<<

Het openbaar vervoer tussen en via de Streek

Tot in de 16e eeuw reisde men gewoonlijk te paard door dit gebied van oostelijk West-Friesland. Daarna ontstond de gewoonte om voor een reis gebruik te maken van een paard en wagen. Het was in die tijd voor het merendeel van de mensen een geweldige en uiterst zeldzame onder¬ neming om op reis te gaan. Daarin kwam een verbetering toen er par¬ ticuliere wagendiensten ontstonden. Al in 1621 werd in Enkhuizen een ordonnantie vastgesteld, waarin de ritten naar Hoorn, en werden vastgesteld. Dit was een geregelde verbinding. Degene die in Enkhuizen een wagen wilde huren moest zich ter plaatse bij de waterschout vervoegen. In 1660 namen de besturen van de steden , , Monnickendam, Edam, Hoorn en Enkhuizen en het bestuur van de Staten van Holland en West-Friesland het besluit een stelsel van trek¬ vaarten tussen deze steden aan te leggen. Deze trekvaarten werden gegraven. De trekvaart tussen Hoorn en Enkhuizen heeft evenwel nim¬ mer bestaan. De grondeigenaren uitten hun bezwaren toen ze vernamen dat er een trekvaart met jaagpad zou worden aangelegd. In 1668 besloot men dan ook deze trekvaart niet te graven. In plaats daarvan werd een klinkerweg, de Zesstedenweg, aangelegd, die al in 1671 gereed kwam. Over deze weg werden een wagendienst voor reizigers en hun hand¬ bagage ingesteld. In Hoorn - bij de Westerpoort - gaven deze wagens aansluiting op de trekschuiten naar Amsterdam via Oosthuizen en Pur¬ merend of via Edam. In 1686, de wagens reden toen vier maal per dag, maakten al 8332 reizigers gebruik van de wagendienst. Het vervoer van post was in die tijd ook een particuliere aangelegenheid. Jarenlang werd de post in Noord-Holland vervoerd door de stalhouderij uit Alkmaar. Via kwam de post in Alkmaar aan en werd vervolgens naar Hoorn gebracht. Via de Zesstedenweg kwam de post in Enkhuizen aan. De postrit Hoorn-Enkhuizen duurde 2 uur. Het vervoer was streng gereglementeerd. De postrit naar Enkhuizen was belangrijk want daar werd de post overgegeven aan de beurtschippers en aan de koeriersdienst Amsterdam-Groningen-. In 1868 werd de diligencedienst Hoorn-Enkhuizen door drie stal¬ houders uitgevoerd: Hajo Igesz, D. de Graaf en W. Clay. Bovendien was er nog de postwagenrit van de wed D. Igesz. De reis duurde twee uur. Hajo Igesz onderhield ook de diligencediensten Hoorn-Purmerend en Amsterdam-Purmerend-Hoorn-Medemblik. Deze diligencediensten hebben hun bestaan kunnen volhouden tot dat er een tram- en spoorlijn tussen Hoorn en Enkhuizen werd geopend. Al in januari 1881 kwamen de burgemeesters van Hoorn en Enkhuizen bij elkaar om de mogelijkheden te onderzoeken om tussen beide steden via de Streek een stoomtramlijn aan te leggen. Op dat moment reden