Basismeetnet grondwater

Waterschap Hollandse Delta Ing. J. Willemsen, afdeling Planvorming

Verbeterde versie 7 december 2006

I N H O U D

1. INLEIDING 3

2. DOELSTELLING VAN HET MEETNET 5

3. GEBIEDSOPBOUW 7

4. HUIDIG GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 9 4.1. Grondwaterkwantiteit 9 4.1.1. Regulier meetnet 9 4.1.2. Projectmatig meetnet 9 4.2. Grondwaterkwaliteit 10

5. MEETNETTEN VAN DERDEN 11 5.1. Grondwaterkwantiteit 11 5.2. Grondwaterkwaliteit 12

6. ONTWERP GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 13 6.1. Grondwaterkwantiteit 13 6.1.1. Bestaande meetpunten 13 6.1.2. Oude meetpunten 13 6.1.3. Nieuwe meetpunten 14 6.1.4. Diep grondwater 15 6.2. Grondwaterkwaliteit 16

7. NIEUW GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 19 7.1. Benodigde meetpunten 19 7.2. Waarnemingsfrequentie 19 7.3. Verzameling, opslag en rapportage van meetgegevens 20 7.4. Inrichting van het nieuwe meetnet 21 7.5. Regulier onderhoud 21

8. FINANCIËLE CONSEQUENTIES 23 8.1. Eenmalige inrichtingskosten 23 8.2. Reguliere kosten 24

9. LITERATUUR 25

BIJLAGEN

Bijlage 1: Metingen in opdracht van derden Bijlage 2: Projectmatig grondwatermeetnet waterschap Hollandse Delta Bijlage 3: Primair meetnet provincie Zuid-Holland Bijlage 4: Meetnet drinkwaterbedrijven Bijlage 5: Meetnet terreinbeheerders Bijlage 6: Meetnet gemeenten Bijlage 7: Nieuw grondwatermeetnet waterschap Hollandse Delta Bijlage 8: Automatische grondwaterstandmeters

2 Waterschap Hollandse Delta 1. INLEIDING

Veel waterschappen in Nederland voelen zich nauw betrokken bij het beheer van het (ondiepe) grondwater. Verschillende waterschappen hebben, in aanvulling op meetnetten van andere organisaties, een eigen grondwatermeetnet. Meestal worden de verzamelde grondwaterstandgegevens doorgegeven aan NITG-TNO, zodat ze kunnen worden opgenomen in een landelijke database die voor buitenstaanders via internet toegankelijk is. Per 1 januari 2005 is het waterschap Hollandse Delta ontstaan uit het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden en de waterschappen Goeree-Overflakkee, De Brielse Dijkring, De Groote Waard en IJsselmonde. Door de voormalige waterschappen werden op een aantal locaties grondwaterstanden gemeten. Meestal gebeurde dit in opdracht van de provincie Zuid-Holland (als onderdeel van het primaire meetnet). Daarnaast werden er in de kop van Goeree en op Voorne op kleine schaal metingen verricht in het kader van specifieke projecten. Van een gebiedsdekkend grondwatermeetnet was bij geen van de waterschappen sprake. Ook werden er geen kwaliteitsmetingen verricht op de waarnemingslocaties. Waterschap Hollandse Delta is voornemens om, net als veel andere waterschappen in Nederland, een eigen basisgrondwatermeetnet in gebruik te nemen. Voorliggend verslag geeft een beschrijving van de tot standkoming van dit meetnet. Tevens heeft dit verslag tot doel inzicht te geven in de meetnetten van derden, zodat dit verslag kan dienen als naslagwerk. Voor de technische details van de verschillende meetpunten wordt verwezen naar de database van NITG-TNO en naar het Geografisch Informatie Systeem van het waterschap.

Opgemerkt wordt dat een grondwatermeetpunt kan bestaan uit meerdere peilbuizen, die ieder de grondwaterstand op een andere diepte weergeven. Wanneer in deze rapportage wordt gesproken over een grondwatermeetpunt dan wordt hiermee één bepaalde locatie in het beheersgebied bedoeld, waarop één of meerdere peilbuizen zijn geplaatst. Wanneer over een peilbuis of een (waarnemings)filter wordt gesproken dan betreft het een meetpunt op één bepaalde diepte . Op één en dezelfde locatie kan op meerdere dieptes worden waargenomen, zodat op één grondwatermeetpunt sprake kan zijn van meerdere peilbuizen.

Onderscheid wordt gemaakt in het meten van grondwater kwantiteit (ofwel de stand van het grondwaterstand) en grondwater kwaliteit . Ten aanzien van de grondwaterkwaliteit zijn voor waterschap Hollandse Delta met name chloridegehalten en fosfaat- en nitraatconcentraties van belang. Ook is inzicht in het vóórkomen van macro-ionen, zware metalen en bestrijdingsmiddelen voor het waterschap interessant.

Basismeetnet Grondwater 3

4 Waterschap Hollandse Delta 2. DOELSTELLING VAN HET MEETNET

Door middel van het beheren van oppervlaktewater stuurt het waterschap tot op zekere hoogte de optredende freatische grondwaterstanden (zie figuur 1). Ook ten aanzien van de waterkwaliteit bestaat er een sterke relatie tussen het grondwater en het oppervlaktewater in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta. Inzicht in grondwater is van groot belang bij onder andere de verziltingbestrijding in het beheersgebied en daarvan afgeleid het dagelijkse peilbeheer, het opstellen van peilbesluiten, wateraanvoer en de eisen die voortvloeien uit het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Het gaat hierbij niet alleen om inzicht in de huidige grondwatersituatie maar ook om het monitoren van toekomstige veranderingen in de grondwaterhuishouding. Een grondwatermeetnet van het waterschap heeft de volgende doelstellingen:

1. Ontwikkelen van watersysteemkennis Van belang voor bijvoorbeeld: • Het in beeld brengen van grondwaterstromen en -systemen; • Het in beeld brengen van de grondwaterkwaliteit; • Het in beeld brengen van de relatie tussen grond- en oppervlaktewaterkwantiteit; • Het in beeld brengen van de relatie tussen grond- en oppervlaktewaterkwaliteit; • Het monitoren van de toename van zoute kwel door een toekomstige zeepiegelstijging; • Het opstellen van water- en stoffenbalansen; • Het valideren en calibreren van (grondwater)modellen; • Het bepalen van de grondwaterdynamiek; • Het vaststellen van (trendmatige) veranderingen in de grondwaterkwaliteit en de grondwaterkwantiteit; • Het vaststellen van neerslag-afvoerrelaties.

2. Gebiedsgerichte plannen en beheer Van belang voor bijvoorbeeld: • Trendanalyses; • Signaleren van te lage of te hoge grondwaterstanden; • Peilbeheer en afvoerbeheer; • Verziltingsbestrijding; • Verdrogingsbestrijding in landbouw- en natuurgebieden; • Verklaren van de waargenomen toestand en/of veranderingen in relatie tot milieudruk en beheersmaatregelen; • Opstellen Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR).

3. Effectmonitoring bij specifieke projecten en maatregelen Van belang voor bijvoorbeeld: • Vastleggen van de nulsituatie; • Monitoring van vernattingsschade bij peilverhogingen; • Evaluatie van beleidsmaatregelen; • Monitoren van het scheiden van zoet en zout water; • Verlenen en bewaken van vergunningen; • Afhandeling van klachten

Bij doelstelling 1, het ontwikkelen van watersysteemkennis, gaat het om het verzamelen van basisinformatie en het opbouwen van kennis over de werking van het watersysteem in brede zin. Hiervoor moeten over het algemeen veel waarnemingsgegevens worden verzameld gedurende een lange tijdsperiode.

Bij doelstelling 2, gebiedsgerichte plannen en beheer, is het verzamelen van de benodigde informatie sterk afhankelijk van topografische omstandigheden zoals de ligging van waterlopen, bodemsoorten en het type landgebruik. Er is sprake van metingen die zich concentreren op een bepaald gebied of een bepaald thema in een bepaald gebied, zoals bijvoorbeeld projecten uit de GebiedsGerichte Plannen (GGP) en waterstructuurplannen. De metingen kunnen tijdelijk van aard zijn, maar gezien het karakter van de meeste gebiedsgerichte plannen is meestal sprake van een behoefte aan meetgegevens uit een lange tijdsperiode.

Basismeetnet Grondwater 5

Bij doelstelling 3, effectmonitoring, volgt een bepaalde informatiebehoefte uit specifieke maatregelen of projecten. De meetpunten hebben daarbij een duidelijk afgebakende doelstelling en worden waargenomen gedurende een tijdsperiode die relevant is voor het betreffende project. Hiermee worden achtereenvolgens de uitgangssituatie, het effect van inrichtingsmaatregelen en de eindsituatie vastgelegd. Na beantwoording van de onderzoeksvraag worden de meetpunten in principe verwijderd. De meetpunten hebben dus een tijdelijk karakter.

Concluderend kan gesteld worden dat het grondwatermeetnet van het waterschap Hollandse Delta bestaat uit twee componenten bestaat; - Regulier meetnet (doelstelling 1 en 2); - Projectmeetnet (doelstelling 2 en 3).

Opgemerkt moet worden dat het grondwatermeetnet een extra doelstelling kan krijgen in het kader van de monitoringsstrategie voor de Europese Kaderrichtlijn Water. In de karakterisering van de werkgebieden Rijndelta en Maas wordt het duingebied van de Zuid-Hollandse eilanden als grondwaterlichaam aangegeven en ook de poldergebieden vormen een apart grondwaterlichaam (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2005). Momenteel is nog niet duidelijk welke concrete gevolgen de Kaderrichtlijn zal hebben voor het monitoren van grondwater. Duidelijk is wel dat het basisgrondwatermeetnet van het waterschap Hollandse Delta voldoende inzicht moet geven in het functioneren van de grondwaterlichamen. Het is mogelijk dat het basisgrondwatermeetnet in de toekomst verder moet worden uitgebreid om te voldoen aan de monitoringsverplichtingen uit de Europese Kaderrichtlijn.

Bovenstaande doelstellingen vormen het uitgangspunt voor het ontwerpen van een grondwatermeetnet voor het waterschap Hollandse Delta. Een belangrijk aandachtspunt bij het ontwerp is de afstemming van het waterschapsmeetnet met meetnetten van derden. In totaal worden binnen het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta momenteel namelijk in 684 peilbuizen reguliere metingen verricht, waarvan het waterschap er slechts 47 voor zijn rekening neemt. De gegevens van meetpunten van derden zijn meestal wel beschikbaar voor het waterschap. Alvorens het ontwerp van een waterschapsmeetnet te beschrijven wordt daarom eerst ingegaan op de huidige grondwatermeetnetten van het waterschap en andere betrokken partijen.

Figuur 1. Uit de waarnemingsreeks van meetpunt 37DP0082 (Zuidland – regio Voorne -Putten) blijkt de relatie tussen grond- en oppervlaktewater: in 1986 is een polderpeilverlaging van 20 centimeter doorgevoerd.

6 Waterschap Hollandse Delta 3. GEBIEDSOPBOUW

Het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta bestaat uit de binnendijks gelegen gebieden op de Zuid-Hollandse Eilanden. Het beheersgebied wordt doorsneden door een aantal zeearmen en rivieren (zie figuur 2). De binnendijkse gebieden liggen voor het grootste deel lager dan de buitenwaterstanden, waardoor er een grondwaterstroming optreedt vanaf de buitendijkse gebieden naar de laaggelegen polders. In de polders treedt het (veelal zoute) grondwater uit in sloten en watergangen of (in incidentele gevallen) in het maaiveld.

Zuid-Holland Zuid behoort tot het zeekleigebied. Aan de oppervlakte is in het gebied voornamelijk klei en veen afgezet. Pleksgewijs zijn deze afzettingen weggeërodeerd onder invloed van krekenstelsels. De plaatsen van de voormalige kreken worden gekenmerkt door zandige oeverwallen en geulopvullingen die de klei- en veenlagen doorsnijden. De duinen vormen een aparte landschapsvorm in Zuid-Holland Zuid: in de dikke pakketten duinzand kan regenwater infiltreren en wegzakken naar de ondergrond. De duinen vormen zo een belangrijke zoetwatervoorraad voor het laaggelegen poldergebied.

Ook de diepere ondergrond in Zuid-Holland Zuid bestaat uit een afwisseling van klei- en zandpakketten. Deze pakketten zijn gevormd in de perioden waarin de zee zich afwisselend terug trok om vervolgens het land weer te overspoelen. De zandige pakketten die zijn afgezet vormen nu waterdoorlatende lagen, die soms tientallen meters dik kunnen zijn. Deze zogenaamde watervoerende pakketten worden vaak begrensd door kleiafzettingen, die geen water kunnen doorlaten. Deze kleiafzettingen worden daarom scheidende lagen genoemd.

Figuur 2. Het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta met deelgebieden en buitenwater.

Basismeetnet Grondwater 7 De opbouw van de ondergrond is gevarieerd. In de praktijk kunnen scheidende lagen bijvoorbeeld scheef liggen en zijn watervoerende pakketten niet overal even dik. Globaal kan de ondergrond worden geschematiseerd zoals aangegeven in figuur 3. De deklaag is ongeveer 15 meter dik en bestaat uit zand- en kleiafzettingen. Ter plaatse van de duinen bestaat de deklaag uit zand en is daar wat dikker dan in de poldergebieden, waar vooral klei- en veenafzettingen kunnen worden gevonden. Direct onder de deklaag bevindt zich het eerste watervoerende pakket dat ongeveer 10 tot 25 meter dik is. Het pakket bestaat voornamelijk uit goed doorlatende zand- en grindpakketten. Aan de onderkant wordt het eerste watervoerend pakket begrensd door een circa 25 meter dikke (waterondoorlatende) kleilaag, waaronder zich het tweede watervoerende pakket bevindt. Dit pakket is zo’n 50 meter dik en bestaat uit goeddoorlatende zandige afzettingen. Een kleilaag van ongeveer 25 meter dik vormt de grens tussen het tweede en het derde watervoerende pakket. Het derde watervoerende pakket is 75-100 meter dik en rust op de hydrologische basis. Deze basis is niet-doorlatend (NITG-TNO, 2003).

0 meter Deklaag 15 meter Watervoerend pakket 1 30 meter Scheidende laag 50 meter

Watervoerend pakket 2

100 meter Scheidende laag 125 meter

Watervoerend pakket 3

200 meter Hydrologische basis

Figuur 3. Schematische weergave van de opbouw van de ondergrond.

8 Waterschap Hollandse Delta 4. HUIDIG GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA

4.1. Grondwaterkwantiteit

4.1.1. Regulier grondwaterstandmeetnet

Vóór de fusie van 5 waterbeheerders tot waterschap Hollandse Delta worden door de voormalige kwantiteitswaterschappen op een aantal locaties grondwaterstanden gemeten. Het betrof hier veelal metingen die op verzoek van de provincie Zuid-Holland werden uitgevoerd ten behoeve van het primaire meetnet. De provincie verzorgde het beheer en onderhoud van de meetpunten. Na de fusie is het waarnemen van deze punten doorgegaan. Het Waterschap Hollandse Delta verricht momenteel in opdracht van de provincie waarnemingen in 10 grondwatermeetpunten, die bestaan uit totaal 42 waarnemingsfilters (zie bijlage 1), maar heeft geen eigen aanvullend regulier grondwatermeetnet.

4.1.2. Projectmatig meetnet

Ten behoeve van het monitoren van effecten van bepaalde hydrologische ingrepen in het watersysteem worden door het waterschap projectmatige meetpunten ingericht. Deze meetpunten hebben een duidelijk afgebakende doelstelling en worden waargenomen gedurende een tijdsperiode die relevant is voor het betreffende project. Na beantwoording van de onderzoeksvraag worden de meetpunten in principe verwijderd. In de praktijk blijken bij het waterschap projectmatige metingen echter (te) lang te worden voortgezet. Het verdient dan ook aanbeveling om de bestaande projecten kritisch te evalueren en te bekijken of voortzetting van de betreffende meetreeksen noodzakelijk is. In incidentele gevallen kunnen waardevolle projectmatige meetpunten na beëindiging van een project worden opgenomen in het reguliere meetnet. Bij toekomstige projecten dient vooraf een monitoringsplan te worden opgesteld waarin wordt aangegeven op welke locaties moet worden gemeten, met welke frequentie de metingen moeten worden verricht en hoelang de meetinspanning moet worden voortgezet. Tevens moet de wijze van beheer en onderhoud van de meetpunten in het plan worden aangegeven.

Het waterschap neemt momenteel ten behoeve van een aantal projecten op 45 locaties grondwaterstanden waar (zie bijlage 2):

• Gaswinning NAM (IJsselmonde); 2 grondwatermeetpunten in Rotterdam-Zuid waarin het waterschap in opdracht van NITG-TNO tweewekelijks waarnemingen verricht om de gevolgen van een gaswinning door de NAM te monitoren. Het waterschap gebruikt zelf de meetgegevens niet. De opdracht voor het NAM-meetnet loopt af op 31 december 2005. Het wordt vanuit de opdrachtgever niet noodzakelijk geacht dat de waarnemingen op deze locatie worden voortgezet. Per 31 december 2006 zijn daarom de metingen door het waterschap stopgezet.

• Groenedijk (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 6 locaties t.b.v. monitoring van de effecten van een toekomstige peilverhoging in een natuurontwikkelingsgebied in de binnenduinrand. Vanaf 1996 wordt de uitgangssituatie van het grondwater rondom bebouwing in de polder West-Nieuwland vastgelegd. Wanneer na peilverhoging niet-aanvaardbare grondwaterstandstijgingen worden geconstateerd dan zal de landinrichtingscommissie maatregelen treffen om de grondwaterstand ter plaatse te verlagen.

• Campings Volgerland (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 7 locaties t.b.v. monitoring van de effecten van een toekomstige peilverhoging in een natuurgebied in de binnenduinrand. Vanwege lopende bezwaarprocedures is het oppervlaktewaterpeil nog niet verhoogd. Momenteel wordt dus de uitgangssituatie vastgelegd.

• Middelduinen (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse grondwaterstandsmeting op 3 locaties t.b.v. grondwateronderzoek rondom natuurontwikkelingsgebied “de Enden”. Na de beëindiging van een grondwaterwinning is het de bedoeling dat het natuurontwikkelingsgebied een eigen (niet-gestuurd) peil krijgt. Momenteel wordt de uitgangssituatie van het grondwater nabij bebouwing gemeten. In de toekomst kunnen eventuele uitstralingseffecten van het nieuwe peil in het natuurontwikkelingsgebied worden bepaald.

Basismeetnet Grondwater 9 • Koudenhoek (Goeree-Overflakkee); dagelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 5 locaties t.b.v. monitoring van de gevolgen van zoutwaterinlaat. De monitoring is gestart in 2005 en wordt geëvalueerd in 2008. Meetgegevens worden automatisch verzameld met behulp van diver-meetapparatuur.

• Camping De Klepperstee (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 3 locaties rondom camping De Klepperstee in Ouddorp, die door middel van een diepdrainage wordt drooggemalen. Op deze punten rust voor waterbedrijf Evides een meetverplichting. Het waterschap verricht in opdracht van Evides de waarnemingen en gebruikt de meetgegevens als bewaking tegen te ver dalende grondwaterstanden. Het gaat om de meetpunten 37HL0036, 37HL0037 en 37HL0038, die door Evides worden beheerd en onderhouden (zie ook paragraaf 4.1.1. en bijlage 1).

• Zandwallengebied Ouddorp (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 13 locaties t.b.v. monitoring van de anti-verdrogende werking van vier stuwen die in 1994 zijn geplaatst. Een evaluatie van de meetgegevens heeft reeds plaatsgevonden maar het meetprogramma wordt momenteel nog voortgezet.

• Westhoofdvallei (Goeree-Overflakkee); tweewekelijkse freatische grondwaterstandsmeting op 4 locaties t.b.v. monitoring van grondwaterstanden in een duinvalleireservaat van Natuurmonumenten. Voor het verrichten van de metingen werd tot aan de fusie door Natuurmonumenten jaarlijks een bedrag aan het waterschap betaald. Met ingang van 1 maart worden de metingen door het waterschap stopgezet.

4.2. Grondwaterkwaliteit

Momenteel is er geen sprake van een regulier meetnet voor grondwaterkwaliteit. Wel zijn er op Goeree-Overflakkee enkele projectmatige meetpunten ingericht (zie bijlage 2).

• Golfbaan Melissant; in verband met de beregeningsbehoefte van een golfbaan, wordt het zoutgehalte van het grondwater eens per 14 dagen gemeten. Hiervoor is een meetpunt geplaatst met 3 filters op een diepte van ongeveer 3, 10 en 20 meter onder het maaiveld.

• Opstelplaatsen noodpompen; Op Goeree-Overflakkee zijn op vijftien plaatsen ondiepe grondwaterstandsbuizen geplaatst bij opstelplaatsen voor noodpompen. Op deze locaties worden normaal geen metingen verricht, maar wanneer gedurende langere of kortere tijd een noodpomplocatie is gebruikt, worden bemonsteringen uitgevoerd om aan te tonen of er olie danwel diesel uit de pompinstallatie gelekt is. Jaarlijks worden metingen verricht door het bedrijf ARA. Dit bedrijf voert ook het onderhoud van dit projectmeetnet uit.

10 Waterschap Hollandse Delta

5. MEETNETTEN VAN DERDEN

5.1. Grondwaterkwantiteit

Momenteel worden grondwaterstanden gemeten door diverse organisaties. Hierbij valt naast waterschappen te denken aan de provincie, terreinbeheerders, gemeenten en waterleidingmaatschappijen. De belangrijkste meetnetten van derden zijn:

• Primair grondwaterstandsmeetnet van de provincie Zuid-Holland: 91 meetpunten met in totaal 335 waarnemingsfilters (zie bijlage 3). De provincie verricht op een groot aantal locaties grondwaterstandsmetingen, zowel aan het diepe als aan het ondiepe grondwater. Het betreft veelal langjarige meetreeksen met een hoge waarnemingsfrequentie (eens per 2 weken). Aansluiting van het grondwatermeetnet van het waterschap aan dit meetnet is noodzakelijk, omdat de meetpunten van beide organisaties tezamen een dicht netwerk van meetpunten moeten vormen. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over het uitwisselen van meetgegevens tussen de provincie en het waterschap.

• Grondwatermeetnet van de drinkwaterbedrijven. De drinkwaterbedrijven maken gebruik van grondwatermeetnetten om de hydrologische invloed van waterwinningen op de omgeving en vice versa te kunnen monitoren. De meeste meetpunten worden elke 2 weken waargenomen. Uitwisseling van meetgegevens tussen het waterschap en de drinkwaterbedrijven kan plaatsvinden via de databank van NITG-TNO. In het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta liggen 3 monitoringsnetwerken (zie bijlage 4): 1. Evides (v/h Delta Nutsbedrijven): 32 meetpunten met in totaal 56 filters in het duingebied en de binnenduinrand op Goeree-Overflakkee. Het grootste deel van de waarnemingsfilters betreft ondiepe landbouwbuizen. 2. Evides (v/h Waterbedrijf Europoort): 27 meetpunten met in totaal 86 waarnemingsfilters op het Eiland van Dordrecht en de oostrand van de . Een aanzienlijk deel van de waarnemingsfilters betreft meetpunten in het diepere grondwater. 3. Oasen (v/h Hydron Zuid-Holland): 23 meetpunten met in totaal 53 waarnemingsfilters aan de oostrand van IJsselmonde. Een deel van de waarnemingsfilters betreft meetpunten in het diepere grondwater.

• Grondwatermeetnet van terreinbeheerders: 86 meetpunten met in totaal 122 waarnemingsfilters. Staatsbosbeheer, het Zuid-Hollands Landschap en Natuurmonumenten verrichten grondwaterstandsmetingen om de hydrologische situatie van hun terreinen te kunnen monitoren (zie bijlage 5). Niet in alle natuurterreinen wordt even intensief gemeten. Er zijn ook natuurterreinen waarin helemaal niet wordt gemeten. Veelal wordt een meetfrequentie van eens per 2 weken nagestreefd. Over het algemeen worden vooral metingen verricht aan het ondiepe grondwater. Bij uitvoering van waterschapsprojecten waarbij terreinbeheerders belanghebbend zijn, is de uitwisseling van meetgegevens vrijwel nooit een probleem.

• Grondwatermeetnet van gemeenten (zie bijlage 6). Twee gemeenten binnen het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta geven grondwaterstandswaarnemingen door aan NITG-TNO: Rotterdam en Middelharnis. In totaal betreft het 15 meetpunten in zogenaamde Brandputten. Deze brandputten zijn oorspronkelijk geplaatst met het doel in korte tijd een grote hoeveelheid bluswater te kunnen leveren. Dikwijls bestrijken de waarnemingsfilters meerdere watervoerende pakketten en daarom zijn grondwaterstandsmetingen uit dit soort meetpunten meestal onbetrouwbaar. Het waterschap maakt daarom geen gebruik van de meetgegevens van gemeenten, hoewel deze op te vragen zijn via de database van NITG-TNO.

Basismeetnet Grondwater 11

5.2. Grondwaterkwaliteit

Het RIVM beheert het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG), dat sinds 1979 bestaat. Het meetnet, dat in de loop der jaren verder is ingericht en uitgebouwd, omvat ongeveer 400 meetpunten, verspreid over geheel Nederland. Hiervan liggen 10 punten in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta (zie figuur 4). Elk meetpunt is voorzien van drie filters op diepten van circa 10 m, 15 m en 25 m. Het diepste en het ondiepste filter worden eens per 1 à 4 jaar bemonsterd. In samenwerking met de provincies zijn na de inrichting van het LMG ook provinciale meetnetten voor grondwaterkwaliteit (PMG) ingericht. De meetresultaten van het LMG en het de PMG’s worden opgeslagen in een database die via de website van het RIVM toegankelijk is.

Op het grondwater wordt een aantal analyses uitgevoerd: - In het veld worden pH-waarde, temperatuur, redox-potentiaal, geleidbaarheid, O2 en HCO3 bepaald; - In het laboratorium worden de macrocomponenten NO3, SO4, NH4, K, Na, Mg, Ca, Fe, Mn, totaal-P en DOC bepaald, alsmede de anorganische microcomponenten Ba, Sr, Zn, Al, Cd, Ni, Cr, Cu, As en Pb; - In incidentele gevallen worden o.a. bestrijdingsmiddelen, lanthaniden, seleen, beryllium en borium geanalyseerd.

Het RIVM heeft een rapportage gemaakt over de grondwaterkwaliteit in de provincie Zuid-Holland (Absil, 1998). Geconcludeerd wordt dat in de Zuid-Holland veel overschrijding van de streefwaarde voor chloride, kalium, ammonium en fosfaat plaatsvindt. De concentraties voor deze stoffen zijn van nature hoog in de provincie, net als in andere zeekleigebieden in Nederland. Nitraatconcentraties en concentraties van zware metalen zijn in de hele provincie daarentegen laag. De grondwaterkwaliteit in Zuid-Holland bleek in de periode 1989 - 1996 nauwelijks te zijn veranderd. Zowel per meetpunt als per deelgebied was het aantal trends gering. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor trends in het grondwater als gevolg van recente antropogene beïnvloeding (bron: www.rivm.nl).

Op de website van RIVM zijn de meetgegevens van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit op te vragen. Een selectie van data uit de meetpunten in het beheersgebied van waterschap Hollandse ondersteunt de conclusies uit bovenstaande rapportage. Het chloridegehalte varieert op een diepte van 0 tot 30 meter van 0 tot 7000 mg Cl/l. Het water kan hiermee geclassificeerd worden als brak (<10000 mg-Cl/l).

Figuur 4. Grondwaterkwaliteitsmeetpunten uit de database van het RIVM.

12 Waterschap Hollandse Delta 6. ONTWERP GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA

6.1. Grondwaterkwantiteit

6.1.1. Bestaande meetpunten

De relatie tussen oppervlaktewater en freatisch grondwater is voor het waterschap van wezenlijk belang. Getracht wordt een gebiedsdekkend beeld te krijgen van de freatische grondwaterstanden in het beheersgebied. Voor actualisaties van de grondwatertrappenkaarten wordt uitgegaan van de beschikbaarheid van minimaal 1 freatisch grondwatermeetpunt per 750 tot 1250 hectare (Jousma, 2003). Onderzocht is of de bestaande meetnetten voldoen aan dit criterium. Omdat terreinbeheerders en gemeenten veelal grondwatermeetpunten hebben met een specifieke (gebiedsgerichte) doelstelling, zijn deze meetnetten buiten beschouwing gelaten en is uitsluitend uitgegaan van meetpunten van de provincie Zuid-Holland en de drinkwaterbedrijven. Voor het meten van freatisch grondwater is hierbij alleen uitgegaan van de meetpunten met een diepte van 10 meter of minder ten opzichte van het maaiveld. Wanneer wordt uitgegaan van een representativiteit van 750 hectare ontstaat vanuit de bestaande meetnetten een “dekkend” beeld van de freatische grondwaterstanden zoals is aangegeven in figuur 5. Bij deze figuur moet opgemerkt moet worden dat de ligging van rijkswateren de afstand waarop een grondwatermeetpunt een representatief beeld geeft, verregaand kan beïnvloeden.

Figuur 5. Grondwatermeetnet van de provincie Zuid-Holland en de drinkwaterbedrijven, met een cirkelvormige oppervlakte van 750 en 1250 hectare.

6.1.2. Oude meetpunten

Uit de figuur blijkt dat de gezamenlijke meetnetten van provincie en drinkwaterbedrijven geen gebiedsdekkend beeld geven van de freatische grondwaterstanden. Daarom is in de database van NITG-TNO gezocht naar de locatie van meetpunten waarvan de waarnemingen met ingang van 2000 (of recenter) gestopt zijn. Wanneer deze meetpunten een grondige onderhoudsbeurt ondergaan, kunnen ze worden opgenomen in het nieuwe meetnet van het waterschap. Een groot voordeel is dat van deze punten vaak meerjarige reeksen bekend zijn, die voortgezet kunnen worden. In het veld is bekeken of de meetpunten nog fysiek aanwezig waren. Gebleken is dat er 26 meetpunten voor het waterschap interessant zijn om op te nemen in het nieuwe meetnet. Deze zijn met blauw aangegeven in figuur 6.

Basismeetnet Grondwater 13 Figuur 6. Bestaande grondwatermeetpunten van de provincie Zuid-Holland en de drinkwaterbedrijven (rood) en door het waterschap over te nemen oude TNO-meetpunten (blauw) met een cirkelvormige oppervlakte van 750 en 1250 hectare.

6.1.3. Nieuwe meetpunten

Uit de figuur blijkt dat ook met de aanvulling van bestaande oude TNO-meetpunten nog geen vlakdekkend beeld bestaat van de freatische grondwaterstanden in het beheersgebied van het waterschap. Om dit beeld volledig te maken moeten er op 54 locaties nieuwe meetpunten worden geplaatst. Uit figuur 7 blijkt dat daarmee een vlakdekkend beeld van de freatische grondwaterstanden wordt verkregen. Uitzonderingen hierop zijn enkele natuurgebieden (Plaat van Scheelhoek, Slikken van Flakkee, Korendijkse slikken en Tiengemeten). In deze gebieden hebben de terreinbeherende instanties een eigen verantwoordelijkheid voor het verzamelen van grondwatergegevens. In het industriegebied Botlek/Europoort/Maasvlakte ontstaat eveneens geen vlakdekkend beeld van het grondwater. Dit is acceptabel omdat het gebied dermate hoog is opgespoten dat er geen grondwaterklachten bekend zijn. Bovendien bevindt zich in het gebied geen oppervlaktewater waarover het waterschap het kwantiteitsbeheer voert. Inzicht in de relatie tussen grond- en oppervlaktewater heeft daarom in het industriegebied geen prioriteit.

Figuur 7. Bestaande grondwatermeetpunten van de provincie Zuid-Holland en de drinkwaterbedrijven (rood), door het waterschap over te nemen oude TNO-meetpunten (blauw) en door het waterschap nieuw te plaatsen punten (groen) met een cirkelvormige oppervlakte van 750 en 1250 hectare.

14 Waterschap Hollandse Delta 6.1.4. Diep grondwater

Om te voldoen aan de doelstellingen van het grondwatermeetnet, moet niet alleen het freatische grondwater in beeld worden gebracht, maar ook de diepere watervoerende lagen zijn van belang (bijvoorbeeld bij het maken van hydrologische modellen en bij zoet/zout-onderzoeken). Vooral het grondwater in het eerste watervoerend pakket is vanwege het optreden van zoute kwel zeer relevant voor het waterschap. Op basis van de schematisatie van de ondergrond (zie hoofdstuk 3) kan voor de verschillende watervoerende lagen worden aangegeven waar waarnemingen worden verricht door de provincie Zuid-Holland, de drinkwaterbedrijven en in het nieuwe basisgrondwatermeetnet van het waterschap (zie figuur 8). Bij de figuur moet worden opgemerkt dat de verschillende watervoerende lagen in werkelijkheid grilliger zijn opgebouwd dan dat in de schematisatie is aangenomen. Nauwkeurige bestudering van boorprofielen van de betreffende meetpunten kan het beeld verfijnen. Alhoewel objectieve criteria ontbreken, kan worden gesteld dat met het voorgestelde basisgrondwatermeetnet een voldoende dekkend beeld bestaat van het diepere grondwater, wanneer de door het waterschap nieuw te plaatsen freatische meetpunten worden voorzien van één waarnemingsfilter in het eerste watervoerende pakket (op een diepte van circa 25 meter), met uitzondering van 1 locatie waarop reeds filters in de diepere bodemlagen aanwezig zijn.

Eerste watervoerend pakket

Tweede watervoerend pakket

Derde watervoerend pakket

Figuur 8. Grondwatermeetnet van waterschap, provincie en drinkwaterbedrijven in het diepe grondwater. De punten van het waterschap zijn aangegeven met een “ring”.

Basismeetnet Grondwater 15 6.2. Grondwaterkwaliteit

De kwaliteit van grondwater is van grote invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Grondwater dat opkwelt in sloten en op laaggelegen percelen, bevat opgeloste stoffen die uiteindelijk in het oppervlaktewater terecht komen. Naast nutriënten gaat het in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta voornamelijk om zout. In het hele gebied is het grondwater plaatselijk brak tot zout. Via dit grondwater vindt een continue belasting van het oppervlaktewater plaats, die ruimtelijk gezien zeer variabel is. Voortvloeiend uit beleidsdocumenten zoals de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Integraal Waterbeheersplan (IWBP) besteedt het waterschap voortdurend aandacht aan de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Om meer zicht te krijgen op de wijze waarop de oppervlaktewaterkwaliteit word beïnvloed door het grondwater, wil waterschap Hollandse Delta de grondwaterkwaliteit monitoren. Het onderzoek naar de grondwaterkwaliteit richt zich in de eerste plaats op de parameters uit de thema’s: - Vermesting (nitraat, ammonium, fosfaat en kalium); - Verzuring (pH en sulfaat); - Verspreiding (koper, lood en zink). Vanwege de mariene invloed in de Hollandse Delta is daarnaast het monitoren van chloride van belang. Ook is het van belang meer inzicht te krijgen in bronnen en routes van bestrijdingsmiddelen. Er is momenteel namelijk onvoldoende bekend over het vóórkomen van bestrijdingsmiddelen in het freatisch grondwater in relatie tot de belasting van het oppervlaktewatersysteem.

In alle meetpunten wordt het chloridegehalte en de nutriëntenconcentratie bemonsterd. Er worden 15 “plus”meetpunten aangewezen waarin naast chloride en nutriënten ook zware metalen, macro- ionen en bestrijdingsmiddelen worden onderzocht. In de tabel op de volgende pagina is aangegeven welke stoffen op welke punten worden gemeten, met welke frequentie dit gebeurt en in welke bodemlagen. Organische microverontreinigingen worden niet gemonitord. Het meetnet voor grondwaterkwaliteit is weergegeven in figuur 9. Voorgesteld wordt om na een jaar meten en een eerste rapportage de resultaten te evalueren en te bezien of dezelfde meetfrequentie voor grondwaterkwaliteitsmetingen moet worden gecontinueerd.

Figuur 9. Meetnet grondwaterkwaliteit. Met rode stippen zijn de “plus”meetpunten aangegeven waarop een uitgebreider kwaliteitsmonitoring plaatsvindt. Op het Eiland van Dordt wordt hiervoor meetpunt 44BP0143 van de provincie gebruikt.

16 Waterschap Hollandse Delta

1e Watervoerend Diepere Parameter Freatisch Pakket pakket pakketten Algemeen Chloride EGV Alle punten: 4xpj Alle punten: 4xpj Alle punten: 4xpj Zuurgraad (pH) Zuurstof DOC Nutriënten Fosfor: P-totaal Othofosfaat Stikstof: Alle punten: 4xpj Alle punten: 4xpj - N-totaal NO 2 + NO 3 N-Kjeldahl NH 3 NH 4 NO 3 NO 2

Macro-ionen Kalium Natrium Sulfaat Magnesium Pluspunten: 3xpj Pluspunten: 3xpj - IJzer Bicarbonaat

Zware metalen Zink Koper Cadmium Chroom Pluspunten: 3xpj Pluspunten: 3xpj - Nikkel Lood Kwik Arseen Mangaan Aluminium

Bestrijdingsmiddelen LCMS ½ Pluspunten: 2xpj Pluspunten: 2xpj - GCMS N/P

Organische microverontreinigingen - - - Trichlooretheen Tetrachlooretheen

Tabel 1. Meetprogramma grondwaterkwaliteit.

Basismeetnet Grondwater 17

18 Waterschap Hollandse Delta

7. NIEUW GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA

7.1. Benodigde meetpunten

In het vorige hoofdstuk is in beeld gebracht op welke plaatsen een grondwatermeetpunt zou moeten worden geplaatst om een betrouwbaar basisgrondwatermeetnet in gebruik te kunnen nemen. Hiervoor zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het basisgrondwatermeetnet moet voldoen aan de doelstellingen uit hoofdstuk 2; 2. Op plaatsen waar de provincie of een drinkwaterbedrijf metingen verricht, hoeft het waterschap geen aanvullende metingen te verrichten; 3. Uitgangspunt is dat per 750 hectare minimaal 1 freatisch grondwatermeetpunt aanwezig moet zijn. Wanneer dit niet het geval is, wordt een nieuw punt geplaatst. “Open plekken” in het meetnetontwerp worden toegelaten mits deze kleiner zijn dan 1250 hectare; 4. Wanneer oude meetpunten van TNO weer in gebruik worden genomen, worden waarnemingen verricht in alle peilbuizen (dus ook de diepere watervoerende pakketten); 5. Wanneer vanwege het 750-hectare-criterium een nieuw meetpunt wordt geplaatst, wordt dit punt voorzien van één freatische peilbuis en één peilbuis in het eerste watervoerende pakket. De diepere watervoerende pakketten worden op deze locaties niet bemonsterd.

Het nieuwe reguliere meetnet van waterschap Hollandse Delta bestaat uit 80 grondwatermeetpunten met in totaal 214 waarnemingsfilters. De grondwatermeetpunten zijn weergegeven in bijlage 7. De meetpunten die door het waterschap worden waargenomen in opdracht van derden (zie hoofdstuk 4.1) maken geen onderdeel uit van het reguliere meetnet van het waterschap.

7.2. Waarnemingsfequentie

Bij het evalueren van meetreeksen en het ontwerpen van een toekomstig meetnet is de opnamefrequentie van belang. Figuur 10 geeft voor een grondwaterstandreeks van 7 maanden aan welke mate van “data-verlies” optreedt bij een afnemende waarnemingsfrequentie. Ook is duidelijk wat er met de meetreeks gebeurt op het moment dat er een meting ontbreekt. Op basis van de figuur blijkt duidelijk dat een waarnemingsfrequentie van minder dan eens per 2 weken leidt tot ingrijpend verlies van data. Het dagelijks inwinnen van grondwaterstandmetingen levert veruit de meest waardevolle informatie. Deze frequentie is van belang bij het beschouwen van de interactie tussen grond- en oppervlaktewater en het verrichten van modelstudies waarbij afvoergegevens op dagbasis worden gebruikt (bijvoorbeeld bij het doorrekenen van afvoerpieken). Een dergelijke meetfrequentie is echter alleen praktisch haalbaar als het verrichten van metingen geautomatiseerd verloopt.

Ervaringen van andere waterschappen en drinkwaterbedrijven geven aan dat het inwinnen van gegevens met een meetfrequentie van eens per dag technisch en financieel haalbaar is. Er zijn grondwaterstandopnemers op de markt die in een peilbuis kunnen worden geplaatst (zie bijlage 8). Het uitlezen van meetwaarden geschiedt door middel van een uitlees-unit bovenaan de peilbuis. Dit levert een grote tijdsbesparing op. Niet alleen hoeven er minder veldbezoeken te worden uitgevoerd, maar ook is de tijd die nodig voor het verrichten van een meting, veel korter. Bovendien zijn de metingen nauwkeuriger. Het uitlezen van de meetapparatuur dient eens per 3 maanden te gebeuren. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de afdeling Geodata en kunnen worden verricht door de persoon die de waterkwaliteitsmonsters in de meetpunten verzamelt.

De meetfrequentie voor de grondwaterkwaliteitbemonstering is beschreven in paragraaf 6.2 en is niet van invloed op de inrichting van het nieuwe basisgrondwatermeetnet.

Basismeetnet Grondwater 19 7.3. Verzameling, opslag en rapportage van meetgegevens

Een goede beschikbaarheid van meetgegevens voor derden is belangrijk. Een toegankelijke database waaruit via het Internet gegevens zijn op te vragen van alle meetnetten is daarom zeer gewenst. Momenteel bestaat er één database die aan deze criteria voldoet. Deze database, DINO geheten (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond), bevat naast grondwatergegevens (kwantitatief en kwalitatief) informatie over de geologie en de bodemopbouw van Nederland. DINO wordt beheerd door NITG-TNO. Nagenoeg alle waterschappen en provincies stellen hun meetgegevens ter beschikking aan DINO, zodat iedere belanghebbende de meetgegevens kan raadplegen. Ook terreinbeheerders, drinkwaterbedrijven en enkele gemeenten laten hun gegevens opnemen in de database. In ruil voor het kostenloos aanleveren van meetgegevens voert NITG- TNO een kwaliteitscontrole uit over de meetgegevens. In overleg met de meetpunteigenaar worden afwijkingen en meetfouten gecorrigeerd. Het is niet wenselijk dat het waterschap naast DINO een eigen database bijhoudt waarin meetgegevens van het reguliere meetnet worden opgeslagen. Afdeling Geodata is verantwoordelijk voor het inwinnen van de meetgegevens, het doorzenden naar TNO en het toezien op de kwaliteitscontrole door TNO. Ter controle van de inwinning en verzameling van de gegevens maakt TNO onder verantwoordelijkheid van afdeling Geodata jaarlijks een verslag met daarin enkele algemene conclusies over het grondwater voor zover dat het meetnet van het waterschap betreft.

Grondwaterstandsverloop 4-uurlijkse meting Grondwaterstandsverloop dagelijkse meting

5.00 5.00 4.90 4.90 4.80 4.80

4.70 4.70 4.60 4.60 4.50 4.50 4.40 4.40 4.30 4.30

4.20 4.20 4.10 4.10 4.00 4.00 8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00 8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00

datum datum

Grondwaterstandsverloop wekelijkse meting Grondwaterstandsverloop tweewekelijkse meting 5.00 5.00 4.90 4.90 4.80 4.80 4.70 4.70 4.60 4.60 4.50 4.50 4.40 4.40 4.30 4.30 4.20 4.20 4.10 4.10 4.00 4.00 8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00 8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00

datum datum

Grondwaterstandsverloop maandelijkse meting Grondwaterstandsverloop meting 4 x p jaar 5.00 5.00 4.90 4.90 4.80 4.80

4.70 4.70 4.60 4.60 • 4.50 4.50 4.40 4.40 4.30 4.30

4.20 4.20 4.10 4.10 4.00 4.00

8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00 8-8-99 28-8-99 17-9-99 7-10-99 27-10-99 16-11-99 6-12-99 26-12-99 15-1-00 4-2-00 24-2-00 15-3-00

datum datum

Figuur 10. Voorbeeld van data-verlies door afnemende waarnemingsfrequentie in een waarnemingsreeks van 7 maanden.

20 Waterschap Hollandse Delta

7.4. Inrichting van het nieuwe meetnet

Van de meetlocaties die in het nieuwe meetnet van het waterschap worden opgenomen, zijn er 26 punten die fysiek al in het veld aanwezig zijn. Omdat deze punten veelal de laatste 6 jaar niet meer zijn waargenomen, is de technische staat van een aantal punten niet best. De provincie Zuid- Holland heeft recentelijk haar meetnet een grondige renovatiebeurt gegeven. Ook het nieuwe waterschapsmeetnet moet een betrouwbare en verzorgde uitstraling hebben. Alle bestaande meetpunten worden daarom gecontroleerd en gerenoveerd: naast het schoonpompen van de waarnemingsfilters worden de metalen mantelbuizen voorzien van een tekst met het telefoonnummer van het waterschapsloket erop. Na het uitvoeren van de werkzaamheden worden de NAP-hoogten van alle peilbuizen opnieuw ingemeten.

In het meetnet wordt voorzien in de plaatsing van 54 nieuwe meetpunten. Alterra heeft criteria opgesteld waaraan een freatisch grondwatermeetpunt moet voldoen om gebruikt te kunnen worden voor een actualisatie van de grondwatertrappenkaart (De Gruijter e.a., 2004): 1. De metingen moeten worden verricht in peilbuizen met een filter dat maximaal 5 meter beneden het maaiveld ligt; 2. De afstand van een peilbuis tot een rivier of kanaal moet minimaal 40 meter zijn; 3. De afstand van een peilbuis tot waterlopen moet minimaal 20 meter zijn; 4. De afstand van een peilbuis tot een watervoerende perceelssloot moet minimaal 8 meter zijn; 5. Het meetpunt mag niet worden beïnvloed door afstromend oppervlaktewater (bijvoorbeeld nabij verharding), zich bevinden in een kuil, op een dijk, een oprit e.d.

Verder moeten van nieuwe meetpunten uiteraard exacte plaatscoördinaten bekend zijn, de maaiveldhoogte ten opzichte van NAP moet worden ingemeten en de hoogte van de meetpunten ten opzichte van NAP moet worden bepaald.

Voor het meten van freatische grondwaterstanden is het van belang dat het meetpunt niet te dicht bij sloten of watergangen staat. De meest ideale locatie voor een grondwatermeetpunt ligt vaak midden op een perceel, of op een erf. Vaak is daarom toestemming van particulieren nodig voor het plaatsen van een grondwatermeetpunt. In Nederland is het gebruikelijk dat een particulier die hiervoor toestemming geeft een kleine vergoeding ontvangt. De provincie Zuid-Holland geeft hiervoor een vergoeding van € 100,- per jaar.

7.5. Regulier onderhoud

Voor het verzamelen van betrouwbare meetreeksen is het noodzakelijk dat de meetpunten goed worden onderhouden. Figuur 11 illustreert de gevolgen van een gebrek aan onderhoud voor een meetreeks. In de grafiek van grondwaterstanden is te zien dat het meetpunt een grondwaterstandsverloop met weinig fluctuatie kende. Nadat het meetpunt in mei 1996 grondig is geronoveerd, laat het stijghoogteverloop een veel gevarieerder beeld zien. Het onderhoud aan de grondwatermeetpunten houdt in: • Eens per 3 jaar een algehele technische controle van de staat van het meetpunt; • Eens per 6 jaar het meetpunt schoonpulsen; • Eens per 6 jaar de NAP-hoogte van het meetpunt nameten in verband met eventuele zakking. Afdeling Geodata is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden van het nieuwe basisgrondwatermeetnet.

Basismeetnet Grondwater 21

Figuur 11. Illustratie van het belang van onderhoud voor de betrouwbaarheid van een meetreeks. Vanwege verstopping van het waarnemingsfilter wordt weinig variatie in grondwaterstanden waargenomen. Pas na het schoonpompen van het filter in mei 1996, wordt het werkelijke verloop van de grondwaterstand zichtbaar.

22 Waterschap Hollandse Delta 8. FINANCIËLE CONSEQUENTIES

Het inrichten van een grondwatermeetnet brengt éénmalige inrichtingskosten met zich mee alsmede reguliere kosten voor het beheer en onderhoud van het meetnet.

8.1. Eenmalige inrichtingskosten

(alle kosten incl. BTW)

Kosten per Omschrijving Aantal eenheid Totale kosten

Renoveren bestaande 26 € 1.350,- € 35.100,- meetpunten

Plaatsen nieuwe meetpunten 54 € 3.000,- € 162.000,-

214 divers € 525,- € 112.350,- Aanschaf meetapparatuur 6 barodivers € 425,- € 2.550,-

Aanschaf bekabeling 214 x 5 m € 210,- € 44.940,-

Aanschaf uitleesapparatuur 2 uitleesunits € 325,- € 650,-

Onvoorzien € 2.410,-

TOTAAL € 360.000,-

Voor het inrichten van een grondwatermeetnet is een investeringskrediet (7601040025) beschikbaar. Het inrichten van een grondwatermeetnet heeft voor het waterschap derhalve geen extra (onvoorziene) consequenties).

Basismeetnet Grondwater 23

8.2. Reguliere kosten

Benodigde ureninzet Benodigd budget Omschrijving per jaar per jaar Vergoeding voor gebruik particuliere € 8.000,- grond (80 locaties) Verrichten van kwantiteits- en € 75.800,- kwaliteitsmetingen

Verwerken van 0,2 fte meetgegevens

Opstellen jaarrapportage door € 1.500,- TNO

Meetnetbeheer 0,2 fte € 7.500,-

TOTAAL 0,4 fte € 92.800,-

24 Waterschap Hollandse Delta 9. LITERATUUR

- Absil, L.L.M. en J.J.B. Bronswijk, Evaluatie van de grondwaterkwaliteit in de provincie Zuid- Holland, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (rapport 714851001), Bilthoven, 1998.

- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Karakterisering werkgebied Rijndelta, rapportage volgens artikel 5 van de Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG), z.p., 2005.

- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Karakterisering Nederlands Maasstroomgebied, rapportage volgens artikel 5 van de Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG), z.p., 2005.

- Jousma, G., Ontwerp Grondwatermeetnet voor Waterschap Rijn en IJssel , NITG-TNO, Utrecht, 2003.

- Gruijter, J.J. de, J.B.F. van der Horst, G.B.M. Heuvelink, M. Knotters en T. Hoogland, Grondwater opnieuw op de kaart, methodiek voor de actualisering van grondwaterstandsinformatie en perceelsclassificatie naar uitspoelingsgevoeligheid voor nitraat, Alterra, Wageningen, 2004.

- NITG-TNO, Grondwater à la carte, kaartblad GWK35 (Rotterdam), Utrecht, 2003.

- Provincie Gelderland, Resultaten van de inzet van Diver-drukopnemers nabij Winterswijk t.b.v. de evaluatie van het primair grondwaterstandsmeetnet Gelderland, Arnhem, 1995.

Basismeetnet Grondwater 25

26 Waterschap Hollandse Delta

BIJLAGEN

Basismeetnet Grondwater 27

28 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 1. METINGEN IN OPDRACHT VAN DERDEN

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Einde Begindatum Beheerder Waarnemer OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) waarn. 36HP0034 B36H0094 5 15-09-1969 24 Provincie L.J. Geluk 01-03-2007 37DL0226 B37D0389 1 28-12-1984 24 Provincie C.A.J. Kap 37DP0226 B37D0226 4 28-12-1984 24 Provincie C.A.J. Kap 37GL0409 B37G0624 1 09-10-1986 24 Provincie J. Vahle 37GP0409 B37G0409 5 09-10-1986 24 Provincie J. Vahle 37HP0524 B37H0524 3 05-11-1986 24 Provincie J. Vahle 43BP0054 B43B0040 13 17-06-1965 24 Provincie P.J. Vervoort 01-12-2006 43FP0050 B43F0050 3 08-10-1986 24 Provincie L. Buitendijk 01-02-2007 43FP0051 B43F0051 4 08-10-1986 24 Provincie L. Buitendijk 01-02-2007 43FP0091 B43F0091 3 02-05-1995 24 Provincie L. Buitendijk 01-02-2007

Basismeetnet Grondwater 29

30 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 2. PROJECTMATIG GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA

Projectmatig meetnet IJsselmonde

Contact- Freq. Aantal Project persoon (p. jaar) filters Meetnet NAM * L. Stip 24 1 37GP0448 J. Vahle Meetnet NAM * L. Stip 24 1 37HP0557 J. Vahle

* Meetnet is beëindigd per 31-12-2006

Projectmatig meetnet Goeree-Overflakkee

Contact- Freq. Aantal Project persoon (p. jaar) filters Groene A. Nelemans 24 6 dijk Campings A. Nelemans 24 6 Westhoofdvallei Volgerland Middel- A. Nelemans 24 3 duinen Kouden- J. Willemsen 365 5 hoek Camping T. Bruggeman 24 3 Klepperstee * Zand- T. Bruggeman 24 13 wallen Westhoofd- A. Nelemans 24 4 vallei **

* Het betreft de TNO-locaties: 36HL0036, 36HL0037 en 36HL0038 Deze zijn in eigendom van Evides en worden ook door dit bedrijf onderhouden (vergunningsplicht volgens TCGB beschikkingsnummer 625).

** Meetnet wordt beëindigd per 1-3-2007

Basismeetnet Grondwater 31

Kwaliteitsmeetpunt golfbaan Melissant

Contact- Freq. Aantal Project persoon (p. jaar) filters Golfbaan C. Stoutjesdijk 24 3 Melissant

* Meetnet is beëindigd per 31-12-2006

Kwaliteitsmeetpunten opstelplaatsen noodpompen Goeree-Overflakkee

Contact- Freq. Aantal Project persoon (p. jaar) filters Opstelplaatsen C. Stoutjesdijk * Ad hoc 15 x 1 noodpompen

* Het meetnet wordt jaarlijks gepeild en onderhouden door ARA. De supervisie hierover wordt door C. Stoutjesdijk overgedragen aan afdeling SPgd.

32 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 3. PRIMAIR MEETNET PROVINCIE ZUID-HOLLAND

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36GP0090 B36H0120 7 7-12-1973 24 Provincie Zuid-Holland

36GP0091 B36H0121 7 7-12-1973 24 Provincie Zuid-Holland

36GP0092 B36H0122 7 7-12-1973 24 Provincie Zuid-Holland

36GP0093 B36H0123 5 10-12-1973 24 Provincie Zuid-Holland

36HP0029 B36H0141 1 28-8-1968 24 Provincie Zuid-Holland

36HP0034 B36H0094 5 15-9-1969 24 Provincie Zuid-Holland

36HP0084 B36H0124 5 28-4-1975 24 Provincie Zuid-Holland

36HP0086 B36H0184 5 27-9-1971 24 Provincie Zuid-Holland

37CL0011 B37C0650 1 11-8-1986 24 Provincie Zuid-Holland

37CL0012 B37C0652 1 14-9-1964 24 Provincie Zuid-Holland

37CL0017 B37C0654 1 28-12-1959 24 Provincie Zuid-Holland

37CL0044 B37C0678 1 27-1-1998 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0063 B37C0698 1 15-2-1960 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0096 B37C0737 1 28-9-1960 12 Provincie Zuid-Holland

Basismeetnet Grondwater 33 Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 37CL0098 B37C0740 1 28-9-1960 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0110 B37C0759 1 13-5-1985 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0156 B37C0773 1 29-9-1966 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0157 B37C0774 1 29-9-1966 12 Provincie Zuid-Holland

37CL0180 B37C0793 1 14-8-1969 12 Provincie Zuid-Holland

37CP0137 B37C0531 5 1-1-1964 24 Provincie Zuid-Holland

37CP0201 B37C0500 6 17-4-1970 12 Provincie Zuid-Holland

37CP0557 B37C0557 6 14-10-1991 24 Provincie Zuid-Holland

37CP0558 B37C0558 5 14-10-1991 24 Provincie Zuid-Holland

37DL0226 B37D0389 1 28-12-1984 24 Provincie Zuid-Holland

37DP0072 B37D0310 3 1-1-1963 24 Provincie Zuid-Holland

37DP0078 B37D0145 5 1-6-1966 24 Provincie Zuid-Holland

37DP0082 B37D0146 5 1-1-1967 24 Provincie Zuid-Holland

37DP0134 B37D0134 12 1-6-1966 24 Provincie Zuid-Holland

37DP0226 B37D0226 4 28-12-1984 24 Provincie Zuid-Holland

37GL0409 B37G0624 1 9-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

37GP0409 B37G0409 5 9-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

37GP0508 B37G0508 5 14-10-1991 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0012 B37H0882 1 28-1-1966 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0057 B37H0896 1 18-7-1966 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0234 B37H0234 1 14-10-1965 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0236 B37H0236 1 14-10-1965 ? Provincie Zuid-Holland

37HP0467 B37H0467 4 22-11-1977 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0468 B37H0468 2 29-11-1977 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0524 B37H0524 3 5-11-1986 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0555 B37H0555 4 29-10-1990 24 Provincie Zuid-Holland

37HP0915 B37H0915 2 11-7-2002 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0484 B38C0484 2 14-7-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0486 B38C0486 1 14-7-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0487 B38C0487 3 14-7-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0489 B38C0489 2 19-8-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0491 B38C0491 3 30-8-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0492 B38C0492 3 30-8-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38CP0493 B38C0493 4 19-8-1977 24 Provincie Zuid-Holland

38DP0304 B38D0304 4 16-11-1990 24 Provincie Zuid-Holland

42FL0121 B42F0152 1 2-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

34 Waterschap Hollandse Delta Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 42FP0034 B42F0085 5 26-11-1969 24 Provincie Zuid-Holland

42FP0050 B42F0140 6 28-9-1983 24 Provincie Zuid-Holland

42FP0121 B42F0121 4 2-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

42FP0128 B42F0128 1 12-12-1989 24 Provincie Zuid-Holland

43AP0037 B43A0053 5 28-12-1965 24 Provincie Zuid-Holland

43AP0094 B43A0094 4 2-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43AP0099 B43A0099 3 20-4-2001 24 Provincie Zuid-Holland

43BP0032 B43B0087 5 14-2-1966 24 Provincie Zuid-Holland

43BP0046 B43B0058 5 1-6-1966 24 Provincie Zuid-Holland

43BP0053 B43B0049 12 6-9-1965 24 Provincie Zuid-Holland

43BP0054 B43B0040 13 17-6-1965 24 Provincie Zuid-Holland

43BP0096 B43B0096 4 2-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43DP0015 B43D0269 5 14-2-1966 24 Provincie Zuid-Holland

43EP0063 B43E0063 5 2-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43EP0201 B43E0201 4 14-11-1990 24 Provincie Zuid-Holland

43EP0240 B43E0240 3 5-4-2000 24 Provincie Zuid-Holland

43FL0049 B43F0129 1 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FL0052 B43F0132 1 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0024 B43F0024 1 27-4-1970 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0025 B43F0025 1 27-4-1970 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0027 B43F0027 1 27-4-1970 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0049 B43F0049 5 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0050 B43F0050 3 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0051 B43F0051 4 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0052 B43F0052 5 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0053 B43F0053 1 8-10-1986 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0061 B43F0061 5 15-10-1990 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0071 B43F0095 4 29-11-1990 24 Provincie Zuid-Holland

43FP0091 B43F0091 3 2-5-1995 24 Provincie Zuid-Holland

43GP0038 B43G0416 3 14-1-1993 24 Provincie Zuid-Holland

44AP0309 B44A0309 5 13-10-1972 365 Provincie Zuid-Holland

44AP0334 B44A0334 9 31-8-1976 365 Provincie Zuid-Holland

44AP0450 B44A0450 5 28-9-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44AP0451 B44A0451 5 28-9-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44AP0452 B44A0452 5 28-9-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44AP0476 B44A0476 3 30-10-1990 24 Provincie Zuid-Holland

Basismeetnet Grondwater 35 Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 44AP0477 B44A0477 3 15-10-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44BP0142 B44B0142 5 14-9-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44BP0143 B44B0143 4 15-10-1990 24 Provincie Zuid-Holland

44BP0144 B44B0144 4 28-2-1991 24 Provincie Zuid-Holland

B38C0974 B38C0974 4 19-11-2004 24 Provincie Zuid-Holland

B38C0975 B38C0975 4 7-12-2004 24 Provincie Zuid-Holland

36 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 4. MEETNET DRINKWATERBEDRIJVEN

= Evides (v/h Waterbedrijf Europoort)

= Oasen (v/h Hydron)

= Evides (v/h Delta Nutsbedrijven)

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 37HL0009 B37H0923 1 28-4-1982 24 Hydron Zuid-Holland

37HP0283 B37H0283 5 28-9-1981 24 Hydron Zuid-Holland

37HP0503 B37H0503 2 28-9-1981 24 Hydron Zuid-Holland

38CB0243 B38C0243 1 22-4-1955 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0032 B38C0908 1 14-10-1964 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0034 B38C0910 1 14-10-1964 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0222 B38C0222 3 28-4-1954 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0230 B38C0230 1 11-11-1953 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0273 B38C0273 2 22-9-1958 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0274 B38C0274 2 22-9-1958 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0393 B38C0393 5 20-4-1971 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0481 B38C0481 4 14-9-1977 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0482 B38C0482 4 14-9-1977 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0483 B38C0483 5 14-9-1977 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0594 B38C0594 1 28-9-1977 24 Hydron Zuid-Holland

Basismeetnet Grondwater 37 Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 38CP0718 B38C0718 2 15-1-1990 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0719 B38C0719 2 14-1-1991 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0720 B38C0720 1 15-1-1990 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0813 B38C0813 2 29-12-1989 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0814 B38C0814 2 29-12-1989 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0841 B38C0841 2 14-5-1985 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0843 B38C0843 2 14-5-1985 24 Hydron Zuid-Holland

38CP0897 B38C0897 2 8-3-2001 24 Hydron Zuid-Holland

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36HL0006 B36H0216 1 14-2-1952 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0011 B36H0224 1 12-2-1993 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0019 B36H0234 1 14-2-1952 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0036 B36H0240 1 14-12-1970 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0037 B36H0241 1 14-12-1970 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0038 B36H0242 1 14-12-1970 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0057 B36H0247 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0061 B36H0249 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0067 B36H0251 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0068 B36H0252 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0069 B36H0253 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0071 B36H0254 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0072 B36H0255 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0078 B36H0257 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0079 B36H0258 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0103 B36H0268 1 28-2-1983 2 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0104 B36H0269 1 28-2-1983 2 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0105 B36H0270 1 28-2-1983 2 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0109 B36H0273 1 28-1-1977 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0127 B36H0277 1 28-9-1983 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0128 B36H0278 1 28-9-1983 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0204 B36H0204 1 1-8-2000 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HL0205 B36H0205 1 1-8-2000 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0018 B36H0018 4 14-6-1951 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0032 B36H0111 6 13-9-1968 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0051 B36H0176 5 2-1-1970 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

38 Waterschap Hollandse Delta Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36HP0052 B36H0177 1 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0075 B36H0020 4 28-1-1972 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0085 B36H0136 6 1-12-1969 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0113 B36H0192 1 28-2-1983 2 N.V. Delta Nutsbedrijven

36HP0206 B36H0206 5 1-8-2000 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

42FP0003 B42F0132 1 14-6-1955 24 N.V. Delta Nutsbedrijven

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 38CP0445 B38C0445 5 17-7-1979 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

38CP0840 B38C0840 5 28-10-1982 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0002 B44A0508 1 14-6-1955 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0004 B44A0511 1 28-1-1982 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0005 B44A0513 1 28-1-1982 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0039 B44A0564 1 19-6-1989 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0041 B44A0566 1 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AL0042 B44A0567 1 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0043 B44A0383 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0044 B44A0385 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0045 B44A0384 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0046 B44A0382 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0047 B44A0386 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0310 B44A0310 2 18-10-1972 ? N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0381 B44A0381 7 14-1-1991 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0417 B44A0417 2 5-5-1981 ? N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0442 B44A0442 6 28-10-1982 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0443 B44A0443 4 28-10-1982 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0446 B44A0446 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0447 B44A0447 2 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0448 B44A0448 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0449 B44A0449 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0482 B44A0482 3 26-11-1991 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44AP0483 B44A0483 3 18-11-1991 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44BP0127 B44B0127 7 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44BP0130 B44B0130 6 27-11-1980 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44BP0140 B44B0140 2 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

44BP0141 B44B0141 3 28-10-1988 24 N.V. Waterbedrijf Europoort

Basismeetnet Grondwater 39

40 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 5. MEETNET TERREINBEHEERDERS

= Natuurmonumenten

= Zuid-Hollands Lanschap

= Staatsbosbeheer

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36HP7002 B36H0282 1 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

36HP7003 B36H0283 2 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

36HP7004 B36H0284 1 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

36HP7006 B36H0286 1 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

36HP7007 B36H0287 1 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

36HP7008 B36H0288 2 5-6-1987 24 Staatsbosbeheer

37DP7000 B37D0390 1 1-1-1983 ? Staatsbosbeheer

37DP7015 B37D0405 1 15-11-1982 24 Staatsbosbeheer

42FP7000 B42F0153 2 4-6-1987 24 Staatsbosbeheer

43AP7003 B43A0136 2 21-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43AP7007 B43A0137 2 18-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43AP7008 B43A0138 2 18-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43BP7002 B43B0203 2 1-1-1981 24 Staatsbosbeheer

43BP7008 B43B0209 2 1-1-1981 24 Staatsbosbeheer

Basismeetnet Grondwater 41 Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 43BP7016 B43B0217 2 1-1-1981 24 Staatsbosbeheer

43EP7004 B43E0276 2 16-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7006 B43E0277 1 10-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7007 B43E0278 2 10-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7008 B43E0279 2 15-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7011 B43E0280 3 12-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7012 B43E0281 2 11-2-1993 24 Staatsbosbeheer

43EP7017 B43E0284 1 10-2-1993 24 Staatsbosbeheer

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36HL0094 B36H0262 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

36HL0095 B36H0263 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

36HL0096 B36H0264 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

36HL0129 B36H0279 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

36HP0043 B36H0151 7 26-11-1969 ? Zuid-Hollands Landschap

37AL0039 B37A0429 1 14-6-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37AP0010 B37A0084 5 1-1-1964 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0001 B37C0640 1 28-1-1960 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0003 B37C0642 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0004 B37C0643 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0009 B37C0648 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0018 B37C0655 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0033 B37C0665 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0034 B37C0666 1 14-10-1952 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0102 B37C0749 1 29-9-1962 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0139 B37C0763 1 14-9-1964 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0141 B37C0765 1 14-9-1964 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0144 B37C0767 1 28-12-1959 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0155 B37C0772 1 14-10-1966 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0176 B37C0790 1 28-1-1969 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0177 B37C0791 1 28-1-1969 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL0177 B37C0792 1 14-10-1974 ? Zuid-Hollands Landschap

37CL9001 B37C0799 1 16-1-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0010 B37C0616 1 29-4-1957 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0013 B37C0617 1 29-4-1957 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0015 B37C0618 1 29-9-1962 ? Zuid-Hollands Landschap

42 Waterschap Hollandse Delta Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 37CP0016 B37C0619 1 29-4-1957 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0113 B37C0490 5 1-1-1964 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0119 B37C0322 4 15-2-1964 ? Zuid-Hollands Landschap

37CP0145 B37C0493 3 1-4-1965 ? Zuid-Hollands Landschap

37DL0101 B37D0382 1 13-4-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37DL0103 B37D0384 1 13-4-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37DL0105 B37D0386 1 13-4-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37DL0106 B37D0387 1 13-4-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

37DL0107 B37D0388 1 13-4-1988 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0048 B42F0146 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0049 B42F0147 1 28-9-1983 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0051 B42F0148 1 14-12-1987 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0052 B42F0149 1 14-12-1987 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0053 B42F0150 1 14-12-1987 ? Zuid-Hollands Landschap

42FL0054 B42F0151 1 14-12-1987 ? Zuid-Hollands Landschap

Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 36GP7801 B36H0207 1 5-2-1999 ? Natuurmonumenten

36GP7802 B36H0208 1 5-2-1999 ? Natuurmonumenten

36GP7803 B36H0209 1 5-2-1999 ? Natuurmonumenten

37CP7800 B37C0800 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7801 B37C0801 2 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7803 B37C0803 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7804 B37C0804 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7807 B37C0807 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7808 B37C0808 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7809 B37C0809 1 14-10-1982 24 Natuurmonumenten

37CP7821 B37C0810 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7822 B37C0811 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7823 B37C0812 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7824 B37C0813 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7825 B37C0814 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7826 B37C0815 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7827 B37C0816 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7828 B37C0817 1 28-2-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7831 B37C0818 1 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

Basismeetnet Grondwater 43 Meetpunt Meetpunt Aantal Frequentie Begindatum Opdrachtgever / Beheerder OLGA-nr NITG-nr filters (per jaar) 37CP7832 B37C0819 2 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7833 B37C0820 1 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7834 B37C0821 1 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7835 B37C0822 1 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

37CP7836 B37C0823 1 14-1-1997 24 Natuurmonumenten

44 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 6. MEETNET GEMEENTEN

= Gemeente Middelharnis

= Gemeente Rotterdam

Meetpunt Meetpunt Frequentie Opdrachtgever / Aantal filters Begindatum OLGA-nr NITG-nr (per jaar) Beheerder 43AB0009 B43A0102 1 1-1-1960 24 Gemeente Middelharnis

43BB0002 B43B0160 1 14-3-1960 24 Gemeente Middelharnis

43BB0003 B43B0161 1 14-3-1960 24 Gemeente Middelharnis

43BB0009 B43B0162 1 29-2-1960 Gemeente Middelharnis

37GP0047 B37G0537 1 28-3-1961 24 Gemeente Rotterdam

37GP0063 B37G0541 1 29-1-1968 24 Gemeente Rotterdam

37HB0049 B37H0379 1 28-2-1967 24 Gemeente Rotterdam

37HB0051 B37H0458 1 28-2-1967 24 Gemeente Rotterdam

37HB0053 B37H0411 1 28-2-1967 24 Gemeente Rotterdam

37HB0055 B37H0387 1 28-2-1967 24 Gemeente Rotterdam

37HB0065 B37H0460 1 28-2-1968 24 Gemeente Rotterdam

37HB0067 B37H0417 1 5-1-1970 24 Gemeente Rotterdam

37HB0181 B37H0181 1 20-1-1949 24 Gemeente Rotterdam

37HB0381 B37H0381 1 28-3-1967 24 Gemeente Rotterdam

37HB0383 B37H0383 1 28-3-1967 24 Gemeente Rotterdam

Basismeetnet Grondwater 45

46 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 7. NIEUW GRONDWATERMEETNET WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA

= Nieuw te plaatsen punt

= Over te nemen punt

= “Plus”punt kwaliteit

Over te nemen “oude” meetpunten

Meetpunt Meetpunt Aantal filters Begindatum OLGA-nr NITG-nr 37CP0125 B37C0324 5 28-3-1964

37CP0136 B37C0318 5 1-1-1964

37CP0138 B37C0326 5 26-3-1964

37CP0160 B37C0323 5 5-4-1964

37CP0162 B37C0325 5 1-4-1964

37DP0084 B37D0218 5 1-1-1967

37DP0094 B37D0199 5 1-8-1971

37DP0097 B37D0213 5 1-5-1968

37GL0410 B37G0625 1 9-10-1986

37GP0410 B37G0410 1 9-10-1986

37HL0028 B37H0952 1 17-6-1986

37HL0043 B37H0956 1 15-8-1983

Basismeetnet Grondwater 47 Meetpunt Meetpunt Aantal filters Begindatum OLGA-nr NITG-nr 37HL0060 B37H0961 1 15-11-1965

37HP0060 B37H0899 1 15-11-1965

43AL0010 B43A0120 1 14-10-1953

43AP0031 B43A0045 5 14-2-1965

43AP0034 B43A0055 5 3-9-1965

43AP0040 B43A0087 5 14-2-1966

43BP0033 B43B0054 5 14-2-1966

43BP0034 B43B0050 5 14-2-1966

43BP0043 B43B0129 6 21-7-1967

43DL0004 B43D0274 1 28-4-1961

43DP0018 B43D0084 5 8-5-1967

43DP0020 B43D0087 6 21-3-1967

43GP0023 B43G0065 5 14-2-1966

44AP0430 B44A0430 9 1-7-1982

Nieuw te plaatsen punten

Meetpunt Locatie Aantal filters

Nieuw 1 Oostvoorne 2

Nieuw 2 Brielle 2

Nieuw 3 Vierpolders 2

Nieuw 4 Zwartewaal 2

Nieuw 5 Abbenbroek 2

Nieuw 6 Oudenhoorn 2

Nieuw 7 Hellevoetsluis 2

Nieuw 8 Zuidland 2

Nieuw 9 2

Nieuw 10 2

Nieuw 11 Piershil 2

Nieuw 12 Nw-Beijerland 2

Nieuw 13 Nieuwendijk 2

Nieuw 14 Zuid-Beijerland 2

Nieuw 15 Oud Beijerland 2

Nieuw 16 Goidschalxoord 2

Nieuw 17 Heinenoord 2

Nieuw 18 Stougjesdijk 2

Nieuw 19 Klaaswaal 2

48 Waterschap Hollandse Delta Meetpunt Locatie Aantal filters

Nieuw 20 Vuurbaken 2

Nieuw 21 Oudesluis 2

Nieuw 22 Numansdorp 2

Nieuw 23 Numansdorp 2

Nieuw 24 Schuring 2

Nieuw 25 Steenplaats 2

Nieuw 26 Strijensas 2

Nieuw 27 Schenkeldijk 2

Nieuw 28 Strijen 2

Nieuw 29 Cillarshoek 2

Nieuw 30 Puttershoek 2

Nieuw 31 's-Gravendeel 1

Nieuw 32 Rijsoord 2

Nieuw 33 Barendrechtseveer 2

Nieuw 34 Rhoon 2

Nieuw 35 Stellendam 2

Nieuw 36 Eendragtspolder 2

Nieuw 37 Bospolder 2

Nieuw 38 Sommelsdijk 2

Nieuw 39 Dirksland 2

Nieuw 40 Nieuwe-Tonge 2

Nieuw 41 Nieuwe-Tonge 2

Nieuw 42 Stad aan 't Haringvliet 2

Nieuw 43 Ooltgensplaat 2

Nieuw 44 Spijkenisse 2

Nieuw 45 Hoogvliet 2

Nieuw 46 Spijkenisse 2

Nieuw 47 Rotterdam-Zuid 2

Nieuw 48 Rotterdam-Zuid 2

Nieuw 49 Rotterdam-Zuid 2

Nieuw 50 Rotterdam-Zuid 2

Nieuw 51 Goedereede 2

Nieuw 52 Ouddorp 2

Nieuw 53 Oudendijk 2

Nieuw 54 Herkingen 2

Basismeetnet Grondwater 49

50 Waterschap Hollandse Delta BIJLAGE 8. AUTOMATISCHE GRONDWATERSTANDMETERS

Momenteel zijn op verschillende plaatsen in Nederland ervaringen opgedaan met automatische grondwaterstandmetingen. De firma Van Essen Instruments uit Delft is in staat robuuste meetapparatuur te leveren met de volgende eigenschappen: • Past in “1-duims” peilbuizen; • Betrouwbare meetcijfers (nauwkeurigheid 0,1% van het meetbereik); • Automatische correctie voor temperatuursinvloeden; • Niet storingsgevoelig; • Levensduur batterij: minimaal 8 jaar; • Geheugencapaciteit van 24.000 registraties (uitgaande van 1 meting per dag is dat dus goed voor ruim 65 jaar); • Onderhoudsvrij; • Eenvoudige bevestiging; • Eenvoudig uit te lezen met een hand-held-computer; • Eenvoudige software; • Eenvoudige gegevensuitwisseling mogelijk met andere softwarepakketten • Bestandsformat is standaard aan te leveren aan NITG-TNO t.b.v. DINO; • Meetapparatuur geeft geen vervuilende stoffen af aan het grondwater; • Apparatuur kan ook chloride-metingen uivoeren.

Figuur 12. De DIVER-drukopnemer van Van Essen Instruments (links) kan uitgerust worden met een data-kabel (rechts) om een eenvoudige uitlezing van gegevens via een veldcomputer mogelijk te maken.

Automatisering van meetpunten levert de volgende voordelen op: • Grote kostenbesparing zowel financieel als arbeidstechnisch; • Nauwkeurige meetgegevens; • Hoge meetfrequentie mogelijk waardoor op lange termijn waardevolle meetreeksen ontstaan die inzicht geven in de grondwaterdynamiek; • Kans op meetfouten wordt geminimaliseerd; • Eenvoudige uitwisseling van data met NITG-TNO en gegevensdatabases.

Daartegen staat een aantal nadelen: • Bij storing of diefstal van meetapparatuur mist gelijk een groot aantal gegevens; • Start-investering nodig; • Correctie voor luchtdruk noodzakelijk; • Gespecialiseerde apparatuur vergt gespecialiseerde kennis. De medewerkers die de waarnemingen verzamelen moeten goed op de hoogte blijven van de (technische) ontwikkelingen op het gebied van de meetapparatuur.

Basismeetnet Grondwater 51

52 Waterschap Hollandse Delta