ZITTING 1957—1958 — 5117

Wijziging van de grens lussen de provinciën en en tussen enkele aan weerszijden van die grens gelegen gemeenten

KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nr. 1

ONTWERP VAN WET

Nr. 2

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van WIJ JULIANA, BIJ DE ORATIE GODS, KONINGIN DER NEDER- Wet tot wijziging van de grens tussen de provinciën Gelderland LANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. en Utrecht en tussen enkele aan weerszijden van die grens ge- legen gemeenten. Allen, die deze zullen zien of horen Ic/.en, saluut! doen te weten: De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsontwerp vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. is over te gaan tot: 1. het wijzigen van de grens tussen: Soestdijk, 28 maart 1958. a. de gemeente Hoevelaken en de gemeenten Hoogland, JULIANA. Nijkerk, Stoutenburg en : b. de gemeenten Amersfoort en Hoogland; c. de gemeenten Barneveld en Stoutenburg; d. de gemeente Scherpenzecl en de gemeenten Renswou- de en ; e. de gemeente Veenendaal en de gemeenten Ede, en ; ƒ. de gemeente Rhenen en de gemeenten Ede en Wage- ningen; g. de gemeente Maurik en de gemeenten en . 2. het veranderen van de grens tussen de provinciën Gel- derland en Utrecht in verband met de hiervoor bedoelde wijzi- ging van gemeentegrenzen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met ge- meen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I Algemene bepaling Artikel 1. In deze wet wordt onder „datum van grenswij- ziging" verstaan 1 januari 1959.

HOOFDSTUK II Grensomschrijvingen Artikel 2. Bij de gemeente Amersfoort worden gevoegd: a. het gedeelte van de gemeente Hoogland liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het ontmoetings- punt van de bestaande grens tussen de gemeenten Amersfoort en Hoogland met de noordelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Hoogland, sectie D, nr. • 558a (Koperwetering), volgt zij deze grens èn de noordgrens van het perceel gemeente Hoogland, sectie D, nr. 1446, tot de oostelijke grens van dit perceel, loopt daarna in zuidoostelijke richting langs deze oostelijke grens tot de oostgrens van het perceel, gemeente Hoogland, sectie D, nr. 1374 (Zwarteweg), volgt voorts deze grens in hoofdzakelijk zuidoostelijke richting tot de noordgrens van het perceel, gemeente Hoogland, sectie Aan D, nr. 1373 en volgt voorts in oostelijke richting deze grens, de Tweede Kamer der Staten-Generaal alsmede de noordelijke grens van het perceel, gemeente Hoog-

II 5117 1—4 2 land, sectie D, nr. 1449. Daarna loopt zij in zuidoostelijke meente Hoevelaken, sectie A, nr. 235, verder deze grens en richting langs de oostgrens van laatstgenoemd perceel en die voorts de oostelijke en de zuidelijke grens van het perceel, van de percelen, gemeente Hoogland, sectie D, nrs. 1451, 877 gemeente Hoevelaken, sectie A, nr. 295, tot de bestaande en 1453, tot de bestaande grens tussen de gemeenten Amcrs- grens tussen de gemeenten Hoogland en Hoevelaken. Daarna foort en Hoogland. Daarna volgt zij die gemeentegrens in volgt zij deze gemeentegrens in noordelijke richting, tot het hoofdzakelijk westelijke richting tot haar ontmoetingspunt met punt waar de zuidwestelijke grens van het perceel, gemeente de noordelijke grens van het perceel, gemeente Hoogland, Hoevelaken, sectie A, nr. 483, de bestaande grens tussen de sectie D, nr. 558« (Kopcrwetcring); gemeenten Hoogland .en Hoevelaken ontmoet; b, het gedeelte van de gemeente Hoevelaken (ten zuiden d. het gedeelte van de gemeente Hoevelaken, kadastraal van de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn), liggende binnen de bekend gemeente Hoevelaken, sectie A, nr. 489 (Scheidings- hierna omschreven lijn: aanvangende bij het zuidwestelijke weg). hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Hoe- velakcn, sectie C, nr. 395 (spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn), Artikel 4. Bij de gemeente Nijkerk wordt gevoegd: volgt zij de zuidelijke grens van dit perceel tot het ontmoctings- het gedeelte van de gemeente Hoevelaken, kadastraal bekend punt met de grens tussen de gemeenten Amersfoort en Hoeve- gemeente Hoevelaken, sectie A, nrs. 483 en 491 (de helft van laken en verder deze grens eerst in hoofdzakelijk zuidwcste- de Laak). lijke, daarna in noordwestelijke en vervolgens in noordooste- lijkc richting tot het zuidwestelijke hoekpunt van het perceel, Artikel 5. Bij de gemeente Hoevelaken worden gevoegd: gemeente Hoevelaken, sectie C, nr. 395. a. het gedeelte van de gemeente Hoogland (nabij het ver- Artikel 3. Bij* de gemeente Hoogland worden gevoegd: keersplein bij „Vinkenhoef"), liggende binnen de hierna om- schreven lijn: aanvangende bij het punt, waar de bestaande o. het gedeelte van de gemeente Amersfoort (nabij de Ecm), grenzen van de gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Hoog- liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij Iand samenkomen, volgt zij de bestaande grens tussen de het ontmoetingspunt van de bestaande grens tussen de gc- gemeenten Amersfoort en Hoogland tot de westgrens van het meentcn Hoogland en Amersfoort met de grens tussen de per- perceel, kadastraal bekend gemeente Hoogland, sectie C, nr. celen, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie D, nrs. 975, dan deze westgrens en die van de percelen gemeente 5970 en 5971, volgt zij deze perceelsgrens in zuidwestelijke Hoogland sectie C, genummerd 973, 970 en 955 tot de zuid- richting en daarna de zuidoostelijke grens van de percelen, westelijke grens van het perceel, gemeente Hoogland, sectie gemeente Amersfoort, sectie D, nrs. 6507 en 6509. Voorts C, nr. 948 (rijksweg nr. 1); voorts laatstgenoemde grens in volgt zij in noordwestelijke richting de zuidwestelijke grens van noordwestelijke richting, dan de noordwestelijke grens van de percelen, gemeente Amersfoort, sectie D, nrs. 6509, 5712 laatstgenoemd perceel en vervolgens in oostelijke richting de en 6506, tot de bestaande grens tussen de gemeenten Hoogland zuidgrens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Hoog- en Amersfoort. Daarna volgt zij genoemde gemeentegrens, land, sectie C, nr. 983, daarna achtereenvolgens de westgrens eerst in noordelijke, dan in zuidoostelijke, voorts weer in en de noordgrens van het perceel, gemeente Hoogland, sectie C, noordelijke, en daarna in hoofdzakelijk oostelijke richting tot nr. 984, tot de westgrens van het perceel, gemeente Hoogland, haar ontmoetingspunt met de grens tussen de percelen, ge- sectie C, nr. 932 (rijksweg nr. 28). Daarna volgt zij laatst- meente Amersfoort, sectie D, nrs. 5970 en 5971; genoemde grens in noordoostelijke richting tot de westgrens b. het gedeelte van de gemeente Amersfoort (ten oosten van van het perceel, gemeente Hoogland, sectie C, nr. 929, dan de Liendertseweg en ten noorden van de spoorweg Amersfoort- deze grens in noordoostelijke richting tot de grens tussen de Apeldoorn) liggende binnen de hierna omschreven lijn: aan- gemeenten Hoevelaken en Hoogland en tenslotte die gemeen- vangende bij het punt waar de grens tussen de percelen, tegrens, in hoofdzakelijk zuidelijke richting, tot het punt, waar kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie A, genummerd de grenzen der gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Hoog- 3614 en 3615, de bestaande grens tussen de gemeenten Amers- land samenkomen; foort en Hoogland ontmoet, volgt zij in zuidelijke richting de b. het gedeelte van de gemeente Amersfoort, (nabij de oostgrens van de percelen gemeente Amersfoort, sectie A, buurtschap „Vinkenhoef"), liggende binnen de hierna om- nrs. 3614 en 3617 en vervolgens in westelijke richting de schreven lijn: aanvangende bij het punt waar de bestaande zuidgrens van laatstgenoemd perceel en van het perceel ge- grenzen der gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Hoogland meente Amersfoort, sectie A, nr. 1263 (spoorweg Amers- samenkomen, volgt zij de grens tussen de gemeenten Hoeve- foort-Apcldoorn) tot de oostgrens van het perceel, gemeente laken en Amersfoort tot de zuidelijke grens van het perceel Amersfoort, sectie A, nr. 1249, dan deze grens in zuidelijke kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie A, nr. 3003 richting, alsmede de zuidelijke grens van laatstgenoemd per- (spoorweg Amersfoort-Apeldoorn), dan in westelijke rich- ceel en vervolgens de zuidelijke grens van het perceel, gemeen- ting deze grens tot de oostelijke grens van het perceel, ge- te Amersfoort, sectie A, nr. 3210 (spoorweg), tot de bestaan- meente Amersfoort, sectie A, nr. 3667 en de noordgrens van de grens tussen de gemeenten Amersfoort en Hoogland. Daar- dit perceel tot het meest oostelijk gelegen hoekpunt van het na volgt zij deze gemeentegrens, eerst in hoofdzakelijk perceel, gemeente Amersfoort, sectie A, nr. 1309 (spoor- noordelijke, dan in oostelijke, voorts in hoofdzakelijk zuide- weg). Daarna volgt zij de zuidelijke grens van dit perceel tot lijke en tenslotte weer in oostelijke richting tot het ontmoe- de oostelijke grens van het perceel, gemeente Amersfoort, tingspunt met de grens tussen de percelen, gemeente Ame;s- sectie A, nr. 1278, dan achtereenvolgens deze grens in noord- foort, sectie A, genummerd 3614 en 3615; oostelijke richting de noordelijke grens van laatstgenoemd perceel en de zuidgrens van de percelen, gemeente Amers- c. het meest noordelijke gedeelte van de gemeente Hoeve- foort, sectie A, nrs. 3619 en 3620, tot de westgrens van het laken, liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvan- perceel, gemeente Amersfoort, sectie A, nr. 3619 (spoorweg gende bij het meest noordelijke hoekpunt van het perceel, Amersfoort—Apeldoorn). Vandaar uit volgt zij in noordelijke gemeente Hoevelaken, sectie A, nr. 25, waar de zuidwesie- richting deze grens en de grens tussen de percelen gemeente lijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie A, nrs. 3614 en 3615 tot de grens tussen Hoevelaken, sectie A, nr. 483, de bestaande grens tussen de c!c gemeenten Amersfoort en Hoogland en tenslotte deze gemeenten Hoogland en Hoevelaken ontmoet, volgt zij grens in oostelijke richting tot het punt, waar de grenzen der laatstgenoemde perceelsgrens tot de noordwestelijke grens van gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Hoogland samenkomen; het perceel, gemeente Hoevelaken, sectie A, nr. 490 (spoor- wcg Amersfoort-Zwolle). Vandaar volgt zij achtereenvolgens c. het in het uiterste noordoosten gelegen gedeelte van de de noordoostelijke en de zuidoostelijke grens van het perceel, gemeente Amersfoort, liggende binnen de hierna omschre- gemeente Hoevelaken, sectie A, nr. 490 (spoorweg Amers- vcn lijn: aanvangende bij het punt waar de bestaande grenzen foort-Zwolle), tot de oostelijke grens van het perceel, ge- van de gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Stoutenburg 3 samenkomen, volgt zij de grens tussen de gemeenten Amcrs- Artikel 7. Bij de gemeente Scherpenzccl worden gevoegd: foort en Stoutenburg tot de zuidelijke grens van het perceel, a. het gedeelte van de gemeente Woudenberg, liggende kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie A, nr. 1223 binnen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het punt, (spoorweg Amersfoort-Apeldoorn), dan deze perccelsgrcns waar de bestaande grenzen der gemeenten Woudenberg, tot de bestaande grens tussen de gemeenten Hoevelaken en Scherpenzccl en Rcnswoude samenkomen, volgt de lijn deze Amersfoort; vervolgens deze gemeentegrens, eerst in noordc- grens tussen de gemeenten Woudenberg en Rcnswoude ach- lijke dan in oostelijke richting, tot het punt waar de bestaande tcreenvolgens hoofdzakelijk in zuidelijke, in oostelijke en grenzen van de gemeenten Hoevelaken, Amersfoort en Stou- wederom in zuidelijke richting tot de noordelijke grens van tenburg samenkomen; het perceel, gemeente Woudenberg, sectie C, nr. 1105 (Lun- cl. het gedeelte van de gemeente Ameistoort, kadastraal tersche beek) en daarna de noordelijke grens van dit perceel bekend gemeente Amersfoort, sectie A, nr. 1224; in hoofdzakelijk westelijke richting tot het ontmoetingspunt met de oostgrens van het perceel, gemeente Woudenberg, e. het gedeelte van de gemeente Stoutenburg, (ten noorden sectie C, nr. 1057. Vandaar volgt zij de noordoostelijke grens van de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn), liggende binnen de van dit perceel (Valleikanaal) in noordwestelijke richting tot hierna omschreven lijn: aanvangende bij het punt, waar de het ontmoetingspunt niet de oostelijke grens van het perceel, bestaande grenzen van de gemeenten Hoevelaken, Barneveld gemeente Woudenberg, sectie C, nr. 996 (Valleikanaal), ver- en Stoutenburg samenkomen, volgt zij de grens tussen de ge- volgens de noordoostelijke grens van laatstgenoemd perceel meenten Stoutenburg en Barneveld tot de zuidelijke grens van in hoofdzakelijk noordwestelijke richting tot het ontmoetings- het perceel, kadastraal bekend gemeente Stoutenburg, sectie punt met de zuidoostelijke grens van het perceel, gemeente A, nr. 763, (spoorweg Amersfoort-Apeldoorn) en vandaar Woudenberg, sectie C, nr. 1015. Daarna volgt zij deze per- in westelijke richting deze grens tot het ontmoetingspunt met ceelsgrens in noordoostelijke richting en vervolgens in noor- de bestaande grens tussen de gemeenten Stoutenburg en delijkc richting en de westelijke grens van het perceel, gemeen- Amersfoort. Daarna volgt zij genoemde gemeentegrens in tc Woudenberg, sectie C, nr. 1109 (rijksweg 24). Voorts volgt noordelijke richting tot het punt waar de grenzen tussen de zij in oostelijke richting de noordgrens van laatstgenoemd per- gemeenten Hoevelaken, Stoutenburg en Amersfoort samen- ceel tot het meest westelijke hoekpunt van het perceel, gemeen- komen en vandaar uit de bestaande grens tussen de gemcen- te Woudenberg, sectie C, nr. 1111. Vandaar volgt zij in noord- ten Hoevelaken en Stoutenburg tot het punt, waar de gren- oostelijke richting de noordwestgrens van de percelen, ge- zen der gemeenten Hoevelaken, Barneveld en Stoutenburg sa- meentc Woudenberg, sectie C, nrs. 1111, 1113, 1115 en 805, menkomen. tot aan de grens der kadastrale secties A en C van de gemeente Woudenberg en vervolgens deze sectiegrens in zuidoostelijke richting tot de bestaande grens tussen de gcmecnlcn Schcrpe;i- Artikel 6. Bij de gemeente Stoutenburg worden gevoegd: zecl en Woudenberg en ten slotte deze gemeentegrens eerst in zuidwestelijke dan in hoofdzakelijk oostelijke richting, tot het a. het gedeelte van de gemeente Barneveld, liggende bin- punt, waar de bestaande grenzen der gemeenten Woudenberg, ncn de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het onlmoc- Scherpenzecl en Renswoude samenkomen; tingspunt van de bestaande grens tussen de gemeenten Stou- tenburg en Barneveld en de noordelijke grens van het per- b. het gedeelte van de gemeente Rcnswoude, liggende bin- ceel, kadastraal bekend gemeente Barneveld, sectie E, nr. nen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het punt, waar 1705, (Modderbeek), volgt zij in hoofdzakelijk noordelijke de grenzen der bestaande gemeenten Woudenberg, Scherpen- richting genoemde gemeentegrens, tot de noordgrens van het zeel en Renswoude samenkomen, volgt de lijn de grens tussen perceel gemeente Barneveld, sectie G, nr. 2740. Daarna de bestaande gemeenten Scherpenzecl en Renswoude in hoofd- volgt zij deze noordelijke grens en de oostgrens van laatst- zakelijk oostelijke richting tot het ontmoetingspunt van deze genoemd perceel tot de noordgrens van het perceel, gemeente gemeentegrens met de oostgrens van het perceel, gemeente Barneveld, sectie G, nr. 2738; vervolgens in oostelijke rich- Rcnswoude, sectie B, nr. 724. Vandaar volgt zij de oostgrens ting deze grens en de noordgrens van de percelen, gemeente van laatstgenoemd perceel en die van het perceel, gemeente Barneveld, sectie G, achtereenvolgens genummerd 2737, 1465, Renswoude, sectie B, nr. 680 en vervolgens de oostelijke en 1657, 1658 (ged.), 1467, 1658 (ged.), 1465 en 3122 tot de daarna de zuidelijke grens van het perceel, gemeente Rcns- oostgrens van laatstgenoemd perceel. Voorts volgt zij in zuid- woude, sectie F, nr. 18, tot de oostelijke grens van het per- westelijke lichting deze oostelijke grens tot de noordgrens ceel, gemeente Renswoude, sectie F, nr. 53 (Hopescweg). van het perceel, gemeente Barneveld. sectie G, nr. 2241, Daarna volgt zij laatstgenoemde grens in zuidelijke richting en daarna in hoofdzakelijk oostelijke richting deze noordelijke vervolgens in westelijke richting, de noordelijke grens van de grens en de oostelijke grens van laatstgenoemd perceel tot aan percelen, gemeente Rcnswoude, sectie F, nrs. 52 (Hopeseweg) het ontmoetingspunt van deze grens met de noordoostelijke en 6 (Luntersche beek) tot de bestaande grens tussen de ge- grens van het perceel, gemeente Barneveld, sectie G, nr. 2886, meenten Renswoude en Woudenberg en ten slotte deze grens, vervolgens de noordoostelijke grens van de percelen, gemeente achtereenvolgens hoofdzakelijk in noordelijke, in westelijke en Barneveld, sectie G, nrs. 2886 en 2887, tot de grens tussen in noordwestelijke richting tot het punt waar de bestaande laatstgenoemd perceel en het perceel, gemeente Barneveld, grenzen der gemeenten Woudenberg, Scherpenzecl en Rens- sectie G, nr. 1503. Daarna volgt zij in hoofdzakelijk zuid- woude samenkomen. westelijke richting achtereenvolgens de noordwestelijke grens \an laatstgenoemd perceel tot de oostelijke grens van het per- Artikel 8. Bij de gemeente Renswoude worden gevoegd: ceel, gemeente Barneveld, sectie G, nr. 2252; deze pcrceels- grens tot de grens tussen de kadastrale secties E en G van de a. het gedeelte van de gemeente Scherpenzecl (nabij de gemeente Barneveld (Achterveldsc weg); deze sectiegrens tot rijksweg Utrecht—Arnhem), liggende binnen de hierna om- de westgrens van het perceel, gemeente Barneveld, sectie E, nr. schreven lijn: aanvangende bij het ontmoetingspunt van de be- 2150; vervolgens laatstgenoemde grens, alsmede de westelijke staande grens tussen de gemeenten Renswoude en Scherpen- grens van het perceel, gemeente Barneveld, sectie E, nr. 2122, zeel en de westelijke grens van het perceel, kadastraal bekend tot de noordelijke grens van het perceel, gemeente Barneveld, gemeente Schcrpenzeel, sectie C, nr. 664, volgt zij in noord- sectie E, nr. 1705 en ten slotte in hoofdzakelijk westelijke rich- oostelijke richting deze perceelsgrens, daarna de westelijke ting deze perceelsgrens tot het ontmoetingspunt met de be- grens van het perceel, gemeente Scherpenzecl, sectie C, nr. staande grens tussen de gemeenten Barneveld en Stoutenburg; 235, en de zuidwestelijke grens van het perceel nr. 688 van dezelfde gemeente en sectie, vervolgens in oostelijke richting b. het gedeelte van de gemeente Barneveld, kadastraal de noordelijke grenzen van de percelen, gemeente Schcrpenzeel, bekend gemeente Barneveld, sectie G, nr. 2742 (nabij Bar- sectie C, nrs. 688, 243, 242, nogmaals 688, 687 en 265, daar- neveldsche beek). na in zuidelijke richting de oostelijke grens van genoemd per- 4 ceel nr. 265, daarna in oostelijke richting de noordgrenzen grenzen van de gemeenten Veenendaal, Ede en Renswoude van de percelen 686 en 345 van genoemde gemeente en sectie samenkomen; tot het ontmoetingspunt met de westgrens van het perceel, ge- b. het gedeelte van de gemeente Ede, liggende binnen de meente Scherpenzeel, sectie C, nr. 303. Zij volgt daarna in hierna omschreven lijn: aanvangende bij het punt, waar de be- hoofdzakelijk zuidoostelijke richting de grens tussen enerzijds staande grenzen van de gemeenten Veenendaal, Ede en Rens- de percelen, gemeente Scherpenzeel, sectie C, nrs. 345, 460, woude samenkomen volgt zij de grens tussen de gemeenten 343, 313 en 683 en anderzijds de nrs. 303, 311, 312, nogmaals Ede en Renswoude in hoofdzakelijk noordelijke richting tot 311 en 684 tot de bestaande grens tussen de gemeenten Rens- het ontmoetingspunt van deze grens met de grens tussen de woude en Scherpenzeel en vervolgens deze gemeentegrens in percelen, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nrs. 782 hoofdzakelijk westelijke richting tot het ontmoetingspunt van en 783, daarna in oostelijke richting de noordelijke grens deze grens met de westelijke grens van het perceel, gemeente van de percelen, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, Scherpenzeel, sectie C, nr. 664; nrs. 783, 637 en 75 en vervolgens de oostelijke en de zuide- b. het gedeelte van de gemeente Scherpenzeel (buurtschap lijke grens van laatstgenoemd perceel tot het ontmoetingspunt Wittenoord) liggende binnen de hierna omschreven lijn: aan- met de oostelijke grens van het perceel, gemeente Gelders vangende bij het ontmoetingspunt van de bestaande grens Veenendaal, sectie D, nr. 78. Daarna volgt zij deze perceels- tussen de gemeenten Renswoude en Scherpenzeel en de zui- grens, en in oostelijke richting de noordgrens van het perceel, delijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nr. 791, vervolgens Scherpenzeel, sectie C, nr. 516, volgt zij in hoofdzakelijk weste- in zuidelijke richting de oostelijke grens van de percelen, lijke richting deze perceelsgrens tot het ontmoetingspunt met gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nrs. 791, 61 en 789. de zuidelijke grens van het perceel gemeente Scherpenzeel, Voorts volgt zij in westelijke richting de zuidelijke grens sectie B, nr. 273; vervolgens in oostelijke richting laatstge- van laatstgenoemd perceel tot het ontmoetingspunt van deze noemde grens en de oostgrens van laatstgenoemd perceel en grens met de westelijke grens van het perceel, gemeente daarna, eerst in westelijke, dan in noordelijke, en tenslotte Gelders Veenendaal, sectie D, nr. 56, en daarna in zuidelijke in oostelijke richting, de grens tussen de percelen, gemeente richting deze grens, alsmede de westelijke grens van de per- Scherpenzeel, sectie B, nrs. 273 en 170 enerzijds en nrs. 415, ceien, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nrs. 787 en 784 416, 275 en 335 anderzijds, tot het ontmoetingspunt met de (rijksweg 12) tot de zuidelijke grens van laatstgenoemd perceel bestaande grens tussen de gemeenten Renswoude en Schcr- en vandaar in oostelijke richting deze grens en de zuidelijke penzeel. Vandaar uit volgt zij dan deze gemeentegrens eerst grens van de percelen, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, in zuidelijke dan in hoofdzakelijk westelijke richting, tot haar nrs. 122 en 178 (rijksweg 12), tot het ontmoetingspunt met de ontmoetingspunt met de zuidgrens van het perceel, gemeente westelijke grens van het perceel, gemeente Gelders Veenendaal, Scherpenzeel, sectie B, nr. 516; sectie D, nr. 203. Daarna volgt zij deze westelijke grens in hoofdzakelijk zuidelijke richting tot de noordgrens van het per- c. het gedeelte van de gemeente Scherpenzeel (buurtschap ceel, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nr. 793 (Buurt- ,,De Lucht"), liggende binnen de hierna omschreven lijn: steeg) en vervolgens laatstgenoemde grens in westelijke richting aanvangende bij het punt, waar de bestaande grenzen van de tot de oostgrens van het perceel, gemeente Gelders Veenendaal, gemeenten Scherpenzeel, Barneveld en Renswoude samen- sectie D, nr. 792. Daarna volgt zij in zuidelijke richting de oos- komen, volgt zij de bestaande grens tussen de gemeenten Rens- telijke grens van achtereenvolgens de percelen, gemeente Gelders woude en Scherpenzeel in hoofdzakelijk zuidwestelijke richting Veenendaal, sectie D, nrs. 792, 774, 282, 776, 298, 779, 703 en tot de noordelijke grens van het perceel, kadastraal bekend 363, en verder in westelijke richting de zuidelijke grens van gemeente Scherpenzeel, sectie B, nr. 396, voorts in westelijke laatstgenoemd perceel en die van het perceel, gemeente Gelders richting deze perceelsgrens en daarna de noordelijke grens Veenendaal, sectie D, nr. 780 tot de noordoostelijke grens van van het perceel, gemeente Scherpenzeel, sectie B, nr. 406, tot het perceel, gemeente Gelders Veenendaal, sectie D, nr. 487 het ontmoetingspunt van laatstgenoemde grens met de ooste- (Bisschop Davids Grift). Daarna volgt zij genoemde noord- lijke grens van het perceel, gemeente Scherpenzeel, sectie B, nr. oostelijke grens en de noordoostelijke grens van het perceel, 421. Daarna volgt zij laatstgenoemde grens en de oostelijke gemeente Ede, kadastraal bekend gemeente , sectie grens van het perceel, gemeente Scherpenzeel, sectie B, nr. G, nr. 149, en de zuidoostelijke grens van laatstgenoemd per- 340 tot de bestaande grens tussen de gemeenten Barneveld en ceel tot het punt, waar de grenzen van de gemeenten Veenen- Scherpenzeel en vandaar genoemde gemeentegrens in hoofd- daal, Ede en Rhenen samenkomen. Vandaar uit volgt zij in zakelijk oostelijke richting tot het punt, waar de bestaande hoofdzakelijk noordwestelijke richting de bestaande grens van grenzen van de gemeenten Scherpenzeel, Barneveld en Rens- de gemeenten Veenendaal en Ede tot het punt, waar de gren- woude samenkomen. zen van de gemeenten Veenendaal, Ede en Renswoude samen- komen; Artikel 9. Bij de gemeente Veenendaal worden gevoegd: a. het gedeelte van de gemeente Renswoude, liggende bin- c. het gedeelte van de gemeente Rhenen liggende binnen nen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het punt, waar de hierna omschreven lijn: aanvangende bij het ontmoetings- de bestaande grenzen van de gemeenten Veenendaal, Ede en punt van de bestaande grens tussen de gemeenten Veenendaal Renswoude samenkomen, volgt zij de grens tussen de gemeen- en Rhenen met de grens tussen de percelen, kadastraal bekend ten Veenendaal en Renswoude in hoofdzakelijk noordwestelijke gemeente Rhenen, sectie A, nrs. 542 en 798 enerzijds en nrs. richting tot het ontmoetingspunt met de zuidoostelijke grens 435 en 436 anderzijds, volgt zij deze grens in zuidwestelijke van het perceel, gemeente Renswoude, sectie D, nr. 939. Daar- richting tot de zuidwestelijke grens van het perceel, gemeente na volgt zij achtereenvolgens laatstgenoemde grens, de zuid- Rhenen, sectie A, nr. 798. Daarna volgt zij in noordwestelijke oostelijke grens van het perceel, gemeente Renswoude, sectie richting de zuidwestgrens van achtereenvolgens de percelen, D, nr. 937. de zuidoostelijke en noordoostelijke grens van het gemeente Rhenen, sectie A, nrs. 798, 795, 794, 791, 790, 787, perceel, gemeente Renswoude, sectie D, nr. 894, en vervolgens 786, 783, 782, 779, 778, 775, 774, 771, 770, 767, 766, 763, in hoofdzakelijk noordoostelijke richting de zuidoostelijke grens 762, 759, 758, 755, 754, 751, 750, 747, 746, 743, 742, 739, van de percelen, gemeente Renswoude, sectie D, achtereenvol- 738, 735, 734 en 731 tot de oostelijke grens van het perceel, ge- gens genummerd 893, 891, 832, 941 (rijksweg 12), 953, 951, meente Rhenen, sectie A, nr. 496. Vandaar volgt zij in noord- 949, 947, 945 en 943, tot de zuidelijke grens van het perceel, oostelijke richting de oostelijke en vervolgens de noordelijke gemeente Renswoude, sectie D, nr. 899 (spoorweg Utrecht— grens van laatstgenoemd perceel, alsmede de noordelijke grens Arnhem). Zij volgt dan laatstgenoemde grens in hoofdzakelijk van het perceel, gemeente Rhenen, sectie A, nr. 497 en daarna oostelijke richting tot de bestaande grens tussen de gemeenten wederom in noordoostelijke richting de oostelijke grens van Renswoude en Ede en daarna deze gemeentegrens in hoofd- het perceel, gemeente Rhenen, sectie A, nr. 491, tot de be- zakelijk zuidelijke richting tot het punt waar de bestaande staande grens tussen de gemeenten Veenendaal en Rhenen. 5

Hierna volgt zij deze gemeentegrens hoofdzakelijk in zuid- Artikel 13. Bij de gemeente Maurik worden gevoegd: oostelijke richting tot de zuidoostelijke grens van het perceel, a. het gedeelte van de gemeente Amerongen, gelegen nabij gemeente Rhenen, sectie A, nr. 542. de Rijn, binnen de lijn, die — te weerszijden van km 923 — gevormd wordt door de bestaande grens tussen de gemeenten Amerongen en Maurik en de as van de Rijn na de totstand- Artikel 10. Bij de gemeente Rhenen worden gevoegd: koniing van het nieuwe rivierbeloop ter plaatse in het kader a. het gedeelde van de gemeente Ede (Bisschop Davids van de uitvoering van de werken tot kanalisatie van de Grift), kadastraal bekend gemeente Bennekom, sectie G, nr. Nederrijn en Lek, met dien verstande, dat ter hoogte van 150; de middenpijler van de stuw de grens de zuidelijke zijde van deze pijler volgt; b. het gedeelte van de gemeente (Grebbedijk), liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvangende bij b. het gedeelte van de gemeente Wijk bij Duurstede, gele- het punt, waar de grens tussen de percelen, kadastraal bekend gen nabij de Rijn, binnen de lijn, die — bezuiden km 926,5 gemeente Rhenen, sectie D, nrs. 173 en 174 de bestaande (de Roodvoet) —• gevormd wordt door de bestaande grens grens tussen de gemeenten Rhenen en Wageningen ontmoet, tussen de gemeenten Maurik en Wijk bij Duurstede en de as volgt zij de oostelijke grens van de percelen, gemeente Wagc- van de Rijn na de totstandkoming van het nieuwe rivierbe- ningen, sectie G, nrs. 1533 en 1535, daarna de zuidelijke grens loop ter plaatse in het kader van de uitvoering van de werken van laatstgenoemd perceel en vervolgens de zuidoostelijke tot kanalisatie van de Nederrijn en Lek. grens van het perceel, gemeente Wageningen. sectie G, nr. Artikel 14. Bij de gemeente Wijk bij Duurstede worden 1540, tot de noordoostelijke grens van het perceel, gemeente gevoegd: Wageningen, sectie G, nr. 782. Vandaar uit volgt zij hoofd- zakelijk in noordwestelijke richting deze grens en verder de a. het gedeelte van de gemeente Maurik, gelegen nabij de noordoostelijke grens van het perceel gemeente Wageningen, Rijn, binnen de lijn, die — te weerszijden van km 925,5 — sectie G, nr. 781, tot de bestaande grens tussen de gemeenten gevormd wordt door de bestaande grens tussen de gemeente Rhenen en Wageningen. Daarna volgt zij deze gemeentegrens Maurik enerzijds en de gemeenten Wijk bij Duurstede en Ame- eerst in noordoostelijke dan in hoofdzakelijk zuidoostelijke rongen anderzijds en de as van de Rijn na de totstandkoming richting tot het punt, waar zij de grens tussen de percelen van het nieuwe rivierbeloop ter plaatse in het kader van de gemeente Rhenen, sectie D, nrs. 173 en 174, ontmoet. uitvoering van de werken tot kanalisatie van de Nederrijn en Lek; b. het gedeelte van de gemeente Maurik, gelegen nabij de Artikel 11. Bij de gemeente Wageningen worden gevoegd: Rijn, binnen de lijn, die — te weerszijden van km 927,3 — a. het gedeelte van de gemeente Rhenen (Bisschop Davids gevormd wordt door de bestaande grens tussen de gemeenten Grift), liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvan- Maurik en Wijk bij Duurstede en de as van de Rijn-Lek na gende bij het punt. waar de bestaande grenzen van de gemeen- de totstandkoming van het nieuwe rivicrbeloop ter plaatse in ten Wageningen, Rhenen en Ede samenkomen, volgt zij de het kader van de uitvoering van de werken tot kanalisatie grens tussen de bestaande gemeenten Wageningen en Rhc- van de Nederrijn en Lek. nen in hoofdzakelijk zuidoostelijke richting tot het noord- oostelijke hoekpunt van het perceel, gemeente Rhenen. sectie Artikel 15. De grens tussen de provinciën Gelderland en K, nr. 22, vervolgens de noordwestelijke grens van dit perceel, Utrecht, voorzover deze wordt gevormd door de grenzen de oostelijke grens van het perceel, gemeente Rhenen, sectie tussen enerzijds de gemeenten Nijkerk, Hoevelaken, Barne- K, nr. 24, verder deze perceelsgrens in noordelijke richting, veld, Scherpcnzeel, Ede, Wageningen en Maurik en ander- alsmede de oostgrens van het perceel, gemeente Rhenen. sec- zijds de gemeenten Hoogland, Amersfoort, Stoutenburg, Wou- tie K, nr. 180, tot de bestaande grens tussen de gemeenten denberg, Renswoude, Veenendaal, Rhenen, Amerongen en Rhenen en Ede; en tenslotte deze gemeentegrens in noord- Wijk bij Duurstede, wordt veranderd overeenkomstig de om- westelijke richting, tot het punt, waar de bestaande grenzen schrijving van de wijziging van bedoelde grensgedeelten in de der gemeenten Wageningen, Rhenen en Ede samenkomen. artikelen 2 tot en met 14. b. het gedeelte van de gemeente Rhenen (nabij Grcbbc- Artikel 16. De toevoegingen, bedoeld in de artikelen 2 tot dijk), liggende binnen de hierna omschreven lijn: aanvangen- en met 14, en de verandering van de grens tussen de pro- de bij het ontmoetingspunt van de grens tussen de percelen, vincicn Gelderland en Utrecht, bedoeld in artikel 15, vinden kadastraal bekend gemeente Rhenen. sectie D. nrs. 173 en 174 plaats met ingang van de datum van grenswijziging. en de bestaande grens tussen de gemeenten Waaeningen en Rhenen (nabij Grebbedijk), volgt zij in noordelijke richting HOOFDSTUK III de vorengenoemde perceelsgrens en de westgrens van het perceel, gemeente Rhenen, sectie D, nr. 227, tot de noordgrens Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden van laatstgenoemd perceel en vandaar deze grens in hoofd- zakelijk oostelijke richting en vervolgens de westgrens van dit Artikel 17. 1. De op de dag. voorafgaande aan de datum perceel in noordelijke richting tot de zuidgrens van het perceel, van grenswijziging in of voor een overgaand gebied geldende gemeente Rhenen, sectie D, nr. 206 (Nudc). Daarna volgt zij gemeentelijke voorschriften behouden gedurende twee jaren deze zuidgrens in oostelijke richting, tot de bestaande grens na die datum in of voor dat gebied hun rechtskracht, voor- tussen de gemeenten Wageningen en Rhenen en tenslotte zover het bevoegde gezag der gemeente, naar welke dit gebied in hoofdzakelijk zuidelijke richting laatstgenoemde grens tot is overgegaan, niet anders bepaalt. haar ontmoetingspunt met de grens tussen de percelen, ge- 2. De bij de ingang van deze grenswijziging in een ge- meente Rhenen, sectie D, nrs. 173 en 174. meente, aan welke gebied wordt toegevoegd, van kracht zijnde gemeentelijke voorschriften gelden niet in of voor het toege- Artikel 12. Bij de gemeente Amerongen wordt gevoegd het voegde gebied totdat het bevoegde gezag dier gemeente anders gedeelte van de gemeente Maurik. gelegen nabij de Rijn. bin- bepaalt. Dit gezag bepaalt binnen twee jaren na de datum van nen de lijn, die — ter weerszijden van km 920 — gevormd grenswijziging, welke voorschriften, in dit lid bedoeld, mede wordt door de bestaande grens tussen de gemeenten Ameron- in of voor het toegevoegde gebied zullen gelden. gen en Maurik en de as van de Rijn na de totstandkoming van 3. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste het nieuwe rivierbeloop ter plaatse in het kader van de uit- lid worden de op de dag, voorafgaande aan de datum van voering van de werken tot kanalisatie van de Nederrijn en grenswijziging, onherroepelijk zijnde regelingen, als bedoeld in Lek. de artikelen 2, tweede lid, 10, 35, 36, 39, 40, 43 en 44 van de 6

Woningwet, met betrekking tot een toegevoegd gebied, voor gemeenten over de aan de datum van grenswijziging vooraf- de toepassing van die wet geacht te zijn vastgesteld door het gaande dienstjaren blijven geheel ten bate of ten laste van die bevoegde gezag der gemeente, waaraan het betreffende gebied gemeenten, evenals de reserves, waarover zij blijkens de ge- is toegevoegd, en behouden deze regelingen hun rechtskracht mcenterekening over het dienstjaar, voorafgaande aan de da- zolang het bevoegde gezag niet anders bepaalt. tum van grenswijziging, beschikken, voorzover deze reserves 4. Voorzover met de wettelijke procedure voor de totstand- bestemd zijn om te worden aangewend als dekkingsmiddel koming van de in het derde lid bedoelde regelingen op de dag, van algemene aard. voorafgaande aan de datum van grenswijziging, een aanvang is 2. De batige of nadelige saldi van de kapitaaldienst van de gemaakt, en deze regelingen nog niet onherroepelijk zijn ge- in het eerste lid bedoelde rekeningen over het dienstjaar, voor- worden, kan het bevoegde gezag van de gemeente, waaraan afgaande aan de datum van grenswijziging, alsmede de rescr- het gebied wordt toegevoegd, die procedure al dan niet voort- ves, voorzover niet in dat lid bedoeld, komen, indien dit rede- zetten als ware deze door dit gezag aangevangen. lijk kan worden geacht, voor een deel ten bate of ten laste 5. Zo dikwijls ten aanzien van gemeentelijke voorschriften van de gemeente, waaraan het gebied, waarop deze saldi en goedkeuring of medewerking van hoger gezag, dan wel af- reserves mede betrekking hebben, wordt toegevoegd. Dit ge- kondiging, is voorgeschreven, is deze mede vereist voor het deelte wordt vastgesteld in onderling overleg met inachtneming vervallen of van toepassing verklaren van deze voorschriften van het beginsel, neergelegd in artikel 19, eerste lid. in of voor het toegevoegde gebied. 3. De betalingen, voortvloeiende uit het voorgaande lid, geschieden binnen één jaar na de datum van grenswijziging Artikel 18. 1. De organen en de ambtenaren der gemcen- met verrekening van rente op basis van de gemiddelde rente, ten, aan welke krachtens deze wet gebied wordt toegevoegd, welke de ontvangende gemeente toepast voor de financiering oefenen met ingang van de datum van grenswijziging hun be- van haar kapitaaluitgaven. voegdheden mede uit in het toegevoegde gebied, waar zij tevens uitoefenen de overeenkomstige bevoegdheden ingevolge Artikel 22. 1. De uitkeringen door het rijk uit hoofde van de in het eerste lid van artikel 17 bedoelde voorschriften. de grondbelasting en de personele belasting over de vóór de 2. De bevoegdheid tot het heffen en invorderen van bij de datum van grenswijziging aangevangen boekingstijdvakken ingang van deze grenswijziging voor een overgaand gebied worden aan de provinciën en gemeenten, van welke gebied reeds bestaande gemeentelijke belastingen over een belasting- wordt afgescheiden, gedaan, ook voorzover zij het van haar jaar, dat vóór de datum van grenswijziging is aangevangen, afgescheiden gebied betreffen. blijft voorbehouden aan de organen en ambtenaren der ge- 2. Deze provinciën en gemeenten betalen aan de provin- meente, waarvan dit gebied tevoren deel uitmaakte. ciën en gemeenten, aan welke het in het eerste lid bedoelde 3. Het toezicht op het bestuur van waterschappen, welke gebied wordt toegevoegd, een bedrag, op dat gebied betrekking tengevolge van deze grenswijziging in meer dan één provincie hebbende, gelijk aan vijf twaalfde gedeelte van het totaal der zijn komen te liggen, wordt gemeenschappelijk uitgeoefend in het eerste lid genoemde uitkeringen uit hoofde van de per- door Gedeputeerde Staten dier provinciën, totdat door het bc- sonele belasting over het op de datum van grenswijziging voegde gezag terzake een andere regeling is getroffen. lopende boekingstijdvak. 3. De betalingen, bedoeld in het tweede lid, zullen geschie- den binnen drie maanden, nadat de vastgestelde zuivere op- HOOFDSTUK IV brengst over het desbetreffende boekingstijdvak is ontvangen. 4. Door een onderlinge verrekening tussen de bij deze Overgang rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen grenswijziging betrokken provinciën en gemeenten komen alle overige betalingen, het overgaande gebied betreffende, welke Artikel 19. 1. Alle rechten, lasten, verplichtingen en be- aan of door één dier provinciën of gemeenten na de datum zittingen van de gemeenten, welke betrekking hebben op of van grenswijziging worden gedaan, met afwijking in zoverre gelegen zijn in het overgaande gebied, gaan, voorzover hierna van artikel 19, ten bate of ten laste van de provincie of de niet anders is bepaald, met dit gebied op de datum van grens- gemeente, waaraan het desbetreffende gebied wordt toegc- wijziging over op de verkrijgende gemeente, zonder dat door- voegd, met uitzondering van betalingen, betrekking hebbende voor een nadere akte wordt gevorderd. op aan de datum van grenswijziging voorafgaande tijdvakken. 2. Ten aanzien van de in het eerste lid begrepen onroc- rende zaken zal verandering in de tenaamstelling in de kadas- 5. Wat de uitkeringen uit het provinciefonds betreft wordt trale leggers plaats hebben. Gedeputeerde Staten van elk der deze grenswijziging geacht in te gaan op de dag, voorafgaande provinciën doen de daartoe nodige opgave aan de desbctref- aan de datum van grenswijziging. fende hypotheekbewaarder voorzover het de toevoeging van gebied aan gemeenten in hun provincie betreft. HOOFDSTUK V 3. De brandspuit met toebehoren der gemeente Wouden- Verkiezing vertegenwoordigende lichamen berg, die gestationeerd is in het gedeelte der gemeente, dat naar Schcrpenzeel overgaat, blijft eigendom der gemeente Artikel 23. 1. Burgemeester en wethouders der gemeenten Woudenberg. Renswoude en Woudenberg zenden aan burgemeester en wet- \ houders der gemeente Scherpcnzecl een afschrift van of een Artikel 20. 1. De provinciale weg van Amcrongen naar uittreksel uit het kiczersregister hunner gemeente, betreffende Schcrpenzeel, kadastraal bekend gemeente Renswoude, sectie de in dat register op de in het derde lid bedoelde datum voor- F, nrs. 14 en 15 (ged.), voorzover deze is gelegen binnen het komende personen, die op die datum in het naar de gemeente gebied, dat krachtens deze wet aan de gemeente Schcrpenzeel Schcrpenzeel overgaande gedeelte hunner gemeente werkelijke zal worden toegevoegd, gaat met alle rechten, lasten en ver- woonplaats hebben. plichtingcn op de daturn van grenswijziging met dit gebied 2. Burgemeester en wethouders der gemeenten Ede, Rens- over naar de provincie Gelderland, zonder dat daarvoor een vvoude en Rhenen zenden aan burgemeester en wethouders der nadere akte wordt gevorderd. gemeente Veencndaal een afschrift van of een uittreksel uit 2. De artikelen 19, tweede lid, en 21, derde lid, zijn van het kiezersregister hunner gemeente, betreffende de in dat overeenkomstige toepassing. register op de in het derde lid bedoelde datum voorkomende personen, die op die datum in het naar de gemeente Vcenen- Artikel 21. 1. De batige of nadelige saldi van de gewone daal overgaande gedeelte hunner gemeente werkelijke woon- dienst der rekeningen van de bij deze grenswijziging betrokken plaats hebben. 7

3. De toezending, in de vorige leden bedoeld, geschiedt op ten Scherpenzeel en Veenendaal. Artikel H 17 der Kieswet een door Gedeputeerde Staten van Gelderland en Utrecht in blijft bij deze verkiezing buiten toepassing. onderling overleg te bepalen datum. 8. Het onderzoek van de geloofsbrieven van de leden van 4. Indien in de kiczersrcgisters der gemeenten Ede, Rcns- de raad der verkleinde gemeente Ede, van de raad der vergrote woude, Rhenen en Woudenberg van de in het vorige lid be- gemeente Scherpenzeel, alsmede van de raad der vergrote gc- doelde datum af tot op de in artikel 24, tweede lid, bedoelde meente Veenendaal geschiedt vóór een door Gedeputeerde Sta- dag der kandidaatstelling veranderingen optreden ten aanzien ten van Gelderland onderscheidenlijk Utrecht te bepalen datum van personen, die werkelijke woonplaats hebben of verkrijgen door de raden van onderscheidenlijk de bestaande gemeenten in het deel der gemeente, waarop een afschrift of een uittrek- Ede, Scherpenzeel en Veenendaal. sel, als in de eerste beide leden omschreven, betrekking heeft, 9. De dag der eerste vergadering van de raden der ver- worden deze veranderingen onverwijld ter kennis gebracht van klcinde gemeente Ede, der vergrote gemeente Scherpenzeel dat college van burgemeester en wethouders, aan hetwelk dat en der vergrote gemeente Veenendaal wordt bepaald door Ge- afschrift of dat uittreksel is gezonden. Deze brengen die ver- deputeerde Staten van Gelderland onderscheidenlijk Utrecht. anderingen in het afschrift of het uittreksel aan. In deze vergadering worden de wethouders benoemd. Artikel 24. 1. Met afwijking van het bepaalde in arti- 10. De leden van de krachtens dit artikel gekozen raden kel C 3, eerste en tweede lid, der Kieswet, treden de op de en de door die raden gekozen wethouders hebben zitting tot datum van grenswijziging zitting hebbende leden van de raden de eerste dinsdag van september 1962. van de gemeenten Ede, Scherpenzeel en Vcenendaal met in- gang van die datum af. HOOFDSTUK VI 2. De kandidaatstelling en de eventuele stemming voor de verkiezing van de leden van de raden der vergrote gemeenten Rechtspositie Scherpenzeel en Veenendaal alsmede van de raad der ver- kleinde gemeente Ede geschieden uiterlijk dertig dagen, voor- Artikel 25. 1. De overgang van een gemeente naar een afgaande aan de datum van grenswijziging, op de dagen, door lagere klasse door daling van het inwonertal tengevolge van Gedeputeerde Staten van Gelderland en Utrecht in onderling deze grenswijziging is niet van invloed op de bezoldiging van overleg te bepalen. de burgemeester en op de jaarwedde van de secretaris en de 3. De krachtens dit artikel te kiezen raad bestaat voor de ontvanger, die op de dag, voorafgaande aan de datum van na te noemen gemeenten uit het daarbij genoemde aantal grenswijziging in dienst van die gemeente zijn. leden: 2. Onder „bezoldiging" wordt voor de toepassing van dit Ede 29 artikel verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Be- Scherpenzeel 11 zoldigingsbesluit burgemeesters 1954. Veenendaal 19 3. De gemeenten, waar zich de in het eerste lid bedoelde overgang in klasse voordoet, ontvangen van het rijk jaarlijks 4. Voor deze verkiezing worden de ingevolge de eerste drie een bijdrage van 75 ten honderd van het verschil tussen de leden van het vorige artikel aan burgemeester en wethouders bezoldiging van de burgemeester en de jaarwedde van de se- der gemeenten Scherpenzeel en Veenendaal toegezonden af- cretaris, welke genoemde functionarissen krachtens dit artikel schriften of uittreksels, zoals deze luiden na toepassing van genieten en die, welke zij zouden genieten volgens de klasse, het vierde lid van dat artikel, geacht deel uit te maken van het waartoe de gemeente op grond van haar inwonertal na de kiezersregister van die gemeenten, en worden de personen, grenswijziging behoort. voorkomende op het door burgemeester en wethouders der gemeente Ede ingevolge het tweede lid van het vorige artikel Artikel 26. 1. De ambtenaren — daaronder begrepen zij, verzonden afschrift of uittreksel, zoals dit luidt, nadat de in die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam het vierde lid van dat artikel bedoelde veranderingen in het zijn —, die op de dag, voorafgaande aan de datum van grens- kiezersregister dier gemeente daarin zijn aangebracht, geacht wijziging in dienst zijn van een gemeente, waarvan het aantal niet te zijn opgenomen in het kiezersregister der gemeente inwoners tengevolge van deze grenswijziging is verminderd en Ede. na toepassing van artikel 27 aldaar werkzaam blijven, behou- 5. Voor de toepassing van artikel 21 der gemeentewet ten den de aanspraken, die zij in de rang, waarin en op de voet, aanzien van het lidmaatschap van de krachtens het tweede waarop zij op genoemde dag werkzaam waren, aan de voor lid te kiezen raden der gemeenten Scherpenzeel en Veenendaal hen geldende bezoldigingsregeling of -rcgelingen zouden heb- worden onder ingezetenen verstaan zij, die gedurende de laat- ben kunnen ontlenen, zoals deze regelingen naar de toestand ste twaalf maanden hun werkelijke woonplaats hebben gehad op genoemd tijdstip luidden. in het gebied, dat na de ingang van deze grenswijziging het 2. Indien in de gemeente Renswoude de som van de jaar- grondgebied van onderscheidenlijk de gemeenten Scherpenzeel wedden van de ontvanger, als bedoeld in artikel 25, en van en Veenendaal vormt. de ambtenaren, bedoeld in het vorige lid, hoger is dan de som van de jaarwedden, welke de ontvanger en de ambtenaren 6. Het indelen van de vergrote gemeenten Scherpenzeel en krachtens een op basis van het verlaagde aantal inwoners voor Veenendaal in stemdistricten en het benoemen, voor zover die gemeente als redelijk te beschouwen regeling zouden heb- nodig, van de leden en de plaatsvervangende leden van de ben genoten, ontvangt deze gemeente jaarlijks van de gemeen- hoofdstembureaus en het benoemen van de leden en de plaats- ten Veenendaal en Scherpenzeel een bijdrage ten bedrage van vervangende leden van de stembureaus voor de in het tweede het verschil. Deze bijdrage wordt gedurende 15 jaren genoten lid bedoelde verkiezing geschieden vóór een door Gedeputeerde en komt ten laste van laatstgenoemde beide gemeenten in ver- Staten van onderscheidenlijk Gelderland en Utrecht te bepa- houding tot het aantal inwoners, dat van de gemeente Rens- len datum door burgemeester en wethouders van onderschei- woude naar elk van die gemeenten is overgegaan. denlijk de bestaande gemeenten Scherpenzeel en Veenendaal. 7. Voor zover met betrekking tot de verkiezing van de Artikel 27. 1. Het bevoegde gezag in de gemeenten Ede, leden van de raden der vergrote gemeenten .Scherpenzeel en Renswoude en Woudenberg bepaalt vóór de datum van grens- Veenendaal ingevolge enig wettelijk voorschrift medewerking wijziging, welke in dienst van de gemeente werkzame ambte- moet worden verleend door burgemeester en wethouders of de naren — daaronder begrepen zij, die op arbeidsovereenkomst burgemeester, geschiedt dit door burgemeester en wethouders naar burgerlijk recht werkzaam zijn — tengevolge van deze of de burgemeester van onderscheidenlijk de bestaande gemeen- grenswijziging niet in dienst van de gemeente zullen blijven. 8

Deze personen zijn van de datum van grenswijziging af in Artikel 31. 1. Aan de ambtenaren in vaste dienst, die ten dezelfde rang en op dezelfde voet voorlopig in dienst, voor wat gevolge van deze wet worden ontslagen, wordt, voor zover zij de ambtenaren der gemeenten Ede en Renswoude betreft, van niet in de termen vallen om pensioen, uitgezonderd vervroegd de gemeente Veencndaal, en, voor wat de ambtenaren der ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder b, gemeente Woudenberg betreft, van de gemeente Scherpenzeel. der Pensioenwet 1922, Stb. 240, te genieten, met ingang van 2. Het bevoegde gezag in de gemeenten Scherpenzeel en de dag van het ontslag een wachtgeld verleend ten laste van Veencndaal is verplicht ten aanzien van ieder van de ingevolge de gemeente, in welker dienst betrokkene geacht wordt op het vorige lid voorlopig in dienst van onderscheidenlijk die de datum van grenswijziging te zijn overgegaan. gemeenten zijnde personen een der volgende beslissingen te 2. Als ambtenaren in vaste dienst worden mede aange- nemen: merkt de ambtenaren in tijdelijke dienst, die een niet wezen- a. dat, en in welke rang en op welke voet hij in dienst lijk onderbroken diensttijd van tenminste vijf jaren als ambte- van de gemeente zal blijven; naar in vaste of tijdelijke dienst bij een publiekrechtelijk li- b. dat hij wordt ontslagen. chaam hebben vervuld, tenzij zij belast zijn met werkzaam- heden, welke een tijdelijk karakter dragen. 3. Een beslissing, als bedoeld onder a van het vorige lid, wordt alleen genomen, indien te vervullen is een financieel 3. De toekenning van wachtgeld en het nemen van be- gelijkwaardige betrekking, waaronder wordt verstaan een be- slissingen daaromtrent geschieden door burgemeester en wet- trekking of vereniging van betrekkingen, welke voor de be- houders der gemeente, te wier laste het wachtgeld komt, onder trokken ambtenaar in verband met zijn persoonlijkheid en goedkeuring van Gedeputeerde Staten der provincie, waarin omstandigheden passend kan worden geacht en die hem ten- die gemeente is gelegen en met inachtneming van de volgende minste een inkomen oplevert, als aan zijn betrekking of ver- bepalingen. eniging van betrekkingen in de gemeente, in welker dienst hij op de dag, voorafgaande aan de datum van grenswijziging, 4. Aan de personen, bedoeld in het eerste en tweede lid, werkzaam was, laatstelijk was verbonden, met dien verstande wórdt wachtgeld toegekend: dat, voor zover daarin kindertoelage is begrepen, dat inkomen a. indien zij ten tijde van de ingang van het ontslag een dezelfde vermindering of vermeerdering ondergaat, welke de diensttijd van ten minste 10 jaren hebben volbracht en het kindertoelage tengevolge van de wijziging van het aantal kin- aantal jaren van die diensttijd, tezamen met het aantal jaren deren, dat voor die toelage in aanmerking komt, zou hebben van de leeftijd, die zij ten tijde van de ingang van het ontslag ondergaan, indien de ambtenaar in dienst van die gemeente hebben bereikt, 60 of meer bedraagt, tot het tijdstip, waarop zou zijn gebleven. ingevolge het hieronder bepaalde het wachtgeld eindigt; 4. Voor de regeling van de wedden der personen, die door b. voor de overigen gedurende het tijdvak, gelijk aan hun toepassing van het tweede lid in dienst van de gemeenten diensttijd. Scherpenzeel en Veencndaal werkzaam blijven, worden ten 5. Het wachtgeld eindigt in ieder geval, zodra de op wacht- minste de diensttijd en de salarisregeling in aanmerking ge- geld gestelde in de termen valt om pensioen — uitgezonderd nomen, welke in de gemeente, in welker dienst zij op de dag, vervroegd ouderdomspensioen, als bedoeld in artikel 48, eerste voorafgaande aan de datum van grenswijziging, werkzaam lid, onder b, der Pensioenwet 1922, Stb. 240, — te genieten. waren, voor de berekening van hun wedden zouden hebben Voor hem, die in het genot is gesteld van vervroegd ouder- gegolden. domspensioen, als bedoeld in de vorige zin, vervalt het wacht- geld, zodra het gelijk is aan of minder bedraagt dan dat pen- Artikel 28. 1. Voor de ambtenaren, die krachtens het bc- sioen en anders bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. paalde in artikel 27 naar een andere gemeente zijn overgegaan, blijven de rechtstoestandregelingen van toepassing, welke voor 6. Onder „diensttijd" wordt in dit artikel verstaan alle aan hen laatstelijk golden in de gemeente in welker dienst zij op het ontslag voorafgaande tijd, welke in aanmerking komt voor de dag, voorafgaande aan de datum van grenswijziging, werk- pensioen, onverschillig in dienst van welk lichaam die tijd is zaam waren, totdat het bevoegde gezag in eerstgenoemde ge- doorgebracht, met dien verstande, dat: mcente anders bepaalt. a. diensttijd uit een nevenbetrekking slechts in aanmerking 2. Het bevoegde gezag, in het eerste lid bedoeld, is ver- komt, indien het wachtgeld uit hoofde van ontslag uit die be- plicht binnen zes maanden na de datum van grenswijziging trekking wordt toegekend; ten aanzien van de rechtstoestand van de in dienst der ge- b. indien de diensttijd wegens verleend ontslag onderbro- meente werkzame personen een nadere regeling te treffen. ken is geweest, de tijd vóór de onderbreking slechts medetelt, indien de onderbreking minder dan een jaar heeft geduurd; Artikel 29. 1. Het onderwijzend personeel, dat op de dag, c. diensttijd, die in aanmerking is genomen bij de bereke- voorafgaande aan de datum van grenswijziging, werkzaam is ning van de duur van wachtgeld of een daarmede gelijk te aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs, gelegen stellen uitkering ten laste van een der lichamen, bedoeld in in het gebied, dat van Woudenberg overgaat naar Scherpen- de artikelen 3 en 4 der Pensioenwet 1922, Stb. 240, en tijd zeel en in het gebied dat van Ede overgaat naar Veencndaal, in het genot van zodanig wachtgeld of uitkering doorgebracht wordt geacht op de datum van grenswijziging in gelijke positie niet worden medegeteld. in dienst te zijn van onderscheidenlijk de gemeente Scherpen- 7. Het bedrag van het wachtgeld wordt berekend naar de zeel en de gemeente Veenendaal. wedde in de zin der Pensioenwet 1922. Stb. 240, welke aan de 2. De op de dag, voorafgaande aan de datum van grens- betrekking, waaruit de belanghebbende tengevolge van de wijziging, voor dit personeel geldende gemeentelijke rechts- grenswijziging werd ontslagen, laatstelijk vóór de datum van positieregelingcn blijven van toepassing totdat het bevoegde grenswijziging was verbonden, vermeerderd met kindertoelagc, gezag anders bepaalt. indien die toelage niet reeds in die wedde is begrepen, met dien verstande, dat de wedde of de som van wedde en kinder- Artikel 30. Indien ambtenaren — daaronder begrepen zij toelage dezelfde vermindering of vermeerdering ondergaat, die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam welke de kindertoelage ten gevolge van de wijziging van het zijn — of een lid van het onderwijzend personeel, tengevolge aantal kinderen, dat voor die toelage in aanmerking komt, van het overgaan in dienst van een andere gemeente op grond zou ondergaan, indien de belanghebbende in dienst zou zijn van deze wet, genoopt zouden zijn te verhuizen, wordt door gebleven. Het wachtgeld is gedurende de eerste drie maanden die gemeente een tegemoetkoming verleend in de verplaatsings- gelijk aan de wedde of de som van wedde en kindertoelage kosten op de voet van de artikelen 2 tot en met 4 van het en bedraagt daarna gedurende drie maanden 85 en vervol- „Verplaatsingskostenbesluit", Stb. 1946, G 371. gens 70 ten honderd van die wedde of som. 9

8. Indien op of na de datum van grenswijziging in de rege- van het wachtgeld de tijd der onderbreking geacht op wacht- ling van de wedden of kindcrtoelagen van de ambtenaren der geld te zijn doorgebracht. gemeente, te wier laste het wachtgeld komt, een wijziging wordt gebracht, welke geen verband houdt met deze grens- Artikel 33. 1. Van het genot van inkomsten, als bedoeld wijziging, wordt de in het zevende lid bedoelde wedde of de in artikel 32, eerste lid, doet de op wachtgeld gestelde zo som van wedde en kindertoelage voor de toepassing van dit spoedig mogelijk mededeling aan burgemeester en wethouders artikel en van de artikelen 32 en 33 op overeenkomstige wijze der gemeente, te wier laste het wachtgeld komt. De op wacht- gewijzigd. geld gestelde is gehouden ten aanzien van die inkomsten alle door burgemeester en wethouders en door Gedeputeerde Sta- Artikel 32. 1. Wanneer de op wachtgeld gestelde, als be- ten der provincie, waarin die gemeente is gelegen, verlangde bedoeld in artikel 31, uit of in verband met arbeid of bedrijf op inlichtingen te verstrekken. of na de datum van grenswijziging inkomsten geniet of gaat 2. De op wachtgeld gestelde ambtenares, die in het hu- genieten, welke hij drie maanden voor de datum van grens- welijk treedt, doet daarvan eveneens onverwijld mededeling wijziging niet genoot, wordt: aan burgemeester en wethouders der gemeente, te wier laste a. indien hij die inkomsten geniet in dienst van een der het wachtgeld komt. lichamen, bedoeld in de artikelen 3, 4. 5 en 14, tweede lid, 3. De op wachtgeld gestelde is verplicht op eerste schrif- der Pensioenwet 1922, Stb. 240, uit het bekleden van een telijke aanzegging van burgemeester en wethouders der ge- wethouderschap of van een lidmaatschap van Gedeputeerde meente, te wier laste het wachtgeld komt, een aanvrage in Staten of van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zodra te dienen tot het verkrijgen van invaliditeitspensioen en zich en zolang het wachtgeld, vermeerderd met die inkomsten, voor- te onderwerpen aan het in verband daarmede te verrichten zover zij als wedde in de zin dier wet zijn aan te merken, en geneeskundig onderzoek, als bedoeld in artikel 74 der Pen- in ieder geval met inbegrip van kindertoelagc, de in artikel 31, sioenwet 1922, Stb. 240. De kosten van het geneeskundig on- zevende lid, bedoelde wedde of de som van wedde en kinder- derzoek, voorzover zij niet ten laste van het Algemeen Bur- toelage zou overschrijden, het wachtgeld met het bedrag dier gerlijk Pensioenfonds komen, en de door de op wachtgeld ge- overschrijding verminderd; stelde in verband met dit onderzoek noodzakelijk gemaakte b. in de overige gevallen het wachtgeld voor de duur van kosten, komen ten laste van de eyenbcdoclde gemeente. die inkomsten met een bedrag, gelijk aan de helft daarvan, 4. Indien de op wachtgeld gestelde de in dit artikel be- verminderd, met dien verstande, dat van die inkomsten buiten doelde verplichtingen niet nakomt, kunnen Gedeputeerde aanmerking blijft een bedrag, gelijk aan het verschil tussen Staten der provincie, waarin die gemeente is gelegen, burge- het wachtgeld en de in artikel 31, zevende lid, bedoelde wedde meester en wethouders dier gemeente en de belanghebbende of de som van wedde en kindertoelage; of diens gemachtigde gehoord, althans behoorlijk opgeroepen, c. bij gelijktijdig genot van inkomsten, als bedoeld onder het wachtgeld geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren. a en b, het wachtgeld verminderd met het eventuele gedeelte der inkomsten onder a, waarmede deze, vermeerderd met het Artikel 34. 1. De tijd tengevolge van deze wet op wacht- wachtgeld, het bedrag der in artikel 31, zevende lid, bedoelde geld doorgebracht wordt, tenzij aan de ontslagene een ver- wedde of van de som van wedde en kindertoelage overschrij- vroegd ouderdomspensioen, als bedoeld in het eerste lid van den, doch ten aanzien van de overblijvende inkomsten gehan- artikel 48, onder b, der Pensioenwet 1922, Stb. 240, wordt deld, alsof zij onder b vallen. toegekend uit hoofde van de betrekking waaraan hij het wacht- 2. Gelijk gevolg als aan het genieten van inkomsten, als geld ontleent, als diensttijd in de zin van laatstgenoemde wet in het vorige lid bedoeld, zal zijn verbonden aan een weigering aangemerkt indien de ontslagene in de betrekking, welke hij een passende betrekking te aanvaarden, tenzij dit geschiedt met wachtgeld heeft verlaten, laatstelijk vóór zijn ontslag amb- op grond van bezwaren welke door Gedeputeerde Staten, de tenaar in de zin dier wet was en voor zover die tijd niet paral- belanghebbende of diens gemachtigde gehoord, althans behoor- lel loopt met diensttijd als ambtenaar in de zin der Pensioen- lijk opgeroepen, deugdelijk worden verklaard. wet 1922, Stb. 240, of als spoorwegambtenaar in de zin van de Pensioenwet voor de Spoorwcgambtenaren 1925, Stb. 294, 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt verstaan in een betrekking of in betrekkingen, waarin die hocdanig- onder: heid na dat ontslag werd verkregen, dan wel in een militaire a. „Gedeputeerde Staten": Gedeputeerde Staten van de pro- betrekking, waarin hij na zijn ontslag is geplaatst. vincie, waarin de gemeente te wier laste het wachtgeld komt 2. Als wedde, onderscheidenlijk pensioensgrondslag, dan is gelegen; wel als som der wedden, onderscheidenlijk som der pensioens- b. ..passende betrekking": een betrekking of vereniging van grondslagen, geldt uitsluitend voor de berekening van het amb- betrekkingen, welke de betrokken ambtenaar in verband met tenaarspensioen volgens de Pensioenwet 1922, Stb. 240: zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan a. gedurende de volgens het vorige lid voor pensioen geldige worden opgedragen. tijd het bedrag, dat als wedde of als pensioensgrondslag, on- 4. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid van dit derscheidenlijk als som der wedden of als som der pensioens- artikel worden in de gevallen, waarin de belanghebbende ten- grondslagen, zou hebben gegolden, indien de ontslagene de in gevolge van deze grenswijziging uit meer dan één betrekking het zevende lid van artikel 31 bedoelde wedde gedurende die is ontslagen, de verschillende wachtgelden en de verschillende tijd als ambtenaar in de zin dier wet zou hebben genoten; wedden in artikel 31, zevende lid, bedoeld, tot één wachtgeld b. gedurende de volgens het vorige lid in verband met pa- en één wedde verenigd. rallel lopende diensttijd niet voor pensioen geldige tijd, voor- 5. Bij verlies van de betrekking of andere bron van inkonv zover de wedde of som van wedden in de betrekking of in de sten, waarvan vermindering van wachtgeld het gevolg is. wordt betrekkingen, waarin de hoedanigheid van ambtenaar in de het wachtgeld niet verhoogd, indien het verlies het gevolg was zin der Pensioenwet 1922, Stb. 240, of spoorwegambtenaar in van eigen schuld of eigen toedoen en daarvoor geen deugde- de zin der Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren 1925, lijke gronden aanwezig worden geacht. Stb. 294, na het ontslag werd verkregen dan wel in de militaire betrekking lager is dan de in het zevende lid van artikel 31 be- 6. Indien de op wachtgeld gestelde ambtenares in het hu- doelde wedde, het bedrag, dat als wedde of als pensioensgrond- welijk treedt, vervalt voor de duur van haar huwelijk het slag, onderscheidenlijk ais som van de wedden of als som van wachtgeld. pensioensgrondslagen, zou hebben gegolden wanneer de ont- 7. Indien een wachtgeld na onderbreking opnieuw wordt slagene laatstbedoelde betrekking of betrekkingen niet zou genoten, wordt voor de bepaling van de duur en het bedrag hebben bekleed. Wanneer hij, die op wachtgeld gesteld is, na 10

zijn ontslag meer dan één betrekking gelijktijdig bekleedt, wordt Artikel 37. 1. De raad van de gemeente, aan welke ge- het in de vorige zin bedoelde bedrag geacht over deze betrek- bied wordt toegevoegd, bepaalt over het aan het aan de datum kingen evenredig te zijn verdeeld in de verhouding van de wer- van grenswijziging voorafgaande kalenderjaar het bedrag kclijke aan die betrekkingen verbonden wedden. van de vergoedingen, waarop het bestuur van een bijzondere kleuterschool, gevestigd in het overgaande gebied, ingevolge 3. De gemeente, te wier laste het wachtgeld komt, is voor artikel 73 van de Kleuterondcrwijswct aanspraak maakt de ontslagene jaarlijks een bijdrage aan het Algemeen Bur- naar de grondslagen, welke voor de school golden in de ge- gerlijk Pensioenfonds verschuldigd, te berekenen met over- meente, waartoe zij voor de gebiedsovergang behoorde. eenkomstige toepassing van artikel 36, eerste lid, der Pen- sioenwet 1922, Stb. 240, op het daar sub a genoemde perccn- 2. Verrekening, als bedoeld in artikel 75 van de Kleuter- tage van het bedrag, dat volgens het vorige lid als pensioens- ondcrwijswet, geschiedt ten bate of ten laste van Iaatstbc- grondslag of als som van pcnsioensgrondslagen voor de bc- doclde gemeente. rekening van het ambtenaaispensiocn geldt, eventueel vermin- derd met de pensioensgrondslag of de som van pcnsioens- Artikel 38. 1. Indien het geval, als bedoe'd in artikel 73, grondslagcn in na het ontslag aangehouden betrekkingen of derde lid van de Kleuterondcrwijswct, zich voordoet in de ge- in betrekkingen, waarin de hoedanigheid van ambtenaar in meente, waartoe de in het vorige artikel bedoelde school na de zin van evengenoemde wet na het ontslag werd verkregen. de gebiedsovergang behoort, worden voor de berekening van de extra-vergoeding mede in aanmerking genomen de jaren 4. Het vierde en vijfde lid van artikel 36 der Pensioenwet van het desbetreffende vijfjarige tijdvak, gedurende welke deze 1922. Stb. 240, zijn ten aanzien van de gemeente, te wier las- school vóór de gebiedsovergang reeds aanspraak op de ver- te het wachtgeld komt, van overeenkomstige toepassing op de goedingen, ingevolge artikel 73, voornoemd, heeft gehad. in het vorige lid bedoelde bijdrage. 2. Het bedrag der extra-vergoeding per lokaal of kleuter 5. Voorts vinden voor de toepassing van de eerste drie le- is gelijk aan het bedrag der overschrijding in de gemeente, den van dit artikel overeenkomstige toepassing de artikelen waaraan het desbetreffende gebied wordt toegevoegd, en komt 125, 127, 127u en 129a der Pensioenwet 1922, Stb. 240. geheel ten laste van die gemeente. Artikel 35. Ten aanzien van ambtenaren in tijdelijke Artikel 39. Voor de bepaling van de woonplaats, in ver- dienst, die niet worden aangemerkt als ambtenaren in vaste band met het verlenen van een gemeentelijke bijdrage over dienst, of ten aanzien van personen in dienst op arbeidsovereen- het met de datum van grenswijziging aanvangende kalender- komst naar burgerlijk recht, die tengevolge van deze grens- jaar in de kosten van het onderwijs ingevolge één der onder- wijziging worden ontslagen en geen aanspraak kunnen maken wijswetten, wordt het overgaande gebied geacht steeds te heb- op wachtgeld, vindt de Uitkeringsregeling 1952, zoals deze ben behoord tot de gemeente, waaraan dit is toegevoegd. thans luidt of nader zal worden gewijzigd, overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de desbetreffende uitke- Artikel 40. De vaststelling van de over het met de datum ringen komen ten laste van de gemeente voor wier rekening van grenswijziging aanvangende en het volgende dienstjaar het wachtgeld zou zijn gekomen, indien de belanghebbende ten behoeve van de keuringsdienst van waren door de bij deze daarop aanspraak had kunnen maken. grenswijziging betrokken gemeenten verschuldigde bijdragen, geschiedt in afwijking van artikel 8 van het Financieel be- sluit keuringsdiensten van waren, Stb. 1936, 850, naar de in- HOOFDSTUK VII wonertallen van die gemeenten op de datum van grenswijzi- ging. Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele Artikel 41. De kosten van hulpverlening aan armen, wcl- administratieve wetten ke ingevolge de bepalingen der Armenwet worden voldaan of nog zullen moeten worden voldaan uit de kas van een gemeen- Artikel 36. I. Ten aanzien van de gemeentelijke ver- te, welker gebied gedeeltelijk overgaat naar een andere ge- goeding over het kalenderjaar, voorafgaande aan de datum meentc, of uit de kas van een burgerlijke instelling van wel- van grenswijziging, toekomende aan het bestuur van een bij- dadigheid in die gemeente, voor zover deze kosten betrekking zondere lagere school, gevestigd in het gebied, dat van de ge- hebben op armen uit het overgaande gebied, komen van de mcentcn Ede en Renswoude overgaat naar de gemeente datum van grenswijziging af voor rekening van die andere ge- Vcenendaal. geschiedt de vaststelling, bedoeld in artikel 103, meentc, of van bedoelde instelling in die gemeente. tweede lid, der Lager-onderwijswet 1920 door de raad van laatstgenoemde gemeente naar grondslagen, welke voor de Artikel 42. Met betrekking tot zaken, de dienstplicht be- school golden in de gemeente waartoe zij in dat jaar behoorde. treffende, met inbegrip van de mobilisatieuitkeringen, vinden De hieruit voortvloeiende inkomsten of uitgaven komen ten de voorschriften, door of namens Onze Ministers van Oorlog bate of ten laste van eerstgenoemde gemeenten. en van Marine gegeven terzake van verhuizing, overeenkomstige 2. De toepassing van artikel 103, derde, vierde en vijfde toepassing ten aanzien van de overgang van personen van een lid, van de Lager-onderwijswet 1920, geschiedt met bctrck- gemeente naar een andere gemeente krachtens deze wet. king tot een school, als bedoeld in het eerste lid, voor het laatstelijk geëindigde vijfjarige tijdvak door de raad van de Artikel 43. 1. Totdat daaromtrent door Ons op een voor- gemeenten Ede en Renswoude, ieder voor zover het hem aan- stel van de raad, als bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en gaat. Een eventuele terugstorting, als bedoeld in het vierde 40, tweede lid van de Drankwet 1931, Stb. 476, zal zijn be,- lid van genoemd artikel 103, komt ten bate van die gemeenten. slist, bedraagt met ingang van de datum van grenswijziging het maximum aantal vergunningen in de gemeente Hoogland 3. Indien in de gemeente Ede over een vijfjarig tijdvak, 9, Hoevelaken 4, Scherpenzeel 7, Renswoude 3, Veenen- liggende vóór het aan de datum van grenswijziging vooraf- daal 15 en Ede 33 en het maximum aantal verloven A in de gaande kalenderjaar, artikel 101, vierde lid, der Lager-ondcr- gemeente Renswoude 2 en Ede 50. wijswet 1920 toepassing vindt, wordt de vergoeding, toeko- mende aan het bestuur van de bijzondere lagere school, die 2. Een voorstel, bedoeld in het eerste lid, kan door de van de gemeente Ede naar de gemeente Veenendaal is overge- raad van de aldaar genoemde gemeenten bovendien worden gaan, door de raad van laatstgenoemde gemeente dienovercen- gedaan binnen zes maanden na de datum van grenswijziging. komstig verhoogd ten laste van de gemeente Ede. Bij toepas- 3. Tot 1 januari 1960 is het bepaalde in artikel 3, tweede sing van genoemde wetsbepaling over bedoeld tijdvak in de lid, van genoemde wet niet van toepassing op het krachtens gemeente Vcenendaal blijft die school in dat geval buiten deze wet aan de gemeente Veenendaal toe te voegen gebied aanmerking. van de gemeente Renswoude. 11

4. Voor zover niet met ingang van 1 januari 1960 ten aan- 2. De besturen van de bij deze grenswijziging betrokken zien van het in het vorige lid bedoelde gebied geheel of ge- gemeenten hebben na de dag, voorafgaande aan de datum deeltelijk toepassing wordt gegeven aan artikel 21 van de van grenswijziging hel recht — elk voor zover het zijn gcmeen- Drankwet 1931, Stb. Al6, vindt voor dat gebied of voor dat te betreft — te allen tijde kosteloos inzage te nemen van cl- deel daarvan, hetwelk alsdan niet van de werking van artikel 3, kanders archieven en op kosten hunner gemeente afschriften tweede lid, dier wet wordt uitgezonderd, het bepaalde in artikel of uittreksels van de zich in die archieven bevindende stuk- 22 dier wet overeenkomstige toepassing. ken te vorderen, een en ander voor zover deze archieven en stukken mede betrekking hebben op het overgegane gebied. Artikel 44. 1. De namen van de personen, die in de gemeenten, van welke bij deze grenswijziging gebied naar een Artikel 48. 1. Burgemeester en wethouders van de ge- andere gemeente overgaat, voorkomen op de lijsten bedoeld mcenten van welke krachtens deze wet gebied naar een andere in de artikelen 17 en 45, tweede lid, der Drankwet 1931, Stb. gemeente overgaat, zenden op de datum van grenswijziging 416, en die op deze lijsten zijn geplaatst nadat op hun ver- aan hun ambtgenoten van laatstbedoelde gemeenten de gedcel- zoek om vergunning, onderscheidenlijk verlof A, voor één of tcn van de tot de bevolkingsregisters behorende persoons- en meer lokaliteiten, gelegen in het overgaande gebied, een af- woningregisters, welke betrekking hebben op de personen en wijzende beschikking was genomen uitsluitend op grond van de woningen die op de dag, voorafgaande aan de datum.van het bereikt zijn van het geldende maximum, worden overgc- grenswijziging in het overgaande gebied gevestigd of gelegen schreven op de overeenkomende lijsten van de gemeente, zijn. waaraan het desbetreffende gebied wordt toegevoegd, indien 2. Burgemeester en wethouders van de gemeenten, aan belanghebbenden binnen drie maanden na de datum van grens- welke het desbetreffende gebied is toegevoegd, zenden het in wijziging een daartoe strekkend verzoek richten tot burge* het eerste lid bedoelde gedeelte van het woningregister, nadat meester en wethouders van laatstbedoelde gemeente. daarvan afschrift is genomen, binnen een maand terug aan 2. Het bestuur der gemeente, waar de in het eerste lid be- hun ambtgenoten van de gemeenten van wie zij dit hebben doelde personen op één of meer der aldaar genoemde lijs- ontvangen. ten voorkomen, geeft aan deze personen binnen een maand na de datum van grenswijziging per aangetekende brief kennis Artikel 49. Deze wet is niet van invloed op de bcvoegd- van de in dat lid omschreven regeling. heid van de rechter en op die van de procureurs van partijen met betrekking tot zaken op de dag. voorafgaande aan de da- 3. De volgorde, waarin de in het eerste lid bedoelde over- tum van grenswijziging, voor enig gerecht aanhangig. schrijving zal geschieden, wordt bepaald naar de data, waarop de verzoeken om vergunning of verlof van de reeds ingeschre- ven en van de over te schrijven personen bij het bestuur van HOOFDSTUK VIII de daarbij betrokken gemeente inkwamen. Voorzover vcrzoe- Slotbepalingen ken op dezelfde dag zijn ingekomen, gaat de in leeftijd oudere verzoeker voor; bij gelijke ouderdom beslist het lot. Artikel 50. 1. Geschillen over de toepassing van de arti- kelen 26, eerste lid, 27 tot en met 33 en 35 worden beslist door Artikel 45. 1. Gedeputeerde Staten brengen de daarvoor Gedeputeerde Staten van de provincie, waarin de gemeente in aanmerking komende wegen, gelegen in het gebied dat die het aangaat is gelegen, dan wel, indien deze geschillen aan een gemeente, welke tot hun provincie behoort, wordt gemeenten aangaan welke in verschillende provinciën zijn ge- toegevoegd, op de wegenlegger van die gemeente met toepas- legen, door Gedeputeerde Staten van beide provinciën geza- sing van: mcnlijk. Burgemeester en wethouders van bedoelde gemeente a. artikel 39 van de Wegenwet, voor zover uitsluitend van en de belanghebbende, of diens gemachtigde, worden ge- overbrenging zonder wijziging in de omschrijving sprake is; hoord, althans daartoe behoorlijk opgeroepen. b. de artikelen 39, 40 en 41 van genoemde wet, in het ge- 2. Geschillen, bedoeld in het eerste lid, voor zover Gedc- val tevens wordt afgeweken van de omschrijving in de gc!den- putcerde Staten van de bij deze grenswijziging betrokken de wegenlcgger. provinciën daaromtrent niet tot overeenstemming kunnen ko- 2. Voor zover Gedeputeerde Staten ingevolge het vorige men en alle overige geschillen, voor zover Gedeputeerde Sta- lid op een wegenlcgger wegen hebben gebracht, welke zijn ten van de provincie of van beide provinciën naar de onder- vermeld op wegenleggers van gemeenten, welke niet tot hun scheiding van het eerste lid, deze niet in der minne hebben provincie behoren, geven zij daarvan terstond kennis aan Ge- kunnen regelen, worden door Ons beslist. deputeerde Staten dier andere provincie. Deze voeren die wegen van de wegenleggers dier gemeenten af met toepassing Artikel 51. Deze wet treedt in werking met ingang van de van artikel 39 van de Wegenwet. dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst. Artikel 46. De bevoegdheid van de raad der gemeente Lasten en bevelen, dat deze in 'net Staatsblad zal worden Veenendaal uit hoofde van het besluit van 18 september 1928, geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen. Autoritei- Ie afdeling, nr. 1774, van Gedeputeerde Staten van Utrecht, ten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de betreffende de drinkwatervoorziening in die gemeente, geldt nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. niet voor de bij deze wet aan die gemeente toegevoegde ge- bieden, indien en voer zover dit reeds niet het geval zou zijn Gegeven op grond van de Drinkwaterverordening voor de provincie Utrecht 1923. Artikel 12 van deze verordering is voor die toe- geveegde gebieden niet van kracht.

Artikel 47. 1. Alle kadastrale en andere stukken, uitslui- De Minister van Binnenlandse Zaken, tend betrekking hebbende op het overgaande gebied, worden Bezitsvorming en Publiekrechtelijke na de dag, voorafgaande aan de datum van grenswijziging, be- Bedrijfsorganisatie, waard door de gemeente naar welke dit gebied is overgegaan.