelamineerde spanten komt aan bod. Een interessante periode daarbij is het Interbellum, toen de forse kapruimte kleiner werd en kap en dak uiteindelijk ineensmolten, waardoor de kapconstructie meer in het zicht kwam. Ronald Stenvert Kerkkappen in Nederland - Kerkgebouwen hebben eeuwenlang het beeld van stad en dorp gedomineerd. Onder hun vaak imposante daken zit een kapconstructie die het gebouw water- en winddicht houdt, maar verder een verborgen bestaan leidt in de schemerduistere ruimte tussen pan en plafond. Aan de hand van een tiental pas gerestaureerde kerken schetst dit boek de 1800 1970 ontwikkeling van traditionele gestapelde houtconstructies naar modernere bouwvormen. Meer dan de hel van de bestaande kerken dateert uit de periode tussen 1800 en 1970, toen Ronald Stenvert de vraag naar nieuwe kerken vrijwel stilviel. Vanuit een bredere cultuurhistorische context gaat dit boek in op de ontwikkeling van de toegepaste hang-, schoor- en springwerken in de kerkkappen. Ook het gebruik van moderne materialen, zoals ijzer, beton en gelamineerde spanten komt aan bod. Een interessante periode daarbij is het Interbellum, toen de forse kapruimte kleiner werd en kap en dak uiteindelijk ineensmolten, waardoor de kapconstructie meer in het zicht kwam. Kerkkappen in Nederland WBOOKS RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED Kerk kappen in Neder 1800 land 1970 Ronald Stenvert WBOOKS RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED Voorwoord 7 Inleiding 9 1 Opmaat 13 2 Waarlijk representatief 23 3 Opbloeiende behoeften 35 4 Hout voor boven de gebedsruimte 51 5 Kreupele en andere spanten 61 6 Hangen, schoren en springen 77 7 Franse nieuwigheden 103 8 Storten, monteren en lijmen 113 9 Sober en flauwhellend 123 10 Deflatie tussen plafond en pan 143 11 Bijzonder of alleen groot? 153 Noten 162 Literatuur en bronnen 166 Bronnen en archieven 169 Illustratieverantwoording 169 Termenlijst 170 Register 172 Summary 176 Colofon 180 5 Voorwoord Iedere week sluit een kerkgebouw zijn ook de internationale dimensies van ontwik- Afb. 1 (pag. 2) deuren, niet wetend wat de toekomst brengen kelingen in techniek en vormgeving worden Kapconstructie boven zal. Naar verwachting zullen ongeveer dui- behandeld. Kwantitatief in beeld gebracht het koor van de zend kerken en 150 kloosters in de komende en gelardeerd met constructietekeningen en St.-Willibrorduskerk jaren vrijkomen, wachtend op een nieuwe foto’s is deze publicatie relevant voor het op te Zeilberg bij Deurne, bestemming. Of, als de maatschappelijke wil verantwoorde wijze waarderen, restaureren of gebouwd in 1914 naar daartoe ontbreekt, zal een deel daarvan ver- bouwkundig aanpassen van kerkgebouwen. ontwerp van dwijnen door sloop. Gelukkig blijven nog heel C. Franssen. wat kerken in religieus gebruik en hoeft voor In opdracht van de Rijksdienst heeft ar- hun voortbestaan niet te worden gevreesd. De chitectuur- en bouwhistoricus dr. ing. Ronald Afb. 2 (pag. 4) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed inves- Stenvert onderzoek verricht naar een tiental Bouw van de St.-Igna- teert in het met elkaar in gesprek brengen van kerkkappen in hun architectuurhistorische tiuskerk, ook De Zaaier partijen die ertoe kunnen bijdragen dat het context. Dit gebeurde in het kader van het genoemd, te Amsterdam maatschappelijk vraagstuk rond de toekomst onderzoeksproject rond grootschalige restau- in 1928 naar ontwerp van kerken, kloosters en hun inventaris tot raties, uitgevoerd in de periode van 2009 tot van H.W. Valk. een oplossing komt. eind 2012, dat mogelijk werd gemaakt door extra gelden voor de monumentenzorg in Afb. 3 (links) Intussen vraagt ons rijkgeschakeerde ker- ons land. De auteur en begeleiders hebben Deel van de stalen kenbestand om fysieke zorg. Kerkgebouwen in samenwerking met uitgeverij wbooks in kapconstructie boven leggen een groot beslag op de beschikbare een kort tijdsbestek een verrassende publica- de kruising van de middelen voor restauratie. Het is daarom van tie gerealiseerd. Een boek dat relevant is voor St.-Petrus’ Stoel van groot belang om hier zorgvuldig mee om te de instandhoudingsopgave van deze tijd. Een Antiochië-kerk te gaan. Duurzaam behoud van gebouwen vereist knappe prestatie! Berlicum uit 1932-1934 kennis van zaken. Ook van specifieke, aan het naar ontwerp van zicht onttrokken onderdelen, zoals kerkkap- Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed H.C. van de Leur. pen. Niet eerder verscheen een uitgebreide Drs. Cees van ’t Veen, directeur beschouwing over Nederlandse kerkkappen in de negentiende en twintigste eeuw, waarbij 7 Inleiding De belangrijkste gebouwen hebben doorgaans tussen dakbedekking en gewelf een voor het Afb. 4 de belangrijkste constructies. Kerkgebouwen grote publiek ‘geheime’ en afgesloten, maar Sloop in 1975 van de in staan daarbij bovenaan. Waar steunberen en constructief noodzakelijke, wereld bevindt. 1898 naar ontwerp van luchtbogen de zichtbare constructieve hoog- Waar bij archeologen de spanning van het P.J.H. Cuypers gereed tepunten van gotische kerken vormen, leiden vinden tijdens het opgraven een onlosmake- gekomen Heilig Hart- de vaak evenzeer imposante kapconstructies lijk deel uitmaakt van de mystiek van het on- kerk of Noordhoekkerk echter een aan het zicht onttrokken bestaan. bekende, oefent de kapconstructie een verge- te Tilburg. Dat geldt niet enkel voor middeleeuwse ker- lijkbare aantrekkingskracht op bouwhistorici ken, maar ook voor de periode daarna. Deze uit. Het in schemerduister naar toognagels en studie hoopt iets meer licht op dit verborgen montagemerken speuren is het dichtst dat een aspect te werpen (afb. 4).1 bouwhistoricus bij detectivewerk kan komen in zijn zoektocht naar de ‘whodunit’ van de Verborgen ruimten bouwers van eeuwen her. De enige keer dat er letterlijk sprake was Spectaculair zijn de kapconstructies van forse van detectivewerk in een kapruimte was middeleeuwse kerken waarin grote hoeveel- kort na 24 augustus 1900 toen het ontzielde heden hout verwerkt zijn tot een dicht woud lichaam van de elf jaar oude Marietje Kessels van spanten en sporen met als enig doel het op de ‘verwulfsels’ van de Noordhoekse kerk onderliggende gebouw water- en winddicht in Tilburg werd gevonden. Ondanks gerucht- te houden. Deze enorme inspanning is noch makende speculaties ligt de dader op het kerk- van binnen noch van buiten als zodanig zicht- hof, mogelijk niet ver van haar kindergraf op baar. Buiten valt ze weg tegen het silhouet van de rooms-katholieke begraafplaats aan de Bre- de kerk als geheel, binnen tegen de imposan- daseweg. Deze door P.J.H. Cuypers ontworpen te ruimtewerking van het interieur. Hierdoor en in 1898 gereedgekomen Heilig Hartkerk in wordt maar al te gemakkelijk vergeten dat zich de Tilburgse wijk Noordhoek heeft zelf het tu- 9 mult uiteindelijk ook niet overleefd en viel in is zonder ijking van de relatieve chronologie 1975 onder de sloperskogel. Dat geschiedde in aan dendrochronologische data. Helaas is dit een tijd dat de ontkerkelijking al wel was be- nog niet met terugwerkende kracht op zijn ge- gonnen, maar jongere kerken nog niet waar- gevensbestand uitgevoerd, waardoor de meer- devol genoeg werden geacht om te worden derheid van de door Janse onderzochte kappen behouden. Op deze plaats van herinnering het vooralsnog nog steeds met de door hem prijkt inmiddels het sobere wooncomplex gegeven globale datering moet stellen.5 Résidence De Noordhoek. Op de aanzet in het genoemde hoofd- stuk van Janse na staat het bouwhistorisch Studie naar kapconstructies onderzoek naar jongere kappen nog in de Afb. 5 kinderschoenen. De toegevoegde waarde van Voorpagina van het boek De fascinatie van bouwhistorici voor kapcon- de dendrochronologie is voor deze periode van Herman Janse Hou- structies heeft de nodige resultaten opgele- beperkt, omdat alle jongere kappen vrij goed ten kappen in Nederland verd, zij het overwegend met betrekking tot de op archivalische gronden gedateerd kunnen uit 1989. oudere perioden. De belangrijkste publicatie worden. Ook een - zij het een nog rudimen- op dit gebied is en blijft ontegenzeggelijk Hou- tair - inzicht in de houthandel uit die periode ten kappen in Nederland 1000-1940, het boek waar- maakt zogeheten ‘dendroprovenancing’ naar op Herman Janse in 1989 promoveerde aan de de herkomst van hout tot een zinvolle interes- Rijksuniversiteit Leiden (afb. 5).2 Op zich is de sante optie die echter vooralsnog buiten elk titel wat misleidend, omdat op drie na alle ruim onderzoeksbudget valt. 850 door hem feitelijk onderzochte gebouwen Aan contemporaine literatuur over hout, uit de periode van vóór 1800 dateren en in het houtconstructies en kappen ontbreekt het boek overduidelijk de meeste aandacht uit- geenszins (afb. 6). Hier doet zich echter het gaat naar middeleeuwse kapconstructies. Dat feit voor