Europese projecten in gemeenten GOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE

GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S

Europese projecten in gemeenten Goede voorbeelden van projecten in kleine en middelgrote gemeenten, gecofinancierd door Europese subsidieprogramma’s Colofon

Auteur Sjoerd Wijnsma

Projectleider Helen Schuurmans (VNG)

Vormgeving en opmaak Dimdim, Den Haag juli 2012

2 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voorwoord

Voor u ligt een publicatie met voorbeelden van projecten van kleine en middelgrote gemeenten die Europese cofinanciering hebben ontvangen. Met deze publicatie hopen wij kennisuitwisseling te bevorderen en spelen wij in op de vraag van gemeenten naar de mogelijkheden om gebruik te maken van deze fondsen.

Mijn dank gaat uit naar alle bestuurders, gemeenteambtenaren en projectleiders die bereid waren hun ervaringen met Europese subsidies met ons te delen.

Ik wens u veel inspiratie toe bij het lezen over deze projecten!

Ralph Pans Voorzitter Directieraad VNG

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 3 Inhoudsopgave

Voorwoord 3 Inleiding 5

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Gemeente Westland: 4B in Waalblok 6 Gemeente Brummen: Centrumplan Eerbeek – Oranje Nassauplein 10

Interreg IVA Gemeente Hellevoetsluis: Muren en Tuinen 12

Interreg IVB Gemeente Hardenberg: iAge 16 Gemeente Noord-Beveland: Build with CaRe 18

Interreg IVC Gemeente Assen: Integrated Measures for an Energy Efficiency Approach 22

Europees Sociaal Fonds (ESF) Gemeente Gennep: Ondersteuning bij het vinden van een baan 24 Gemeente Goes: Aan de slag in Zeeland! 26

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Gemeente Meppel: Landschapsprogramma Broekhuizen 28 Gemeente Peel en Maas: Hart voor Maasbree – Multifunctioneel Centrum 30 Probleemgebiedenvergoeding agrariërs Midden-Delfland 33

Europees Visserij Fonds (EVF) Gemeente Urk: Blue Port Urk 34

Europa voor de Burger Gemeente Groesbeek: Vincult 38 Gemeente Haaren: European Charter 40

Leven Lang Leren – Comenius Gemeente Tynaarlo: Samenwerkingsverband Tynaarlo-Pitesti 44

Vijfde kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling Gemeente Heerhugowaard: Suncities – Stad van de Zon 46

4 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Inleiding

In deze publicatie wordt een aantal projecten van kleine en middelgrote gemeenten besproken die cofinanciering hebben ontvangen van de Europese Unie. De projecten zijn gefinancierd uit verschillende fondsen (periode 2007-2013) waardoor een gevarieerd palet van projecten is ontstaan. De ervaringen van deze ‘Best Practices’ kunnen u op weg helpen om ook voor uw project subsidie van de Europese Unie te krijgen!

Op de linkerpagina staan ‘facts and figures’ van de projecten met een korte introductie van het Europese subsidieprogramma, de bedragen en de looptijd, de projectpartners, een inhoudelijke introductie van het project en de belangrijkste (verwachte) resultaten. Op de rechterpagina staat een interviewverslag met de betrokken projectleider(s) en in enkele gevallen ook met de betrokken bestuurder. Zij vertellen over de voor- en nadelen en de toegevoegde waarde van het uitvoeren van een Europees gefinancierd project.

Tijdens het opstellen van deze verzamelbundel viel een aantal zaken op: Voor veel projecten betekent de Europese cofinanciering dat er een financieel gat op de begroting van de projecten gevuld kan worden. Maar naast dit financiële aspect ervaren veel gemeenten ook andere voordelen. Het delen van kennis in samenwerkingsverbanden helpt veel gemeenten het beleid en de gemeentelijke prioriteiten te realiseren. Samenwerkingsverbanden geven gemeenten de kans zich te profileren en de regio breed onder de aandacht te brengen.

De administratieve lasten en de bureaucratie die Europese subsidies met zich meebrengen kunnen een nadeel zijn. Aan de andere kant dwingt een goede administratie je gestructureerd en geordend te werken. Dat betekent dat je zelf ook veel meer grip hebt op je project en dit ook veel beter intern en extern kan verantwoorden, bijvoorbeeld naar bestuurders.

De kern van een succesvolle aanvraag is je goed te verdiepen in de doelstellingen van het Europese programma en alleen een aanvraag te doen als je project goed matcht met dit programma. Oriënteer je van tevoren goed over de aanvraag en maak gebruik van de kennis van anderen.

Wat kan de VNG voor u betekenen? Directie Europa van de VNG adviseert over de Europese programma’s. Zo produceert zij een Europese subsidiewijzer met daarin alle informatie over Europese subsidies waarvoor gemeenten in aanmerking komen. Deze subsidiewijzer is digitaal beschikbaar op de website van de VNG. U kunt een hardcopy bestellen via [email protected].

De VNG heeft voor alle ambtenaren van gemeenten die werken met Europa een Europa ambtenarennetwerk opgericht. U kunt zich aanmelden voor het forum van dit netwerk op www.europanetwerk.nl. Op dit forum wordt u op de hoogte gehouden van de laatste Europese ontwikkelingen, partnersearches en subsidiemogelijkheden en kunt u ervaringen uitwisselen met collega’s.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 5 4B water in Waalblok Gemeente Westland

Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het regionaal concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau bepaald. De EU heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als belangrijkste thema’s vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten bij bestaand nationaal beleid. Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/nationaal beleid is vertaald in regionale prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)

Website: http://www.gemeentewestland.nl/Smartsite.shtml?id=101965 Thema: Duurzaamheid, innovatie Partners: • Gemeente Westland • Provincie Zuid-Holland • LTO Glaskracht • Tuinbouwondernemers in het gebied • Hoogheemraadschap van Delfland Totaal budget van het project: circa € 11,2 miljoen EU-bijdrage: € 1.698.600 Totale kosten project gemeente Westland: circa 1,1 miljoen Looptijd: 01.11.2010 – 31.03.2014

Het project Het pilotproject Waalblok 4B-concept water combineert meervoudig ruimtegebruik voor waterberging met het vrijwel sluiten van de waterketen en een duurzaam hergebruik van bedrijfsafvalwater. De 4 B’s staan voor het Bergen van regenwater, het Bufferen van bedrijfsafvalwater en proceswater, het Bereiden van gietwater door zuivering van dit afvalwater en het Begieten van teelten. In dit zogeheten ‘4B concept Water’ vindt waterberging plaats onder kassen en wordt drainage- en afvalwater met een innovatieve combinatie van technieken geschikt gemaakt voor gietwatertoepassing. In het Westland hebben diverse gebieden een zogenaamd Centraal Afval- en Drainagewater systeem. Hiermee is de centrale inzameling van bedrijfsafvalwater eenvoudig te realiseren. Het eerste onderdeel van het 4B concept in het gebied Waalblok is inmiddels gerealiseerd. Het betreft de aanleg van kelders onder kassen (meervoudig ruimtegebruik), waarin berging van oppervlakte- of regenwater en van gietwater plaats kan vinden. De tweede hoofdactiviteit betreft het omzetten van bedrijfsafval- en drainagewater in gietwater met een gecombineerde waterzuive- ringsinstallatie, ook wel ‘gietwaterfabriek’ genoemd. De bijdrage uit EFRO betreft deze hoofdactiviteit. In het pilotproject werkt de gemeente Westland samen met het Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie Zuid-Holland, LTO Glaskracht en de tuinbouwondernemers in het gebied. De realisatie zal plaatsvinden door de (nieuwe) ‘Coöperatie waterzuivering Westland U.A.’ waarmee door de gemeente bindende afspraken worden gemaakt.

Resultaat Het pilotproject zorgt voor milieuwinst en draagt er aan bij dat een betere concurrentiepositie voor de glastuinbouwsector ontstaat. Het project levert een bijdrage aan het oplossen van de waterbergingsbehoefte, zorgt voor vermindering van risico op wateroverlast, verbetering van waterkwaliteit, voldoende gietwater van goede kwaliteit, vergroting van zelfvoorzienendheid van het gebied, nieuwe financieringsconstructies voor water (Publiek Private Samenwerkingsvormen) en energiebesparing op transport en productie. Het pilotproject is één van de projecten van het ‘Programma Duurzame Greenport Westland-Oostland’. Dit is een programma van projecten waarbij nieuwe technieken of inzichten worden ontwikkeld of op praktijkschaal worden toegepast op het gebied van de waterhuishouding en van energie.

6 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van teamleider projecten Chantal Scheers en projectleider Aad Laverman Er zijn twee belangrijke aanleidingen geweest voor het project. Allereerst is er een historisch tekort aan oppervlaktewater in het Westland en is er sprake van wateroverlast. Daarnaast wordt omgekeerde osmose hier veel toegepast. Dat betekent dat er grondwater wordt opgepompt en wordt gefilterd als gietwater voor de teelten. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen worden weer terug in de grond gepompt. De voorspelling was dat dit terugpompen van afvalstoffen vanaf 2013 niet meer toegestaan zou zijn en dat er een andere manier van waterzuivering gezocht moest worden. De gemeente Westland heeft samen met de tuinders naar oplossingen gekeken. Daaruit is het 4B concept (bergen, bufferen, bereiden en begieten) voortgekomen.

Een van de speerpunten van het collegewerkprogramma is dit initiatief vanuit de samenleving. Het project is niet alleen voor de tuinders maar vooral ook door de tuinders. De gemeente bouwt en exploiteert dan ook de ‘waterfabriek’ niet zelf. De tuinders hebben een coöperatie opgericht van waaruit ze dit project ontwikkeld. De gemeente faciliteert alleen. Vanwege vele partijen die betrokken zijn is het belangrijk Overzicht van het plangebied dat een partij het project trekt. De gemeente heeft ervoor gekozen om dit in de beginfase te doen vanwege de belangrijke maatschappelijke functie van het Westland. Westland is het grootste en dichtbebouwde glastuinbouwgebied van de wereld en de derde economische motor van Nederland na de Rotterdamse haven en Schiphol. De tuinbouw vormt de kern van de gemeente en daarom wil de gemeente investeren in de innovatieve en vooruitstrevende bedrijven. De gemeente heeft de subsidie aangevraagd en staat garant voor de risico’s. Nu de kaders van het project steeds duidelijker worden, proberen we dat risico voor een deel ook over te dragen aan de coöperatie van de tuinders.

Ondanks de gevolgen van de crisis, die ook de tuinders raakt, blijft het draagvlak groot. Met dit nieuwe systeem heb je een constante kwaliteit van gietwater hetgeen zich vertaald in betere teeltopbrengsten. Verder maakt de sector zich klaar voor de toekomstige emissie-eisen. LTO Glaskracht speelt een belangrijke rol om de tuinders enthousiast te maken en te houden voor het project.

De aanvraag Beleidsmedewerkers economische zaken van de gemeente bekijken de mogelijkheden van Europese subsidieprogramma’s en vergelijken dat met de beleidsdoelen van de gemeente. Er was extra geld nodig en het project past goed binnen de doelstellingen van de Europese Commissie. Tussen de melding van het project ten behoeve van de subsidie en de daadwerkelijke aanvraag heeft vrij veel tijd gezeten, vanwege diverse onzekerheden binnen het project. Daarnaast kent de ‘waterfabriek’ een gewenste exploitatieduur van 40 jaar, hiervoor moest een geschikte constructie gevonden worden. De daadwerkelijke aanvraag heeft een voorbereiding (oriënterende gesprekken, opstellen projectplan) gekend van circa een half jaar. Verlening van de subsidie vond na enige aanpassingen en aanvullingen op de aanvraag plaats.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 7 Voor- en nadelen Europese subsidies zijn vaak erg lastig in de verantwoording. Vanuit onze eerdere ervaringen met EFRO hebben wij de keus gemaakt de aanvraag te gebruiken voor harde investeringen zoals de bouwmaterialen. Dat is namelijk eenvoudiger te verantwoorden dan bijvoorbeeld ambtelijke uren. Verder is de aanvraag altijd een weergave van de situatie/inzicht op dat moment terwijl het project vaak heel dynamisch is. Dit kan leiden tot een afwijking ten opzichte van de aanvraag, bijvoorbeeld toch andere concrete projectresultaten. Goedkeuring van een dergelijke afwijking vergt de nodige tijd en energie en zorgt voor onzekerheid, terwijl voortgang van het project cruciaal is vanwege de beperkte subsidieperiode. Het ‘managen’ van de subsidie wordt soms een apart taak binnen het project. De subsidie heeft het project wel mogelijk gemaakt. Zonder de subsidie hadden we geen stap kunnen zetten om innovatie en duurzaamheid extra te promoten in de tuinbouwsector.

8 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Nederlandse Gemeenten 9 Centrumplan Eerbeek – Oranje Nassauplein Gemeente Brummen

Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het regionaal concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau bepaald. De EU heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als belangrijkste thema’s vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten bij bestaand nationaal beleid. Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/ nationaal beleid is vertaald in regionale prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)

Website: www.centrumplaneerbeek.nl Thema: Herinrichting openbare ruimte, duurzaamheid Partners: Gemeente Brummen; provincie Gelderland Totaal budget van het project: € 900.000 EU-bijdrage: € 450.000 (50%) Looptijd: 01.02.2011 – 31.12.2012

Het project Vanuit de samenleving bestaat al langere tijd de roep om het centrum van Eerbeek op te knappen. Toen twee ontwikkelaars grond kochten in het centrum is er samen met de gemeente een masterplan ‘Centrumgebied Eerbeek’ gemaakt voor het centrum van Eerbeek. Hoewel het Oranje Nassauplein eigenlijk enigszins buiten het centrumgebied ligt, heeft het plein een belangrijke functie door zijn winkels maar ook als ontmoetingsplein. Bewoners en ondernemers hebben er dan ook altijd op aangedrongen het Werkzaamheden aan het Oranje-Nassauplein plein mee te nemen in het masterplan voor het hele centrum. Voor de herinrichting van dit plein is Europese subsidie aangevraagd. De winkeliers en bewoners aan het plein hebben actief bijgedragen aan de plannen voor de inrichting van het plein. De gemeente heeft gevraagd of de winkeliers samen met de bewoners zelf met plannen wilden komen voor de inrichting. De gemeente had alleen een paar randvoorwaarden gesteld, zoals het beschikbare budget en het feit dat een ondergrondse wateropvangvoorziening gerealiseerd moest worden om wateroverlast ten gevolge van hevige regenval te kunnen beperken.

Resultaat Het Oranje Nassauplein ligt lager dan de omgeving en had daarom al meerdere jaren last van wateroverlast bij hevige regenbuien. Een groot ondergronds waterreservoir moet deze problemen oplossen. Voor de zomer van 2012 moet dit reservoir klaar zijn. Daarna wordt begonnen met het vervangen van de riolering en aan de betere uitstraling van het plein waardoor het plein een nog belangrijkere ontmoetingsplek wordt en het ondernemersklimaat verbeterd. In samenwerking met Veilig Verkeer Nederland is er ook gekeken naar de mogelijkheden om het plein veiliger te maken.

10 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Justin Asma (IM-RO bv) Bij het maken van een masterplan voor het centrum van Eerbeek hebben we er direct voor gekozen om het Oranje Nassauplein mee te nemen in de plannen. Het plein, dat net buiten het centrum ligt, heeft naast het winkelaanbod een belangrijke sociale functie. Bij de plannen voor de herinrichting van het plein zijn direct de bewoners actief betrokken. Hierdoor hebben we nu een breed gedragen ontwerp liggen, waardoor de overlast van de werkzaamheden ook geaccepteerd wordt.

De herinrichting van het plein is de hoofdmoot van het project maar daarnaast is duurzaamheid ook belangrijk. Het ondergronds waterreservoir dat wateroverlast moet tegengaan is hiervan een voorbeeld.

Tegelijk met het maken van het masterplan hebben we een financiële doorrekening gemaakt in de vorm van een grondexploitatie. Daardoor kwamen we er al snel achter dat we een groot tekort hadden op de totale grondexploitatie. Door te sleutelen aan de plannen, zonder aan de kwaliteit te tornen, hebben we geprobeerd de kosten te drukken. Op een gegeven moment was dit niet verder haalbaar en zijn we in gesprek gekomen met de provincie Gelderland. De provincie heeft toen een toezegging gedaan dat ze wel een bijdrage wilden leveren aan het centrumplan in de vorm van subsidies. Investeringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) en EFRO zijn daarvan de belangrijkste.

De aanvraag Het Oranje Nassauplein heeft niet alleen een fysieke maar ook een sociale binding met het centrumplein. Doel van het centrumplan is het geven van een kwaliteitsimpuls aan het centrum van Eerbeek. Als gemeente kun je het ondernemersklimaat versterken door te zorgen dat de openbare ruimte goed op orde is. Een gezellig plein, waar het prettig winkelt, maakt het ondernemersklimaat op het plein sterker. Deze versterking was een belangrijk argument om in aanmerking te komen voor de EFRO gelden.

Voor je een goede aanvraag hebt liggen, ben je een halfjaar verder. Gelukkig ging de toekenning vrij snel, twee maanden na de aanvraag kregen we deze toekenning. Wij hebben, samen met onze subsidieadviseur een projectplan geschreven, waarna de subsidieaanvraag is ingediend. Daarbij heeft ook regelmatig contact plaatsgevonden met de ambtenaren van de provincie die verantwoordelijk zijn voor de verdeling van de EFRO gelden. Het projectplan moest iets aangescherpt worden voordat de definitieve aanvraag kon worden ingediend.

Het is belangrijk om van te voren je investeringsramingen goed op orde te hebben. Dat was lastig omdat we dit in eerste instantie op basis van kengetallen hebben moeten doen. Deze kengetallen vormden ook de basis voor het budget dat er voor de ondernemers en bewoners beschikbaar was voor de herinrichting van het plein.

Voor- en nadelen Zonder de subsidie hadden we dit project natuurlijk niet kunnen uitvoeren. We hebben goede afspraken met de provincie gemaakt over de verantwoording. Vanuit Europa is er veel controle op je administratie en zijn er hoge eisen over de inrichting van je projectadministratie. Door de afspraken die we gemaakt hebben kunnen we dit nu goed doen.

De reactie uit het veld, van de ondernemers en bewoners, is heel positief. Ik heb er vertrouwen in dat het draagvlak voor het project blijft, mits ook in de uitvoering voldoende aandacht wordt besteed aan de belangen van omwonenden en ondernemers.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 11 Muren en Tuinen – Restauratie verdedigingswerken Hellevoetsluis Gemeente Hellevoetsluis

Fonds: Interreg IVA – Twee Zeeën Programma Grensoverschrijdende samenwerking -Interreg IVA- gaat over samenwerking tussen overheden, maar ook tussen andere private en publieke organisaties. Het Twee Zeeën Programma wil samenwerking over de grens stimuleren tussen noordwest Frankrijk, Vlaanderen, zuidoost Engeland en zuidwest Nederland. Het programma kent drie prioriteiten; het ondersteunen van een economisch competitief, aantrekkelijk en toegankelijk gebied; een gezonde en veilige omgeving bevorderen en ontwikkelen; verbetering van de leefkwaliteit. (www. interreg4a-2mers.eu)

Website: www.wallsandgardens.eu Thema: Interregionale samenwerking, cultuur/historisch erfgoed Partners: • Frankrijk: Département du Nord (leadpartner); Ville de Bergues; Ville de Cassel; Ville de Gravelines; Ville du Quesnoy; Ville de Lille; Communauté de Communes du Montreuillois; Ville de Saint-Omer; Ville de Watten; Département du Pas de Calais; CAUE du Nord • België: Provincie West-Vlaanderen; Stad Brugge; Stad Ieper; Stad Veurne; Kempens Landschap • Nederland: Zeeuws Maritiem muZEEum; gemeente Vlissingen; Waterschap Scheldestromen; gemeente Hellevoetsluis • Groot-Brittannië: Essex County Council; Medway Council Totaal budget van het project: € 10.563.314 EU-bijdrage: € 5.281.657 Totale kosten project in de gemeente Hellevoetsluis: € 726.316 Looptijd: 01.07.2011 – 30.06.2014 De verdedigingswerken van Hellevoetsluis

Het project Tijdens de Gouden Eeuw was de vesting van Hellevoetsluis een belangrijke oorlogshaven en de stad bleef dit tot aan de Tweede Wereldoorlog. In 1880 werd Kazerne Haerlem op de vesting gebouwd. Door verkeerd herstel in het verleden, door roestend metaal en door vorst heeft de gevel van de kazerne veel schade opgelopen. Een restauratie was noodzakelijk en de gemeente heeft ervoor gekozen om de hele vesting, de kleinste van Nederland, grondig te restaureren. Het Europese samenwerkingsverband ‘Muren en Tuinen’ wordt gebruikt om kennis uit te wisselen en ideeën op te doen. Workshops en werkbezoeken moeten deze kennisuitwisseling bevorderen tussen de partners die bestaan uit vestingsteden, waterschappen, regio’s, kennisinstituten en musea.

Resultaat De gemeente wil van de vesting een aantrekkelijke trekpleister voor toeristen en recreanten maken. Tegelijkertijd wil de gemeente dit stukje geschiedenis, die niet specifiek voor Hellevoetsluis is, maar ook nationale waarde heeft, bewaren. Hellevoetsluis was in de jaren ’70 en ’80 een groeigemeente en om de nieuwe inwoners aan de stad te binden is er altijd veel aandacht besteed aan de vaderlandse geschiedenis. Op 26 juni heeft Z.K.H. de Prins van Oranje de gerestaureerde verdedigingswerken geopend.

12 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van burgemeester Corstiaan Kleijwegt, projectleider restauratie Veronique Stern en projectleider buitenruimte Rainco van Egmond Met het Europese geld is er geld beschikbaar gekomen om naast de restauratie van de kazerne en de kazematten, het gebied ook te kunnen aankleden en het toegankelijker te maken voor bezoekers. Juist de bijzondere dingen die je kunt doen met de aankleding van de vesting vindt Europa erg leuk en belangrijk. Zoals een expositie over oplossingen van conflicten in een tijdsbeeld met het gebruik van cortenstaal, een heel modern middel. In dit samenwerkingsverband kun je dit soort ideeën ook heel goed met elkaar uitwisselen. Door de subsidie konden we extra aanlichting realiseren en kan er een ruimte van ongeveer 80 vierkante meter worden ingericht als een soort bezoekerscentrum. Daarnaast zullen door vrijwilligers rondleidingen worden gegeven door het gebied. Een universiteit zal onderzoek doen naar het (ecologisch) beheer van vestingwallen en de resultaten hiervan kunnen door andere vestingsteden in het samenwerkingsverband gebruikt worden. De partners in het project zullen in hun informatievoorziening verwijzen naar elkaar. Toen we net in het verband zaten voelden we ons een kleine schakel in het geheel, ondanks dat we een relatief hoog bedrag hadden gekregen. Dat komt ook omdat we met zoveel partners zijn (22). We zijn naar alle bijeenkomsten gegaan en je merkt dat je steeds meer gevoel krijgt bij elkaars projecten. In het begin was het onvoldoende bekend wat de partners precies deden en dat vormde toch een barrière. Nu zie je steeds meer de verbanden tussen de verschillende projecten.

De aanvraag We hebben subsidie aangevraagd bij het Rijk voor een groot restauratieproject om te laten zien dat het ons ernst was en we hebben duidelijk gemaakt dat we bereid waren er zelf ook veel geld in te steken. Voor de subsidie van het rijk moet de gemeente zelf ook een deel bijdragen. Gelukkig had de gemeente zelf al geld gereserveerd voor de restauratie. Toen we dan ook van het Rijk en van Europa geld kregen, waren wij natuurlijk bijzonder blij! Overigens moet de gemeente voor de subsidie van Europa ook co-financieren.

Tijdens een congres over droogdokken in Japan heeft de burgemeester een ontmoeting gehad met de toenmalige directeur van het Zeeuws Maritiem muZEEum. Zij waren al betrokken in het ‘Muren en Tuinen’ project samen met de gemeente Vlissingen. Gemeente Vlissingen heeft ons toen benaderd met de vraag of we mee wilden doen. Door mee te doen aan het Europese samenwerkingsverband kwamen er vele mogelijkheden bij om nog meer te doen aan het toeristische en cultuurhistorische aspect. Omdat de inschrijving bijna voorbij was hebben we heel snel een voorstel gedaan. We hadden het geluk dat het oorspronkelijke projectvoorstel terug was gestuurd voordat het goedgekeurd kon worden. Een van de kritiekpunten was dat er te weinig deelnemers waren uit Nederland en met name uit Zuid-Holland. Wij pasten dus uitstekend binnen dit samenwerkingsverband en na onze aanmelding is de projectaanvraag goedgekeurd.

Voor de aanvraag hebben we hulp gekregen van onze partner gemeente Vlissingen. Zij hebben meer ervaring en zijn ook regio coördinator. Nu we er beter inzitten, wordt ons steeds duidelijker waar we op moeten letten. Zo hebben we gemerkt dat er heel nauwkeurig gewerkt moet worden en niet alles direct geaccepteerd wordt. Zowel wij als de leadpartner hebben een first level controller en daarna worden de stukken door Europa gecontroleerd. Dat luistert allemaal erg nauw. Gelukkig hebben we wat ervaring met een ander Europees Project, Yacht Valley (werkloods Droogdok en een watersportservicecentrum).

Voor- en nadelen Van Europa krijg je pas geld nadat je zelf al geld hebt uitgegeven voor de planvorming en bereid bent 50% cofinanciering te doen, “spiering uitzetten om kabeljauw te vangen”. Ook kost een

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 13 samenwerkingsverband veel tijd, omdat je al die bijeenkomsten moet bezoeken, contacten moet onderhouden en de uitgebreide administratie op orde moet brengen. In het begin was het lastig om te weten welk gezicht bij welke stad hoorde omdat er vaak wisselende vertegenwoordigers waren. Inmiddels stabiliseert zich dat en door de werkbezoeken ter plaatse leer je de verantwoordelijken ook kennen. Kennis en ervaringen uitwisselen met hen is verrijkend. De inrichting van de vesting is aantrekkelijker nu dan wanneer we het zonder Europees geld en de kennisuitwisseling hadden gedaan en daarmee is het doel van de restauratie nog sterker en beter gerealiseerd.

De vesting van Hellevoetsluis is in het begin van de 17de eeuw aangelegd en was bedoeld om de vloot te beschermen.

Zeehelden zoals Michiel de Ruyter, Piet Hein en Maarten Tromp lagen in Hellevoetsluis voor de rede en van hieruit is

Michiel de Ruyter in 1667 de Medway opgevaren om grote schade toe te brengen aan de marinehaven Chatham. Toen

in 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbrak en het Nederlandse leger gemobiliseerd werd, bleek de vesting sterk verouderd.

Daarom werden de Fronten I en II (het zuidwestelijke deel van de vesting) samengevoegd om er een kustbatterij te kun-

nen realiseren en verrezen er gebouwen voor het onderbrengen van manschappen en de opslag van kruit en munitie.

In 1880 is de ‘bomvrije’ kazerne Haerlem gebouwd, die de manschappen moest onderbrengen, echter vrij snel nadat

de kazerne was opgeleverd werd de brisant granaat geïntroduceerd. Tegen de krachten van dit nieuwe wapen was de

kazerne niet bestand, zodat de term bomvrij niet meer van toepassing was.

14 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Nederlandse Gemeenten 15 iAge Gemeente Hardenberg

Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s. De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en heeft 4 prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio’s en het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)

Website: www.iageproject.eu Thema: Krimp, vergrijzing, actief ouder worden Partners: • Nederland: Provincie Drenthe (leadpartner); Zorg • België: Provincie Oost-Vlaanderen, Intercommunale Innovatie Platform; Hanzehogeschool Groningen; Leiedal gemeente Hardenberg • Groot-Brittannië: University of Abertay Dundee • Denemarken: University College of Lillebaelt • Duitsland: Wirtschaftsakademie Schleswig-Holstein • Noorwegen: University of Agder Daarnaast zijn er 8 subpartners waaronder de gemeente Aa en Hunze Totaal budget van het project: € 2.800.000 EU-bijdrage: € 1.300.000 Totale kosten project in de gemeente Hardenberg: € 260.000 Looptijd: 02.01.2012 – 31.12.2014

Het project In het project iAge werken overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen om ouderen zo lang mogelijk actief te houden. Op deze manier willen de partijen tegemoet komen aan de problemen van de vergrijzing op de arbeidsmarkt, in de zorg en op de woningmarkt. ICT speelt hierin een belangrijke rol. Het project richt zich op slimme oplossingen die aansluiten bij de wereld van ouderen, en die ertoe bijdragen dat ouderen langer gezond en actief hun zelfstandigheid kunnen behouden. De pilot LifeLongLivingOnline in Dedemsvaart (gemeente Hardenberg) heeft als doel om ouderen betere mogelijkheden te bieden om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. ICT wordt hiervoor als middel ingezet. Het is de bedoeling dat een groep van 50 ouderen (ouder dan 75) zelfstandig of met hulp leert omgaan met nieuwe mogelijkheden van ICT, domotica en sociale media. Deze middelen moeten zorg op maat mogelijk maken en toegang bieden tot sociale ondersteuning. Ook wordt op deze manier een nieuw sociaal netwerk opgezet. Om de ouderen te leren omgaan met deze middelen, wordt tevens een groep 55-plussers opgeleid. Ook huisartsen, zorgverleners, welzijnswerkers, mantelzorgers en vrijwilligers moeten leren omgaan met de nieuwe middelen en mogelijkheden.

Resultaat Aan het eind van het project moet 80% van de pilot-groep van 50 ouderen gebruik maken van de digitale mogelijkheden die in de pilot worden aangeboden. Dit moet leiden tot meer efficiënte en effectieve zorg- en dienstverlening door maatwerk. Ook moet 80 % van de pilotgroep vinden dat de omstandigheden om langer zelfstandig te blijven wonen zijn verbeterd. Op het gebied van zorg moet de pilot, mede door hiermee samenhangende projecten, significante verbeteringen opleveren in bijvoorbeeld afname van het aantal ziekenhuisopnames. Door de resultaten van dit experiment (o.a.) te verbinden met de transnationale pilots van het Trimbos Instituut (ICT behoeften en problemen ouderen) en Universiteit Abertay Dundee (ontwikkeling toolbox) vindt een verrijking van kennis en ervaring plaats. De aldus verkregen kennis levert vervolgens weer belangrijke input op voor toepassingen van de resultaten op lokale en grotere schaal, zodat ouderen langer grip op hun leven houden.

16 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van subsidiecoördinator Hans Migchelbrink Vanaf juni 2011 ben ik betrokken geraakt bij het project. Daarvoor waren de eerste contacten met het buitenland al gelegd door de leadpartner. iAge past goed bij de al bestaande projecten in de gemeente, zoals ‘Gezonde Gemeente’ een omvangrijk project voor alle leeftijden. Daarnaast passen de doelstellingen goed bij de verandering in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ik heb daarom contact gezocht met de leadpartner en onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie.

Het is belangrijk goed te weten of je beleid past bij de speerpunten van het Europees beleid. Als je op Europees niveau een rol wilt spelen, moet je bekend zijn met de Europese speerpunten en vervolgens binnen je eigen netwerk op zoek naar aanknopingspunten met je eigen beleid. Via mijn netwerk kwam ik in contact met de provincie Drenthe. Ik wist dat ze met dit idee bezig waren en ik heb contact gezocht met onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie, om te kijken of we aanknopingspunten zagen met ons eigen beleid. Die waren er volop. Hardenberg krijgt net als andere gemeenten te maken met vergrijzing en krimp. Als je wilt dat mensen op een prettige manier oud kunnen worden, moet je iets veranderen. iAge kan ons daarmee op weg helpen. Mensen willen langer zelfstandig wonen. In de zorg dreigt een tekort aan personeel. ICT en moderne communicatiemiddelen kunnen helpen om de zorg efficiënter in te richten. Hiermee bereiden we ons voor op de toekomst.

De aanvraag Binnen de kaders die de leadpartner gesteld heeft, hebben we een beschrijving gemaakt van onze plannen. De lead­­partner heeft samen met een extern bureau duidelijke instructies gegeven om ons goed aan de opdracht te houden en niks over het hoofd te zien. Een goede leadpartner is erg belangrijk. Voor een goede slaagkans is het bovendien belangrijk dat de kwaliteit van het consortium goed is. Dat betekent dat het niet alleen moet bestaan uit over­heden, maar ook uit kenniscentra en bedrijven. De samenwerking met iAge partner meeting op 18 april 2012 in Hardenberg de partners verloopt goed. Ik ben er erg tevreden over dat het duidelijk is met welke partners je inhoudelijk kunt samenwerken. Alle partners maken gebruik van dezelfde kenniscentra en dat maakt het consortium sterk. Zo maken we gebruik van een buitenlandse universiteit die een toolbox ontwikkelt. Alle partners maken gebruik van deze kennis en leveren ook input aan de universiteit. Daarmee kom je ook tegemoet aan de eis van Europa dat het project een toegevoegde transnationale waarde heeft.

Voor- en nadelen Het belangrijkste motief voor de gemeente Hardenberg om mee te doen is het verwerven van kennis, kwaliteit, een hogere kwaliteit van je beleid en ook versnelling en realisering van je beleid. Daarnaast levert het een netwerk op waar je later weer van kan profiteren. De uitgebreide administratie die Europa vraagt kost veel tijd. Deze bureaucratie heb ik als groot nadeel ervaren omdat dat het moeilijker maakt de beleidsafdeling te motiveren en gemotiveerd te houden. Gelukkig wegen de voordelen ruimschoots op tegen dit nadeel.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 17 Build with CaRe Gemeente Noord-Beveland

Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s. De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en heeft 4 prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio’s en het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)

Website: www.buildwithcare.eu; www.natuurlijkwissenkerke.nl Thema: Duurzaamheid, energie Partners: • Zweden: Region Västra Götaland (leadpartner) • Groot-Brittannië: Aberdeen City Council; Dundee College; Southend; University of East Anglia; West Suffolk College • Duitsland: AZB, Hamburg; Bremer Energie Konsens; G19 (Staatliche Gewebeschule für Bautechnik); IBA, Hamburg; Innovationsstiftung Schleswig-Holstein; Stadt Oldenburg; TUHH; ZEBAU • Nederland: Gemeente Groningen; Provincie Groningen; Gemeente Noord-Beveland Tom Vermin (links) en wethouder Adrie van der Maas • België: Oost Vlaanderen Totaal budget van het project: € 7.419.752 EU-bijdrage: € 3.709.876 Totale kosten project in de gemeente Noord-Beveland: € 170.000 (50% EU – 50% eigen bijdrage) Looptijd: 01.08.2008 – 31.03.2012

Het project Gemeente Noord-Beveland gaat in het kader van het samenwerkingsverband “Build with CaRe” duurzame passiefhuizen bouwen. Het project uit het Interreg IVB Noordzee programma is een samenwerkingsverband van 18 organisaties uit 5 verschillende landen. Samen streven de deelnemers naar een lager energieverbruik in zowel nieuwe als bestaande gebouwen. Leadpartner van dit project is de regio Västra Götaland uit Zweden. CaRe staat voor Carbon Reduction en geeft het doel van het project duidelijk weer. Duurzaam bouwen moet zorgen voor een verlaging van het energieverbruik en daarmee de CO2 -uitstoot. De bijdrage van gemeente Noord-Beveland bestaat uit de bouw van 59 passiefhuizen. Passiefhuizen zijn huizen die zo energiezuinig mogelijk zijn. Vooral door goede isolatie hebben deze huizen een verbruik van minder dan 15 kWh/m² bruto per jaar. De gemeente heeft een ruimte beschikbaar gesteld waarin aannemers/ondernemers voorbeelden van hun duurzame isolatietechnieken plaatsen, zodat bewoners en geïnteresseerden kunnen zien wat de mogelijkheden zijn. Daardoor kan er ondanks de financiële crisis en de huidige situatie op de woningmarkt toch een start gemaakt worden met duurzaam bouwen in de gemeente.

Resultaat De gemeente wil graag dat bewoners van de nieuwe huizen zelf hun verhaal vertellen, juist omdat zij het beste kunnen vertellen over hun ervaringen. Door de situatie op de woningmarkt zijn de huizen nog niet gebouwd en daarom is er een expositieruimte ingericht waarin aannemers de nieuwste mogelijkheden laten zien op het gebied van duurzaam bouwen en restaureren. Wellicht worden de eerste 5 huizen dit jaar gebouwd en dan is voor de gemeente dit project al erg succesvol.

18 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Tom Vermin en wethouder Adrie van der Maas. De gemeente Noord-Beveland is al langere tijd bezig met het concept duurzaamheid door opzoek te gaan naar andere projecten zodat wij zelf duurzaamheid handen en voeten konden geven in de gemeente. Wij voelden ons roepende in de woestijn en schreeuwden om informatie van andere projecten ter inspiratie. Via de provincie Zeeland zijn we dit samenwerkingsverband op het spoor gekomen. Omdat er bij de Zweedse leadpartner een Nederlander werkt verliep het contact makkelijker.

Het is jammer om te zien dat de overheid achterblijft en dat het bedrijfsleven vaak verdere stappen durft te nemen op het gebied van duurzaamheid. Terwijl de kosten op langere termijn wel veel lager zijn; focus op de total cost of ownership. Ook in de gemeente Noord-Beveland vormden de hoge investeringskosten een belemmering. Wij vinden het erg belangrijk dat binnen de eigen gemeente de neuzen dezelfde kant op staan. Dankzij de ervaringen in het samenwerkingsverband hebben we kunnen laten zien dat er rond de projecten geen onrealistisch gehalte of ‘geitenwollen sokken’ sfeer hoeft te hangen. Door het samenwerkingsverband hebben we vele voorbeelden gezien en daarom konden we ons eigen project veel concreter opzetten en werd het draagvlak veel groter. Als je de verschillende conferenties bezoekt wordt het je op een gegeven moment duidelijk dat er iets moet veranderen en dat je met elkaar veel kunt bereiken tegen geringe kosten. Duurzaamheid moet hand in hand gaan met doelmatigheid en haalbaarheid en moet ook passen in de sobere financiële context in de huidige economische crisis. Dat past ook goed bij het karakter van onze gemeente.

De wijk die wij willen bouwen krijgt een behoorlijke prikkel door een korting op de bouwkavel van 10.000 euro voor elke bouwer die een passsief bouwen certificaat kan laten zien. Daardoor kan een groot deel van de meerkosten gedekt worden waardoor je stuwend het duurzame bouw concept ‘passief bouwen’ kan lanceren. Door de kennis bij de provincie en in het Europese netwerk konden we onze vragen kwijt. In Duitsland zagen we, terwijl het maar drie uur rijden is, een wereld van verschil waarin duurzaam bouwen al veel verder is. We zagen daar een flatgebouw van 5 jaar oud met een energierekening van 18 euro per jaar per appartement. Duitse bouwvakkers worden voortdurend bijgeschoold in duurzame bouwmethodes. Deze dingen hebben we kunnen meenemen naar Noord-Beveland.

De aanvraag De hele voorbereiding heeft een paar maanden geduurd. Er moest bijvoorbeeld een “Letter of Support” geschreven worden voor de leadpartner. Naar aanleiding van een beschrijving over wat we willen onderzoeken en bereiken, hebben we naar partners gezocht met projecten die goed aansloten op ons project. Het was moeilijk om in te schatten hoeveel tijd en geld we in het project zouden steken. Daarom hebben we ook bij onze aanvraag “low profile” ingezet, met lage bedragen om te voorkomen dat Brussel geld terug zou vragen als iets fout gaat. Bij de aanvraag moet je gewoon je gezond verstand gebruiken en niet het onmogelijke willen. Door een bescheiden opstelling konden we ook onze beloften nakomen. Nadat het plan was goedgekeurd kwamen de rapportages en zijn we bij de verschillende partners gaan kijken. Door voornamelijk te absorberen hebben we gemerkt dat er nog grenzen zijn in Europa. Terwijl in Nederland bouwbedrijven nog tegen administratieve rompslomp aanlopen bij duurzame bouw zijn ze in Duitsland veel verder met regelgeving.

Voor- en nadelen Het project draagt bij aan innovatie, duurzaamheid en transnationale kennisuitwisseling, drie belangrijke onderwerpen voor de Europese Commissie. Build with CaRe heeft het duurzaamheidsimago van de gemeente heel erg bevorderd. De subsidieaanvraag is goed verlopen, hoewel het soms lastig was om in je gemeente bepaalde mogelijkheden in te richten die Brussel vraagt. Er moest bijvoorbeeld een eigen rekeningnummer worden gemaakt zodat daar het geld van de subsidie gestort kon worden. Door

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 19 mensen uit de organisatie te betrekken bij het proces, door ze bijvoorbeeld mee te nemen naar een congres, waren dit soort dingen een stuk makkelijker.

Je bent afhankelijk van partners, wanneer die niet alles in orde hebben kan het programma tijdelijk stilstaan. Je moet je flexibel opstellen, door alle vergaderingen en conferenties ben je vaak van huis weg op onregelmatige tijden. Natuurlijk praat je niet de hele tijd over duurzaam bouwen maar kun je soms ook gezellig een biertje drinken met elkaar. Voor ons staat vast dat we het niet hadden willen missen, we hebben er ontzettend veel van geleerd. Zeker als kleinere gemeente is het leuk om te zien dat er meer is dan alleen de regio en het Nederlandse.

20 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Nederlandse Gemeenten 21 Integrated Measures for an Energy Efficient Approach Gemeente Assen

Fonds: Interreg IVC Het Interreg IVC programma is bedoeld om kennisuitwisseling tussen verschillende regio’s te stimuleren en faciliteren door bijvoorbeeld studiebezoeken, seminars en onderzoeken. Het programma kent verschillende prioriteiten; Innovatie en kenniseconomie en milieu en risicopreventie. (www.interreg4c.eu)

Website: http://interreg4c.eu/showProject.html?ID=54883 Thema: Duurzaamheid, energie Partners: Wethouder Alex Langius overhandigt een maatwer- • Nederland: Nicis Institute, Den Haag (leadpartner); kadvies aan een inwoner van Assen Gemeente Assen • Roemenië: Ministerie van regionale ontwikkeling en toerisme; Oradea Metropolitan Area. • Hongarije: VÁTI Hungarian Nonprofit Limited Liability Company for Regional Development and Town Planning; Mid-Pannon Regional Development Company. • Denemarken: Danish Building Research Institute; City of Copenhagen, Urban Design Department. • Portugal: GEBALIS – Management of Lisboa Social Housing; Spatial Planning and Urban Development General Directorate, Lissabon. Totaal budget van het project: € 1.652.888,48 Totale kosten project in de gemeente Assen: € 229.514,48 (75% EU – 25% eigen bijdrage) Looptijd: 01.01.2012 – 30.06.2014

Het project Gezamenlijk willen de partners vanuit het Integrated Measures for an Energy Efficient Approach (IMEA) project uit het Interreg IVC programma lokale en regionale overheden ondersteunen in het nemen van een proactieve rol in het verbeteren van de energiezuinigheid van bestaande gebouwen. Op dit moment blijft de rol van gemeenten voornamelijk in de pilot sfeer hangen. De vervolgstap van pilots naar een bredere invoering blijft een moeilijk punt, omdat budgetten en capaciteit hiervoor ontoereikend zijn. Dit traject wil hier verandering in brengen door bijvoorbeeld goede financierings- constructies te vinden waarbij kosten en baten bij dezelfde partij worden neergelegd. Nu is het vaak zo dat 1 actor investeert en een ander profiteert. Wanneer de woningstichting bijvoorbeeld investeert om woningen duurzamer te maken profiteert de huurder door een lagere energierekening. In het samenwerkingsverband kunnen de deelnemers laten zien wat ze tot nu toe gedaan hebben en ideeën opdoen bij andere projecten.

Resultaat Gemeente Assen wil de stap maken van pilots naar een hoger schaal niveau. Niet meer het subsidiëren van het verduurzamen van kleine groepen woningen, maar concreet een bijdrage leveren aan de realisatie van een keten van bedrijven die zonder subsidies woningen verduurzaamt. Op termijn moet het traject zonder inspanningen van de overheid kunnen draaien.

22 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Alfred Middelkamp De rol van gemeente Assen in dit project ligt voornamelijk in onze expertise in ketenbenadering. Omdat wij installateurs, adviseurs en financierders bij elkaar brengen kunnen die kennis uitwisselen over hoe je bewoners bewuster kunt maken van energieverbruik en hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. Tijdens deze ontmoetingen zijn ook de mogelijkheden besproken over hoe je gebruik kunt maken van nieuwe technieken, zoals sensortechnologie. Het project past goed bij de visie van gemeente Assen, maar vooral de timing is erg goed. Wij waren al langer bezig met dit concept en het Europese programma sluit voor 80 procent aan op ons eigen programma. Je moet een dergelijk project alleen aangaan als je een goede match hebt. Via een collega had ik gehoord van dit project en na een bezoek aan Brussel bleek dat het goed paste bij ons eigen programma. Nadat we een tiental pilot projecten hadden afgerond waren we toe aan de volgende stap. Omdat we met dit project meedoen, worden we ook gedwongen goed na te denken over deze volgende stap.

Doordat je veel gestructureerder werkt kun je intern veel beter vertellen waar je mee bezig bent en wat het doel is. Om alle Europese partners op 1 lijn te krijgen worden er veel aanpassingen gemaakt op het plan waardoor het plan veel minder scherp is geworden. Het belangrijkste kritiekpunt van de beoordelingscommissie was dan ook dat de termen te algemeen waren.

Het contact binnen het samenwerkingsverband verloopt heel goed. Je ziet wel dat er deelgroepjes ontstaan zijn omdat je met bepaalde mensen meer overeenkomsten hebt dan met anderen. Wij zitten heel erg op de lijn van energie besparing, anderen weer veel meer op schone energiebronnen. Door die verschillen hebben wij meer contact met de partners in Denemarken en veel minder met de Roemeense partners. Het is belangrijk een open contact te hebben en de bereidheid om alles eerlijk met elkaar te delen, dus niet alleen de succesverhalen.

De aanvraag Toen alle deelnemers bekend waren heeft de leadpartner een bureau ingeschakeld dat gespecialiseerd is in het invullen van subsidieaanvragen. Een voordeel van de subsidie is dat we nu een deel van de kosten van ons eigen project vergoed krijgen. Hierdoor krijgen we meer ruimte die we goed kunnen gebruiken voor een goede projectopzet, juist nu in deze financieel moeilijke tijden. Door goed te kijken naar wat partners doen en al gedaan hebben en te kijken wat we daar voor onszelf in kunnen meenemen, verwacht ik veel uit het project te kunnen halen.

In totaal zijn we nu ruim 1,5 jaar bezig met dit project. Afgelopen december hebben we een voorwaardelijke toekenning gekregen, er moet nog 5% bezuinigd worden op de begroting en er moeten een aantal dingen aangepast worden. We hadden graag 1 januari willen beginnen, maar door deze aanpassingen zal dat wat later worden. Omdat het duurzaam wonen programma vanuit de gemeente al loopt en er een grote overlap is met het Europese traject, maakt dat niet uit, we hoeven niet op de start van het Europese programma te wachten.

Voordelen en nadelen Door het vele rapporteren wordt je werk een stuk bureaucratischer. Tegen verwachting in bleek dat de Europese en Nederlandse verantwoording niet hetzelfde was waardoor je een dubbele administratie hebt. Dat geeft soms het gevoel dat je meer bezig bent met het schrijven over het project dan met het project zelf. Tot april hebben we heel intensief gewerkt aan de aanvraag en het duurde tot december voor er een reactie kwam van de Europese Commissie. Dat is jammer want in de tussentijd veranderd er natuurlijk wel veel, waardoor het plan niet meer up-to-date is. Zowel intern als extern geeft het project status. Door de officiële naam en het logo gaan mensen er echt voor zitten. Door deze samenwerking heb je nu ook internationaal contacten, iets wat voor een lokale overheid een uitzondering is.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 23 Ondersteuning bij het vinden van een baan Gemeente Gennep

Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie A (langdurig werklozen weer aan het werk) Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij: • het bereiken van volledige werkgelegenheid; • het verbeteren van de arbeidskwaliteit; • het bevorderen van integratie van de beroepsbevolking; • het verkleinen van de verschillen in werkgelegenheid tussen Europese regio’s. Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel programma ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten arbeidsaanbod’, ‘bevordering aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal’. Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home. jsp?langId=nl)

Website: http://www.gennep.nl/wonen-en-leven/ondersteuning-bij-het-vinden-van-een-baan_3825/ Thema: Participatie op de arbeidsmarkt Partners: Gemeente Gennep; Gemeente Mook en Middelaar Totaal budget van het project: € 918.000 EU-bijdrage: € 366.000 (40%) Looptijd: oktober 2010 – april 2012

Het project Door de crisis is in 2009 het uitkeringsbestand van de gemeente Gennep gegroeid met ongeveer 25 procent. Voor een kleine gemeente als Gennep is dat een grote klap en er is vanaf dat moment gezocht naar mogelijkheden om meer mensen aan het werk te krijgen. Met de ESF subsidie richt de gemeente zich op arbeidsbelemmerden en 55-plussers. In dit project werd bijna de helft van het zittende bijstandsbestand bereikt. We hebben vooral gekeken naar wat een werknemer wel kan, zodat dat deel geactiveerd kan worden. Dat is geborgd in de gehanteerde methode. Juist aan deze geïsoleerd geraakte Aan de slag in het MKB groep, de harde kern van het bijstandsbeleid, werd tot dusver te weinig aandacht besteed.

Resultaat Er zijn 11 van de 107 deelnemers aan het project die een vaste baan hebben gekregen en 9 mensen hebben een indicatie gekregen waarmee ze nu op de sociale werkplaats aan het werk kunnen. Van de mensen voor wie dit allebei niet is gelukt hebben 38 mensen een vaste vrijwilligersbaan gekregen.

24 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Eric de Maeyer Al eerder hebben we in de gemeente een ESF project gedraaid samen met andere gemeenten in Noord Limburg. We hadden daar in een bepaalde richting geïnvesteerd maar dit bleek niet het gewenste resultaat te krijgen en we zochten naar een nieuwe richting om succesvol te investeren. In de gemeente staat een bijzondere sociale werkplaats die zich van oudsher richtte op mentaal gehandicapten en daarin een regiofunctie vervulde. Vroeger stonden in de omgeving vele instituten voor mentaal gehandicapten. Doordat de instituties grotendeels vervangen zijn door extramurale vormen van begeleiding, is het SW-bedrijf van karakter veranderd. Zijn infrastructuur zijn we als gemeente steeds meer aan het inzetten om de bijstandspopulatie te laten dalen. Omdat dat meer geld koste dan in het participatiebudget beschikbaar was hebben we naar andere financieringsmogelijk- heden gezocht.

De zorg voor de zwakkere groepen in de samenleving is erg belangrijk in de gemeente. Dat zie je niet alleen terug bij de gemeente zelf maar ook bij de plaatselijke ondernemers. Een supermarkt hier heeft bijvoorbeeld mensen in dienst van een zorginstelling die nauwelijks productiviteit opleveren maar wel meedoen met de maatschappij en smoel geven aan het bedrijf. De zorg voor de mensen die het verst van zelfstandig functioneren in de samenleving afstaan vindt de gemeente belangrijk. Actie A van het ESF richt zich juist op 55-plussers en op arbeidsbelemmerden en past daarom heel goed bij deze gemeente en haar inwoners.

De aanvraag De eerste voorbereidingen voor het project zijn begonnen in augustus 2010 en op 27 oktober is de aanvraag ingediend. Op de inhoud hoefden wij ons project eigenlijk niet aan te passen. Je zit natuurlijk met de doelgroep omschrijving van het ESF, maar dit paste goed bij de doelgroep die wij wilden benaderen. Om een goede aanvraag in te dienen hebben wij ons laten adviseren door een adviesbureau. Dat is ook een punt van kritiek voor mij naar de Europese Unie. De aanvraag is zo ingewikkeld dat je dat als gemeente nauwelijks zelf kunt doen. De beschikking kwam op 18 januari. De subsidieperiode is 18 maanden gerekend vanaf het moment dat je je aanvraag indient. Dat betekent dat je de eerste drie maanden van je project niet weet of je geld krijgt om je project uit te voeren. Andere partijen waarmee wij samenwerken wilden pas beginnen nadat de beschikking kwam. Dat betekent dat we de eerste drie maanden ook niet bezig konden met voorbereidend werk en dat het project pas kon beginnen op 18 januari.

Voor- en nadelen De ESF subsidie is een in hoge mate op de tekentafel bedacht fenomeen. Met veel eisen aan uren en stempels op facturen en weinig eisen aan een praktisch eindresultaat. De administratieve lasten voor de gemeente zijn buitenproportioneel zwaar. Ik heb het als een groot nadeel ervaren dat je voor of tijdens je project niet kunt toetsen of je aan al deze administratieve eisen voldoet. Nadat we onze eindverantwoording hebben ingediend kan het zijn dat Europa zegt dat onze administratie niet voldoet aan de eisen en de subsidie niet uitbetaald wordt. Er blijft dus een risico boven de markt zweven, negatieve energie in plaats van positieve energie. Wij zouden liever meer tijd en energie hebben gestoken in onze doelgroep en minder in de administratie. Dat zie je ook terug in de kostenbalans, die knakt te ver door naar overhead. Ons doel was dat zoveel mogelijk mensen hoger op de participatie ladder kwamen en dat is goed gelukt. Zonder de hulp van de ESF subsidie hadden we dit nooit kunnen bereiken. Dat maakt het project, ondanks de tijd die in het administratieve deel zit, toch tot een succes.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 25 Ik kan aan de slag in Zeeland! Gemeente Goes

Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie J (bestrijden en voorkomen jeugdwerkloosheid) Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij: • het bereiken van volledige werkgelegenheid; • het verbeteren van de arbeidskwaliteit; • het bevorderen van integratie van de beroepsbevolking; • het verkleinen van de verschillen in werkgelegenheid tussen Europese regio’s. Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel programma ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten arbeidsaanbod’, ‘bevordering aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal’. Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home.jsp?langId=nl)

Website: http://www.goes.nl/inwoner/nieuws_41559/item/europese-subsidie-voor-aanpak- jeugdwerkloosheid_128805.html Thema: Aanpak Jeugdwerkloosheid Partners: • Alle 13 gemeenten uit de arbeidsregio Zeeland met • Bouwopleiding Zeeland Goes als centrumgemeente en penvoerder. • Viazorg • UWV • Werk & Vakmanschap • Het Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen • Vakcentrum Schilderen Zuid-West van het bedrijfsleven (Colo) • Stichting Vakopleiding Infra • Regionaal Meld- en Coördinatiepunt en (RMC’s) • Goflex • Regionaal Opleidingencentrum (ROC) Totaal budget van het project: € 4.248.925 Maximale EU-bijdrage: € 1.200.000 Totale kosten project gemeente Goes: € 397.011 Looptijd: 29-12-2009 – 29.09.2012

Het project Op aanvoering van toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma is er een Actieplan Jeugdwerkloosheid Zeeland opgesteld. De 30 arbeidsmarktregio’s kregen geld om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. De gemeente Goes heeft, als penvoerder voor de arbeidsmarktregio Zeeland en als centrumgemeente, ESF subsidie aangevraagd voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid bovenop het toegekende bedrag van het Rijk. Het geld van dit project is en wordt aan verschillende deelprojecten besteed, uitgaande van de drie subregio’s in de provincie Zeeland. Het geld is ingezet voor arbeidstrajecten voor jongeren, extra stageplaatsen en leer/werk-banen. Daarnaast zijn er overeenkomsten getekend met sectorpartners en zijn er arrangementen ontstaan tussen kenniscentra en het bedrijfsleven.

Resultaat Voor de crisis waren er ongeveer 1.000 jongeren werkloos in de provincie Zeeland. Eind 2009 was dit aantal als gevolg van de crisis opgelopen tot 1.300. Als er niet geïnvesteerd zou worden in de bestrijding van de werkloosheid was de prognose dat dit aantal kon oplopen tot 2.000. Doel van het Actieplan Jeugdwerkloosheid Zeeland was het stabiliseren van jeugdwerkloosheid op het aantal van 1000. Het feitelijk aantal werklozen schommelt de afgelopen twee jaar tussen de 800 en 1.200. Per 1 juli 2012 bedraagt het aantal jeugdwerklozen 840 personen. Daarnaast hebben gemeenten en bedrijfsleven elkaar gevonden in de samenwerking in de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het project is als succesvol ervaren.

26 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider René Boone en projectmedewerker Dike Grossouw Gemeente Goes is aangewezen als centrumgemeente voor arbeidsmarktregio Zeeland en heeft het geld van het Rijk en uit het ESF gekregen voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid in Zeeland. Namens de regio heeft Goes de aanvraag ingediend en is de gemeente ook verantwoordelijk voor de verantwoording na afloop van het project.

Het Actieplan Jeugdwerkloosheid is voorgelegd aan alle 13 Zeeuwse gemeenten. Alle gemeenten zijn akkoord gegaan omdat met deze aanpak en de extra budgetten een impuls gegeven kon worden aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Hierdoor werden inzetten mogelijk gemaakt om te voorkomen dat door de crisis een generatie jongeren verloren zou gaan voor de arbeidsmarkt, met als gevolg een beperking van de persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden.

De aanvraag In september 2009 is het actieplan van de Deelnemers die na het Oriëntatietraject Techniek van arbeidsmarktregio Zeeland ingediend bij de Werk en Vakmanschap en het ROC Westerschelde kozen staats­secretaris SZW, in november 2009 is goedkeuring voor een opleiding procestechniek verleend en is de operationalisering begonnen. Rond die tijd werd ook duidelijk dat het actieplan in aanmerking kwam voor geld uit het ESF. De aanvraag is in 2009 ingediend en vanaf dat moment is de eerste tranche (€ 500.000) gaan lopen. In overleg met brancheorganisaties, het UWV en Colo (Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven) zijn arrangementen voor jongeren en sectoren tot stand gekomen. De tweede tranche (€ 700.000) is in het voorjaar van 2011 toegekend. De uiteindelijke toetsing van het project vindt na afloop plaats en is voor de eerste tranche bijna afgerond. Eind juni 2011 is de eerste tranche afgelopen, in september is de einddeclaratie ingediend en in november heeft de controle plaatsgevonden. Het rapport van bevindingen is in juli 2012 ontvangen. De tweede tranche loopt tot en met 29 september 2012.

Voor- en nadelen In een situatie van economische crisis moet creatief en slagvaardig opgetreden kunnen worden. Met het geld van het Rijk kon dit omdat als enige eis is gesteld dat het geld wordt besteed aan jeugdwerkloosheid. Omdat bij ESF de interne administratie scherpe bewaking vergt, leidt dit tot bureaucratie en extra kosten van de projectorganisatie. Dit kan leiden tot spanning tussen gerichte inzet van budget voor jongeren tegenover interne en indirecte uitgaven ten behoeve van een administratieve verantwoording. Dat vraagt een goede afweging en goede samenwerkingsafspraken vooraf. Het per arbeidsmarktregio bundelen van budgetten leidt tot slagkracht en een stimulans tot samenwerking. Een centrale benadering biedt ook synergiemogelijkheden. Het betekent wel dat gemeenten niet individueel en autonoom over de beschikbare middelen kunnen beschikken. Per saldo heeft het Actieplan Jeugdwerkloosheid een belangrijke functie vervuld.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 27 Landschapsprogramma Broekhuizen Gemeente Meppel

Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen, vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak (zoveel mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)

Website: http://www.meppel.nl/default/menuleveninmeppel/natuurenlandschap/ landschapsprogramma/id_16275293 Thema: Leefbaarheid platteland en instandhouding van erfgoed en landschap. Partners: Gemeente Meppel; Landschapsbeheer Drenthe; Provincie Drenthe Totaal budget van het project: € 420.800 EU-bijdrage: € 181.800 Provincie Drenthe: € 32.400 Overige partijen: € 12.400 Gemeente Meppel: € 194.200 Looptijd: 01.01.2009 – 01.03.2011

Het project Met het Landschapsprogramma Broekhuizen wil de gemeente Meppel het gebied Broekhuizen opknappen en duurzaam laten onderhouden. Dat betekent bijvoorbeeld dat samen met de bewoners in hun directe omgeving hagen en bomen worden gesnoeid en De planting van een beuk als openingshandeling. poelen en vennen schoongemaakt. (Foto: Daan Prest) Ook zijn nieuwe hagen, boomgaarden en laanbomen geplant. Samen met Landschapsbeheer Drenthe en bewoners zijn er afspraken gemaakt om ook in de toekomst dit gebied te onderhouden. Bewoners konden zelf bepalen, onder een aantal randvoorwaarden, wat ze wilden doen, om de betrokkenheid te vergroten.

Resultaat In het gebied zijn 30 erven aangepakt, ca. 8,5 kilometer houtwallen en singels en ca. 5,5 kilometer bomenrijen en lanen hersteld, in ca. 10 hectare bos is de Amerikaanse vogelkers bestreden, zijn wegplantingen aangepakt, 16 landhekken geplaatst en 7 poelen en vennen opgeschoond. Ruim 90 procent van de bewoners heeft meegewerkt aan het programma. Dit kan variëren tot het planten van een boom op het erf tot het onderhoud van een houtwal.

28 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Carolien van de Bles Al langere tijd hadden we een Landschapsbeleidsplan in de gemeente Meppel voor het verbeteren van het landschap in het buitengebied. Bij het aantreden van een nieuw college in 2006 is er nieuwe aandacht gekomen voor het aanbrengen van een aantal landschapsverbeteringen. Omdat in 2006 ook het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) uitkwam, heeft het college besloten geld vrij te maken voor het Landschapsprogramma. Met als start het gebied Broekhuizen. Op basis van een aanbesteding is Landschapsbeheer Drenthe als partner in het proces gekozen. Landschapsbeheer Drenthe had ook al langere tijd ervaring met dit soort projecten in de omgeving.

Landschapsbeheer Drenthe heeft informatiebijeenkomsten georganiseerd voor bewoners om samen met hen een werkplan te maken voor de erven, akkers en weilanden. Daarin werden concrete plannen gemaakt over landschapsverbeteringen en werden er afspraken vastgelegd over het onderhoud. Deze beheersovereenkomsten zijn bedoeld om ook in de toekomst het gebied in goede staat houden. Dat is voor ons ook de kracht van het programma, dat bewoners zelf, onder randvoorwaarden, konden bepalen wat zij willen en belangrijk vinden. Een aannemer heeft vervolgens deze plannen uitgevoerd. Daarnaast heeft de gemeente haar eigendommen, zoals wegbeplanting, vernieuwd.

Dit project is een goed voorbeeld hoe de gemeente haar landschapsbeleid wil invullen. Per gebied willen we het landschap op deze manier in de hele gemeente verbeteren.

De aanvraag Wij hebben niet heel bewust gekozen voor een Europese subsidieaanvraag. In 2006 zijn wij met ons plan langsgegaan bij de provincie Drenthe, die juist op dat moment in overleg was met het rijk over de taken en de financiële middelen van provincies. In 2008 werd bekend dat de provincie een bijdrage wilde leveren en ze hebben toen met ons gekeken wat de mogelijkheden waren voor een Europese subsidie.

Eind 2008 is de aanvraag gestuurd en die is vrij snel daarna goedgekeurd. Wij hebben gekeken naar wat buurgemeenten al eerder hadden gedaan aan dit soort projecten en we hebben veel overleg gehad met de provincie zodat we een goede aanvraag konden indienen.

Voor- en nadelen De verantwoording van het project is achteraf moeilijker dan we dachten. Zo hadden we al tijdens het project een bepaalde manier om uren te verantwoorden en de kosten voor deze uren te ramen. Dit was nooit een probleem, maar ondertussen zijn de regels strenger geworden. De verantwoording zoals we die deden, was bij de eindverantwoording van het gehele project niet meer goed genoeg. Dat kost extra tijd en inzet van een financieel specialist. Veel deelnemers aan het project, die zelf uren in het project hadden gestoken, moesten in formulieren aangeven hoeveel tijd ze hadden besteed. Dat alles maakt dat aan de administratieve kant meer nadelen zaten dan aan de inhoudelijke kant. Omdat onze aanpak goed paste bij de doelstellingen van de Europese Commissie waren daar geen problemen. Door de financiering van de Europese Unie werd het project haalbaar en was de gemeenteraad ook bereid mee te betalen. Je bent genoodzaakt om een hele goede administratie bij te houden, maar dat betekent ook dat je organisatorisch goed werkt. Ik vond dat een groot voordeel. Ik verzamelde aan de voorkant de benodigde informatie in een projectmap, zodat ik de voortgang van het project kon volgen en het project uiteindelijk ook goed kon verantwoorden.

Achteraf kijk je naar het bedrag dat je hebt gekregen, het resultaat en het werk dat je ervoor gedaan hebt. Het was het waard, ook omdat het een forse bijdrage was. Maar een volgende keer kijk je wel meer kritisch of de aanvraag van Europese subsidie opweegt tegen de inspanning die je ervoor moet leveren.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 29 Hart voor Maasbree – Multifunctioneel centrum Gemeente Peel en Maas

Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen, vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak (zoveel mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)

Website: http://www.peelenmaas.nl/ index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=3677 Thema: Basisvoorzieningen platteland, leefbaarheid Partners: Gemeente Peel en Maas Totaal budget van het project: € 474.500 EU-bijdrage: € 100.000 Looptijd: 26.06.2011 – 01.03.2015

Het project Eind 2010 is de centrumvisie Hart voor Maasbree vastgesteld door de gemeenteraad van Peel en Maas. Een centrumvisie die middels een interactief proces samen met Maasbreenaren bespreken de plannen op een dorpsavond de gemeenschap tot stand is gekomen en hierdoor een breed draagvlak kent. Met de centrumvisie wordt een antwoord gegeven op meerdere leefbaarheidsvraag- stukken die al enige jaren in Maasbree spelen.

Met het vaststellen van de centrumvisie is eind 2010 gestart met de verdere uitwerking en realisatie van het centrumplan. Onderdeel hiervan betreft de realisatie van een multifunctioneel centrum, dat voorziet in de ontwikkeling van een brede school een multifunctionele accommodatie (MFA), een tussengelegen multifunctioneel plein en aanpalende parkeervoorzieningen. Voor het multifunctionele centrum is Europese subsidie gekregen.

Resultaat Het vernieuwde plein tussen de brede school en de multifunctionele accommodatie moet een ontmoetingsplein worden voor de inwoners van Maasbree. Er is bewust gekozen om tussen deze twee grote maatschappelijke functies rondom het plein wisselwerking te laten plaatsvinden. Zowel de gymzaal als de aula van de school komen in de MFA. ’s Avonds kunnen deze ruimtes namelijk gebruikt worden door verenigingen. Overdag wordt het plein gebruikt als speelplein voor de school. Dit openbare plein wordt echter door iedereen gebruikt. Het plein is voorzien van een trap die ook als tribune gebruikt kan worden. Zo kunnen de verenigingen die een plek krijgen in de MFA hiervan gebruikmaken voor hun optreden. Naast dit vernieuwde plein worden in het centrum nog twee andere pleinen heringericht. Elk plein krijgt zijn eigen sfeer en gebruik aan de hand van drie thema’s: ontmoeting, ontwikkeling en ontspanning. Deze drie thema’s vormen de rode draad van het project.

30 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Carmen Meerbeek-Teuwen Het project Hart voor Maasbree is ontstaan uit de ‹Visie Brede Ontwikkeling kern Maasbree›. Hierin is het centrale thema invulling geven aan de wens tot een levendig en gezellig dorpshart, waar jong en oud elkaar kunnen ontmoeten. Het project heeft dus alles te maken met leefbaarheid en integratie van leren, welzijn en zorg. Eind 2010 heeft de gemeenteraad de centrumvisie Hart voor Maasbree vastgesteld. Deze centrumvisie is opgesteld naar aanleiding van ideeën en wensen die de gemeenschap naar voren heeft gebracht tijdens diverse dorpsavonden. De centrumvisie is de kapstok voor de verdere uitwerking van deelprojecten, zoals de brede school, de multifunctionele accommodatie (MFA) en de pleinen. Het bestemmingsplan Hart voor Maasbree, het juridisch bindend plan (wat mag waar gebeuren), is begin 2012 vastgesteld.

Ook in de uitwerking van de deelprojecten participeert de gemeenschap actief mee. Maasbreenaren hebben nu immers de kans om het dorpshart van Maasbree mee in te vullen zoals zij dat graag zouden willen voor de komende vijftig jaar. Dit past in de filosofie van zelfsturing die de gemeente Peel en Maas hoog in het vaandel heeft staan. Een voorbeeld hierbij is de realisatie van de MFA, waarbij de gemeente een eenmalige investering doet waarna de gemeenschap verantwoordelijk wordt voor de verdere exploitatie van het gemeenschapshuis. Hiervoor wordt op dit moment een stichting opgericht. De samenwerking tussen verschillende doelgroepen bij de uitwerking van deelprojecten draagt bij aan de sociale cohesie in de gemeenschap en de zelfwerkzaamheid van inwoners.

De aanvraag De ontwikkelingen en de wensen in het dorp maken van de centrumvisie Hart voor Maasbree een ambitieus en groot project. Het nieuwe Multifunctionele Centrum kende echter een financieel tekort. Door onze contacten in de provincie en regelmatige gesprekken met de gedeputeerde, kwamen we uiteindelijk bij de Europese subsidie uit. De doelstellingen van deze plattelandssubsidie passen goed bij onze ideeën en zonder veel moeite is het plan goedgekeurd door de Europese Commissie. Voordat we de subsidieaanvraag hebben ingediend bij Europa hebben we een quickscan laten doen door de provincie. De conclusie van deze quickscan was dat het project goed bij de Europese doelstellingen past en slechts wat aanvullende informatie nodig was. De quickscan hebben we in november 2010 laten doen, de aanvraag volgde in maart 2011 en op 27 juli kregen we de beschikking. Na aftrek van het gevraagde subsidiebedrag wordt het resterende tekort door de gemeente gedekt vanuit de grondexploitatie Hart voor Maasbree.

Voor- en nadelen Financieel betekent de subsidie dat het tekort op de begroting verdwenen is, terwijl aan de andere kant je veel tijd moet steken in de projectverantwoording. Ik ben naar een POP werkatelier geweest die werd georganiseerd door de provincie Limburg en Dienst Landelijk Gebied. Deze bijeenkomst was erg zinvol omdat we meer informatie kregen over de geldende subsidievoorwaarden. Alle uitgaven moeten aantoonbaar zijn dus is het van belang alle facturen en betaalbewijzen te bewaren. Ook ten aanzien van de communicatie zijn er strike randvoorwaarden. Om het project tot een succes te maken is het belangrijk de beschikking en de verplichtingen goed door te lezen, de administratie bij te houden, goede voortgangsrapportages te maken en wijzigingen in het project tijdig door te geven.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 31 Probleemgebiedenvergoeding agrariërs Midden-Delfland Gemeente Midden-Delfland

Fonds: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) – bergboerenregeling De Europese Unie ondersteunt boeren in gebieden die te maken hebben met natuurlijke handicaps. Doel is het gebruik van landbouwgrond in deze gebieden voort te zetten omdat agrariërs noodzakelijk zijn voor het behoud van het landschap. Daarvoor is het belangrijk duurzame landbouwsystemen in stand te houden. De boeren krijgen een vergoeding als compensatie voor de belemmeringen die zij ondervinden van de natuurlijke handicap. (http://ec.europa.eu/agriculture/rurdev/lfa/index_en.htm)

Website: http://www.middendelfland.nl/inwoners-ondernemers/ondernemers_243/item/ probleemgebiedensubsidie-voor-agrariers-bergboerenregeling_11475.html Thema: Landbouw, behoud erfgoed Partners: • Gemeente Midden-Delfland • Samenwerkende overheden in de Hof van Delfland • Recreatieschap Midden-Delfland Totaal budget van het project: € 1.000.000 EU-bijdrage: € 500.000 (50%) Omgevingsfonds Midden-Delfland: € 500.000 (50%) Looptijd: 01.01.2011 – 31.12.2013

Het project Boeren in het veenweidegebied van gemeente Midden-Delfland krijgen een vergoeding uit deze regeling ter compensatie van de extra onderhoudskosten die het boeren op deze locatie met zich meebrengt, bijvoorbeeld voor het natuurbeheer en landschapsbeheer.

Resultaat Het geld van de subsidie wordt per hectare verdeeld onder de boeren. Gemiddeld krijgt een boer € 3000 per jaar aan subsidie. De boeren zijn verplicht om het landschap te onderhouden. Als extra voorwaarde heeft de gemeente bepaald dat de koe in de wei moet staan. Daarvoor wordt dezelfde norm gehanteerd als een melkproducent hanteert voor het weidemelk keurmerk.

32 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Wim van Dalen Het veenweidegebied van Midden-Delfland is een gebied met van oudsher vele sloten, afwatering gebieden en kleine greppels. De gemeente heeft bij het ontstaan van de gemeente, na een herindeling in 2004, als bijzondere taak meegekregen om ervoor te zorgen dat het open en groene landschap bewaard blijft. De bescherming van het cultuur –en historisch landschap is dus een belangrijke kerntaak van de gemeente. Van de boeren wordt verwacht dat zij het landschap onderhouden, maar onder deze omstandigheden legt dit extra druk op de eigen bedrijfsvoering. Voor deze boeren is er de Europese bergboerenregeling. Hoewel de omstandigheden van de Nederlandse boeren sterk verschillen met die van bergboeren zijn de effecten voor de bedrijfsvoering hetzelfde. Het platteland van gemeente Midden-Delfland is een open gebied midden een stedelijk gebied. De effecten van Rotterdam en Den Haag waar het gebied tussen ligt zijn groot waardoor de inkomsten van boeren onder druk komen te staan. Het is belangrijk voor gemeente Midden-Delfland dat de boeren optreden als hoeders van het landschap. Het Midden-Delfland gebied vervult een belangrijke recreatieve functie voor de inwoners van het omliggend stedelijk gebied. Een goed onderhouden landschap is dus van groot belang. Daarom heeft de gemeente een visie opgesteld, Midden-Delfland® 2025. Hierin is de kernopgave van de gemeente, het behouden en het versterken van het agrarisch cultuurlandschap, uitgewerkt.

De aanvraag De burgemeester, Arnoud Rodenburg, is actief bezig geweest om te kijken wat de mogelijkheden waren. In overleggen met het Hof van Delfland (een samenwerkingsverband van 17 overheden om het groengebied tussen de Haagse en Rotterdamse regio’s te beschermen) heeft hij gekeken wat de subsidieregeling precies inhoudt. Daarna heeft hij zich in Brussel met een aantal deskundigen verdiept in de regeling en heeft hij vervolgens draagvlak gecreëerd bij andere bestuurders in de regio. Er wordt met veel partijen samengewerkt zoals het Recreatieschap Midden-Delfland en de verschillende overheden die deelnemen in de Hof van Delfland. Het heeft bestuurlijk veel kracht gekost om iedereen van het nut van de regeling te overtuigen. De samenwerkende overheden in de Hof van Delfland hebben de gemeente Midden-Delfland aangewezen als trekker van dit project.

Voor de aanvraag hebben we gratis steun gehad van een externe partij, die ons heeft geïnformeerd over de te nemen stappen. Na het opstellen van een verordening is er contact geweest met LTO die vervolgens de boeren heeft geïnformeerd over de mogelijkheden.

Voor- en nadelen Voor de gemeente is dit een goede manier om de instandhouding van het landschap te stimuleren en er zijn weinig nadelen. Je hoort vaak dat Europese subsidies veel tijd kosten maar omdat deze subsidie grotendeels via de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie loopt hebben wij daar minder last van. Voor de boeren is het een nadeel dat de subsidie voor 2011 pas halverwege 2012 wordt uitbetaald.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 33 Blue Port Urk Gemeente Urk

Fonds: Europees Visserij Fonds (EVF) Het Europees Visserij Fonds (EVF) moet de visserijsector helpen om het concurrentievermogen te verbeteren en om duurzaam met het milieu om te gaan. In regio’s waar de strenge regels over visvangst erg beperkend zijn voor de vangst, wil de EU de economie meer diversifiëren. Op basis van de Europese doelstellingen heeft Nederland de volgende speerpunten vastgesteld in het operationeel programma: innovatie en samenwerking bevorderen; meer evenwicht in vangstmogelijkheden en de capaciteit van de visserij; en het versterken van de sociaal economische en sociaal culturele kant van visserijgemeenschappen. (http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/eff/index_en.htm)

Website: www.blueport-urk.nl Thema: Duurzame visserij, innovatie Partners: Gemeente Urk Totaal budget van het project: € 350.000 EU-bijdrage: € 105.000 (30%) Looptijd: 02.09.2011 – 30.08.2014

Het project Een aantal jaren geleden deed de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gerda Verburg een oproep aan de visserijsector om met regionale initiatieven te komen om de visserijsector te innoveren en duurzamer te maken. Het landelijke Visserij Innovatie Platform (VIP) hield op te bestaan en het idee werd gelanceerd dat innovatie in de visserijsector voortaan regionaal moest worden opgezet. Blueport is het antwoord op de al langere tijd bestaande Greenport (een cluster van tuinbouworganisaties waar alle kennis bij elkaar zit) voor de visserijsector. Een Blueport moet een paraplu zijn voor alle visserij gebonden economische activiteiten van de regio. Je brengt mensen en partijen samen en vormt een samenwerking waarin kennis gedeeld kan worden. Naast een paraplu wil Blueport Urk ook een loket zijn waar initiatieven, activiteiten en projectideeën binnen komen, zodat ze gekoppeld kunnen worden aan elkaar.

Resultaat Vanuit de platformfunctie moeten er initiatieven komen van ondernemers om de visserijsector gezonder te maken. De startbijeenkomst was op 12 mei 2012 waarop onder andere de volgende twee projecten zijn gepresenteerd. Allereerst het Europees VisCentrum (EVC), een initiatief van een groot aantal niet-visserij gerelateerde ondernemers van Urk die met hbo-studenten een businessplan hebben opgesteld voor het EVC. Het EVC stelt de oprichting van vier verschillende centra voor: een informatiecentrum, een promotiecentrum, een innovatiecentrum en een kenniscentrum. Doel is om middels ketensamenwerking de visserij duurzaam en rendabel te maken. Het EVC is tijdens de startbijeenkomst overgedragen aan Blueport Urk. Het tweede project is het Management Dashboard systeem: ondernemer Koos van der Meij is werkzaam in de sierteelt en heeft een realtime management informatiesysteem ontwikkeld voor vissers. Blueport Urk zal vanaf de zomer maandelijks laagdrempelige inloopochtenden organiseren rond bepaalde thema’s. In het najaar vindt het Holland Fisheries Event plaats waar Blueport Urk workshops wil organiseren op innovatiegebied. Voor volgend jaar hebben ze de ambitie om op de internationale Seafood Expo in Brussel samen met partners een paviljoen te hebben vol Urker ondernemers. Na drie jaar hoopt Blueport Urk dat de Blueport gedragen wordt door het lokale bedrijfsleven, zodat het zelfstandig en op eigen middelen verder kan. Het zou mooi zijn dat als deze Blueport een succes wordt en het rijk ook dit initiatief blijft stimuleren.

34 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van Dick Schutte, voorzitter van de stichting Blue Port Urk en projectleider Hedwig Boerrigter van Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland B.V. en wethouder Ben Visser Tijdens een visserijsymposium in het najaar van 2010 is het initiatief gekomen van het gemeentebestuur, wethouder Ben Visser, het Urker bedrijfsleven en de visserijsector om een werkgroep op te richten om een voorstel te maken voor de oprichting van Blueport Urk. Aan de hand van de conclusie van de werkgroep is er een stichting opgericht. Het bestuur van deze stichting bestaat uit mensen van buiten en binnen de visserijsector om duidelijk te maken dat het geen belangenclub is maar tegelijkertijd wel de experts heeft. Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland heeft van de stichting de opdracht gekregen (via aanbesteding) om de Blueport op te zetten en handen en voeten te geven.

De Blueport moet verschillende partijen en initiatieven bij elkaar brengen. Wij willen niet de zoveelste belangenclub zijn die zich met allerlei zaken bemoeit. Wij zijn een club die voor drie jaar een subsidie heeft gekregen en tijdens deze drie jaar willen we een organisatie neerzetten die straks gedragen wordt door het bedrijfsleven en zelfstandig kan doorgaan.

De vissers hebben er alle belang bij dat de sector continu blijft vernieuwen. Niet alleen de hoge olieprijzen en de relatief lage prijs voor de vis zijn een probleem, ook het draagvlak onder de bevolking neemt af door overbevissing en milieuonvriendelijke vismethodes (zoals bodemberoering door boomkorvisserij). Het is belangrijk om op een positieve manier naar buiten te treden, zodat ook in de toekomst nog een stuk vers zeefruit uit de zee gehaald kan worden. Juist door lokaal bedrijven en kenniscentra te concentreren in een platform kun je heel effectief werken.

Een groot deel van de vangst van platvis (Schol en Tong) is in Nederlandse handen en een groot deel daarvan is in handen van Urker ondernemers. De visveiling in Urk is de grootste van Europa op het gebied van platvis en Urk noemt zich daarom ook wel het Europees Platviscentrum. Blueport moet zich gaan ontwikkelen tot een label. Deze label staat dan voor innovatie, samenwerking, duurzaamheid, kennisuitwisseling en toegevoegde waarde.

De aanvraag Op uitnodiging van minister Gerda Verburg om met regionale initiatieven te komen voor het versterken van de visserijsector is er een subsidieaanvraag ingediend voor Blueport Urk. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie beheert het Nederlandse deel uit het Europees Visserij Fonds. Het idee voor een Blueport Urk is ontstaan op een visserijsymposium in het najaar van 2010 en in april 2011 hebben we de aanvraag ingediend. Voordat we de aanvraag hebben opgestuurd hebben we voortdurend contact gehad met het ministerie om te kijken of we ook echt op de goede weg zaten. Wij hebben in de aanvraag onze eigen ideeën beschreven over hoe wij het willen aanpakken, met daarin de plannen voor een stichting. Deze aanvraag is goedgekeurd, maar om toch grip te houden op de Blueports in Nederland heeft het ministerie in samenwerking met Productschap Vis een nationale Blueport opgericht. Hierin komen de vijf regionale Blueports samen voor overleg en kennisuitwisseling.

Blueport Urk valt onder het programma ‘Collectieve acties in de visketen’ van het Europees Visserij Fonds. Daarom ligt de eerste drie jaar ook echt de nadruk op de visserij, maar op termijn willen we ons

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 35 richten op meerdere activiteiten zoals het versterken van alle ontwikkelingen op maritiem gebied en het toerisme.

In Brussel is enthousiast gereageerd op ons project omdat dit een nieuwe manier is om innovatie aan te jagen. Europarlementariër Peter van Dalen van de Christen Unie en de ondervoorzitter van de Visserij Commissie van het Europees Parlement Struan Stevenson waren in Urk om te kijken naar ons project.

Voor- en nadelen Zonder de subsidie hadden we deze Blueport niet kunnen oprichten. Wat wij als een nadeel hebben ervaren is dat er voor dit soort programma’s geen voorfinanciering is. De stichting is opgericht en is al aan het werk, maar heeft geen geld in de kas. De gemeente heeft daarom al een bijdrage geleverd om toch dit project van de grond te krijgen. Voor de gemeente is de Blueport een belangrijk instrument om de hele economie in de regio een impuls te geven. Hoewel de stichting onafhankelijk opereert van de gemeente geeft de gemeente wel de power en ondersteuning om het mogelijk te maken.

36 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Nederlandse Gemeenten 37 Vincult Gemeente Groesbeek

Fonds: Europa voor de Burgers De Europese Unie wil bij alle burgers het gevoel vergroten dat zij Europese burgers zijn. Het programma heeft als doel actief Europees burgerschap te bevorderen door burgers en maatschappelijke organisaties te betrekken bij Europese integratie. Het programma “Europa voor de Burger” subsidieert een aantal acties die dit gevoel moeten bevorderen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld het subsidiëren van stedenbanden, uitwisselingen, steun voor organisaties en aandacht voor actief Europees gedenken. (http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php)

Website: www.vinest.net / www.groesbeek.n / www.groesbeektoerisme.nl / www.vvvgroesbeek.nl Thema: Kennisuitwisseling Partners: • Oostenrijk: REUPS (Regional Development Association for the Lower Pinka and Strem Valleys) – Zuid Burgenland. • Hongarije: Foundation for Enterprise Promotion in Vas County and Szombathely – Vas County. • Spanje: Ayuntamiento de Bullas • Nederland: Gemeente Groesbeek • Slovenië: Development Agency ROD – Upper Vipava Valley, Primorska. • Kroatië: International Cooperation Office TINTL – Ilok-Srijem. • Italië: Malvasia di Bosa, Wine Route Association, Sardinië Totaal budget van het project: € 101.387,02 EU-bijdrage voor gemeente Groesbeek: € 9.848 Looptijd: 01.01.2012 – 31.12.2013

Proeverij in één van de Groesbeekse wijngaarden Het project Het Vinest netwerk is een netwerk van kleine wijnregio’s in heel Europa. Het doel van het netwerk is ervaringen en kennis met elkaar delen. Vanuit dit netwerk is het Vincult project gestart. Voor dit project worden er zeven bijeenkomsten georganiseerd, waarbij de regio’s bij elkaar op bezoek gaan. De Nederlandse delegatie naar die bijeenkomsten bestaat uit een combinatie van wijnboeren, de toeristische sector, de gemeente Groesbeek en verschillende regionale partners, zoals het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen en de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Afhankelijk van het thema is de verdeelsleutel van die delegatie anders. De toeristische sector inclusief de wijngaardeniers zijn verantwoordelijk voor de invulling van het programma, de gemeente is penvoerder.

Resultaat In de gemeente Groesbeek werken veel mensen in de toeristische sector (11% van de lokale werkgelegenheid) en is daarmee een belangrijke economische pijler. Daarbij profileert Groesbeek zich als het wijndorp van Nederland. De bijeenkomsten zijn bedoeld om internationale kennis uit te wisselen zodat de lokale wijnbouwontwikkeling verder kan worden vormgegeven en Groesbeek zich zo succesvol mogelijk kan profileren als wijndorp. Groesbeekse wijnboeren zijn pioniers door met verschillende wijnrassen te experimenteren. Veel partnerregio’s zijn veel conservatiever en wachten de resultaten van de Groesbeekse wijnboeren af. Over twee jaar moeten de Groesbeekse wijnboeren betere technieken gebruiken. Ook de Groesbeekse toeristische promotie en marketing krijgt dan verder vorm, waarmee de werkgelegenheid in de wijn- en toeristische sector kan groeien.

38 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van wethouder Theo Giesbers, projectleider Wouter Hol en Sylvia Fleuren van Stichting Toerisme en Recreatie (STER) Groesbeek In 2010 was er een presentatie van Bureau Brussel van de stadsregio Arnhem-Nijmegen over de mogelijkheden die Europa biedt en hoe je daar als gemeente gebruik van kan maken. Als gemeente Groesbeek wilden we kijken wat de mogelijkheden waren en Victoria van Krieken, die de presentatie gaf, hebben we daarna uitgenodigd in Groesbeek. Omdat de gemeente Groesbeek en de Stichting Toerisme en Recreatie (STER) ons dorp gezamenlijk willen profileren als het wijndorp van Nederland is gekeken naar Europese wijnprojecten die iets kunnen betekenen voor de gemeente Groesbeek. Toen Bureau Brussel het Vinest netwerk als mogelijkheid bij ons presenteerde is dit vervolgens voorgelegd aan de gemeentepolitiek en de toeristische sector. We hebben samen bekeken of de inhoud, maar ook de schaal en maat van het project, bij Groesbeek paste. We moeten namelijk niet vergeten dat er pas sinds 2001 wijn wordt verbouwd in Groesbeek. We hebben op z’n zachtst gezegd, dus nog niet dezelfde kennis en ervaring als bijvoorbeeld de oude wijnregio’s in Spanje en Italië. Toch is er voor gekozen mee te doen omdat het project zich juist richt op kennisuitwisseling over wijnsoorten en rassen en over het bevorderen van toerisme in wijnregio’s. We kunnen veel van elkaar leren.

Tijdens de eerste bijeenkomst, die in maart 2012 in Groesbeek is georganiseerd, was er een eerste kennismaking met elkaar. We bespraken de inhoud van het twee jaar durende project en tastten af wat bij elkaar de mogelijkheden zijn. Bij het tweede symposium in het Kroatische Ilok werd de inhoud al een stuk concreter. Als deze lijn zich doorzet kunnen we, ook in Groesbeek, echte stappen zetten. We zien nu al dat de onderlinge relaties tussen de wijn- en de toeristische sector aan het groeien is. Het is de eerste keer dat in het netwerk zonder tolken wordt gewerkt. Dat is een grote kostenbesparing, maar je merkt ook dat het voor sommige mensen erg lastig is om alles te begrijpen of om inbreng te kunnen leveren. Maar met wat creativiteit komt dat uiteindelijk toch ook goed.

De aanvraag Tussen maart en augustus 2011 hebben de Vinest-projectleider uit Bologna en Bureau Brussel van stadsregio Arnhem-Nijmegen invulling gegeven aan ons voorstel en de gemeente en de STER hebben daarvoor gegevens aangeleverd. Nadat het ter goedkeuring was voorgelegd aan de gemeente is in september 2011 de definitieve aanvraag ingediend door Bureau Brussel van Stadsregio Arnhem-Nijmegen. In december is het projectvoorstel goedgekeurd en het geld toegekend. De Europese subsidie dekt alleen de organisatiekosten voor de verschillende bijeenkomsten en een reiskostenvergoeding. De subsidie is daarmee sober, maar weldoelmatig.

Het is belangrijk goede experts te hebben om een project als dit te begeleiden. We zijn dan ook erg blij met Bureau Brussel van stadsregio Arnhem-Nijmegen die voor ons de inhoud heeft vormgegeven en erg heeft geholpen. Daarnaast is het belangrijk om met een ervaren leadpartner te werken, in dit geval de regio in Oostenrijk, die weet hoe de procedures ‘lopen’ en waarin je vertrouwen kunt hebben zodat ook de verantwoordingfase goed gaat. Last but not least is het van belang dat de toeristische sector (incl. wijngaardeniers) het belang inziet en ook daadwerkelijk bijdraagt. De Stichting Toerisme en Recreatie (STER) Groesbeek vertegenwoordigt deze sector en draagt ook in woord en daad bij. STER en gemeente Groesbeek, ondersteund door Stadsregio en RBT KAN (Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen), dragen samen zorg voor voldoende kwaliteit en capaciteit om de beoogde resultaten te bereiken.

Voor- en nadelen Het project is nog maar net van start en de uitkomsten zijn nog onzeker. Gelukkig hebben we veel steun van het netwerk dat hier al meer ervaring mee heeft. Alles wordt snel en goed gearchiveerd zodat de verantwoording straks goed moet gaan. De administratie is veel werk en het is belangrijk dat alle partners dit goed doen. Daarom hebben we direct goede afspraken gemaakt. Als de subsidievoorwaarden er liggen ben je er met zijn allen ingestapt en ook allemaal verantwoordelijk. Van meet af aan was het duidelijk dat iedereen zich aan de gemaakte afspraken moest houden. Waar het in ieder geval om gaat, is dat we met de wijnbouw-ontwikkeling in Groesbeek weer een extra stap hebben gezet.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 39 European Charter Gemeente Haaren

Fonds: Europa voor de Burgers De Europese Unie wil bij alle burgers het gevoel vergroten dat zij Europese burgers zijn. Het programma heeft als doel actief Europees burgerschap te bevorderen door burgers en maatschappelijke organisaties te betrekken bij Europese integratie. Het programma “Europa voor de Burger” subsidieert een aantal acties die dit gevoel moeten bevorderen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld het subsidiëren van stedenbanden, uitwisselingen, steun voor organisaties en aandacht voor actief Europees gedenken. (http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php)

Website: www.europeancharter.eu Thema: Europees burgerschap Partners: • Nederland: Esch • Frankrijk: Cissé • Malta: (Gemeente Haaren) • Duitsland: Hepstedt • Polen: Strzyów • Oostenrijk: Lassee • Griekenland: Dimos • Portugal: Samuel • België: Bièvre Pydnas-Kolindros • Roemenië: Ibanesti • Bulgarije: Maglizh • Hongarije: Nagyçenk • Slowakije: • Cyprus: Lefkara • Ierland: Cashel • Slovenië: Moravče • Tsjechië: Stary`; Poddvorov • Italië: Bucine • Spanje: Bienvenida • Denemarken: Naestvad • Letland: • Zweden: Ockelbo . • Estland: Põlva • Litouwen: Žagare • Verenigd Koninkrijk: • Finland: • Luxemburg: Desborough Totaal budget van het project: € 400 per jaar per lid. EU-bijdrage 2009-2010: € 150.000 2011-2012: € 280.000 Totale kosten project gemeente Haaren: € 400 per jaar en de reiskosten van de burgemeester. Looptijd: 01.01.2009 – 31.12.2010 en 01.01.2011 – 31.12.2012

Het project Eén dorp per lidstaat van de Europese Unie, in totaal 27 dorpen, vormen samen een uniek samenwerkings- verband. Sinds 1989 bestaat dit Charter of European Rural Communities en het Charter is mee gegroeid bij uitbreidingen van de Europese Unie. Elk jaar gaat een delegatie inwoners van de dorpen naar een grote netwerkbijeenkomst die door een van de dorpen wordt georganiseerd. Daarnaast organiseert het Charter kleine thematische bijeenkomsten voor zowel volwassenen als jongeren.

Resultaat In 2009/2010 zijn er twee grote bijeenkomsten, vier kleine bijeenkomsten, twee jongerenbijeenkomsten, een slotbijeenkomst en een workshop voor de stichting “Friends of Europe” georganiseerd. De kleine bijeenkomsten hadden een thema -lokale democratie- en daar waren 6 landen per bijeenkomst. Van deze bijeenkomsten is een mooi boek gemaakt met daarin informatie over hoe lokale democratie werkt per land. Voor dit verslag was ook veel waardering in Brussel, het Charter is dan ook trots op de “Gouden Ster”, een Europese prijs Uitreiking van de “Gouden Ster” voor projecten over actief burgerschap. aan burgemeester Frans Ronnes

40 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van burgemeester Frans Ronnes en projectleidster Helma van Drunen. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten in steeds een ander land proberen we elkaars cultuur en gewoonten te leren kennen. In plaats van een overnachting in een hotel gaan we daarom bij mensen thuis logeren. Elk jaar gaan per lidstaat 10 inwoners naar de jaarlijkse zomerbijeenkomst van 4 dagen. Nu de Europese Unie is gegroeid naar 27 landen betekend dat bij elke bijeenkomst 260 gasten voor het gastdorp. Dan is het heel moeilijk om iedereen onder te brengen en daarom betrekken we nu ook steeds meer de buurdorpen. Gemeentebesturen kunnen bij verkiezingen vervangen worden en nieuwe bestuurders hebben niet altijd interesse in de samenwerking. In een aantal dorpen is daarom samen de stichting “Friends of Europe” opgericht. De stichting kan taken van de gemeente overnemen als die er geen energie meer in wil steken. Zo kan een dorp toch lid blijven van het Charter als de bestuurlijke betrokkenheid afneemt.

Het Charter past goed bij het dorp Esch en de gemeente Haaren. Men is zich er van bewust dat Europa belangrijk is voor ons. Door de bijeenkomsten leer je elkaar kennen en respecteren en het brengt de burger een stukje dichter bij Europa. Het Charter biedt mensen ook de gelegenheid om deel te nemen aan andere Europese projecten, zo namen een aantal Haarense agrariërs deel aan een Europese landbouwbijeenkomst op Malta met als resultaat dat zij nu contacten hebben in Litouwen, de gemeenteraad is samen met jongeren naar Denemarken gegaan om te kijken hoe ze daar jongeren betrekken bij de lokale politiek en de voetbalclub van Helvoirt heeft met onze lijst van dorpen een internationaal voetbaltoernooi georganiseerd. De betrokkenheid met Europa is toegenomen, in Esch stemde een meerderheid voor de Europese grondwet tijdens het referendum in 2005. Kennis van en interesse in andere culturen is belangrijk voor ons, voor elke bijeenkomst hebben we daarom altijd de ambassade van het gastland uitgenodigd om ons meer te vertellen over het land en de cultuur.

De aanvraag Subsidieaanvragen gingen in het verleden soms fout omdat de kleine dorpen vaak niet de kennis in huis hadden om de aanvragen te doen. Als de papieren niet goed waren ingevuld was het maar de vraag of je de subsidie kreeg. Dat is jammer, want het gaat dan toch over een groot deel van het budget. Eind 2007 hebben we dan ook besloten om een meerjarige subsidie te gaan aanvragen, zodat we zeker zijn dat er daadwerkelijk subsidie is voor de bijeenkomsten. Een meerjarige aanvraag kon tot dan toe niet omdat Europa alleen projecten wilde meefinancieren die in 1 jaar werden afgerond. Wij hebben contact gezocht met Brussel om te kijken of wij invloed konden uitoefenen op een ander systeem, passend bij de schaal van het Charter. Dit is gelukt en we hebben nu tweemaal met succes een aanvraag gedaan voor 2 jaar.

Het geld is gelijk verdeeld over reiskostenvergoeding en organisatiekosten. Wij vinden het belangrijk dat de bijeenkomsten voor alle inwoners bereikbaar zijn. In overleg met Brussel hebben we daarom besloten dat de 14 ‘armste’ landen een reiskostenvergoeding krijgen van 4 cent per kilometer en de 13 ‘rijkere’ landen 2 cent. Dit komt ook omdat de Brusselse bijdrage voor een conferentie afhangt van het BNP in het land. Voor een land als Tsjechië betekent dat dat ze voor een conferentie in Tsjechië minder krijgen dan wat Luxemburg zou krijgen. Brussel hield echter geen rekening met de reiskosten, reizen in Europa is bijvoorbeeld voor Tsjechië verhoudingsgewijs veel duurder.

Voor de periode 2011 – 2012 hebben we de aanvraag iets anders gedaan. We hebben 2 aanvragen ingediend, één voor de volwassenen bijeenkomsten en één voor de jongerenbijeenkomsten (tot 25 jaar). Voor allebei de aanvragen hebben we ongeveer 150.000 euro gekregen. Met de totale aanvraag zijn we een klein jaar bezig geweest. Door onze contacten wisten we voldoende om een goede

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 41 aanvraag te kunnen doen. Ook de VNG heeft ons daarbij geholpen, door de aanvraag aan te scherpen op de doelstellingen van de Europese Commissie.

Voor- en nadelen Wij hebben gekeken naar wat er is afgesproken in de burgemeestersvergadering (vergadering van alle 27 burgemeesters) en de doelstellingen van het Europese programma en aan de hand daarvan hebben we de aanvragen geschreven. Dat betekent dat je een verbinding zoekt met wat je zelf wil en wat het programma beoogt. Dit is goed gelukt, hoewel de subsidie aanvraag vreselijk ingewikkeld was. Dat hebben we ook direct aangegeven en het is nu ook iets makkelijker geworden. Hoewel elk gastland zelf verantwoordelijk is voor een verslag van de bijeenkomsten kan het Charter zelf de aanvraag doen. Dat betekent dat niet elk dorp voor elke bijeenkomst opnieuw moet worstelen met de subsidieaanvraag.

42 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Nederlandse Gemeenten 43 Samenwerkingsverband Tynaarlo-Pitesti Gemeente Tynaarlo

Fonds: Leven Lang Leren – Comenius Het Leven Lang Leren programma is een omvangrijk programma dat als doel heeft persoonlijke ontwikkeling van alle burgers te stimuleren. De opgedane kennis moet weer leiden tot meer economische groei, meer en betere banen en betere zorg voor het milieu. Onder het Comenius programma komen gemeenten in aanmerking voor de onderwerpen “netwerken en multilaterale projecten”. Dit betekent dat een gemeente officieel partners kan zijn in een onderwijsproject met meerdere scholen in verschillende lidstaten. (www.na-lll.nl)

Website: www.sttp.info Thema: Actief burgerschap Partners: • Nederland: Gemeente Tynaarlo • Roemenië: Consilul Local Pitesti Totaal budget van het project: Ongeveer € 24.000 EU-bijdrage: € 20.000, overige kosten zijn binnengehaald door sponsering. Looptijd: 01.07.2010 – 01.07.2012

Het project Vanuit Eelde kwam in 1994 de vraag of er geld gegeven kon worden aan projecten in Roemenië. In plaats van gewoon geld geven is er toen besloten om in samenwerking met verschillende organisaties zoals vrouwenorganisaties, het Rode Kruis, Humanitas en de kerken zelf hulpprojecten naar Roemenië te starten. Via een van de organisaties kwamen we in contact met een verzorgings- en ziekenhuis in Pitesti. Vanaf dat Praalwagen gemaakt door scholen in Pitesti naar een moment heeft de stichting Tynaarlo-Pitesti als ontwerp van leerlingen van het Terra college in Eelde tussenpersoon contacten tussen organisaties uit Tynaarlo en Pitesti gelegd, wat heeft geleid tot een twinning agreement tussen de gemeente Tynaarlo en gemeente Pitesti. In 2010 kwam de vraag uit Pitesti of wij samen een Comenius project wilden doen. Dit betekent dat een paar scholen uit Tynaarlo en Pitesti, de beide gemeenten en een NGO samen een project doen. Doel van het project is het bevorderen van samenwerking en vrijwilligerswerk.

Resultaat Het resultaat van het project is boven verwachting. In eerste instantie waren de verwachtingen laag omdar er al veel werd samengewerkt. Door de uitwisselingen wordt in de gemeente heel anders naar het eigen vrijwilligerswerk gekeken. De inzet van al die vrijwilligers wordt veel meer gewaardeerd en dat enthousiasmeert. Bij de uitwisselingen was er een uitgebreid programma, zodat er zoveel mogelijk divers vrijwilligerswerk laten zien kon worden laten zien; zoals bij de kinderopvang, de brandweer, de sportverenigingen en bij de muziekschool.

44 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider en voorzitter stichting Tynaarlo – Pitesti Harm Katoele Het doel van dit project is het bevorderen van samenwerking en vrijwilligerswerk. Onze Roemeense partner wilde zien hoe scholen, de gemeente en vrijwilligersorganisaties samenwerken zodat zij dit ook in Roemenië beter kunnen organiseren. In de afgelopen 2 jaar hebben we veel van elkaar kunnen leren. We hebben gezien dat de afstand tussen vrijwilligersorganisaties en de gemeente in Nederland veel groter is. In Nederland bemoeit de gemeente zich weinig met vrijwilligersorganisaties, hooguit door het geven van een subsidie. Wij vinden het normaal dat de organisaties zelfstandig werken. In Roemenië zie je heel sterk dat vrijwilligersorganisaties kijken naar de gemeente. Een heleboel vrijwilligers werken ook voor de gemeente. Wij kregen het verzoek om onze vrijwilligerscontracten toe te sturen zodat ze die konden gebruiken als voorbeeld. Wij hadden die natuurlijk helemaal niet en je ziet dan goed dat er nog grote verschillen bestaan tussen Nederland en Roemenië. Waar wij veel vrijheid hebben zijn zij daar nog erg gebonden aan formele regelgeving. Je ziet dat onze vrijwilligers nu ook veel meer beseffen hoe waardevol en uniek hun werk is. Het automatisme wat mensen kunnen hebben bij een project veranderd als je je beseft wat je werk betekent voor je medemens.

De aanvraag Vanuit Roemenië kwam het verzoek om mee te doen aan het Comenius programma van de Europese Unie. Omdat het verzoek uit Roemenië drie weken voor de deadline kwam hebben we binnen drie weken de aanvraag ingevuld. De Roemenen kwamen al met een heel plan. Allereerst hebben we heel kritisch het Comenius programma gelezen zodat we precies wisten wat de voorwaarden waren. Omdat een van de schooldirecteuren al vaker subsidieaanvragen had ingediend konden we zijn kennis goed gebruiken bij deze aanvraag.

Voor- en nadelen In Deelde is er elk jaar een bloemencorso. Deelde heeft 11.000 inwoners en aan de corso werken jaarlijks 3500 vrijwilligers mee. In 2001 was er een delegatie van het gemeentebestuur van Pitesti bij het corso. Zij konden zich niet voorstellen dat al die mensen vrijwilligers waren en de gemeente daar nauwelijks een rol in speelde. Later aan de koffie werd dit nog een keer gevraagd, de gemeente moest in hun ogen die mensen wel aansturen. Een paar maanden later werden wij uitgenodigd bij een festival in Roemenië en er was een optocht met kinderen bij. Een journalist die bij ons stond noemde het heel gewaagt omdat er sinds de revolutie in 1989 geen optocht meer was geweest. Na afloop kwam er iemand op ons af van de gemeente Pitesti. Zij waren zo geïnspireerd geraakt door ons corso dat ze bij thuiskomst direct alle scholen hebben gevraagd om mee te werken aan deze optocht. Door de kinderen proberen ze de ouders te betrekken en ook hen enthousiast te maken. Zo laten ze zien aan de kinderen en hun ouders dat vrijwilligerswerk en omzien naar elkaar belangrijk is. Tijdens de dictatuur van Ceauşescu kon dat niet. Dankzij het geld uit het Comenius programma kan er nog intensiever gewerkt worden aan het bewust maken van kinderen wat vrijwilligerswerk kan betekenen voor de samenleving.

Voor onszelf heeft de samenwerking de bewustwording van ons eigen vrijwilligerswerk -en daarmee de waardering- enorm vergroot. Naast de formele contacten die we onderhouden zijn er ook veel persoonlijke contacten ontstaan tussen de bewoners van gemeente Tynaarlo en Pitesti.

Nadelen hebben we niet echt ondervonden. Door de aanvraag goed te richten op het programma en de doelstellingen van de Europese Commissie werd de subsidie snel toegekend.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 45 Suncities – Stad van de Zon Gemeente Heerhugowaard

Fonds: Vijfde kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling De EU streeft naar een kenniseconomie. Het vijfde kaderprogramma (KP5, voorloper van het huidige KP7 programma) is een belangrijke peiler om dit te realiseren. De EU wil de wetenschap en het bedrijfsleven uitdagen om oplossingen te bedenken voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld op het terrein van milieu, vergrijzing en zorg en duurzame energie. Het programma bestaat uit vier hoofdprogramma’s; samenwerken, ideeën, mensen en capaciteiten. (http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/zevende-kaderprogramma-kp7)

Website: www.heerhugowaardstadvandezon.nl Thema: Duurzaam bouwen, zonne-energie Partners: • Nederland: Gemeente Heerhugowaard; Bouwfonds ontwikkeling; Hallokaties C.V.; Gemeente Alkmaar; Gemeente Langedijk; NV Nuon Retail • Duitsland: Meteocontrol GMBH; Lebensräume, Hausbau und Bauträger GMBH • Verenigd Koninkrijk: Kirklees Metropolitian Council; Energy for Sustainable Development; Lowry Renaissance Ltd. ‘Stad van de Zon’ vanuit de lucht • Spanje: Conselleria d’Economia, Hisenda i Innovacio, Majorca Totale kosten project gemeente Heerhugowaard: € 12.000.000 EU-bijdrage: € 3.000.000 Looptijd: 01.01.2004 – 01.01.2010

Het project Suncities is een samenwerkingsverband tussen projecten uit Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje. De partners willen de CO2 uitstoot beperken en het gebruik van zonne-energie stimuleren. ‘Stad van de Zon’ vormt het grootste project. Deze nieuwbouwwijk in Heerhugowaard is volledig emissieneutraal. In de toekomst moet deze wijk zelfs energie gaan opleveren. Samen met de andere Nederlandse partnergemeenten Alkmaar en Langedijk realiseert gemeente Heerhugowaard dit zonne-energieproject dat 5 megawatt oplevert. Daarvan produceert Heerhugowaard 3,75 megawatt in de nieuwbouwwijk. Om de wijk emissieneutraal te maken wordt er consequent gebruik gemaakt van zonnepanelen, wordt er een bos aangelegd en komen er 3 windturbines. Om de zonnepanelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken is 80 procent van de verkaveling noord-zuid georiënteerd. ‘Stad van de Zon’ is de grootste emissieneutrale wijk ter wereld.

Resultaat De doelstellingen zijn gehaald en het project loopt nog steeds door maar zonder Europese subsidie. Er ligt nu 2,45 megawatt zonne-energie en als er nieuwe woningen bij worden gebouwd worden die ook voorzien van zonnepanelen. De prijs van zonnepanelen ligt nu een stuk lager wat het een stuk makkelijker maakt om ook deze nieuwe huizen te voorzien van zonnepanelen.

46 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ervaringen van projectleider Joost Bruijn Het zuiden van Heerhugowaard is in het begin van de jaren ‘90 aangewezen als een Vinex gebied. Deze Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra uit 1991 wees bepaalde gebieden aan als gebieden voor woningbouw, werkgelegenheid en recreatie. Wij wilden graag iets bijzonders doen met deze nieuwbouwwijk en kwamen uit bij nieuwe energie. De naam ‘Stad van de Zon’ volgde al snel nadat de plannen voor de nieuwbouwwijk gecombineerd werden met een zonne-energieproject. In 1992 waren de eerste schetsen van de wijk al klaar en in 1995 werden de plannen opgenomen in de Intergemeentelijke structuurschets van de gemeenten Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk (HAL-gebied).

De aanvraag Om de zonne-energie echt op grote schaal te kunnen toepassen was er meer geld nodig. Het Europese kaderprogramma sloot goed aan bij het Suncities project. Dit samenwerkingsverband bestond uit projecten in Nederland, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. ‘Stad van de Zon’ was verreweg de grootste van de drie partners en heeft 3 miljoen euro subsidie gekregen. Ook de provincie Noord-Holland en energiebedrijf Nuon hebben een aanzienlijke bijdrage verstrekt. De gemeente Heerhugowaard heeft de gaten in het budget aangevuld, zodat de taakstelling kon worden gehaald.

Het schrijven van de subsidieaanvraag, de tussenrapporten, het eindrapport en het organiseren van bijeenkomsten, hebben we uitbesteed aan het adviesbureau voor energie en klimaat New Energy Works. Daarmee haalden we specialistische kennis in huis.

Voor- en nadelen De Europese subsidie heeft van ‘Stad van de Zon’ een haalbaar project gemaakt. Ondanks de grote verschillen tussen onze nieuwbouwwijk en de projecten van de buitenlandse partners hebben we toch aan kennisuitwisseling gedaan. Tot op de dag van vandaag krijgen we veelvuldig bezoek van groepen uit meer dan 25 verschillende landen om kennis op te doen en ervaringen uit te wisselen.

In eerste instantie was de looptijd maar 4 jaar, wat weinig is om een zodanig groot project succesvol te kunnen afronden. Met veel lobbywerk van onze bestuurders in Brussel hebben we er 6 jaar van kunnen maken. Om steeds de subsidie te blijven krijgen moet je in de pas lopen met het programma, terwijl het programma geen rekening houdt met een fluctuerende woningmarkt. En in ons geval betekende een lager aantal woningen per jaar ook minder zonnepanelen.

Inmiddels zijn we al bezig met het volgende grote nieuwbouwproject en een duurzaam bedrijventerrein. Alles wat we geleerd hebben op het gebied van duurzaamheid nemen we mee, en we proberen er ons voordeel mee te doen. Ondanks dat het nu wel een andere tijd is, met andere regelingen en mogelijkheden.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 47

Europese projecten in gemeenten GOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE

GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S