Zeeuw, Delft 1968)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Castricumse familie ... De Zeeuw Degenen die nu in onze gemeente wonen en de naam De Zeeuw De naam: van Potze naar De Zeeuw dragen, zijn binnen een tot drie generaties terug te voeren op Willem de Zeeuw, geboren in 1892 en destijds woonachtig op boerderij Voordat de naam De Zeeuw door deze familie wordt gebruikt, was Starrenburg aan de Bleumerweg, op zijn broer Engel de Zeeuw van de familienaam Potze. De herkomst van deze naam is onbekend. In de Stetweg, of op Kees de Zeeuw, geboren in 1881 en gehuwd met de zeventiende eeuw worden in Egmond aan Zee nog nauwelijks Anna Briefjes. De takken van Willem en Engel de Zeeuw enerzijds achternamen gebruikt, maar patroniemen kwamen wel voor, ofwel en van Kees de Zeeuw anderzijds gaan vele generaties terug om pas namen afgeleid van vaders voornaam, zoals Janszoon (Jansz, Jansen), uit te komen bij hun gemeenschappelijke voorvader. Dit is ene Job Corneliszoon (Comelissen), Jobszoon of Joppe. Zo kan de naam Potze, de Zeeuw die van 1728 tot 1787 woonde in Egmond aan Zee, de ook wel geschreven als Posse, veel vroeger afgeleid zijn van Poszoon bakermat van de familie De Zeeuw. De oudere, voor zover nu bekende met Pos als voornaam. Vanaf circa 1770 wordt van Potze overgestapt generaties van de familie, zijn in Egmond aan Zee woonachtig, zijn op de naam De Zeeuw. Bij deze familie kunnen we deze ontwikkeling visser van beroep en voeren aanvankelijk de achternaam Potze. binnen één gezin goed volgen en met name uit de doopakten van de tien kinderen van Jannes Cornelisz de Zeeuw en Cornelisje (Kee) Alderts Ruijs, die gedoopt worden in de periode 1754 - 1769. Jannes is Een familie van vissers uit Egmond aan Zee een zoon van Cornelis Cornelisz Potze (zie gezin nr. 2). Bij de doop van de oudste drie kinderen in 1754, 1755 en 1756 Al in de Middeleeuwen werd er door de bewoners van Egmond worden de ouders Jannes Krelissen (Corneliszoon) en Kee Alders aan Zee (in de volksmond Derp) gevist. Bijna de gehele bevolking (Aldertsdochter) genoemd. Bij de doop van de volgende zes kinderen van Derp was op een of andere manier bij de visvangst betrokken. in de periode 1758 - 1767 worden de ouders Jannes Krelis Posse en In 1514 viste men met 50 schepen, waarvan er 26 op haringvangst Kee Alders Ruijs genoemd en bij het jongste kind gedoopt op 17 febr. gingen en de overige zich bezig hielden met de schrobnetvisserij 1769 heten de ouders Jannes Kreliz de Zeeuw en Kee Alders Ruijs. voor platvis, waarbij een schrobnet over de bodem van de zee werd Onbekend zijn de achtergronden van de naamswisseling van Potze voortgetrokken of met de beugvisserij voor ronde vis, waarbij met naar De Zeeuw. Er zijn geen sporen gevonden die wijzen op een relatie met Zeeland. de beug werd gevist, zijnde een lange lijn met dwarslijnen die voorzien zijn van haken. Er werden scheepjes gebruikt zonder kiel die gemakkelijk op het strand konden worden afgemeerd. De scheepjes waren 9 tot 12 meter lang, werden 'pinken' of Van Egmond naar Bakkum 'bomschuiten' genoemd en bemand met ongeveer vijf man. Het aantal scheepjes dat vanuit Egmond op visvangst ging, nam in De oudst bekende stamvader is Cornelis Janszoon Potze die naar de loop der eeuwen af en in het jaar 1900 was de visvangst hier schatting omstreeks 1675 geboren moet zijn. Met zijn vrouw nagenoeg verdwenen en voeren de vissers vanuit de haven van Elisabeth Ariens krijgt hij vier kinderen. Zijn kleinzoon Job de IJmuiden. Veel vissers gingen elders wonen of kozen andere Zeeuw, geboren in 1728, is visser en stuurman van een visserschuit. beroepen. Dit laatste is bij de familie De Zeeuw het geval geweest. In november 1767 speelt een rechtzaak voor schout en schepenen van Egmond aan Zee betreffende het uitblijven van betalingen. Job Bomschuit op het strand van Egmond aan Zee in het jaar 1844, 71 Potze en nog drie andere stuurlui van vissersschuiten moeten nog De nakomelingen van Job de Zeeuw en Marijtje Stuifbergen geld ontvangen voor de in maart van dat jaar in het Nieuwediep bij Den Helder verkochte en geleverde vis. Job de Zeeuw en Marijtje Stuifbergen krijgen zeven kinderen, Op 14 dec. 1787 is Job op zee van een schuit afgeslagen en waarvan alleen zoon Engel, geboren in 1833, de familienaam zal verdronken; hij werd aan de wal in Egmond aan Zee begraven. voortzetten. Engel is schelpenvisser en landbouwer, woont aan Zijn twee zoons, Cornelis geboren in 1767 en Engel geboren in het Schulpstet en trouwt in 1864 met Grietje Castricum. Uit hun 1768, zetten het geslacht De Zeeuw voort. Deze Cornelis is een huwelijk worden veertien kinderen geboren, waarvan de zoons vroege voorvader van Cornelis (Cees) de Zeeuw, gehuwd met Job, Jaap en Piet de Zeeuw zorgen voor een voortzetting van deze Anna Briefjes en zijn broer Engel, een vroege voorvader van de in tak De Zeeuw. de inleiding genoemde Willem (Starrenburg) en Engel (Stetweg) de De oudste zoon Job, geboren in 1865, is net als zijn vader Zeeuw. De eerdergenoemde Engel de Zeeuw trouwt in 1798 en heeft schelpenvisser, woont op het Schulpstet en zal daar op 34- met zijn vrouw Lijsbeth Blok vijf kinderen, waarvan de oudste zoon jarige leeftijd overlijden. Uit zijn huwelijk met Aaltje Castricum Job de Zeeuw, geboren in 1799, trouwt in het jaar 1828 met Marijtje worden geboren de in onze generaties nog bekende en meermalen Stuifbergen, die aan de Bleumerweg in Bakkum woont. genoemde Willem en Engel de Zeeuw. Zoon Jaap, geboren in 1867, is ook schelpenvisser en landbouwer, woont in de Peperstraat (nu Dr. Jacobilaan) en trouwt in 1892 Het huisje van Job de Zeeuw aan de Bleumerweg met Aagje Dekker uit Limmen. Zij krijgen twaalf kinderen, waarvan er zeven al op jeugdige leeftijd overlijden. De enige Marijtje Stuifbergen woont met haar ouders in de laatste boerderij zoon die overblijft, Ab de Zeeuw, is krantenbezorger, en woont op aan de noordzijde van de Bleumerweg. (Hier woont nu Piet Borst Schoutenbosch: zijn huwelijk blijft kinderloos. op nr. 20.) Aan dezelfde kant van de Bleumerweg op zo'n vijftig De jongste zoon Piet, geboren in 1885, is grondarbeider, woont meter vanaf de boerderij en gescheiden door een zijweggetje, de de langste tijd in Alkmaar en trouwt in 1909 met de Castricumse 'Jan Miessenlaan', stond nog een huisje, waarin Job en Marijtje na Aafje Nijman. Zij krijgen negen kinderen, waarvan meerdere in het hun trouwen in 1828 zijn gaan wonen. Pas twintig jaar later koopt cafébedrijf werkzaam waren. De zoons van Piet en Aafje, met name Job de Zeeuw dit huisje en daaraan ging heel wat vooraf ! Engel, Wim en Piet de Zeeuw, zetten de naam De Zeeuw voort. Dit huisje was eigendom van Gerrit Koeleveld, die het op 23-jarige leeftijd in 1811 van zijn moeder had geërfd. Gerrit moest dienst doen in het leger van Napoleon en had zich daarvoor op 15 april 1811 gemeld Van Egmond via Heiloo naar Castricum bij het garnizoen te Haarlem en werd toen bij het 125e Regiment Infanterie ingelijfd. Een week na het overlijden van zijn moeder Zoals hierboven werd vermeld had visser Job de Zeeuw (1728 - heeft de alleen overgebleven Gerrit Koeleveld op 18 mei 1811 nog te 1787) twee zoons, Cornelis en Engel. De nakomelingen van Engel Limmen een onderhandse volmacht getekend, waarbij hij drie heren, kwamen in Bakkum terecht. Zoon Cornelis, geboren in 1767, was allen woonachtig in Bakkum, met name Simon Duinmeijer, veehouder, arbeider, woonde in Egmond aan den Hoef en is aldaar overleden Jan van Bruijnswaard, duinmeier en Floris Cornelisz Twisk, schulper/ in 1813. Uit zijn huwelijk met Aagje Dirks Pollepel wordt in 1797 veehouder, aanstelt tot administrateuren van hetgeen hij achterlaat een zoon Job geboren die in 1822 trouwt met Maartje Bont. tijdens zijn diensttijd. Vervolgens is Gerrit in Franse dienst ingelijfd en Job en Maartje gaan wonen in de Kerkbuurt in Heiloo en krijgen met de legers via Duitsland naar Rusland vertrokken. Na 18 mei 1811 hier zeven kinderen, waaronder de zoons Cornelis (geb. 1824) is nooit meer iets van Gerrit Koeleveld vernomen. en Jan de Zeeuw (geb. 1838), die respectievelijk twee en vier kinderen hebben. Bij deze zes kinderen is maar één jongen, Jan de Er gaan vele jaren voorbij. Gerrit heeft geen broers of zusters, Zeeuw, zoon van genoemde Cornelis en geboren in 1852. maar wel vele verre erfgenamen. Zo is ook Marijtje Stuifbergen, Jan wordt timmerman, trouwt in 1879 met Grietje Enke en woont echtgenote van Job de Zeeuw, een van die erfgenamen: haar moeder in Heiloo op Zevenhuizen. Jan en Grietje krijgen een zoon Kees was een nicht van Gerrit Koeleveld. Bij vonnis van de rechtbank en een zoon Niek. Kees de Zeeuw, geboren in 1881, werkt bij het van Haarlem wordt Gerrit Koeleveld op 13 juni 1843 overleden spoor, trouwt met Anna Briefjes en woont met zijn nakomelingen verklaard. Daarna worden alle erfgenamen opgespoord: het zijn er in Castricum. Niek de Zeeuw, geboren in 1891, is net als zijn in totaal 29, veelal kinderen of kleinkinderen van neven en nichten vader timmerman, trouwt met Neeltje Bruin en woont evenals het van Gerrit en woonachtig in 13 verschillende plaatsen, met de merendeel van hun nakomelingen in Heiloo. meeste erfgenamen (7) uit Bakkum, die Stet, Stuifbergen of Tromp heten. Dit moet veel tijd gevergd hebben, want bijna vijf jaar na de doodverklaring kan de boedelscheiding plaats vinden. Job de Zeeuw Overwegwachteres Anna Briefjes, echtgenote van Kees de Zeeuw koopt in mei 1848 het huisje van de erfgenamen voor 500 gulden. Als overwegwachteres heeft Anna Briefjes veel respect afgedwongen, zoals blijkt uit het boek Schippers van het Stet van Oproep in de krant aan bloedverwanten van Gerrit Koeleveld om zich te melden.