Download PDF ( Final Version , 4Mb )

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF ( Final Version , 4Mb ) 7 EIS-nieuws EIS-dag 2019 Toen begeleider Jinze Noordijk mij op de hoogte bracht van de mogelijkheid om met dit onderwerp aan de slag te gaan, twij- De EIS-dag 2019 had als felde ik geen moment. Het leek mij een fantastische uitdaging. titel ‘There will be blood’ Ik was reeds tien jaar geleden begonnen om mijn kennis van en stond in het teken van insecten en met name spinnen te vergroten, en dit was voor mij bloedzuigende insecten. de ideale kans om mijn talenten in te zetten. Theo Zeegers gaf een over- Ik heb in een drietal tropische kassen (Amazonica, Kwekerij, zicht van stekers en bijters Victoria Serre) geleedpotigen geïnventariseerd met vier ver- in het dierenrijk en in apar- schillende methoden: uitgelegde bananen, handvangsten, pot- te lezingen werd ingegaan vallen en strooiselmonsters. Over een periode van zes weken (inclusief een pilot naar de vangmethode was het acht weken) heb ik elke maandag bananen en potvallen bemonsterd en elke dinsdag handvangstrondes gedaan en strooiselmonsters geno- men. Ik heb zelf vrijwel alle spinachtigen, Myriapoda, mieren, kakkerlakken, oorwormen en pissebedden tot op soort gedeter- mineerd. De rest van het materiaal is door een groot aantal specialisten zo ver mogelijk op naam gebracht. Een kleine honderd organismen is gedetermineerd door de COI-sequentie te bepalen en die te vergelijken met data in BOLD. Na afloop van de inventarisaties en determinaties heb ik diverse statisti- sche analyses uitgevoerd, voedselwebben geconstrueerd en voor elke soort bepaald of deze een plaag zou kunnen vormen binnen de kassen of in het buitengebied een bedreiging voor inheemse fauna. Het onderzoek heb ik uitgewerkt in een Engelstalig onderzoeksverslag. De EIS-dag vond plaats in Utrecht en was met 250 deelnemers goed bezocht (foto Roy Kleukers) De inventarisaties hebben maar liefst 113 soorten opgeleverd, waarvan 13 nieuw voor Nederland! De spectaculaire vondsten worden in de loop van dit jaar uitgewerkt in een aantal artike- op steekmuggen, knutten, kriebelmuggen, mijten op libellen en len. De stage heeft al mijn verwachtingen overtroffen. Het was bloedzuigers. Buiten het thema was er aandacht voor beeldher- een geweldig leuke en vooral ook heel leerzame tijd! Ik heb kenning, het Groene Cirkels Bijenlandschap en nieuwe soorten onder andere ervaring opgedaan met verschillende verzamel- in 2018. en determinatiemethoden en het determineren van onder meer miljoenpoten, pissebedden, mieren en pseudoschorpioenen. Roy Kleukers Jinze heeft mij bovendien uitstekend begeleid en mij zoveel mogelijk vrijgelaten zodat ik het onderzoek heel zelfstandig heb kunnen uitvoeren. Kortom een stage die ik nooit zal verge- Verhuizing EIS-bureau ten! Het EIS-bureau is de afgelopen twee jaar gehuisvest geweest in de tijdelijke accommodatie van Naturalis aan de Vondellaan in Leiden. Per 1 juli zijn we terugverhuisd naar Darwinweg 2, waar de nieuwbouw van Naturalis wordt afgerond. Op 31 augustus opent Naturalis haar deuren voor het publiek en zijn ook de collecties en bibliotheek weer toegankelijk. Roy Kleukers Stagiair Geron Bloem Ik ben momenteel vierdejaars student aan HAS Hogeschool te Den Bosch, en in de periode juni-december 2018 heb ik stage gelopen bij EIS en Naturalis. Hoofdonderwerp was het in kaart brengen van de diversiteit aan geleedpotigen in de tropische kassen van Diergaarde Blijdorp, Rotterdam. Ook onderzocht ik wat de effectiviteit is van bepaalde verzamelmethoden, wat de onderlinge relaties zijn tussen de gevonden soorten en of er potentiële plaagsoorten of invasieve exoten aanwezig waren. Geron Bloem 8 Nieuwsbrief EIS 69 (2019) Jaarverslag 2018 eerst een volledig Het colledige jaarverslag is te vinden op www. overzicht van geïn - eis-nederland.nl/organisatie. troduceerde soor- ten opgenomen. Cameravallen Ook is een lijst van In 2018 maakte Laurens Hogeweg van Naturalis/ bedreigde mieren- Cosmonio de eerste versie van een automatische soorten versche- cameraval voor insecten. Deze camera maakt nen waardoor een elke 10 seconden een foto van een geel scherm, begin gemaakt kan waar na de foto’s van insecten via beeldherken- worden met de Gewone reuzenmier Camponotus ligniperda ning worden gedetermineerd. Dit lijkt een goede bescherming van (foto Jinze Noordijk) manier om veranderingen in de insectenfauna te zeldzamere soor- registreren. In de komende jaren zal het systeem ten. Een voorbeeld daarvan is de gewone reuzen- verder worden ontwikkeld. mier Camponotus ligniperda waarvan afgelopen jaren alle nesten nauwkeurig in beeld zijn gebracht. Rode lijst bijen De nieuwe rode lijst bijen werd gepubliceerd. Er staan 23 soorten meer op dan de vorige lijst uit 2003, maar er zijn ook lichtpuntjes, zoals de terugkeer van soorten als de vierbandgroefbij, de donkere klokjeszandbij en de kielstaartkegelbij. De eerste geïmproviseerde versie van de automatische cameraval (foto Laurens Hogeweg) 5000-soortenjaar Hollandse duinen Het 5000-soortenjaar werd georganiseerd samen Bijen blijken het goed te doen op onverwachte plekken. Zo blijkt het Rotterdamse havengebied deels bijzonder bloem- en bijenrijk (foto Niels met Dunea, Staatsbosbeheer en Waarneming.nl Godijn) in het nieuwe Nationaal Park Hollandse Duinen. Het bleek al snel dat 5000 soorten in dit zeer diverse landschap makkelijk te halen was. De Nieuwe soorten resultaten zullen in 2019 worden gepubliceerd. Fosforworm Leden van de Vogelwerkgroep Texel zagen tijdens een nachtexcursie bij de Horsmeertjes lichtjes langs het pad. Dit bleek de fosforworm Microscolex phosphoreus, een exotische regenworm die in Groot-Brittannië een plaag vormt op golfbanen. Dit is de eerste vondst in Nederland. Veldwerk in het de Hollandse Duinen leidt tot groot enthousiasme bij de waarnemers (foto Theodoor Heijerman) Fosforworm Microscolex phosphoreus (foto Ton van Haaren) Mieren Mieren staan de laatste jaren sterk in de belang- stelling. Bosmieren spelen een rol in het bos- Schildboomsprinkhaan beheer en voor zeldzame soorten zoals de Vleermuisspecialist Zomer Bruijn dacht eerst dat amazonemier worden speciale projecten uitge- hij het baltsgeluid van de grootoorvleermuis voerd. De plaagmier en het mediterraan draai- hoorde in een park in Amersfoort. Dit bleek later gatje krijgen vaste voet aan de grond in Neder - echter de schildboomsprinkhaan Cyrtaspis scuta- land. In 2018 werd een nieuwe atlas gepu bliceerd, ta. Deze soort is alleen bekend van Zuid-en met veel ecologische informatie. Hierin is voor het Midden-Europa. Ze komt voor tot in Midden- EIS-nieuws 9 Schildboomsprinkhaan Cyrtaspis scutata (foto Zomer Bruijn) Frankrijk, maar vertoont elders in Europa geen uitbreidingsneigingen. De glasvleugelcicade Cixius dubius (foto Gernot Kunz) Meer mijten twee soorten toevoegen aan de Nederlandse lijst. Mijten behoren door hun kleine formaat tot de Het onderzoek is vastgelegd in een publicatie in minst bekende dieren van Nederland. Het is Nederlandse Faunistische Mededelingen. daarom verheugend dat het aantal publicaties over deze groep toe- Publicaties neemt. Mos mijten be horen, met de water- mijten, tot de best bekende groepen. Toch konden in 2018 18 soorten aan de Neder- landse lijst worden toe- gevoegd. Daar naast werd een volledig over- zicht van de mesostig- mate mijten gepubli- Foto Henk Siepel ceerd (totaal 458 soor- ten). Japanse hulstvlieg Onlangs werden de mijnen van de Japanse hulst- vlieg Phytomyza jucunda aangetroffen op Japanse hulst en, in geringere mate, hulst. Hiermee zijn er nu twee vliegen bekend die in hulst mineren. De Japanse hulstvlieg is, naast Japan, alleen bekend van België en Nederland. Japanse hulstvlieg Phytomyza jucunda (foto Niels-Jan Dek) Glasvleugelcicaden Marco de Haas reviseerde tijdens zijn stage bij EIS de cicadenfamilie Cixiidae. Door zijn werk in de collecties van Naturalis en in het veld kon hij Roy Kleukers 10 Nieuwsbrief EIS 69 (2019) Mathijn Speelman start stage aan heide- Verspreidingsonderzoek rivierkreeften hommel herhaald Mathijn Speelman van Hogeschool Inholland Delft is per 8 juli Op steeds meer plaatsen worden uitheemse rivierkreeften begonnen met een 20 weken durende stage aan de heidehom- gemeld. Het gaat om verschillende soorten. Sommige daarvan mel Bombus humilis. In deze periode gaat hij de verspreiding lopen regelmatig over straat en lijken veel meer gemeld te van de soort op de twee resterende locaties in Nederland, de worden dan andere soorten, maar hoe snel breiden de verschil- Dwingeloosche Heide en het Bargerveen, in kaart brengen en lende soorten zich werkelijk uit? En hebben de dieren effect op gaat hij op zoek naar nog onbekende populaties. De heidehom- de waterkwaliteit? Deze vragen staan centraal bij het landelijke verspreidingson- derzoek naar uitheemse rivierkreeften dat EIS komend najaar organiseert als onderdeel van het Netwerk Ecologische Moni- toring (NEM). Het betreft een herhaling van het onderzoek dat in 2010 heeft plaats gevonden. Wederom vormen de meetpun- ten uit het basismeetnet van de waterschappen het uitgangspunt voor de onderzoekslocaties. Enthousiaste vrijwilligers uit heel Nederland zijn bij dezen van harte uitgenodigd om een steentje bij te dragen door één van deze meetpunten te onderzoeken. Eén bemonstering bestaat uit het uitzetten en controleren van drie kreeftkorven gedurende vier achtereenvolgende ochtenden op een specifieke locatie. De korven worden toegestuurd na aanmelding via www.kreeften- onderzoek.nl, waar ook een gedetailleerde overzichtskaart van Mathijn Speelman de meetpunten te vinden is. Om mee te doen is kreeftenvoor- mel kwam begin vorige eeuw in een groot deel van Nederland voor. Naast Zuid-Limburg
Recommended publications
  • Inter-Parasitic Interactions in Myrmica Ants: Ectoparasitic Fungus Affecting the Success of Socially Parasitic Caterpillars
    Inter-Parasitic Interactions in Myrmica Ants: Ectoparasitic Fungus Affecting the Success of Socially Parasitic Caterpillars András Tartally ( [email protected] ) University of Debrecen Norbert Szabó University of Debrecen Anna Ágnes Somogyi University of Debrecen Ferenc Báthori University of Debrecen Danny Haelewaters Ghent University András Mucsi Bezerédi str. 10, Cibakháza Ágnes Fürjes-Mikó University of Sopron-Forest Research Institute David R. Nash University of Copenhagen Research Article Keywords: Complex interactions, Maculinea, Myrmica scabrinodis, Parasitology, Phengaris alcon, Rickia wasmannii Posted Date: July 20th, 2021 DOI: https://doi.org/10.21203/rs.3.rs-712976/v1 License: This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License. Read Full License Page 1/25 Abstract Exploitation of organisms by multiple parasite species is common in nature, but interactions among parasites have rarely been studied. Myrmica ants are rich in parasites. Among others, the ectoparasitic Rickia wasmannii fungus and the socially parasitic caterpillars of myrmecophilous Phengaris butteries often infect the same Myrmica colonies. In this study, we examined the effects of R. wasmannii on the adoption, long-term development, and survival of P. alcon. In laboratory conditions, caterpillars introduced into nests of Myrmica scabrinodis uninfected with R. wasmannii survived signicantly longer compared to caterpillars introduced into infected nests. In the eld, joint infection was less common than expected if both parasites exploited M. scabrinodis colonies independently. Pre-pupal caterpillars of P. alcon were somewhat larger in nests infected with R. wasmannii than those found in uninfected nests. Based on these results it seems that R. wasmannii infection of M. scabrinodis affects the survival and development of P.
    [Show full text]
  • Linear and Non-Linear Effects of Goldenrod Invasions on Native Pollinator and Plant Populations
    Biol Invasions (2019) 21:947–960 https://doi.org/10.1007/s10530-018-1874-1 (0123456789().,-volV)(0123456789().,-volV) ORIGINAL PAPER Linear and non-linear effects of goldenrod invasions on native pollinator and plant populations Dawid Moron´ . Piotr Sko´rka . Magdalena Lenda . Joanna Kajzer-Bonk . Łukasz Mielczarek . Elzbieta_ Rozej-Pabijan_ . Marta Wantuch Received: 28 August 2017 / Accepted: 7 November 2018 / Published online: 19 November 2018 Ó The Author(s) 2018 Abstract The increased introduction of non-native and native plants. The species richness of native plants species to habitats is a characteristic of globalisation. decreased linearly with goldenrod cover, whereas the The impact of invading species on communities may abundance and species richness of bees and butterflies be either linearly or non-linearly related to the decreased non-linearly with increasing goldenrod invaders’ abundance in a habitat. However, non-linear cover. However, no statistically significant changes relationships with a threshold point at which the across goldenrod cover were noted for the abundance community can no longer tolerate the invasive species and species richness of hover flies. Because of the non- without loss of ecosystem functions remains poorly linear response, goldenrod had no visible impact on studied. We selected 31 wet meadow sites that bees and butterflies until it reached cover in a habitat encompassed the entire coverage spectrum of invasive of about 50% and 30–40%, respectively. Moreover, goldenrods, and surveyed the abundance and diversity changes driven by goldenrod in the plant and of pollinating insects (bees, butterflies and hover flies) D. Moron´ (&) Ł. Mielczarek Institute of Systematics and Evolution of Animals, Polish Department of Forests and Nature, Krako´w Municipal Academy of Sciences, Sławkowska 17, 31-016 Krako´w, Greenspace Authority, Reymonta 20, 30-059 Krako´w, Poland Poland e-mail: [email protected] e-mail: [email protected] P.
    [Show full text]
  • Development of Microsatellite Loci and Optimization of a Multiplex Assay
    www.nature.com/scientificreports OPEN Development of microsatellite loci and optimization of a multiplex assay for Latibulus argiolus (Hymenoptera: Ichneumonidae), the specialized parasitoid of paper wasps Agata Kostro‑Ambroziak1*, Anna Siekiera2, Magdalena Czajkowska3, Jan J. Pomorski2 & Hanna Panagiotopoulou2 Microsatellite loci are commonly used markers in population genetic studies. In this study, we present 40 novel and polymorphic microsatellite loci elaborated for the ichneumonid parasitoid Latibulus argiolus (Rossi, 1790). Reaction condition optimisation procedures allowed 14 of these loci to be co-amplifed in two PCRs and loaded in two multiplex panels onto a genetic analyser. The assay was tested on 197 individuals of L. argiolus originating from ten natural populations obtained from the host nests of paper wasps. The validated loci were polymorphic with high allele numbers ranging from eight to 27 (average 17.6 alleles per locus). Both observed and expected heterozygosity values were high, ranging between 0.75 and 0.92 for HO (mean 0.83) and from 0.70 to 0.90 for HE (mean 0.85). The optimized assay showed low genotyping error rate and negligible null allele frequency. The designed multiplex panels could be successfully applied in relatedness analyses and genetic variability studies of L. argiolus populations, which would be particularly interesting considering the coevolutionary context of this species with its social host. Te ichneumonid wasp Latibulus argiolus (Rossi, 1790) of the subfamily Cryptinae (Hymenoptera: Ichneumo- nidae) is a specialized ectoparasitoid of social paper wasps (Polistes Latreille, 1802) with respect to its larvae and pupae1,2. Because parasitoids use only one host for their full larval development3, they are under strong natural selection that in turn leads to optimal exploitation of the host 4.
    [Show full text]
  • Heathlands a Lost World?
    Heathlands A Lost World? Mattias Lindholm Institutionen för biologi och miljövetenskap Naturvetenskapliga fakulteten Akademisk avhandling för filosofie doktorsexamen i naturvetenskap med inriktning biologi, som med tillstånd från Naturvetenskapliga fakulteten kommer att offentligt försvaras fredag den 24 maj 2019, kl. 10.00 i Hörsalen, Botanhuset, Institutionen för biologi och miljövetenskap, Carl Skottsbergs gata 22B, Göteborg. Fakultetsopponent är Docent Erik Öckinger, Institutionen för ekologi, Sveriges lantbruksuniversitet, Uppsala. Heathlands – A Lost World? Mattias Lindholm Department of Biological and Environmental Sciences University of Gothenburg Box 461 SE405 30 Göteborg Sweden E-mail: [email protected] © Mattias Lindholm 2019 Cover: Heathland. Illustration by Per Axell ISBN 978-91-7833-446-9 (Printed) ISBN 978-91-7833-447-6 (PDF) http://hdl.handle.net/2077/59796 Printed by BrandFactory Group AB 2019 Till Valle och Arvid Figure 1. Arnica montana. Illustration by Kerstin Hagstrand-Velicu. Lindholm M. (2019) Heathlands – A Lost World? Mattias Lindholm, Department of Biological and Environmental Sciences, University of Gothenburg, Box 461, SE405 30 Göteborg, Sweden E-mail: [email protected] Keywords Heathland, Calluna, Conservation, Coleoptera, Carabidae, Lycosidae, Management, Restoration, Conservation strategy Abstract Heathland is a familiar landscape type in southwest Sweden. It is open with few trees, and the vegetation is dominated by dwarf-shrubs growing on nutrient-poor soils. Dry heaths with Heather Calluna vulgaris and wet heaths with Bell Heather Erica tetralix are common vegetation communities in the heathland, and they often form mosaics. The heathland landscape is highly threatened, with large substantial areal losses of 95% in Sweden since the 1800s. Heathland supports around 200 red-listed species, including plants, insects, birds and reptiles.
    [Show full text]
  • Term Review of the EU Biodiversity Strategy to 2020 in Relation to Target 3A – Agriculture
    Service contract to support follow-up actions to the mid- term review of the EU biodiversity strategy to 2020 in relation to target 3A – Agriculture Final Report 19th June 2017 Funded by European Commission, DG Environment In collaboration with 2 Disclaimer: The arguments expressed in this report are solely those of the authors, and do not reflect the opinion of any other party. The report as a whole should be cited as follows: Siriwardena, G. and Tucker, G. (eds) (2017) Service contract to support follow-up actions to the mid-term review of the EU biodiversity strategy to 2020 in relation to target 3A – Agriculture. Report to the European Commission, Institute for European Environmental Policy, London. The following individual chapters should be cited as follows: Chapter 2: Siriwardena, G and Pringle, H (2017) Development of a methodology for the assessment of potential agriculture-related drivers on the status of habitats and species. In G Siriwardena & G Tucker (eds) Service contract to support follow-up actions to the mid-term review of the EU biodiversity strategy to 2020 in relation to target 3A – Agriculture, pp 25-48. Report to the European Commission, Institute for European Environmental Policy, London. Chapter 3: Pringle, H, Koeble, R, Paracchini M L, Rega, C, Henderson, I, Noble, D, Gamero, A, Vorisek, P, Škorpilová, J, Schmucki, R, Siriwardena, G, Allen, B, and Tucker, G (2017) Review of data sources and preparation of a metadatabase. In G Siriwardena & G Tucker (eds) Service contract to support follow-up actions to the mid-term review of the EU biodiversity strategy to 2020 in relation to target 3A – Agriculture, pp 49-60.
    [Show full text]
  • Butterflies of Hungary
    Butterflies of Hungary Naturetrek Tour Report 18 - 25 June 2013 Beautiful Demoiselle by Gerard Gorman Lesser Purple Emperors attracted to Wolf Scat. – by Gerard Gorman Yellow-legged Tortoiseshell by Jon King Woodland Brown by David Alred Report compiled by Rob Parker Images courtesy of Gerard Gorman, Jon King and David Alred Naturetrek Cheriton Mill Cheriton Alresford Hampshire SO24 0NG England T: +44 (0)1962 733051 F: +44 (0)1962 736426 E: [email protected] W: www.naturetrek.co.uk Tour Report Butterflies of Hungary Tour Leader: Rob Parker Naturetrek Lepidopterist Gerard Gorman Local Guide & Tour Manager Participants: Kay Adamson David Alred Joan Alred Bill Furse John Helps Gwen Holyman Jon King Peter Westgate Judy Westgate Michael Wheeler Ray Witt Day 1 Tuesday 18th June In Transit Weather: Fine At Budapest Airport, recently re-named for Liszt, we were joined by Kay and met by our local guide Gerard. Our cheerful and experienced driver, Istvan loaded our luggage and we were soon on our way. Readers should note that we executed the tour in the reverse direction to previous years. We made a brief stop at a motorway service area on the M3 near the village of Ludas. Here, we met a little moth that we were to see everywhere for the rest of the week; the Nine-spotted, Syntomis phegea. We continued our journey to the Bukk Hills, just beyond Eger in north-east Hungary, finishing at the uphill end of Noszvaj, where the Hotel Nomad nestles in a tranquil wooded bowl. We arrived with time to explore the extensive grounds of the hotel and the adjacent lakeside before dinner.
    [Show full text]
  • Tarnava Mare 2015 Biodiversity Survey Summary Report
    Tarnava Mare 2015 Biodiversity Survey Summary Report Report editor: Dr Bruce Carlisle – Geography & Environment, Northumbria University. Science team: Stephen Brennan, Silvia Cojocaru, Chloe Dalglish, Paul Leafe, Chris Ledbury, Olivia Norfolk, James O’Neill, Huma Pearce, Helen Rawlinson, Warwick Wainwright. Assisted by: Georgina Scott, Serban Tudor, Marcela Mann, Dragos Luntraru, Alin-Marius Nicula, Mihaela Hojbota, Andrei Nicoara, Bogdan Ciortan. With thanks to all the staff at Fundatia ADEPT, Cristi Malos – Babes-Bolyai University, all the dissertation students and volunteers. Contents 1.0 Introduction....................................................................................................................................... 2 2.0 Methods ............................................................................................................................................ 3 2.1 Farmer interviews ......................................................................................................................... 4 2.2 Land cover ..................................................................................................................................... 4 2.3 Grassland plants ............................................................................................................................ 4 2.4 Grassland butterflies ..................................................................................................................... 5 2.5 Birds ..............................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Richtlijn Plaatsing Honingbijkasten Op Heideterreinen Van Defensie 2021 Richtlijn Plaatsing Honingbijkasten Op Heideterreinen Van Defensie
    EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden Stichting EIS is het kenniscentrum voor insecten en andere ongewervelden. De stichting doet onderzoek en geeft adviezen over beleid en beheer. Daar- naast houden we ons bezig met voorlichting en educatie. We hebben een brede kennis over de ecologie, verspreiding en bescherming van ongewer- velden. Het bureau werkt samen met ruim 3000 vrijwilligers verdeeld over meer dan 60 werkgroepen, elk gericht op een specifieke diergroep. Door dit netwerk van specialisten en vrijwilligers hebben we naast goede kennis over populaire groepen zoals libellen en sprinkhanen ook ruime expertise met be- John T. Smit, trekking tot andere insecten en ongewervelden. EIS Kenniscentrum Insecten Theo Zeegers & is daardoor in staat om projecten uit te voeren met betrekking tot een grote Linde Slikboer diversiteit aan diergroepen. Richtlijn plaatsing honingbijkasten op heideterreinen van defensie 2021 Richtlijn plaatsing honingbijkasten op heideterreinen van defensie maart 2021 tekst John T. Smit, Theo Zeegers & Linde Slikboer productie EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden rapportnummer EIS2021-05 opdrachtgever Rijksvastgoedbedrijf contactpersonen opdrachtgever Arno Braam, Jos Swart & Theo Linders contactpersoon EIS John T. Smit foto’s voorpagina Hoofdfoto: Deel van de honingbijkasten die op Havelte stonden in 2020. Foto: John Smit. Inzet: Vrouwtje van de ernstig bedreigde en zeer zeldzame ericabij Megachile analis, een soort die volledig afhankelijk is van dopheide. Foto: John Smit. foto achterkant Mannetje van de
    [Show full text]
  • Mitteilungen 2015
    NATURWISSENSCHAFTLICHER VEREIN PADERBORN E.V. (in Zusammenarbeit mit dem Naturkundemuseum im Marstall) M I T T E I L U N G E N Paderborn, Dezember 2015 Hinweise: alle bislang erschienenen „Mitteilungen“ (seit 2001) stehen im Internet als pdf-Dateien zur Verfügung („download“): www.paderborn.de/naturwissenschaftlicher-verein Ab dem Heft 2012 erscheinen die Bilder in der jeweiligen pdf-Datei in farbiger Wiedergabe, soweit es sich bei den Vorlagen um Farbbilder handelte. Die Wiedergabe-Qualität der Abbildungen der pdf-Dateien ist relativ gering. Die gedruckten „Mitteilungen“ enthalten diesmal jeweils einen Beileger, der einen Teil der Abbildungen des Heftes in farbiger Wiedergabe enthält. Redaktion und Layout: Dr. Klaus Wollmann Naturkundemuseum im Marstall Im Schloßpark 33104 Paderborn-Schloß Neuhaus www.paderborn.de/naturkundemuseum NATURWISSENSCHAFTLICHER VEREIN PADERBORN E.V. (in Zusammenarbeit mit dem Naturkundemuseum im Marstall) M I T T E I L U N G E N Wiesen-Schlüsselblume Blume des Jahres 2016 Abb. aus: Miehes Taschenbuch der Botanik, 2.T., 7.Aufl., Leipzig 1943 Seite - Auf Bahn folgt Natur – Die Vegetationsentwicklung im Bereich der ehemaligen Trasse der Almetalbahn im Raum Paderborn (Dipl.Biol. Thomas Junghans) 3 - 9 - Fünf Jahre Ornithologische Arbeitsgruppe für den Kreis Paderborn und die Senne (Dipl.Biol. Christian Venne) 10 - 12 - TÜP-Senne - Hotspot der Artenvielfalt in NRW (Nachdruck, NUA) (Dr. Gerhard Lakmann) 13 - 25 - Pilzkundliche Lehrwanderung am 12.09.2015 (Prof. Dr. Siegmar Berndt) 26 - 32 - Veranstaltungen für Kinder 2015 (Karin Bayer-Böckly) 33 - 39 - Wie ein Vogel zu fliegen ... (Sonderausstellung 2014/2015) (Dr. Klaus Wollmann) 40 - 41 - IMFLUSS LIPPE (Sonderausstellung 2015) (Dr. Klaus Wollmann) 42 - 44 - Anmerkungen zur Verbreitung und Bestandsentwicklung des Silbergrünen Bläulings im Kreis Höxter (Insekt des Jahres 2015) (Alexandra Dannenberg, Dr.
    [Show full text]
  • Natuurstudie in De Kaaistoep
    Natuurstudie in De Kaaistoep Verslag over 2020 26e onderzoeksjaar Natuurstudie in De Kaaistoep Verslag over 2020 26e onderzoeksjaar 1 Colofon Voor informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met: KNNV-afdeling Tilburg Secretariaat: Marie-Cécile van de Wiel Email: [email protected] Telefoon: 013-5436541 Website: www.knnv.nl/tilburg Het onderzoek in De Kaaistoep is mogelijk gemaakt dankzij de beschikbaarstelling van onderzoeksterreinen door de TWM Gronden BV, van onderzoeksfaciliteiten door Natuurmuseum Brabant en van deskundigheid en mankracht door de KNNV-afdeling Tilburg. Het bij dit onderzoek verzamelde en geconserveerde onderzoeksmateriaal is deels opgenomen in de collecties van Natuurmuseum Brabant en is toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. ISBN: 9789082615739 NUR-code: 410 Redactie jaarverslag over 2020: Theo Peeters, André van Eck & Tineke Cramer (mei 2021). Eindredactie Theo Peeters: email: [email protected]. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de afzonderlijke stukken. Artikelen graag als volgt citeren: Heeffer, J., 2021. Libellen in De Kaaistoep in 2020: 29-32. In: T. Peeters, A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep. Verslag over 2020, 26e onderzoeksjaar. - TWM Gronden BV, Natuurmuseum Brabant & KNNV-afdeling Tilburg, 210 pp. © Indien u gegevens uit dit jaarverslag wilt gebruiken neem dan contact op met het secretariaat van de afdeling. 2 Redactioneel U leest het verslag over het jaar 2020, een bijzonder jaar, een coronajaar. In maart werd een eerste lockdown ingevoerd. Gevolg was o.a. dat ons symposium met de geplande boekpresentatie over 25 jaar onderzoek in De Kaaistoep niet door kon gaan. In april werden de eerste boeken dan toch rondgedeeld, want we waren intussen natuurlijk wel nieuwsgierig geworden.
    [Show full text]
  • The Alcon Blue Butterfly and Its Specific Parasitoid in The
    insects Article A Unique Population in a Unique Area: The Alcon Blue Butterfly and Its Specific Parasitoid in the Białowie˙zaForest Izabela Dzieka ´nska 1,* , Piotr Nowicki 2 , Ewa Piro˙znikow 3 and Marcin Sielezniew 4 1 Division of Molecular Biology, Faculty of Biology, University of Bialystok, Ciołkowskiego 1J, 15-245 Białystok, Poland 2 Institute of Environmental Sciences, Jagiellonian University, Gronostajowa 7, 30-387 Kraków, Poland; [email protected] 3 Institute of Forest Sciences, Bialystok University of Technology, Wiejska 45 E, 15-351 Białystok, Poland; [email protected] 4 Laboratory of Insect Evolutionary Biology and Ecology, Faculty of Biology, University of Bialystok, Ciołkowskiego 1J, 15-245 Białystok, Poland; [email protected] * Correspondence: [email protected] Received: 31 August 2020; Accepted: 8 October 2020; Published: 12 October 2020 Simple Summary: Caterpillars of the Alcon blue butterfly Phengaris alcon feed initially inside flowerheads of Gentiana plants but complete their development as ‘cuckoos’ in nests of Myrmica ants being fed by workers. Social parasitism protects larvae from most natural enemies and only specialized ichneumon wasps are able to infiltrate host colonies and parasitize them. Across its range P. alcon forms different ecotypes adapted to specific ants and plants. Complicated ecological requirements make the butterfly a very local and threatened species and sensitive to environmental changes. We investigated an isolated and previously unknown population in the high nature value area, i.e., the Białowie˙za Forest (NE Poland). Using the marking technique we estimated the seasonal number of adults at 1460 individuals and the density (850/ha) showed to be the highest among all hygrophilous populations studied so far.
    [Show full text]
  • Modrásek Hořcový (Phengaris Alcon)
    Plán managementu druhu Modrásek hořcový (Phengaris alcon) Zpracovali: RNDr. Jan Uřičář Prof. RNDr. Zdeněk Laštůvka, CSc. Přepracoval: RNDr. Jan Uřičář, listopad 2013 Obsah 1 Úvod ........................................................................................................................... 3 2 Modrásek hořcový - Phengaris alcon (Denis & Schiffermuller, 1775)................................ 3 2.1 Biologie................................................................................................................. 3 2.1.1 Hostitelská rostlina .......................................................................................... 3 2.1.2 Hostitelské druhy mravenců a myrmekofilie........................................................ 4 2.1.3 Způsob života a populační ekologie.................................................................... 5 2.2 Rozšíření ............................................................................................................... 6 2.3 Stanovištní nároky ................................................................................................. 7 3 Výskyt druhu v Bílých Karpatech na základě mapování ..................................................... 7 3.1 Historie pozorování................................................................................................. 7 3.2 Výsledky mapování................................................................................................. 8 3.3 Podrobná tabulka výskytu ......................................................................................
    [Show full text]