Natie Voeten, Ook in De Bilt, 1747 E.M

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Natie Voeten, Ook in De Bilt, 1747 E.M De Biltse Grift juni 1997 In plaats van kleine huisjes was het een deftig Bronnen: stukje van het dorp geworden met vlak naast Rijksarchief Gelderland, familiearchief Van Dam van Brakel. elkaar het burgemeestershuis Terre Neuve, de Rijksarchief Utrecht, familiearchief Van Boetzelaer. villa Vredenhof en het grote herenhuis Zorgvliet Gemeentearchief De Bilt, kadastrale registers en met een lap van een tuin daarachter. bevolkingsregisters. Huize Zorgvliet is in dit opstel onderbelicht Historische Kring d’Oude School, documentatie, bronnen gebleven, maar daar hopen we in een volgend 1825-1879. artikel meer over te kunnen vertellen. Natie voeten, ook in De Bilt, 1747 E.M. Haan-Beerends Denkend aan watersnood springt bij de meeste daadwerkelijk geschiedde. Wel had de bisschop, oudere Nederlanders het rampzalige jaar 1953 in alvorens tot deze afdamming over te kunnen gedachten. Toen werd Nederland door een gaan, toezeggingen moeten doen om een nieuwe watersnoodramp getroffen waarbij ca. 1800 scheepvaartverbinding met Utrecht te laten slachtoffers te betreuren waren. De jongeren graven. Al was de Kromme Rijn in die dagen zowel als de ouderen zullen zich de beelden dan niet meer optimaal bevaarbaar, de handels- herinneren van de wateroverlast die ons land belangen van de Utrechtse burgers dienden toch trof in december 1993. Weinig Biltenaren echter serieus genomen te worden. Enkele jaren na de zullen zich zowel in 1953 als in 1993 om eigen afdamming werd de Vaartse Rijn gegraven die huis en haard bezorgd gemaakt hebben. Dat ook Utrecht via de Hollandse Ussel met de Lek De Bilt door hoge waterstanden bedreigd zou verbond, een feit wat aan de ontwikkeling van kunnen worden is iets wat heden ten dage Utrecht zeker ook heeft bijgedragen. onwaarschijnlijk lijkt. In vroeger tijden echter werd het zuidwestelijk deel van onze gemeente Dat er na 1122 in het Kromme-Rijngebied geen meermalen door overstromingen getroffen. overstromingen meer voorkwamen is wat al te Zoals de meeste Biltenaren wel weten heeft De rooskleurig gedacht. In een akte dd. 28 maart Bilt zijn ontstaan te danken aan het stichten van 1240 gaf de abt van Oostbroek grond in erfpacht het klooster Oostbroek. aan Philips van Rijningen. Men vond het blijk De naam Oostbroek geeft al aan dat de grond baar toen toch nog nodig de volgende zinsnede ten oosten van de stad Utrecht uit broekland in de akte op te nemen: bestond en dus moerassig was. De Kromme Rijn Het vee van de andere hoven aan deze kant van was in de vroege middeleeuwen een brede,onbe de Lek van beide conventen van Oestbroeck, dijkte rivier, die veelvuldig buiten haar oevers behalve de geiten, zal in de weide worden trad. De rivier was ooit een onderdeel van een toegelaten, als het wegens overstroming of belangrijke scheepvaartroute van en naar andere onverwochte oorzaken gebrek aan voer Utrecht. De Kromme Rijn begon echter meer en heeft meer te verzanden en rond het jaar 1000 was de Rond het jaar 1230 was er nog een grote Lek de hoofdstroom geworden. Het scheep overstroming geweest in het Utrechtse Rijn vaartverkeer op de Kromme Rijn zal door de Lekgebied. In 1496 en 1624 waren er dijk- verzanding langzaam maar zeker minder zijn doorbraken bij Tull en ‘t Waal en in 1523, 1638 geworden. en 1747 vielen er gaten in de dijk in de buurt van Wijk bij Duurstede. Deze laatste doorbraak Omstreeks het jaar 1122 had bisschop Godebald veroorzaakte ook in De Bilt en Utrecht grote het plan opgevat de Kromme Rijn bij Wijk bij problemen. Artikelen uit De Utrechtsche Duurstede af te dammen. Zijn beweegreden Courant uit die dagen doen ons er kond van. was, door de afdamming de wateroverlast te Op 22 februari 1747 staat in die krant te lezen, beheersen en ontginning van het Kromme dat het water in de rivier de Lek die morgen tot Rijngebied mogelijk te maken, iets wat 35 duimen boven het klokkenslag gestegen was. 9 De Biltse Grift juni1997 Op 27 februari had het water al een hoogte van Op 6 maart kon men in De Utrechtsche Courant 53 duimen boven klokkenslag bereikt. Was het lezen, dat aan de oostzijde van de stad de waterpeil waarop men de klok ging luiden meeste landerijen tot aan de Biltse Steenstraat kennelijk al een kritieke hoogte, nog onder water stonden en dat het water met veel bedreigender was het natuurlijk, wanneer het kracht in de richting van Blauwkapel, water zoveel hoger stond. Westbroek en Maarseveen stroomde. Vele Vier gecommitteerden uit het Collegie van mensen zochten met hun vee en kostbare bezit Dijkgraef en Hoogheemraden van den tingen hoger gelegen plaatsen op. Leckendijck Benedendams waren die dag al ter Woertman vermeldde, dat ook in de stads- inspectie naar de Lekdijk getrokken. De situatie grachten het water weer enige duimen gerezen werd steeds dreigender. In de vroege morgen was. Niet alleen het water kwam de stad Utrecht van 28 februari werd de gevreesde rampspoed binnen, maar volgens Woertman kwamen ook werkelijkheid. Er werd tussen Wijk bij Duurste- de hazen, mollen, ratten en muizen de mensen de en Honswijk een gat in de dijk geslagen van overal tegemoet, hetgeen die hazen, mollen, acht tot tien roeden breed en een manslengte ratten en muizen toch veelal met de dood diep. moesten bekopen, daar ze in groten getale werden doodgeslagen. De vroedschap van Utrecht had de inwoners, wonende langs de Oude en de Nieuwegracht al door de nachtwachten aan laten zeg gen, dat zij hun kelders dienden te ontruimen. Bovendien werd besloten de sluizen buiten de Weerdpoort open te zetten, om het water dat door de doorbraak in de stad mocht komen schot en loop te geven. Volgens de “eigenhandig gemaakte aantekeningen” van Mr. Dirk Woertman, lid van de Utrechtse Vroedschap, was het een geluk, dat de dag voor de doorbraak de wind was gekeerd en uyt den Oosten had beginnen te waeijen, waer door de zee leeg raakte, en de Muydersluys vervolgens open, .sulx dat het water ‘t geen in de stad quam, in de eerste vier dagen alsoo schielijk wederom ofte kelders uytliep en geen ongemack aen de werven ofte kelders toebragt. Het leek in eerste instantie dus mee te vallen. Maar helaas was dat wat te optimistisch ingeschat. Op 3 maart begon volgens Woertman het water ‘s middags sterk te wassen en den Crommen Rhijn met soo veel geweld te loosen, dat het water dien nagt en daags daer aen, den 4e, alsmede Dijkpaal 187 op de Lekdijk bij De Heul, vlak bij de plek den 5e, in verscheyde kelders waar de dijkdoorbraak plaatsvond. liep, bij sommige tot twee a drie voet hoog. 10 De Biltse Grift juni 1997 Blijkens een artikel uit de krant van 8 maart gestaen; dat niet alleen naulijks een steen in de stond de Biltse Straatweg niet alleen onder Biltse Straerweg overig gebleven is (Offschoon water, maar had de sterke persing en drift van er bijna gene van weggespoeld zijn), maer ook het water op verscheide piaetzen, de steenen uit dat in dezelve gaten gespoelt waren, waarin de dien weg doen springen en daer door vele kuilen zwoerste stenen zo diep zonken, als of er geen en gaten in dezelve veroorzaekt, invoegen ze grond meer was; (...)“ zelfs nu niet dan met gevaer te paerd of met reituigen te passeeren is. Zo erg was het gelukkig dus allemaal niet geweest. Volgens Woertman was ruim een Niet alleen de Biltse Straatweg was door het kwart van de Biltse Straatweg dermate geweld van het water op sommige plekken beschadigd, dat dat stuk weg opnieuw zou ernstig beschadigd, maar ook de door het water moeten worden bestraat. Uit zijn aantekeningen van de Biltse Grift aangedreven vingerhoed van dinsdag 14 maart blijkt ook, dat het land molen had door de enorme wateroverlast veel te langs de Biltse Steenstraat zich van beide zijden lijden gehad. Deels was dit te wijten aan het weer begon te vertonen. Het drama liep verkeerd gebruik van de sluizen. Men had in het gelukkig op zijn einde. De Utrechtsche Courant begin de sluizen gesloten gehouden, waardoor berichtte op 15 maart, dat het voorlopig herstel het water werd gestuit, overstroomde en met van de ringdijk bijna voltooid was. Men begon kracht aan twee zijden de muren van het bij de her en der de gevallen gaten in dijken en wegen sluis gelegen woonhuis deed instorten. Door het te dichten en ook de diverse scheepvaart- openen van de sluizen werd de vingerhoedmolen verbindingen kwamen langzaam maar zeker voor verder instortingsgevaar behoed. weer op gang, getuige onderstaand citaat van Woertman, geschreven op maandag 20 maart: Gelukkig begon het water langzaam maar zeker Aen het sandpad tusschen Jutphaas en Utrecht, te zakken. Op zondag 12 maart liep het water waerover sedert vrijdag reeds de peerden voor nog maar op enkele plaatsen over de Biltse de Vaartse en andere schuyten hadden gelopen, Steenstraat. De hoge akkers rondom werden wierd nu sterk gewerkt omme hetselve voor weer zichtbaar en ook in de stad was het rjtuygen mede bruykbaer te maken, ‘t geen waterpeil dermate gezakt, dat de kelders veelal daags daeraen volvoert was. weer droog vielen. De Utrechtsche Courant hield de lezers Men kon gelukkig ook weer droogvoets van nauwkeurig op de hoogte, maar helaas waren Utrecht naar De Bilt. Over de gaten waarin nog ook toen niet alle journalisten zo stipt in hun water stond, meestal gelegen tussen de bomen berichtgeving. Dat de sensatiepers niet een aan de kant van de Biltse Grift, had men de fenomeen is dat zich in onze dagen heeft voorgaande dagen planken gelegd. Wel moest ontwikkeld, blijkt uit de volgende aantekening volgens Woertman yder mensch een duyt van Woertman: betaelen aen diegene die deselve tot gemak van Men las met verwondering in de Hollandse de passagiers aldaer gelegt hadden.
Recommended publications
  • An Overview of Incident Management Projects in the Netherlands
    AN OVERVIEW OF INCIDENT MANAGEMENT PROJECTS IN THE NETHERLANDS Peter Zwaneveld, Isabel Wilmink TNO Inro Ben Immers TNO Inro and K.U. Leuven, Department of Civil Engineering Emst Malipaard Grontmij Dick Heyse Rijkswaterstaat, Projectbureau Incident Management I. INTRODUCTION Over the past years the Dutch government has implemented Incident Management (IM) projects on several locations on the Dutch motorway network. Incident Management projects aim among others to reduce the delay caused by incidents. These incidents can involve, for instance, accidents, stalled vehicles and spilled loads. This paper provides an overview of the activities with respect to IM in the Netherlands over the past decade. The discussion of these activities is based upon the following four stages. These stages are identified for presentational and educational purposes. Chronologically, the stages overlap. 1. The ‘orientation’ stage. This stage started at the end of the 1980’s with an orientation on international IM activities. It ended in 1995 with the publication of an Incident Management Manual by the Dutch Ministry of Traffic and Transportation. 2. The ‘pilot projects’ stage. This stage started in 1994 and ended in 1997. Within this stage several IM measures were tested on motorways around Utrecht, Rotterdam, and Amsterdam. 3. The ‘organisation’ stage. This stage started during the previous stage and ended in January 1997 with the foundation of an organisation, called ‘Projectbureau Incident Management’. Several emergency services are represented within this organisation, like police, transport authorities, motorway operators and insurance companies. 4. The ‘implementation’ stage. This stage, started in 1997, consists of the nation- wide introduction of IM measures. Initially, two measures are selected, one for passenger cars and one for trucks.
    [Show full text]
  • Utrecht CRFS Boundaries Options
    City Region Food System Toolkit Assessing and planning sustainable city region food systems CITY REGION FOOD SYSTEM TOOLKIT TOOL/EXAMPLE Published by the Food and Agriculture Organization of the United Nations and RUAF Foundation and Wilfrid Laurier University, Centre for Sustainable Food Systems May 2018 City Region Food System Toolkit Assessing and planning sustainable city region food systems Tool/Example: Utrecht CRFS Boundaries Options Author(s): Henk Renting, RUAF Foundation Project: RUAF CityFoodTools project Introduction to the joint programme This tool is part of the City Region Food Systems (CRFS) toolkit to assess and plan sustainable city region food systems. The toolkit has been developed by FAO, RUAF Foundation and Wilfrid Laurier University with the financial support of the German Federal Ministry of Food and Agriculture and the Daniel and Nina Carasso Foundation. Link to programme website and toolbox http://www.fao.org/in-action/food-for-cities-programme/overview/what-we-do/en/ http://www.fao.org/in-action/food-for-cities-programme/toolkit/introduction/en/ http://www.ruaf.org/projects/developing-tools-mapping-and-assessing-sustainable-city- region-food-systems-cityfoodtools Tool summary: Brief description This tool compares the various options and considerations that define the boundaries for the City Region Food System of Utrecht. Expected outcome Definition of the CRFS boundaries for a specific city region Expected Output Comparison of different CRFS boundary options Scale of application City region Expertise required for Understanding of the local context, existing data availability and administrative application boundaries and mandates Examples of Utrecht (The Netherlands) application Year of development 2016 References - Tool description: This document compares the various options and considerations that define the boundaries for the Utrecht City Region.
    [Show full text]
  • Hydrological Disasters in the NW-European Lowlands During The
    Netherlands Journal of Hydrological disasters in the NW-European Geosciences Lowlands during the first millennium AD: www.cambridge.org/njg a dendrochronological reconstruction Esther Jansma Original Article Cultural Heritage Agency of the Netherlands, P.O. Box 1600, 3800 BP Amersfoort, the Netherlands and The Netherlands Centre for Dendrochronology/RING Foundation, P.O. Box 1600, 3800 BP Amersfoort, Cite this article: Jansma E. Hydrological the Netherlands disasters in the NW-European Lowlands during the first millennium AD: a dendrochronological reconstruction. Netherlands Journal of Abstract Geosciences, Volume 99, e11. https://doi.org/ 10.1017/njg.2020.10 This study presents an annually resolved dendrochronological reconstruction of hydrological impacts on the Roman and early-medieval landscape in the Low Countries of northwestern Received: 20 December 2019 Europe. Around 600 hydrologically sensitive ring-width patterns, mostly oak (Quercus Revised: 5 June 2020 robur/petraea) as well as some ash (Fraxinus excelsior) and elm (Ulmus sp.), were selected from Accepted: 6 July 2020 an initial dataset of >5000 and compiled into two chronologies that span the first millennium Keywords: AD. Their content and (dis)similarities to established tree-ring chronologies from this and flood reconstruction; the Low Countries; NW surrounding regions were used to assess their provenance, which in both cases is in the area Europe; Roman Period; Early Middle Ages; where the majority of the wood was recovered. Instances of high groundwater levels and/or Quercus robur/petraea inundation were catalogued by identifying multi-year intervals of strongly reduced annual Author for correspondence: Esther Jansma, growth that occurred simultaneously throughout the research area. The resulting record Email: [email protected] contains 164 events dated between AD 1 and 1000, of which 21 have a recurrence frequency ≥50 years.
    [Show full text]
  • Parallel Air Temperature Measurements at the KNMI Observatory in De Bilt (The Netherlands) May 2003 - June 2005
    Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Theo Brandsma De Bilt, 2011 | Scientific report; WR 2011-01 Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Version 1.0 Date March 14, 2011 Status Final final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Colofon Title Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Authors Theo Brandsma — T +3130 220 66 93 Page 5 of 56 final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Page 6 of 56 final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Table of contents Foreword — 9 Summary — 11 1 Introduction — 13 1.1 Problem description — 13 1.2 Scope and objectives of the report — 14 2 Data and methods — 17 2.1 Site description and instrumentation — 17 2.1.1 Site description — 17 2.1.2 Instrumentation — 20 2.2 Methodology — 21 3 Results — 23 3.1 Climatic conditions during the experiment — 23 3.2 Monthly mean temperature differences — 23 3.3 Daily temperature differences — 24 3.4 Diurnal temperature cycle differences — 29 3.5 Diurnal wind speed cycle differences — 31 3.6 Wind direction dependent differences — 33 3.7 Vapor pressure differences — 37 3.8 Comparison of DB260
    [Show full text]
  • Rhenen Wijk Bij Duurstede Vianen
    rhenen wijk bij duurstede Laat je vianen meevoeren door Nederrijn en Lek! Ervaar de geschiedenis zelf en beleef hoe kunstenaars verhalen over Lek en Nederrijn verbeelden in Rhenen, Wijk bij Duurstede en Vianen. Kom kijken naar theater op de veerponten, bezoek een van de tentoonstellingen, doe Doen! mee met de workshops, vaar mee, kom naar de lezingen of fiets mee met het Rondje Pontje. Land en Water is dit jaar het thema van de Week van de Geschiedenis. Om dit thema op een prikkelende manier Fotograferen? Doe je zo! in beeld te brengen, werken erfgoedorganisaties en amateurkunstenaars voor het eerst samen in de regio Rhenen, Wijk Workshops Lucht en Landschap bij Duurstede en Vianen. Met de rivier de Rijn, in dit gebied beter bekend als Lek of Nederrijn als bron van inspiratie Workshops voor kinderen krijgen uiteenlopende activiteiten vorm. Kijk in deze krant voor het complete programma en volg de laatste nieuwtjes op www.weekvandegeschiedenis.nl Meten met voeten en duimen Kijken naar foto’s, rondleiding Laat je meevoeren door Nederrijn en Lek wordt mede mogelijk gemaakt door het programma Cultuurparticipatie van de Het Vertelkabinet provincie Utrecht. Beleven! Rijn en Lek Safari Rondje Pontje Veerpraat Kijken! Van Waterweg tot Wetlands Rijn en Lek in Kaart Foto: WiNFried LeemaN Foto: WiNFried LeemaN Knallende opening! Zaterdag 10 oktober 10.00 uur vanaf markante torens in Rhenen, Wijk bij Duurstede en Vianen Dijkdoorbraak, overstroming, verzakte wegen - de Rijn is niet altijd even lieflijk en betoverend. Als herinnering hieraan wordt een noodsignaal afgestoken vanaf kerktorens in Rhenen, Wijk bij Duurstede en Vianen. Dit signaal is het knallende begin van de Week van de Geschiedenis 2010 en het startsein voor uiteenlopende activiteiten.
    [Show full text]
  • Meles Meles) Population at Eindegooi, the Netherlands
    Defragmentation measures and the increase of a local European badger (Meles meles) population at Eindegooi, the Netherlands Hans (J.) Vink1, Rob C. van Apeldoorn2 & Hans (G.J.) Bekker3 1 National Forest Service, P.O. Box 1300, NL-3970 NG Driebergen, the Netherlands, e-mail: [email protected] 2 Alterra, Wageningen University and Research , P.O. Box 47, NL-6700 AA Wageningen, the Netherlands 3 Rijkswaterstaat, Centre for Transport and Navigation, P.O Box 5044, NL-2600 GA Delft, the Netherlands Abstract: Twenty four years’ data on European badger (Meles meles) and sett numbers have been collected by direct observation of a local population at Eindegooi, which straddles the Dutch provinces of Utrecht and Noord- Holland. The population has shown periods of both slow and exponential growth and spatial dynamics show colonization of the entire study area. Analysis of how population dynamics respond to defragmentation measures involving roads has been undertaken. This suggests that tunnels and other measures make a positive contribution. At low densities and during periods of slow growth these measures can increase the lifetime of reproducing indi- viduals and help badgers to safely disperse and colonize new habitat patches. Their positive effect on the popula- tion is illustrated by the fact that an individual’s mortality risk from traffic has remained more or less constant, despite the increasing number of cars on motorways and provincial roads that dissect the study area. Keywords: badger, Meles meles, population growth, badger friendly measures, traffic, roads. Introduction reducing fatal traffic accidents, but also on defragmenting isolated badger populations. The Dutch European badger (Meles meles) Initially organized at the local level, a national population is recovering after a strong decline defragmentation policy was initiated, which is in the second half of the last century (Wiertz still ongoing (Ministerie van Landbouw, Na- & Vink 1986, Wiertz 1992, Moll 2002, Moll tuurbeheer en Visserij 1990, Bekker & Canters 2005).
    [Show full text]
  • Visibility Measurements in De Bilt and Schiphol
    Visibility measurements in De Bilt and Schiphol. Bachelor thesis Utrecht University Institute for Marine and Atmospheric Research Utrecht http://www.imau.nl/ June 2010 “Cleaner air in Europe brings better views, more sunshine and warmer temperatures” Aldert J. van Beelen Supervisor: Dr. Aarnout J. van Delden Grand Canyon “hazy” Desert View at sunset. Will this view improve in the future? © A.J. van Beelen Content 1. Introduction………………………………………………………………3 1.1 Introduction. 1.2 Hypothesis 2. Theory……………………………………………………………………..5 2.1 Introduction to aerosol effects. 2.2 Decadal trends in surface solar radiation: global dimming. 2.3 Global brightening. 2.4 Dimming, brightening and climate. 2.5 Changes in human aerosol emissions. 2.6 Visibility trends over Europe. 2.7 Meteorological influences on visibility. 3. Methodology……………………………………………………………..15 3.1 Introduction to atmospheric visibility. 3.2 Visibility measurements at de Bilt and Schiphol. 3.2.1 Introduction. 3.2.2 Instrumentation. 3.2.3 Maintenance and placement. 3.2.4 Uncertainties and resolution. 3.2.5 Frequency and recording of measurements. 3.3 Methodology changes between 1955 and 2010 at de Bilt and Schiphol. 3.4 Methodology of this project. 4. Results & Discussion…………………………………………………..26 4.1 Visibility at De Bilt and Schiphol. 4.2 Visibility and changes in wind regime. 4.3 Visibility and changes in relative humidity. 4.4 Visibility changes, cloudiness and sunshine duration. 4.5 Visibility changes and temperature. 4.6 Visibility changes and the diurnal temperature range. 5. Summary and Conclusion…………………………………………….35 References………………………………………………………………………………..37 2 1. Introduction. 1.1 Introduction. This report describes and compares the visibility measurements at two locations in the Netherlands.
    [Show full text]
  • Woerden Veenendaal UTRECHT Zeist Amersfoort Nieuwegein
    ! ! ! ! ! ! PROVINCIALE RUIMTELIJKE STRUCTUURVISIE ! 2013 - 2028 (HERIJKING 2016) ! Abcoude KAART 1 - EXPERIMENTEERRUIMTE ! ! ! ! Eiland van Schalkwijk (toelichtend) ! ! ! ! ! Eemnes ! 0 10 km ! Spakenburg ! ! ! ! ! ! ! Bunschoten Vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht op 12 december 2016 ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Baarn ! Vinkeveen ! ! Mijdrecht ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Breukelen ! Soest ! ! ! ! ! ! ! ! ! Amersfoort ! ! ! ! ! ! ! Maarssen ! ! ! ! ! ! Bilthoven ! ! ! Leusden ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Vleuten De Bilt ! ! ! ! ! ! ! Zeist Woudenberg ! UTRECHT ! Woerden ! ! ! De Meern ! ! Bunnik ! ! ! ! ! ! ! ! ! Driebergen-Rijsenburg ! ! ! ! ! Mo! ntfoort ! Doorn Oudewater! Nieuwegein ! ! Houten Veenendaal ! IJsselstein ! ! ! ! Leersum ! ! ! Amerongen ! ! ! ! ! Vianen ! ! ! Wijk bij ! ! ! ! Duurstede ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Rhenen ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! AFDELING FYSIEKE LEEFOMGEVING, TEAM GIS ONDERGROND: © 2017, DIENST VOOR HET KADASTER EN OPENBARE REGISTERS, APELDOORN 12-12-2016 PRS PROVINCIALE RUIMTELIJKE STRUCTUURVISIE 2013 - 2028 (HERIJKING 2016) Abcoude KAART 2 - BODEM veengebied kwetsbaar voor oxidatie (toelichtend) Eemnes Spakenburg duurzaam gebruik van de ondergrond veengebied gevoelig voor bodemdaling Bunschoten 0 10 km Vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht op 12 december 2016 Vinkeveen Baarn Mijdrecht Breukelen Soest Amersfoort Maarssen Bilthoven Leusden Vleuten De Bilt Zeist Woudenberg UTRECHT Woerden De Meern Bunnik Driebergen-Rijsenburg Montfoort Doorn Oudewater Nieuwegein Houten
    [Show full text]
  • Project: Bureauonderzoek, Ensahlaan 2A Te Bilthoven, Gemeente De Bilt Projectnummer: S180016
    Bureau – en Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek Ensahlaan 2a te Bilthoven gemeente De Bilt Opdrachtgever Dhr. F. Nederveen Hezer Enghweg 17 Projectleider 3734 GM Den Dolder drs. M. Petterson Projectnummer Autorisatie Paraaf Datum Synthegra Rapport S180016 drs. J. Krist 12-06-2018 Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden Telefoon +31 (0)88 81 81 981, Internet: www.synthegra.nl Project: Bureauonderzoek, Ensahlaan 2a te Bilthoven, gemeente De Bilt Projectnummer: S180016 COLOFON Opdrachtgever : Bilthoven Project : Ensahlaan 2a te Bilthoven Projectnummer : S180016 Titel : Bureauonderzoek, Ensahlaan 2a te Bilthoven Datum : 12-06-2018 Projectleider : drs. M. Petterson Auteurs : drs. M. Petterson Autorisatie : drs. J. Krist Afbeeldingen : Synthegra B.V., tenzij anders vermeld Druk : Synthegra B.V., Leusden ISSN : 1874-9771 Synthegra B.V. is gecertificeerd voor de BRL 4000 protocollen 4001 t/m 4004 (landbodems) Synthegra B.V. Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden Telefoon +31 (0)88 81 81 981, Internet: www.synthegra.nl © Synthegra B.V., 2018 © Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 2 van 30 Project: Bureauonderzoek, Ensahlaan 2a te Bilthoven, gemeente De Bilt Projectnummer: S180016 INHOUD ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 4 SAMENVATTING 5 Inleiding 5 Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek 5 Conclusie en aanbeveling 6 1 INLEIDING 7 1.1 Onderzoekskader 7 1.2 Onderzoeksdoel en vraagstellingen 7 1.3 Ligging en huidige situatie plangebied 8 1.4 Toekomstige situatie plangebied 8 2 BUREAUONDERZOEK
    [Show full text]
  • Nota Bodembeheer
    Nota bodembeheer ` Grondstromenbeleid Regio Zuidoost-Utrecht Milieudienst Zuidoost-Utrecht December 2011 WBD1107.T001/ 114 opgesteld door M. de Jong beoordeeld door I. Guiking-Lens (gemeente Veenendaal) J. Takken (gemeente Wijk bij Duurstede) J. Spronk, D. Langemeijer (ILB-adviseurs) Akkoord: Nota bodembeheer Inhoud 1. Inleiding ......................................................................................................................6 2. Regionale doelstelling en uitgangspunten...............................................................8 2.1 Regionale samenwerking....................................................................................................8 2.2 Uitgangspunten...................................................................................................................8 3. Kader Nota bodembeheer..........................................................................................9 3.1 Eisen aan de Nota bodembeheer .......................................................................................9 3.2 Beleidsruimte voor gebiedsspecifiek beleid........................................................................9 3.3 Bodemkwaliteit en bodemkwaliteitskaart ..........................................................................10 3.4 Maatschappelijke opgave .................................................................................................12 4. Regionaal gebiedsspecifiek grondstromenbeleid..................................................13 4.1 Alle bodemkwaliteitszones
    [Show full text]
  • Veenweg 10 - Bosweg/Paardenkop - Achterbergsestraatweg
    ERVENCONSULENT BOUWEN MET RUIMTELIJKE KWALITEIT Veenweg 10 - Bosweg/Paardenkop - Achterbergsestraatweg INTRODUCTIE Aanleiding De eigenaar van de locatie Veenweg 10 wil graag gebruik maken van de ruimte- voor-ruimte regeling(RvR). Door de sloop van de stallen ontstaat er een bouwrecht voor 2 woonbestemmingen. Gezien de aanwezigheid van de hoogspanningslijn is het niet wenselijk om deze twee nieuwe woningen op locatie te bouwen. De gemeente Rhenen is op zoek gegaan naar initiatiefnemers die gebruik willen maken van dit bouwrecht. B&W is akkoord met het principeverzoek en heeft in haar besluit op 20 juni 2016 voorwaarden gesteld aan de RvR voor het perceel Veenweg 10. De gemeente stelt onder meer als eis dat voor alle drie de locaties waarop RvR-regeling van toepassing is, een door Landschap Erfgoed Utrecht (LEU) goedgekeurd inpassingsplan wordt opgesteld. Proces In overleg met O-gen, LEU en de gemeente is besloten tot een ontwerpsessie-dag met alle betrokkenen in drie afzonderlijke sessies van elk maximaal 2 uur. Hierbij leveren de ervenconsulenten zowel een procedurele als inhoudelijke bijdrage. Het vraagstuk van de inpassing wordt in de voorfase al integraal benaderd, een efficiënte manier om tot een goed ontwerp te komen. Deelnemers aan de sessies zijn: provincie Utrecht/O-gen, gemeente Rhenen, de ervenconsulenten, Land Plus, DORPenLANDadvies en de eigenaren van elke locatie. De resultaten van deze schetssessies zijn verwerkt in de adviezen van Land Plus. Tijdens deze aanpassingsronde heeft er nog tussentijdse afstemming met de ervenconsulenten plaats gevonden. Nadien heeft O-gen gevraagd om alsnog advies uit te brengen over deze drie locaties. Dit is het advies wat nu voor u ligt.
    [Show full text]
  • Factsheet Zon-PV U10-U16 PDF Document
    Factsheet zon-PV per RES-regio Regio U10/U16 Totaaloverzicht Opgesteld vermogen in de regio (in MWp) Per gemeente eind 2019* (in MWp) (In MWp per 1000 huishoudens) 4 Bunnik 7 Bunnik 1,0 5 De Bilt 8 De Bilt 0,4 258 10 De Ronde Venen 15 De Ronde Venen 0,8 10 Houten 17 Houten 0,9 5 IJsselstein 7 IJsselstein 0,5 3 Lopik 7 Lopik 1,2 176 3 Montfoort 9 Montfoort 1,5 7 Nieuwegein 24 Nieuwegein 0,8 142 Oudewater 2 Oudewater 1,0 120 5 Stichtse Vecht 9 Stichtse Vecht 0,5 100 13 Utrecht 39 Utrecht 0,5 80 70 74 10 0,6 60 Utrechtse Heuvelrug 13 Utrechtse Heuvelrug 53 11 Vijeerenlanden 25 Vijeerenlanden 1,1 41 41 28 29 5 0,8 20 Wijk bij Duurstede 8 Wijk bij Duurstede 8 12 10 Woerden 20 Woerden 0,9 8 Zeist 11 Zeist 0,4 * *(per einde van het kalenderjaar) , , , , , Woningen Totaal Woningen Totaal Gemiddeld in Nederland: 0,9 Bron: CBS – Zonnestroom: opgesteld vermogen *voorlopige cijfers SDE+ projecten Verdeling naar opstelling van gerealiseerde sde+ projecten (in MWp) Vermogen van SDE+ projecten die nog in de Gemiddeld in Nederland: 63% SDE+ gerealiseerd op daken pijplijn zitten (in MWp) 6 Bunnik 100% Bunnik 37 7 De Bilt 83% De Bilt 7 12 De Ronde Venen 100% De Ronde Venen 12 20 Houten 24% Houten 54 3 IJsselstein 100% IJsselstein 3 4 Lopik 100% Lopik 4 7 Montfoort 100% Montfoort 7 36 Nieuwegein 70% Nieuwegein 41 3 Oudewater 100% Oudewater 3 11 Stichtse Vecht 100% Stichtse Vecht 11 74 Utrecht 100% Utrecht 74 5 Utrechtse Heuvelrug 100% Utrechtse Heuvelrug 6 37 Vijeerenlanden 100% Vijeerenlanden 37 3 Wijk bij Duurstede 100% Wijk bij Duurstede
    [Show full text]