Zaterdag als opvolger van Parijs-Brussel Wie maakte juiste keuze: spurters of aanvallers?

Zaterdag wordt in Waals-Brabant, Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de eerste Brussels Cycling Classic gereden, de opvolger van de 92 jaar oude Parijs-Brussel. De lastigheidsgraad van het parcours situeert zich vooral in de finale met twee lussen rond Vossem, Duisburg, Neerijse en Leefdaal met telkens de beklimming van de Vossemberg en de Smeysberg. De Langestraat wordt zelfs drie keer beklommen. Daarna gaat het in gestrekte draf over de brede Brusselse boulevards langs de fonteinen van de Montgomeryrotonde, de TV-toren op de Lambermontlaan, het kasteel van Laken, de Japanse Toren, het Chinees paviljoen, het Amerikaans theater, het planetarium en het Koning Boudewijnstadion. De aankomstlijn ligt aan het Atomium op de Keizerin Charlottelaan. Organisator Wim Van Herreweghe prijst zich gelukkig met het deelnemersveld dat hij voor zijn eerste editie heeft kunnen strikken. “Veertien van de negentien ploegen van de World Tour tekenen present”, zegt hij. “Als we ons op deze manier kunnen blijven spiegelen naar en handhaven in het zog van wedstrijden zoals Hamburg en Plouay moeten we niet blozen en belooft dat voor de toekomst.” Dat deelnemersveld kan je opsplitsen in twee delen. Eerst heb je de ploegen die hun spurters uitspelen omdat ze denken dat de Brussels Cycling Classic zal eindigen met een spurt zoals het met Parijs-Brussel zo dikwijls het geval was. De Belgische topploegen speculeren op Andre Greipel en om te duelleren tegen Arnaud Demare, , , Elia Viviani, Gerald Ciolek, Daniele Bennati, Davide Apollonio, Heinrich Haussler, Maxime Vantomme, Jean-Pierre Drucker en nog meerdere anderen. De ploegen die speculeren op aanvallen in de lastige finale schuiven Björn Leukemans, Lars Boom, Aliaksandr Kuschynski, Rui Costa, de Spaanse kampioen Jesus Herrada, Davide Vigano, Thomas Voeckler, Laurens De Vreese en Pieter Jacobs naar voren. Wie heeft de juiste keuze gemaakt?

Persbureau Marc Van Landeghem