Michael Schneider I La Stagione Frankfurt I Collegium Vocale Corelli, Vivaldi, Scarlatti Oude Muziek | 1999-2000
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
muziek Michael Schneider I La Stagione Frankfurt I Collegium Vocale Corelli, Vivaldi, Scarlatti oude muziek | 1999-2000 Konrad Junghânel Cantus Cölln Rovetta, Monteverdi maandag 11 oktober 1999 Michael Schneider La Stagione Frankfurt. Collegium Vocale Corelli, Vivaldi, Scarlatti donderdag 16 december 1999 Fabio Biondi Europe Galante Geminiani, Locatelli, Vivaldi, Corelli dinsdag 1 februari 2000 Paul Van Nevel Collegium Vocale Desprez, Isaac, Gombert, Courtois, de Mantua, Vaet, de Manchicourt, Lassus vrijdag 17 maart 2000 La Stagione Frankfurt I Collegium Vocale Michael Schneider muzikale leiding, fluit Deborah York sopraan I Anna Korondi sopraan Arcangelo Corelli Concerto grosso in g, opus 6/8 12 Antonio Vivaldi Laudate pueri Dominum in G, RV601 20 Concertino in C voor flautino, strijkers en continuo, RV443 10 pauze Alessandro Scarlatti Kerstcantate O di Betlemme 18 Antonio Vivaldi Gloria in D.RV589 35 inleiding Nicole van Opstal. 19.15 uur. Foyer begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde concert omstreeks 22.00 uur teksten programmaboekje Nicole van Opstal coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk a Gelieve uw GSM uit te zetten ! Arcangelo Corelli (1653-1713) Concerto grosso in g, opus 6/8, Per la Notte di Natale Eén van de grote namen uit de Italiaanse barok is ongetwijfeld Arcan gelo Corelli. Hoewel hij in totaal niet zoveel werken schreef (zes bundels instru mentale muziek en nog een handvol losse werken) en hij zich maar aan een beperkt aantal genres wijdde, oefende Corelli een grote invloed uit op de instrumentale muziek van zijn tijd en van generaties componisten nahem. Corelli schreef uitsluitend sonates en concerto’s. In het concertogenre beperkte hij zich tot het concerto grosso, waarbij niet één maar meer dere solisten (samen vormen zij het concertino) samenspelen met een orkest (concerto grosso). Op het vlak van de sonate vinden we in zijn werkenlijst zowel solo- als triosonates. Arcangelo Corelli had blijkbaar een voorliefde voor sonates, want vijf van de in totaal zes bundels zijn aan dit genre gewijd. Het zijn stuk voor stuk vernieuwende werken. Corelli’s sonates golden al tijdens zijn leven als echte voorbeelden. De vernieuwingen die hij doorvoer de, lagen niet alleen op stilistisch en formeel vlak, maar ook op het gebied van instrumentale techniek. Corelli was zelf een zeer getalen teerd violist en een gewaardeerd vioolleraar. Minder vernieuwend dan de sonates waren zijn concerti grossi. Co relli verzamelde één bundel met twaalf concerto’s, het opus 6. Hoe wel hij ze voltooide in 1711, werden ze pas in 1714, een jaar na zijn dood, gepubliceerd in Amsterdam. Het was Corelli’s gewoonte om zijn nieuwe composities eerst aan het oordeel van het publiek te on derwerpen voor hij ze liet drukken. Zo was de Duitse componist Georg Muffat in Rome aanwezig op een van die voorstellingen: “Met veel plezier en verbazing heb ik enkele concerto’s gehoord, gecompo neerd door de kunstzinnige Signor Arcangelo Corelli. Ze werden zeer mooi en met verfijnde precisie uitgevoerd door een groot aantal musici”. Arcangelo Corelli Antonio Vivaldi: motet Laudate Pueri, RV601 Concertino in C voor flautino, strijkers en continuo, RV443 Gloria in D, RV589 In Rome bestonden de orkesten soms uit meer dan tachtig personen. In 1703, kort nadat hij tot priester was gewijd, werd Antonio Vivaldi aan De concerto’s opus 6 hebben nog niet de driedelige structuur die gesteld als vioolleraar in de Ospedale della Pietà. De Piëta was één van Antonio Vivaldi er aan het begin van de achttiende eeuw aan gaf. Ze de vele liefdadigheidsinstellingen die zich in Venetië ontfermde over wees bestaan wel uit vijf of zes korte delen, meestal een opeenvolging van meisjes. Ze kregen er onderwijs en vooral een gedegen muzikale oplei snelle en trage passages, die soms afgewisseld worden met dansen. ding. Het koor van de instelling genoot een zeer goede reputatie en Het bekendste concerto uit de bundel opus 6 is het achtste, bijge dankzij Antonio Vivaldi werd ook het orkest één van de troeven van de naamd Per la Notte di Natale. Mogelijk schreef Corelli dit werk al in school. Tijdens zijn eerste tien jaar in de Pietà componeerde Vivaldi nage 1690 voor kardinaal Ottoboni, toen zijn belangrijkste beschermheer in noeg uitsluitend instrumentale muziek, vooral soloconcerto’s en concerti Rome. Typisch aan dit concerto is de toevoeging van een pastorale, grossi voor de meest diverse bezettingen. een deel waarin doedelzakken, hobo’s, schalmeien en andere typi Vele van deze werken werden uitgevoerd tijdens de schoolconcerten en sche herdersinstrumenten werden nagebootst. Door die pastorale geven een idee van het fenomenale talent dat sommige meisjes moeten sfeer paste het werk perfect in de kersttraditie. Maar een commer gehad hebben. Deze concerten kenden dan ook een groot succes. In ciële ingesteldheid was Corelli blijkbaar niet vreemd, want hij ver 1739 noteerde een zeker De Brosse in zijn Lettres familières sur l’Italie: meldde dat het pastorale gerust kon weggelaten worden, zodat het “De weesmeisjes worden er opgevoed op staatskosten en ze worden concerto ook op andere tijdstippen van het jaar kon gebruikt worden. voornamelijk opgeleid om uit te blinken in muziek. Ze zingen als engelen en spelen viool, fluit, orgel, cello, hobo of fagot. Om kort te zijn: geen instrument is voor hen te groot of te klein. Ze zitten achter tralies als kloosterzusters. Ze voeren alle muziekstukken alleen en zonder hulp uit en aan elk concert nemen zo’n veertig meisjes deel. Ik kan u verzekeren dat niets zo aangenaam is als een jonge muzikante in wit habijt de maat te zien slaan met alle denkbare bevalligheid en precisie.” Het Concerto in C voor flautino, strijkers en continuo R V443 is een typisch voorbeeld van een Vivaldiaans concerto, dat tijdens deze concerten zou kunnen geklonken hebben. De snelle hoekdelen vallen op door de virtu oze solistenpartijen. In het trage middendeel trekt Vivaldi het register van expressiviteit en zangerigheid. Het is evenwel niet helemaal duidelijk voor welk solo-instrument het concerto geschreven is. Meestal opteert men voor een uitvoering op de sopranino-blokfluit. In 1713 nam Antonio Vivaldi in de Pietà de taken over van Francesco Gasparini. Gasparini was de maestro di coro en had de zorg over het religieuze repertoire van het instituut. Volgens de bepalingen moest de maestro di coro jaarlijks twee missen en twee vesperzettingen leveren, verder minstens twee motetten per maand en muziek voor de grote kerkelijke feesten. Na zijn aanstelling begon Vivaldi dan ook grote hoe veelheden religieuze muziek te schrijven. Ook de kerkdiensten in de Piëta hadden concertallures en werden druk bezocht. De extreem moeilijke sopraanpartij van het motet Laudate pueri RV601 geeft andermaal een illustratie van het ontzettend hoge opleidingsniveau in de Piëta. Vivaldi werkte dit motet uit in negen delen, waarvan het eerste, het vijfde en de twee laatste delen de compositie als stevige pijlers schragen. Vival di maakte er een afgerond geheel van door de beginthema’s aan het einde te laten terugkeren. Het motet besluit met een virtuoos en briljant amen.Dit Laudate pueri RV601 is door zijn melodische, harmonische en technische kwaliteiten één van de meesterwerken uit het religieuze oeuvre van Vivaldi. Het derde werk en afsluiter van deze avond is het monumentale Gloria RV589. Vivaldi maakte twee zettingen van de tekst, waarvan de laatste (RV589) de meest uitbundige en extraverte is. De compositie dankt haar feestelijk karakter ondermeer aan de toevoeging van een trompetpartij. Beide Gloria’s dateren van 1713, het jaar waarin Vivaldi verantwoordelijk werd voor de religieuze muziek in de Piëta. Vermoedelijk waren zijn Glo- ria-zettingen voor het instituut bedoeld, aangezien er geen tenor- en bassolo’s zijn. Anderzijds weten we dat de meisjes geregeld vierstemmige koorwerken uitvoerden, waarbij ze de baspartij een octaaf hoger zongen. Vivaldi heeft in dit Gloria de traditionele polyfonie (stile antico) volledig achter zich gelaten. In plaats daarvan hanteert hij een stijl die onder invloed van de opera en het bel canto de virtuositeit van de uitvoerders ten volle tot zijn recht laat komen. Bepaalde woorden worden met pure bel canto vocalises in de verf gezet. Het geheel werd opgesplitst in twaalf fragmenten die zeer gevarieerd zijn uitgewerkt. We krijgen een caleidoscoop van instrumentale en vocale kleuren, een variëteit aan stemmingen en bezettingen, briljante soli wis selen af met jubelende koorpassages en feestelijke instrumentale ritor- nelli. Alessandro Scarlatti (1660-1725) 0 di Betlemme De naam Scarlatti wordt doorgaans geassocieerd met twee musici: Ales sandro, die zich vooral onsterfelijk maakte als componist van wereldlijke vocale werken en zijn zoon Domenico, die van onschatbare waarde is geweest voor de klaviermuziek. Maar er waren nog meer leden van de familie Scarlatti die carrière maakten als muzikant. Alessandro Scarlatti liet een ontzaglijk oeuvre na: meer dan honderd opera's, ruim zeshonderd solocantates, oratoria, missen, motetten, ma drigalen en klaviermuziek. Verwijzend naar de enorme hoeveelheid can tates noemde musicograaf Charles Burney hem: “de meest ijverige en meest originele cantatecomponist die er ooit geweest is”. De vorm en de stijl van zijn cantates waren in de eerste helft van de achttiende eeuw de norm voor heel Italië. Alessandro Scarlatti werd in 1660 geboren in Palermo en trok op twaalf jarige leeftijd naar Rome om een muziekopleiding te volgen bij onder meer Giacomo Carrisimi. Na zijn studies werd hij kapelmeester aan de kerk van San Giacomo degli Incurabili en aan het hof van koningin Chris tina van Zweden. Rome was toen een belangrijk muzikaal centrum dankzij enkele kapitaal krachtige mecenassen, zoals de kardinalen Ottoboni en Pamphili. Ook Scarlatti had goede contacten met deze geldschieters, maar verhuisde in 1684 toch naar Napels waar hij kapelmeester werd aan het hof van de Spaanse onderkoning. Napels werd vanaf dan zijn belangrijkste thuisha m, §§ mg u ven, hoewel hij nadien ook in Rome nog heel wat opdrachten vervulde.