muziek

Michael Schneider I La Stagione Frankfurt I Collegium Vocale Corelli, Vivaldi, Scarlatti oude muziek | 1999-2000

Konrad Junghânel Cantus Cölln Rovetta, Monteverdi maandag 11 oktober 1999

Michael Schneider La Stagione Frankfurt. Collegium Vocale Corelli, Vivaldi, Scarlatti donderdag 16 december 1999

Fabio Biondi Europe Galante Geminiani, Locatelli, Vivaldi, Corelli dinsdag 1 februari 2000

Paul Van Nevel Collegium Vocale Desprez, Isaac, Gombert, Courtois, de Mantua, Vaet, de Manchicourt, Lassus vrijdag 17 maart 2000 La Stagione Frankfurt I Collegium Vocale Michael Schneider muzikale leiding, fluit Deborah York sopraan I Anna Korondi sopraan

Arcangelo Corelli Concerto grosso in g, opus 6/8 12

Antonio Vivaldi Laudate pueri Dominum in G, RV601 20 Concertino in C voor flautino, strijkers en continuo, RV443 10

pauze

Alessandro Scarlatti Kerstcantate O di Betlemme 18

Antonio Vivaldi Gloria in D.RV589 35

inleiding Nicole van Opstal. 19.15 uur. Foyer begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde concert omstreeks 22.00 uur teksten programmaboekje Nicole van Opstal coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk a Gelieve uw GSM uit te zetten ! Arcangelo Corelli (1653-1713) Concerto grosso in g, opus 6/8, Per la Notte di Natale

Eén van de grote namen uit de Italiaanse barok is ongetwijfeld Arcan­ gelo Corelli. Hoewel hij in totaal niet zoveel werken schreef (zes bundels instru­ mentale muziek en nog een handvol losse werken) en hij zich maar aan een beperkt aantal genres wijdde, oefende Corelli een grote invloed uit op de instrumentale muziek van zijn tijd en van generaties componisten nahem. Corelli schreef uitsluitend sonates en concerto’s. In het concertogenre beperkte hij zich tot het concerto grosso, waarbij niet één maar meer­ dere solisten (samen vormen zij het concertino) samenspelen met een orkest (concerto grosso). Op het vlak van de sonate vinden we in zijn werkenlijst zowel solo- als triosonates. Arcangelo Corelli had blijkbaar een voorliefde voor sonates, want vijf van de in totaal zes bundels zijn aan dit genre gewijd. Het zijn stuk voor stuk vernieuwende werken. Corelli’s sonates golden al tijdens zijn leven als echte voorbeelden. De vernieuwingen die hij doorvoer­ de, lagen niet alleen op stilistisch en formeel vlak, maar ook op het gebied van instrumentale techniek. Corelli was zelf een zeer getalen­ teerd violist en een gewaardeerd vioolleraar. Minder vernieuwend dan de sonates waren zijn concerti grossi. Co­ relli verzamelde één bundel met twaalf concerto’s, het opus 6. Hoe­ wel hij ze voltooide in 1711, werden ze pas in 1714, een jaar na zijn dood, gepubliceerd in Amsterdam. Het was Corelli’s gewoonte om zijn nieuwe composities eerst aan het oordeel van het publiek te on­ derwerpen voor hij ze liet drukken. Zo was de Duitse componist Georg Muffat in Rome aanwezig op een van die voorstellingen: “Met veel plezier en verbazing heb ik enkele concerto’s gehoord, gecompo­ neerd door de kunstzinnige Signor Arcangelo Corelli. Ze werden zeer mooi en met verfijnde precisie uitgevoerd door een groot aantal musici”.

Arcangelo Corelli Antonio Vivaldi: motet Laudate Pueri, RV601 Concertino in C voor flautino, strijkers en continuo, RV443 Gloria in D, RV589

In Rome bestonden de orkesten soms uit meer dan tachtig personen. In 1703, kort nadat hij tot priester was gewijd, werd Antonio Vivaldi aan­ De concerto’s opus 6 hebben nog niet de driedelige structuur die gesteld als vioolleraar in de Ospedale della Pietà. De Piëta was één van Antonio Vivaldi er aan het begin van de achttiende eeuw aan gaf. Ze de vele liefdadigheidsinstellingen die zich in Venetië ontfermde over wees­ bestaan wel uit vijf of zes korte delen, meestal een opeenvolging van meisjes. Ze kregen er onderwijs en vooral een gedegen muzikale oplei­ snelle en trage passages, die soms afgewisseld worden met dansen. ding. Het koor van de instelling genoot een zeer goede reputatie en Het bekendste concerto uit de bundel opus 6 is het achtste, bijge­ dankzij Antonio Vivaldi werd ook het orkest één van de troeven van de naamd Per la Notte di Natale. Mogelijk schreef Corelli dit werk al in school. Tijdens zijn eerste tien jaar in de Pietà componeerde Vivaldi nage­ 1690 voor kardinaal Ottoboni, toen zijn belangrijkste beschermheer in noeg uitsluitend instrumentale muziek, vooral soloconcerto’s en concerti Rome. Typisch aan dit concerto is de toevoeging van een pastorale, grossi voor de meest diverse bezettingen. een deel waarin doedelzakken, hobo’s, schalmeien en andere typi­ Vele van deze werken werden uitgevoerd tijdens de schoolconcerten en sche herdersinstrumenten werden nagebootst. Door die pastorale geven een idee van het fenomenale talent dat sommige meisjes moeten sfeer paste het werk perfect in de kersttraditie. Maar een commer­ gehad hebben. Deze concerten kenden dan ook een groot succes. In ciële ingesteldheid was Corelli blijkbaar niet vreemd, want hij ver­ 1739 noteerde een zeker De Brosse in zijn Lettres familières sur l’Italie: meldde dat het pastorale gerust kon weggelaten worden, zodat het “De weesmeisjes worden er opgevoed op staatskosten en ze worden concerto ook op andere tijdstippen van het jaar kon gebruikt worden. voornamelijk opgeleid om uit te blinken in muziek. Ze zingen als engelen en spelen viool, fluit, orgel, cello, hobo of fagot. Om kort te zijn: geen instrument is voor hen te groot of te klein. Ze zitten achter tralies als kloosterzusters. Ze voeren alle muziekstukken alleen en zonder hulp uit en aan elk concert nemen zo’n veertig meisjes deel. Ik kan u verzekeren dat niets zo aangenaam is als een jonge muzikante in wit habijt de maat te zien slaan met alle denkbare bevalligheid en precisie.” Het Concerto in C voor flautino, strijkers en continuo R V443 is een typisch voorbeeld van een Vivaldiaans concerto, dat tijdens deze concerten zou kunnen geklonken hebben. De snelle hoekdelen vallen op door de virtu­ oze solistenpartijen. In het trage middendeel trekt Vivaldi het register van expressiviteit en zangerigheid. Het is evenwel niet helemaal duidelijk voor welk solo-instrument het concerto geschreven is. Meestal opteert men voor een uitvoering op de sopranino-blokfluit. In 1713 nam Antonio Vivaldi in de Pietà de taken over van Francesco Gasparini. Gasparini was de maestro di coro en had de zorg over het religieuze repertoire van het instituut. Volgens de bepalingen moest de maestro di coro jaarlijks twee missen en twee vesperzettingen leveren, verder minstens twee motetten per maand en muziek voor de grote kerkelijke feesten. Na zijn aanstelling begon Vivaldi dan ook grote hoe­ veelheden religieuze muziek te schrijven. Ook de kerkdiensten in de Piëta hadden concertallures en werden druk bezocht. De extreem moeilijke sopraanpartij van het motet Laudate pueri RV601 geeft andermaal een illustratie van het ontzettend hoge opleidingsniveau in de Piëta. Vivaldi werkte dit motet uit in negen delen, waarvan het eerste, het vijfde en de twee laatste delen de compositie als stevige pijlers schragen. Vival­ di maakte er een afgerond geheel van door de beginthema’s aan het einde te laten terugkeren. Het motet besluit met een virtuoos en briljant amen.Dit Laudate pueri RV601 is door zijn melodische, harmonische en technische kwaliteiten één van de meesterwerken uit het religieuze oeuvre van Vivaldi. Het derde werk en afsluiter van deze avond is het monumentale Gloria RV589. Vivaldi maakte twee zettingen van de tekst, waarvan de laatste (RV589) de meest uitbundige en extraverte is. De compositie dankt haar feestelijk karakter ondermeer aan de toevoeging van een trompetpartij. Beide Gloria’s dateren van 1713, het jaar waarin Vivaldi verantwoordelijk werd voor de religieuze muziek in de Piëta. Vermoedelijk waren zijn Glo- ria-zettingen voor het instituut bedoeld, aangezien er geen tenor- en bassolo’s zijn. Anderzijds weten we dat de meisjes geregeld vierstemmige koorwerken uitvoerden, waarbij ze de baspartij een octaaf hoger zongen. Vivaldi heeft in dit Gloria de traditionele polyfonie (stile antico) volledig achter zich gelaten. In plaats daarvan hanteert hij een stijl die onder invloed van de opera en het bel canto de virtuositeit van de uitvoerders ten volle tot zijn recht laat komen. Bepaalde woorden worden met pure bel canto vocalises in de verf gezet. Het geheel werd opgesplitst in twaalf fragmenten die zeer gevarieerd zijn uitgewerkt. We krijgen een caleidoscoop van instrumentale en vocale kleuren, een variëteit aan stemmingen en bezettingen, briljante soli wis­ selen af met jubelende koorpassages en feestelijke instrumentale ritor- nelli. Alessandro Scarlatti (1660-1725) 0 di Betlemme

De naam Scarlatti wordt doorgaans geassocieerd met twee musici: Ales­ sandro, die zich vooral onsterfelijk maakte als componist van wereldlijke vocale werken en zijn zoon Domenico, die van onschatbare waarde is geweest voor de klaviermuziek. Maar er waren nog meer leden van de familie Scarlatti die carrière maakten als muzikant. Alessandro Scarlatti liet een ontzaglijk oeuvre na: meer dan honderd opera's, ruim zeshonderd solocantates, oratoria, missen, motetten, ma­ drigalen en klaviermuziek. Verwijzend naar de enorme hoeveelheid can­ tates noemde musicograaf Charles Burney hem: “de meest ijverige en meest originele cantatecomponist die er ooit geweest is”. De vorm en de stijl van zijn cantates waren in de eerste helft van de achttiende eeuw de norm voor heel Italië. Alessandro Scarlatti werd in 1660 geboren in Palermo en trok op twaalf­ jarige leeftijd naar Rome om een muziekopleiding te volgen bij onder meer Giacomo Carrisimi. Na zijn studies werd hij kapelmeester aan de kerk van San Giacomo degli Incurabili en aan het hof van koningin Chris­ tina van Zweden. Rome was toen een belangrijk muzikaal centrum dankzij enkele kapitaal­ krachtige mecenassen, zoals de kardinalen Ottoboni en Pamphili. Ook Scarlatti had goede contacten met deze geldschieters, maar verhuisde in 1684 toch naar Napels waar hij kapelmeester werd aan het hof van de Spaanse onderkoning. Napels werd vanaf dan zijn belangrijkste thuisha­ m, §§ mg u ven, hoewel hij nadien ook in Rome nog heel wat opdrachten vervulde.

W' * i Onder Scarlatti’s impuls groeide Napels uit tot een invloedrijke operastad. IjnÊM' vv\J Het grootste deel van zijn wereldlijke werken schreef Scarlatti dan ook m m i* ’*, voor Napels. Zijn religieuze composities (missen, oratoria, religieuze can­ tates en meer dan honderd motetten) waren hoofdzakelijk bedoeld voor de kerken van Rome. In de kersttijd was het in Rome traditie om kerstcantates uit te voeren. In

Alessandro Scarlatti - ai:’ 'yaa

het Vaticaan gebeurde dit doorgaans op kerstavond. Onder het publiek bevonden zich niet alleen de paus en de kardinalen, maar ook vooraan­ staande leden van de Romeinse aristocratie en buitenlandse gezagdra­ gers en diplomaten die op dat ogenblik in de stad verbleven. Naast de cantate woonden ze gewoonlijk ook enkele andere religieuze diensten bij. De tijd tussenin werd aangenaam doorgebracht met muziek en banket­ ten. Voor één van die gelegenheden schreef Alessandro Scarlatti zijn pastora­ le cantate O di Betlemme altera, een werk waarvan manuscripten be­ waard zijn in Napels en in Londen. De cantate bestaat uit een aantal korte fragmenten die zeer gevarieerd uitgewerkt zijn. Het openingsdeel is een instrumentale sinfonia waarin naar goede kersttraditie een pastorale sfeer wordt opgeroepen. Daarna wisselen recitatieven en da capo aria’s elkaar af. De aria’s worden doorgaans begeleid door een vierstemmig strijkers- ensemble. In deze passages nam Scarlatti uitvoerig de gelegenheid te baat om zijn contrapuntische vaardigheden te demonstreren. Opvallend daarbij is dat hij de altviool een volwaardige en zelfstandige partij gaf, wat ingaat tegen de Italiaanse traditie uit die tijd. Heel vaak bleef de rol van de altviool beperkt tot verdubbeling van één van de andere strijkerspartijen.

De Heilige Familie bij het lam © Raphaël Antonio Vivaldi Laudate pueri Dominum in G, RV601

Allegro non motto qui habitare tacit sterilem in Laudate pueri Dominum, domo, laudate nomen Domini. matrem filiorum laetantem.

Allegro Larghetto Sit nomen Domini benedictum Gloria Patri et Filio ex hoc et usque in saeculum. et Spiritui Sancto.

Andante Allegro non molto A solis orfu Gloria Patri et Filio usque ad occasum et Spiritui Sancto. laudabile nomen Domini. Sicut erat in principio et nunc et semper Larghetto etinsaeculasaeculorum. Excelsus super omnes gentes Dominus, Amen. et super coelos gloria ejus. Allegro Quis sicut Dominus Deus noster, Amen. quis in aitis habitat et humilia respicit in coelo et in terra?

Allegro molto Suscitans a terra inopem el de stercore erigens pauperem.

Allegro Utcolloceteum cum principibus populi sui, Alessandro Scarlatti 0 di Betlemme, Cantate pastorale per la nascità di Nostro Signore

Recitativo Recitativo di Betlemme altera povertà venturosa! Fortunati pastori! Sechifece ognicosa, giacche vè dato in sorte se chi muove ogni sfera in te discende, che il Signor della vita, immortale, increato, E I’Autor della luce, nei suoi primi vagiti, respira fra di voi i’aure primiere! ate risplende. A dolce suon giulivo di zampogne innocenti d’un Diofattomortale Aria correte a celebrar l’alto Natale! Dal bel senod’una Stella spunta a noi I’eterno sole, Aria Daunapura verginella Toccö la prima sorte a voi pastori Nacquegià I’eterna prole Perché si fa Gesù di Dio I’agnello. Offrite alla sua cuna i vostri cuori Recitativo Mirate quanto è vago e quanto è bello. Presod’uomo la forma, alle gelide tempre d’inclemente stagione Lasciate i vostri armenti e la capanna, soggiace il gran Bambino. Abbandonate si le pecorelle E d’acerbo destino per sottrare al rigore V’è una sparanza in lui che non v'inganna, Pumanitàcadente, E che vi pud dar loco in fra Ie stelle. Del suo corpo innocente fa scudo a noi I’appassionato amore.

Aria L’Autord’ogni mio bene Scoglielemiecatene e stretto in fasce. I tutto ei fe da nulla Eppur lo veggio in culla, E in terra nasce. Antonio Vivaldi Gloria in D, RV589

Gloria in excelsis Deo. tu solus Dominus, Et in terra pashominibus tu solus altissimus. bonae voluntatis. Jesu Christe.

Laudamuste. Cum Sancto Spiritu, Benedicimus te. in gloria Dei Patris. Adoramuste. Amen. Glorificamus te.

Gratias agimustibi propter magnam gloriam tuam.

Domine Deus, Rex coelestis, Deus Pater omnipotens,

Domine Fili unigenite Jesu Christe.

Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris.

Qui tollis peccata mundi, miserere nobis.

Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram.

Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis.

Quoniam tu solus sanctus, Michael Schneider tig met de belangrijkste barokensembles en orkesten van Europa. Recente con­ Michael Schneider werd letterlijk overnacht een ster toen hij in 1978 de internatio­ certen omvatten onder meer een recital met The Kings’s Consort in de Tonhalle, nale wedstrijd van de ARD won. In 1979 richtte hij Camerata Köln op, waarmee hij Zurich; Un Viaggio A Roma met Concerto Italiano en Rinaldo Alessandrini (uitge­ over heel de wereld concerteerde en meer dan dertig cd’s opnam. In 1980, hij was zonden op VRT); Magnificat van Bach met Collegium Vocale en Philippe Herre- toen zesentwintig, werd Michael Schneider tot leraar benoemd aan de Hogeschool weghe (tevens uitgezonden op VRT), Weihnachtsoratorium van Bach met Colle­ voor Kunsten in Berlijn en sinds 1983 nam hij de leiding van de afdeling Oude gium Vocale (uitgezonden op de Spaanse televisie); Fairy Queen van Purcell met Muziek van de Hogeschool voor muziek in Frankfurt. Hij geeft er nog steeds les Marcus Creed en Freiburger Barockorchester. Zij vertolkte ook Handels Admeto blokfluit en onderricht er het enige graduaat Oude Muziek van Duitsland. Het was op de festivals van Sydney, Montpelier en Beaune met Les Talens Lyriques; ook in Frankfurt dat hij de grondvesten begon te leggen van een veelzijdige Midsummer Night’s Dream met en het orkest van het Konink­ carrière: zowel als solo blokfluit- en fluitspeler met zijn eigen en andere ensembles lijk Concertgebouw; de opera aria’s van Haydn met Florilegium in de Wigmore Hll (waaronder Musica Antiqua Köln en het orkest van de West-Duitse Radio), dan als en Jeptha van Handel met Sir Charles Mackerras en het Scottish Chamber gegeerd leraar in Duitsland en voor masterclasses in heel de wereld, maar vooral Orchestra op de BBC Proms in 1997. Samen met Michael Chance en Julius als dirigent van concerten, opera’s en oratoria. Deze laatste activiteit is nauw Drake vertolkte Deborah York recitals in de Wigmore Hall en een recital met verbonden met intensief onderzoek naar historische uitvoeringspraktijken. liederen van Stravinsky, Prokofiev en Poulenc samen met Julius Drake op het festival van Saintes 1998. Deborah York zong de rollen van Anne Truelove in The Anna Korondi Rake’s Progress van Stravinsky; Mirror in The Second Mrs Kong van Harrison Anna Korondi werd in Boedapest geboren. Haar familie was muzikaal en maakte Birtwistle voor het Glyndebourne Festival; Emilia in Flavio van Handel voor Opera haar reeds op jonge leeftijd vertrouwd met muziek, Anna leerde piano en fluit. Na Theatre Company, Dublin en Covent Garden Festival; Servilia in La Clemenza di haar studies aan het conservatorium werd Anna Korondi in 1993 geëngageerd voor Tito voor Glyndebourne Touring Opera; Barbarina in Le Nozze di Figaro en Gain- het ensemble van de Komische Oper Berlijn. Daar zong zij met groot succes netta in L’Elisir d’Amore in Covent Garden en Ismene in Orfeus van Telemann en belangrijke rollen, zoals Nannetta in Falstaff onder leiding van Andreas Homokis Iris in Semele van Handel, beiden met René Jacobs in de Staatsoper van Berlijn. in 1996. Als concertzangeres trad zij onder meer op in Parijs en Hamburg en sinds Recent zong zij Euridice in L’Orfeo van Monteverdi met de Bayerische Staatsoper 1996 meermaals met het Symfonieorkest van MDR in het Gewandhaus Leipzig in München. De discografie van Deborah York omvat cantates van Scarlatti, en op de MDR-muziekzomer. In februari 1997 debuteerde Anna Korondi in de religieuze muziek van Kuhnau met The King’s Consort en motetten van Vivaldi Kammermusiksaal van de Berlijnse Philharmonie als soliste bij een concert met met hetzelfde ensemble, cantates van Bach met Collegium Vocale en Philippe het Rias Kamerkoor onder leiding van Erwin Ortner. In maart 1997 werd de Herreweghe, Gloria en Magnificat van Vivaldi met Concerto Italiano, Mis in A klein zangeres uitgenodigd voor uitvoeringen van de Mattheuspassie in Sevilla onder van Schubert met John Eliot Gardiner en het Monteverdi Choir en Orchestre leiding van Helmut Rilling. Er volgden verdere concerten met deze dirigent in Bonn Révolutionnaire et Romantique en The Rake’s Progress van Stravinsky met John en Stuttgart. Verder debuteerde zij met succes in de Berlijnse Philharmonie, het Eliot Gardiner en het London Symphony Orchestra. Konzerthaus in Berlijn, en tevens in de Herkulessaal in München en de Münchener Philharmonie. Sinds het seizoen 1997-98 is Anna Korondi een vast lid van het La Stagione Frankfurt ensemble van de Opera van Bonn, waar zij onder meer Susanna zong in Figaro’s La Stagione Frankfurt behoort tot een van de meest vooraanstaande orkesten in Bruiloft. Toekomstprojecten zijn concerten in het Wiener Musikverein (Missa Europa wat betreft de restauratie van oude muziek. Dirigent en artistiek leider Solemnis/Erwin Ortner), bij het Rheingau Festival, de MDR-muziekzomer in Halle Michael Schneider heeft samen met zijn ensemble grondig onderzoek gepleegd en een concerttournee met de Philharmonie van Stuttgart onder leiding van Jörg- naar bekend of vergeten barok en klassiek repertoire. Het ensemble concerteerde Peter Weigle en het ensemble La Stagione. reeds met internationaal bekende solisten als Ruth Ziesak, Sumi Jo, Nancy Argenta, RobertaAlexander, Marilyn Schmiege, CyndiaSieden, Steven Isserlis, Deborah York Olaf Bar, Christoph Prégardien en Michael Chance, zowel in Duitsland als interna­ Deborah York behaalde eerst een First Class Honors Degree in muziek aan de tionaal. Sinds zijn oprichting was La Stagione Frankfurt aanwezig op alle belang­ universiteit van Manchester, waarna ze verder studeerde aan de Guildhall School rijke Europese muziekfestivals. Het ensemble is ook een welkome en gevierde of Music and Drama in Londen bij Laura Sarti. Deborah York concerteert regelma­ gast in concertzalen zoals het Concertgebouw Amsterdam, Centrum Vredenburg in Utrecht, het Wiener Konzerthaus, het Brucknerhaus in Linz, de Scala van blijft echter de Duitse barokmuziek, en meer specifiek het oeuvre van Johann Milaan, de Kölner Philharmonie, de Alte Oper Frankfurt, het Gewandhaus Leipzig, Sebastian Bach. Een doorgedreven bekommernis om de kwaliteit van de uitvoe­ het Konzerthaus en vele andere grote concertzalen. Naast het steeds ringen heeft er voor gezorgd dat Collegium Vocale een omvangrijke discografie groeiende concertrepertoire recreëerde La Stagione Frankfurt zelden gehoorde wist op te bouwen. A capella of samen met het orkest van Collegium Vocale, het opera’s en oratoria. Zo brachten zij uitvoeringen van Rodelinda van Handel onder Orchestre des Champs Elysées, het koor van La Chapelle Royale uit Parijs en leiding van Christian Gangneron, Der neumodische Liebhaber Damon van Tele­ diverse andere instrumentale en vocale ensembles, werden in de loop der jaren mann onder leiding van Ulrich Peters, de melodrama’s Ariadne auf Naxos en meer dan zestig opnames gerealiseerd, onder meer voor de labels Harmonia Medea van Benda onder leiding van Jürgen Tamchina en San Giovanni Battista/ Mundi France, Virgin Classics, Accent, Ricercar en Telefunken. Daarnaast bren­ Salomé van Stradella onder leiding van Christian Gagneron. Het creatieve en gen talrijke concertreizen Collegium Vocale op alle belangrijke podia en muziek­ levendige ensemble werkt vaak samen met vocale ensembles als ondermeer festivals van Europa. Het ensemble was reeds te gast in de Verenigde Staten, Favorit en Capellchor Leipzig, Hugo-Distler-Chorus Wenen, het Nederlandse Ka­ Zuid-Amerikaen Israël en heeft vorig seizoen ook Japan aangedaan. In 1993 werd merkoor en thans voor het eerst met Collegium Vocale. In 1999 was La Stagione Collegium Vocale door de Vlaamse Gemeenschap benoemd tot Cultureel Ambas­ Frankfurt orkest in residentie bij de J.A. Hasse-vieringen in Hamburg. Verder plant sadeur van Vlaanderen, een titel die sindsdien elk jaar werd verlengd. Het ensem­ het ensemble een veelbelovend debuut bij de Schwetzinger Festspiele, Ludwigs- ble geniet tenslotte ook de steun van de provincie Oost-Vlaanderen. Collegium burger Schlossfestspiele en het Schleswig Holstein muziekfestival. Vocale is sinds 1995 gezelschap in residentie in deSingel. Collegium Vocale Gent In de wereld van de vocale klassieke muziek heeft Collegium Vocale Gent zich in de loop van meer dan vijfentwintig jaar zonder twijfel een echte wereldfaam verworven. Dat dit geen toeval is, maar het resultaat van een jarenlange conse­ quente werkwijze en artistieke visie, hoeft geen betoog. Opgericht in 1971 op initiatief van Philippe Herreweghe was deze groep zangers de eerste om in de jaren zeventig de nieuwe stijlprincipes met betrekking tot de interpretatie van barokmuziek toe te passen op de vocale muziek. Instrumentalisten waren toen­ tertijd al enkele jaren begonnen aan hun zoektocht naar een uitvoeringspraktijk die nauwer aansloot bij de historische context. Ze grepen hiervoor terug naar origineel bronnenmateriaal, dat ze aan een grondige studie onderwierpen, en naar een authentiek instrumentarium. Het is dan ook niet verwonderlijk dat musici als Gustav Leonhardt, en Nikolaus Harnoncourt al zeer snel belang­ stelling toonden voor de gelijklopende aanpak van dit Vlaams ensemble op het gebied van de vocale muziek. Dit resulteerde in een intensieve samenwerking, zowel op het concertpodium als op plaat. Philippe Herreweghe is zich steeds bewust geweest van de waarde van een dergelijke samenwerking en daarom werkte het ensemble ook later af en toe samen met andere dirigenten (Sigiswald Kuijken, Paul Van Nevel, René Jacobs...) en verschillende orkesten zoals La Petite Bande, het Concertgebouworkest of de Wiener Philharmoniker. Het reper­ toire van Collegium Vocale is niet te vangen binnen een welbepaalde stijlperiode. Het ensemble leverde een belangrijke bijdrage tot de herontdekking van heel wat polyfone werken uit de Renaissance. Regelmatig staat het klassieke en romanti­ sche repertoire op het programma en ook creaties en uitvoeringen van hedendaag­ se muziek komen nu en dan aan bod. Het waarmerk van Collegium Vocale is en

8SHRÎ H % diSiaft! www.desingel.bel 1999 2000|

hoofdingang en bespreekbureau Desguinlei 25 . 2018 Antwerpen tel. 03/248.28.28. fax 03/248.28.00. tickets on line: www.desingel.be [email protected]. openingsuren ma-vr 10-19 uur. za 16-19 uur

administratie Jan Van Rijswijcklaan 155 . 2018 Antwerpen tel. 03/244.19.20 . fax 03/244.19.59 . [email protected]