Stedelijke Iconen Het Ontstaan Van Beeldbepalende Projecten Tussen Betoog En Beton
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Stedelijke iconen het ontstaan van beeldbepalende projecten tussen betoog en beton Wouter Jan Verheul november 2012 is bij Boom Uitgevers Den Haag een geïllustreerde handelsversie van dit proefschrift verschenen ISBN handelsversie: 978-90-5931-913-4 1 2 Stedelijke Iconen 3 © 2012 W.J. Verheul Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. 4 Stedelijke iconen Het ontstaan van beeldbepalende projecten tussen betoog en beton City Icons The emerging of image building projects between concept and concrete Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof.dr. H. G. Schmidt en volgens besluit van het College voor Promoties De openbare verdediging zal plaatsvinden op woensdag 5 december 2012 om 15:30 uur door WOUTER JOHANNES VERHEUL geboren te Dordrecht 5 Promotiecommissie: Promotoren: Prof.dr. P. ’t Hart Prof.dr. M.J.W. van Twist Commisie: Prof.dr. W.A. Hafkamp Prof.dr. J.F.M. Koppenjan Prof.dr. G.R. Teisman Overige leden: Prof.dr. G.J. Hospers Prof.ir. H. de Jonge Prof.dr. N.J.M. Nelissen 6 Woord vooraf Plaatsen doen ertoe. Ondanks alle mogelijkheden die de virtuele wereld van internet ons biedt, voelen we ons met fysieke plaatsen verbonden. Sense of place zegt iets over waarom de ene plek wel iets heeft en de andere niet. ‘Sense’ in de betekenis van gevoel, maar ook in de betekenis van zintuig. We kunnen een plaats niet alleen zien, maar ook horen, ruiken en aanraken. Die ervaringen slaan we op in ons geheugen. Bij het terugdenken aan Venetië zien we het plaatje voor ons van renaissance woonpaleizen waar gondels tussendoor varen. Terugdenkend aan New York horen we de toeterende taxi’s en sirenes op de achtergrond. Als we een vakantie in een badplaats boeken, ruiken we al de zilte zeelucht. Maar niet aan alle plekken hebben we romantische herinneringen. ‘Ik kwam tamelijk depressief terug uit Heerlen’, schreef voormalig Minister Van der Laan na het zien van dichtgetimmerde portiekflats in een krimpregio. Dit boek gaat over de rol die bijzondere plekken en architectuur spelen in collectieve identificatie en het ontstaan daarvan. De totstandkoming van dit boek is ook te herleiden naar bijzondere plekken. Zoals het terras van ‘De Posthoorn’ midden in Den Haag, gelegen aan een lommerrijke laan met statige panden van ambassades, de Hoge Raad en Hotel Des Indes. In de zomer van 2006 zat ik daar op het terras met Paul ’t Hart en Mark van Twist. Ik vertelde hen vooral geïnteresseerd te zijn in hoe publieke leiders zich bezighouden met identiteitsvorming door middel van verhalen. Waarop zij reageerden: ‘Dat is mooi, maar het zal zich uiteindelijk ook moeten materialiseren, willen hun verhalen niet in het luchtledige blijven hangen.’ Deze reactie deed me denken aan de burgemeester van de Engelse stad Middlesbrough, die mij ooit in een interview vertelde hoe hij de identiteit van de gemeenschap vormde door middel van prestigieuze bouwprojecten. Dit idee prikkelde mijn belangstelling voor architectuur. Gedrieën bedachten we dat ik nader onderzoek zou gaan doen naar beeldbepalende projecten, naar zogenoemde ‘stedelijke iconen’. De aanleiding voor dit boek was een samenloop van mensen, plekken en ideeën. Ruim honderd interviews en vele reizen naar binnen- en buitenlandse steden hebben dit boek gemaakt tot wat het is. Voor de belangrijkste personen in dit proces heb ik aan het einde van dit boek een woord van dank gewijd. Het Haagse terras bood een mooie omgeving voor de ontwikkeling van ideeën. Het vormde tegelijkertijd een boeiend contrast met een andere bijzondere plek, mijn appartement in het Rotterdamse met uitzicht op de Maas. Hier zie je geen klassieke architectuur, noch diplomaten en hoge ambtenaren voorbijlopen op weg naar de burelen van de politiek-bestuurlijke macht. Hier zie je bedrijvigheid van binnenvaartschepen, watertaxi’s en plezierboten. Met daarachter een decor van Rotterdamse iconen: de Erasmusbrug en de hoge torens van de Kop van Zuid. Beelden die het gezicht van de stad bepalen en Rotterdam een geheel andere identiteit geven dan Den Haag. Hoe deze en andere beeldbepalende projecten ontwikkeld zijn en met stedelijke identiteit worden verbonden, zal ik in dit boek nader bespreken. Want plaatsen doen ertoe; ons besef van stedelijke identiteit is verweven met de gebouwde omgeving. Of in de woorden van Winston Churchill: ‘We make our buildings. And afterwards, they make us.’ Wouter Jan Verheul, juni 2012 7 Inhoudsopgave 1. Inleiding 0111 Proloog: Van Erasmusbrug naar Champagneglazen 0 0011 1.1 Iconen in het stedelijk landschap 0 0012 1.2 Een wereld achter de façade 0019 2. Stedelijke iconografie 0 27 2.1 Inleiding: iconisch kapitaal 0027 2.2 Waarom architectuur er toe doet 0029 2.3 Het hoe en waarom van iconen 0031 2.4 De architectuur van de macht 0042 3. Strijd om stedelijke identiteit 0 51 3.1 Inleiding: steden op zoek 0051 3.2 Urbane rivaliteit 0053 3.3 Stedelijke identiteit 0055 3.4 Identiteitsconstructie als instrument 0061 4. Stedelijke ontwikkeling als discursieve praktijk 0 65 4.1 Inleiding: een meanderend ontwikkelingsproces 0065 4.2 De klassieke en moderne planning voorbij 0066 4.3 Bestuurlijke vertogen 0071 4.4 Overtuigende retoriek en discourscoalities 0079 4.5 Naar een materialisatie van discours 85 5. Van betoog naar beton 0 89 5.1 Inleiding: discursieve verbondenheid 0089 5.2 Master-narratives 0090 5.3 Micro-narratives 0092 5.4 Narratieve verbindingen in de projectarena 0094 5.5 Opbouw reconstructie 0098 6. Beeldbepalende projecten in new town Almere 0111 6.1 Inleiding: verhalen over Almere 0111 6.2 Het nieuwe Stadshart 0115 6.3 Het Kasteel van Almere 0129 6.4 Rooie Donders 0139 6.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Almere 0150 7. Beeldbepalende projecten in ordinary town Enschede 0157 7.1 Inleiding: verhalen over Enschede 0157 7.2 Nationaal Muziekkwartier 0161 7.3 Miracle Planet 0171 7.4 Het nieuwe Roombeek 0185 7.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Enschede 0198 8 8. Beeldbepalende projecten in (ex) company town Eindhoven 205 8.1 Inleiding: verhalen over Eindhoven 205 8.2 Piazza/18 Septemberplein 208 8.3 De Blob 220 8.4 High Tech Campus 229 8.5 Samenvatting: identiteitsvorming in Eindhoven 242 9. De analyse van stedelijke icoonontwikkeling 249 9.1 Inleiding: van idee naar icoon 249 9.2 De geboorte van een idee 251 9.3 Van droom naar realisatie 254 9.4 Stedelijke identiteit aan de horizon 262 9.5 De narratieve nastrijd 267 9.6 Emergente ontwikkeling? 270 10. Conclusies en reflecties 275 10.1 Inleiding: van idee naar icoon 275 10.2 Hoe stedelijke iconen worden gevormd 276 10.3 Miraculeuze maakbaarheid 281 10.4 Een (her)waardering van iconisch kapitaal 285 10.5 Wiens iconen, wiens succes? 291 10.6 Uitdagingen voor identiteitsvormend leiderschap 298 Epiloog: de wedstrijd uitgespeeld? 303 Woord van dank 305 Bijlagen Geïnterviewde personen 309 Summary in English 313 Literatuur 317 Eindnoten 337 Over de auteur (curriculum vitae) 348 9 10 1 Inleiding Proloog: van Erasmusbrug naar Champagneglazen 14 november 1991. Onrust op het Rotterdamse Stadhuis. Zojuist is een bommelding binnengekomen en iedereen moet het gebouw aan de Coolsingel verlaten. De aanwezige raadsleden lopen beduusd de zaal uit. Ze zitten midden in een vergadering over een politiek lastig besluit. Zenuwachtig staan ze buiten. En de spanning was al groot. Die avond moet er definitief besloten worden over een belangrijk voorstel. De afgelopen jaren is er intensief gepraat over de vraag of er een directe verbinding moet komen tussen het noordelijke en zuidelijke deel van de stad. Na het oorlogsbombardement was alle aandacht uitgegaan naar de wederopbouw van het noordelijke stadsdeel. Maar het gemeentebestuur voelt zich ook verantwoordelijk voor het armere en ook fysiek achtergebleven Rotterdam-Zuid. Er was al een strategisch plan gepresenteerd om de oude haventerreinen van de Kop van Zuid te herontwikkelen met kantoren, luxe woningen en culturele voorzieningen in de hoop dat dit stadsdeel zou opklimmen tot een aantrekkelijk woon- en leefgebied. Maar wil het plan kans van slagen hebben, dan is er volgens directeur Stadsontwikkeling Riek Bakker nog één ding nodig: een nieuwe stadsbrug. Een brug die gemakkelijk auto-, fiets-, wandel- en tramverkeer tussen beide stadshelften mogelijk maakt. En nog belangrijker, een brug die een mentale band creëert tussen noord en zuid. Dat plan ligt nu op tafel bij de gemeenteraad. Een veelbelovend, maar ook zeer kostbaar plan. Ruim 365 miljoen gulden voor een brug zou namelijk ook aan sociale huisvesting of nieuwe banen kunnen worden besteed. Dreigt de besluitvorming over dit vraagstuk nu door een bom te worden getorpedeerd? Burgemeester Bram Peper en zijn wethouders hebben wel eerder bijzondere taferelen beleefd als de brug ter sprake kwam. Het college was op 5 december 1989 getuige van een hoogst ongebruikelijke verleidingsscène om burgemeester en wethouders te overtuigen van de noodzaak van de brug. Voor de presentatie aan het college kwamen Riek Bakker en zes medewerkers met een grote hoed op binnenlopen, met op iedere hoed een miniatuur van een beroemde brug, zoals de Golden Gate Bridge, de Ponte Rialto en de Londen Tower Bridge.