‘Follow the sound and we’ll all be in the same room’ (Ornette Coleman)

internationaal muziekfestival Antwerpen 6 >14 september 2008

AIR / Amuz / deSingel / King Kong / MuHKA / MuHKA_media / Scheld’Apen locaties 1

AIR Antwerpen Sasmeesterwoning Royerssluis / Oosterweelsteenweg 3B 2030 Antwerpen / tel 03 475 1757 / www.airantwerpen.be

Amuz Kammenstraat 81 / 2000 Antwerpen / tel 03 202 46 49 www.amuz.be deSingel internationale kunstcampus Desguinlei 22 / 2018 Antwerpen / tel 03 248 28 28 www.desingel.be

King Kong Volksstraat 58 / 2000 Antwerpen / tel 0497 156 137

MuHKA Leuvenstraat 32 / 2000 Antwerpen / 03 260 99 90 www.muhka.be

MuHKA_media Waalse Kaai 47 / 2000 Antwerpen / 03 260 99 90 www.muhka.be

Scheld’Apen D’Herbouvillekaai 36 / 20020 Antwerpen / tel 03 238 23 32 www.scheldapen.be

www.followthesound.be Met de steun van de Vlaamse Overheid en de Stad Antwerpen. Mediasponsors: Klara en (h)art. Productie Free Music vzw in samenwerking met deSingel. Met dank aan AIR Antwerpen, Amuz, Antwerp Art Weekend, King Kong en Scheld’apen. Follow The Sound is partner van in Antwerpen

Free Music XXXV Internationaal festival voor actuele compositie & improvisatiemuziek Founded 1973 by Fred Van Hove & W.I.M.

teksten programmaboekje Didier Wijnants coördinatie programmaboekje deSingel coördinatie festival Follow The Sound Rob Leurentop 2 Fred & Ornette 3

Een nieuwe naam, een nieuwe formule. Vanaf nu heet het festival Follow The Sound, indachtig de woorden van Ornette Coleman: ‘Follow the sound, and we’ll Follow The Sound: een uitnodiging om met de muziek mee te all be in the same room’. gaan en haar te volgen, als een kind achter een vrolijke stoet met een onbekende bestemming. Een nieuwe naam, een nieuwe formule. Maar wat blijft is het respect voor de geest van het festival, voor de erfenis van Mee met de muziek, niet alleen langs de kronkels van haar Fred & Ornette (en zovele anderen): vrij en ongebonden, op creatieve wegen maar ook langs de verschillende plekken zoek naar avontuur en ontmoetingen tussen genres en muzi- in de stad waar zij voorbij trekt om dan weer voorgoed te kanten, tussen improvisatie en compositie, tussen de muziek verdwijnen. en het publiek.

Follow The Sound biedt eerst drie dagen zaalconcerten met Rob Leurentop internationale topmuzikanten in deSingel en voor het eerst Artistiek Directeur Follow The Sound ook in Amuz.

Daarna loopt het parcours langs ’t Zuid voor zes dagen met film, dj’s, audio-installaties, optredens en sessions in musea en clubs.

Dat alles samen met verschillende partners: Antwerp Art Weekend, MuHKA, MuHKA_media, Open Air, het kunstenfes- tival in Scheld’Apen, café King Kong. Een eerste samenwer- king die de komende jaren hopelijk een vervolg krijgt.

Het samenbrengen van verschillende kunstvormen en pu- blieksgroepen ligt het festival immers na aan het hart. Nog een nieuwigheid zijn de FTS Club Sessions in Scheld’Apen en King Kong. Een pool van divers en vaak jong talent uit de Antwerpse scene en elders zorgt er avond na avond voor spontane ontmoetingen in wisselende samenstellingen. Dat meemaken in de echte clubsfeer is altijd een belevenis. En de entree voor de sessions is gratis.

Het kan niet anders dan een gunstig voorteken zijn dat de naam King Kong daarbij herinneringen oproept aan de gelijk- namige zaal uit de pioniersdagen van het festival – het toneel van wonderbaarlijke avonden en nachten.

Want Free Music werd al in 1973 gelanceerd door Fred Van Hove en zijn kornuiten als een van de eerste festivals in zijn genre in Europa – intussen ook het oudste maar nog steeds springlevend en klaar voor nog vele nieuwe levens. 4 in concert 5

zaterdag 6 september 2008 deSingel / 16 uur My name is Albert Ayler ( k l e i n e z a a l / 1 6 u u r ) Film van Kasper Collin (Zweden 2005) solo (blauwe zaal / 17.15 uur) Matthew Shipp piano Roy Campbell Quartet plays Albert Ayler (blauwe zaal / 18.30 uur) Roy Campbell trompet Joe McPhee sax William Parker contrabas Warren Smith drums

zondag 7 september 2008 Amuz / 16 uur Free Fall Ken Vandermark klarinet, saxen Havard Wiik piano Ingebrigt Haker Flaten contrabas Intermission Klaas Hekman bassaxofoon Wilbert De Joode contrabas William Parker contrabas Hideji Taninaka c o n t r a b a s Nils Wogram & Simon Nabatov Nils Wogram trombone Simon Nabatov piano

maandag 8 september 2008 Amuz / 20 uur Michele Rabbia solo Michele Rabbia percussie Reijseger-Sclavis-Van Hove Ernst Reijseger cello Louis Sclavis klarinetten, sopraan- sax Fred Van Hove piano

Fred Van Hove 6 op ’t Zuid 7

dinsdag 9 september 2008 King Kong / 22 uur FTS Club Session # 3 MuHKA_Media / 20 uur Live music hosted by Peter Jacquemyn & Eric Thielemans + Imagine the sound Late Night DJ Film van Ron Mann (Canada 1981) MuHKA / Doorlopend King Kong / 22 uur Ultra light motorised piano piece FTS Club Session # 1 audio installatie van Stefaan Quix Live music hosted by Peter Jacquemyn & Eric Thielemans + Late Night DJ vrijdag 12 september 2008 woensdag 10 september 2008 Scheld’Apen / 22 uur FTS Club Session # 4 MuHKA_Media/Fotomuseum / 20 uur Peter Jacquemyn solo MuHKA / Doorlopend inleiding & contrabas Ultra light motorised piano piece Chicago improvisations audio installatie van Stefaan Quix Film van Laurence Petit-Jouvet (Frankrijk 2000)

King Kong / 22 uur zaterdag 13 september 2008 FTS Club Session # 2 Live music hosted by Peter Jacquemyn & Eric Thielemans + AIR Antwerpen Late Night DJ Expo-video-live music-DJ / 15 uur Mauro Pawlowski donderdag 11 september 2008 Agiiir (Goudbeek-Jacquemyn-Thielemans) Opening Antwerp Art Weekend Barkin’ Sean Bergin & Rogério Bicudo DJ Ipiki Ookami Fotomuseum / 19 uur ism. OPEN AIR Barkin’ #1 Expo curated by Angelique Campens/Objectif Exhibitions Music by FTS MuHKA_media / 20 uur Peter Jacquemyn solo Scheld’Apen / 22 uur inleiding & contrabas FTS Club Session # 5 Off the road Film van Laurence Petit-Jouvet (Frankrijk 2001) zondag 14 september 2008 Museum voor Schone Kunsten / 20uur Scheld’Apen / 21 uur Barkin’ # 2 Extra slotavond / FTS Club Session # 6 MuHKA dakterras / 21 uur Barkin’ # 3 MuHKA dakterras / 22 uur DJ Ipiki Ookami

De FTS Club Sessions brengen een pool van jong en/of verrassend talent samen voor een reeks spontane ontmoetingen in wisselende formats. De sessies zijn open, details ervan worden pas kort voordien op de website www.followthesound.be bekendgemaakt. 8 Concerten 9

Matthew Shipp

Op een onbewaakt moment heeft pianist Matthew Shipp zich wel laten verleiden tot het interpreteren van een jazzstandard of twee (‘Summertime’ of ‘Autumn Leaves’), maar zijn hart en zijn hoofd zitten bij het originele werk. Hij heeft eigenlijk geen boodschap aan het cultuurhistorisch perspectief, muziek is voor hem een activiteit voor het hele lichaam, en vooral voor de geest. “Ik heb geen invloeden,” zegt hij koudweg op zijn website. “Ik bestond samen met god en de piano nog voor de tijdrekening begon. Mijn pianospel is het directe resultaat van het feit dat mijn geest in balans is met de kosmische geest die het universum schraagt. Als ik speel dan vang ik elektro- magnetische frequenties op van de geest van god en vertaal die naar lyrische frasen op de piano.” De muziek van Shipp is dan ook nauwelijks stilistisch te dui- den. Het is eerder een intuïtief maar wel erg diepgaand on- derzoek naar klanken, helemaal in de lijn van de ideeën van zijn mentor Joe Maneri. Ogenschijnlijk grillige muziek, maar wel huiveringwekkend mooi.

Matthew Shipp (°1960, Wilmington, Delaware) volgde pianolessen vanaf zijn vijfde. De liefde voor de jazz kreeg hij mee van zijn moeder, die ooit bevriend was met Clifford Brown. In zijn jeugd speelde Shipp al jazz maar ook rock. Hij studeerde één jaar aan de universiteit van Delaware en ging dan naar New England Conservatory of Music. Daar studeerde hij bij de controversiële tenorsaxofonist en muziekpedagoog Joe Maneri. Shipp verhuisde in 1984 definitief naar New York waar hij naam maakte binnen de creatieve avantgarde. Hij drukte zijn stempel op het befaamde kwartet van tenorsaxofonist David S. Ware en speelde verder met onder ande- ren Roscoe Mitchell, William Parker, Joe Morris, Rob Brown, , DJ Spooky en in de groep Spring Heel Jack. Sinds 2005 concentreert hij zich bijna uitsluitend op zijn eigen muziek, meestal in kleine combinaties zoals een duo of een trio.

Luistermateriaal  Matthew Shipp String Trio met Mat Maneri en William Parker, By The Law Of Music (Hatology, 1996)  Matthew Shipp Solo, Before the World (FMP, 1997)  Matthew Shipp met Joe Morris en Whit Dickey, Piano Vortex (Thirsty Ear, 2007)

Matthew Shipp 10 11

Roy Campbell Quartet plays Albert Ayler

De in mysterieuze omstandigheden gestorven saxofoonle- gende Albert Ayler zal eeuwig herinnerd worden voor zijn rauwe en huilende toon. Maar even beroemd is zijn motto: “Music is the healing force of the universe”. Dat statement zindert ook na in het werk Roy Campbell. Voor hem is mu- ziek de galmkamer waarin de absolute waarheid weerklinkt. Oeroude tradities en avantgarde staan voor Campbell in di- rect contact, het ene kan niet zonder het andere, getuige ti- tels zoals ‘Ancestral Homeland’ en ‘Ethnic Stew and Brew’. Avant-garde is voor hem ook goed verenigbaar met populaire muziekuitingen zoals funk, rock, hip-hop, rap en reggae. Het is met dat open vizier waarmee Campbell de muziek van Ayler een nieuw elan geeft. De composities van Ayler klinken tegelijk plechtig en kinderlijk, een vaak ontwapenend mooie combinatie voor veelzijdige muzikanten zoals William Parker, Joe McPhee en Warren Smith.

Roy Campbell (°1952, Los Angeles, California) groeide op in New York. Op zijn vijftiende begon hij trompet te spelen en studeerde samen met Kenny Dorham, Lee Morgan en Joe Newman in het Jazzmobile-circuit van Billy Taylor. Aanvankelijk speelde hij conventioneel, maar sinds de jaren zeventig is hij vergroeid met de avantgarde. Hij woonde een tijdlang in Nederland en speelde met Klaas Hekman, Don Cherry, William Parker, Peter Brötzmann, Matthew Shipp, Dave Douglas en Marc Ribot. Joe McPhee (°1939, Miami, Florida) speelt even virtuoos op rietinstru- menten (saxofoons en klarinetten) als op koperblazers (trompet en trom- bone). Als professioneel muzikant is hij een laatbloeier. In de jaren ze- ventig begon hij op te nemen voor Hat Art en maakte daardoor vooral naam in de Europese creatieve muziekscene. Hij speelde onder meer met Ken Vandermark, , Peter Brötzmann, Dave Burrell en Mats Gustafsson. William Parker (°1952, New York City) ging als contrabassist in de leer bij Jimmy Garrison, Richard Davis en Wilbur Ware. Hij verwierf vanaf de jaren zeventig een onverwoestbare reputatie in vernieuwende ensembles van onder meer Cecil Taylor, Peter Brötzmann en David S. Ware. In het boek ‘Who owns music’ bundelde hij zijn politieke statements, gedichten en mu- sicologische essays. Warren Smith (°1934, Chicago, Illinois) komt uit een muzikale familie. Hij leerde eerst saxofoon en klarinet spelen en studeerde nadien percussie aan de Manhattan School of Music. Hij speelde met Miles Davis, Gil Evans, Charles Mingus en Anthony Braxton maar ook met Janis Joplin, Aretha Franklin en Van Morrison.

Luistermateriaal  Matthew Shipp Horn Quartet met Roy Campbell, en William Parker, Strata (Hatology, 1997).  Roy Campbell Pyramid Trio met William Parker en Zen Matsuura, Ancestral Homeland (No More Records, 1998).  Other Dimensions in Music met Damien Carter, William Parker en Hamid Drake, Live in Paris (Marge, 2007).

Roy Campbell 12 13

Free Fall

‘Free Fall’ is een legendarische plaat van het Jimmy Giuffre 3 met Paul Bley en Steve Swallow. Toen ze in 1962 uitkwam kraaide er geen haan naar, maar vandaag wordt ze door heel wat muzikanten vermeld als inspiratiebron, onder meer door het gelijknamige trio van Ken Vandermark, Håvard Wiik en Ingebrigt Håker Flaten. De naam verwijst naar Giuffre maar het is geen eenvoudige hommage. Er zijn wel evidente gelij- kenissen zoals het instrumentarium (piano, bas, klarinet) en de openheid van het materiaal. Het is een voortdurende ver- kenning van melodie, ritme en harmonie in werkjes die ogen- schijnlijk met onzichtbare touwtjes aan elkaar gehouden worden. Maar dit trio klinkt zeker niet als een doorslagje van Giuffre. Er is immers veel gebeurd sinds 1961 en Free Fall put dan ook rijkelijk uit de ervaringen van een halve eeuw geïm- proviseerde muziek.

Ken Vandermark (°1964, Warwick, Rhode Island) is als muzikant een au- todidact. Hij begon op tenorsax, klarinet en basklarinet en voegde daar later de baritonsax aan toe. Sinds 1989 woont hij in Chicago waar hij een invloedrijke persoonlijkheid werd in de creatieve jazzscene van de stad. Hij maakte naam met het NRG Ensemble en leidt diverse eigen groepen waaronder Vandermark 5, Territory Band en Steam. Håvard Wiik (°1975, Kristiansund, Noorwegen) is een veelgevraagd pia- nist in de traditionele jazz (Joe Lovano, , Lee Konitz), maar in Ken Vandermark vond hij een zielsverwant voor het meer experimen- tele werk. Hij heeft ook een eigen trio en speelt verder onder meer in de ensembles Atomic en Motif. Ingebrigt Håker Flaten (°1971, Oppdal, Noorwegen) is sinds 1995 ac- tief in de internationale jazz en kreeg bekendheid als de contrabassist in Bugge Wesseltofts New Conceptions of Jazz. Hij speelde onder meer met John Scofield, Erik Truffaz, Evan Parker, , Chris Potter en Joe McPhee.

Luistermateriaal  Free Fall, Furnace (Wobbly Rail, 2003).  Powerhouse Sound met o.a. Ken Vandermark, Ingebrigt Håker Flaten, Paal Nilsson-Love en Nate BcBride, Oslo/Chicago: (((Breaks))) (Altavistic, 2007).  Free Fall, The Point in a Line (Smalltown Superjazz, 2007).

Ken Vandermark 14 15

Intermission Nils Wogram & Simon Nabatov

Het was een typische guitenstreek van Duke Ellington om bij Zowel Simon Nabatov als Nils Wogram leiden vaak grotere de aanhef van een contrabassolo altijd “Intermission” te roe- ensembles met ambitieuze programma’s, maar ze treden pen. Het publiek kon die donkere klanken toch nauwelijks ho- ook vaak in duo op en houden dus van een pittige intieme ren, dus kon het net zo goed een luisterpauze inlassen. Die dialoog. Samen drijven ze het graag op de spits, ook wel met anekdote inspireerde Klaas Hekman voor de naam van zijn een ferme knipoog, zoals blijkt uit de protserige ridderfoto kwartet vol basgeluiden: drie contrabassen en één bassaxo- op de cover van hun cd ‘Jazz Limbo’. Die titel suggereert foon. De bedoeling is om al die donkere geluiden nu eens wel misschien een zorgvuldig uitgetekend programma, maar in helder aan het publiek te presenteren. Na een eerste tournee werkelijkheid is het gewoon een rencontre zonder concrete in 1994 werd het project voortgezet. Het leidde in 1999 tot een agenda. Zo werken ze graag: een uur lang in driftige dialoog opmerkelijke samenwerking met gitarist Derek Bailey, pianist gaan. Dat gebeurt bij voorkeur in overzichtelijke bewegingen Chris Burn en componist Gilius Van Bergeijk. van een tiental minuten, waarbij ze eerst behoedzaam van In deze muziek ligt de nadruk vanzelf meer op textuur en wal steken en dan mekaar geleidelijk vooruit stuwen. Soms klank dan op ritme en architectuur. Het resultaat is verras- plukken ze een melodie uit de lucht, ze beklimmen al eens send rijk en het kwartet haalt opvallend veel dynamiek uit een heuvel, ze zetten een tussensprintje in. Soms lijken het deze donkere klankregionen. Een fascinerend schouwspel jonge poesjes die jagertje spelen. Hoofdrolspelers: de schit- voor oog en oor. terende sonoriteit van Wogram en het kristalheldere toucher van Nabatov. Klaas Hekman (°1949, Amsterdam, Nederland) studeerde aanvankelijk fluit en vond pas in 1980 de weg naar het instrument van zijn leven: de Nils Wogram (°1972, Brunswijk, Duitsland) studeerde trombone aan het bassaxofoon. Met dat kolossale instrument maakte hij naam in grote en- Conservatorium van zijn geboortestad en volgde daarna lessen in de New sembles, theaterproducties en dansorkesten. Het instrument is ontzet- School of Music in New York bij onder anderen Reggie Workman, Steve tend moeilijk te hanteren en bespelen, maar Hekman is er de onbetwiste Turre en Maria Schneider. Hij speelt in duo met Simon Nabatov en met col- meester in. lega Conny Bauer en leidt verschillende groepen waaronder het kwartet Wilbert de Joode (°1955, Zaandam, Nederland) is een autodidact. Hij Root 70 en het Nostalgia Trio met Dejan Terzic en Florian Ross. speelt contrabas sinds 1982 en ontwikkelde een heel arsenaal aan pizzi- Simon Nabatov (°1959, Moskou, Rusland) begon al piano te spelen toen cato- en arco-technieken. Via contacten met Michiel Braam, hij drie was. Op zijn zesde schreef hij zijn eerste compositie. Hij studeerde en Ab Baars kwam hij terecht in het creatieve jazzmilieu van Amsterdam aan de Julliard School in New York en verhuisde in 1989 naar Keulen. Hij waarin hij opvalt door zijn onconventionele stijl. speelt in heel uiteenlopende combinaties en maakt indruk met zijn verbluf- William Parker (°1952, New York City) ging als contrabassist in de leer bij fend virtuoos spel, maar ook met zijn gevoel voor melodie, onder meer in Jimmy Garrison, Richard Davis en Wilbur Ware. Hij verwierf vanaf de jaren de vertolking van Braziliaanse volksmuziek. zeventig een onverwoestbare reputatie in vernieuwende ensembles van onder meer Cecil Taylor, Peter Brötzmann en David S. Ware. In het boek Luistermateriaal ‘Who owns music’ bundelde hij zijn politieke statements, gedichten en mu-  Nils Wogram Quartet met Simon Nabatov, Nic Thys en Jochen Rückert sicologische essays. (Enja, 1998). Hideji Taninaka (°1959, Toyama, Japan) studeerde muziektheorie en com-  Simon Nabatov Octet met Nils Wogram, Frank Gratkowski, Phil Minton, positie bij Tomio Mastuura en contrabas bij Mistuo Kishi. Hij werkte met Ernst Reijseger, Cor Fuhler, Matt Penman en Michael Sarin, A Few Zane Massey waarvoor hij ook meerdere composities schreef zoals ‘Black Incidences (Leo Records, 2005). & Yellow’ en ‘Son of Sun’. Verder werkte hij mee aan projecten van Roy  Simon Nabatov en Nils Wogram, Jazz Limbo (Leo Records, 2007). Campbell.`

Luistermateriaal  Intermission met Derek Bailey, Chris Burn en Gilius Van Bergeijk, unanswered questions (BVHaast, 1999).  The Six Winds met Andrew White en Kazutoku Umezu, Number 6 (BVHaast, 1999).  Klaas Hekman solo, Yolo (Strotbrock, 2005). 16 17

Michele Rabbia

Michele Rabbia heeft al in meerdere Italiaanse en internatio- nale ensembles bewezen dat hij een prima teamplayer is. Als drummer doet hij soms denken aan Han Bennink: energiek, kort, vinnig, hunkerend naar rare droge klanken, alleen nooit echt zo luid als de slager uit Zaandam. Net zoals Bennink heeft Rabbia ook solo een heel apart verhaal in de vingers. Hij beperkt zich niet tot het drumstel. Zijn percussiewereld is quasi eindeloos en omvat een zingende zaag, een knapzak vol ‘objets trouvés’, tapes, metalen schijfjes, propellers, bel- letjes, klankstaafjes, zelfs dansende metronomen. Het is een schijnbaar absurd instrumentarium, maar hij brengt daarmee vaak een merkwaardige ontroering teweeg.

Michele Rabbia (°1965, Turijn, Italië) studeerde percussie bij Enrico Lucchini. Toen hij 24 was vertrok hij naar de Verenigde Staten om te stude- ren bij Joe Hunt en Alan Dawson. Enkele jaren later verhuisde hij naar Rome waar hij werkte met Italiaanse en internationale jazzmusici van formaat zo- als Antonello Salis, Charlie Mariano, Stefano Battaglia, Dominique Pifarely, Enrico Pieranunzi, Michel Godard, Rita Marcotulli, Sainkho Namtchylak, Enrico Rava, Marilyn Crispell en Vincent Courtois. Hij werkt ook gere- geld voor dansgroepen van Tery J. Weikel, Andrew Harwood, Ray Chung, Khosro Adibi, Rossella Fiumi en Magda Borould Pascal.

Luistermateriaal  Stefano Battaglia & Michele Rabbia, Stravagario (Via Veneto, 2004).  Michele Rabbia, Marilyn Crispell & Vincent Courtois, Shifting Grace (CamJazz, 2006).  Stefano Battaglia met o.m. Michele Rabbia, Bruno Chevillon, Dominique Pifarely en Vincent Courtois, Re: Pasolini (ECM, 2007)

Michele Rabbia 18 19

Reijseger / Sclavis / Barkin’ Van Hove

Festivalstichter Fred Van Hove krijgt elk jaar een carte blan- Barkin’ is een spraakmakende band uit de Gentse Chopstick che voor een onuitgegeven ontmoeting. Dit keer koos hij voor stal met Zeger Vandenbussche (tenorsax), Mathias Van de een noorderbuur en een zuiderbuur die elkaar heel goed ken- Wiele (gitaar), Lieven Van Pee (contrabas), Dimitri Simoen nen. Louis Sclavis en Ernst Reijseger werkten al meerdere (drums), Steven Segers (stem). “Een street band die vanuit keren samen, maar nog niet met Fred. De uitdaging is even de New Orleans traditie nieuwe wegen inslaat. Sleazy funky simpel als duidelijk: voortgestuwd door lucide ideeën zonder grooves alsook hedendaagse jazz en hip-hop passeren de brokken de overkant halen. Het is een ontmoeting van sterke revue." In mobiele versie en in podiumuitvoering verschijnen temperamenten in een geest van totale openheid. zij in het Fotomuseum, het Museum voor Schone Kunsten en het MuHKA. Ter afsluiting draait DJ Ipiki Ookami ten dans op Ernst Reijseger (°1954, Bussum, Nederland) begon met cellospelen toen het dakterras van het MuHKA. hij acht jaar oud was. Hij kreeg les van Anner Bijlsma, destijds eerste cellist van het Concertgebouworkest. In de jaren 70 begon hij te improviseren en Luistermateriaal speelde met Gerry Hemingway, Derek Bailey, Sean Bergin en Georg Gräwe.  Chopsticks (met Moker, Brick Quartet, Barkin’ en Prak) (Chopstick Later werd hij een vaste waarde in het ICP-orkest van Misha Mengelberg. Records, 2007). Met Michael Moore en Han Bennink vormde hij het speelse Clusone Trio. Hij verving Hank Roberts bij het Arcado String Trio (Mark Feldman en Mark Dresser). Hij is gepokt en gemazeld in het Amsterdamse jazzmilieu, maar steeds meer exploreert hij ook verdere horizonten en werkt hij samen met muzikanten uit o.m. Senegal, Sardinië, Iran en Turkije. Louis Sclavis (°1953, Lyon, Frankrijk) begon muziek te studeren op zijn ne- gende en specialiseerde zich in klarinet, basklarinet en sopraansax. In de Lyon Workshop ontmoette hij Michel Portal en Bernard Lubat. Hij speelde in Chris McGregor’s Brotherhood of Breath en in het kwartet van Henri Texier. Later vormde hij met Texier en drummer Aldo Romano het befaam- de African Trio. Sclavis’ projecten zijn heel uiteenlopend: een speelse hom- mage aan Ellington, een moderne interpretatie van Rameau, hevige impro- visaties met stemmenkunstenaar Médéric Collignon, kamermuziek met o.m. Dominique Pifarély. Fred Van Hove (°1937, Antwerpen) studeerde piano, muziektheorie en harmonie aan de academie. Aanvankelijk speelde hij jazz en dansmuziek. Begin de jaren zestig begon hij te experimenteren met vrije improvisatie. Hij ontmoette Peter Brötzmann en Peter Kowald en werd samen met hen een van de boegbeelden van de Europese avantgarde. Met Brötzmann en Han Bennink vormde hij van 1970 tot 1975 een legendarisch trio, soms aangevuld met trombonist Albert Mangelsdorff. Hij werkte verder samen met o.m. Steve Lacy, Paul Rutherford, Eva Parker, Johannes Bauer, Barry Guy, Marilyn Crispell en behoort nog steeds tot de belangrijkste improvi- serende musici, niet alleen als pianist maar ook op accordeon en kerkor- gel. Als stichter en boegbeeld van de Werkgroep Improviserende Musici organiseerde hij dertig jaar lang het Free Music Festival.

Luistermateriaal  Arcado String Trio + Trio de Clarinettes met o.m. Ernst Reijseger en Louis Sclavis, Green Dolphy Street (Enja, 1994).  Louis Sclavis met Vincent Courtois, Médéric Collignon en Hasse Poulsen, Napoli’s Walls (ECM, 2003).  Fred Van Hove solo, Journey (Psi, 2008) 20 21

Agiiir Mauro Pawlowski

Agiiir is een project van André Goudbeek dat verschillende Bekend van Evil Superstars, Kiss my Jazz, dEUS en zichzelf gedaanten aanneemt. Op Follow The Sound verschijnt het in steekt Mauro Pawlowski zijn liefde voor nooit onder trioformaat met Goudbeek (altsax, basklarinet, bandoneon), stoelen of banken. Hij speelt onder meer in de experimentele Peter Jacquemyn (contrabas) en Eric Thielemans (percussie). groep Othin Spake en laat geen gelegenheid voorbij gaan om De drie muzikanten hebben een erg persoonlijke benadering de remmen los te laten. In FTS op Open AIR treedt hij aan met van hun eigen instrument. Dat is het uitgangspunt van de im- Agiiir en in impromptu ontmoetingen. provisaties. De inzet is de confrontatie van muzikale talen en persoonlijkheden. Mauro Pawlowski (°1971, Koersel) begon als gast- en studiomuzikant bij o.m. X-Legged Sally, Kiss my Jazz en Bedtime for Bonzo. Met zijn groep Evil Superstars won hij in 1994 Humo’s Rock Rally. Vanaf 1998 ging hij steeds André Goudbeek (°1946, Zwolle, Nederland) studeerde als kind viool, meer experimenteren met heel uiteenlopende muziekvormen en groepen. maar is later zonder formele opleiding saxofoon en basklarinet beginnen Voor zijn muzikale veelzijdigheid kreeg hij in 2004 de Vlaamse Cultuurprijs. spelen. Hij was in 1973 stichtend lid van de Werkgroep Improviserende In datzelfde jaar werd hij tweede gitarist bij dEUS. Musici. Hij speelde in Chris McGregor’s Brotherhood of Breath, het Willem Breuker Kollektief en Fred Van Hoves ’t Nonet en werkte samen met o.a. Joe Fonda, Christine Wodrascka, Barre Phillips, John Carter en Han Bennink. Hij leidt het Brussels Improvisatie Orkest (BIO). Peter Jacquemyn (°1963, Schaarbeek) is beeldhouwer en muzikant. Als beeldend kunstenaar bewerkt hij boomstronken met hakbijl en ketting- zaag. Als muzikant worstelt hij met de contrabas. In dit spel zijn alle midde- len toegestaan: strijkstokken (tot drie stuks), colablikjes, papier, dempers, ontstemde snaren,... Als bassist is hij een leerling van Peter Kowald. Eric Thielemans (°1969, Overijse) begon op zijn tiende met percussie en notenleer. Hij studeerde aan de Antwerp Jazz Studio bij Dré Pallemaerts en volgde cursussen bij Billy Hart. Hij is een verwoed zoeker op drums en percussie, niet alleen in ensembles zoals Mâäk’s Spirit, maar ook solo en in diverse gelegenheidscombinaties. 22 23

Sean Bergin FTS Club Sessions & Rogério Bicudo

De samenwerking tussen Sean Bergin en Rogério Bicudo is Elke avond van 9 tot 14 september vinden de FTS Club er eentje die vorm kreeg rond de keukentafel en in een kroeg. Sessions plaats. De sessies zijn gratis toegankelijk* en wor- Zoals schooljongens vroeger deden: platen meebrengen en den gehost door contrabassist Peter Jaquemyn en drummer er samen naar luisteren. Muziek van Satie en Coltrane en Eric Thielemans. Zij brengen een pool van jong en/of verras- Pxinguinha en Jobim. Bergin en Bicudo begonnen met dat ma- send talent van de Antwerpse scene samen voor een reeks teriaal te werken: wat sleutelen aan het tempo, wat vrijheids- spontane ontmoetingen in wisselende formats. De sessies graden inbouwen, de harmonie verkreukelen. Zo is de cd ‘A zijn open, details ervan worden pas kort voordien op de web- Tale of Three City’s’ ontstaan, het eerste tastbare resultaat site www.followthesound.be bekendgemaakt. In King Kong van een muzikale vriendschap. draaien personalities uit de wereld van de jazz en de impro- visatie na middernacht hun favoriete platen. De sessions in Sean Bergin (°1948, Durban, Zuid-Afrika) groeide op temidden de rijke Scheld’Apen lopen in samenwerking met het kunstenfestival Zuid-Afrikaanse jazztraditie. Tegen de wetten van de Apartheid in ging hij als blanke spelen met zwarte muzikanten. Hij werkte onder meer met Louis Festivaaalllaallal 08. Moholo en Miriam Makeba. In 1973 verhuisde hij naar Londen en in 1976 naar Amsterdam. Daar integreerde hij in de rijke muzikale jazzscène. Hij  Van 9 tot 11 september vanaf 22u in King Kong speelde onder meer in het ICP-orkest en werkte met Han Bennink, Tristan  12 en 13 september vanaf 22u in Scheld’Apen Honsinger en Tobias Delius. In 1986 richtte hij zijn eigen groep M.O.B. op.  14 september vanaf 21u in Scheld’Apen Hij speelde ook in het kwartet van pianist Mal Waldron. Rogério Bicudo (°1957, Rio de Janeiro, Brazilië) speelde al Braziliaanse * (Extra slotavond, toegang € 5) volksmuziek toen hij acht jaar was. Vier jaar later was hij al professioneel muzikant. Hij verhuisde naar Spanje en studeerde bij Rodrigo en Ballesteros in de traditie van Andres Segovia. Als solist speelt hij Valsas en Choros, dat zijn meestal stukken die een grote virtuositeit eisen. Hij vormde het kwartet Choro Combinado.

Luistermateriaal  Domino Quartet met Sean Bergin, Hamid Drake, Gianluca Petrella en Antonio Borghini, Radio 3 Sessions (Auand, 2005).  Chroro Combinado, Sonoroso (EA, 1999).  Sean Bergin & Rogério Bicudo, Tale of Three City’s (Pingo Records, 2008). 24 films 25

My Name is Albert Chicago Ayler improvisations

Albert Ayler is samen met Ornette Coleman, John Coltrane Deze film van Laurence Petit-Jouvet (Frankrijk 2000) docu- en Cecil Taylor een van de pioniers van de Amerikaanse jazz- menteert het Empty Botlle Festival in Chicago anno 2000, ge- avantgarde in de jaren zestig. Ayler onthutste met zijn rau- zien vanuit het standpunt van de Duitse bassist Peter Kowald we, maar erg ontroerende saxofoonspel waarvan hij zelf zei: (1944-2002), een pionier van de Europese geïmproviseerde “Veel mensen begrijpen mijn muziek misschien nog niet, maar muziek en universeel muzikant. Fragmenten van concerten dat komt nog.” Het waren profetische woorden van een man worden afgewisseld met interviews en gesprekken tussen die zijn tijd ver vooruit was. Hij heeft de echte erkenning niet musici. Met Hamid Drake, Fred Anderson, Ken Vandermark. meer meegemaakt, want in 1970 werd hij dood gevonden in New York’s East River. Hij was 34 jaar oud. In de film vertelt Ayler zijn verhaal grotendeels zelf. In inter- views vertelt hij over zijn jeugd in Cleveland, zijn tijd bij het le- ger en zijn verhuis naar Zweden waar hij de muzikale vrijheid zocht. In Kopenhagen ging toen net de club The Golden Circle open. We leren Ayler kennen als een erg vriendelijke, zacht- aardige man, een schril contrast met de vaak confronterende Off the road aard van zijn muziek. Het verhaal krijgt nog meer reliëf door de gesprekken met Aylers familieleden, al wilden die niet al- tijd goed meewerken. Ook collega’s zoals Sunny Murray en Deze tweede film (Frankrijk 2001) van Laurence Petit-Jouvet Steve Swallow getuigen over deze merkwaardige man. over Kowald is een onvervalste roadmovie waarbij de bas- sist wordt gevolgd op maar vooral naast de scene tijdens zijn Kasper Collin (°1972, Goteborg, Zweden) studeerde Cultuur- en Filmgeschiedenis aan de universiteit van zijn geboortestad. De documen- Amerikaanse tournee in 2000. "The overall impression of a taire ‘My Name is Albert Ayler’ verscheen in 2005. musician on the road is the main theme, and Laurence Petit- Jouvet's documentary is so rich in content and so well filmed, that it could stand on its own, probably even of interest to people not interested in Kowald himself". Een film in de puur- ste Kerouac traditie.

Imagine the sound Peter Jacquemyn, die Kowald bijzonder goed gekend heeft, leidt beide films in met een commentaar en een korte bassolo.

Deze film van Ron Mann (Canada 1981) is een portret van vier sleutelfiguren uit de avant garde van de sixties: Paul Bley, Bill Dixon, Archie Shepp, Cecil Taylor. "Not since Scorsese’s The Last Waltz has a music documentary been so thorough and compatible with its subject". 26 Installaties/ 27 beeldende kunst Ultra Light Motorised Follow The Sound op Piano Piece OPEN AIR De Ultra Light Motorised Piano Piece is een audio-installatie AIR Antwerpen is een historisch sasmeesterhuis aan de van Stefaan Quix, doorlopend te zien in het MuHKA. Royerssluis (Antwerpen Noord) dat vandaag dienst doet als internationale residentie voor beeldende kunstenaars. Stefaan Quix (°1967, Overijse) is bassist en componist. Hij woont en werkt Jaarlijks worden de deuren wijd open gezet voor een kijkmo- in Brussel waar hij actief is in experimentele rockbands en zich bezighoudt met analyses van Glenn Gould. ment met beeldende kunst in de kamers en salons en met muziek en late night party in de tuin en op de binnenplaats. Curator is Angelique Campens voor Objectif Exhibitions. FTS verzorgt de soundtrack van dit festival met Agiiir, Mauro Pawlowski, Sean Bergin, Rogério Bicudo, DJ Ipiki Ookami en Barkin’ in concerten en geïmproviseerde ontmoetingen en intermezzo's.