1 Wadden Route Harlingen – Jade – Helgoland -De Eider Gevaren Door

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

1 Wadden Route Harlingen – Jade – Helgoland -De Eider Gevaren Door Wadden route Harlingen – Jade – Helgoland -de Eider gevaren door Dirk van Loo in 2016 Deze route is mogelijk voor schepen tot een diepgang van 1,20 meter. Een schipper met tijd kan alles in dagtochtjes doen. Voor schepen tot 150 cm is de route vanaf Terschelling naar Ameland mogelijk via de Oosterom en de Blauwe Balg. Vanaf Ameland naar Lauwersoog is het Pinkegat het ondiepste stuk, secuur rekenen is daarbij noodzakelijk rekening te houden met het aantal dagen na springtij en mogelijke verlaging. De routes worden regelmatig gelood door RWS en die resultaten zijn terug te vinden op de site van de Wadvaardersvereniging, https://www.nautin.nl/wb/pages/getij/dieptestaat-----wadden.php Voor de Duitse wadden kan je deze vinden op de site http://www.wattenschipper.de/Aktuelles.htm Print deze gegevens uit, zodat je er aan boord altijd over kan beschikken. De aangegeven dieptes in de kaart naast de routes zijn niet betrouwbaar en kunnen jaren oud zijn. Om je eigen routes te nemen over zandplaten is kennis van het waddenzeilen een vereiste. Let op er worden twee manieren gebruikt om de posities aan te geven: 1. GMS, graden, minuten, seconden bv 53°16.502’N 2. DG , decimale graden bv N53.28062 (via GoogleMaps) Dit zijn beide dezelfde posities (Kimstergat), maar op een andere manier weergegeven. 4° 30’ 35” omrekenen naar DG gaat als volgt: De 35” seconden omzetten in decimalen van een minuut gaat als volgt: 35/60 optellen bij de 30´minuten geeft dus 4º 30,583 Andersom kan ook: neem 4,5097 daar trekken we de hele graden van af (getal voor de komma) blijft dus 0,5097 om nu de minuten en seconden te vinden vermenigvuldigen we 0,5097 met 60 dat wordt dan 30,582 ofwel we hebben nu 4º 30,582 nu trekken we de minuten hier weer even af (getal voor de komma) en vermenigvuldigen we de rest 0,582 weer met 60 ofwel 0,582 x 60 = 34.92 Totaal wordt het nu dus 4º 30´ 34.92” Dieper stekende schepen die zee willen vermijden kunnen vanaf Delfzijl starten. Wat kaarten betreft zijn de kaarten van NV. Atlas het beste. De Navionics op de plotter zijn in deze gebieden heel onbetrouwbaar. Bijvoorbeeld: In 2016 lag de aanloopton van de Eider b.v. 2 mijl verder mijn Navionicskaart (2016) op mijn plotter aangaf, terwijl de kaart van NV Atla, DE10, uit 2015 wel de juiste positie aangaf. Op de plotter vertrouwen is niet aan te raden. Blijf vooral naar de tonnen en prikken kijken, want die worden in sommige gebieden regelmatig verplaatst i.v.m. veranderingen in die gebieden. Tussendoor ankeren of droogvallen en een tij overblijven is het echte genieten van het wad. Er zijn veel diepere stukken tussen droogvallende banken waar je prima kan ankeren en ook bij flinke wind geen last hebt van wat hogere golven. Zorg wel dat je vrij blijft van de randen van de banken, anders kan je heel scheef komen te liggen en blijf ook weg van de zeegaten. Houd bij het berekenen van de noodzakelijke diepte voldoende water (ruimte) onder de kiel. Ik reken altijd 20 cm extra en bij zeegaten minimaal 50 cm tot 100 cm. In de zeegaten kunnen flinke golven lopen en de bodem bestaat door de stroming uit een harde zandgrond. 1 1. Harlingen – Ameland (afstand 22 mijl) Vertrekken vanuit Harlingen naar het Kimstergat Het Kimstergat is zelfs voor schepen met een diepgang van 1,20 M niet altijd mogelijk. Let dus op bij extra verlaging en bij doodtij is dit af te raden. Met een diepgang van 1.00 M is het meestal wel mogelijk. Voor de diepere schepen is een route via Terschelling – Oosterom – Blauwebalg – Borndiep – Molengat naar Nes (Ameland) een goed alternatief. Vertrek 2,5 uur voor hoogwater vanuit de buitenhaven van Harlingen. Afstand Harlingen – Kimstergat 6 mijl Het wantij zit tussen de K28 naar de V13-K30 (N53.28062 – E5.52033) Als je vastloopt, omdat je iets te vroeg bent weggegaan, ga dan even voor anker, liefst buiten de geul, zodat je geen hindernis bent voor ondiepere schepen die er wel over kunnen. De kielschepen moeten ervoor zorgen de ondieptes te passeren met rijzend water. Eventueel vastlopen is dan ook geen probleem: je komt vanzelf weer los! Wel het anker uitzetten met voldoende ketting om te voorkomen dat je steeds verder op een bank gezet wordt. Geniet van de omgeving. Het is ook een goed moment om koffie te zetten e.d. Niet gaan ploegen door met motorgeweld toch over het Wantij te komen. Met een peilstok even bijhouden wat de rijzing is. Neem bijvoorbeeld een uitschuifbare hengel met een plakbandje om de 20 cm. De dieptemeter is over het algemeen onbetrouwbaar in deze omstandigheden, meestal geeft die dan allerlei onwaarschijnlijke dieptes aan. Vanaf de scheidingston V13 – K40 ga je over het Vingegat, de ondiepte zit daar tussen ton V23 – V27 (N53.32041 – E 5.5386). Als je hier komt na het Kimstergat, is passage mogelijk. Afstand Kimstergat – Vingegat 5 mijl. Na het Vingegat volg je de Kromme Balg vanaf de Kb 19 steek je over naar het Molengat Mg2. Je kan ankeren in de Ballemerbocht voor de Gele paal 53°25.973'N-005°45.593'. Let op de rand van de geul, want die loopt stijl op, droogvallen kan daar ook prima (met wind vanuit van NW tot NO). Afmeren in de haven van Ameland is altijd mogelijk, diep genoeg tot 1,60 m. 2. Ameland – Lauwersoog (afstand 20mijl) Zuiderspruit – Pinkegat – Friesche wad – Wierumerwad - Paesenrede Vertrek 2 uur voor hoogwater Ameland. Je kan er ook voor kiezen om eerst naar Schiermonnikoog te gaan. Vertrekken vanuit Schiermonnikoog om verder het Oostelijk wad op te gaan is minder handig, omdat je bij vertrek uit Schier moet wachten op HW vanwege de ondiepte in de haven. Vertrek vanuit de buitenhaven van Lauwersoog is 24 uur per dag mogelijk. 2 Pinkegat ondiepte tussen PG6 en PG8 (N53.42732 - E5.93251) Je kan er overheen van twee uur voor tot twee uur na laagwater (afhankelijk van je diepgang). Friese Wad ondiepte tussen FW13 en WW1 (N53.42008 - E5.99080) Wierumerwad ondiepte tussen WW7 – WW3 (N53.41683 – E5.99988) Wierumerwad ondiepte tussen WW15 – WW25 (N53.42464 – E6.04491) Paesrede ondiepte tussen PR5 – PR7 (N53.43305 – E6.088117) 3. Lauwersoog – Borkum (afstand 25 mijl) Vertrek vanuit Lauwersoog (buitenhaven) 2 uur voor HW Lauwersoog Direct vanuit Lauwersoog stuurboord uit door de Oort naar de Groningerbalg (Poepegat) vanaf de GB2 (53° 25.485’N - 006°15.101’E gele stompe ton naar de GB10 nabij de LW4. Verderop nabij de gele kunststof sparboei LW-A1 ligt de route via de gele tonnen naar de groene kunststof sparboei LW3. Deze routes is uitdrukkelijk alleen beschikbaar als de wit-rood kleurwisselende lichten op de gele palen van de schietrange Marnewaard uit zijn. Vraag bij twijfel informatie op bij de zeeverkeerspost Schiermonnikoog via marifoonkanaal 5. Als dit gebied niet toegankelijk is moet je via de groene tonnen in de Oort Vanaf de O5 naar de O19 en daarna via de Rode LW 2 (Lutjewad) tot aan de LW 20. Daarna is het vervolg voor beide routes hetzelfde. Het wantij op het Lutjewad ligt tussen LW28 en LW38 (N 53.44121 – E 6.37860) Ben je over het eerste deel van de route (voor HW) dan kan je ook over het tweede deel. Afstand Lauwersoog – Lutjewad wantij = ongeveer 7 mijl. Het Lutjewad gaat over in de Spruit en daar staat voldoende water. Bij de scheidingsboei SP11 – PW2 (Pieterburenwad) staat bij HW al snel 150 cm water bij springtij 200 cm), daarna ga je verder naar de PW4 tot de PW 12 en vervolgens naar de RG 3 en RG4. Heb je meer water nodig (ben je te laat), dan kan je ervoor kiezen om de spruit uit te varen tot het zeegat tussen Simonszand en Rottumeroog om vandaar via Lauwers naar de Zuidoost Lauwers te varen. Bij harde noordelijke winden is het water daar in het zeegat behoorlijk onrustig. Dit is een flink stuk om en een tijstop is dan wel noodzakelijk om het wantij van het ZOL te kunnen passeren (staat maximaal tussen de 210 cm [springtij] en 160 cm [doodtij]) Je kan dan prima ankeren iets voorbij de ZOL15. Daar lig je rustig tussen de zandbanken en kan je genieten van het Wad bij laagwater. Ondiepe schepen kunnen gelijk door over het wantij van het ZOL tussen ZOL46 en ZOL50 (N53.47997 - E6.63630). Als het intussen hoogwater geweest, is moet je goed uitrekenen of je er wel overheen kan. Anders is het noodzakelijk een tijstop te maken. (zie het vorige schuingedrukte stukje) 3 Met een diepgang van 100 cm is het heb ik altijd nog kunnen doorvaren. Er is nog wel een droogvallende haven voor het wantij. Dat is Noordpolderzijl, te bereiken vanaf de scheidingboei ZOL 17 – VN 2. Deze haven is alleen toegankelijk voor zeer ondiepe schepen (boven 70 cm diepgang af te raden) en zelfs dan is het niet eenvoudig. De geul is zeer smal en passeren is niet mogelijk. Via kanaal 10 informeren of er uitgaande vaart is vanuit Noordpolderzijl is sterk aan te raden. Navragen bij verkeerspost Schiermonnikoog (kanaal 5) om na te gaan of de geul niet verzand is kan hier ook geen kwaad. Afstand Lutjewad – ZOL46 ongeveer 10 mijl. Het Lutjerwad gaat over in de Ra R2 tot en met R24, welke uitkomt in de Oude Westereems. In de Ra is het prima ankeren om een tijstop te maken, ook bij harde wind is het water daar betrekkelijk rustig. Vanaf de Oude Westereems naar Borkum moet je de Alte Eems afvaren tot A2 om de Meeuwenstaart heen.
Recommended publications
  • Lijst Betrokkenen
    De onderstaande organisaties en personen zijn in het open plan proces van het beleidstraject “opschalings MZI’s” betrokken. ANWB BBZ (Vereniging voor Beroeps en Chartervaart) Bestuurlijk Platform Visserij BGB Bootvisvereniging Zuid west Nederland dhr. P. Buizer van Mosselkweek in openzee Consultancy & Research, Nature & Environment De Zeeuwse Kreeft Dienst Vastgoed Defensie, Directie Noord Exploitatiemaatschappij Havencomplex Lauwersoog B.V. p/a Gemeente De Marne Faunabescherming Federatie van Beroepsvissers Zuid-West Nederland Federatie van hengelsportverenigingen zuid west Nederland Federatie van Visserijverenigingen Stichting Geïntegreerde visserij Gemeente Ameland Gemeente De Marne Gemeente Delfzijl Gemeente Den Helder Gemeente Dongeradeel Gemeente Eemsmond Gemeente Ferwerderadiel Gemeente Franekeradeel Gemeente Goedereede Gemeente Goes Gemeente Harlingen Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Het Bildt Gemeente Het Bildt Gemeente Kapelle Gemeente Noord Beveland Gemeente Reiderland Gemeente Reimerswaal Gemeente Schiermonnikoog Gemeente Schouwen-Duivenland Gemeente Terschelling Gemeente Texel Gemeente Tholen Gemeente Veere Gemeente Vlieland Gemeente WestVoorne Gemeente Wieringen Gemeente Wûnseradiel Groningen Seaports Haven en Scheepvaartvereniging Den Helder/ Regionale Commissie Noordelijke Zeehavens Hengelsportfederatie Friesland Hengelsportfederatie Groningen/Drenthe Augustus 2009 1 Hengelsportfederatie Noord West Nederland HISWA IMARES YERSEKE It Fryske Gea Kenniskring MZI KNRM Koninklijke Schuttevaer (beroepsvaart) Landschap Noord-Holland
    [Show full text]
  • On the Salt Marsh of Schiermonnikoog
    Effects of cattle grazing on food patch choice of brown hares on the salt marsh of Schiermonnikoog Peter Beek Supervised by Dries Kuijpers Spring-Summer 2002 RuG 1. Abstract Nitrogen input by clay sedimentation has been shown to be the driving force behind plant species replacement in the Wadden sea salt-marsh system. Old successional stages are dominated by the superior light competitor, Elymus athericus, and suitable grazing sites for the brown hare (Lepus europaeus) dissappear. Consequently hare densities increase with age of the salt marsh, but seem to increase again at salt-marsh areas which are grazed by cattle. This study discusses the effects of cattle grazing on hare grazing on the grazed salt marshes of Schiermonnikoog, one of the barrier islands in the Dutch Wadden Sea. The effects of cattle grazing on the vegetation and subsequent on hare feeding patch choice In short-term and long-term will be discussed. Short-term effects are defined as within a season and are monitored by measuring quality and biomass. Long-term effects accumulate over multiple years and can be seen in influences on succession. In the short term cattle grazing is predicted to decrease the biomass of Festuca rubra, which has been shown to be the hares preffered forage. However, cattle grazing is also expected to increase the quality of Festuca rubra. These two effects can be termed as direct competition and facilitation, respectively. In the long term, cattle grazing is predicted to increase the availability of Festuca rubra, by decreasing abundance of light's shading, dominant plant, Elymus athericus.
    [Show full text]
  • Putting Frisian Names on the Map
    GEGN.2/2021/68/CRP.68 15 March 2021 English United Nations Group of Experts on Geographical Names Second session New York, 3 – 7 May 2021 Item 12 of the provisional agenda * Geographical names as culture, heritage and identity, including indigenous, minority and regional languages and multilingual issues Putting Frisian names on the map Submitted by the Netherlands** * GEGN.2/2021/1 ** Prepared by Jasper Hogerwerf, Kadaster GEGN.2/2021/68/CRP.68 Introduction Dutch is the national language of the Netherlands. It has official status throughout the Kingdom of the Netherlands. In addition, there are several other recognized languages. Papiamentu (or Papiamento) and English are formally used in the Caribbean parts of the Kingdom, while Low-Saxon and Limburgish are recognized as non-standardized regional languages, and Yiddish and Sinte Romani as non-territorial minority languages in the European part of the Kingdom. The Dutch Sign Language is formally recognized as well. The largest minority language is (West) Frisian or Frysk, an official language in the province of Friesland (Fryslân). Frisian is a West Germanic language closely related to the Saterland Frisian and North Frisian languages spoken in Germany. The Frisian languages as a group are closer related to English than to Dutch or German. Frisian is spoken as a mother tongue by about 55% of the population in the province of Friesland, which translates to some 350,000 native speakers. In many rural areas a large majority speaks Frisian, while most cities have a Dutch-speaking majority. A standardized Frisian orthography was established in 1879 and reformed in 1945, 1980 and 2015.
    [Show full text]
  • Routes Over De Waddenzee
    5a 2020 Routes over de Waddenzee 7 5 6 8 DELFZIJL 4 G RONINGEN 3 LEEUWARDEN WINSCHOTEN 2 DRACHTEN SNEEK A SSEN 1 DEN HELDER E MMEN Inhoud Inleiding 3 Aanvullende informatie 4 5 1 Den Oever – Oudeschild – Den Helder 9 5 2 Kornwerderzand – Harlingen 13 5 3 Harlingen – Noordzee 15 5 4 Vlieland – Terschelling 17 5 5 Ameland 19 5 6 Lauwersoog – Noordzee 21 5 7 Lauwersoog – Schiermonnikoog – Eems 23 5 8 Delfzijl 25 Colofon 26 Het auteursrecht op het materiaal van ‘Varen doe je Samen!’ ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van illustraties en/of teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Waterrecreatie Nederland, www waterrecreatienederland nl 2 Voorwoord Het bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project ‘Varen doe je Samen!’. In het kader van dit project zijn ‘knooppunten’ op vaarwegen beschreven. Plaatsen waar beroepsvaart en recreatievaart elkaar ontmoeten en waar een gevaarlijke situatie kan ontstaan. Per regio krijgt u aanbevelingen hoe u deze drukke punten op het vaarwater vlot en veilig kunt passeren. De weergegeven kaarten zijn niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Gebruik aan boord altijd de meest recente kaarten uit de 1800-serie en de ANWB-Wateralmanak. Neem in dit vaargebied ook de getijtafels en stroomatlassen (HP 33 Waterstanden en stromen) van de Dienst der Hydrografie mee. Op getijdenwater is de meest actuele informatie onmisbaar voor veilige navigatie.
    [Show full text]
  • Geese in the Wadden Sea: an Effect of Grazing on Habitat Preference
    Reprint from: W.J. Wolff, K. Essink, A. Kellermann & M.A. van Leeuwe (eds.) – Challenges to the Wadden Sea. Proceedings of the 10th International Scientific Wadden Sea Symposium, Groningen, 2000. Ministry of Agriculture, Nature Management and Fisheries / University of Groningen, Dept. of Marine Biology, 2003. Geese in the Wadden Sea: an effect of grazing on habitat preference Maarten J.J.E. Loonen and Daan Bos Centre for Ecological and Evolutionary Studies, University of Groningen, P.O. Box 14, NL-9750 AA Haren, The Netherlands (e-mail: [email protected], [email protected]) Key words: brent goose, barnacle goose, cattle, sheep, facilitation, experiment, intake rate Abstract Field experiments with manipulations of vegetation plots and experiments with captive geese have tested habitat preference of geese. Barnacle geese and brent geese prefer salt marshes grazed by livestock over ungrazed salt marshes. This is shown on various sites, in experiments where livestock grazing has been manipulated. The geese show the highest grazing pressure on short vegetation, with little obstruction of tall unpalatable plant species. On agricultural fields, grazing is also important to facilitate goose usage. In the month of May, in the period of rapid grass growth, brent geese are clearly favouring the shortest canopy. Sheep will keep the vegetation short, but also grazing by the geese themselves will increase later usage by geese. Geese reject tall vegetation because the revenues, expressed as intake of nutrients are smaller per unit feeding time. In an undisturbed habitat, geese will be able to concentrate in a small area and manage their own food supply.
    [Show full text]
  • 14-687 AS Policies and Management Wadden Sea Final Draft Clean V2
    Alien species in the Dutch Wadden Sea: policies and management T.M. van der Have B. van den Boogaard R. Lensink D. Poszig C.J.M. Philippart Alien Species in the Dutch Wadden Sea: Policies and Management T.M. van der Havea B. van den Boogaarda R. Lensinka D. Poszigb C.J.M. Philippartb a b NIOZ, P.O.Box 59, 1790 AB Den Burg (Texel), The Netherlands Commissioned by: Common Wadden Sea Secretariat 29 June 2015 Report nr 15-126 Status: Final report Report nr.: 15-126 Date of publication: 29 June 2015 Title: Alien species in the Dutch Wadden Sea: policies and management Authors: dr. T.M. van der Have ir. B. van den Boogaard drs. ing. R. Lensink D. Poszig Dipl. Biol., M.A. dr. C.J.M. Philippart Photo credits cover page: Pacific oyster Crassostrea gigas, mantle cavity with tentacles, Joost Bergsma / Bureau Waardenburg Number of pages incl. appendices: 123 Project nr: 14-687 Project manager: dr. T.M. van der Have Name & address client: Common Wadden Sea Secretariat, dr. F. de Jong, Virchowstrasse 1, Wilhelmshaven, Germany Signed for publication: Team Manager Bureau Waardenburg bv drs. A. Bak Signature: Bureau Waardenburg bv is not liable for any resulting damage, nor for damage, which results from applying results of work or other data obtained from Bureau Waardenburg bv; client indemnifies Bureau Waardenburg bv against third- party liability in relation to these applications. © Bureau Waardenburg bv / Common Wadden Sea Secretariat This report is produced at the request of the client mentioned above and is his property. All rights reserved.
    [Show full text]
  • Ecology of Salt Marshes 40 Years of Research in the Wadden Sea
    Ecology of salt marshes 40 years of research in the Wadden Sea Jan P. Bakker Locations Ecology of salt marshes 40 years of research in the Wadden Sea Texel Leybucht Griend Spiekeroog Terschelling Friedrichskoog Ameland Süderhafen, Nordstrand Schiermonnikoog Hamburger Hallig Rottumerplaat Sönke-Nissen-Koog Noord-Friesland Buitendijks Langli Jan P. Bakker Friesland Skallingen Groningen Tollesbury Dollard Freiston Contents Preface Chapter 7 04 59 Impact of grazing at different stocking densities Introduction Chapter 8 06 Ecology of salt marshes 67 Integration of impact 40 years of research in of grazing on plants, birds the Wadden Sea and invertebrates Chapter 1 Chapter 9 09 History of the area 75 De-embankment: and exploitation of enlargement of salt marshes salt-marsh area Chapter 2 Chapter 10 17 Geomorphology of 81 Concluding remarks natural and man-made salt marshes Chapter 3 Bibliography 25 Plants on salt marshes 88 Chapter 4 Species list 33 Vertebrate herbivores 96 with scientific names on salt marshes and English names Chapter 5 Colofon 43 Invertebrates 98 on salt marshes Chapter 6 49 Changing land use on salt marshes 2 Contents 3 Studies of the ecology of the Wadden Furthermore, the intense long-term Sea unavoidably touch upon the part field observations and experiments by Preface salt marshes play in this dynamic Jan Bakker and his colleagues provide coastal system. Considering the role a wealth of information on other of salt marshes inevitably leads to the structuring factors of salt-marsh eco- longstanding ecological research by systems. The interactions between Jan Bakker, now honorary professor vegetation characteristics and sedi- of Coastal Conservation Ecology at mentation rates, the impacts of atmos- the University of Groningen in the pheric deposition on vegetation Netherlands.
    [Show full text]
  • Wadden Sea Quality Status Report Energy
    Photo: Media library www.Mittelplate.de. Oil platform Mittelplate. Wadden Sea Quality Status Report Energy J. Baer, G. Nehls This report downloaded: 2018-01-04 This report last updated: 2017-12-21 This report should be cited as: Baer J. & Nehls G. (2017) Energy. In: Wadden Sea Quality Status Report 2017. Eds.: Kloepper S. et al., Common Wadden Sea Secretariat, Wilhelmshaven, Germany. Last updated 21.12.2017. Downloaded DD.MM.YYYY. qsr.waddensea-worldheritage.org/reports/energy 1. Introduction The Quality Status Reports of 2005 and 2009 (Nehls & Witte, 2009 (QSR 2009)) provided detailed overview on the exploration and exploitation of gas and oil in the Wadden Sea Area. As a follow up, this report is a short overview on the present status and focuses on major new developments since 2009. Regarding wind energy, the Wadden Sea Conservation Area is excluded from wind farm development. This has been postulated in the Danish Statutory Order, the German National Parks Acts and the Dutch Conservation Area (PKB Area). However, the construction of wind farms in the adjacent sea areas has rapidly increased in the past years and the associated cable laying activities and the cable connections to the mainland itself also affect the Wadden Sea area directly. The second part of the report provides an overview on the developments in the wind energy sector since 2009 and the long-term governmental planning. 2. Status and trends 2.1 Gas and oil The Netherlands The Netherlands is the largest producer of natural gas in the European Union. The Groningen field is amongst the ten largest gas fields in the world and there are hundreds of small gas fields in the subsurface of the Netherlands.
    [Show full text]
  • Relationship Analyses Dutch
    Bot. March 95-109 Acta. Need. 37(1), 1988, p. Relationship analyses of the flora of the Dutch, German and Danish Wadden Islands *, J.H. Ietswaart R. Bosch* and E.J. Weeda+ *Biologisch Laboratorium, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1087,1081 HV Amsterdamand \Rijksherharium, Postbus 9514, 2300 RA Leiden, The Netherlands SUMMARY Flora and vegetation of the Dutch, Germanand Danish Wadden Islands were compared with the aid of similarity computer programs. The Wadden District, often described as an exclusively Dutch phytogeographical entity, was found to cover the whole area. From a comparison with the floras ofthe neighbouring Dune and Half District and the more distant Kempen District, it was concluded that the Wadden District forms a distinct unity by its relatively large internal cohesion. Within the Wadden District three groups of islands could be discerned: a western group including the Dutch islands and Borkum, a of islands of central group German and a northern group partly German, partly Danish islands. Nordstrand, Pellworm and Skallingen showed similaritieswith the last Texel usually only slight group. was clustered sometimes with the northern group. Ecological differentiationchiefly determines the presence or absence of species in the islands, and thus the degree of (dis)similarity of theirfloras and vegetation types. Surface, position, soil structure and man mainly contribute to this ecological differentiation.Local climate plays a minor role. Key-words: flora, relationship analyses, vegetation, Wadden Islands. INTRODUCTION Van Soest (1924,1925,1929) introduceda phytogeographical divisionofThe Netherlands, that holds eleven districts: Wadden, Dune, Haff, Drenthe, Gelderland, Flanders, Subcentral European, Loess, Chalk, Kempen and Fluviatile District. Although he considered this division to be provisional, it has not been basically altered since.
    [Show full text]
  • Onderzoek VN-Verdrag Handicap – 2019
    Gemeenteraad van Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland Cc: colleges Betreft: Onderzoek VN-Verdrag Handicap 25 november 2019 Geachte gemeenteraad, In deze brief presenteert de rekenkamercommissie De Waddeneilanden conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek naar de uitvoering van het VN-Verdrag Handicap. Dit onderzoek bestond uit twee onderdelen. Deel 1 bestond uit een onderzoek naar de toegankelijkheid van stembureaus voor kiezers met een beperking. Vanwege het VN-verdrag moeten alle stembureaus per 1 januari 2019 toegankelijk zijn voor kiezers met een beperking. De rekenkamercommissie heeft daartoe, in samenwerking met Rekenkamer Metropool Amsterdam, een enquête-onderzoek uitgevoerd rondom de Waterschaps- en Provinciale- Statenverkiezingen van 20 maart 2019. Op 15 mei heeft u de tussenrapportage daarvan ontvangen die hierbij nogmaals als Bijlage 1 is bijgevoegd. Deel 2 bestond uit een zogenoemd DOEMEE onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) waaraan de rekenkamercommissie heeft deelgenomen. Het DOEMEE onderzoek is gericht op het beleid ten aanzien van Inclusiviteit dat gemeenten hebben ontwikkeld om te voldoen aan het VN-verdrag. In Bijlage 2 vindt u de bevindingen van de rekenkamercommissie naar aanleiding van dit DOEMEE onderzoek. Hoofdconclusies Deel 1: De toegankelijkheid van de stemlokalen was bij de verkiezingen op 20 maart 2019 voor kiezers met een lichamelijke beperking goed geregeld op de vijf Waddeneilanden, maar er zijn zeker ook verbeterpunten (per eiland opgenomen in Bijlage 1). Deel 2: Geen van de Waddeneilandgemeenten heeft een beleidsnotitie die specifiek aangeeft hoe de gemeente zorg gaat dragen voor Inclusiviteit zoals dat is bedoeld in het VN-verdrag Handicap (Bijlage 2). Verder komt uit de deelonderzoeken naar voren dat de gemeenteraden niet altijd een duidelijke positie innemen of krijgen, terwijl zij wel expliciet een rol hebben.
    [Show full text]
  • Waddeneilanden Vlieland Terschelling Ameland Sc H Iermonn I Koog
    De Waddeneilanden Vlieland Terschelling Ameland Sc h iermonn i koog Bodemkaart van Schaal I : 50 000 Nederland uitgave 1986 Stichting voor Bodemkartering Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND verschenen kaartbladen, eerste uitgave verschenen kaartbladen, herziene uitgave deze kaartbladen Bodemkaart van Nederland Schaal l : 50 000 Toelichting bij de kaarten van de Waddeneilanden Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog door M.F. van Oosten Wageningen 1986 Stichting voor Bodemkartering Projectleider: Dr. Ir. M.F. van Oosten Medewerker: P.C. Kuijer Wetenschappelijke begeleiding en coördinatie: Ir. G.G.L. Steur Druk: Van der Wiel B. V., Arnhem Presentatie: Pudoc, Wageningen Copyright: Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1986 ISBN: 90 220 0885 l Inhoud 1 Inleiding 9 l. l Opzet van de toelichting 9 1.2 Het gekarteerde gebied 9 1.3 Opname en gebruikte gegevens 9 2 Geologie 11 2.1 Geologische opbouw 11 2.2 Duinvorming 12 3 Historische geografie en bewoningsgeschiedenis 17 3.1 Vlieland 17 3.2 Terschelling 20 3.3 Ameland 29 3.4 Schiermonnikoog 35 4 Vegetatie en bodem 39 4. l Enkele bodemkundige gegevens 39 4.1.1 Textuur 39 4.1.2 Kalkgehalte 41 4.1.3 Het grondwater 42 4.1.4 Rijping van zeekleigronden 47 4.2 Vegetatie en bodemontwikkeling 48 4.2.1 Xe ros e r ie 49 4.2.2 Hygroserie 54 4.2.5 Haloserie 60 5 Bodemkundig-landschappelijke beschrijving 67 5.1 Vlieland 67 5.7.7 De Vliehors, de Kroon 's Polders en de Meeuwenduinen 67 5.7.2 Het middendeel van het eiland 68 5.7.3 Het oostelijke deel van het eiland 69 5.2 Terschelling 69 5.2.7 Het poldergebied 69 5.2.2 Het gebied ten westen van de oude kern 70 5.2.3 De oude kern van het eiland 71 5.2.4 ~De Groede en de Boschplaat 72 5.3 Ameland 74 5.
    [Show full text]
  • Terschelling Ameland Schiermonnikoog Vlieland Texel
    Delatbijdebeschermingsopgavevoordehelekustzeeligthoog:verbeteren Op9juniheefthetOverlegorgaanvanhetNationaalParkop Zeehonden rustenop vandekinderkamerfunctievoorvissen,terugkrijgenvaneenrijken SchiermonnikoogeennieuwBIP+(beheereninrichtingsplan) debijebdroogvallende gevarieerdbodemlevenmetondermeerschelpenbanken.Schelpdieren vastgesteld.AllebelangrijkemaatregelenvoorNatura2000,zoals plateninzee,zoalsop wordenopgedokenengegetendoorzwartezee-eenden eneiders.Deze begrazing vanduinen,zijninditplanopgenomen. deRichelbijVlieland. zee-eendenprofiterenzomeevanhetherstelvandezeebodem.Het terugdringenvanverstorendeeffectendoorvisserijendoordeuitvoering vanzandsuppletieszijndebelangrijkstesleutelsvoorditherstel. Naasthetnaaldbosbij hetdorpOost- Schiermonnikoog Vlielandwordtnat natuurlijkbos ontwikkeld. Ameland Opdeeilandengroep Rottumheeftdenatuur, indevormvanwateren wind,vrijspel.Hierdoor Terschelling kunnenduinen en kweldersontstaan,maar ookweerverdwijnen doorafslagof Kwelders verstuiving.Doordeze ongestoordedynamiekis Vanuitdehistorie langsde eropdelangeretermijn gegroeidmedegebruik, vastelandskusthebbente lijdenonderverruigingvande ruimtevoordiverse OpTexelwordtgewerkt zoalsrecreatiefstaand Dekolonie vegetatie.Beweidingmetvee duintypen. aanongestoorde wantvisserij,het stekenvan grotesterns iseengoedemaatregelom ontwikkelingvan jonge zee-aas enhetrapenvan opdeFûgelpôlle dezeontwikkelingtegente duinen doormiddel Vlieland schelpdierenvooreigengebruik, blijftbestaandoor gaanentezorgenvoormeer vanzonering.Hier blijftbinnenhetkadervande zoneringvande
    [Show full text]