PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst De Vlaamsche Gids. Jaargang 28 bron De Vlaamsche Gids. Jaargang 28. Van Uffelen & Delagarde, Antwerpen 1939 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_vla001193901_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 5 Ons land en de oorlog De opeenvolgende gebeurtenissen Vrijdag 1 September 1939 begonnen de vijandelijkheden tusschen Duitschland en Polen. In Engeland en Frankrijk werd de algemeene mobilisatie afgekondigd, terwijl de regeeringen van beide landen te Berlijn lieten weten, dat indien de Duitsche legers zich niet uit Polen terugtrokken, Engeland en Frankrijk hun verplichtingen ten aanzien van Polen zouden vervullen. Inmiddels maakte de Italiaansche ministerraad bekend, dat Italië tot geen militair initiatief zou overgaan. Den volgenden dag kwam er geen antwoord op de Britsche en Fransche nota's, maar Italië spande zich in om het bijeenroepen van een vijf-mogendheden-conferentie te bewerken. Zondag 3 September, om 9 uur, verklaarde Engeland te Berlijn, dat indien de Duitsche troepen om 11 uur uit Polen niet werden teruggeroepen, de oorlogstoestand tusschen Duitschland en Engeland zou bestaan. Een gelijkaardige Fransche verklaring liet aan Duitschland tijd tot 's namiddags vijf uur. Tusschen het intreden van den oorlogstoestand en het uitbreken van de krijgsverrichtingen in het Westen verliepen ditmaal slechts enkele uren. Maandag 4 September, om 5 uur 's ochtends, werden aan de Fransch-Duitsche grens de eerste vuurschoten gewisseld. Intusschen vernam men, dat de ‘Athenia’, met 1400 passagiers aan boord, onder welke Amerikanen, reeds getorpedeerd was, terwijl de Engelsche luchtmacht dadelijk een aanval richtte op Wilhelmshaven en Brunsbüttel. In 1914 verliepen ruim veertien dagen tusschen het intreden van den oorlogstoestand en het begin van de vijandelijkheden tusschen Duitschland en Engeland. Aldus ontwikkelden zich de gebeurtenissen in de beslissende De Vlaamsche Gids. Jaargang 28 6 dagen, die voorafgegaan werden van een langdurige periode van spanning en verrassingen. Onder deze laatste bleek de Duitsch-Russische overeenkomst wel de grootste, al was ze bij herhaling voorspeld geworden. Niemand echter had zich verwacht aan een zoo volledigen ommekeer, die de laatste kansen van de communistische propaganda in West-Europa zou vernietigen, zooals hij ook de totalitaire propaganda van haar voornaamste wapen zou berooven. Het bleef echter bij deze verrassing niet. De afzijdigheid van Italië verzekerde de rust in het gebied van de Middellandsche Zee, waar men eerder gerekend had op talrijke verwikkelingen. De houding van Spanje werd eveneens zeer beïnvloed door het tot stand komen van het Duitsch-Russisch accoord. Een Fransch-Turksch en een Engelsch-Turksch militair verdrag volgden op de groote machtsuitbreiding van Rusland in Oost-Europa. De dominions verklaarden zich solidair met Engeland, tegen zekere verwachtingen in en zelfs Zuid-Afrika ging tot de oorlogsverklaring over. De Iersche vrijstaat nam een neutrale houding aan, door Londen naar waarde geschat, terwijl het Amerikaansche Congres de neutraliteitswet wijzigde. Even beslissend als het Duitsch-Russisch accoord was voor het uitbreken van den oorlog, even belangrijk zouden deze misschien minder ophefmakende feiten zijn voor de verdere gebeurtenissen. Een afgesloten tijdperk Het uitbreken van de vijandelijkheden tusschen Duitschland en Polen zou het einde beteekenen van de door Chamberlain gevolgde politiek, welke dikwijls in het teeken van München werd gesteld. Men zal zich herinneren, hoe na de conferentie van München, waar de Sudetenquaestie geregeld werd, door velen werd betoogd, dat de vredeswil der volkeren gezegevierd en den oorlog belet had. Anderen hadden den indruk, dat de groote mogendheden een sterk diplomatiek spel hadden gespeeld, zonder ook maar één oogenblik aan oorlog te denken. Nog anderen maakten zich bezorgd om de wijze, waarop groote mogendheden aan een klein land een De Vlaamsche Gids. Jaargang 28 7 oplossing hadden opgedrongen, die men in andere omstandigheden en op een andere manier diende te bereiken. Bij al de opluchting, die in September 1938 heerschte wegens het vermijden van den oorlog, bestond er ook een onbehaaglijk gevoel, dat naar voren trad bij het ontslag van Duff Cooper, den Engelschen minister, die zich met het beleid van de regeering niet kon vereenigen. Toch belette dit de verdere pogingen niet in de richting van een verzoenende politiek. Een afvaardiging van Britsche zakenlieden begaf zich naar Duitschland; er werd gedacht aan een regeling van het koloniaal vraagstuk, enz. In den grond klampte men zich vast aan de laatste mogelijkheden om den vrede te behouden door middel van een methode, welke reeds een paar malen vruchteloos werd beproefd: verbetering van den economischen toestand om politieke ontspanning te bewerken; vreedzame regeling van de politieke vraagstukken om veiligheid te bekomen; stabiliteit in de Europeesche verhoudingen om ontwapening te kunnen bereiken. De bezetting van Praag brak deze poging af. Weldra zou men staan tegenover het vraagstuk van Danzig, terwijl er geen vertrouwen aanwezig bleek en de oorlogsvoorbereiding steeds toenam. Ook hier konden de vroegere methoden om een uitbarsting te voorkomen geen uitslag meer opleveren. Het uitbreken van den oorlog is dus niet alleen te wijten aan de vijandelijkheden, die aan de Duitsch-Poolsche grens ontstonden, al ligt daar de onmiddellijke oorzaak, maar gaat terug naar de heele ontwikkeling van de internationale politiek en economie. Men kan de oorzaak zoeken in het verdrag van Versailles, dat zelf te verklaren is door het verdrag van Brest-Litofsk in 1917 en door de geweldige offers, welke de wereldoorlog had gekost. Maar zelfs diegenen die niet blind waren voor de onvolkomenheden van het verdrag van Versailles en zijn vergissingen, worden, naarmate de jaren er over heen gaan, getroffen door den vrij vluggen ommekeer, die reeds in 1924 toeliet een eerste verlaging van de herstelbetalingen toe te staan, terwijl in 1926 Duitschland tot den Volkenbond kon toetreden en met het Locarnopact voor het eerst vrij een verdrag onderteekende. De Vlaamsche Gids. Jaargang 28 8 Een andere vaststelling dringt zich op. Heel wat gelegenheden werden verkeken om de politieke ontspanning te bewerken en een regeling van de internationale vraagstukken mogelijk te maken; maar de schuld daarvan kan niet geweten worden aan de zelfstandige landen zooals deze van de Oslo-groep, die bij herhaling getracht hebben de tegenstellingen te verzachten en practische middelen voorstonden om betwistingen te voorkomen. Dit was het geval voor België op de Ontwapeningsconferentie, toen ons land zich uitsprak voor het verbod van de zeer zware artillerie en van Belgische zijde een practisch voorstel werd ingediend, dat zou toelaten den aanvaller in geval van gewapend conflict vast te laten stellen door een bestendige commissie, welk voorstel geen gevolg kreeg. Dit bleek ook in November 1933 en in het voorjaar 1934, toen vruchteloos gepoogd werd een vergelijk op bewapeningsgebied te bewerken, vergelijk waarvoor men in den Franschen legerstaf te vinden scheen. Na de opzegging door Duitschland van het Locarnopact drong België eveneens aan op een vergelijk, dat dank zij een eensgezind, positief en onverwijld optreden, het sluiten van een pact voor West-Europa zou mogelijk gemaakt hebben; en het dient hier aangestipt, dat indien het Londensche Accoord van 19 Maart 1936, dat de verplichtingen van het Locarnopact verder liet bestaan voor Engeland, Frankrijk, Italië en België, ten slotte voor ons land ondraaglijk werd, dit moet toegeschreven worden aan het uitblijven van een nieuwe overeenkomst onder de groote mogendheden. De houding van ons land De neiging bestaat bij sommigen om de onzijdige houding, welke België, bij het uitbreken van dezen oorlog, vrij heeft aangenomen, voor te stellen als voortvloeiend uit een verplichting. Men heeft deze verwarring vroeger reeds vastgesteld, toen de buitenlandsche politiek, die er een is van zelfstandigheid en onafhankelijkheid, als neutraliteitspolitiek werd bestempeld. De werkelijkheid is, dat België welke eenzijdige verplichting ook, door groote mogendheden opgelegd, van de hand heeft gewezen. De Vlaamsche Gids. Jaargang 28 9 Zekere landen, zooals Zwitserland, hebben een statuut van bestendige en verplichte neutraliteit. Deze is het gevolg van hun bijzonderen toestand, waarbij het in de eerste plaats opvalt, dat zij geen koloniale gebieden bezitten. Ons land, toen het uit de beproeving van den oorlog kwam, waarbij het vroeger gewaarborgd statuut wegens de schending van zijn grenzen niet meer geheel was, bevestigde zijn vrijheid en onafhankelijkheid. In de Belgische nota van September 1918 werd gezegd: ‘Om de onafhankelijkheid van het land na het herstel van den vrede te vrijwaren, rekent de Belgische regeering voor alles op den wil van de natie, die haar tot de noodige opofferingen zal aansporen en op het blijvend belang voor de geallieerde mogendheden bij het bestaan van een vrij en sterk België.’ Bij de bespreking van de begrooting van Buitenlandsche Zaken, in de Kamerzitting van 4 Maart 1931, haalde Minister Hymans deze uitlating aan, terwijl hij aan het slot van zijn rede verklaarde: ‘België wil zich niet mengen in twisten en competities, waarmede zijn levensbelangen niet gemoeid zijn. Bevrijd van de bij overeenkomst opgelegde neutraliteit, blijft België voorzeker vrij zijn daden te regelen volgens de omstandigheden en de noodwendigheden. Maar de richtingslijn van zijn politiek
Recommended publications
  • Fillegorical Truth-Telling Via the Ferninine Baroque: Rubensg Material Reality
    Fillegorical Truth-telling via the Ferninine Baroque: RubensgMaterial Reality bY Maria Lydia Brendel fi Thesls submitted to the Faculty of Graduate Studies and Research in partial folfiilment of the requirements of the degree of Doctor of Philosophy Department of flrt History McGIll Uniuerslty Montréal, Canada 1999 O Marfa lgdlo Brendel, 1999 National Library Bibliothèque nationale of Canada du Canada Acquisitions and Acquisitions et Bibliographie Services services bibliographiques 395 Wellington Street 395, rue Wellington Ottawa ON K 1A ON4 Ottawa ON K1A ON4 Canada Canada Your hls Votre roferenw Our fib Notre réMrencs The author has granted a non- L'auteur a accordé une licence non exclusive licence allowing the exclusive permettant à la National Library of Canada to Bibliothêque nationale du Canada de reproduce, loan, distribute or sel1 reproduire, prêter, distribuer ou copies of this thesis in rnicrofonn, vendre des copies de cette thèse sous paper or electronic formats. la forme de microfiche/film, de reproduction sur papier ou sur format électronique. The author retains ownership of the L'auteur conserve la propriété du copyright in this thesis. Neither the droit d'auteur qui protège cette thèse. thesis nor substantiaî extracts fiom it Ni la thèse ni des extraits substantiels may be printed or otherwise de celle-ci ne doivent être imprimés reproduced without the author's ou autrement reproduits sans son permission. autorisation. Table of Contents Bcknowledgements ..............................................................................................................
    [Show full text]
  • Julius S. Held Papers, Ca
    http://oac.cdlib.org/findaid/ark:/13030/kt3g50355c No online items Finding aid for the Julius S. Held papers, ca. 1921-1999 Isabella Zuralski. Finding aid for the Julius S. Held 990056 1 papers, ca. 1921-1999 Descriptive Summary Title: Julius S. Held papers Date (inclusive): ca. 1918-1999 Number: 990056 Creator/Collector: Held, Julius S (Julius Samuel) Physical Description: 168 box(es)(ca. 70 lin. ft.) Repository: The Getty Research Institute Special Collections 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles 90049-1688 [email protected] URL: http://hdl.handle.net/10020/askref (310) 440-7390 Abstract: Research papers of Julius Samuel Held, American art historian renowned for his scholarship in 16th- and 17th-century Dutch and Flemish art, expert on Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt. The ca. 70 linear feet of material, dating from the mid-1920s to 1999, includes correspondence, research material for Held's writings and his teaching and lecturing activities, with extensive travel notes. Well documented is Held's advisory role in building the collection of the Museo de Arte de Ponce in Puerto Rico. A significant portion of the ca. 29 linear feet of study photographs documents Flemish and Dutch artists from the 15th to the 17th century. Request Materials: Request access to the physical materials described in this inventory through the catalog record for this collection. Click here for the access policy . Language: Collection material is in English Biographical / Historical Note The art historian Julius Samuel Held is considered one of the foremost authorities on the works of Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt.
    [Show full text]
  • PROVISIONAL PROGRAM HNA Conference 2022
    PROVISIONAL PROGRAM HNA Conference 2022 Amsterdam and The Hague, Netherlands HNA CONFERENCE 2022 Amsterdam and The Hague 2-4 June 2022 Program committee: Stijn Bussels, Leiden University (chair) Edwin Buijsen, Mauritshuis Suzanne Laemers, RKD – Netherlands Institute for Art History Judith Noorman, University of Amsterdam Gabri van Tussenbroek, University of Amsterdam | City of Amsterdam Abbie Vandivere, Mauritshuis and University of Amsterdam KEYNOTE LECTURES ClauDia Swan, Washington University A Taste for Piracy in the Dutch Republic 1 The global baroque world was a world of goods. Transoceanic trade routes compounded travel over land for commercial gain, and the distribution of wares took on global dimensions. Precious metals, spices, textiles, and, later, slaves were among the myriad commodities transported from west to east and in some cases back again. Taste followed trade—or so the story tends to be told. This lecture addresses the traffic in global goods in the Dutch world from a different perspective—piracy. “A Taste for Piracy in the Dutch Republic” will present and explore exemplary narratives of piracy and their impact and, more broadly, the contingencies of consumption and taste- making as the result of politically charged violence. Inspired by recent scholarship on ships, shipping, maritime pictures, and piracy this lecture offers a new lens onto the culture of piracy as well as the material goods obtained by piracy, and how their capture informed new patterns of consumption in the Dutch Republic. Jan Blanc, University of Geneva Dutch Seventeenth Century or Dutch Golden Age? Words, concepts and ideology Historians of seventeenth-century Dutch art have long been accustomed to studying not only works of art and artists, but also archives and textual sources.
    [Show full text]
  • October 17, 2017 – January 21, 2018 Rubens the Power Of
    OCTOBER 17, 2017 – RUBENS JANUARY 21, 2018 THE POWER OF TRANSFORMATION Peter Paul Rubens (1577–1640) was a star during his lifetime, and he remains a star today. His name is synonymous with an entire period, the Baroque. But his novel pictorial inventions continue to influence and appeal to artists. Now two leading museums, the Kunsthistorisches Museum Wien and the Städel Museum in Frankfurt, are hosting a major exhibition entitled “Rubens. The Power of Transformation”. The exhibition focuses on some little-studied aspects of Rubens’ creative process, illustrating the profound dialogue he entered into with works produced by other great masters, both precursors and contemporaries, and how this impacted his work over half a century. His use or referencing of works by various artists from different periods is generally not immediately apparent, and the exhibition invites visitors to discover these sometimes surprising correlations and connections by directly comparing the works in question. Comprising artworks in various media, the exhibition brings together paintings, drawings, prints, sculptures and objets d’art. Exemplary groups of works will demonstrate Rubens’ methods, which allowed him to dramatize well-known and popular as well as novel subject matters. This offers a fascinating glimpse into the genesis of his compositions and his surprising changes of motifs, but also how he struggled to find the perfect format and the ideal form. Rubens’ extensive œuvre reflects both the influence of classical sculpture and of paintings produced by artists - both in Italy and north of the Alps - from the late fifteenth century to the Baroque. Selected examples will help to illustrate the powerful creative effort that underpins Rubens’ compositions, and the reaction-chains they, in turn, set off in his artistic dialogue with his contemporaries.
    [Show full text]
  • Marcia Pointon No
    Marcia Pointon no. 79 2019 Peter Paul Rubens and the Mineral World If we think of early seventeenth-century European court por- traits, their surfaces spangled with jewels, we think above all of Frans Pourbus the Younger (1569–1622). When Rubens ar- rived at the Gonzaga court in 1600 Pourbus was offi cial court artist. Why Rubens went to Mantua is not known but he may, like Pourbus, have met the Duke on one of his many visits to Flanders.1 Despite frequent absences including a visit to Rome 1601–1602, a journey to Spain on behalf of the Duke in 1603 e-print and© a furtherIRSA period in Rome from 1606 until the last week of October 1608, he remained in the Duke’s service throughout his stay in Italy.2 The display of large quantities of precious stones that characterized Pourbus’s court portraits was less a fl attering fi ction of wealth than a requirement. Moreover an understanding (cognitio) of gems was regarded in the early modern period as a necessity for great princes and prelates who were expected to be able to identify stones and distinguish authentic from fake.3 Marie de’ Médicis, for whom Rubens would work later in his career, was typically knowledgeable about gem-stones: as the daughter of the Grand Duke Francesco I (1541–1587), a lapi- darist and practitioner in alchemical research, she had been taught gemmology.4 Rubens’s career following his sojourn in Mantua was so stellar that it is easy to forget that he was a part of this world in which precious stones were ornament, currency, magical, cosmogonic.
    [Show full text]
  • Vlaamse Meesters 2018-2020
    VLAAMSE MEESTERS 2018-2020 BELEEF DE VLAAMSE MEESTERS PROGRAMMA 2018 - 2020 1 VLAAMSE MEESTERS 2018-2020 OP HET HOOGTEPUNT VAN DE POSTMIDDELEEUWSE ARTIS- TIEKE VERNIEUWING WAS VLAANDEREN DE INSPIRATIEBRON ACHTER DE VERMAARDE KUNSTBEWEGINGEN VAN DIE TIJD: DE VLAAMSE PRIMITIEVEN, DE RENAISSANCE EN DE BAROK. 250 JAAR LANG WAS DEZE REGIO HET TREFPUNT OM DE ALLERGROOTSTE WEST-EUROPESE KUNSTENAARS TE ONT- MOETEN EN HUN WERK TE ZIEN. DRIE KUNSTENAARS IN HET BIJZONDER, VAN EYCK, BRUEGEL EN RUBENS, TRADEN PRO- MINENT OP DE VOORGROND EN VERWIERVEN HUN PLAATS AAN HET FIRMAMENT VAN DE ALLERGROOTSTE MEESTERS ALLER TIJDEN. De gegevens in deze brochure kunnen wijzigen. Ga voor actuele informatie naar visitflanders.com of www.flemishmasters.com 2 3 NEDERLAND BRUGGE ANTWERPEN GENT MECHELEN BRUSSEL LEUVEN DUITSLAND FRANKRIJK WALLONIË VLAANDEREN WAS TOEN EEN SMELTKROES VAN KUNST EN CREATIVITEIT, WETENSCHAP EN UITVINDING. OOK NU NOG BRUIST DEZE REGIO VAN VITALITEIT EN VERNIEUWING. Het project “Vlaamse Meesters” is door het huis waar Rubens leefde Veel werken van deze Vlaamse DEZE DRIE HOOGTEPUNTEN Vlaamse primitieven, zoals Jan herfst van 2019 komt Bruegel op poten gezet voor nieuwsgierige en werkte, de landschappen die Meesters kun je over de hele wereld MAG JE NIET MISSEN: van Eycks “Heilige Barbara” en naar Antwerpen, waar het reizigers die graag over anderen en Pieter Bruegel de Oude inspireerden bewonderen, maar de ervaring “Madonna bij de fontein” en Ro- gerenoveerde Museum voor over zichzelf leren. Het is bestemd zien en een origineel schilderij van is ongetwijfeld veel authentieker 1. In 2018 viert de stad Antwerpen gier van der Weydens altaarstuk Schone Kunsten Antwerpen voor mensen die, net als de Vlaamse Eyck op de precieze plek van de en indrukwekkender als je ze haar barokke erfgoed en de “De zeven sacramenten”.
    [Show full text]
  • O Portretach Rembrandta Z Zamku Królewskiego W Warszawie – Analiza Przedstawienia a Zdefiniowanie Tematu I Określenie Sportretowanych Osób W Hołdzie Ś.P
    OPUSCULA MUSEALIA 25 2018 doi:10.4467/20843852.OM.17.020.9617 s. 261–285 MACIEJ DARIUSZ KOSSOWSKI https://orcid.org/0000-0002-5566-0749 Centrum Ratownictwa Zabytków, Warszawa O portretach Rembrandta z Zamku Królewskiego w Warszawie – analiza przedstawienia a zdefiniowanie tematu i określenie sportretowanych osób W hołdzie ś.p. Profesor Karolinie Lanckorońskiej ABSTRACT About portraits of Rembrandt from the Royal Castle in Warsaw analysis of the presentation, defining the subject and determining the portrayed In trubute to the blessed memory of Professor Karolina Lanckorońska The iconographic analysis of both portraits in the context of the adopted nomenclature and interpretation of the presentation, the recognition of the symbolic meaning and the anthropo- logical type of portraits give the basis for clarifying the subject. The determination of racial affiliation attests the previous provenance. The formal features of the composition and the fact of the secondary cutting of the boards do not speak in favour of the pendant of both paintings. Other properties and conditions – much more important than the format of the canvas, the scale of figures and their mutual orientation – prove the connection between both portraits from the moment of their creation. They are the typological features of portrayed persons, the symbolic meaning of images and the context of their realisation. These disqualify the assignment of the portraits to the tronie type. The portraits are, therefore, a pair, although they were created separately. In the 17th century they belonged to John III Sobieski. They were part of the royal collec- tion of paintings and decorated the king’s bedroom in Wilanów Palace.
    [Show full text]
  • Romanticism and the Portrait
    Diploma Lecture Series 2013 Revolution to Romanticism: European Art and Culture 1750-1850 Romanticism and the portrait Dr Christopher Allen 23/24 October 2013 Lecture summary: It would be tempting, but facile, to contrast the spontaneity, energy and individuality of the Romantic portrait with the artificiality and formality of earlier ones. In reality portraits have reflected or embodied complex and subtle ideas of what makes an individual from the time of the rediscovery of the art in the Renaissance. But how portraits are painted changes in step with evolving conceptions of what constitutes our character, of how character relates to social role, and how individuals interact with their fellows. In other words, an understanding of the history of portraiture really requires some appreciation of the physiological, psychological, epistemological and even political beliefs of the relevant periods. Thus Renaissance portraiture rests fundamentally on the humoral theory of physiology and psychology, eighteenth century portraits reflect the interest in empiricist psychology, and romantic portraits embody a new sense of the individual as a dynamic and often solitary agent in the worlds of nature and of human history. Slide list: Hyacinthe Rigaud, Portrait of Philippe de Courcillon, Marquis de Dangeau, 1702, oil on canvas, 162 x 150 cm, Versailles, Musée National du Chateau Eugène Delacroix, Frédéric Chopin, 1838; oil on canvas, 45.7 x 37.5 cm; Paris, Louvre Hyacinthe Rigaud, Portrait of Everhard Jabach, 1688, oil on canvas, 58.5 x 47 cm; Cologne, Wallraff-Richartz Museum Ingres, Portrait of Monsieur Bertin, 1832, oil on canvas, 116 x 95 cm; Paris, Louvre Leonardo da Vinci, Presumed self-portrait at about 29 from the unfinished Adoration of the Magi c.
    [Show full text]
  • JULIUS S. HELD PAPERS, Ca
    http://oac.cdlib.org/findaid/ark:/13030/kt3g50355c No online items INVENTORY OF THE JULIUS S. HELD PAPERS, ca. 1921-1999 Finding aid prepared by Isabella Zuralski The Getty Research Institute Research Library Special Collections and Visual Resources 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles, California 90049-1688 Phone: (310) 440-7390 Fax: (310) 440-7780 Email Requests: http://www.getty.edu/research/conducting_research/library/reference_form.html URL: http://www.getty.edu/research/conducting_research/library ©2005 J. Paul Getty Trust INVENTORY OF THE JULIUS S. 990056 1 HELD PAPERS, ca. 1921-1999 INVENTORY OF THE JULIUS S. HELD PAPERS, ca. 1918-1999 Accession no. 990056 Finding aid prepared by Isabella Zuralski Getty Research Institute. Research Library Contact Information: The Getty Research Institute Research Library Special Collections and Visual Resources 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles, California 90049-1688 Phone: (310) 440-7390 Fax: (310) 440-7780 Email Requests: http://www.getty.edu/research/conducting_research/library/reference_form.html URL: http://www.getty.edu/research/conducting_research/library/ Processed by: Isabella Zuralski Date Completed: November 2004 Encoded by: Isabella Zuralski ©2005 J. Paul Getty Trust. Descriptive Summary Title: Julius S. Held papers Date (inclusive): ca. 1918-1999 Collection number: 990056 Creator: Held, Julius Samuel, 1905- Extent: 168 boxes (ca. 70 lin. ft.) Repository: Getty Research Institute Research Library Special Collections and Visual Resources 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles, Calif. 90049-1688 Abstract: Research papers of Julius Samuel Held, American art historian renowned for his scholarship in 16th- and 17th-century Dutch and Flemish art, expert on Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt.
    [Show full text]
  • The Physicality of Rubens‟ Human Bodies: Visuality And
    THE PHYSICALITY OF RUBENS‟ HUMAN BODIES: VISUALITY AND MEDICINE IN EARLY MODERN EUROPE AIKATERINI GEORGOULIA TWO VOLUMES VOLUME I PH.D. UNIVERSITY OF YORK HISTORY OF ART SEPTEMBER 2014 ABSTRACT This thesis presents new textual and visual source material for our understanding of Rubens‟ painted human bodies. It identifies hitherto unexamined socio-cultural contexts, as well as contests and revises scholarly assumptions. I maintain that Rubens‟ bodies were informed by early modern scientific practices and medical discourses. The central argument is that Rubens‟ understanding of human physicality and the contemporary engagement with basic biological processes converge in his painted bodies. The medical view of the body as a psychosomatic unity – a nexus of material and immaterial properties – opens a new investigative avenue to studies of cultural materialism. The exploration of the enmeshment of materiality and immateriality gives an insight into how and in what ways matter and image acquire meaning. I argue that the immaterial characteristics of the human body are visually integrated in canvas and paper, pigments, oils and chalk. By exploring visual and textual sources, this study proposes a larger methodological framework. It brings together visuality, materiality and textuality, providing a cross-referential reading of text and image, and using both of them as core primary material with an argumentative voice. The analysis of the visual case studies (portraiture, history and religious painting) does not draw on a larger pre-determined and extraneous context, but context is produced by the image. Therefore, I perceive context as multifarious and wide-ranging. My approach responds to the previous lack of a broader study of Rubens‟ bodies via a medical perspective.
    [Show full text]
  • OCTOBER 17, 2017 – JANUARY 21, 2018 RUBENS the POWER of TRANSFORMATION an Exhibition Organised by the Kunsthistorisches Museu
    OCTOBER 17, 2017 – RUBENS JANUARY 21, 2018 THE POWER OF TRANSFORMATION An exhibition organised by the Kunsthistorisches Museum Vienna and the Städel Museum, Frankfurt Peter Paul Rubens (1577–1640) was a star during his lifetime, and he remains a star today. His name is synonymous with an entire period in art history, the Baroque, but contemporary art too cannot ignore him. The extraordinary œuvre of this artistic genius comprises large-scale altarpieces more dynamic and full of coloristic punch than anything produced by his contemporaries, as well as sensual nudes and dramatic compositions. But Rubens is also renowned for his intimate and private paintings, such as his celebrated “The Fur” now in the Kunsthistorisches Museum Vienna; it is the artist’s declaration of his love for his beautiful second wife, Hélène Fourment. And “Stormy Landscape with Philemon and Baucis”, a painting Rubens probably began because he became interested in the problems of depicting landscape and which he continued to work on throughout his life, is a magnificent and vibrant composition. This special exhibition invites visitors to see these and other masterpieces now in Vienna in the context of Rubens’ preparatory drawings, oil sketches, panel paintings and canvases. The works on show – among them around seventy loans from the world’s foremost collections such as the State Hermitage Museum in St. Petersburg, the Prado in Madrid or the National Gallery of Art in Washington D.C. – have been carefully selected to create juxtapositions and confrontations that document how Rubens worked, how he created his vivid, carefully contrived artworks. The show thus focuses on the most fascinating aspect of Rubens’ art: his critical analysis and use of external sources and ideas.
    [Show full text]
  • November 2014 Newsletter
    historians of netherlandish art NEWSLETTER AND REVIEW OF BOOKS Dedicated to the Study of Netherlandish, German and Franco-Flemish Art and Architecture, 1350-1750 Vol. 31, No. 2 November 2014 Jacob Jordaens, Merry Company, c. 1644. Watercolor over black chalk, heightened with white gouache, 21.9 x 23.8 cm. The J. Paul Getty Museum, Los Angeles. Exhibited at The Getty Center, Los Angeles, October 14, 2014 – January 11, 2015. HNA Newsletter, Vol. 23, No. 2, November 2006 1 historians of netherlandish art 23 S. Adelaide Avenue, Highland Park, NJ 08904 Telephone: (732) 937-8394 E-Mail: [email protected] www.hnanews.org Historians of Netherlandish Art Offi cers President – Amy Golahny (2013-2017) Lycoming College Williamsport PA 17701 Vice-President – Paul Crenshaw (2013-2017) Providence College Department of Art History 1 Cummingham Square Providence RI 02918-0001 Treasurer – Dawn Odell Lewis and Clark College 0615 SW Palatine Hill Road Portland OR 97219-7899 European Treasurer and Liaison - Fiona Healy Seminarstrasse 7 D-55127 Mainz Germany Contents Board Members President's Message .............................................................. 1 HNA News ............................................................................1 Lloyd DeWitt (2012-2016) Stephanie Dickey (2013-2017) Personalia ............................................................................... 4 Martha Hollander (2012-2016) Boston Conference Photos ....................................................5 Walter Melion (2014-2018) Exhibitions .........................................................................
    [Show full text]