Stedelijke Iconen Het Ontstaan Van Beeldbepalende Projecten Tussen Betoog En Beton

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Stedelijke Iconen Het Ontstaan Van Beeldbepalende Projecten Tussen Betoog En Beton Stedelijke iconen het ontstaan van beeldbepalende projecten tussen betoog en beton Wouter Jan Verheul november 2012 is bij Boom Uitgevers Den Haag een geïllustreerde handelsversie van dit proefschrift verschenen ISBN handelsversie: 978-90-5931-913-4 1 2 Stedelijke Iconen 3 © 2012 W.J. Verheul Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. 4 Stedelijke iconen Het ontstaan van beeldbepalende projecten tussen betoog en beton City Icons The emerging of image building projects between concept and concrete Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof.dr. H. G. Schmidt en volgens besluit van het College voor Promoties De openbare verdediging zal plaatsvinden op woensdag 5 december 2012 om 15:30 uur door WOUTER JOHANNES VERHEUL geboren te Dordrecht 5 Promotiecommissie: Promotoren: Prof.dr. P. ’t Hart Prof.dr. M.J.W. van Twist Commisie: Prof.dr. W.A. Hafkamp Prof.dr. J.F.M. Koppenjan Prof.dr. G.R. Teisman Overige leden: Prof.dr. G.J. Hospers Prof.ir. H. de Jonge Prof.dr. N.J.M. Nelissen 6 Woord vooraf Plaatsen doen ertoe. Ondanks alle mogelijkheden die de virtuele wereld van internet ons biedt, voelen we ons met fysieke plaatsen verbonden. Sense of place zegt iets over waarom de ene plek wel iets heeft en de andere niet. ‘Sense’ in de betekenis van gevoel, maar ook in de betekenis van zintuig. We kunnen een plaats niet alleen zien, maar ook horen, ruiken en aanraken. Die ervaringen slaan we op in ons geheugen. Bij het terugdenken aan Venetië zien we het plaatje voor ons van renaissance woonpaleizen waar gondels tussendoor varen. Terugdenkend aan New York horen we de toeterende taxi’s en sirenes op de achtergrond. Als we een vakantie in een badplaats boeken, ruiken we al de zilte zeelucht. Maar niet aan alle plekken hebben we romantische herinneringen. ‘Ik kwam tamelijk depressief terug uit Heerlen’, schreef voormalig Minister Van der Laan na het zien van dichtgetimmerde portiekflats in een krimpregio. Dit boek gaat over de rol die bijzondere plekken en architectuur spelen in collectieve identificatie en het ontstaan daarvan. De totstandkoming van dit boek is ook te herleiden naar bijzondere plekken. Zoals het terras van ‘De Posthoorn’ midden in Den Haag, gelegen aan een lommerrijke laan met statige panden van ambassades, de Hoge Raad en Hotel Des Indes. In de zomer van 2006 zat ik daar op het terras met Paul ’t Hart en Mark van Twist. Ik vertelde hen vooral geïnteresseerd te zijn in hoe publieke leiders zich bezighouden met identiteitsvorming door middel van verhalen. Waarop zij reageerden: ‘Dat is mooi, maar het zal zich uiteindelijk ook moeten materialiseren, willen hun verhalen niet in het luchtledige blijven hangen.’ Deze reactie deed me denken aan de burgemeester van de Engelse stad Middlesbrough, die mij ooit in een interview vertelde hoe hij de identiteit van de gemeenschap vormde door middel van prestigieuze bouwprojecten. Dit idee prikkelde mijn belangstelling voor architectuur. Gedrieën bedachten we dat ik nader onderzoek zou gaan doen naar beeldbepalende projecten, naar zogenoemde ‘stedelijke iconen’. De aanleiding voor dit boek was een samenloop van mensen, plekken en ideeën. Ruim honderd interviews en vele reizen naar binnen- en buitenlandse steden hebben dit boek gemaakt tot wat het is. Voor de belangrijkste personen in dit proces heb ik aan het einde van dit boek een woord van dank gewijd. Het Haagse terras bood een mooie omgeving voor de ontwikkeling van ideeën. Het vormde tegelijkertijd een boeiend contrast met een andere bijzondere plek, mijn appartement in het Rotterdamse met uitzicht op de Maas. Hier zie je geen klassieke architectuur, noch diplomaten en hoge ambtenaren voorbijlopen op weg naar de burelen van de politiek-bestuurlijke macht. Hier zie je bedrijvigheid van binnenvaartschepen, watertaxi’s en plezierboten. Met daarachter een decor van Rotterdamse iconen: de Erasmusbrug en de hoge torens van de Kop van Zuid. Beelden die het gezicht van de stad bepalen en Rotterdam een geheel andere identiteit geven dan Den Haag. Hoe deze en andere beeldbepalende projecten ontwikkeld zijn en met stedelijke identiteit worden verbonden, zal ik in dit boek nader bespreken. Want plaatsen doen ertoe; ons besef van stedelijke identiteit is verweven met de gebouwde omgeving. Of in de woorden van Winston Churchill: ‘We make our buildings. And afterwards, they make us.’ Wouter Jan Verheul, juni 2012 7 Inhoudsopgave 1. Inleiding 0111 Proloog: Van Erasmusbrug naar Champagneglazen 0 0011 1.1 Iconen in het stedelijk landschap 0 0012 1.2 Een wereld achter de façade 0019 2. Stedelijke iconografie 0 27 2.1 Inleiding: iconisch kapitaal 0027 2.2 Waarom architectuur er toe doet 0029 2.3 Het hoe en waarom van iconen 0031 2.4 De architectuur van de macht 0042 3. Strijd om stedelijke identiteit 0 51 3.1 Inleiding: steden op zoek 0051 3.2 Urbane rivaliteit 0053 3.3 Stedelijke identiteit 0055 3.4 Identiteitsconstructie als instrument 0061 4. Stedelijke ontwikkeling als discursieve praktijk 0 65 4.1 Inleiding: een meanderend ontwikkelingsproces 0065 4.2 De klassieke en moderne planning voorbij 0066 4.3 Bestuurlijke vertogen 0071 4.4 Overtuigende retoriek en discourscoalities 0079 4.5 Naar een materialisatie van discours 85 5. Van betoog naar beton 0 89 5.1 Inleiding: discursieve verbondenheid 0089 5.2 Master-narratives 0090 5.3 Micro-narratives 0092 5.4 Narratieve verbindingen in de projectarena 0094 5.5 Opbouw reconstructie 0098 6. Beeldbepalende projecten in new town Almere 0111 6.1 Inleiding: verhalen over Almere 0111 6.2 Het nieuwe Stadshart 0115 6.3 Het Kasteel van Almere 0129 6.4 Rooie Donders 0139 6.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Almere 0150 7. Beeldbepalende projecten in ordinary town Enschede 0157 7.1 Inleiding: verhalen over Enschede 0157 7.2 Nationaal Muziekkwartier 0161 7.3 Miracle Planet 0171 7.4 Het nieuwe Roombeek 0185 7.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Enschede 0198 8 8. Beeldbepalende projecten in (ex) company town Eindhoven 205 8.1 Inleiding: verhalen over Eindhoven 205 8.2 Piazza/18 Septemberplein 208 8.3 De Blob 220 8.4 High Tech Campus 229 8.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Eindhoven 242 9. De analyse van stedelijke icoonontwikkeling 249 9.1 Inleiding: van idee naar icoon 249 9.2 De geboorte van een idee 251 9.3 Van droom naar realisatie 254 9.4 Stedelijke identiteit aan de horizon 262 9.5 De narratieve nastrijd 267 9.6 Emergente ontwikkeling? 270 10. Conclusies en reflecties 275 10.1 Inleiding: van idee naar icoon 275 10.2 Hoe stedelijke iconen worden gevormd 276 10.3 Miraculeuze maakbaarheid 281 10.4 Een (her)waardering van iconisch kapitaal 285 10.5 Wiens iconen, wiens succes? 291 10.6 Uitdagingen voor identiteitsvormend leiderschap 298 Epiloog: de wedstrijd uitgespeeld? 303 Woord van dank 305 Bijlagen Geïnterviewde personen 309 Summary in English 313 Literatuur 317 Eindnoten 337 Over de auteur (curriculum vitae) 348 9 10 1 Inleiding Proloog: van Erasmusbrug naar Champagneglazen 14 november 1991. Onrust op het Rotterdamse Stadhuis. Zojuist is een bommelding binnengekomen en iedereen moet het gebouw aan de Coolsingel verlaten. De aanwezige raadsleden lopen beduusd de zaal uit. Ze zitten midden in een vergadering over een politiek lastig besluit. Zenuwachtig staan ze buiten. En de spanning was al groot. Die avond moet er definitief besloten worden over een belangrijk voorstel. De afgelopen jaren is er intensief gepraat over de vraag of er een directe verbinding moet komen tussen het noordelijke en zuidelijke deel van de stad. Na het oorlogsbombardement was alle aandacht uitgegaan naar de wederopbouw van het noordelijke stadsdeel. Maar het gemeentebestuur voelt zich ook verantwoordelijk voor het armere en ook fysiek achtergebleven Rotterdam-Zuid. Er was al een strategisch plan gepresenteerd om de oude haventerreinen van de Kop van Zuid te herontwikkelen met kantoren, luxe woningen en culturele voorzieningen in de hoop dat dit stadsdeel zou opklimmen tot een aantrekkelijk woon- en leefgebied. Maar wil het plan kans van slagen hebben, dan is er volgens directeur Stadsontwikkeling Riek Bakker nog één ding nodig: een nieuwe stadsbrug. Een brug die gemakkelijk auto-, fiets-, wandel- en tramverkeer tussen beide stadshelften mogelijk maakt. En nog belangrijker, een brug die een mentale band creëert tussen noord en zuid. Dat plan ligt nu op tafel bij de gemeenteraad. Een veelbelovend, maar ook zeer kostbaar plan. Ruim 365 miljoen gulden voor een brug zou namelijk ook aan sociale huisvesting of nieuwe banen kunnen worden besteed. Dreigt de besluitvorming over dit vraagstuk nu door een bom te worden getorpedeerd? Burgemeester Bram Peper en zijn wethouders hebben wel eerder bijzondere taferelen beleefd als de brug ter sprake kwam. Het college was op 5 december 1989 getuige van een hoogst ongebruikelijke verleidingsscène om burgemeester en wethouders te overtuigen van de noodzaak van de brug. Voor de presentatie aan het college kwamen Riek Bakker en zes medewerkers met een grote hoed op binnenlopen, met op iedere hoed een miniatuur van een beroemde brug, zoals de Golden Gate Bridge, de Ponte Rialto en de Londen Tower Bridge.
Recommended publications
  • Bijlage 1: Lijst Hoogbouw 70 Meter En Hoger Verdie- Nr
    Bijlage 1: Lijst hoogbouw 70 meter en hoger Verdie- Nr. Naam Stad Functie Bouwjaar pingen Hoogte 1 Montevideo Rotterdam Wonen 2005 43 152 2 Delftse Poort Rotterdam Kantoor 1991 41 151 3 Hoftoren Den Haag Kantoor 2003 29 142 4 Westpoint Tilburg Wonen 2004 48 142 5 Rembrandt Toren Amsterdam Kantoor 1995 35 135 6 Het Strijkijzer Den Haag Wonen 2008 41 132 7 Millennium Rotterdam Kantoor 2000 34 131 8 The Red Apple Rotterdam Wonen 2008 38 127 9 World Port Center Rotterdam Kantoor 2001 32 123 10 Mondriaan Toren Amsterdam Kantoor 2002 31 123 11 Achmea Leeuwarden Kantoor 2002 28 115 12 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam Onderwijs 1968 26 112 13 Prinsenhof Den Haag Kantoor 2005 25 109 14 Waterstadtoren Rotterdam Wonen 2004 36 109 15 Fortis Bank Blaak Rotterdam Kantoor 1996 28 107 16 Weenatoren Rotterdam Wonen 1990 32 106 17 Coopvaert Rotterdam Wonen 2006 29 106 18 World Trade Center Tower 6 Amsterdam Kantoor 2004 27 105 19 ABN AMRO hoofdkantoor Amsterdam Kantoor 1999 24 105 20 De Admirant Eindhoven Wonen 2006 31 105 21 Symphony I Amsterdam Wonen 2008 29 105 22 Weenacenter Rotterdam Wonen 1990 32 104 23 Castalia Den Haag Kantoor 1998 20 104 24 Hoge Heren I Rotterdam Wonen 2000 34 102 25 Hoge Heren II Rotterdam Wonen 2000 34 102 26 Schielandtoren Rotterdam Wonen 1996 32 101 27 Provinciehuis Noord Brabant Den Bosch Kantoor 1971 23 101 28 De Stadsheer Tilburg Wonen 2007 31 101 29 Porthos Eindhoven Wonen 2006 31 101 30 Mahler 4 Amsterdam Kantoor 2005 25 100 31 Oosterbaken Hoogvliet Wonen 2006 32 99 32 Pegasus Rotterdam Wonen 2002 31 98 33 Millennium
    [Show full text]
  • Hundred Years Women's Labour in Dutch
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Substitution or segregation: explaining the gender composition in Dutch manufacturing industry 1899-1998 van Klaveren, M.; Tijdens, K.G. Publication date 2001 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): van Klaveren, M., & Tijdens, K. G. (2001). Substitution or segregation: explaining the gender composition in Dutch manufacturing industry 1899-1998. (AIAS working paper; No. 2). Amsterdam Institute for Advanced labour Studies, University of Amsterdam. http://www.uva- aias.net/publications/show/1096 General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:24 Sep 2021 AMSTERDAM INSTITUTE FOR ADVANCED LABOUR STUDIES UNIVERSITY OF AMSTERDAM ROETERSSTRAAT 11, 1018 WB AMSTERDAM SUBSTITUTION OR SEGREGATION: EXPLAINING THE GENDER COMPOSITION IN DUTCH MANUFACTURING INDUSTRY 1899-1998 WP01-02 June 2001 Maarten van Klaveren (STZ Advies en onderzoek, Eindhoven) Kea G.
    [Show full text]
  • Farmers and Scientists Introduction 1. the Humus Layer
    Farmers and Scientists Thom Aussems Introduction My cradle stood in Kaatsheuvel. So that made me a boy of Brabant sand. Infertile land that required tremendous effort in order to stave off hunger. Where people worked together to earn a crust. That unmanageable sandy soil tested the character and inventiveness of the people who had to build their future on it. This also turned out to be the cornerstone for the success of the Eindhoven region that emerged from a remarkable transformation as an innovative High Tech region of global significance. More about this later. I believe that I can speak as an expert from experience. After all, I worked elsewhere for twenty years and I can assure you: things are done very differently there. Today, Eindhoven is the engine that drives the Dutch economy. While less than two decades ago, the region had to endure Operation Centurion and the collapse of DAF, barely hanging on by its fingernails. No mean feat, so it is about time that we realised that this was not due to a relatively random series of historical events. I recently heard that an Erasmus University professor attending a symposium about the renaissance of the region Eindhoven labelled it as a ‘fortunate coincidence’. Classic Randstadi arrogance and it most likely comes from the painful acknowledgement that true economic innovation will take place beyond the scope of Fort Holland instead of within its walls from now on. But putting this to one side. Because coincidence or luck has nothing to do with the resurrection of the region. Nor did the Marvel of Eindhoven fall from the heavens through some miracle.
    [Show full text]
  • “A Crisis Can Rally People. It Can Awaken Their Fighting Spirit and Draw Them Closer Together.”
    Leadership Interview “A crisis can rally people. It can awaken their fighting spirit and draw them closer together.” Even such stalwarts of the Dutch economy as Philips are now feeling the effects of the crisis, but CEO and Chairman Gerard Kleisterlee considers himself and his company well placed to successfully deal with the challenge, not just in terms of the Philips product portfolio but also of the inner strengths of the organization. Talking with THE FOCUS, Kleisterlee describes how tough times can have a motivational impact on the workforce. PHOTOS: MARTIN LANGHORST 6 THE FOCUS VOL. XIII/1 9 THE FOCUS VOL. XIII/1 Leadership Interview RESUMÉ Gerard Kleisterlee ON ENTERING THE FOYER of the Breitner Tower – the headquarters of the Philips Group since 2002 and one of the architectural icons of modern Amsterdam – visitors can sense immediately the values that guide the Dutch electronics group today: It is part of a tradition, without being bound by that tradition; it is at home all over the world, while remaining rooted in the Netherlands. The walls display a portrait of Queen Beatrix, painted in an alienated, almost abstract style, alongside an exhibition of contemporary photos taken by Philips employees: scenes of medical treatment from all five continents, from a high-tech intensive care unit to a consultation with the flying doctor in the jungle. And what about the man at the helm? He has a reputation for being confident and decisive, without hankering after public honors. The Focus: Gerard Kleisterlee, how do you keep your “Who is Kleisterlee?” the media worried when people motivated in times of crisis? Is it actually possi- Gerard Kleisterlee took up the reins at Philips in ble, and if so, does it call for different methods than 2001, although in fact he is a dyed-in-the-wool when the going is good? Philips company man.
    [Show full text]
  • Hoogbouwbeleid Lessen Tien Hoogbouw? Waarom De Discussie
    ONDER DE BOMEN HOLLANDSE STAD - Ambities van de stad - Een studie naar Nederlandse hoogbouwcultuur In Nederland zijn hoge gebouwen steeds vaker onderwerp van discussie. De afgelopen jaren worden gestaag steeds meer hoogbouwprojecten gerealiseerd. Soms vanuit een duidelijke wens in de stad, maar net zo vaak zonder stedelijk doel. Veel gemeentes zijn op zoek naar een rode draad en de meerwaarde van hoogbouw voor hun stad. Wat is goede hoogbouw en wat kan het betekenen? Deze publicatie bekijkt het Nederlandse hoogbouwlandschap anno 2008. Wat kan hoogbouw betekenen voor de stad? Welke HOOG aspecten verdienen meer aandacht bij de realisatie van een toren? Wat zijn essentiële randvoorwaarden voor een geslaagd project? En wat is de rol en het belang van de gemeente, architect, ontwikkelaar, belegger en burger in het complexe speelveld van hoogbouw in een overlegcultuur? BOUW ISBN 978-90-809293-4-0 Inhoudsopgave Voorwoord Tien Lessen 6 Hoge gebouwen raken steeds meer ingeburgerd in Waarom Hoogbouw? 8 het Nederlandse landschap. Vroeger was hoogbouw De Discussie 10 voorbehouden aan de centra van de grote steden met soms Tilburg een 'verdwaalde' toren aan de snelweg of langs de kust. Arnhem Heerlen Sinds halverwege de jaren ‘80 lijkt hoogbouw echter Belle van Zuylen definitief doorgebroken. Rotterdam profileert zich, sinds de ontwikkeling van het Weena, als hoogbouwstad. Den Haag en Amsterdam ontwikkelen hoogstedelijke Het Perspectief 16 stationsomgevingen rond hun HSL-stations. In Utrecht Hoogbouw in de wereld ontspint zich een discussie over de bouw van de Belle van Hoogbouw in Nederland Zuylen, een toren van 260 meter hoog aan de A2. Ook in Hoogtepunten andere steden zoals Tilburg, Eindhoven en Maassluis zijn Definities inmiddels hoogbouwprojecten gerealiseerd.
    [Show full text]
  • Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands Master Thesis
    €env€ Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands Master Thesis E.M.R. Koopman Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands E. (Esmee) M.R. Koopman – 4730593 [email protected] [email protected] Master Civil Engineering: Building Engineering – Structural Design Technical University of Delft, The Netherlands Company: Arcadis, Rotterdam Period: October 2019 – June 2020 Defence: 10th of July, 2020 Graduation committee: ir. J.G. Rots, ir. R. Crielaard, ing. P. De Jong, ing. Tom Borst 2 Abstract De Randstad is popular place to work and live. The amount of residents will continue to grow and because of that, the housing demand increases the coming years. To accommodate the city growth in a small country as the Netherlands is, the municipalities of de cities in De Randstad turn to high rise buildings. The floor plan of a high rise building gets repeated on every floor and because of that, the design decisions that are part of this repetition are important. The structural material choice is one of these repeated design decisions and thus important. The structural material choice is also important, because it is linked to all the disciplines on the design team and factors like cost and sustainability. Currently 64% of the high rise buildings in the world have only reinforced concrete as structural material. Of the buildings in the Netherlands above 120 m, 86% have only reinforced concrete as structural material. This raises the question if the preference in the Netherlands for concrete comes from a clear decision-making process or if it originates elsewhere? In theory this decision-making process follows an organized cycle called the Basic design cycle.
    [Show full text]
  • Hockey Stick
    STRATEGY BEYOND THE HOCKEY STICK STRATEGY BEYOND THE HOCKEY STICK PEOPLE, PROBABILITIES, and BIG MOVES to BEAT THE ODDS CHRIS BRADLEY | MARTIN HIRT | SVEN SMIT M c KINSEY & COMPANY Cover image: Jeremy Banks (Banx) Cover design: Wiley Cartoons: Mike Shapiro created signed cartoons and Jeremy Banks (Banx) created all others Copyright © 2018 by McKinsey & Company. All rights reserved. Published by John Wiley & Sons, Inc., Hoboken, New Jersey. Published simultaneously in Canada. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning, or otherwise, except as permitted under Section 107 or 108 of the 1976 United States Copyright Act, without either the prior written permission of the Publisher, or authorization through payment of the appropriate per-copy fee to the Copyright Clearance Center, Inc., 222 Rosewood Drive, Danvers, MA 01923, (978) 750-8400, fax (978) 646-8600, or on the Web at www.copyright.com. Requests to the Publisher for permission should be addressed to the Permissions Department, John Wiley & Sons, Inc., 111 River Street, Hoboken, NJ 07030, (201) 748-6011, fax (201) 748-6008, or online at www.wiley.com/go/permissions. Limit of Liability/Disclaimer of Warranty: While the publisher and author have used their best efforts in preparing this book, they make no representations or warranties with respect to the accuracy or completeness of the contents of this book and specifically disclaim any implied warranties of merchantability or fitness for a particular purpose. No warranty may be created or extended by sales representatives or written sales materials.
    [Show full text]
  • RIS298448 Bijlage Haagse Hoogbouw, Eyeline En Skyline
    Haagse hoogbouw Eyeline en Skyline 15 november 2017 2 NOTA HAAGSE HOOGBOUW: EYELINE EN SKYLINE Haagse skyline. Foto: Bart van Vliet INHOUD VOORWOORD 5 6. REGELS EN AMBITIES STADSBREED 29 6.1 Typologie 29 SAMENVATTING 7 6.1.1 Stedelijke laag 29 6.1.2 Plint 31 1. INLEIDING 11 6.1.3 Toren 33 1.1 Waarom nu een nieuwe nota? 11 6.1.4 Kroon 35 1.2 Samen stadmaken 11 6.2 Duurzaamheid en groen 36 1.3 De kansen en de uitdaging 11 6.2.1 Duurzaam gebouw en gebied 36 6.2.2 Groen- en natuurinclusief gebouw en gebied 37 2. DOEL, status en samenhang 12 6.2.3 Buitenruimte 37 2.1 Doel 12 6.2.4 Klimaatbestendige gebouwen en buitenruimte 39 2.2 Status 12 6.3 Microklimaat: zon, schaduw en wind 39 2.3 Juridische doorwerking 12 6.4 Wonen 41 2.4 Samenhang met ander beleid 13 6.5 Bergingen en afval 41 6.6 Parkeren 41 3. DE OPGAVEN 15 6.7 Veiligheid 43 3.1 Agenda Ruimte voor de Stad 15 6.8 Tijdelijke bouwplaats 43 3.2 ‘Slim groeien’ 15 3.3 Wonen 15 7. INTENSIVERINGSGEBIEDEN 45 3.4 Economie en voorzieningen 17 7.1 Het Central Innovation District 45 3.5 Duurzaamheid en groen 18 7.1.1 Nieuw Centrum 46 3.5.1 Gebouw en gebied 18 7.1.2 Omgeving Den Haag Centraal 47 3.5.2 Buitenruimte en groen 18 7.1.3 Beatrixkwartier 49 3.5.3 Klimaatbestendig ontwerp 19 7.1.4 Laakhaven Centraal 50 3.6 Mobiliteit 19 7.1.5 Schenkverbinding 51 7.2 Binckhorst 52 4.
    [Show full text]
  • Philips Company Monitor Update
    Company Monitor Royal Philips Electronics N.V. April 2002/WS;NS;PPP Updated by SOMO for FNV Mondiaal December 2004 Bart Slob Amsterdam, 2004 somo Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen Centre for Research on Multinational Corporations Keizergracht 132 1015 CW Amsterdam The Netherlands Tel.: 020-6391291 Fax: 020-6391321 [email protected] www.somo.nl FNV Company Monitor – Philips – Update December 2004 2 Contents 1. General data .................................................................................................... 5 1.1. Main activities ..............................................................................................5 1.2. Position in the market .....................................................................................5 2. Production....................................................................................................... 6 2.1. Net sales and income of operations .....................................................................6 2.2. Product Divisions ...........................................................................................6 2.3. Division Sales................................................................................................6 2.4. Income of operations per division .......................................................................7 2.5. Net sales by geographic area in 2003 ...................................................................7 2.6. Sales per geographic area in 2002 and 2003 ...........................................................8
    [Show full text]
  • The Zalmhaven Tower
    The Zalmhaven tower An investigation on the feasibility of prefab concrete in a high rise building Literature study Sven ten Hagen Student number: 1364049 Date: 29-11-2012 Author: Sven ten Hagen [email protected] Graduation committee: Prof.ir. R. Nijsse ABT/ Delft University of Technology, chairman Prof.ir. A.Q.C. van der Horst BAM Infraconsult/ Delft University of Technology Dr.ir.drs. C.R. Braam Delft University of Technology Ing. H.J Hoorn Zonneveld ingenieurs Ir. D.C. van Keulen Ingenieursstudio DCK/ Delft University of Technology Preface This literature study is the first part of my master thesis research at the faculty of Civil Engineering and Geosciences at Delft University of Technology. With this thesis I will conclude my study Structural Design at the section Building and Structural Engineering. The literature study contains the most important aspects that are required to design a 200 meter high prefabricated tower and the accompanying construction methodology. In report 2 of the literature study, the floor plans, shear deformation calculation, calculations made by Zonneveld ingenieurs and the Fault Tree Analysis are combined. The research report contains the actual design of the Zalmhaven tower and construction methodology. I would like to thank the graduation committee for their time, guidance, knowledge and enthusiasm. Without their effort I would not be able to present the reader this report. I would also like to thank Zonneveld ingenieurs for providing me the opportunity to graduate at a first class engineering company. I sincerely thank all the employees for their support and guidance. Sven ten Hagen, Rotterdam, November 2012 Sven ten Hagen Literature study 3 Table of contents 1 Introduction ...................................................................................................
    [Show full text]
  • Afstudeeronderzoek “Hoe Hoger, Hoe Duurder?”
    Afstudeeronderzoek “Hoe hoger, hoe duurder?” Onderzoek naar de invloed van de bouwhoogte op de investeringskosten van kantoorgebouwen in Nederland. Naam: Sander van Oss Studienummer: 1039369 Adres: Oude Delft 172 Telefoonnummer: 06-27054831 E-mail: [email protected] Datum: 19 april 2007 Onderzoekslaboratorium Projectmanagement / Bouweconomie II Afstudeerrapport Sander van Oss, Afstudeerlaboratorium Project Management januari 2007 1. Voorwoord Dit afstudeerrapport is geschreven in het kader van het afstudeeronderzoek bij de afdeling Real Estate & Housing van de faculteit der Bouwkunde onderdeel van de Technische Universiteit Delft. Het onderzoek is mede tot stand gekomen door hulp en begeleiding van medewerkers van de TU- Delft, Rijksgebouwendienst (RGD) en OVG projectontwikkeling (OVG). Dit rapport is een het eindresultaat van mijn afstuderen. Het rapport heeft als doel de bevindingen van mijn afstudeeronderzoek te rapporteren met daarin de behaalde resultaten. Hierin is het primaire doel het bepalen van de invloed van de bouwhoogte op de investeringskosten met als resultaat een model waarmee de investeringskosten van hoogbouwkantoren in Nederland bepaald kunnen worden met een onderbouwing die in het begin van het ontwerpproces wenselijk en noodzakelijk is. In dit rapport wordt in het eerste gedeelte een wetenschappelijke onderbouwing van het onderzoek gegeven. Hieruit volgen de onderzoeksopzet en de probleem- en doelstelling. In het tweede gedeelte van het rapport wordt een beschrijving gegeven van de verschillende onderdelen van hoogbouw. Tenslotte wordt aan de hand van interviews en referentieprojecten in het laatste hoofdstuk inzicht gegeven in de ontwikkeling van de kosten en de verhouding bruto vloeroppervlak ten opzichte van verhuurbaar vloeroppervlak van hoogbouwkantoren in Nederland. De conclusies in dit rapport zijn gedeeltelijk tot stand gekomen door het afnemen van interviews.
    [Show full text]
  • Annual Report 2000 Management Report Annual Report 2000 • Annual Report Management Report
    Annual Report 2000 Management Report Annual ReportAnnual 2000 • Management Report Management www.philips.com www.investor.philips.com Seizing the opportunities offered by the Internet, we deliver exciting web-enabled products that reflect the dynamic aspirations of the digital age. These include eXpanium, our first CD portable that can play recordable and rewritable CDs with MP3 music as well as regular audio CDs. 9922 130 05015 Annual Report 2000 Management Report Copies of Annual Report 2000 Information sources ReportAnnual 2000 • Non-US shareholders and other non-US interested Investors and financial analysts may contact parties can obtain copies of the Annual Report 2000 Mr A.S. Cathcart, Director of Investor Relations free of charge from: Telephone:31-20-5977222 Royal Philips Electronics Fax: 31-20-5977220 Annual Report Office E-mail: [email protected] P.O. Box 218 5600 MD Eindhoven,The Netherlands US shareholders should direct communications Report Management Fax: 31-40-2786436 concerning share transfers, lost certificates, dividends and change of address to Citibank (see Holders of shares of New York Registry and opposite). Non-US shareholders should contact: other interested parties in the USA can obtain, ABN AMRO free of charge, copies of the Annual Report 2000 Afdeling Uitgevende Instellingen from the Transfer and Register Agent: Kemelstede 2 Citibank Shareholder Services 4817 ST Breda P.O. Box 2502 The Netherlands Jersey City, New Jersey 07303-2502 Telephone:31-76-5799482 www.philips.com www.investor.philips.com Telephone:877-CITI-ADR (toll-free) Fax: 31-76-5799620 Fax: 201-324-3284 E-mail: [email protected] Internet address: Internet address: www.citibank.com/corpbank/adr www.investor.philips.com The Annual Report on Form 20-F is filed electroni- cally with the United States Securities and Exchange Printed in the Netherlands Commission.
    [Show full text]