Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen

Deel 2: Gebiedsdossier Herikerberg-Goor

Provincie Overijssel

Eenheid Ruimte en bereikbaarheid

augustus 2017 Colofon

Uitgave provincie Overijssel

Datum Augustus 2017

Auteur A.C van Vugt, Witteveen+Bos I. Phernambucq, Witteveen+Bos A. Biesheuvel, Witteveen+Bos L. Pompe, Vitens R. Klijn, Vitens A.R. van Lienden, provincie Overijssel

Project/kenmerk Actualisatie gebiedsdossiers (ZL511-16)

Inlichtingen bij A.R. van Lienden Ruimte en bereikbaarheid 038 499 7866

Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl [email protected]

DIT GEBIEDSDOSSIER DIENT IN SAMENHANG MET DE ALGEMENE INLEIDING / HANDLEIDING (DEEL 1) GELEZEN TE WORDEN.

Inhoudsopgave

1 kenmerken winning 1 1.1 Historie winning 1 1.2 Vergund en onttrokken debiet 1 2 bescherming winning 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Bestaande beschermingszones 5 2.3 Relevante vergunningsvoorschriften 7 2.4 Borging in bestemmingsplannen 7 2.5 Borging in calamiteitenplannen 8 3 beschrijving omgeving en watersysteem 11 3.1 Beschrijving bodemopbouw en grondwatersysteem 11 3.2 Diepte winputten 11 3.3 Beschrijving oppervlaktewatersysteem 12 3.4 Geochemische karakterisering 16 3.5 Zuivering 16 3.6 Kwetsbaarheid winning 16 4 waterkwaliteit en waterkwantiteit 18 4.1 Probleemstoffen winputten 18 4.2 Risicostoffen waarnemingsputten 20 4.3 Beperkingen aan debiet vanuit omgevingsrisico’s 25 5 ruimtegebruik en relevante ontwikkelingen 27 5.1 Landgebruik 27 5.2 Inventarisatie emissiebronnen 28 5.3 Relevante ontwikkelingen 38 6 (rest) opgave winning 39 6.1 Doelstelling KRW 39 6.2 Oorzaken problemen en risico’s waterkwaliteit 40 6.3 Risico’s in preventie 40 6.4 Risico’s waterkwantiteit en relatie met vergunning 40 6.5 Risico’s ruimtelijke ontwikkelingen 40 6.6 Beoordeling actuele risico’s 41 6.7 Resterende opgave 42 6.8 Monitoringsbehoefte en geschiktheid early warning 42 7 referenties 43

SAMENVATTING

naam winning Herikerberg-Goor start winning 1959 (Herikerberg), 1915 (Goor) vergund debiet 4 Mm3/jaar (Herikerberg), 1,5 Mm3/jaar (Goor) type winning grondwaterwinning

beschermingszones kwetsbaarheid

probleemstoffen (boven 75 % risico’s en mogelijke emissiebronnen signaleringswaarde in winput) Herikerberg Nitraat Lijnbronnen Mangaan N754 Calcium N753 (Goorseweg) 1,3-diphenylguanidine Markeloseweg BAM Herikerweg Bentazon Kerkstraat Metolachloor (ESA) spoorweg - Goor - Delden Som Acetochloor(ESA) en Alachloor (ESA) Twentekanaal Tetrahydrofuraan Puntbronnen probleemstoffen (boven 75 % - signaleringswaarde in winput) Goor BAM Diffuse bronnen Chlooretheen (Vinylchloride) Landbouwactiviteiten en stedelijk gebied in kwetsbare Coffeïne zones Dimethenamide (ESA) en Dimethenamide (OA) Metolachloor (ESA) en Metolachloor (OA) MTBE Tetrahydrofuraan

problemen en risico’s

Tabel 0.1 Overzicht mate waarin sprake is van duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron

Aspect Voldoet? Motivering geen achteruitgang kwaliteit bronnen stijgende trend afgeleid voor mangaan, X magnesium, kalium, ijzer en bicarbonaat. Overschrijding signaleringswaarden voor zowel meststoffen als opkomende stoffen

inspanningen kwaliteitsverbetering onderzoeksmaatregel naar risico’s wateraanvoer - uitgevoerd, monitoring aanvoerwater nog niet operationeel

landbouwproject uitgevoerd, maar effect voor de winning niet vast te stellen opkomende stoffen diverse gewasbeschermingsmiddelen, enkele X oplosmiddelen en geneesmiddelen worden boven de signaleringswaarde aangetroffen. Opkomende stoffen vormen een risico voor de winning Goor vanwege de aanvoer van water via het wateraanvoerplan. Monitoring van dit water vindt niet plaats kwantitatieve beschikbaarheid de winvergunning kan volledig worden benut. Bij √ toekomstige uitbreiding zijn er mogelijk wel beperkingen maatregelen relevante ontwikkelingen nog geen volledig correcte weergave intrekgebied - in bestemmingsplannen monitoring kwaliteit en kwantiteit geen nieuwe meetpunten nodig, wel - afspraken maken over uitvoering

√ = voldoet geheel. Geen maatregelen nodig. - = voldoet deels. Maatregelen uitgevoerd, maar nog niet effectief / uitgewerkt. X = voldoet niet. Nog geen maatregelen voorzien waarmee risico kan worden beheerst.

Afbeelding 0.1 Samenvattend overzicht beoordeling actuele risico’s

1 = verwaarloosbaar risico. 2 = beperkt risico. 3 = actueel risico.

(rest)opgave

De winning Goor-Herikerberg kent de volgende resterende opgave om te komen tot een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron:

- de winning is gevoelig voor belasting vanuit de landbouw, wat blijkt uit overschrijding van de signaleringswaarden voor nitraat en diverse bestrijdingmiddelen. Er zijn diverse generieke maatregelen uitgevoerd zoals voorlichting, afspraken calamiteiten en handhaving. Daarnaast loopt het project Boeren voor drinkwater. De effecten hiervan zijn nog niet zichtbaar in de waterkwaliteit van de winning, mede als gevolg van de traagheid van het systeem. Er is sprake van een stijgende trend voor diverse stoffen. Of deze projecten zorgen voor voldoende kwaliteitsverbetering is daarom nog niet te bepalen; - de belasting uit het stedelijk gebied, stortplaatsen en de wateraanvoer zijn met name voor de winning Goor een risico. De kwaliteit van het aanvoerwater wordt niet afdoende gemonitord en is ten aanzien van opkomende stoffen een risico. Daarnaast is de wateraanvoer niet in een calamiteitenplan benoemd; - er zijn enkele wegen (waaronder de provinciale wegen N754 en N753) die door het grondwaterbeschermingsgebied lopen die een risico zijn voor de winning en waar geen voorzieningen zijn aangebracht. Bij reconstructie dient dit alsnog te gebeuren; - het crisisplan van waterschap Rijn en Ijssel besteedt onvoldoende aandacht aan het belang van de drinkwaterbescherming bij calamiteiten. Voor een winning met wateraanvoer (zoals Goor-Herikerberg) is dat met name van belang; - het intrekgebied is nog niet conform de omgevingsverordening opgenomen in de bestemmingsplannen.

Afbeelding 0.2. 3D-impressie winning in relatie met ondergrond en omgeving

1 KENMERKEN WINNING

1.1 Historie winning

De winningen Herikerberg en Goor liggen in het zuiden van Overijssel (zie afbeelding 1.1) nabij het Twentekanaal en de Herikerberg. De Herikerberg is een hoger gelegen stuwwal waar van oorsprong bos en heide voorkwam. Op de lager gelegen delen (zoals het Herikervlier) was sprake van relatief natte omstandigheden (zie afbeelding 1.2). De lager gelegen delen zijn ontgonnen ten behoeve van de landbouw. De drinkwaterwinning op de Herikerberg is gestart in 1959, de winning in Goor is al gestart in 1915.

1.2 Vergund en onttrokken debiet

Het totale debiet van de winning Herikerberg-Goor bedraagt totaal 5,5 miljoen m3/jaar, waarvan 4,0 miljoen afkomstig is van Herikerberg en 1,5 miljoen van Goor.

In feite zijn Herikerberg en Goor 2 individuele winningsgebieden. Vandaar dat het daadwerkelijk onttrokken debiet voor de winningen apart zijn weergegeven in afbeelding 1.3 en afbeelding 1.4. Het onttrokken debiet voor Herikerberg varieert in de beginperiode van de weergegeven meetreeks meer ten opzichte van de laatste jaren. Sinds 2002 is het daadwerkelijk onttrokken debiet redelijk constant. Het debiet schommelt tussen de 3,4 en 3,7 Mm3/jaar.

Bij Goor wordt jaarlijks minder water onttrokken, wat overeenkomt met het vergunde debiet voor het Goor van 1,5 Mm3/jaar. Met een hoogtepunt in 2003 van circa 1,5 Mm3/jaar, schommelt het onttrokken debiet in de opvolgende jaren tussen de 1,2 en de 1,4 Mm3/jaar.

Afbeelding 1.1. Regionale ligging winning Herikerberg-Goor

1

Afbeelding 1.2. Historische kaart 1900 omgeving winning met beschermingszones (bron Wateratlas van Overijssel)

Afbeelding 1.3 Verloop van het daadwerkelijke onttrekkingsdebiet van Herikerberg

2

Afbeelding 1.4 Verloop van het daadwerkelijke onttrekkingsdebiet van Goor

Afbeelding 1.5 De winning Goor met bijbehorende watertoren rond 1977

3

Afbeelding 1.6 Het huidige winterrein

Afbeelding 1.7. Het huidige winterrein vanaf de watertoren bezien

4

2 BESCHERMING WINNING

2.1 Inleiding

Ter bescherming van de winning is er een aantal ruimtelijke zones ingesteld die gebaseerd zijn op de berekende reistijden naar de winning. Het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied zijn gebaseerd op berekende reistijden met grondwatermodellen en zoveel als mogelijk praktisch vertaald naar nabijgelegen herkenbare topografische grenzen zoals eigendomsgrenzen of infrastructuur. Het vigerend intrekgebied is gebaseerd op stroomlijnen naar de winning die berekend zijn met grondwatermodelberekeningen. Binnen deze beschermingszones voert de provincie Overijssel een beschermingsbeleid, waarbij restricties gelden voor de functies aan maaiveld die wel / niet zijn toegestaan. Harmoniërende functies (zoals extensieve recreatie en natuur) gaan goed samen met de functie drinkwaterwinning en worden daarom gestimuleerd. Ook biologische landbouw wordt onder voorwaarden als harmoniërende functie beschouwd [ref. 2 en 7]. De beschermingszones zijn weergegeven in afbeelding 2.1 en worden onderstaand nader toegelicht.

2.2 Bestaande beschermingszones

2.2.1 Waterwingebied

Het waterwingebied omvat de percelen waar de pompputten staan (afbeelding 2.1). De reistijd vanaf de grens van het waterwingebied naar de winputten is minimaal 60 dagen. Andere activiteiten die niet samenhangen met de waterwinning zijn in het waterwingebied niet toegestaan. Winningen Herikerberg en Goor hebben ieder 1 waterwingebied.

2.2.2 Grondwaterbeschermingsgebied

Het grondwaterbeschermingsgebied ligt rondom het waterwingebied (afbeelding 2.1). De grens van het grondwaterbeschermingsgebied is de lijn van waaraf het grondwater minimaal een periode van 25 jaar nodig heeft in het bepompte pakket om de pompputten te bereiken (25-jaarszone). Het is in een grondwaterbeschermingsgebied verboden om buiten inrichtingen grote en grootschalige projecten tot stand te brengen, te wijzigen of uit te breiden, voor zover de risico's op verontreiniging van het grondwater voor de waterwinning toenemen. Onder grote en grootschalige projecten worden onder andere dag- of verblijfsrecreatie, grootschalige woningbouw, stedenbouw, autowegen, bedrijventerreinen en buisleidingen verstaan. Voor inrichtingen waarvoor een omgevingsvergunning is vereist gelden aanvullende regels. Er gelden tevens aanvullende regels voor onder andere het toepassen van grond, lozingen, mechanische ingrepen in de bodem en bodemenergiesystemen.

2.2.3 Intrekgebied

Het vigerende intrekgebied is een grens die op basis van modelberekeningen is afgeleid en de berekende maximale reistijd van 100 jaar van het grondwater in het bepompte pakket omvat. Het vigerend intrekgebied is opgenomen in afbeelding 2.1. Het intrekgebied vanaf maaiveld is het aaneengesloten gebied waarbinnen grondwater vanaf maaiveld in de winning terecht komt.

In intrekgebieden worden in principe alleen functies toegestaan die harmoniëren met de functie van de drinkwatervoorziening. Risicovolle functies worden alleen toegestaan als wordt voldaan aan het standstill principe (geen toename van het risico voor de grondwaterkwaliteit). Nieuwe grootschalige risicovolle functies in intrekgebieden worden alleen toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het ‘stap- vooruit-principe’.

5

2.2.4 Boringsvrije zone

Winningen Herikerberg en Goor hebben geen boringsvrije zone.

Afbeelding 2.1 Beschermingszones conform omgevingsverordening 2017

6

2.3 Relevante vergunningsvoorschriften

De vergunningen voor winningen Herikerberg en Goor zijn niet recentelijk geactualiseerd.

2.4 Borging in bestemmingsplannen

De preventieve bescherming van de winning wordt onder andere geregeld door de opname van de beschermingszones in de bestemmingsplannen. Hiermee wordt naar initiatiefnemers gecommuniceerd welke mogelijkheden en beperkingen er gelden ten aanzien van bepaalde functies. Daarom is een juiste opname in de bestemmingsplannen van belang.

In de omgevingsverordening 2017 van de provincie is het beleid ten aanzien van de opname in bestemmingsplannen opgenomen: - bestemmingsplannen voorzien in een specifieke aanduiding voor waterwingebieden waarbij alleen functies zijn toegestaan die ten dienste staan aan de drinkwaterwinning; - bestemmingsplannen voorzien in een aanduiding voor grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden waarbij alleen functies worden toegestaan die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening. Op deze regel is voor diverse categorieën van functies uitzondering mogelijk op basis van het stand still-principe, het stap-vooruit principe of op basis van zwaarwegend maatschappelijk belang en het ontbreken van alternatieven. Zie voor een nadere uitwerking de omgevingsverordening van de provincie Overijssel.

Als onderdeel van het maatregelprogramma in het kader van de vorige generatie gebiedsdossiers is een programma gestart waarbij gemeenten expliciet zijn gevraagd om de beschermingszones op een juiste wijze mee te nemen in de bestemmingsplannen.

De bestemmingsplannen van de gemeente worden tegenwoordig digitaal ontsloten via ruimtelijkeplannen.nl. Uit een toetsing op ruimtelijke plannen (afbeelding 2.2) blijkt dat het grondwaterbeschermingsgebied van Herikerberg inderdaad als milieuzonering is aangeduid. Het grondwaterbeschermingsgebied van Goor is gedeeltelijk als milieuzonering aangeduid. Het vigerend intrekgebied is niet in alle bestemmingsplannen opgenomen; in de plaatsjes Goor en Markelo ontbreekt de milieuzone op de website ruimtelijkeplannen.nl. Het bestemmingsplan ‘Goor-Noord’ is in 2016 door de gemeente Hof van vastgesteld; hierin staat wel het intrekgebied weergegeven en genoemd. In het bestemmingsplan Markelo-West (2013) staat het intrekgebied wel genoemd, maar niet verbeeld. De gemeente verwacht dat dit in een veegplan herziening nader doorgevoerd zal worden. De overige zoneringen (buiten de milieuzonering) op afbeelding 2.2. zijn niet relevant voor de winning, maar kunnen in de kaart niet uitgezet worden.

7

Afbeelding 2.2. Kaartbeeld met daarin de milieuzonering uit het bestemmingsplan met daaronder de beschermingszones van de winning

2.5 Borging in calamiteitenplannen

In afbeelding 2.3 is een uitsnede uit de risicokaart van Overijssel opgenomen. Binnen het intrekgebied van de winning worden de volgende risico’s aangeduid: - risico (1) vanwege de aanwezigheid van een bungalowpark in het grondwaterbeschermingsgebied van Herikerberg. De aanwezigheid van riolering kan een risico vormen (zie paragraaf lijnbronnen); - risico (2) vanwege een leiding van de Gasunie in het grondwaterbeschermingsgebied van Herikerberg. Het risico voor de grondwaterkwaliteit is naar verwachting beperkt;

8

- risico (3) vanwege een buisleiding van Defensie in het grondwaterbeschermingsgebied van Herikerberg. Het is niet bekend welke stof door deze leiding wordt getransporteerd, maar er is mogelijk een risico bij het optreden van lekkage.

Afbeelding 2.3 Overzicht risicokaart Herikerberg-Goor

Deze risico’s kunnen zich voordoen bij het optreden van calamiteiten. Het is daarom van belang dat er tijdens een calamiteit op een juiste wijze wordt gehandeld en daarbij rekening wordt gehouden met het belang van de drinkwaterbescherming. Om dit te controleren zijn de beschikbare calamiteitenplannen / crisisplannen geraadpleegd van de Veiligheidsregio Twente, waterschappen Vechtstromen en Rijn en IJssel, wegbeheerders, ProRail en het Ministerie IenM / Rijkswaterstaat.

2.5.1 Veiligheidsregio

Het crisisplan van de veiligheidsregio Twente [ref. 8] is veruit het belangrijkst, omdat dit het plan is van de samenwerkende hulpdiensten die tijdens een calamiteit de feitelijke handelingen in het veld coördineren. In het plan wordt het belang van drinkwater wel genoemd, onder het voorzien in primaire levensbehoeften. Het beschermen van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit wordt ook genoemd. Vitens wordt niet expliciet als samenwerkingspartner genoemd. Wel is er een convenant tussen de veiligheidsregio en het drinkwaterbedrijf gesloten, waarmee ook bij deze veiligheidsregio het betrekken van deskundigheid vanuit het drinkwaterbedrijf bij het optreden van een relevante calamiteit geborgd is.

2.5.2 Waterschappen

Winning Goor ligt volledig in Waterschap Vechtstromen. Winning Herikerberg ligt gedeeltelijk in Waterschap Vechtstromen en gedeeltelijk in Waterschap Rijn en IJssel.

Waterschap Vechtstromen Het crisisplan van Waterschap Vechtstromen [ref. 10] richt zich op diverse calamiteiten die voor het waterschap relevant zijn. Het plan benoemt o.a. de calamiteitenbestrijdingsplannen ‘Falen zuiveringstechnische werken’ en ‘Oppervlaktewaterverontreiniging’. In die zin is de zorg voor het in algemene zin beperken van de gevolgen van een oppervlaktewaterverontreiniging goed geborgd. Dit is mede in het belang van de drinkwaterbescherming. In het plan wordt geen expliciete relatie gelegd met de grondwaterkwaliteit of het drinkwaterbelang. Ook wordt Vitens als netwerkpartner niet apart benoemd. In het onderliggende calamiteitenbestrijdingsplan [ ref. 23] wordt wel voldoende aandacht besteed aan het belang van drinkwaterbescherming in relatie tot wateraanvoer en het benaderen van Vitens bij relevante calamiteiten.

9

Waterschap Rijn en IJssel Het calamiteitenplan van Waterschap Rijn en IJssel [ref. 9] richt zich op diverse calamiteiten die voor het waterschap relevant zijn. Het plan benoemt o.a. de calamiteitenbestrijdingsplannen ‘Zuiveringstechnische werken’ en ‘Waterkwaliteit’. In die zin is de zorg voor het in algemene zin beperken van de gevolgen van een oppervlaktewaterverontreiniging goed geborgd. Dit is mede in het belang van de drinkwaterbescherming. In het plan wordt geen expliciete relatie gelegd met de grondwaterkwaliteit of het drinkwaterbelang. Ook wordt Vitens als netwerkpartner niet apart benoemd. In relatie tot waterwinningen waar wateraanvoer via het oppervlaktewatersysteem van het waterschap een belangrijke rol speelt is dit wel gewenst. Dit is voor winning Goor aan de orde en vormt dus een risico voor de winning.

2.5.3 Wegbeheerders

In de quickscan risico's doorgaande wegen in Grondwaterbeschermingsgebieden [ref. 5] zijn de risico’s van wegen nader onderzocht. Onderdeel daarvan is het wel of niet aanwezig zijn van een calamiteitenplan. Uit dit onderzoek blijkt dat met name een aantal provinciale wegen een risico vormen voor deze winning. De provincie heeft geen specifiek calamiteitenplan, maar wel een meldpunt en een calamiteitenbestek.

2.5.4 ProRail

Het Handboek Incidentmanagement Rail [ref. 11] beschrijft de manier van handelen tijdens treinincidenten. Dit handboek richt zich zowel op de voorbereiding, afhandeling en de nazorgfase. Het handboek is tactisch van aard en bedoelt voor medewerkers van ProRail. De operationele uitwerking is opgenomen in werkwijzen en procedures. Voor bepaalde objecten (zoals spooremplacementen) zijn aparte bedrijfsnoodplannen en calamiteitenbestrijdingsplannen opgesteld.

In het handboek wordt ten aanzien van de invloed van gevaarlijke stoffen op het milieu het volgende opgemerkt: Ongewenste emissies (als gevolg van een treinincident) naar de omgeving die een direct gevaar kunnen veroorzaken zijn benoemd in de scenario’s over gevaarlijke stoffen (TIS 4). Ook andere emissies vanuit het spoorsysteem die bedreigend kunnen zijn voor lucht, bodem of water worden afgehandeld binnen wettelijke kaders zodat overtredingen worden voorkomen en de effecten zo snel mogelijk worden weggenomen. Geborgd is tevens dat meldingen aan het bevoegd gezag volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden gedaan als er sprake is van een Wabo-inrichting.

In eerdere gesprekken in het kader van de gebiedsdossiers is door ProRail aangegeven dat door ProRail wordt automatisch contact gezocht met het waterschap en de drinkwaterbedrijven wanneer sprake is van een relevante calamiteit. Bij ProRail zijn de winningen en grondwaterbeschermingsgebieden bekend.

2.5.5 Ministerie Infrastructuur en Milieu / Rijkswaterstaat

Het ministerie van IenM heeft een eigen crisisorganisatie, namelijk het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC). Het DCC heeft een beleidsplan opgesteld voor de periode 2014-2017. Waterkwaliteit van rijkswateren en drinkwater zijn volgens het plan beleidsterreinen waar het DCC verantwoordelijkheid draagt. Het Twentekanaal is in beheer bij Rijkswaterstaat. De drinkwatervoorziening wordt als vitale sector aangemerkt. De inhoudelijke expertise bij het optreden van een crisis in relatie tot drinkwater is ondergebracht bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), bij de Eenheid Planning en Advies drinkwater. Verontreiniging van drinkwaterbronnen is aangemerkt als specifiek risico, waarvoor als actie is opgenomen om scenario´s te ontwikkelen en deze te oefenen. Het drinkwaterbelang is hiermee voldoende geborgd.

10

3 BESCHRIJVING OMGEVING EN WATERSYSTEEM

3.1 Beschrijving bodemopbouw en grondwatersysteem

Herikerberg De Herikerberg is een heuvel die onderdeel uitmaakt van een stuwwal die is ontstaan in de voorlaatste ijstijd (Saalien). De heuvel bestaat uit gestuwd matig grof tot grof zand van de formatie van Drenthe. De top van de Herikerberg ligt op NAP +47 m. De onderkant van de formatie van Drenthe ligt op circa NAP - 25 m. Aan de noord- en zuidkant van het gestuwde deel is in deze formatie op 10 tot 15 m-mv een slechtdoorlatende keileemlaag aanwezig. De weerstand van deze laag varieert van circa 10 tot 1000 dagen.

Tijdens de laatste ijstijd (Weichselien) kwam het landijs niet tot in Nederland, maar waren er wel periglaciale omstandigheden met bevroren bodems, weinig vegetatie en veel wind. Toen is er een laag dekzand tegen de luwte van de stuwwal afgezet, die nu de formatie van Boxtel vormt (voormalig formatie van Twente).

Onder de zanden van de formatie van Drenthe ligt een laag met fijne slibhoudende zanden van de formatie van Peize (voormalig formatie van Scheemda) en de Kiezeloöliet formatie. Al de zandige lagen van maaiveld tot en met deze laag vormen het eerste watervoerende pakket. De hydrologische basis (formatie van Breda) ligt hieronder op circa NAP -35 m.

Goor De bodemopbouw bij Goor is vergelijkbaar met de bodemopbouw bij Herikerberg, alleen bij Goor zijn geen gestuwde pakketten aanwezig.

Het eerste watervoerend pakket loopt vanaf maaiveld (circa NAP +12 m) tot aan de hydrologische basis (circa NAP -24 m). Bovenop liggen de zanden van de formatie van Boxtel (voormalig formatie van Twente), circa 10 m dik. Hieronder ligt een onzekere scheidende laag van keileem, klei en zand van de formatie van Drenthe. De weerstand van deze laag varieert van circa 10 tot 1000 dagen. Hieronder ligt een grofzandig pakket van dezelfde formatie.

De hydrologische basis bij de winning Goor wordt gevormd door klei van de formatie van Oosterhout, die bovenop de formatie van Breda ligt.

3.2 Diepte winputten

De winputten Herikerberg zijn weergegeven in afbeelding 3.1. De onttrekking vindt plaats uit het WVP1 (circa 4-31 m-mv). Het bepompte pakket is freatisch.

De winputten van Goor zijn weergegeven in afbeelding 3.2. De onttrekking vindt plaats uit het WVP1 (circa 12-27 m-mv). Het bepompte pakket ligt onder de onzeker aanwezige scheidende laag van de formatie van Drenthe.

11

Afbeelding 3.1 Dieptetraject van de winputten en watervoerende pakketten van winning Herikerberg

Afbeelding 3.2 Dieptetraject van de winputten en watervoerende pakketten van winning Goor

3.3 Beschrijving oppervlaktewatersysteem

In afbeelding 3.3 en 3.5. is het oppervlaktewater rondom Herikerberg en Goor weergegeven. Veruit het belangrijkste oppervlaktewater is het Twentekanaal, dat langs de zuidrand van het

12 grondwaterbeschermingsgebied van Goor loopt. Daarnaast is de Boven-Regge van belang, deze loopt langs het waterwingebied. Waterschap Vechtstromen heeft plannen om de Boven-Regge opnieuw in te richten op deze plek.

Terwijl winning Herikerberg nauwelijks invloed van het oppervlaktewater ondervindt, is de bijdrage van het oppervlaktewater bij winning Goor circa 10 %. Dit komt gedeeltelijk door kwel vanuit het Twentekanaal en gedeeltelijk door wateraanvoer via de watergangen die infiltreren naar het grondwater.

Winning Goor heeft een wateraanvoerplan [ref. 20]. In een watertekortsituatie kan er water vanuit het Twentekanaal worden ingelaten. Dit gebeurt door middel van het Vitens gemaal (capaciteit 290 l/s), ook wel inlaat Herikervlier genoemd (afbeelding 3.3). In afbeelding 3.4 is het ingelaten debiet voor dit gemaal weergegeven over de afgelopen jaren. Hieruit blijkt dat het ingelaten debiet sterk varieert en kan oplopen tot circa 370.000 m3 per maand. De inlaat vindt alleen plaats in de periode april tot september. Indien de inlaat van het Vitens gemaal onvoldoende blijkt, wordt gebruik gemaakt van het meer naar het oosten gelegen inlaatgemaal WRD (Stokkermervlier). Dit gemaal wordt zowel gebruikt voor de aanvoer van water (capaciteit 560 l/s) als afvoer van water (capaciteit 400 l/s). Daarnaast is er ter plaatse van dit gemaal een onderleider onder het Twentekanaal aanwezig (capaciteit 100 l/s). Via deze onderleider kan er water van de Molenbeek en de Boven-Regge aangevoerd worden. Dit water wordt uiteindelijk via 2 inlaten onder vrij verval vanuit de de Molenbeek en de Boven-Regge ingelaten.

Het water van het Vitens gemaal, het WRD gemaal en de onderleider stroomt vervolgens in noordoostelijke richting door het waterwingebied van de winning Goor. Het aanvoerwater is echter niet het enige oppervlaktewater wat het waterwingebied bereikt. De kwel vanuit het Twentekanaal draagt eveneens bij aan het aandeel oppervlaktewater.

Afbeelding 3.3 Invloed inlaatwater rondom winning Goor

13

Afbeelding 3.4. Debiet ingelaten water via inlaat Vitens

14

Afbeelding 3.5. Ligging oppervlaktewater rondom Herikerberg en Goor

15

3.4 Geochemische karakterisering

Herikerberg De freatische winning Herikerberg pompt een mix van aeroob en anaeroob water op. De hardheid van het water is hoog. Invloed van bemesting en verzuring is te zien aan hoge concentraties van nitraat en sulfaat, terwijl de concentratie bicarbonaat relatief laag is. In twee winputten is een hoge concentratie nitriet gemeten. Ook worden bestrijdingsmiddelen aangetroffen.

Goor Het ruwwater van winning Goor is overwegend anaeroob. Het water heeft van nature een hoge hardheid. De invloed van landbouw (bemesting en verzuring) laat een dalende trend zien vanaf de jaren ’80 (concentraties nitraat en chloride). Er worden bestrijdingsmiddelen gemeten, waarschijnlijk afkomstig uit het Twentekanaal.

3.5 Zuivering

Bij winning Herikerberg vindt beluchting en snelfiltratie plaats. Dit zijn bij vrijwel alle winningen standaard zuiveringsstappen en kunnen in het licht van de KRW worden gedefinieerd als eenvoudige zuivering. De zuiveringsinstallatie Herikerberg wordt vrijwel zeker verplaatst naar het productiebedrijf Goor. Het water van Herikerberg zal dan worden gemengd met Goor en gezamenlijk worden onthard. Winning Herikerberg blijft op zijn huidige locatie.

Bij winning Goor vindt tweemaal beluchting en snelfiltratie plaats. Aanvullend is er sprake van ontharding.

3.6 Kwetsbaarheid winning

De kwetsbaarheid van de winning is een maat voor de gevoeligheid van de waterkwaliteit van het opgepompte water voor bovengrondse activiteiten en oppervlaktewater. In afbeelding 3.6 is de kwetsbaarheidskaart weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een relatieve schaal van 1-10. De kwetsbaarheid is gebaseerd op de gevoeligheid van de bodem voor uitspoeling, de reistijden en de aanwezigheid van weerstandbiedende lagen. Het idee is dat een freatische winning op een zandgrond zonder een kleilaag boven de winputten nauwelijks bescherming kent tegen verontreiniging van bovenaf. Voor de winputten van Herikerberg en Goor geldt dat de scheidende laag soms zeer dun kan zijn, wat leidt tot een hoge kwetsbaarheid. De reistijden nabij de winputten zijn minder dan 10 jaar, waardoor ook hier een hogere kwetsbaarheid is.

16

Afbeelding 3.6 Kwetsbaarheidskaart (groen score 1-3 : minder kwetsbaar. Geel / oranje score 4-7 : matig kwetsbaar. Oranje / rood score 8-10: kwetsbaar)

17

4 WATERKWALITEIT EN WATERKWANTITEIT

4.1 Probleemstoffen winputten

De kwetsbaarheid van een winning kan zich uiten in het aantreffen van bepaalde stoffen in de winputten. Bepaalde specifieke stoffen zijn een indicatie dat activiteiten aan maaiveld invloed hebben op de winning. Het feit dat deze stoffen worden aangetroffen in individuele winputten hoeft niet te betekenen dat het geleverde water van de winning niet aan de eisen van het Drinkwaterbesluit kan voldoen. Immers, al het opgepompte ruwwater van de individuele winputten wordt gemengd en aanvullend gezuiverd middels eenvoudige zuivering (zoals beluchting) alsook meer geavanceerde zuivering (zoals membraanfiltratie). Hiermee wordt het zogenoemde reinwater verkregen dat vervolgens als drinkwater wordt gedistribueerd. Dit reinwater dient aan het Drinkwaterbesluit te voldoen.

Voor het bepalen van de probleemstoffen is gebruik gemaakt van de aangeleverde monitoringsgegevens door Vitens [ref. 12,13,14,16,17,18]. De waterkwaliteit is vervolgens getoetst conform het Protocol voor monitoring en toetsing drinkwaterbronnen KRW [ref. 15]. In het inleidende rapport bij dit gebiedsdossier wordt nader ingegaan op deze methode. In tabel 4.1. zijn de stoffen aangegeven die op basis van deze gegevens in 1 of enkele winputten worden aangetroffen op basis van de gemiddeld gemeten waarde over de periode 2011 - 2015 voor macroverontreinigingen en 2005-2015 voor microverontreinigingen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het gemiddelde van met name enkele organische microverontreinigingen is gebaseerd op een beperkt aantal metingen. De signaleringswaarde voor bekende probleemstoffen is gelijk aan de norm voor drinkwater in het Drinkwaterbesluit. Voor nieuwe opkomende stoffen waarvoor nog geen drinkwaternorm is afgeleid wordt een signaleringswaarde van 0,1 ug/l gehanteerd. De signaleringswaarden zijn geen milieukwaliteitseisen met een juridische verplichting, maar het zijn hulpmiddelen om te kunnen toetsen in hoeverre de kwaliteitsontwikkeling van de drinkwaterbronnen in overeenstemming is met de KRW-doelen voor water voor menselijke consumptie. Hierbij wordt uitgegaan van het toepassen van een eenvoudige zuivering op de winlocatie. Overschrijding van de signaleringswaarde duidt op een mogelijk risico voor het bereiden van drinkwater met eenvoudige zuivering en vraagt om een nadere risicobeoordeling naar de herkomst van de betreffende stof.

18

Tabel 4.1 Aangetroffen gemiddeld gehalte van stoffen in de winputten boven 75 % van de signaleringswaarde bij Herikerberg

Stof Aard stof Signale- Tussen 75 % en Boven rings 100 % van de signalerings- waarde signalerings- waarde? waarde?

Nitraat meststof 50 mg/l X

Mangaan metaal 50 µg/l X

Calcium macroparameter X

1,3- geneesmiddel 0,1 µg/l X diphenylguanidine

BAM gewasbeschermin 0,1 µg/l X gs middel, biocide of afbraakprodukt

Bentazon gewasbeschermin 0,1 µg/l X gs middel, biocide of afbraakprodukt

Metolachloor (ESA) gewasbeschermin 0,1 µg/l X gs middel, biocide of afbraakprodukt

Som gewasbeschermin 0,1 µg/l X Acetochloor(ESA) en gs Alachloor (ESA) middel, biocide of afbraakprodukt

Tetrahydrofuraan oplosmiddel 0,1 µg/l X

Voor de macroparameters en metalen is tevens bepaald of er sprake is van een trendmatige ontwikkeling. In de winputten van Herikerberg is er sprake van een stijgende trend over de periode 2005-2015 voor ijzer, mangaan en bicarbonaat. Voor mangaan is er al sprake van overschrijding van de signaleringswaarde, dus dit is een aandachtspunt. Methaan vertoont een dalende trend.

In de winputten van de winning Goor vindt geen overschrijding van de signaleringswaarden plaats voor macro’s en metalen. Wel is er sprake van enkele stijgende trends voor mangaan, magnesium en kalium. Vinylchloride, coffeine, MTBE, tetrahydrofuraan en diverse gewasbeschermingsmiddelen laten overschrijdingen van de signaleringswaarden zien. Voor de overschrijding van VC is een onderzoek uitgevoerd naar de herkomst (zie paragraaf puntbronnen).

19

Tabel 4.2 Aangetroffen gemiddeld gehalte van stoffen in de ondiepe winputten boven 75 % van de signaleringswaarde bij Goor

Stof Aard stof Signale- Tussen 75 % Boven rings en 100 % van signalerings- waarde de waarde? signalerings- waarde?

BAM gewasbeschermings 0,1 µg/l X middel, biocide of afbraakprodukt

Chlooretheen oplosmiddel 0,1 µg/l X (Vinylchloride)

Coffeïne genotsmiddel 0,1 µg/l X

Dimethenamide gewasbeschermings 0,1 µg/l X (ESA) middel, biocide of afbraakprodukt

Dimethenamide gewasbeschermings 0,1 µg/l X (OA) middel, biocide of afbraakprodukt

Metolachloor (ESA) gewasbeschermings 0,1 µg/l X middel, biocide of afbraakprodukt

Metolachloor (OA) gewasbeschermings 0,1 µg/l X middel, biocide of afbraakprodukt

MTBE loodvervanger 0,1 µg/l X

Tetrahydrofuraan oplosmiddel 0,1 µg/l X

4.2 Risicostoffen waarnemingsputten

4.2.1 Doel waarnemingsputten

Vitens heeft rondom haar drinkwaterwinningen waarnemingsputten geplaatst. Deze waarnemingsputten hebben filters op verschillende diepten. Met deze waarnemingsputten kan een vroegtijdig beeld worden verkregen van de waterkwaliteit die onderweg is naar de winning. Het kan echter soms wel tientallen jaren duren voordat dit water in de winning is. Het aantreffen van deze stoffen betekent echter niet dat er geen goed drinkwater gemaakt kan worden. Onderweg naar de winning treedt er omzetting en afbraak van deze stoffen op. Daarnaast wordt het ruwwater van de winning bepaald door de bijdrage van meerdere winputten, er treedt menging op. Tot slot vindt er zuivering plaats, waardoor de meeste stoffen alsnog verwijderd worden en er drinkwater conform de normen uit het drinkwaterbesluit geleverd kan worden.

4.2.2 Metalen en macro’s

Macro-parameters zijn veel voorkomende stoffen, die deels een natuurlijke en deels een antropogene herkomst hebben. In afbeelding 4.1 staan de metalen en macro’s weergegeven die boven 75 % van de normen uit het drinkwaterbesluit zijn gemeten in de waarnemingsputten in het intrekgebied van Herikerberg en Goor. De belangrijkste stof die bij beide winningen wordt aangetroffen is mangaan (rood).

Bij Goor worden daarnaast hoge concentraties ammonium NH4 (lichtblauw) aangetroffen (maximum 19x signaleringswaarde). Aan de noordrand van het grondwaterbeschermingsgebied is een hoge waarde van aluminium. Bij Herikerberg is op verschillende plekken nitraat (groen) gemeten en aan de noord- en

20 oostkant sulfaat (geel). Nitraat wordt ook in verhoogde concentraties in de winputten aangetroffen, dus dit is een aandachtspunt.

21

Afbeelding 4.1 Metalen en macro’s gemeten >75 % van de norm. De omvang van de cirkel geeft een indicatie van het totaal van overschrijding van de signaleringswaarden, de taartpunt het aandeel per stof daarin

22

4.2.3 Organische microverontreinigingen (OMIVE)

In onderstaande afbeelding zijn de organische microverontreinigingen gemeten in de waarnemingsputten weergegeven, met een legenda apart bijgevoegd. De waarnemingsputten bij Goor en Herikerberg laten een ander beeld zien. Nabij Herikerberg is er 2,6-dichloorbenzamide, metolachloor-ESA, MCCP en bentazon gemeten, maar zijn de concentraties relatief laag. Ook in de winputten worden verhoogde concentraties chloraten (ESA) gemeten, dus dit is een aandachtspunt.

Bij de waarnemingsputten rondom winning Goor is op meerdere plekken dimethenamide-ESA en -OA in hoge concentraties gemeten (> 3 µg/l). Net als bij Herikerberg komen ook bentazon en metolachloor-ESA voor. Ook DIPE, MTBE en tert-butanol zijn in deze omgeving gemeten boven de norm. In de winputten worden ook hoge concentraties dimethenamide-ESA en -OA, metolachloor-ESA en MTBE gemeten, dus deze stoffen vormen een aandachtspunt. De VC (Vinylchloride) verontreiniging wordt in de waarnemingsputten niet aangetroffen, maar in een apart meetnet met peilbuizen wel bemeten en aangetroffen.

23

Afbeelding 4.2 Maximale waarden van gemeten organische microverontreinigingen bij het Herikerberg en Goor

24

4.3 Beperkingen aan debiet vanuit omgevingsrisico’s

De winningen Herikerberg en Goor worden niet beperkt in uitnutten van het vergunde debiet. Wel is er sprake van beperkingen bij uitbreiding van de winning als gevolg van 2 oorzaken: - verontreinigingen vanuit het stedelijk gebied van Goor; - invloed van winning Herikerberg op het Natura2000 gebied de Borkeld.

Voor het beheer van de grondwaterverontreinigingen binnen gemeente Hof van Twente is onderzoek gedaan naar gebiedsgericht grondwaterbeheer [ref. 15]. Dit betekent dat binnen de grens van het beheergebied verontreinigingen die niet te saneren zijn worden beheerd. Hierbij gelden restricties aan het gebruik van het grondwater. Daarnaast is het beheer er op gericht om verspreiding buiten de grens van het beheergebied te voorkomen.

Het Natura2000 gebied De Borkeld ligt nabij winning Herikerberg. Voor ieder Natura2000 gebied is een beheerplan opgesteld, waarvan ook het grondwaterbeheer onderdeel is als abiotische randvoorwaarde voor de natuurdoelen. Dit betekent dat de onttrekking er niet voor mag zorgen dat de grondwaterstanden zo laag komen te staan dat dit negatieve effecten heeft op de natuurdoelen. De invloed van de winning op het natuurgebied is nog onduidelijk. Hoewel de afstand tot de winning redelijk groot is wordt dit wel gezien als aandachtspunt. Uit de onderzoeksopgaven in de gebiedsbeheerplannen Natura2000 moet blijken of de instandhoudingsdoelen Natura2000 gevolgen kunnen hebben voor de inzetbare capaciteit.

25

Afbeelding 4.3 Begrenzing Natura2000. De ligging van de beschermingszones zegt niets over de invloed van de winning op het gebied

26

5 RUIMTEGEBRUIK EN RELEVANTE ONTWIKKELINGEN

5.1 Landgebruik

In afbeelding 5.1 is het landgebruik rondom de winningen Herikerberg en Goor weergegeven. Winveld Herikerberg ligt in een bos. Een groot deel van het landgebruik in het grondwaterbeschermingsgebied bestaat uit bos, alleen het noordelijke deel is bedekt met agrarisch gras en maïs. Het wingebied van Goor bestaat uit agrarisch gras en bos. In het bijbehorende grondwaterbeschermingsgebied is voornamelijk landbouw met agrarisch gras en maïs. In het noordoosten ligt de bebouwing van Goor. De oostpunt van het gezamenlijk intrekgebied bestaat uit een combinatie van landbouw en bos. De bebouwing van Markelo ligt in de westpunt van het intrekgebied.

27

Afbeelding 5.1 Landgebruik (LGN7)

5.2 Inventarisatie emissiebronnen

De emissiebronnen worden in 3 categorieën behandeld: diffuse bronnen, lijnbronnen en puntbronnen.

28

5.2.1 Diffuse bronnen

Voor het bepalen van de belasting van de diffuse bronnen is analoog aan de eerder opgestelde gebiedsdossiers gebruik gemaakt van de CBS kaart van het landgebruik (zie afbeelding 5.2).

29

Afbeelding 5.2 Landgebruik [Bestand bodemgebruik, CBS]

Het type landgebruik is bepalend voor de belasting van het beschermingsgebied van de winning. Een beoordeling van de belasting op basis van het landgebruik is weergegeven in afbeelding 5.3. De winvelden, het bos bij Herikerberg en het bos in de oostpunt van het intrekgebied hebben een lage belasting. De rest van het gebied heeft een gemiddelde belasting door de landbouw en de bebouwing.

30

Afbeelding 5.3 Beoordeling van de belasting op basis van het landgebruik

De bovenstaande belastingkaart gecombineerd met de kwetsbaarheidskaart uit afbeelding 3.6 resulteert in onderstaande risicokaart. De winvelden hebben een laag risico vanwege de lage belasting, net als het bosgebied. In het landbouwgebied om de winningen heen is het risico hoog nabij de winningen tot laag

31 verder van de winningen af, omdat de kwetsbaarheid het hoogst is nabij de winningen vanwege de korte reistijd en eventueel ontbreken van scheidend lagen.

Enkele landbouwbedrijven in de omgeving van de winning zijn onderdeel van het nog lopende project ‘Boeren voor Drinkwater’ uit het maatregelprogramma. In de algemene inleiding bij de gebiedsdossiers is dit project toegelicht. In dit project is eerste ervaring opgedaan met het bevorderen van emissie-arme teelten, vermindering van de belasting en verbetering van het bedrijfsrendement. Op de percelen waar de pilot is uitgevoerd (in maart 2017 op circa 25% van het totale areaal binnen de betreffende intrekgebieden) is het gemiddelde stikstof bodemoverschot in deze periode verminderd van 155 kg N/ha in 2012 tot 124 kg N/ha in 2015. Er zijn diverse maatregelen ontwikkeld waarmee het stikstofoverschot in de bodem effectief kan worden verminderd. Uit het vervolg van het project moet blijken of er meer agrariërs binnen de intrekgebieden maatregelen moeten treffen om de bedrijfsvoering te verbeteren en de uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het grondwater afdoende te beperken.

Gemeente Hof van Twente heeft aan het landbouwproject ‘Wijs met Water’ meegewerkt, waarin onder andere agrarische lozingen van water beoordeeld worden. Dit project is onderdeel van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en biedt wellicht aanknopingspunten voor het maatregelprogramma.

32

Afbeelding 5.4 Risicokaart Herikerberg-Goor

33

5.2.2 Lijnbronnen

De lijnbronnen en de beoordeling hiervan is weergegeven in afbeelding 5.5 en afbeelding 5.6. Belangrijke lijnbronnen zijn: - de provinciale wegen N754 en N753 (Goorseweg), de Markeloseweg, Herikerweg en Kerkstraat worden als hoog risico beoordeeld. Dit zijn geen routes van gevaarlijke stoffen, maar het transport ervan is ook niet verboden. Bij geen van de wegen zijn extra voorzieningen voor de afvoer van wegwater aangebracht. De Herikerweg en Markeloseweg hebben vanwege ecologische doelen schrale bermen met een relatief hoog wateropnemend vermogen, waardoor wegwater sneller kan infiltreren naar het grondwater. De wegen worden daarom als risico beschouwd in verband met afstromend wegwater en calamiteitensituaties; - de spoorweg Lochem - Goor - Delden die langs het waterwingebied van Goor loopt, inclusief station Goor. Deze spoorweg maakt onderdeel uit van het basisnet waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; - een aantal rioleringen en persleidingen (afbeelding 5.6). Uit een uitgevoerd onderzoek [ref. 3] naar de risico’s van riolering komt naar voren dat potentiële risico’s zijn: · het functioneren van riolering en lozingen op privéterrein is onbekend (relatief beperkt risico; in principe slechts 1 IBA aanwezig op privéterrein); · er zijn riooloverstorten in het grondwaterbeschermingsgebied aanwezig. Dit is ook meegenomen in eerder onderzoek naar de effecten van riolering op de grondwaterkwaliteit. De verwachting is dat het risico van riooloverstorgen gering is (i.v.m. kortdurende piek en verdunning). Met de herinrichting van de Boven Regge neemt het risico af, omdat de overstort op een andere watergang uit zal komen; · potentieel risico op infiltratie van afvalwater door foutaansluitingen bij afkoppelen met infiltratie. Inspectie vindt plaats met een camera gemiddeld eens per 7 jaar. Het GRP van de gemeente Hof van Twente wordt momenteel geactualiseerd. In het ontwerp GRP wordt aandacht besteed aan de frequentie van onderhoud en inspectie van riolering binnen het grondwaterbeschermingsgebied; - het Twentekanaal. Vanuit het Twentekanaal is er een wateraanvoersysteem bij winning Goor. De kwaliteit van het water in het Twentekanaal wordt in inlaatsituaties (droge situaties) mede bepaald door de inlaat van IJsselwater bij Eefde. In het Twentekanaal is de invloed van diverse PAK’s, zware metalen en bestrijdingsmiddelen aanwezig. In de (Beneden) Regge zijn er diverse geneesmiddelen gemeten met een gemiddelde concentratie boven de signaleringswaarde [ref. 20]. Het aanvoerwater komt tot in het waterwingebied en de ondergrond is kwetsbaar. Daarom is het totaalrisico van wateraanvoer voor de winning ingeschat op matig-hoog, zie tabel 5.1.

Tabel 5.1 Conclusies risico wateraanvoer [ref. 20]

Winning Aanvoerwater Risico Kwetsbaar- Signaal- Inschatting totaal door/langs doordringen heid stoffen risico waterwin- in ondergrond afgeleid na wateraanvoer gebied? opgepompt verdunning water ?

Goor ja matig kwetsbaar ? matig-hoog?

34

Afbeelding 5.5 Lijnbron (spoor)wegen en beoordeling [ref. 5]

35

Afbeelding 5.6 Overzicht ligging riolering en persleidingen [ref. 3]

36

5.2.3 Puntbronnen

In 2012 is er een inventarisatie uitgevoerd binnen alle kwetsbare drinkwaterwinningen naar de aanwezigheid van puntbronnen [ref. 4]. In de inventarisatie voor Herikerberg en Goor zijn 82 locaties onderzocht. Hiervan zijn 67 beoordeeld als geen risico, 8 als een potentieel risico en 7 als risico. De locaties met risico moeten over het algemeen verder onderzocht worden omdat er te weinig gegevens beschikbaar waren. De locaties met risico zijn: - OV173500723 Kerkstraat 86 Goor, i.v.m. hbo-tank (ondergronds), benzinetank (ondergronds), dieseltank (bovengronds), hbo-tank (ommuurd), autoreparatiebedrijf (garage), smederij en timmerwerkplaats; - OV173504964 / OV173500067 / OV173505672 Kerkstraat 17 Goor, i.v.m. autoreparatiebedrijf, rijwielreparatiebedrijf, benzine-service-station, dieseltank (ondergronds) en benzinetank (ondergronds); - OV173500051 Grotestraat 104-108 Goor, licht verhoogde concentraties metalen; - OV173500077 Molenstraat 61 A Goor, i.v.m. stookolietank (ondergronds); - OV173500467 / OV173504614 Markeloseweg 2 Goor, i.v.m. brandstoftank (ondergronds); - OV173500713 Gruttostraat 1 Goor, i.v.m. hbo-tank (ondergronds); - OV173500724 Markeloseweg 79 Goor, i.v.m. waterwerken bedrijf (tank in kelder).

Bovenstaande locaties zijn nader onderzocht in een verkennend veldonderzoek. De conclusie uit dit verkennend onderzoek is dat deze locaties geen bedreiging vormen voor de winning.

Om de herkomst van de verhoogde concentraties VOCl en MTBE binnen het drinkwaterwingebied Goor te kunnen verklaren is een aanvullend onderzoek uitgevoerd [ref. 22]. Op een diepte tussen 20 en 27 m zijn streefwaarde overschrijdingen voor Cis en VC vastgesteld. Hieronder ligt een slechtdoorlatende laag die verticale grondwaterstroming beperkt. Tevens kunnen verontreinigingen zich op deze laag ‘ophopen’. In 1 peilbuis wordt ook de interventiewaarde voor VC overschreden. Op basis van het onderzoek kon geen duidelijke herkomst van mogelijke bronlocaties achterhaald worden. De aangetoonde concentraties duiden eerder op een aanvoer van licht verhoogde concentraties vanuit verschillende richtingen met een onduidelijke herkomst, dan vanuit één of meerdere puntbronnen met een duidelijke herkomst. Het onderzoek beveelt aan om de verontreiniging zo goed mogelijk te volgen via monitoring.

Daarnaast is in het onderzoek [ref. 4] de ligging van stortlocaties geïnventariseerd. De ligging van deze locaties is weergegeven in afbeelding 5.7. Met name bij de winning Goor zijn enkele stortlocaties nabij het waterwingebied gelegen. De risico’s van deze stortplaatsen zijn in het onderzoek niet nader onderzocht en daarom niet bekend. Dit vormt een potentieel risico voor de winning.

37

Afbeelding 5.7 Overzicht stortlocaties [ref. 4]

5.3 Relevante ontwikkelingen

5.3.1 Hotspotanalyse waterschappen naar geneesmiddelen

Voor deze winning speelt de invloed van het oppervlaktewater een belangrijke rol. Onderdeel van de verontreiniging van het oppervlaktewater vormen geneesmiddelen en omzettingsproducten. Vanaf 2005 is hier toenemende aandacht voor. Als onderdeel van de nationale ketenaanpak geneesmiddelen voeren de waterschappen een zogenoemde hotspot analyse uit. Een hotspot is een locatie waar emissie vanuit een RWZI met een bepaalde vracht (aan geneesmiddelen) tot problemen in het ontvangende oppervlaktewater kan leiden. In een hotspot analyse wordt de emissie van geneesmiddelen (de vracht) gekoppeld aan kenmerken (grootte, concentraties, stroomsnelheid) van het ontvangende oppervlaktewater. Dit levert een prioritering op van locaties waar door middel van maatregelen de meeste milieuwinst kan worden behaald. Bij de keuze van de maatregelen speelt de kostenafweging een rol. Het is momenteel niet duidelijk wat de precieze invloed zal zijn van deze aanpak. Wel is duidelijk dat de belangrijkste probleemlocaties bekend zullen worden, wat de mogelijkheid geeft om ook het drinkwaterbelang hierin mee te wegen.

5.3.2 Risicovol ruimtegebruik binnen grondwaterbeschermingsgebied

Binnen het grondwaterbeschermingsgebied is een motorcrossbaan aanwezig (Herikeresweg). Vanwege het risico op lekkage van brandstof en smeermiddelen wordt dit als risico voor de winning beschouwd. De crossbaan ligt op enige afstand van de winning. Bewustwording kan mogelijk helpen om dit risico te beperken.

38

6 (REST) OPGAVE WINNING

6.1 Doelstelling KRW

Doelstelling vanuit de KRW is duurzame veiligstelling van de drinkwaterbronnen. Hiervan is sprake als: - voldaan wordt aan de gestelde KRW doelen ten aanzien van waterkwaliteit: · geen achteruitgang van de waterkwaliteit (resultaatverplichting); · streven naar verbetering waterkwaliteit met oog op vermindering zuiveringsinspanning (inspanningsverplichting); - de drinkwatervoorziening geen gevaar loopt vanwege kwantitatieve problemen.

Het protocol voor de gebiedsdossiers [ref. 6] heeft bovenstaande doelstelling vertaald naar een aantal concrete aspecten. Er is sprake van een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron als: - er geen achteruitgang plaatsvindt van de kwaliteit van de bronnen, c.q. er afdoende maatregelen zijn genomen om dat te voorkomen; - er voldoende inspanningen worden gepleegd om de kwaliteit waar mogelijk te verbeteren met het oog op het streven naar een verminderde zuiveringsinspanning; - er in maatregelen wordt voorzien als bij opkomende stoffen op basis van een risicobeoordeling is vastgesteld dat deze een bedreiging vormen voor de drinkwatervoorziening; - er zicht is op mogelijke problemen en risico’s met betrekking tot kwantitatieve beschikbaarheid van de bronnen en hiervoor adequate maatregelen worden genomen; - er zicht is op overige relevante ontwikkelingen die een risico kunnen vormen voor duurzame veiligstelling van de drinkwaterbronnen (risicovolle activiteiten die tot calamiteiten kunnen leiden, bodemverontreinigingen, activiteiten in de ondergrond, onvoldoende borging ‘aan de voorkant’ via provinciale grondwaterbeschermingsgebieden en calamiteitenplannen) en wordt voorzien in maatregelen om deze risico’s te ondervangen; - kwaliteit en kwantiteit van de bronnen afdoende / continue wordt bewaakt / gemonitord.

39

Tabel 6.1 Overzicht mate waarin sprake is van duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron

Aspect Voldoet? Motivering geen achteruitgang kwaliteit bronnen stijgende trend afgeleid voor mangaan, X magnesium, kalium, ijzer en bicarbonaat. Overschrijding signaleringswaarden voor zowel meststoffen als opkomende stoffen

inspanningen kwaliteitsverbetering onderzoeksmaatregel naar risico’s wateraanvoer - uitgevoerd, monitoring aanvoerwater nog niet operationeel

landbouwproject uitgevoerd, maar effect voor de winning niet vast te stellen opkomende stoffen diverse gewasbeschermingsmiddelen, enkele X oplosmiddelen en geneesmiddelen worden boven de signaleringswaarde aangetroffen. Opkomende stoffen vormen een risico voor de winning Goor vanwege de aanvoer van water via het wateraanvoerplan. Monitoring van dit water vindt niet plaats kwantitatieve beschikbaarheid de winvergunning kan volledig worden benut. Bij √ toekomstige uitbreiding zijn er mogelijk wel beperkingen maatregelen relevante ontwikkelingen nog geen volledig correcte weergave intrekgebied - in bestemmingsplannen monitoring kwaliteit en kwantiteit geen nieuwe meetpunten nodig, wel - afspraken maken over uitvoering

√ = voldoet geheel. Geen maatregelen nodig - = voldoet deels. Maatregelen uitgevoerd, maar nog niet effectief / uitgewerkt X = voldoet niet. Nog geen maatregelen voorzien waarmee risico kan worden beheerst.

6.2 Oorzaken problemen en risico’s waterkwaliteit

De winning Herikerberg is vooral gevoelig voor de invloed van landbouw. Dit blijkt mede uit zowel overschrijding van de signaleringswaarde van mestgerelateerde stoffen (nitraat) alsook van diverse bestrijdingsmiddelen. De winning Goor is gevoelig voor opkomende stoffen in het aanvoerwater en voor invloed vanuit stedelijk gebied. Dit blijkt mede uit de overschrijding van de signaleringswaarde voor diverse oplosmiddelen en bestrijdingsmiddelen.

6.3 Risico’s in preventie

Het intrekgebied lijkt nog niet goed verwerkt in de bestemmingsplannen van de gemeente. Dit vormt een risico voor de winning, omdat initiatiefnemers nu geen duidelijkheid krijgen vanuit het bestemmingsplan ten aanzien van de restricties die gelden voor activiteiten en functies.

6.4 Risico’s waterkwantiteit en relatie met vergunning

De winvergunning kan momenteel volledig worden benut en wordt niet beperkt door de omgeving.

6.5 Risico’s ruimtelijke ontwikkelingen

De hotspotanalyse geneesmiddelen en de ketenaanpak van de waterschappen biedt kansen om in het maatregelprogramma bij aan te haken. De crossbaan in het grondwaterbeschermingsgebied is een aandachtspunt.

40

6.6 Beoordeling actuele risico’s

De provincie Overijssel hanteert in verband met het overzicht over alle winningen een indeling waarbij de risico’s worden gescoord. Deze indeling geeft in een sterk vereenvoudigd overzicht voor welke aspecten risico’s actueel zijn. Deze indeling is ook in de eerste gebiedsdossiers gehanteerd. De indeling met de score zijn weergegeven in afbeelding 6.1. De legenda is opgenomen in tabel 6.2.

Afbeelding 6.1 Samenvattend overzicht beoordeling actuele risico’s

Toelichting beoordeling (zie ook tabel 6.2): de winning Goor-Herikerberg is kwetsbaar. In het ruwwater wordt de signaleringswaarde voor meerdere stoffen overschreden. Het risico van de belasting uit diffuse bronnen is l hoog, wat zich mede uit in overschrijdingen van signaleringswaarden. Het instellen van een early warning systeem kan hierbij helpen om vroegtijdig ontwikkelingen te kunnen volgen. Er zijn diverse lijnbronnen aanwezig, waaronder enkele wegen. De belasting van puntbronnen is nader onderzocht en vormt geen bedreiging voor de winning. De planologische bescherming is niet op orde, omdat het intrek- gebied niet is opgenomen in het bestemmingsplan. Er zijn recente modelberekeningen beschikbaar die af- wijkingen laten zien met de vigerende beschermingszones rondom de winning.

Tabel 6.2 Legenda actuele risico’s

Verwaarloosbaar Beperkt risico (2) Actueel risico (3) risico (1)

Kwetsbaarheid win- Weinig kwetsbaar. Matig kwetsbaar. Kwetsbaar. ning

Ruwwaterkwaliteit Geen verontreinigin- Wel verontreinigingen Wel verontreinigingen gen in het ruwwater in ruwwater, maar in ruwwater, over- aangetroffen. geen overschrijding schrijding van een van een signalerings- signaleringswaarde waarde

Belasting diffuse Combinatie van Belasting is zodanig, Nader onderzoek ge- bronnen, puntbronnen kwetsbaarheid en be- dat het grondig volgen wenst om de aard en en lijnbronnen lasting leidt niet tot van de ontwikkelingen omvang van het risico een knelpunt. onder en boven maai- in te schatten. Dit kan veld voldoende zal aanleiding zijn voor zijn. het opstellen van maatregelenpakket- ten.

Planologische be- Bescherming via het - * Bescherming via het scherming bestemmingsplan vol- bestemmingsplan on- doende gewaarborgd. voldoende gewaar- borgd.

Berekende en vige- Reistijdberekeningen Reistijdberekeningen Reistijdberekeningen rende beschermings- op basis van het op basis van het op basis van het zones meest actuele model meest actuele model meest actuele model en de nieuwste inzich- en de nieuwste inzich- en de nieuwste inzich- ten zijn gelijk aan de ten zijn vrijwel gelijk ten wijken af van de vigerende bescher- aan de vigerende be- vigerende bescher- mingszones. Er is geen schermingszones. mingszones. reden tot actualisatie.

* de planologische bescherming voldoet wel of niet, categorie 2 is daarom niet relevant.

41

6.7 Resterende opgave

De winning Goor-Herikerberg kent de volgende resterende opgave om te komen tot een duurzaam veiliggestelde drinkwaterbron: - de winning is gevoelig voor belasting vanuit de landbouw, wat blijkt uit overschrijding van de signaleringswaarden voor nitraat en diverse bestrijdingmiddelen. Er zijn diverse generieke maatregelen uitgevoerd zoals voorlichting, afspraken calamiteiten en handhaving. Daarnaast loopt het project Boeren voor drinkwater. De effecten hiervan zijn nog niet zichtbaar in de waterkwaliteit van de winning, mede als gevolg van de traagheid van het systeem. Er is sprake van een stijgende trend voor diverse stoffen. Of deze projecten zorgen voor voldoende kwaliteitsverbetering is daarom nog niet te bepalen; - de belasting uit het stedelijk gebied, stortplaatsen en de wateraanvoer zijn met name voor de winning Goor een risico. De kwaliteit van het aanvoerwater wordt niet afdoende gemonitord en is ten aanzien van opkomende stoffen een risico. Daarnaast is de wateraanvoer niet in een calamiteitenplan benoemd; - er zijn enkele wegen (waaronder de provinciale wegen N754 en N753) die door het grondwaterbeschermingsgebied lopen die een risico zijn voor de winning en waar geen voorzieningen zijn aangebracht. Bij reconstructie dient dit alsnog te gebeuren; - het crisisplan van Waterschappen Rijn en Ijssel besteedt onvoldoende aandacht aan het belang van de drinkwaterbescherming bij calamiteiten. Voor een winning met wateraanvoer (zoals Goor-Herikerberg) is dat met name van belang; - het intrekgebied is nog niet conform de omgevingsverordening opgenomen in de bestemmingsplannen.

6.8 Monitoringsbehoefte en geschiktheid early warning

Vitens werkt momenteel aan de opzet van een early warning monitoringssysteem die gebruikt kan worden voor alle drinkwaterwinningen - mondelinge mededeling Martin de Jonge. Voor de winning Goor- Herikerberg zijn geen nieuwe meetpunten voorzien, maar moeten nog wel nadere afspraken worden gemaakt over de uitvoering van de monitoring.

42

7 REFERENTIES

1 Provincie Overijssel (2010). Gebiedsdossier Goor-Herikerberg. 2 Provincie Overijssel (2017). Omgevingsverordening. 3 Royal Haskoning (2012). Risico’s riolering voor kwetsbare drinkwaterwinningen in Overijssel. 4 Tauw (2012). Onderzoek puntverontreinigingen kwetsbare drinkwaterwinning Herikerberg-Goor. 5 Infram / RPS (2015). Quickscan risico's doorgaande wegen in Grondwaterbeschermingsgebieden. 6 Landelijke projectgroep gebiedsdossiers (2016). Protocol gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Eindconcept 2 november 2016. 7 Tauw 2009. Aan de slag met de methodiek Gebiedsgerichte Grondwaterbescherming. 8 Veiligheidsregio Twente (2015). Regionaal crisisplan Twente. 9 Waterschap Rijn en IJssel (2015) Calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel. 10 Waterschap Vechtstromen (2015). Crisisplan waterschap Vechtstromen. 11 ProRail (2012). Handboek Incidentmanagement Rail. 12 Vitens (2016). Evaluatie 2015 Antropogene stoffen. 13 Vitens (2016). Kwaliteitsrapportage Vitens drinkwater 2010-2015. 14 Programmateam Water (2015) Protocol voor monitoring en toetsing drinkwaterbronnen KRW. 15 Bureau Bodem en MilieuBeleid (2011). Kansrijke gebieden voor beheer van verontreinigd grondwater in de gemeente Hof van Twente. 16 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met gemiddeld gemeten gehaltes per pompput over de periode 2011-2015 voor macroparameters en metalen. 17 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met gemiddeld gemeten gehaltes per pompput over de periode 2005-2015 voor organische microverontreinigingen. 18 Vitens (2016). Interne Excel-bestanden ruwwaterrapportage met afgeleide trends per stof over de periode 2005-2011. 19 Royal Haskoning (2009). Inrichting kwaliteitsmeetnet Herikerberg en Goor. 20 Witteveen+Bos (2015). Risico’s wateraanvoer voor drinkwaterbronnen. 21 Royal Haskoning, Wageningen UR, Countus en Stimuland (2016). Management samenvatting evaluatie Boeren met Drinkwater 2010-2015. 22 Tauw (2015). Nader onderzoek drinkwaterwinning Goor. Onderzoek naar de herkomst van verhoogde concentraties VOCl en MTBE binnen het drinkwaterwingebied Goor. 23 Waterschap Vechtstromen (2015). Calamiteitenbestrijdingsplan Oppervlaktewaterverontreiniging.

43