1998-02: Overpeinzingen Bij Een Oude Schoolplaat
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
OVERPEINZINGEN BIJ EEN OUDE SCHOOLPLAAT (2) /. T. Bremer Ter Walvisvaart naar Spitsbergen Ter Walviscbvaart ... Meter 't is een eensaem landt, een landt daer sen niet langer op Spitsbergen verwerkt, maar op het woeste Beeren schip zelf (spek in vaten) en vervolgens in traankoke en 't Koude Noordgeblaes, met ijs en snee rijen in de Zaanstreek. De oorzaak was overbevissing regeeren in de buurt van Spitsbergen en Jan Mayen, zodat daer 't weynigh daegs en doer de droeve nacht men steeds verder van land af moest jagen (zee of gheduerich sich vertoont en stadich houdt de ijsvisserij). wacht... In de loop van de 18e eeuw verplaatste de walvisvaart zich naar de wateren rondom Groenland (Straat Da ghedicht aen allezeevaerende luyden vis). In de tweede helft van de 18e eeuw werden de tot Leyden gedruckt bij Willem Christiaan 1634 vangsten minder, terwijl de (Engelse) concurrentie steeds sterker werd. Mede door overheidssteun kon De Nederlandse walvisvaart speelde zich in de 17e het bedrijf door de Hollanders tot 1872 worden eeuw voornamelijk af bij Spitsbergen (Svalbard) en voortgezet.1 het Jan Mayeneiland, genoemd naar Jan Jacobsz May van Schellinkhout. Op beide eilanden stonden in de De walvisvaart, sedert de 1 Ie eeuw beoefend door de eerste helft van de 17e eeuw zomernederzettingen Basken, later ook door Spanjaarden en Portugezen, met grote woontenten (later houten huizen) en Fransen en Engelsen, werd tegen het einde van de traanovens. De nederzetting op het Amsterdamse ei 16e eeuw vrijwel uitsluitend door Engelsen en Hol land in de Spitsbergenarchipel kreeg de toepasselijke landers uitgeoefend. De Hollanders ontplooiden naam Smeerenburg; de smerigheid en de stank van de vooral na bericht van Heemskerk en Barentsz (1596) traankokerijen was enorm. Smeerenburg heeft slechts over grote aantallen walvissen, een enorme activiteit. een halve eeuw bestaan. Na 1650 werden de walvis De activiteiten, vanuit diverse plaatsen als Amster 9, dam, Hoorn, Medemblik, Enkhuizen en Schiedam, Walvisvaarders werden in 1614 gebundeld bij de tot standkoming De walvisvaart werd van het voorjaar tot de herfst van de 'Noordsche Compagnie', welk kartel het mo uitgeoefend met houten driemasters met een beman nopolie van de walvisvaart vanuit ons land ontving. ning van 40 a 50 tot soms wel 100 koppen, vooral De Staten Generaal beschermde voorts deze Com Hollanders, Eiland-Friezen en Zeeuwen. De walvis pagnie tegen vijandelijkheden van de concurrenten, vaart was voor de Marsdiepdorpen Huisduinen en met name de Engelsen door "telken jare eenige oor Den Helder, maar ook voor de Waddeneilanden logsscheepen ter bescherming van de walvisvaarders Texel en Terschelling, ja zelfs voor de Zijpe en Wie mee te zenden naar het noorden". Terwijl de Engel ringerwaard van groot belang. Volgens de kroniek sen de meeste baaien van de westkust van Spitsber schrijver Dirk Burger van Scnoorel, chirurgijn te gen voor zich reserveerden, kregen de Hollanders de Oudesluis, woonden er in 1707 in Huisduinen/Den noordwesthoek, waar Smeerenburg op het Amster Helder alleen al 38 commandeurs ter walvisvaart (in dameiland werd gevestigd. De Zeeuwen vestigden 1746 zelfs 58!). Maar ook in Zijpe en Wieringerwaard zich in de Zeeuwse baai, de Friezen stichtten de Har woonden enkele gezagvoerders. Omdat de comman linger Kokerij aan de Hollandsche baai. deurs altijd de stuurlieden, harpoeniers en speksnij ders bij voorkeur uit hun eigen omgeving meenamen, betekende dit in feite dat het aantal mensen uit deze omgeving dat in de zomer naar het noorden ging, minstens het tienvoudige bedroeg. Een ander aspect is dat mensen vanuit deze gebieden zelf ook geld in deze bedrijfstak investeerden, zoals de 18e eeuwse walvisrederij van Jacob Queldam c.s.4 Daarnaast was het zo dat nogal wat oud-commandeurs ter walvis vaart grond kochten in de Zijpe.5 Het schip, dat Zeemans huys Gebout van hout en ijser Godt die ons stuurman is en Niemant is er wijser O Heer, wil ons verlosse van de Groenlandse schosse en breng ons dan na wense in Hollant bij de mense (bede in het journaal van de Groenlandvaarder 'Wel tevreden' onder bevel van de Helderse Commandeur Cornelis de Leeuw.) De walvisvaart was hard, gevaarlijk en wisselvallig. Niet alleen de vangsten, ook de prijzen van traan en balein wisselden nogal. Ook het aantal schepen wis selde, meestal 100 a 120, maar soms ook tweemaal zoveel. Het beroep was hard, zwaar en gevaarlijk. Er was nauwelijks een beroep waar men zich zo afhankelijk voelde van het Opperwezen als in de onherbergzame arctische gebieden met zijn vele onbegrijpelijke ver anderingen in de weersgesteldheid en de eindeloos uitgestrekte mysterieuze, koude, kale ijsvlakten. Men In totaal verbleven er 's zomers naar schatting zo'n bleef ook eigenlijk wel graag in de buurt van het duizend tot twaalfhonderd man. De vestiging der land, maar ook daar was men zijn leven niet altijd ze Hollanders op Jan Mayeneiland droeg hetzelfde ka ker (ijsberen!) rakter als die op Spitsbergen, maar is minder bekend De eigenlijke jacht op de walvissen werd gedaan van geworden omdat ze vroeger dan Spitsbergen werd uit vangstsloepen, bemand met vijf roeiers en een verlaten (omstreeks 1640), vooral omdat men daar stuurman-harpoenier. Deze wierp de circa twee me veel meer last had van drijfijs. Ook hier stonden "ge ter lange handnarpoen, waarvan een (met de sloep timmerten... gemeubleert ende versien mett allerley verbonden) lijn was bevestigd in de te vangen walvis; ghereetschappen tot de visscherij noodich'VHet daarna werd het dier uitgeput en met een lans ge meest opmerkelijke van dit circa 50 km lange en 2,5 a dood. Een 'aangeschoten' walvis kon enorm te keer 17 km brede eiland is de ongeveer 2300 meter hoge gaan met zijn machtige staart, hetgeen de sloepbe Beerenburg, de enige vulkaan binnen de poolcirkel manning soms noodlottig werd. Maar ook een die zo nu en dan enige aardschokken veroorzaakt: 'schielicke grijp-wint kon er oorzaak van zijn dat de "onse tent schudde die nacht of daer een aerdbeving sloep omsloeg. he gheweest hadde" (8 september 1633).3 10. Daer leyt het lighaam nu en rot complete sloep van 5 a 6 meter geborgen kunnen sijn ziel, hoop ik, die is bij Godt worden. De mannen in de bootjes zijn wel erg dicht bij de krachtige, gevaarlijke staart bezig, maar anders Dit tweeregelige rijmpje schreef de Helderse com kon de tekenaar, Cornelis Jetses, niet alles op de te mandeur Jan Jongkees bij de teraardebestelling van kening krijgen. De walvis, met een speklaag van soms zijn timmerman te Spitsbergen. Er liggen er nogal wel een halve meter dik, lijkt plomp, maar is snel en wat begraven. behendig. Gezicht en gevoel zijn vrij goed ontwik keld, maar horen doet hij slecht. Het voedsel bestaat Eind vorige eeuw vond men een groot aantal graven uit kleine schaaldieren, die in grote massa in de Ijs dermate in verval dat onze regering besloot de graven zeeën voorkomen. Behalve spek, waaruit traan werd op Spitsbergen te herstellen (H.M.'s Friesland onder bereid voor verlichting en als smeermiddel, leverde kapitein W.D.H. Baron van Asbeck, 1906). Eerder de walvis óók baleinen gebruikt voor de vervaardi (1878) al had men een gedenksteen geplaatst ter nage ging van corsetten, hoepelrokken en later ook voor dachtenis aan enkele overwinteringen (1633/34, paraplu's. De beenderen (walviskaken) werden wel 1634/35. meegenomen als curiositeit en gebruikt als wrijfpaal voor het vee. Een volwassen walvis leverde wel 20.000 liter traan en duizend kilo baleinen. IN MEMORIAM. De jagers in hun schepen maakten gebruik van har poenen en lenzen. Een harpoen had twee scherpe Spitsbergen of Nieu-land weerhaken, een lens niet. Aan de harpoen(lens) was een 'voorloper' bevestigd, en touw van twintig meter ontdekt lengte, daaraan de walvislijn, 150 a160 meter lang. tot 790 30' N. Breedte Dat de walvis dodelijk getroffen was constateerde men wanneer het dier bloed 'blies', het zogenaamde door de Hollanders. 'oranjeblazen'. Hier overwinterden 1633—1634 JACOB SEEGERS en zes anderen. Hier overwinterden en stierven 1634—1635 ANDRIES JANSZ. van Middelburg en zes anderen. Herinneringssteen Van een kerkhof in het noorden van Spitsbergen (de Zeeuwse Uytkijck) met ongeveer tweehonderd gra ven heeft men enige jaren geleden vijftig kisten opge graven en voor onderzoek naar ons land gebracht. De kisten en ook de inhoud ervan waren nog in rede lijke goede staat. Het bleek dat verreweg de meeste 1. Harpoen. overblijfselen aan personen tussen de 20-40 jaar toe 2. IJzeren punt van een harpoen. 3. Lens. behoorden, al waren er ook die niet ouder dan veer 4. Klein hakmes tien jaar geworden waren. Voorts bleek dat de ge 5. Hakmes (beide hakmessen gebruikt bij het flensen). middelde walvisvaarder bepaald géén optimale ge 6. Punt van een bootshaak. 7. Spekmes. zondheid had: rachitus (Engelse ziekte), Scorbut 8. Haak. (scheurbuik) en vooral ook vaak slecht geheelde bot 9. Haakanker (beide haakankers gebruikt bij het verankeren van de dode breuken. De door vitamine C gebrek veroorzaakte walvis). Scorbut was het gevolg van het gebrek aan vers voed 10. Harpoenlijn, zoals die in de sloep lag. sel. Men voer uit na een soms lange Hollandse winter en kreeg dan vervolgens op Spitsbergen gedroogde kabeljauw, gerookte spek, gort en dubbel gebakken Een ander dier op de voorgrond van de plaat is de tarwebroodin plaats van verse groenten en vers ijsbeer - voor de mens gevaarlijk, zeker wanneer hij vlees! honger heeft. Het vlees is met rundvlees te vergelij Uit de grafvondsten bleek tevens dat vooral wollen ken, maar grover en taaier. Met at het vlees, in de 17e kleding gedragen werd: warm, maar bijna niet droog eeuw echter ongaarne, omdat men er vroegtijdig grij te krijgen als 't nat was geworden.6 ze haren van zou krijgen! Schoolwandplaat Andere dieren zichtbaar op de plaat (links vooraan) Op de wandplaat is een Noordse of Groenlandse zijn walrussen, reusachtige zeefobbessen met een walvis afgebeeld, een ongeveer 20 meter lang zoog lengte van 4 bij 2,5 a 3 meter.