Dorio, Corenno Plinio, Dervio En Het Valvarrone Deel 1 Dorio En Corenno Plinio
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jaargang 2011, nr. 4 1 Tekst en foto’s Ruud en Ina Metselaar – www.comomeerinfo.nl Dorio, Corenno Plinio, Dervio en het Valvarrone Deel 1 Dorio en Corenno Plinio Als we, komend vanuit Colico, de weg langs het meer volgen, bereiken we na het passeren van de baai van Piona achtereenvolgens de dorpen Dorio, Corenno Plinio en Dervio. In deel 1 beschrijf ik de dorpen Dorio en Corenno Plinio, in deel 2 Dervio en in deel 3 de dorpen in het daaraan grenzende Valvarrone. Bovendien volgt in het derde deel voor de wandelaars een beknopte beschrijving van het traject Dervio- Dorio over het voetpad dat bekend staat onder de naam Sentiero del Viandante. De geschiedenis van de drie dorpen aan het meer Over de oorsprong van de dorpen weten we niet veel. Uit de vondst van een bronzen strijdbijl * (“Paalstab”) bij Dorio blijkt dat het gebied in de bronstijd bewoond was, terwijl daarna de Kelten in de IJzertijd stenen koepelgraven achterlieten. Nadat de Romeinen het gebied in de 2e eeuw bezetten, ontstonden de “pagi”, werden de toegangsroutes versterkt en ontwikkelden ze een communicatiesysteem bestaande uit heliografen overdag en vuren in de nacht. Uit die tijd resteert alleen Castelvedro boven Dervio in het buurtschap Mai (4e eeuw nC.), vergelijkbaar met de kastelen in Vezio (bij Varenna) en Esino. Na de val van het Romeinse rijk kwamen de Goten en de Longobarden die het verdedigingssysteem versterkten. De versterkte plaatsen werden onder het Christendom de “pievi”, waarbij Dervio onder Milaan viel. Het Valsassina en Valvarrone vielen onder Graven van Lecco, totdat de Duitse keizers (de Otto’s) hun de macht afnamen en deze aan de bisschoppen overdroeg. De pieve, die zich ook over het lage deel van het Valvarrone uitstrekte, dateert uit de late middeleeuwen en had de naam “Monte di Dervio”. Rond het jaar 1000 gaf de aartsbisschop van Milaan de jurisdictie aan de familie Della Torre en een deel van het gebied, namelijk Corenno Plinio, kwam vóór 1271 als leen aan de Andreani. Zowel Dervio als Corenno hadden de titel “borgo” d.w.z. dat ze omringd waren door muren en vrije comunes waren. De plundering van Dervio in 1039 In de elfde eeuw ontbrandde langs het meer een strijd tussen het aartsbisdom Milaan en de Duitse keizers. In 1037 belegerde keizer Corrado II tevergeefs Milaan onder de aartsbisschop Ariberto d’Intiamo. De Tre Pievi steunden de keizer, maar dorpen als Bellagio en Bellano werden door de abt van de S. Ambrogio in Milaan opgestookt om de Tre Pievi aan te vallen. Toen de vloot van de Tre Pievi terugvoer vanuit Como, werd ze bij verrassing aangevallen tussen Lezzeno en Bellagio. Ze verloren daarbij twee schepen en vluchtten naar 1 Verzoeken om toezending per email aan: [email protected] * Nu in het museum in Como 1 Menaggio en Dongo. Dit leidde tot een echte oorlog. De vloot van de Pievesi nam in 1039 eerst Dorio in en belegerde daarna het kasteel van Corenno. Ze werden daarbij over land gesteund door Valtellinese troepen van de keizer die wraak namen voor de plundering van een aantal dorpen boven Lecco door troepen van de aartsbisschop van Milaan. Na enkele dagen moest het kasteel zich overgeven en werd het dorp geplunderd. Daarop voer de vloot naar Dervio, waar de vijand hen opwachtte. Deze trok zich terug richting Bellagio, waar schepen van Como zich bij hen aansloten. Gedwongen door tegenwind trokken de Pievesi zich terug naar Dervio, waar ze er na vier maanden belegering in slaagden het kasteel te veroveren. Vanaf dat moment maakten Dorio, Corenno en Dervio deel uit van de Tre Pievi. De dertiende en veertiende eeuw was in heel Italië een tijd van grote verwarring door de strijd tussen de pauselijke macht en de Comuni, die een steeds grotere zelfstandigheid opeisten. Deze strijd tussen de Welfen en Ghibellijnen, uitte zich aan het meer als strijd tussen de rivaliserende families van de Torriani en de Visconti. In 1364 dolf het aartsbisschopdom van Milaan het onderspit en kwamen Dorio, Corenno en Dervio onder de Visconti heersers. In de jaren 1384-‘87 werden de Statuten van Dervio opgesteld. Dervio omvatte Corenno, Dorio, Introzzo, Sueglio, Tremenico en Vestreno, maar al eind 13 e eeuw werd het Valvarrone afgesplitst. In 1452 werd Dorio onafhankelijk en in 1520 Corenno. Ze kwamen er echter in 1928 weer bij tot Dorio in 1948 weer onafhankelijk werd. In 1402 begon een nieuwe periode van onzekerheid na de dood van Gian Galeazzo Visconti. Deze was getrouwd met een dochter van de Franse koning en had de titel van hertog van Milaan gekregen. De familie van de Rusconi uit Como wist in 1449 vele dorpen aan het meer, waaronder Dervio en Bellano in te nemen; Corenno echter kwam als leen onder Giovanni Malacrida, hoofd van de Vittani familie die trouw was aan de Visconti. Zo werd Corenno een onafhankelijke Comune, een onafhankelijkheid die ze bijna vijf eeuwen zou behouden. In 1450 zwoer Corenno trouw aan Francesco Sforza, de nieuwe hertog van Milaan. In 1480 opent het huwelijk van Pietro del Verme met de dertienjarige Chiara Sforza de toegang voor de hertogelijke familie tot het gebied: Dervio valt niet onder het gebied dat Chiara in dat jaar als bruidsschat krijgt, maar bij de kinderloze dood in 1485 van Pietro behoort het al tot het familiedomein. De zoon uit haar tweede huwelijk maakt zoveel schulden dat hij Corenno en al zijn verdere bezittingen in 1533 overdraagt aan kardinaal Francesco Sfondrati. Na goedkeuring door Francesco II Sforza en keizer Karel V, blijft het Contado della Riviera , waaronder ook Dervio valt, onder de Sfondrati tot 1788. De lange periode onder de Sfondrati (1533-1788) gaf veel ruimte aan de lokale autonomie, welke rustte op lokale adellijke families zoals de Magni en de Gamba. De dorpen werden regelmatig geplunderd door doortrekkende legers en rond 1530 door Gian Giacomo Medici (Il Medeghino), die vanuit het kasteel in Musso de dorpen langs het meer binnenviel en ze terroriseerde wanneer ze hem geen troepen leverden 2. Il Medeghino (de kleine Medici) was een oom van San Carlo Borromeo en broer van paus Pius V; deze laatste schonk de geplunderde dorpen belangrijke sommen geld voor het herstel van de schade die zijn broer had aangericht. In 1629 brachten de Landsknechten van het keizerlijke leger de pest in het gebied rond het meer, waardoor de mensen in grote aantallen stierven. Zo nam het aantal inwoners van Dorio af van 300 naar 84. Daarna groeide Dorio weer tot 347 in 1856, 531 in 1807. In 1700 overlijdt de laatste keizerlijke erfgenaam Karel II kinderloos en begint er een dertig jaar durende successieoorlog tussen Oostenrijk en Frankrijk, waarbij het Lario tenslotte 2 Zie mijn boek De Tre Pievi, par. II.2.1 2 overgaat naar het Oostenrijkse huis. De dorpen merken weinig van dit strijdgewoel, buiten de gevechten die plaats vinden bij het fort van Fuentes, bij Colico. Onder de Oostenrijkers (1736-1859) komt er weer rust en orde langs het meer. Vanaf eind 1800 ontwikkelde Dervio zich sterk dankzij een economische groei, die een vervijfvoudiging van de bevolking meebracht. De bevolking is nu stabiel met ca. 2740 inwoners. De ijzerindustrie en de mijnbouw in het boven Valvarrone droegen bij tot de overgang naar een industriële economie. In Dervio ontstonden vijf papierindustrieën en een scheepswerf en in Dorio kwam in 1840 een weverij. Van groot belang waren de aanleg van de Strada dello Spluga in 1834, de spoorlijn Bellano-Colico in 1894 en de aanleg van een weg door het Valvarrone (1916-’17). Er zijn in totaal ongeveer 88 industrieën in Dervio, waar 450 mensen d.i. ca 58% van de werkzame bevolking werk vindt. Circa 15% is werkzaam in de dienstensector, waarbij de toeristenindustrie een belangrijke rol speelt. Herkomst van de dorpsnamen: Volgens een van de bekendste geschiedschrijvers van het Lario, Benedetto Giovio (1471-1545) zouden de dorpsnamen van Griekse origine zijn. De oorsprong zou liggen in de Romeinse tijd toen Julius Cesar in 59 vC. een groep van 500 Grieken naar het meer bracht. De namen Corenno, Dervio, Dorio en Piona zouden dan terug te leiden zijn op respectievelijk Corinto, Delfi, Dorio en Peonia. Hiervoor is echter geen bewijs en huidige schrijvers achten deze herkomst onwaarschijnlijk. Eerder zal Dervio van het Keltische Derw (=eik) afkomstig zijn of van de cultus van de Matronae Dervonnae , zoals gevonden op een grafsteen in de Milanese kerk van S. Simpliciano. In de eerste middeleeuwse geschriften vinden we de naam Corenno; het toevoegsel Plinio kwam er eerst in 1863 bij omdat men meende dat Plinius de Jongere hier een villa had. Inmiddels weten we echter dat zijn palazzi dichter bij Como lagen, waarschijnlijk bij Bellagio en Lenno. Dorio Het kleine dorp is gebouwd tegen de berghelling, maar heeft ook een klein strand aan de oever van het meer. Het heeft wat kleine straatjes met rustieke huizen, maar heeft de toerist verder weinig te bieden. Het meest interessant is het kerkje van S. Giorgio (St. Joris), dat in het buurtschap Mandonico ligt, maar helaas is de kerk, die wat geïsoleerd boven het dorp ligt, vrijwel altijd gesloten Het kerkje van S. Giorgio (St. Joris) De oorspronkelijke parochiekerk van Dorio ligt in het buurtschap Mondonico; ze stamt uit de Middeleeuwen, maar is in de 17 e eeuw verbouwd. Op de linker wand zien we twee fresco’s: boven S. Joris die de draak doodt en De Madonna met Kind, daar onder S. Michael , S. Antonius Abt , nog een Madonna met Kind en een Heilige Bisschop . Fragmenten van inscripties tonen data 1492 en misschien 1497. De fresco’s, die worden toegeschreven aan Battista da Musso, zijn in 1983 gerestaureerd en vormen slechts een deel van de oorspronkelijke decoraties.