Natie Voeten, Ook in De Bilt, 1747 E.M
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Biltse Grift juni 1997 In plaats van kleine huisjes was het een deftig Bronnen: stukje van het dorp geworden met vlak naast Rijksarchief Gelderland, familiearchief Van Dam van Brakel. elkaar het burgemeestershuis Terre Neuve, de Rijksarchief Utrecht, familiearchief Van Boetzelaer. villa Vredenhof en het grote herenhuis Zorgvliet Gemeentearchief De Bilt, kadastrale registers en met een lap van een tuin daarachter. bevolkingsregisters. Huize Zorgvliet is in dit opstel onderbelicht Historische Kring d’Oude School, documentatie, bronnen gebleven, maar daar hopen we in een volgend 1825-1879. artikel meer over te kunnen vertellen. Natie voeten, ook in De Bilt, 1747 E.M. Haan-Beerends Denkend aan watersnood springt bij de meeste daadwerkelijk geschiedde. Wel had de bisschop, oudere Nederlanders het rampzalige jaar 1953 in alvorens tot deze afdamming over te kunnen gedachten. Toen werd Nederland door een gaan, toezeggingen moeten doen om een nieuwe watersnoodramp getroffen waarbij ca. 1800 scheepvaartverbinding met Utrecht te laten slachtoffers te betreuren waren. De jongeren graven. Al was de Kromme Rijn in die dagen zowel als de ouderen zullen zich de beelden dan niet meer optimaal bevaarbaar, de handels- herinneren van de wateroverlast die ons land belangen van de Utrechtse burgers dienden toch trof in december 1993. Weinig Biltenaren echter serieus genomen te worden. Enkele jaren na de zullen zich zowel in 1953 als in 1993 om eigen afdamming werd de Vaartse Rijn gegraven die huis en haard bezorgd gemaakt hebben. Dat ook Utrecht via de Hollandse Ussel met de Lek De Bilt door hoge waterstanden bedreigd zou verbond, een feit wat aan de ontwikkeling van kunnen worden is iets wat heden ten dage Utrecht zeker ook heeft bijgedragen. onwaarschijnlijk lijkt. In vroeger tijden echter werd het zuidwestelijk deel van onze gemeente Dat er na 1122 in het Kromme-Rijngebied geen meermalen door overstromingen getroffen. overstromingen meer voorkwamen is wat al te Zoals de meeste Biltenaren wel weten heeft De rooskleurig gedacht. In een akte dd. 28 maart Bilt zijn ontstaan te danken aan het stichten van 1240 gaf de abt van Oostbroek grond in erfpacht het klooster Oostbroek. aan Philips van Rijningen. Men vond het blijk De naam Oostbroek geeft al aan dat de grond baar toen toch nog nodig de volgende zinsnede ten oosten van de stad Utrecht uit broekland in de akte op te nemen: bestond en dus moerassig was. De Kromme Rijn Het vee van de andere hoven aan deze kant van was in de vroege middeleeuwen een brede,onbe de Lek van beide conventen van Oestbroeck, dijkte rivier, die veelvuldig buiten haar oevers behalve de geiten, zal in de weide worden trad. De rivier was ooit een onderdeel van een toegelaten, als het wegens overstroming of belangrijke scheepvaartroute van en naar andere onverwochte oorzaken gebrek aan voer Utrecht. De Kromme Rijn begon echter meer en heeft meer te verzanden en rond het jaar 1000 was de Rond het jaar 1230 was er nog een grote Lek de hoofdstroom geworden. Het scheep overstroming geweest in het Utrechtse Rijn vaartverkeer op de Kromme Rijn zal door de Lekgebied. In 1496 en 1624 waren er dijk- verzanding langzaam maar zeker minder zijn doorbraken bij Tull en ‘t Waal en in 1523, 1638 geworden. en 1747 vielen er gaten in de dijk in de buurt van Wijk bij Duurstede. Deze laatste doorbraak Omstreeks het jaar 1122 had bisschop Godebald veroorzaakte ook in De Bilt en Utrecht grote het plan opgevat de Kromme Rijn bij Wijk bij problemen. Artikelen uit De Utrechtsche Duurstede af te dammen. Zijn beweegreden Courant uit die dagen doen ons er kond van. was, door de afdamming de wateroverlast te Op 22 februari 1747 staat in die krant te lezen, beheersen en ontginning van het Kromme dat het water in de rivier de Lek die morgen tot Rijngebied mogelijk te maken, iets wat 35 duimen boven het klokkenslag gestegen was. 9 De Biltse Grift juni1997 Op 27 februari had het water al een hoogte van Op 6 maart kon men in De Utrechtsche Courant 53 duimen boven klokkenslag bereikt. Was het lezen, dat aan de oostzijde van de stad de waterpeil waarop men de klok ging luiden meeste landerijen tot aan de Biltse Steenstraat kennelijk al een kritieke hoogte, nog onder water stonden en dat het water met veel bedreigender was het natuurlijk, wanneer het kracht in de richting van Blauwkapel, water zoveel hoger stond. Westbroek en Maarseveen stroomde. Vele Vier gecommitteerden uit het Collegie van mensen zochten met hun vee en kostbare bezit Dijkgraef en Hoogheemraden van den tingen hoger gelegen plaatsen op. Leckendijck Benedendams waren die dag al ter Woertman vermeldde, dat ook in de stads- inspectie naar de Lekdijk getrokken. De situatie grachten het water weer enige duimen gerezen werd steeds dreigender. In de vroege morgen was. Niet alleen het water kwam de stad Utrecht van 28 februari werd de gevreesde rampspoed binnen, maar volgens Woertman kwamen ook werkelijkheid. Er werd tussen Wijk bij Duurste- de hazen, mollen, ratten en muizen de mensen de en Honswijk een gat in de dijk geslagen van overal tegemoet, hetgeen die hazen, mollen, acht tot tien roeden breed en een manslengte ratten en muizen toch veelal met de dood diep. moesten bekopen, daar ze in groten getale werden doodgeslagen. De vroedschap van Utrecht had de inwoners, wonende langs de Oude en de Nieuwegracht al door de nachtwachten aan laten zeg gen, dat zij hun kelders dienden te ontruimen. Bovendien werd besloten de sluizen buiten de Weerdpoort open te zetten, om het water dat door de doorbraak in de stad mocht komen schot en loop te geven. Volgens de “eigenhandig gemaakte aantekeningen” van Mr. Dirk Woertman, lid van de Utrechtse Vroedschap, was het een geluk, dat de dag voor de doorbraak de wind was gekeerd en uyt den Oosten had beginnen te waeijen, waer door de zee leeg raakte, en de Muydersluys vervolgens open, .sulx dat het water ‘t geen in de stad quam, in de eerste vier dagen alsoo schielijk wederom ofte kelders uytliep en geen ongemack aen de werven ofte kelders toebragt. Het leek in eerste instantie dus mee te vallen. Maar helaas was dat wat te optimistisch ingeschat. Op 3 maart begon volgens Woertman het water ‘s middags sterk te wassen en den Crommen Rhijn met soo veel geweld te loosen, dat het water dien nagt en daags daer aen, den 4e, alsmede Dijkpaal 187 op de Lekdijk bij De Heul, vlak bij de plek den 5e, in verscheyde kelders waar de dijkdoorbraak plaatsvond. liep, bij sommige tot twee a drie voet hoog. 10 De Biltse Grift juni 1997 Blijkens een artikel uit de krant van 8 maart gestaen; dat niet alleen naulijks een steen in de stond de Biltse Straatweg niet alleen onder Biltse Straerweg overig gebleven is (Offschoon water, maar had de sterke persing en drift van er bijna gene van weggespoeld zijn), maer ook het water op verscheide piaetzen, de steenen uit dat in dezelve gaten gespoelt waren, waarin de dien weg doen springen en daer door vele kuilen zwoerste stenen zo diep zonken, als of er geen en gaten in dezelve veroorzaekt, invoegen ze grond meer was; (...)“ zelfs nu niet dan met gevaer te paerd of met reituigen te passeeren is. Zo erg was het gelukkig dus allemaal niet geweest. Volgens Woertman was ruim een Niet alleen de Biltse Straatweg was door het kwart van de Biltse Straatweg dermate geweld van het water op sommige plekken beschadigd, dat dat stuk weg opnieuw zou ernstig beschadigd, maar ook de door het water moeten worden bestraat. Uit zijn aantekeningen van de Biltse Grift aangedreven vingerhoed van dinsdag 14 maart blijkt ook, dat het land molen had door de enorme wateroverlast veel te langs de Biltse Steenstraat zich van beide zijden lijden gehad. Deels was dit te wijten aan het weer begon te vertonen. Het drama liep verkeerd gebruik van de sluizen. Men had in het gelukkig op zijn einde. De Utrechtsche Courant begin de sluizen gesloten gehouden, waardoor berichtte op 15 maart, dat het voorlopig herstel het water werd gestuit, overstroomde en met van de ringdijk bijna voltooid was. Men begon kracht aan twee zijden de muren van het bij de her en der de gevallen gaten in dijken en wegen sluis gelegen woonhuis deed instorten. Door het te dichten en ook de diverse scheepvaart- openen van de sluizen werd de vingerhoedmolen verbindingen kwamen langzaam maar zeker voor verder instortingsgevaar behoed. weer op gang, getuige onderstaand citaat van Woertman, geschreven op maandag 20 maart: Gelukkig begon het water langzaam maar zeker Aen het sandpad tusschen Jutphaas en Utrecht, te zakken. Op zondag 12 maart liep het water waerover sedert vrijdag reeds de peerden voor nog maar op enkele plaatsen over de Biltse de Vaartse en andere schuyten hadden gelopen, Steenstraat. De hoge akkers rondom werden wierd nu sterk gewerkt omme hetselve voor weer zichtbaar en ook in de stad was het rjtuygen mede bruykbaer te maken, ‘t geen waterpeil dermate gezakt, dat de kelders veelal daags daeraen volvoert was. weer droog vielen. De Utrechtsche Courant hield de lezers Men kon gelukkig ook weer droogvoets van nauwkeurig op de hoogte, maar helaas waren Utrecht naar De Bilt. Over de gaten waarin nog ook toen niet alle journalisten zo stipt in hun water stond, meestal gelegen tussen de bomen berichtgeving. Dat de sensatiepers niet een aan de kant van de Biltse Grift, had men de fenomeen is dat zich in onze dagen heeft voorgaande dagen planken gelegd. Wel moest ontwikkeld, blijkt uit de volgende aantekening volgens Woertman yder mensch een duyt van Woertman: betaelen aen diegene die deselve tot gemak van Men las met verwondering in de Hollandse de passagiers aldaer gelegt hadden.