tussen Palm-, Brouwers-, Linden- en Lijnbaansgracht alleen al bevonden zich anderhalve gulden in de week en in haar laatste jaar voor 2,50 gulden plus wat centen De Gasthuismolensteeg, waar manden vol wasgoed 1344 huizen, met daarin 1178 eenkamerwoningen en 195 woonkelders, waarvan het voor een lap stof voor een nieuw werkschort. Wel genoot zij vrije kost en inwoning, en naar de blekerijen in Haarlem merendeel slechts via een wirwar van stegen, gangetjes en sloppen bereikbaar was. die kost was beter dan wat Neel Doff kreeg voorgeschoteld. Zij moest genoegen nemen werden verscheept. Foto, 1797, Jacob Olie met wat na de maaltijd nog op de borden lag. (1741-1799). ‘Erwten, boonen en gort’ Pas na 1860 nam de werkgelegenheid toe en werd weer aantrekkelijk De Sociale Kwestie Het Kleerenveer, het deel van het Singel tussen de Huiszitten- om zich te vestigen. Tussen 1850 en 1900 steeg de bevolking van ongeveer 200.000 Pas in 1909 werd de positie van de dienstboden wettelijk geregeld en kregen zij enige steeg (nu Raad­huisstraat) tot ruim 500.000 inwoners, met als gevolg een schreeuwend tekort aan woonruimte. rechtsbescherming. Relatief laat, omdat in het laatste kwart van de negentiende eeuw Foto, 1797, Jacob Olie (1741-1799). De schrijfster Cornelia ‘Neel’ Doff, die in 1864 als kleuter naar Amsterdam was de overheid al serieus werk begon te maken van wat toen de ‘Sociale Kwestie’ werd SAA gekomen, woonde een half jaar in de (verdwenen) Lindeboomsgang, een steeg die genoemd. Men ging inzien dat armoede niet alleen een kwestie was van eigen schuld, uitkwam op de Prinsengracht. Over haar kindertijd schreef zij: ‘Wij bewoonden één maar ook van uitbuiting en de uitwassen van het kapitalisme. Het gevolg was een reeks kamer in een onooglijk slop. De zon drong er nooit door; in den winter hing er een van wetten die de lagere klasse moest beschermen tegen armoede, al was het alleen vochtige kou en in den zomer werden we ziek door de klammende hitte. Er was niets dan maar om het groeiende leger van arbeiders ervan te weerhouden een revolutie te een bedstee, een eind van den grond af, in tweeën verdeeld. Wij lagen op zakken van ontketenen. Zo werd in 1901 de Woningwet van kracht, waarin minimumeisen werden grof linnen, gevuld met haverdoppen, doortrokken van kinderurine. De vlooien plaagden gesteld aan volkswoningen. Elke woning moest voortaan voorzien zijn van een aparte verschrikkelijk.’ Neels vader was koetsier. Hij verdiende drie gulden in de week en kookgelegenheid, een toilet en een slaapkamer in plaats van een alkoof. Tachtig procent moest het vooral hebben van fooien. Als kind werd Neel door moeder vroeg in de van de Amsterdamse huizen voldeed niet aan deze eisen, ook niet de woningen in de ochtend uit bedelen gestuurd: ‘Wij gingen daar in een rij staan vóór de deur van de nieuwe arbeiderswijken, die in de negentiende eeuw uit de grond waren gestampt: de “rijke huizen” en we kregen dan weer bons voor erwten, boonen en gort. Wij waren over- Pijp (1872), de (1875), de Czaar Peterbuurt (1878), de Oosterparkbuurt geleverd aan een liefdadigheid, die met opzet zoo bekrompen mogelijk werd uitgeoefend Het Kleerenveer, het deel van (1887), de Staatsliedenbuurt (1890) en de (1896). De crisis van de jaren het Singel tussen de Huiszit- en waardoor wij voor altijd werden ingedeeld bij de vagebonden en bij hen, die buiten tensteeg (nu Raadhuisstraat) dertig, de Tweede Wereldoorlog en de zuinige jaren van de Wederopbouw vertraagden de maatschappij gesteld zijn.’ Wrange woorden, die duidelijk maken dat net als in de en de Gasthuismolensteeg, een verdere uitbreiding van een sociaal zekerheidsstelsel, maar vanaf de jaren zestig tijd van Van Hogendorp de armen nog steeds werden gezien als lieden die amoreel en waar manden vol wasgoed werd de verzorgingsstaat in de steigers gezet. In 1963 werd de Algemene Bijstands- naar de blekerijen in Haarlem te lui waren om hun handen uit de mouwen te steken. werden verscheept. In de verte wet door de Tweede Kamer aangenomen, die bestaanszekerheid gaf aan eenieder die Net als veel andere meisjes uit de lagere stand werkte Neel enige tijd als dienst­ de Jan Roodenpoortstoren. onder het bestaansminimum dreigde te komen. Bijstand was voortaan een recht en Foto, 1797, Jacob Olie bode, een beroep waar aan het einde van de negentiende eeuw een enorme vraag naar (1741-1799). niet langer een gunst. was. ‘De dienstbodes zijn een der beste middelen om den rijkdom van eenig persoon te SAA kennen’, zo werd gezegd. Wie het zich kon permitteren nam een dienstje of hitje in huis, en naarmate het aantal gegoede burgers toenam, werden dat er steeds meer. Om zich te onderscheiden van deze nieuwkomers op de sociale ladder, werd van de oude deftige families verwacht dat zij minstens drie hitten in dienst hadden, één meisje voor het zware werk (schrobben, poetsen, matten en tapijten kloppen), één meid voor in de keuken en één meid die de gasten ontving en mevrouw des huizes hielp bij het aan­ kleden. Voorzichtig geschat was omstreeks 1900 bijna 45 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking werkzaam in huishoudelijke diensten. Rechten hadden zij niet, alleen plichten, hun opgelegd door de heer en vrouw des huizes, die volkomen gezag over hen hadden. Gatske de Jong van het Korte Bleekerspad bijvoorbeeld werd op haar tiende jaar door haar ouders uitbesteed. Tien jaar werkte zij voor dezelfde familie, eerst voor

2 3 Van gunst naar echt  Singel 1–49 Singel 1–43 Ǟ 1

43 Stromarkt Koggestraat Korte Korsjespoortsteeg Korte

1 3 5 7a–9 11 13 15 17 19 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 43a–g

Het Singel knooppunt. Langs het Singel werd een hele serie markten geacht voor de protestantse dienst, die bepaald wordt door Door de stadsuitbreidingen van 1585 en 1613 veranderde het gehouden – de Stromarkt, de Beschuitmarkt, de Appelmarkt, de prediking en de schriftlezing. Rond de helft van de ruimte Singel drastisch van karakter. De stadsmuur werd vanaf de Garnalenmarkt – die allemaal door schuiten werden liep een brede omgang met twee oplopende galerijen. 1601 afgebroken en de vestinggracht veranderde geleidelijk bediend. Waterschuiten voeren af en aan naar de brouwerijen Daar- door was de kansel voor alle kerkgangers goed zicht- in een woongracht. Aan de westkant kwamen nieuwe erven aan de Brouwersgracht, de veerdiensten moesten er door- baar. De classicistische architectuur met rechthoekige vrij, die spoedig werden verkocht, vooral aan prominente heen, de melkschuiten uit Waterland, en spoedig daarna vensters en de inrichting waren zeer sober, in overeenstem-

Singel Singel bewoners van de die al langer om ruimte verlegen ook al het bouwverkeer naar de nieuwe grachten. Dat leidde ming met de protestantse gedachte. Van de weinige versierin- hadden gezeten. De huizen en bedrijfspanden aan de oost- tot veel stremmingen en oponthoud. Toen in 1617 de sluis- gen die Dortsman voor de lantaarn op de koepel in gedachten kant, die altijd in de schaduw van de stadsmuur hadden constructie alweer moest worden vernieuwd en het verkeer had, werd alleen de zwaan, als symbool van Maarten Luther, gestaan, zagen opeens uit over een breed water tussen bijna helemaal stil kwam te liggen, besloot de stad tot de op de spits uitgevoerd. Boven de hoofdingang was de tekst stenen kaden, beplant met ‘loof-rijcke linde-boomen’. aanleg van een tweede doorgang, de Eenhoornsluis, in het ‘Laet ons in ’t Huys des Heeren gaen’ (psalm 122,1) aange- Het was de bedoeling dat het Singel in bebouwing en verlengde van de Prinsengracht. De huidige Haarlemmersluis bracht. allure bij de zou aansluiten. Die ambitie blijkt dateert van 1681; de brug is gebouwd in 1809 en werd in uit de wijziging van de naam, in 1616, in ‘Koningsgracht’, 1879 verbreed voor de paardentram. Op 18 september 1822 brandde de kerk bijna volledig af. maar die naam sloeg niet aan. Het Singel bleef onmiskenbaar Alleen het muurwerk bleef overeind. De adviseurs van de achter bij de Heren- en de Keizersgracht. De erven waren Beerenburg bouwcommissie, T.F. Suys en J. de Greef, konden de inge- minder diep, waardoor er geen echt grote huizen konden Op de Stromarkt werd tot 1627 daadwerkelijk stro verhan- zonden herbouwplannen niet waarderen. Zij zagen meer worden gebouwd. De kaden werden bovendien het werk- deld. Verder werd hier op maandagen de Schagermarkt in hun eigen plan, dat na de nodige vereenvoudigingen werd terrein van drukke veerdiensten en bedrijvige markten. gehouden, waar vooral graan uit het noorden van Holland aanvaard. Op 18 september 1826 werd de herbouwde kerk Bij de stadsuitbreiding van 1585 verloor de Haarlemmer- werd verhandeld. In 1662 verhuisde de Schagermarkt naar de ingewijd. De omgang is nu symmetrisch, de koepel werd iets poort aan de kop van de Nieuwendijk zijn functie. Er kwam Herengracht tussen de Oude Leliestraat en de Blauwburgwal. verhoogd en de lantaarn wordt door een koepeltje bekroond. een nieuwe poort bij de Herenmarkt, maar die moest het veld In het huis Stromarkt 9 vestigde zich in 1724 de wijnkoper Ronde Lutherse Kerk. Singel 7B-D gaat ten onrechte door voor het smalste huis van Binnen is de koepel voorzien van cassetten en de Dorische ruimen bij de uitleg van 1613. De defi nitieve Haarlemmerpoort en kruidenhandelaar Hendrick Beerenburg (1680/85-1748), Op de voorgrond de Haarlem- Amsterdam. In werkelijkheid is het de achteruitgang van het zuilen uit de tijd van Dortsman zijn vervangen door pilaren mersluis, links de Stromarkt. verrees aan het eind van de Haarlemmerdijk in de nieuwe die veel van zijn waar betrok uit Venetië. De gevel wordt Ingekleurde litho, ca. 1860, pand Jeroenensteeg 4, dat drie vensters breed is. van de voor een kerk meer passend geachte Ionische orde. fortifi catie, een kilometer verderop. Van de poort op de hoek daarom bekroond met een beer in een burcht en draagt de P. Blommers naar tekening van Suys ontwierp de nieuwe preekstoel en de orgelkast; in 1830 W. Hekking jr (1825-1904). van het Singel en de huidige Prins Hendrikkade bleef één gevelsteen ‘’T WAPE van VENETIEN’, waarin de Venetiaanse SAA De Ronde Lutherse Kerk werd een nieuw, door Johan Bätz gebouwd orgel ingewijd. toren staan, de Heilig Kruistoren of Haringpakkerstoren, zo leeuw van Sint Marcus een boek met de letters HB vasthoudt. In 1667 kreeg de Lutherse Gemeente, die op Singel 411 Op 20 januari 1935 werd het gebouw als kerk gesloten. In genoemd naar de Haringpakkerij, de kade buiten de Haarlem- Het kruidenmengsel waarmee jenever tot ‘Beerenburger’ bijeenkwam, toestemming tot het bouwen van een tweede februari 1993 brandde de koepel opnieuw af en moest geheel mersluis waar de vis werd verhandeld. Ook de naam van de kon worden gemaakt, werd hier onder strikte geheimhouding kerk op Singel 11. Veel lutheranen woonden en werkten aan worden gerestaureerd. De kerk is nog altijd eigendom van Panaalsteeg herinnert aan deze bedrijvigheid. In 1605 werd verkocht tot 1979, toen de laatste nazaat van Hendrick de havenzijde, rond het IJ en de , vandaar dat het de Lutherse Gemeente, maar is sinds 1975 in gebruik als de Haringpakkerstoren verhoogd en verstevigd en net als de Beerenburg overleed. De formule werd overgedaan aan het oog op deze plek viel, en niet op de erven die de Lutherse congrescentrum bij het naastgelegen hotel, eerst Sonesta, Montelbaanstoren voorzien van een nieuwe spits met een bedrijf van de Weduwe Joustra in Sneek. Gemeente in de Jordaan bezat. Op 29 augustus 1668 werd nu Renaissance. uurwerk naar ontwerp van Hendrick de Keyser. De toren het contract getekend met een architect die de ouderlingen Stromarkt 9. Houten gevel- werd in 1829 wegens bouwvalligheid afgebroken. Het plan Ronde Lutherse Kerk in brand al langer op het oog hadden, de toen nog vrij onbekende versiering, 2de kwart van Stadsherstel om ter gelegenheid van haar 50-jarig op 18 september 1822. Adriaan Dortsman. Voor de bouw werd geld opgehaald bij 18de eeuw. Tekening, Hendrik Greeven VVvAG bestaan in 2006 de toren te herbouwen is niet gerealiseerd. (1787-1854). Duitse en Scandinavische steden en bij vorsten van lutherse SAA gezindte. Bouwmaterialen, arbeidskracht en geschenken De Haarlemmersluis werden aangeboden in natura, en de koning van Zweden De aanleg van de nieuwe Haarlemmersluis had veel voeten in gaf toestemming om de roodkoperen dakplaten tolvrij uit te de aarde. De sluis was een schakel in de zeedijk langs het IJ, voeren. De Lutherse Gemeente kreeg in 1674 ook het voor- die onder beheer stond van het Hoogheemraadschap Rijn- recht om in de kerk te begraven, wat een belangrijke bron van land. Voordat er aan de stadsuitbreiding kon worden begon- inkomsten was voor het kerkbestuur. De stad en de gerefor- nen, moest met dat college worden overeengekomen dat de meerde kerk moesten echter wel schadeloos worden gesteld dijk zou worden vernieuwd en rechtgetrokken, waarna er een voor de derving van hun inkomsten. Tevens werden luthera- nieuwe zeesluis in zou worden aangelegd. De kosten daarvan nen verplicht om een bedrag te betalen voor elk gereformeerd werden gedekt door het verkopen van kavels bouwgrond op kerkgebouw dat door de uitvaartstoet werd gepasseerd. nieuw aangeplempt land aan de buitenkant van de nieuwe dijk. De Lutherse Nieuwe Kerk werd in 1671 voltooid. Het is De nieuwe sluis werd voltooid in 1602. Door het belang het enige hervormde kerkgebouw in Nederland op een van het vervoer over water werd hij meteen een belangrijk cirkelvormig grondplan. Die vorm werd bijzonder geschikt

4 5 Singel 1–43  Singel 161–237

Singel 161–237 161 Ǟ

237 Molsteeg Paleisstraat Raadhuisstraat

161 163 167 213 233 235 237-239

Het zogenaamde Boeren- P.C. Hooft-huis werken van de meester ook in Nederland uit te voeren. verdriet aan het Spui in Het P.C. Hooft-huis op Singel 167 herbergt sinds 1984 het In 1884, een jaar na Wagners dood, werd in Felix Meritis Amsterdam. Olieverf op doek, 1750-1781, grootste deel van de Faculteit der Geesteswetenschappen een eerste concert door de vereniging georganiseerd, onder Jan Ekels I (1724-1781). van de Universiteit van Amsterdam. In de jaren zeventig van leiding van Henri Viotta (1848-1933). De Wagnerliefde strekte de twintigste eeuw overheerste de opvatting dat de univer- zich ook tot de architectuur uit. Julius Carl Bunge liet in 1908 siteit een onderdeel van het stedelijk leven moest zijn en dus in Aerdenhout door de Zweedse architect Anders Lundberg in de binnenstad aanwezig moest blijven. Daartoe werd in een kolossaal huis bouwen, Kareol, genoemd naar de burcht 1975 het Bungehuis op Singel 239 aangekocht, de gebouwen in Tristan und Isolde en geheel in de geest van de componist. van de Twentsche Bank Vereeniging tussen Singel en Spui- Er was een exacte kopie in miniatuur van de Amsterdamse straat, en het ‘Witte Huis’ op de hoek van het Singel en de Stadsschouwburg aanwezig, omdat Bunge graag zelf licht en Raadhuisstraat. Bij die opvatting sloot de keuze aan voor de decor voor de voorstellingen ontwierp. In 1934, ter gelegen- architecten Aldo van Eyck en Theo Bosch, die op de plaats heid van het vijftigjarig bestaan van de Wagnervereeniging, van de Twentsche Bank een nieuw gebouw zouden ontwer- zou hij voor het eerst uit de schaduw treden en een rede- pen; vooral Bosch had bij de herinrichtingsplannen voor de Het Kleerenveer, het deel van Een steen in de gevel herinnert aan het feit dat Joost van voering houden, maar Bunge overleed daags ervoor. Nieuwmarktbuurt ten tijde van de aanleg van de metro een het Singel tussen de Huis- den Vondel (1587-1679) hier gewoond heeft. Vanaf 1670 Het zes verdiepingen hoge Bungehuis is geheel uit natuur- zittensteeg (nu Raadhuis visie ontwikkeld op de integratie van nieuwe elementen in de straat) en de Gasthuismolen- huurde de oude dichter een bovenkamer met bedstede, waar steen opgetrokken – geel-grijs Reinersreuther graniet en historische stad. Het gebouw van de Twentsche Bank uit steeg, waar manden vol was- hij met zijn dochter Anna en zijn kleinzoon Willem woonde. Muschel-kalksteen. Bunge wenste uitdrukkelijk geen fi gura- goed naar de blekerijen in 1881 van Isaac Gosschalk werd geheel gesloopt; een paar schilderingen. Aan weerszijden van de ingang zijn in reliëf Haarlem werden verscheept. Ze leefden van een kleine rente van Anna, want Vondels tieve versieringen van sculptuur of schilderwerk. Binnen zijn elementen uit het interieur werden opgenomen in de sauna de wapens van Rotterdam en Amsterdam aangebracht. Tekening, 1797, Jacob Cats traktement ging geheel op aan de afl ossing van de schulden de wanden bekleed met groene en grijsblauwe geglazuurde (1741-1799). Déco op Herengracht 115. De sloop van het Witte Huis werd Theo Bosch nam het Witte Huis zonder veel moeite op SAA van zijn zoon. Philips Koninck tekende hem hier als oude tegels en alle vensters en deuren zijn van brons. In het echter na protesten afgeblazen. Dit is een van de weinige in het ontwerp, dat tussen 1976 en 1984 tot stand kwam. man, dommelend in zijn stoel. monumentale trappenhuis bevinden zich glas-in-loodramen art-nouveau panden in Amsterdam, in 1899 ontworpen Het P.C. Hooft-huis is acht verdiepingen hoog en 115 meter Aan de noordzijde van Vondels huis stond de herberg die over meerdere verdiepingen doorlopen. De ontwerper door Jan Verheul Dzn voor de Rotterdamsche Verzekerings lang, maar uitgevoerd in lichte tinten en met een kleinschalige De Kameel, die in 1662 werd gekocht door Gillis Noozeman van het Bungehuis was A.D.N. van Gendt, die echter in 1932, Rouaensche Kaai. Op de achtergrond de Torensluis en Sociëteiten (RVS) als winkel- en kantoorgebouw. In de structuur, gebaseerd op de maat van de zaaltjes voor werk- (1626-1682) en zijn vrouw Ariana van den Bergh (1626/28- twee jaar voor de oplevering, overleed. Van Gendts opvolger de Jan Roodenpoortstoren. lichtgrijze hardstenen onderpui zijn zwierige bloem- en groepcolleges. Het geheel wordt verlevendigd door gangen 1661). Zij was de eerste vrouw die in de Schouwburg W.J. Klok voltooide de uitvoering. Sinds 1971 herbergt het Prent, ca. 1659, Reinier Nooms (1623/24-1664). plantversieringen gehouwen, afgewisseld met verglaasde, en trappenhuizen met veel glas, lichtkoepels en ‘uitkijkliften’. vrouwelijke rollen vertolkte; Noozeman was een gevierd verschillende instituten van de Faculteit der Geestesweten- SAA witte, gele en blauwgroene bakstenen, tegeltableaus en Het dak werd gezien als openbare ruimte, maar werd al komedieschrijver, met kassuccessen als Lichte Klaartje, schappen van de Universiteit van Amsterdam. spoedig om praktische redenen gesloten, en dat gold ook Beroyde Student, Bedrooge Dronkaert en Krijn Onverstant. voor de vele doorgangen op straatniveau, die het gebouw Jan Roodenpoort. Hij verhuurde De Kameel aan zijn zwager, Carel van den in het ‘stedelijk weefsel’ hadden moeten integreren. Afgebroken in 1829. Bergh (1633-?). In 1672 hebben Vondel en zijn buren een Foto, 1767, Reinier Vinkeles Zo’n tien huizen vanaf de Torensluis, ongeveer op Singel (1741-1816). klacht ingediend vanwege het lawaai, dat voor ‘eerlicke 179, was eeuwenlang de bloeiende herberg Malta gevestigd. SAA herbergen’ niet gewoon was, maar wel ‘in huysen die infaam De laatste herbergier was J. Bellinger, die de naam in 1813 zijn’. In De Kameel was kennelijk een bordeel ondergebracht. veranderde in De Keizers Kroon. Het pand moest wijken voor de bouw van de Twentsche Bank. Van oudsher bevond Het Bungehuis zich hier een verbinding tussen Singel en Nieuwezijds De doopsgezinde koopman Johann Peter Gottlieb Bunge Voorburgwal die onder de huizen doorliep en de ‘Donkere (1781-1865), stammend uit een Zweeds geslacht, vestigde Sluis’ werd genoemd. in 1818 een handelshuis in koloniale waren en graan te Amsterdam. In deze handel ontwikkelde Bunge & Co zich in Voor de aanleg van de Raadhuisstraat werden de Warmoes- de loop van de negentiende eeuw tot een wereldomvattend gracht gedempt en een aantal huizen tussen Nieuwezijds concerns. Tussen 1934 en 1973 was het Bungehuis, tussen Voorburgwal en Singel gesloopt. Ook de Korte Huiszitten- Paleisstraat, Singel en Spuistraat 210, daarvan het hoofd- steeg verdween. Nog meer panden verdwenen voor de bouw kantoor. Voor de bouw werden twintig panden gesloopt. van de Telefooncentrale op de hoek van Singel en Raadhuis- Het uiterlijk van het gebouw werd bepaald door de smaak straat in 1984. De goeddeels blinde gevel daarvan is gesierd van de bouwheer, Julius Carl Bunge (1865-1934), kleinzoon met een decoratie door de kunstenares Karin Daan, ook de van de oprichter. Deze Julius Carl was net als zijn vader, ontwerpster van het Homomonument aan de Westermarkt. Julius G. Bunge (1839-1908), een fervent Wagneriaan. Zij voorzag de gevel van een raster in gepolijst, spiegelend Samen hadden zij in 1883 de Festspiele in Bayreuth bezocht staal, waardoor het gebouw een opener karakter zou krijgen. en vervolgens een Wagner-Vereeniging opgericht, om de

6 7 Singel 161–237