Kadernota Bestemmingsplan Buitengebied Reiderland/Scheemda/Winschoten
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Kadernota bestemmingsplan buitengebied Reiderland/Scheemda/Winschoten Kadernota bestemmingsplan I nhoud : buitengebied Rapport en bijlagen Reiderland/Scheemda/Winschoten 3 1 j ul i 2 0 08 Projectnummer 195.00.01.21.60 Inhoudsopgave 1 I n l e i d i n g 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Wisselwerking Kadernota - bestemmingsplan 8 1.3 Nieuwe Wro 9 1.4 Afstemming andere plannen 10 1.5 Opbouw Kadernota 10 1.6 Leeswijzer 11 2 Analyse plangebied 13 2.1 Gebiedskroniek 14 2.1.1 Ontstaan van het landschap 14 2.1.2 Grondgebruik 16 2.2 Fysische situatie 17 2.2.1 Bodem 17 2.2.2 Landschap en cultuurhistorie 18 2.2.3 Natuurwaarden 21 2.2.4 Water 23 2.3 Functies en trends 23 2.3.1 Infrastructuur 23 2.3.2 Landbouw 24 2.3.3 Wonen 28 2.3.4 Niet-agrarische bedrijvigheid 28 2.3.5 Recreatie en toerisme 29 2.4 Conclusie 30 3 B e l e i d 35 3.1 Algemeen 35 3.2 Rijk 35 3.2.1 Algemeen 35 3.2.2 Natuur 36 3.2.3 Water 36 3.2.4 Archeologie, landschap en cultuurhistorie 37 3.2.5 Recreatie 39 3.2.6 Waddenfonds 39 3.3 Provincie 40 3.3.1 Provinciaal Omgevingsplan 40 3.3.2 Handreiking Gemeentelijke Plannen 41 3.3.3 Gebiedsplan Groningen 41 3.3.4 Ring Blauwe Stad 43 3.4 Beleid regio en gemeenten 44 195.00.01.21.60 3.4.1 Rapport Commissie Langman 44 3.4.2 Kompas voor de toekomst 44 3.4.3 Waterbeheersplan Hunze en Aa's 44 3.4.4 Gemeentelijke waterplannen 45 3.4.5 Landschapsontwikkelingsplan 45 3.4.6 Grensoverschrijdend beleid 46 4 V i s i e 47 4.1 Hoofddoelstelling 47 4.2 Gebiedsvisie 47 4.2.1 Indeling in gebieden 47 4.2.2 Landbouwontwikkelingsgebied 49 4.2.3 Verwevingsgebied 51 4.2.4 Natuurontwikkelingsgebied 55 4.2.5 Landschappen 55 4.3 Ruimtelijke aandachtspunten 59 4.3.1 Landschap, archeologie en cultuurhistorie 59 4.3.2 Milieu 59 4.3.3 Natuur 61 5 Uitgangspunten bestemmingsplan 63 5.1 Algemeen 63 5.2 Landbouw 64 5.2.1 Onderscheid grondgebonden en intensief 64 5.2.2 Nieuwvestiging van agrarische bedrijven 70 5.2.3 Omvang bouwpercelen 73 5.2.4 Tweede bedrijfswoningen 78 5.2.5 Verbreding van agrarische bedrijven 79 5.2.6 Vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing 82 5.2.7 Mestverwerking 87 5.2.8 Paardenhouderijen 92 5.2.9 Foliemestbassins 94 5.3 Natuur en landschap 94 5.3.1 Bescherming Waddenzee 95 5.3.2 Bestaande natuur 96 5.3.3 Natuurontwikkeling/EHS 96 5.3.4 Landschap 97 5.4 Water 98 5.4.1 Waterparagraaf en watertoets 98 5.4.2 Waterberging 98 5.4.3 Watergangen 99 5.4.4 Dijken 99 5.5 Cultuurhistorie/archeologie 100 5.5.1 Zichtbare waarden 100 5.5.2 Onzichtbare waarden 101 5.6 Recreatie en toerisme 102 195.00.01.21.60 5.6.1 Verblijfsrecreatie 102 5.6.2 Kleinschalig kamperen 103 5.7 Wonen 104 5.7.1 Bestaande woningen 104 5.7.2 Nieuwe woningen 104 5.7.3 Landgoederen en buitenplaatsen 105 5.7.4 Meervoudige bewoning 105 5.8 Niet-agrarische bedrijven 106 5.8.1 Bestaande niet-agrarische bedrijven 106 5.8.2 Nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijven 106 B i j l a g e n 195.00.01.21.60 I n l e i d i n1 g A a n l e i d i n g 1.1 De gemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten trekken op veel (beleids)terreinen samen op. Deze samenwerking is bijvoorbeeld goed zichtbaar in het megaproject 'de Blauwe Stad'. Maar ook op andere, op het eerste gezicht wellicht minder zichtbare en aansprekende terreinen, wordt in toenemende mate samengewerkt. De drie gemeenten zijn zich mo- menteel nadrukkelijk aan het voorbereiden op een gemeentelijke herinde- ling. In dat licht bezien, is het niet verwonderlijk dat is besloten tot het in gezamenlijkheid opstellen van een kadernota voor het buitengebied. Deze kadernota vormt het beleidsmatige kader voor het in 2008 op te stellen bestemmingsplan buitengebied. Het opstellen van een bestemmingsplan buitengebied is een uitermate omvangrijk karwei, waarbij doorgaans verschillende jaren verstrijken tussen het moment van start en de goedkeuring door de provincie. Deze lange looptijd heeft niet alleen te maken met de grootte van de plangebieden (het gaat immers om alle gronden buiten de kernen), maar met name met de vele functies en belangen die tegen elkaar moeten worden afgewogen en op een passende manier in het bestemmingsplan buitengebied moe- ten worden opgenomen. Een bestemmingsplan is daarmee bij uitstek een integratiekader van functies, beleid en belangen. Een bestemmingsplan buitengebied geeft voor een periode van minimaal tien jaar aan op welke wijze de functies in het plangebied zich kunnen ontwikkelen. Het is daarom van belang, in nauw overleg met de 'spelers in het veld', te komen tot afspraken over de gewenste ontwikkelingsrichting. Daarbij spelen niet alleen de wensen vanuit de verschillende sectoren een rol, maar zeker ook het beleid van bijvoorbeeld de provincie Groningen en de drie gemeenten. Wanneer deze afweging van functies, beleid en belangen plaatsvindt in de periode dat het bestemmingsplan wordt opgesteld, bestaat het gevaar dat de bestemmingsplanprocedure stroperig wordt. Beter is het dan ook de bedoelde belangenafweging te laten plaatsvinden, voordat het bestem- mingsplan wordt opgesteld. Voor velen zal het gehele proces hierdoor begrijpelijker worden. Ook zal in de bestemmingsplanprocedure de nodi- ge tijdwinst worden behaald, doordat de hoofdlijnen van het bestem- mingsplanbeleid in een eerder stadium zijn vastgelegd. Het draagvlak dat 195.00.01.21.60 - Kadernota bestemmingsplan buitengebied Reider- 7 land/Scheemda/Winschoten - 31 juli 2008 in de voorfase kan worden gecreëerd, zal daarnaast leiden tot minder bezwaren en zienswijzen tegen het bestemmingsplan buitengebied. Kortom: er is voldoende aanleiding om een 'knip' te zetten tussen de be- leidsfase en de fase van het opstellen van het eigenlijke bestemmingsplan buitengebied. De voorliggende Kadernota vormt het tastbare resultaat van de bedoelde beleidsfase. Akkerbouw in de Westerleesche Lagemeeden ten zuiden van Westerlee Wisselwerking K a d e r n o t a - b e s t e m m i n g s p l a n 1.2 Het voorliggende rapport bevat het ruimtelijke beleid van de gemeenten en een verslag van het proces dat tot dat beleid heeft geleid. De inhoud van de Kadernota zal in een later stadium zoveel mogelijk naar het be- stemmingsplan buitengebied worden vertaald. De term 'zoveel mogelijk' in de vorige zin is bewust gekozen. Niet alle zaken uit de Kadernota zullen namelijk rechtstreeks in het bestemmings- plan buitengebied kunnen worden opgenomen. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat bepaalde onderdelen uit de Kadernota nog onvoldoende concreet zijn. Ook kan het zijn dat ontwikkelingen te omvangrijk zijn om in het bestemmingsplan buitengebied op te nemen. Tot slot is het mogelijk dat in de toekomst gewijzigde beleidsinzichten van het Rijk en de provin- cie een aanpassing van het gemeentelijke ruimtelijke beleid vragen. In beide gevallen zou realisering van het voornemen moeten plaatsvinden buiten het bestemmingsplan buitengebied om, namelijk in de vorm van een zelfstandig bestemmingsplan. Bij het beoordelen van aanvragen voor 8 195.00.01.21.60 - Kadernota bestemmingsplan buitengebied Reider- land/Scheemda/Winschoten - 31 juli 2008 nieuwe ontwikkelingen die niet in het bestemmingsplan kunnen worden meegenomen, zal de Kadernota echter wel de leidraad vormen. Met ande- re woorden: voor ontwikkelingen die niet in het bestemmingsplan zijn of kunnen worden opgenomen, vormt de voorliggende Kadernota de toet- singsgrondslag. Het bestemmingsplan buitengebied en de Kadernota vor- men daarmee een hechte eenheid, waarmee het gehele spectrum van de ruimtelijke ordening in het landelijke gebied kan worden bestreken. D.H. Vinkersweg Het bestemmingsplan buitengebied geeft regels omtrent het gebruik van de grond en het bouwen van bouwwerken. Verder kan en mag een be- stemmingsplan buitengebied niet gaan. Naast het bestemmingsplan be- staan er echter nog andere instrumenten om het gemeentelijk beleid te verwezenlijken. Te denken valt aan privaatrechtelijke overeenkomsten, subsidieregelingen, gemeentelijk welstandsbeleid en dergelijke. Met name de privaatrechtelijke overeenkomsten zijn de laatste jaren in opkomst. Hiermee kunnen in geval van nieuwe ontwikkelingen juridische afspraken worden gemaakt, wanneer van de ontwikkelende partij een ‘tegenprestatie’ wordt gevraagd. Te denken valt aan de aanplant van groen of het onder- houd van wegen/wegtracés. Door middel van het welstandsbeleid kun- nen bouwplannen worden toegespitst op de landschappelijke situatie ter plaatse. Kortom, naast het bestemmingsplan heeft de gemeente nog een aantal belangrijke instrumenten in handen om het beleid vorm te geven. N i e u w e W r o 1.3 Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De nieuwe Wro houdt meer in dan alleen vereenvoudiging en 195.00.01.21.60 - Kadernota bestemmingsplan buitengebied Reider- 9 land/Scheemda/Winschoten - 31 juli 2008 verkorting van procedures. Met de nieuwe Wro is voor gemeenten en provincies het nodige veranderd. Het voert te ver daar in dit kader diep op in te gaan. Wel van belang is de constatering dat de provincie Groningen zich momenteel beraadt en voorbereidt op haar veranderende rol onder de nieuwe Wro. De provincie dient namelijk te formuleren welke zaken zij van provinciaal belang acht. In het nieuwe POP (in werking in 2009) zal de provincie verwoorden om welke zaken het daarbij gaat. In dat kader is tevens van belang op te merken dat het nieuwe bestem- mingsplan buitengebied zal worden opgesteld onder de vigeur van de nieuwe Wro. Voor de Kadernota geldt dit niet. De Kadernota is namelijk geen (verplichte) planvorm en komt als zodanig dan ook niet voor in de nieuwe Wro.