Erwten, Boonen En Gort

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Erwten, Boonen En Gort Jordaan tussen Palm-, Brouwers-, Linden- en Lijnbaansgracht alleen al bevonden zich anderhalve gulden in de week en in haar laatste jaar voor 2,50 gulden plus wat centen De Gasthuismolensteeg, waar manden vol wasgoed 1344 huizen, met daarin 1178 eenkamerwoningen en 195 woonkelders, waarvan het voor een lap stof voor een nieuw werkschort. Wel genoot zij vrije kost en inwoning, en naar de blekerijen in Haarlem merendeel slechts via een wirwar van stegen, gangetjes en sloppen bereikbaar was. die kost was beter dan wat Neel Doff kreeg voorgeschoteld. Zij moest genoegen nemen werden verscheept. Foto, 1797, Jacob Olie met wat na de maaltijd nog op de borden lag. (1741-1799). ‘Erwten, boonen en gort’ Pas na 1860 nam de werkgelegenheid toe en werd Amsterdam weer aantrekkelijk De Sociale Kwestie Het Kleerenveer, het deel van het Singel tussen de Huiszitten- om zich te vestigen. Tussen 1850 en 1900 steeg de bevolking van ongeveer 200.000 Pas in 1909 werd de positie van de dienstboden wettelijk geregeld en kregen zij enige steeg (nu Raad huisstraat) tot ruim 500.000 inwoners, met als gevolg een schreeuwend tekort aan woonruimte. rechtsbescherming. Relatief laat, omdat in het laatste kwart van de negentiende eeuw Foto, 1797, Jacob Olie (1741-1799). De schrijfster Cornelia ‘Neel’ Doff, die in 1864 als kleuter naar Amsterdam was de overheid al serieus werk begon te maken van wat toen de ‘Sociale Kwestie’ werd SAA gekomen, woonde een half jaar in de (verdwenen) Lindeboomsgang, een steeg die genoemd. Men ging inzien dat armoede niet alleen een kwestie was van eigen schuld, uitkwam op de Prinsengracht. Over haar kindertijd schreef zij: ‘Wij bewoonden één maar ook van uitbuiting en de uitwassen van het kapitalisme. Het gevolg was een reeks kamer in een onooglijk slop. De zon drong er nooit door; in den winter hing er een van wetten die de lagere klasse moest beschermen tegen armoede, al was het alleen vochtige kou en in den zomer werden we ziek door de klammende hitte. Er was niets dan maar om het groeiende leger van arbeiders ervan te weerhouden een revolutie te een bedstee, een eind van den grond af, in tweeën verdeeld. Wij lagen op zakken van ontketenen. Zo werd in 1901 de Woningwet van kracht, waarin minimumeisen werden grof linnen, gevuld met haverdoppen, doortrokken van kinderurine. De vlooien plaagden gesteld aan volkswoningen. Elke woning moest voortaan voorzien zijn van een aparte verschrikkelijk.’ Neels vader was koetsier. Hij verdiende drie gulden in de week en kookgelegenheid, een toilet en een slaapkamer in plaats van een alkoof. Tachtig procent moest het vooral hebben van fooien. Als kind werd Neel door moeder vroeg in de van de Amsterdamse huizen voldeed niet aan deze eisen, ook niet de woningen in de ochtend uit bedelen gestuurd: ‘Wij gingen daar in een rij staan vóór de deur van de nieuwe arbeiderswijken, die in de negentiende eeuw uit de grond waren gestampt: de “rijke huizen” en we kregen dan weer bons voor erwten, boonen en gort. Wij waren over- Pijp (1872), de Dapperbuurt (1875), de Czaar Peterbuurt (1878), de Oosterparkbuurt geleverd aan een liefdadigheid, die met opzet zoo bekrompen mogelijk werd uitgeoefend Het Kleerenveer, het deel van (1887), de Staatsliedenbuurt (1890) en de Kinkerbuurt (1896). De crisis van de jaren het Singel tussen de Huiszit- en waardoor wij voor altijd werden ingedeeld bij de vagebonden en bij hen, die buiten tensteeg (nu Raadhuisstraat) dertig, de Tweede Wereldoorlog en de zuinige jaren van de Wederopbouw vertraagden de maatschappij gesteld zijn.’ Wrange woorden, die duidelijk maken dat net als in de en de Gasthuismolensteeg, een verdere uitbreiding van een sociaal zekerheidsstelsel, maar vanaf de jaren zestig tijd van Van Hogendorp de armen nog steeds werden gezien als lieden die amoreel en waar manden vol wasgoed werd de verzorgingsstaat in de steigers gezet. In 1963 werd de Algemene Bijstands- naar de blekerijen in Haarlem te lui waren om hun handen uit de mouwen te steken. werden verscheept. In de verte wet door de Tweede Kamer aangenomen, die bestaanszekerheid gaf aan eenieder die Net als veel andere meisjes uit de lagere stand werkte Neel enige tijd als dienst- de Jan Roodenpoortstoren. onder het bestaansminimum dreigde te komen. Bijstand was voortaan een recht en Foto, 1797, Jacob Olie bode, een beroep waar aan het einde van de negentiende eeuw een enorme vraag naar (1741-1799). niet langer een gunst. was. ‘De dienstbodes zijn een der beste middelen om den rijkdom van eenig persoon te SAA kennen’, zo werd gezegd. Wie het zich kon permitteren nam een dienstje of hitje in huis, en naarmate het aantal gegoede burgers toenam, werden dat er steeds meer. Om zich te onderscheiden van deze nieuwkomers op de sociale ladder, werd van de oude deftige families verwacht dat zij minstens drie hitten in dienst hadden, één meisje voor het zware werk (schrobben, poetsen, matten en tapijten kloppen), één meid voor in de keuken en één meid die de gasten ontving en mevrouw des huizes hielp bij het aan- kleden. Voorzichtig geschat was omstreeks 1900 bijna 45 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking werkzaam in huishoudelijke diensten. Rechten hadden zij niet, alleen plichten, hun opgelegd door de heer en vrouw des huizes, die volkomen gezag over hen hadden. Gatske de Jong van het Korte Bleekerspad bijvoorbeeld werd op haar tiende jaar door haar ouders uitbesteed. Tien jaar werkte zij voor dezelfde familie, eerst voor 2 3 Van gunst naar echt Singel 1–49 Singel 1–43 Ǟ 1 43 Stromarkt Koggestraat Korte Korsjespoortsteeg Korte 1 3 5 7a–9 11 13 15 17 19 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 43a–g Het Singel knooppunt. Langs het Singel werd een hele serie markten geacht voor de protestantse dienst, die bepaald wordt door Door de stadsuitbreidingen van 1585 en 1613 veranderde het gehouden – de Stromarkt, de Beschuitmarkt, de Appelmarkt, de prediking en de schriftlezing. Rond de helft van de ruimte Singel drastisch van karakter. De stadsmuur werd vanaf de Garnalenmarkt – die allemaal door schuiten werden liep een brede omgang met twee oplopende galerijen. 1601 afgebroken en de vestinggracht veranderde geleidelijk bediend. Waterschuiten voeren af en aan naar de brouwerijen Daar- door was de kansel voor alle kerkgangers goed zicht- in een woongracht. Aan de westkant kwamen nieuwe erven aan de Brouwersgracht, de veerdiensten moesten er door- baar. De classicistische architectuur met rechthoekige vrij, die spoedig werden verkocht, vooral aan prominente heen, de melkschuiten uit Waterland, en spoedig daarna vensters en de inrichting waren zeer sober, in overeenstem- Singel Singel bewoners van de binnenstad die al langer om ruimte verlegen ook al het bouwverkeer naar de nieuwe grachten. Dat leidde ming met de protestantse gedachte. Van de weinige versierin- hadden gezeten. De huizen en bedrijfspanden aan de oost- tot veel stremmingen en oponthoud. Toen in 1617 de sluis- gen die Dortsman voor de lantaarn op de koepel in gedachten kant, die altijd in de schaduw van de stadsmuur hadden constructie alweer moest worden vernieuwd en het verkeer had, werd alleen de zwaan, als symbool van Maarten Luther, gestaan, zagen opeens uit over een breed water tussen bijna helemaal stil kwam te liggen, besloot de stad tot de op de spits uitgevoerd. Boven de hoofdingang was de tekst stenen kaden, beplant met ‘loof-rijcke linde-boomen’. aanleg van een tweede doorgang, de Eenhoornsluis, in het ‘Laet ons in ’t Huys des Heeren gaen’ (psalm 122,1) aange- Het was de bedoeling dat het Singel in bebouwing en verlengde van de Prinsengracht. De huidige Haarlemmersluis bracht. allure bij de grachtengordel zou aansluiten. Die ambitie blijkt dateert van 1681; de brug is gebouwd in 1809 en werd in uit de wijziging van de naam, in 1616, in ‘Koningsgracht’, 1879 verbreed voor de paardentram. Op 18 september 1822 brandde de kerk bijna volledig af. maar die naam sloeg niet aan. Het Singel bleef onmiskenbaar Alleen het muurwerk bleef overeind. De adviseurs van de achter bij de Heren- en de Keizersgracht. De erven waren Beerenburg bouwcommissie, T.F. Suys en J. de Greef, konden de inge- minder diep, waardoor er geen echt grote huizen konden Op de Stromarkt werd tot 1627 daadwerkelijk stro verhan- zonden herbouwplannen niet waarderen. Zij zagen meer worden gebouwd. De kaden werden bovendien het werk- deld. Verder werd hier op maandagen de Schagermarkt in hun eigen plan, dat na de nodige vereenvoudigingen werd terrein van drukke veerdiensten en bedrijvige markten. gehouden, waar vooral graan uit het noorden van Holland aanvaard. Op 18 september 1826 werd de herbouwde kerk Bij de stadsuitbreiding van 1585 verloor de Haarlemmer- werd verhandeld. In 1662 verhuisde de Schagermarkt naar de ingewijd. De omgang is nu symmetrisch, de koepel werd iets poort aan de kop van de Nieuwendijk zijn functie. Er kwam Herengracht tussen de Oude Leliestraat en de Blauwburgwal. verhoogd en de lantaarn wordt door een koepeltje bekroond. een nieuwe poort bij de Herenmarkt, maar die moest het veld In het huis Stromarkt 9 vestigde zich in 1724 de wijnkoper Ronde Lutherse Kerk. Singel 7 B-D gaat ten onrechte door voor het smalste huis van Binnen is de koepel voorzien van cassetten en de Dorische ruimen bij de uitleg van 1613. De defi nitieve Haarlemmerpoort en kruidenhandelaar Hendrick Beerenburg (1680/85-1748), Op de voorgrond de Haarlem- Amsterdam. In werkelijkheid is het de achteruitgang van het zuilen uit de tijd van Dortsman zijn vervangen door pilaren mer sluis, links de Stromarkt. verrees aan het eind van de Haarlemmerdijk in de nieuwe die veel van zijn waar betrok uit Venetië. De gevel wordt Ingekleurde litho, ca. 1860, pand Jeroenensteeg 4, dat drie vensters breed is. van de voor een kerk meer passend geachte Ionische orde. fortifi catie, een kilometer verderop.
Recommended publications
  • Aanwijzing Als Beschermd Stadsgezicht Amsterdam Binnen De Singelgracht
    OCW, VROM – Monumentenwet 1988 Aanwijzing als beschermd stadsgezicht Amsterdam binnen de Singelgracht 29 januari 1999/nr. U99/583 11-1983), ’Burgwallen Oude Zijde’ (16- e 1 Tekening en toelichting liggen ter inzage bij de Rijks- 11-1983), ’Burgwallen Oude Zijde, 3 dienst voor de Monumentenzorg, Broederplein 41, 3703 De Staatssecretaris van Onderwijs, Cul- herziening’ (22-2-1995), ’Jordaan’ (22-6- CD Zeist. Deze stukken zijn ook telefonisch op te vra- gen via 030-6983289. tuur en Wetenschappen en de Minister 1972), ’Haarlemmerbuurt’(26-8-1981), van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ’Bickerseiland 1982’ (20-10-1982), ’Bic- Op grond van artikel 7:1 van de Alge- Ordening en Milieubeheer, kerseiland 1997’ (1-10-1997), ’Prinsenei- mene wet bestuursrecht kan eenieder Overwegende: land’ (28-11-1984), ’Realeneiland’(1-7- binnen zes weken na de dag waarop het dat de binnenstad van Amsterdam nog 1981), ’Planciusbuurt’ (7-3-1984), aangevallen besluit bekend is gemaakt, goed zijn ontwikkelingsgeschiedenis ’Droogbak’ (5-11-1987), ’Bethaniën- een bezwaarschrift indienen bij het weerspiegelt en overwegend uit histo- buurt 1994’ (1-11-1995), ’IJ-oevers’ (14- bestuursorgaan dat het besluit heeft risch waardevolle bebouwing bestaat; 7-1994), ’Kadijken-West’ (18-4-1990), genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dat het bebouwingsbeeld en de struc- ’Czaar Peterbuurt West’ (23-10-1996), dient te worden geadresseerd aan: tuur van het gebied samenhangend en ’Konijnenstraat’ (12-11-1997), ’Keizer- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en waardevol is; straat e.o.’ (15-6-1994), ’Sint Anthonie- Wetenschappen, Cfi/FJZ, Commissie dat het gebied van algemeen belang is breestraat e.o.’ (8-4-1998), ’Winkelscen- voor de bezwaarschriften, Postbus 606, vanwege zijn schoonheid en zijn ruimte- trum De Munt’ (2-10-1996), ’Cineac’ 2700 LZ, Zoetermeer.
    [Show full text]
  • Jaarverslag Mensen Maken Amsterdam 2018
    Jaarverslag 2018 “Een fonds van Zuidoost voor Zuidoost daar moet en wil ik aan bijdragen. Niet op anderen wachten. Zelf doen! Samen Zuidoost mooier en beter maken. Voor ons zelf en om iets moois door te geven aan onze kinderen.” Glynis (donateur Fonds voor Zuidoost) Mensen maken Amsterdam Mensen Maken Amsterdam is de verzamelnaam van de lokale fondsen voor alle stadsdelen in Amsterdam. Fonds voor Oost, Fonds voor Nieuw-West, Fonds voor Noord en Fonds voor Zuidoost zijn de lokale fondsen in Amsterdam onder de overkoepelende stichting Mensen maken Amsterdam. Zij bieden een antwoord op huidige, maatschappelijke ontwikkelingen in de stad. We leven namelijk in een tijd waarin Amsterdammers steeds vaker zelf aan de slag gaan om hun buurt mooier, groener, kleurrijker en leefbaarder te maken. Deze plannen voor de buurt hebben in de meeste gevallen naast inzet en goede wil ook financiering nodig. Op dit moment bereiken publieke en private fondsen slechts een deel van de samenleving. Daarnaast hebben bestaande mogelijkheden voor financiering een lange wachttijd, een complexe procedure of streng afgebakende beleidskaders. De lokale fondsen in Amsterdam zijn een antwoord op deze drempels doordat zij zich laten kenmerken door een aantal belangrijke en onderscheidende punten: - Iedereen kan een aanvraag doen - Binnen alle thema’s en disciplines mits van betekenis voor buurt of stad - Geen ingewikkelde procedures - Elke maand indienen en binnen twee weken uitslag - De besluitvorming ligt enkel en alleen bij buurtbewoners - Snel verdelen van kleine bijdragen - De lokale fondsen verdelen én werven geld “Oost is mijn thuis in Amsterdam. Ik ben trots op Oost en ik draag Oost een warm hart toe.
    [Show full text]
  • Thuiswonende Tot -Jarige Amsterdammers
    [Geef tekst op] - Thuiswonende tot -jarige Amsterdammers Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek | Thuiswonende tot - arigen in Amsterdam In opdracht van: stadsdeel 'uid Pro ectnummer: )*) Auteru: Lieselotte ,icknese -ester ,ooi ,ezoekadres: Oudezi ds .oorburgwal 0 Telefoon 1) Postbus 213, ) AR Amsterdam www.ois.amsterdam.nl l.bicknese6amsterdam.nl Amsterdam, augustus )* 7oto voorzi de: 8itzicht 9estertoren, fotograaf Cecile Obertop ()) Onderzoek, Informatie en Statistiek | Thuiswonende tot - arigen in Amsterdam Samenvatting Amsterdam telt begin )* 0.*2= inwoners met een leefti d tussen de en aar. .an hen staan er 03.0)3 ()%) ingeschreven op het woonadres van (een van) de ouders. -et merendeel van deze thuiswonenden is geboren in Amsterdam (3%). OIS heeft op verzoek van stadsdeel 'uid gekeken waar de thuiswonende Amsterdammers wonen en hoe deze groep is samengesteld. Ook wordt gekeken naar de kenmerken van de -plussers die hun ouderli ke woning recent hebben verlaten. Ruim een kwart van de thuiswonende tot -jarigen woont in ieuw-West .an de thuiswonende tot en met 0*- arige Amsterdammers wonen er *.=** (2%) in Nieuw- 9est. Daarna wonen de meesten in 'uidoost (2.)A )2% van alle thuiswonenden). De stadsdelen Noord en Oost tellen ieder circa 1.2 thuiswonenden ()1%). In 9est zi n het er circa 1. ()0%), 'uid telt er ruim .) ())%) en in Centrum gaat het om .) tot en met 0*- arigen (2%). In bi lage ) zi n ci fers opgenomen op wi k- en buurtniveau. Driekwart van alle thuiswonende tot en met 0*- arige Amsterdammers is onger dan 3 aar. In Nieuw-9est en Noord is dit aandeel wat hoger (==%), terwi l in 'uidoost thuiswonenden vaker ouder zi n dan 3 aar (0%).
    [Show full text]
  • Activiteiten-2017.Pdf (1.55MB)
    Jaarverslag 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 3 2. Toezicht in 2017 .......................................................................................................................... 5 3. Algemeen ..................................................................................................................................... 7 3.1 Ontwikkelingen ........................................................................................................................ 7 3.1.1 Samenwerking basisvoorzieningen ..................................................................................... 7 3.1.2 Samenwerking basisvoorzieningen en Alliantie Wijkzorg ................................................... 7 3.1.3 Stedelijke samenwerking ..................................................................................................... 8 3.1.4 Schuldhulpverlening ............................................................................................................ 8 3.1.5 Bereikbaarheid .................................................................................................................. 10 3.2 Kwaliteit ................................................................................................................................. 10 3.2.1 Certificering ....................................................................................................................... 10 3.2.2
    [Show full text]
  • Neighbourhood Liveability and Active Modes of Transport the City of Amsterdam
    Neighbourhood Liveability and Active modes of transport The city of Amsterdam ___________________________________________________________________________ Yael Federman s4786661 Master thesis European Spatial and Environmental Planning (ESEP) Nijmegen school of management Thesis supervisor: Professor Karel Martens Second reader: Dr. Peraphan Jittrapiro Radboud University Nijmegen, March 2018 i List of Tables ........................................................................................................................................... ii Acknowledgment .................................................................................................................................... ii Abstract ................................................................................................................................................... 1 1. Introduction .................................................................................................................................... 2 1.1. Liveability, cycling and walking .............................................................................................. 2 1.2. Research aim and research question ..................................................................................... 3 1.3. Scientific and social relevance ............................................................................................... 4 2. Theoretical background ................................................................................................................. 5 2.1.
    [Show full text]
  • Leo Oorschot Full Paper I ... Option.Pdf
    Delft University of Technology Is all-electric an option? About retrofitting and gentrification of pre-war tenement apartment blocks in Amsterdam Oorschot, Leo Publication date 2017 Document Version Accepted author manuscript Published in Cities, Communities and Homes: Is the Urban Future Livable? Citation (APA) Oorschot, L. (2017). Is all-electric an option? About retrofitting and gentrification of pre-war tenement apartment blocks in Amsterdam. In Cities, Communities and Homes: Is the Urban Future Livable? Architecture_MPS. Important note To cite this publication, please use the final published version (if applicable). Please check the document version above. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim. This work is downloaded from Delft University of Technology. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to a maximum of 10. CONFERENCE: CITIES, COMMUNITIES AND HOMES: IS THE FUTURE LIVABLE? Architecture MPS Liverpool University of Derby Derby 22-23 June, 2017 IS ALL-ELECTRIC AN OPTION? ABOUT RETROFITTING AND GENTRIFICATION OF PRE-WAR TENEMENT APARTMENT BLOCKS IN AMSTERDAM Author: DR IR LEO OORSCHOT Institution: DELFT UNIVERISTY OF TECHNOLOGY This article by the TU Delft Research Group Beyond the Current (Vincent Gruis, Thijs Asselbergs, Wessel de Jonge) was written after consultations with housing associations: Eigen Haard and Haag Wonen and architects Van Schagen Architecten, INBO architecten, and Hooyschuur architecten.
    [Show full text]
  • Proefschrift MG.Indb
    Demetrio Muñoz Capturing value increase in urban redevelopment a study of how the economic value increase in urban redevelopment can be used to finance the necessary public infrastructure and other facilities Capturing value increase in urban redevelopment A study of how the economic value increase in urban redevelopment can be used to fi nance the necessary public infrastructure and other facilities Capturing value increase in urban redevelopment A study of how the economic value increase in urban redevelopment can be used to fi nance the necessary public infrastructure and other facilities An Academic essay in Management Sciences Doctoral Thesis to obtain the degree of doctor from Radboud University Nijmegen on the authority of the Rector Magnifi cus prof. dr. S.C.J.J. Kortmann, according to the decision of the council of deans to be defended in public on Monday November 22, 2010 at 13.30 hours by Demetrio Muñoz Gielen Born on May 20, 1970 in Málaga (Spain) Supervisor: Prof. dr. B. Needham Doctoral Thesis Committee: Prof. dr. ir. G.R.W. de Kam Prof. dr. J. Roca (Politecnic University of Catalonia, Barcelona) Prof. dr. M. Oxley (De Montfort University, Leicester) A word of thanks is given here to the OTB Research Institute for the Built Environ- ment (Delft University of Technology), which invested much in making possible this Doctoral Thesis. Also, thanks are due for fi nancial assistance given by the Dutch government (Habiforum Program Innovative Land Use), and by the Delft Centre for Sustainable Urban Areas (Delft University of Technology). Het verhalen van waardestijging in stedelijke herstructurering Een studie over de manier waarop de economische waardestijging in stedelijke herstructurering gebruikt kan worden om de benodigde openbare infrastructuur en faciliteiten te betalen Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Managementwetenschappen Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnifi cus prof.
    [Show full text]
  • 20121130 Visie Op Monumenten Concept
    Visie op Monumenten CONCEPT Inhoud Managementsamenvatting ........................................................................................................ 2 1. Inleiding ................................................................................................................................. 5 2. Wettelijk kader ....................................................................................................................... 6 Modernisering Monumentenzorg (MoMo) ............................................................................. 6 Monumentenwet 1988........................................................................................................... 6 BRIM...................................................................................................................................... 6 Besluit huurprijzenwet woonruimte ....................................................................................... 7 Besluit Beheer Sociale-Huursector ....................................................................................... 7 Regeerakkoord...................................................................................................................... 8 3. Visie op monumenten............................................................................................................ 9 Monumenten zijn waardevol ................................................................................................. 9 Onze monumenten...............................................................................................................
    [Show full text]
  • Afgeschermde Woondomeinen in Nederland’ in De Verdieping Hebben We Enkele Vragen Opgenomen Die Kunnen Helpen De Benodigde Afwegingen Te Maken
    De bevindingen in deze studie geven geen aanleiding voor drastische aan­ passingen in het ruimtelijk en volkshuisvestingsbeleid. Momenteel maken gemeenten en marktpartijen van geval tot geval in overleg afwegingen. De grotere bewegingsvrijheid die zij de laatste jaren in het ruimtelijk en woningmarktbeleid hebben gekregen, biedt daartoe ruime mogelijkheden. Omdat de ontwikkeling van besloten woondomeinen naar verwachting doorzet en omdat verscheidene afgeschermde domeinen ook gezamenlijk invloed kunnen hebben op hun omgeving (op hoger schaalniveau), zijn de Verdieping afwegingen die gemeenten en marktpartijen maken echter wel gebaat bij een visie op afscherming die verder strekt dan beslissingen van project tot project. De bevindingen uit deze studie bieden een aanzet voor een derge­ lijke visie; in het hoofdstuk ‘Afgeschermde woondomeinen in Nederland’ in de Verdieping hebben we enkele vragen opgenomen die kunnen helpen de benodigde afwegingen te maken. Welk doel dient afscherming bijvoor­ beeld precies? Wie is ermee gediend? En zijn combinaties van afscherming en openstelling mogelijk? afgeschermde woondomeinen in nederland 22 Afgeschermde woondomeinen Afgeschermde woondomeinen 1. Ook in België wordt de ont­ wikkeling van afgeschermd wonen vaak gepresenteerd als de opkomst van de gated community. Claessens (2007) stelt dat het in België in verge­ In dit eerste hoofdstuk van de Verdieping maken we duidelijk wat we verstaan lijking met bijvoorbeeld de onder ‘afgeschermde woondomeinen’. We kijken daarvoor eerst naar het Verenigde Staten gaat om een ruimtelijk debat over dit onderwerp, waarin regelmatig wordt gerefereerd gematigd fenomeen. Niettemin aan de beruchte exclusieve gated communities. Maar om wat voor soort pro­ is volgens hem wel degelijk jecten gaat het nu eigenlijk in Nederland? Daarna definiëren we wat we in sprake van een toename en deze studie onder afgeschermde woondomeinen verstaan en bakenen we verspreiding van afgeschermd het onderwerp van het onderzoek af.
    [Show full text]
  • Download De Gids Vogelen in Amsterdam
    • • Wesrel.!J k.e ei /aLAdevi Voridef park in Amsterdam Colofon Idee , orga nisati e & opzet r<NNV, afdeling Amsterdam & Vogelwe,-kgroep Amsterdam Samenste lling & redactie Ellen de Bruin, jip Louwe Kooi1mans & Gee1·t Tirnmei-mans Vo rmgevi ng Robert Heerrskerk Verspreid ings kaarten Auke Brouwer Gebied skaarten Kees van derVeer Druk Lenoirschuring, Amstelveen / 2e druk oplage 1000 Vogelen in Amsterdam is 1·espectievelijk een jubileumnumme,- van Blaadje, Jaa,-gang 25. nr; 5 en een speciale uitgave van De Gierzwaluw, jaargang 4 3, ni; 3. U wordt verzocht het boek als volgt te citeren: Bruin. E. de, J. Lauwe KooiJmans & G. Timmermans (red.), 2007. Vogelen in Amsterdam. Tweede druk. KNNV. afdeling Amster·dam & Vogelwe,--<groep Amsterdam, Amste1-dam. ISBN 90 8101 37 18 ISBN 97 8908 101 3 710 © 1007 KNNV, afdeling Amsterdam & Vogelwe rkgroep Amsterdam Niets uit deze u,tgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar ge/'f1aakt doo i- middel van druk, fotokopie, microfilm. website of op welke ande1·e wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toest emming van de KNNV, afdeling Amsterdam en de Vogelwerkgroep Amsterdam. No port of thrs book moy be reproduced in ony format by print. photoco py. micro(l/m, website or bv any otner 1-r;eans without •he ·,vnuer pem1ission fiom rhe KNNV. o(deling Amsterda m ond the Vogelwerkgroep Amsterdam. in Amsterdam ,1 Ellen de Bruin Jip Louwe Kooijmans Geert Timmermans Vogelen in Amsterdam Inh oud 6 Voorwoord 60 Brettenzone & Spaarnwoude 7 Stads vogels 62 Osdorper polders 13 Karaktersoorten 64 Schiphol 28
    [Show full text]
  • Progress and Stagnation of Renovation, Energy Efficiency, and Gentrification of Pre-War Walk-Up Apartment Buildings in Amsterdam
    sustainability Article Progress and Stagnation of Renovation, Energy Efficiency, and Gentrification of Pre-War Walk-Up Apartment Buildings in Amsterdam Since 1995 Leo Oorschot and Wessel De Jonge * Heritage & Design, Section Heritage & Architecture, Department of Architectural Engineering & Technology, Faculty of Architecture and the Built Environment, Delft University of Technology, Julianalaan 134, 2628BL Delft, The Netherlands; [email protected] * Correspondence: [email protected] Received: 1 February 2019; Accepted: 22 April 2019; Published: 5 May 2019 Abstract: Increasing the energy efficiency of the housing stock has been one of the largest challenges of the built environment in the Netherlands in recent decades. Parallel with the energy transition there is an ongoing revaluation of the architectural quality of pre-war residential buildings. In the past, urban renewal was traditionally based on demolition and replacement with new buildings. This has changed to the improvement of old buildings through renovation. Housing corporations developed an approach for the deep renovation of their housing stock in the period 1995–2015. The motivation to renovate buildings varied, but the joint pattern that emerged was quality improvement of housing in cities, focusing particularly on energy efficiency, according to project data files from the NRP institute (Platform voor Transformatie en Renovatie). However, since 2015 the data from the federation of Amsterdam-based housing associations AFWC (Amsterdamse Federatie Woningcorporaties) has shown the transformation of pre-war walk-up apartment buildings has stagnated. The sales of units are slowing down, except in pre-war neighbourhoods. Housing associations have sold their affordable housing stock of pre-war property in Amsterdam inside the city’s ring road.
    [Show full text]
  • Kwaliteit En Voortgang Van Het Wijkveiligheidsbeleid in Amsterdam Con Cept
    Kwaliteit en voortgang van het wijkveiligheidsbeleid in Amsterdam Con cept Amsterdam, 23 januari 19 98 Marije van Barlingen Bram van Dijk Robert van Overbeeke Met medewerking van: Imanda van Drimmelen Marieke van Maanen Julia Mölck Kwaliteit en voortgang van het wijkveiligheidsbeleid in Amsterdam Concept Amsterdam, 23 jan uari 1998 Marije van Barlingen Bram van Dijk Robert van Overbeeke Met medewerking van: Imanda van Drimmelen Marieke van Maanen Julia Mölck Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Geschiedenis van het veiligheidsbeleid 3 1.2 Evaluatie van wijk- en buurtprojecten veiligheid 5 2 Inventarisatie van wijk- en buurtprojecten 7 2.1 Overzicht totaal aantal projecten 7 2.2 Ontwikkeling van het aantal projecten per thema 7 3 Kwaliteit van het veiligheidbeleid 9 3.1 Huidige wijk- en buurtprojecten veiligheid 9 3.1. 1 Voortgang 9 3.1.2 Samenwerking 9 3.1.3 Organisatie 10 3.1.4 Algemeen oordeel respondenten 10 3.1.5 Randvoorwaarden voor succes 10 3.2 Buurtbeheer toen en nu 11 3.2.1 Voortgang 11 3.2.2 Samenwerkin g 12 3.2.3 Organisatie en knelpunten 12 3.2.4 Effecten 12 3.2.5 Succesfactoren uit 'Typisch Buurtbeheer' 13 4 Evaluatie stadsdeelveiligheidplannen 1 4 4.1 Opzet 14 4.2 Schets geografische en demografische positie, visie stadsdeel 15 4.3 Beschrijving con crete objectieve en subjectieve veiligheid 16 4. 4 Oorzaken, achtergronden, slachtoffers, daders en plekken 16 4. 5 Aanpak per probleem 16 4.6 Meetbare doelen, registratie en evaluatie 16 4.7 Prioriteiten stellen en overzicht van beschikbare middelen per probleem 17 4. 8 Relevante (beleidslstukken, uitwerkin gen en plannen 17 4.9 Integraliteit en het benoemen van participanten 17 4.
    [Show full text]