PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst De Tweede Ronde. Jaargang 15 bron De Tweede Ronde. Jaargang 15. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_twe007199401_01/colofon.php © 2017 dbnl 3 [De Tweede Ronde 1994, nummer 1] Voorwoord Dit Lentenummer bevat in Nederlands proza vier bijdragen: een radio-column van Nico Slothouwer (opgenomen ter nagedachtenis aan onze oud-redacteur wiens ‘Verzameld Werk’ dezer dagen verschijnt), een debuut, van Atie Vogelenzang, en nieuwe verhalen van de twee pijlers van deze rubriek, Frans Pointl en L.H. Wiener. In Nederlandse poëzie werk van zestien medewerkers, onder wie één debutante, Anke Binnerts. Ook in Light Verse begroeten we - naast de nodige coryfeeën - nieuw talent: Yvon Melly, die het thema van de Zingende Zaag gestalte gaf in zelf geïllustreerde knittelverzen. De overige rubrieken staan in het teken van het sinds 1991 weer onafhankelijke Estland. De trotse felheid waarmee de Esten, amper een miljoen in getal, zich inzetten voor hun nationale literatuur, zou een ander zogenoemd ‘klein taalgebied’ als het Nederlandse beschaamd mogen maken. In Essay getuigen de stukken van Jaan Kross en Mati Sirkel van het stelselmatige maar uiteindelijk vergeefse streven van nazistische en communistische zijde om Estlands taalkundige en culturele identiteit te vernietigen. Veelzeggend is Kross' opmerking dat het geweld tegen de Estse schrijvers, vertaald naar Nederlandse verhoudingenin de Tweede Wereldoorlog, zou zijn neergekomen op executie van 45 schrijvers, en gevangenschap of deportatie van nog eens een achthonderdtal, van wie 100 het met de dood zouden hebben bekocht. Vertaald proza bevat, naast werk van Kross, die geldt als Estlands belangrijkste auteur, verhalen van zes andere schrijvers - vaak met een obsessieve of surreële inslag. In Vertaalde poëzie zeven Estse dichters, van wie alleen Jaan Kaplinski in Nederland enige bekendheid heeft. De rubriek Tekeningen is in dit nummer Foto's geworden. Onze speciale dank gaat uit naar onze gastredactie, met name naar Marianne Vogel, die samen met haar man bijna alle teksten heeft vertaald. Redactie De Tweede Ronde. Jaargang 15 4 Nederlands proza De Tweede Ronde. Jaargang 15 5 Barsten in het territorium Frans Pointl Mijn ontmoeting met de thans 28-jarige Nigeriaan Gbolahon Folami, in de zomer van 1992, leidde tot veel complicaties. In het verhaal ‘Als je maar ver genoeg op je tenen gaat staan’ heb ik de vernederende odyssee beschreven, waartoe deze op goed geluk naar ons land gekomen man was veroordeeld. Maar hij laat zich niet snel uit het veld slaan en zet hardnekkig door. Bijna zeventien maanden ken ik hem nu, probeer ik hem bij te staan in de kosten van zijn studie en levensonderhoud. Het grote hotel waar hij een half jaar lang elk weekend als ‘room-attendant’ werkte, heeft het contract per september 1993 beëindigd, omdat het seizoen was afgelopen. Eens per tien dagen komt hij mij 's avonds verslag doen van de stand zijner zaken. Een van die keren geef ik hem de krantenpagina van Het Parool, waarin het verhaal van zijn wel en wee is afgedrukt, als voorpublicatie uit mijn nieuwe verhalenbundel. De hele avond is hij erdoor geabsorbeerd, schrijft hij er moeilijke woorden en hele zinnen uit over. De hoofdpersoon ontmoet zichzelf in druk. Regelmatig consulteert hij Kramers woordenboek Nederlands. ‘Ja, dat heb ik precies zo gezegd,’ roept hij af en toe uit. Ik wijs op zijn beker cacao die kond staat te worden. ‘Waarom ben je gaan uitzoeken waar die vieze, slechte man werkt?’ vraagt hij verbaasd. ‘Ik was nieuwsgierig hoe een slecht mens er uitziet.’ Een paar weken hoor ik niets van hem. Ik hoop dat hij eindelijk werk heeft gevonden. Maar dan zou ik toch de eerste zijn die het hoorde? Op een regenachtige avond gaat de telefoon. Het is Folami. Traag en stotterend vertelt hij dat hij zijn kamertje in Oost heeft opgezegd en weer bij ‘die man’ is gaan wonen. Deze is samen met hem naar de Vreemdelingendienst gegaan om de garantverklaring met een jaar te verlengen. Voorwaarde was dat Folami weer bij hem ging wonen. Pas volgend jaar heeft hij recht op een eigen verblijfsvergunning. Ik schrik van deze boodschap. ‘Waar is je zelfrespect gebleven?’ ‘Ik moet het nog maar één jaar proberen vol te houden. Je moet drie De Tweede Ronde. Jaargang 15 6 jaar ingeschreven staan op het adres van degene die garant voor je staat.’ Eindelijk heeft hij nu het felbegeerde stempel in zijn paspoort. Hij bedankt me voor alles, wenst me het beste en hangt op. Het zit mij dwars dat hij naar zijn kwelgeest is teruggekeerd. Deze nicht bestaat uitsluitend uit schimpscheuten, alcohol en machtswellust. Hij is zo geperverteerd dat hij Folami een keer een plastic piemel in zijn armzalige kontje wou duwen, wat deze resoluut weigerde. In de weken die volgen hoop ik steeds als ik naar mijn postbus ga een brief van Folami aan te treffen. Ik ben gedeprimeerd, maar laat de buitenwereld mijn gewone gezicht zien, zodat de spieren ervan aanvoelen als een strak masker. Extra lang houd ik mij op in de R.K. Begijnhofkapel H.H. Joannes en Ursula. Speciaal voor Folami ontsteek ik een extra kaars. Pas dan heb ik het gevoel dat de deur naar het gebed openzwaait. Ik vraag Jaweh, God, Allah, het Opperwezen of misschien wel mijn moeder om Folami te beschermen. Een week later wordt er 's avonds om half twaalf aangebeld. Het is Folami, magerder dan ooit. Aan elke hand een grote weekendtas. ‘Hello, how are you?’ begroet hij me, alsof het om een beleefdheidsbezoekje gaat. Hij heeft nu definitief gekapt met zijn kwelgeest, die hem opnieuw begon te tiranniseren. De man had alle kasten afgesloten, zelfs een slot op koelkast en telefoon aangebracht. Op de buitendeur van de etage was een speciaal slot gekomen dat van binnen niet kon worden geopend. Als Folami niet naar het arbeidsbureau of de avondschool moest, werd hij opgesloten. Van zijn laatste loon had hij f 350, - aan kostgeld moeten betalen. Per dag kreeg hij een warme maaltijd. Had hij daarna nog trek, dan moest hij op eigen kosten naar de snackbar. ‘In elk geval heb ik nu mooi dat stempel, anders zou ik illegaal zijn. Maar waar moet ik heen? Geld heb ik niet. Als ik op straat slaap, stelen ze mijn tassen.’ Hoewel ik niet in staat ben iemand langer dan een paar uur in mijn territorium te verdragen, hoor ik mezelf zeggen dat hij kan blijven tot er een oplossing is. Ik kan op de stretcher slapen. Ontroerd grijpt Folami mijn beide handen en houdt ze even vast. Ik zie de grote bruine handen met de witte lijnen en de typische lichte binnenzijden. Ik denk aan de treinen die hij 's nachts heeft moeten uitmesten. Hij blijft mijn handen vasthouden als ik ze wil bevrijden. ‘Ik zal cacao voor je maken.’ ‘Not only for me.’ Met twee bekers cacao kom ik de huiskamer in, waar Folami is ver- De Tweede Ronde. Jaargang 15 7 diept in een buurtblad. Ik maak een paar planken vrij in de huiskamerkast, hij pakt zijn tassen uit. Ik wijs hem waar in huis handdoeken, brood, koffie, etc. te vinden zijn en geef hem mijn reservesleutels. Ik verschoon mijn bed en klap de stretcher uit. Folami is te lang voor dat ding. Hij komt de slaapkamer in en zegt dat hij te moe is om te douchen. Ik wijs naar het verschoonde bed. Snel ontkleedt hij zich en glipt in slip en T-shirt het bed in. Als ik enkele uren later de slaapkamer binnenkom, zie ik dat mijn gast zich heeft blootgewoeld, zijn hemd is vanaf zijn navel omhooggeschoven. Zijn donkerbruine borst is totaal onbehaard. Ik bespeur een lichte, kruidige transpiratielucht die me niet afstoot, terwijl ik vies ben van lichaamsgeuren. Ik schuif zijn hemd omlaag en trek het dekbed over hem heen. Zijn grote, paarsige lippen zijn iets geopend, daarachter blikkert het wit van zijn enorme tanden. Hij snurkt - zou dat de hele nacht zo doorgaan? Ik kleed me uit en ga op de stretcher liggen. Omdraaien moet voorzichtig gebeuren, anders kantelt het ding. Nog steeds begrijp ik niet waarom ik zonder tegenwerping de deur van mijn territorium voor hem geopend heb. ‘Hé, je snurkt!’ roep ik. Ik sta op en tik hem op zijn verende ragebol. Aarzelend opent hij zijn ogen, rekt zich loom uit. ‘Je snurkt.’ ‘Als ik koude lucht in mijn neusgaten krijg, ga ik snurken. In Nigeria is het 's nachts niet zo kil. Kun je de verwarming niet aanzetten?’ Hoewel ik niet in een verwarmd vertrek kan slapen, pak ik het elektrische kacheltje, zet dat voor zijn bed en schakel het in op stand 4. Inderdaad houdt het snurken na tien minuten op. Wat doe ik nu met mijn gebit? Zal ik het uitdoen? Dat doe ik altijd. Maar als hij eerder wakker wordt, zal hij mijn ingevallen, tandeloze mond zien. Na een uur doezelen word ik wakker met een gevoel alsof ik een kop en schotel in mijn mond heb. Ik houd het toch in. De volgende morgen ontwaak ik met een pijnlijke rug en gekneusde heupen. De deur van de badcel is dicht, daarachter gespetter en een hevig gesnuif. Terwijl ik twee ontbijten maak, opent hij de badceldeur. ‘Mag ik ondergoed en sokken van je lenen?’ Ik pak het gevraagde. De badceldeur gaat op een kier open, zijn hand komt eruit en neemt de spullen aan. Als we beiden zijn aangekleed, ontbijten we. ‘Ik moet naar het arbeidsbureau. Heb je misschien een strippenkaart? En mag ik je tandenborstel even lenen?’ Ik heb alleen zo'n stomme protheseborstel. Verbaasd bekijkt hij die. De Tweede Ronde. Jaargang 15 8 ‘Wat een rare tandenborstel.’ ‘Dat is Amerikaans.’ Hij schrijft iets op een papiertje. Of ik wil kopen: een tandenborstel, tandpasta, Nivea bodylotion, Head & Shoulders shampoo.
Recommended publications
  • Karl Ristikivi Ajalooliste Romaanide Sari: Võrdlus Dante Alighieri „Jumaliku Komöödiaga“ 1 Krista Keedus
    Methis. Studia humaniora Estonica 2014, nr 13 DOI: 10.7592/methis.v10i13.1302 Karl Ristikivi ajalooliste romaanide sari: võrdlus Dante Alighieri „Jumaliku komöödiaga“ 1 Krista Keedus Märksõnad: Karl Ristikivi, ajaloolised romaanid, gootika, „Jumalik komöödia“ Sissejuhatus Käesoleva kirjutise eesmärgiks on anda ülevaade Dante Alighieri suurteosest „Jumalik komöödia“ ajendatud motiivistikust Karl Ristikivi ajalooliste romaanide sarjas. Ajaloolises sarjas segab Karl Ristikivi müüte ja ajalugu (Neithal 1994: 20), mille tagajärjel moodustub neis müüdilisusele iseloomulik isomorfne struktuur (Lepik 2007: 175). Seetõttu leidub sarjas palju sündmuste, tegelaste ja motiivide korduvaid analooge ning selle ülesehitus haakub gooti katedraali filosoofiaga. Need võtted loovad maailma, kus olulisel kohal on saatuslikkus ja ettemääratus, tekitades tunde, et sündmustiku taga on veel mingi peidetud reaalsus (Krull 1996: 117). Karl Ristikivi on kirjas Uku Masingule 26. märtsist 1969 avaldanud soovi struktureerida oma ajalooliste romaanide sarja gooti katedraali eeskujul (vt Hinrikus 1996: 175). Dante „Jumalikku komöödiat“ on nimetatud „viimaseks katedraaliks“ (Duby 1999: 244) ja see järgib samamoodi nagu gooti katedraalid varakristliku teoloogi Pseudo-Dionysios Areopagita filosoofiat. Pseudo-Dionysiose traktaadis „Theologia mystica“ esitatud kujutluse kohaselt on Jumal mitteloodud algne valgus. Ülimast olendist väljavoolav kiirgus loob hierarhilise korras- tatud maailma. Eri tasanditel asetsevad maised olendid on võimelised jumalikku valgust vastu võtma ja edasi andma vastavalt oma asendile hierarhias. Kõrgemad olendid on valguse vastuvõtmisel ja peegeldamisel ehk jumaliku tõe tunnetamisel võimekamad kui alumiste tasandite omad. Loodud olenditelt liigub valgus omakorda tagasi Jumala juurde. Eri tasandite olendid on seotud armastusega, tekitades korrapärase ühtekuuluva maailma. Gootika on selguse, loogika ja kasvava kiirguse kunst. (Duby 1999: 134–145.) Gooti katedraal üritab edasi anda terviklikku maailma, eraldades loodu mitmekesisusest jumaliku plaani (Duby 1999: 199).
    [Show full text]
  • Valev Uibopuu Bibliograafia
    V Õ R U M A A T O E T U B V A I M U K U L T U U R I L E VALEV UIBOPUU 19.10.1913 – 18.03.1997 BIBLIOGRAAFIA Koostaja: Maie Elstein Võru, 2013 Sisukord VALEV UIBOPUU ELULUGU ................................................................................................ 4 SAATEKS .................................................................................................................................. 9 KIRJANDUSNIMESTIK ......................................................................................................... 11 I. VALEV UIBOPUU LOOMING ....................................................................................... 11 A. ILUKIRJANDUS EESTI KEELES ........................................................................... 11 B. ILUKIRJANDUS VÕÕRKEELES ............................................................................. 22 C. ILUKIRJANDUS KOGUMIKES JA PERIOODIKAS ............................................. 25 II VALEV UIBOPUU TOIMETAJA, KOOSTAJA, KAASAUTOR, JUHENDAJA .......... 33 A. RAAMATUD EESTI KEELES ................................................................................... 33 B. AJAKIRJAD, RAAMATUD VÕÕRKEELES ........................................................... 38 III KIRJANDUSTEADUS JA -TEOORIA .......................................................................... 39 IV KIRJANDUSKRIITIKA. ARVUSTUSED. ÜLEVAATED EESTI JA VÕÕRKEELES 41 V VALEV UIBOPUU KEELETEADUSLIKUD TÖÖD. ................................................... 48 A. RAAMATUD. ARTIKLID EESTI JA VÕÕRKEELES .............................................
    [Show full text]
  • LITUANUS Cumulative Index 1954-2004 (PDF)
    LITUANUS Cumulative Index 1954-2004 Art and Artists [Aleksa, Petras]. See Jautokas. 23:3 (1977) 59-65. [Algminas, Arvydas]. See Matranga. 31:2 (1985) 27-32. Anderson, Donald J. “Lithuanian Bookplates Ex Libris.” 26:4 (1980) 42-49. ——. “The Art of Algimantas Kezys.” 27:1 (1981) 49-62. ——. “Lithuanian Art: Exhibition 90 ‘My Religious Beliefs’.” 36:4 (1990) 16-26. ——. “Lithuanian Artists in North America.” 40:2 (1994) 43-57. Andriußyt∂, Rasa. “Rimvydas Jankauskas (Kampas).” 45:3 (1999) 48-56. Artists in Lithuania. “The Younger Generation of Graphic Artists in Lithuania: Eleven Reproductions.” 19:2 (1973) 55-66. [Augius, Paulius]. See Jurkus. 5:4 (1959) 118-120. See Kuraus- kas. 14:1 (1968) 40-64. Außrien∂, Nora. “Außrin∂ Marcinkeviçi∆t∂-Kerr.” 50:3 (2004) 33-34. Bagdonas, Juozas. “Profile of an Artist.” 29:4 (1983) 50-62. Bakßys Richardson, Milda. ”Juozas Jakßtas: A Lithuanian Carv- er Confronts the Venerable Oak.” 47:2 (2001) 4, 19-53. Baltrußaitis, Jurgis. “Arts and Crafts in the Lithuanian Home- stead.” 7:1 (1961) 18-21. ——. “Distinguishing Inner Marks of Roerich’s Painting.” Translated by W. Edward Brown. 20:1 (1974) 38-48. [Balukas, Vanda 1923–2004]. “The Canvas is the Message.” 28:3 (1982) 33-36. [Banys, Nijol∂]. See Kezys. 43:4 (1997) 55-61. [Barysait∂, DΩoja]. See Kuç∂nas-Foti. 44:4 (1998) 11-22. 13 ART AND ARTISTS [Bookplates and small art works]. Augusts, Gvido. 46:3 (2000) 20. Daukßait∂-Katinien∂, Irena. 26:4 (1980) 47. Eidrigeviçius, Stasys 26:4 (1980) 48. Indraßius, Algirdas. 44:1 (1998) 44. Ivanauskait∂, Jurga. 48:4 (2002) 39.
    [Show full text]
  • Tallinna Ülikool Humanitaarteaduste Dissertatsioonid
    TALLINNA ÜLIKOOL HUMANITAARTEADUSTE DISSERTATSIOONID MAREK TAMM INVENTING LIVONIA: RELIGIOUS AND GEOGRAPHICAL REPRESENTATIONS OF THE EASTERN BALTIC REGION IN EARLY THIRTEENTH CENTURY LIIVIMAA LEIUTAMINE: IDA-BALTIKUMI RELIGIOOSNE JA GEOGRAAFILINE KUJUTAMINE 13. SAJANDI ESIMESEL POOLEL Tallinn 2009 2 TALLINNA ÜLIKOOL HUMANITAARTEADUSTE DISSERTATSIOONID MAREK TAMM Inventing Livonia: Religious and Geographical Representations of the Eastern Baltic Region in Early Thirteenth Century Liivimaa leiutamine: Ida-Baltikumi religioosne ja geograafiline kujutamine 13. sajandi esimesel poolel Ajaloo Instituut, Tallinna Ülikool, Tallinn, Eesti. Dissertatsioon on lubatud kaitsmisele filosoofiadoktori kraadi taotlemiseks ajaloo alal 17. juulil 2009. aastal Tallinna Ülikooli humanitaarteaduste doktorinõukogu poolt. Juhendaja: Jüri Kivimäe, PhD , Toronto Ülikooli ajaloo professor Oponendid: Christian Krötzl, PhD , Tampere Ülikooli üldajaloo professor Anti Selart, PhD , Tartu Ülikooli keskaja professor Kaitsmine toimub 14. septembril 2009. aastal kell 14.00 Tallinna Ülikooli Ajaloo Instituudi auditooriumis nr. 1, Rüütli 10, Tallinn, Eesti. Autoriõigus: Marek Tamm, 2009 Autoriõigus: Tallinna Ülikool, 2009 ISSN 1736-5031 (dissertatsioon, online , PDF) ISBN 978-9985-58-658-7 (dissertatsioon, online , PDF) ISSN 1736-3667 (analüütiline ülevaade, online , PDF) ISBN 978-9985-58-659-4 (analüütiline ülevaade, online , PDF) 3 INVENTING LIVONIA: RELIGIOUS AND GEOGRAPHICAL REPRESENTATIONS OF THE EASTERN BALTIC REGION IN EARLY THIRTEENTH CENTURY Abstract The PhD thesis “Inventing Livonia: Religious and Geographical Representations of the Eas- tern Baltic Region in Early Thirteenth Century” explores narrative texts from the first half of the 13th century dealing with the events, peoples and natural environment of the eastern shore of the Baltic Sea. The thesis is composed of seven articles which have been previously pub- lished or accepted for publishing and which are united into a thematic ensemble by a common methodological approach and a similar empirical basis.
    [Show full text]
  • The Oxford Book of Modern Verse 1892 1935
    U3 ^ VERS RARY OU 170615 > m 70 TJ The Oxford Book Of Modern Verse 1892-193; The Oxford Book Of Modern Verse iSpi-ipgr Chosen by W. B. Yeats Oxford At the Clarendon Press Oxfoid University Press^ Amen House ^ London EC 4 GLASGOW N^W \ORK TORONTO MTLBOURNh WELLINGTON BOMBAY CALCUTTA MADRAS CAPE TOWN Geojfiey Cumbeilegey Pubhshei to the Univeisity FIRST PUBLISHED KOVEMBER ig^G P.rriNTID DECEMBER 1936, 1937 , I938, I939 1911, 1942, 1917, 1952 PRINTED IN GREAT BRI-^AIN INTRODUCTION I HAVE tried to include m this book all got _ poets ‘who have lived or died from three I years •before the death of Tennyson to the present moment, except some two or three who belong through the chaiacter of their work to an earlier period. Even a long-lived man has the right to call his own contemporaries modern To the generation which began to think and read in the late eighties of the last century the four poets whose work begins this book were unknown, or, if known, of an earlier generation that did not stir its sympathy Gerard Hopkins remained unpublished for thirty years Fifty- odd years ago I met him in my father’s studio on different occasions, but remember almost nothing A boy of seventeen, Walt Whitman m his pocket, had little interest in a querulous, sensitive scholar. Thomas Hardy’s poems were unwritten or unpublished. Robert Bridges seemed a small Victorian poet whose poetry, pub- lished in expensive hand-printed books, one could find behind glass doors in the houses of wealthy friends I will consider the genius of these three when the development
    [Show full text]
  • Estonian Evergreen Trykk Pakett 09.02.2016.Indd
    ESTONIAN Evergreen Books 1 Anton Hansen Tammsaare . 4 The New Devil of Hellsbottom . 5 Truth and Justice . 6 Jaan Kross . 8 The Czar’s Madman . 9 Between Three Plagues . 10 August Gailit . 12 ESTONIAN Toomas Nipernaadi . 13 Karl Ristikivi . 14 EVERGREEN All Souls’ Night . 15 Eduard Vilde . 16 BOOKS The Dairyman of Mäeküla . .17 Friedebert Tuglas . 18 At the End of the World . 19 Herman Sergo . 20 Spriteshoals . 21 Aadu Hint . 22 The Windswept Shore . 23 Juhan Jaik . 24 Selected Ghost Stories . 25 Oskar Luts . 26 The Spring . 27 Mati Unt . 28 Autumn Ball . 29 Raimond Kaugver . 30 Forty Candles . 31 Enn Vetemaa . 32 The Monument . 33 Mats Traat . 34 Coffee Beans . 35 Arvo Valton . 36 The Journey to the End of Infinity . 37 Viivi Luik . 38 Epp Ojamaa-Kuhn, In Dramatic (fragment,Vein 1964) from the collections of the Under and LiteratureTuglas Centre The Seventh Spring of Peace . 39 2 3 The New Devil of Hellsbottom (Põrgupõhja uus Vanapagan) has been translated into 14 languages. The English translation by Olga Shartze revised by Christopher Moseley was published by Norvik Press in 2009 under the title The Misadventures of the New Satan. Anton Hansen Text by Märt Väljataga The New Devil of Hellsbottom Põrgupõhja uus vanapagan O O K S TAMMSAARE B The last and perhaps most disturbing novel by the great Estonian novelist A. H. Tammsaare is a parable of redemption as well as a powerful piece of social critique. Although a radical agnostic and anticlerical publicist since his student V E R G R E E N days, A.
    [Show full text]
  • On Some Aspects of Life Writing in Bernard Kangro's Kuus Päeva And
    INTERLITT ERA RIA 2013, 18/2: 397–411 On some Aspects of Life Writing in Bernard Kangro’s Kuus päeva and Seitsmes päev1 MAARJA HOLLO Abstract. The Second World War cleft Estonian literature into two halves for half a century: the literature of the homeland and the literature of the diaspora. Bernard Kangro (1910–1994), who fled Estonia in 1944, was a prolific writer, the editor of the magazine Tulimuld and the head of the main diaspora publishing house Eesti Kirjanike Kooperatiiv. Kuus päeva (Six Days, 1980) and Seitsmes päev (The Seventh Day, 1984) are Kangro’s last novels. Kangro began drawing up plans for these two novels at the beginning of the 1970s, when western scholars were taking a deeper interest in life writing. From the perspective of form, Kangro’s novels have a special status in Estonian literature; in Kuus päeva, Kangro uses the diary form to create a meta-level in the novel with the goal of analyzing the specificity of autobiographical writing; in Seitsmes päev this meta-level is achieved through the imaginary diary of the biographer-protagonist, which consists of his reflections and experiences while writing a biography. These reflections and experiences derive from Kangro’s own preliminary research for the historical novel Kuus päeva. Seitsmes päev thus becomes the metatext for Kuus päeva. The main theme of the first novel of the dilogy is the writing of autobiography as such. Through the protagonist Andreas Sunesen, a historical figure, questions are raised concerning the concept of truth in autobiographical writing, the relations between autobiographical writing and historical writing and the function of confessionality in autobiographical narrative.
    [Show full text]
  • Novels, Histories, Novel Nations Historical Fiction and Cultural Memory in Finland and Estonia
    Novels, Histories, Novel Nations Historical Fiction and Cultural Memory in Finland and Estonia Edited by Linda Kaljundi, Eneken Laanes and Ilona Pikkanen Studia Fennica Historica The Finnish Literature Society (SKS) was founded in 1831 and has, from the very beginning, engaged in publishing operations. It nowadays publishes literature in the fields of ethnology and folkloristics, linguistics, literary research and cultural history. The first volume of the Studia Fennica series appeared in 1933. Since 1992, the series has been divided into three thematic subseries: Ethnologica, Folkloristica and Linguistica. Two additional subseries were formed in 2002, Historica and Litteraria. The subseries Anthropologica was formed in 2007. In addition to its publishing activities, the Finnish Literature Society maintains research activities and infrastructures, an archive containing folklore and literary collections, a research library and promotes Finnish literature abroad. Studia fennica editorial board Pasi Ihalainen, Professor, University of Jyväskylä, Finland Timo Kaartinen, Title of Docent, Lecturer, University of Helsinki, Finland Taru Nordlund, Title of Docent, Lecturer, University of Helsinki, Finland Riikka Rossi, Title of Docent, Researcher, University of Helsinki, Finland Katriina Siivonen, Sunstitute Professor, University of Helsinki, Finland Lotte Tarkka, Professor, University of Helsinki, Finland Tuomas M. S. Lehtonen, Secretary General, Dr. Phil., Finnish Literature Society, Finland Tero Norkola, Publishing Director, Finnish Literature Society, Finland Maija Hakala, Secretary of the Board, Finnish Literature Society, Finland Editorial Office SKS P.O. Box 259 FI-00171 Helsinki www.finlit.fi Novels, Histories, Novel Nations Historical Fiction and Cultural Memory in Finland and Estonia Edited by Linda Kaljundi, Eneken Laanes & Ilona Pikkanen Finnish Literature Society SKS • Helsinki Studia Fennica Historica 19 The publication has undergone a peer review.
    [Show full text]
  • ON the LITERARY LIFE in the SOVIET ESTONIA SOVIET INTHE LIFE LITERARY on the Tutions
    COLLOQUIA | SIRJE OLESK | On the Literary Life ISSN 1822-3737 in the Soviet Estonia Abstract: The paper deals with the literature of the Soviet Estonia that was a very ambivalent phenomenon. It suffered considerably in the forties and fifties by the direct assault repressions. Banning the publishing of the exile authors destroyed the continuity of the literature and spoiled the best crea- tive years of many writers who had stayed homeland. In the early sixties a new generation came into the Estonian literature, by today they have become the living classics (Hando Runnel, Paul-Erik Rummo, Mats Traat, Arvo Valton, Jaan Kaplinski, Viivi Luik, Juhan Viiding etc.). The doctrine of “the flourishing culture” was included in the Soviet doctrine, so the authori- ties had to bear the writers, though they tried to control and direct them permanently. Though the pressure of the regime eased in the sixties, the censorship and the party’s guidance still endured. This was the reason why there were no memoirists or essayists, why many authors have some confus- ing texts among their early works, why the tradition of the Estonian litera- ture is fragmentary. In the last decades of the occupation the creative unions were in opposition rather than in collaboration with the establishment. Key words: Estonian literature, Soviet literature, literary life, censorship. Specifics of the Soviet literary life The forties were the watershed decade in the history of all the Baltic States including Estonia. In the period the Estonian society was divided into two – those who did not leave their home country stayed under the Soviet despotism, and those who escaped from Estonia in 1943–1944 formed the Estonian exile society with its main centres in Sweden, Canada and the USA.
    [Show full text]
  • Jaan Kross and the Case of Balthasar Russow
    Talivee: Tallinn Historical Fiction 109 Layers of the Past in Tallinn Historical Fiction: Jaan Kross and The Case of Balthasar Russow Elle-Mari Talivee Under and Tuglas Literature Centre of the Estonian Academy of Sciences _____________________________________ Abstract: A tetralogy called Kolme katku vahel (Between Three Plagues: The Story of Balthasar Russow) by the Estonian author Jaan Kross was published in the 1970s. Kross’s aim in this historical novel sequence was to educate his readers about the history of Tallinn and to activate their cultural memory. Kross was inspired by three texts about Tallinn: Balthasar Russow’s Chronika der Provintz Lyffland (‘Chronicle of the province of Livonia’, 1578), a short story entitled ‘Katsumus’ (‘An ordeal’, 1947) published by the exiled Estonian writer Gert Helbemäe in 1947 in Sweden, and a hypothesis by the historian Paul Johansen proposing that the author of the chronicle, Russow, might have been the son of an Estonian wagoner from the Tallinn Vorstadt of Kalamaja. This article discusses how Jaan Kross’s novel differs from earlier fictional treatments by major Estonian novelists of the Baltic German past of Tallinn. Through its comparisons between the varied sources of a modern historical novel sequence, the article’s aim is to show how and why the main character of Kross’s tetralogy changed existing spatial perceptions of Tallinn by unearthing buried elements of the city’s history. Keywords: Literary urban studies; cultural memory; literary geographies; Jaan Kross; Balthasar Russow. Author contact: [email protected] Literary Geographies 7(1) 2021 109-126 Talivee: Tallinn Historical Fiction 110 Introduction A historical city novel allows the reader to perceive a former city space as a thrilling blend of time and space, and to meet the inhabitants of this chronotope.
    [Show full text]
  • Faith Stealer Free
    FREE FAITH STEALER PDF Graham Duff,Paul McGann,India Fisher,Conrad Westmaas | none | 01 Oct 2004 | Big Finish Productions Ltd | 9781844351039 | English | Maidenhead, United Kingdom Faith Stealer - Wikipedia Post a comment. Untitled Page. Gary Russell. But under the guidance of the charismatic Laan Carder, one religion seems to be gathering Faith Stealer at an alarming rate. With the Doctor Faith Stealer Charley catching Faith Stealer of an old friend and C'rizz on the receiving end of some unorthodox religious practices, their belief, hope and faith are about to be tested to the limit. It's time to see the light. Considering my allergic reaction to the last season you can imagine my delight in heading back to the Divergent Universe. Upon entering the Multihaven he is forced to invent his own religion, the Tourists, who start each day with a ritual cup of tea. Faith Stealer all the good work to make him witty and fun to be around again is jettisoned when he stops Charley from being brutally murdered. There is no Faith Stealer of his hunt for Rassilon, which was excitedly whispered at Faith Stealer close of the last story in the Universe. He witnesses his worst nightmare, the TARDIS bursting into a million shards and thus is trapped on this planet with no escape. He thinks it is time he came out of the closet, Faith Stealer is about damn time. There are no stunning revelations about the Doctor, no deep insights but Faith Faith Stealer features the most responsible take on his character since Neverland and for that I am grateful.
    [Show full text]
  • TARTU ÜLIKOOL FILOSOOFIATEADUSKOND KULTUURITEADUSTE JA KUNSTIDE INSTITUUT KIRJANDUSE JA TEATRITEADUSE OSAKOND Olari Ristikivi M
    TARTU ÜLIKOOL FILOSOOFIATEADUSKOND KULTUURITEADUSTE JA KUNSTIDE INSTITUUT KIRJANDUSE JA TEATRITEADUSE OSAKOND Olari Ristikivi MODERNISM KARL RISTIKIVI ROMAANIS „HINGEDE ÖÖ“ JA BERNARD KANGRO ROMAANIS „JOONATAN, KADUNUD VELI“ Bakalaureusetöö Juhendaja Janek Kraavi Tartu 2014 Sisukord Sissejuhatus ................................................................................................................................... 3 1. Modernismist ........................................................................................................................ 5 2. Ristikivi „Hingede öö“ ja Kangro „Joonatan, kadunud veli“ võrdlus ................................. 10 2.1. Tingimused võrdluseks ............................................................................................... 10 2.2. Aeg ja ruum ................................................................................................................. 11 2.3. Jutustaja kui võõras ..................................................................................................... 14 2.4. Teejuhid ja „kolmandad“ ............................................................................................ 17 3. Võrdluse põhjal tehtud üldistused ja järeldused.................................................................. 20 Kokkuvõte ................................................................................................................................... 26 Kasutatud kirjandus ...................................................................................................................
    [Show full text]