deSingeldeSingeldeSingeldeSingel

Reinbert de Leeuw Marianne Pousseur & Het Collectief

do 14 jan 2016 inleiding 19.15 uur Blauwe zaal Arne Herman Grote Podia Blauwe foyer 20 uur 21.15 uur er is geen pauze 2015-2016 Scherpdenkers

Dirk De Wachter psychiater-psychotherapeut Quatuor Tana & Caroline Melzer sopraan za 21 nov 2015 Reinbert de Leeuw dirigent Marianne Pousseur stem & Het Collectief do 14 jan 2016

teksten programmaboekje Arne Herman 3 Gelieve uw GSM uit te schakelen. Reinbert de Leeuw muzikale leiding De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ Marianne Pousseur stem concert/tentoonstelling van uw keuze.

Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … Het Collectief betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ piano viool concert/tentoonstelling van uw keuze. Thomas Dieltjens Wibert Aerts Neemt u deel aan dit forum, dan maakt cello klarinet u meteen kans om tickets te winnen. Martijn Vink Julien Hervé Toon Fret fluit Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren Klaas Verpoest video motion design +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen

Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Arnold Schönberg (1874-1951) Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be , opus 21 (1912) 40’ Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Moreau Pianoservice Kapucinessenstraat 32 2000 Antwerpen +32 (0)486 83 63 98 www.moreau-pianoservice.be

Voorafgaand aan de uitvoering van Schönbergs 'Pierrot Lunaire' praat muziekjournalist Rudy Tambuyser met dirigent Reinbert de Leeuw over diens levenslange passie voor de muziek van Arnold Schönberg (ca. 30'). D/2016/5.497/01 4 5 Mondestrunken en grüne Horizont Arnold Schönbergs Pierrot Lunaire

Schönbergs ‘Pierrot Lunaire, opus 21’ behoort tot de meest vernieuwende en invloedrijke werken uit de vroege twintigste eeuw. Dat bleek al snel na de bijzondere première uit 1912, die een halve eeuw later “de meest merkwaardige confrontatie van mijn leven” noemde. Gedurende decennia deed Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ dienst als een quasi onuitputtelijke bron van inspiratie voor volgende generaties componisten, en ook vandaag garandeert het werk een aangrijpende en veelzijdige luisterervaring.

De noodzaak van een nieuw toonsysteem

De romantische muzikale stijl die de hele negentiende eeuw had gedomineerd, zag zich aan de vooravond van de twintigste eeuw stilaan geconfronteerd met zijn eigen grenzen. Meer nog dan in andere tijdsvakken leek de gangbare muzikale praktijk hier werkelijk uit zijn voegen te barsten. Met Gustav Mahlers Achtste Symfonie was de omvang van het orkest buiten elke proportie getreden, de strikte toepassing van vormprincipes zoals de sonatevorm werd door de meeste componisten al lang verlaten, en vernieuwers als Fauré, Skrjabin en Franck hadden in Wagners kielzog de harmonische taal zodanig verwijd en gechromatiseerd dat elk tonaal grondplan stilaan onbeduidend werd. Meer dan ooit leek de muziek in een crisis te verkeren: het bleek moeilijk om uit te maken wat de volgende stap zou zijn in het ontwikkelingsproces van de muziek. Ook de andere kunsten kampten rond de eeuwwisseling met een identiteitsprobleem. Wat kon in de kunst immers nog gezegd worden nu alles al eens gezegd was? Een grondige revisie van de algemene esthetische en muzikale praxis drong zich op.

De eerste decennia van de twintigste eeuw zagen het ontstaan, ontwikkelen en vergaan van uiteenlopende antwoorden op de vraag naar muzikale en andere esthetische vernieuwing. Het centrum van die vernieuwing lag in Wenen. De aanwezigheid van deze progressieve strekking in een traditionalistisch bastion als Wenen valt wellicht te begrijpen als tegengewicht voor de naïeve pracht en praal van het laatnegentiende-eeuwse Wenen onder keizer Franz Josef I. Onder die pronkerige oppervlakte rijpten de vernieuwingen van schrijvers,

Arnold Schönberg in 1926 © Man Ray 6 7 filosofen, schilders, architecten en componisten, waaronder Hugo en een wit geschminkt gezicht. De typische traan op zijn gezicht von Hofmannsthal, Karl Kraus, Gustav Klimt, Oskar Kokoschka en maakt hem een van de meest herkenbare figuren van het theater. De Sigmund Freud. De grootste Weense vernieuwer op muzikaal gebied grote populariteit onder kunstenaars van het fin de siècle valt wellicht was zonder twijfel Arnold Schönberg (1874-1951), de Oostenrijkse toe te schrijven aan het feit dat de Pierrot-figuur precies de toen zo componist die de postromantiek in de Duitstalige regio eindelijk van typische melancholie belichaamde. Pierrot is immers een figuur die in een nieuwe, zinvolle en uiterst invloedrijke invulling voorzag. extremen lijkt te leven: genot en lijden, euforie en melancholie, en een grote dosis ironie. Het zijn precies deze kenmerken die verschijnen In de periode tussen zijn opus 5 en opus 10, ruwweg tussen in de bundel ‘Pierrot Lunaire: rondels bergamasques’, die de jonge 1903 en 1908, verliet hij stilaan de tonaliteit als structurerend Leuvense symbolist Albert Giraud (1860-1929) in 1884 uitgaf. principe. Schönberg stelde vast dat de verwijding van de Schönberg selecteerde drie cycli van zeven gedichten uit deze bundel tonaliteit had geresulteerd in een klankidioom waarbij elke tonale in een vertaling uit 1892 van de Duitse dichter Otto Erich Hartleben. analyse onbeduidend en irrelevant werd, en in feite had geleid Het expressionistische uitgangspunt van Giraud sloot perfect aan bij tot de trivialisering van het harmonisch systeem. Om muzikale Schönbergs eigen esthetische voorkeur. expressiekracht te behouden, zo redeneerde Schönberg, moest de muziek dus een nieuwe weg inslaan. Die nieuwe weg was de vrije Albert Giraud was samen met Stéphane Mallarmé een van de atonaliteit, die Schönberg in zijn Tweede Strijkkwartet uit 1908 voor grootste Belgische symbolistische dichters. Wanneer tegen het het eerst op een consequente manier beproefde. De atonaliteit gaat einde van de negentiende eeuw een groep jonge dichters zich uit van de principiële gelijkwaardigheid van de twaalf chromatische keerde tegen al te romantische en idealiserende poëzie, ontstond tonen en stelt binnen een werk geen tonaal centrum in. Formele bij deze zogenaamde symbolisten een uitgesproken interesse voor en muzikale coherentie wordt op een andere manier bereikt, vaak de meer sombere en mysterieuze kanten van het leven. Een uiterst werkafhankelijk. Schönberg was ervan overtuigd dat deze nieuwe nauwkeurige woordkeuze verbergt subtiele suggesties naar een vrijheid zou resulteren in creativiteit met andere muzikale parameters. bedoelde betekenis: woorden dienen enkel als sleutels tot een De tijd gaf hem daar inderdaad gelijk in: met ‘Pierrot Lunaire’ toonde parallelle werkelijkheid die ontsloten wordt via bepaalde symbolen. Schönberg overtuigend aan dat de kracht van de muziek allesbehalve Met hun focus op het evoceren van emoties en stemmingen door afneemt bij het verlaten van een tonaal grondplan. Andere parameters betekenisassociaties en met hun voorliefde voor woordklanken zoals klankkleur en muzikale symboliek vanuit de tekstinhoud cultiveerden de symbolisten bepaalde aspecten van de poëzie die geven zijn opus 21 een voordien haast ongeziene expressiekracht. sinds de renaissance nagenoeg volledig verdwenen waren, zoals Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ ontstond na een suggestie van de een doorgedreven aandacht voor ritmische versvoeten en muzikale actrice Albertine Zehme, die zelf gespecialiseerd was in het uitvoeren klanken. “De la musique avant toute chose”, luidt niet voor niets de van melodrama’s, of gesproken teksten op muziek. Met zijn ‘Gurre- openingszin uit Paul Verlaines ‘Art Poétique’, het poëtisch manifest Lieder’ uit de jaren 1900-1913 had Schönberg al bewezen dat hij met van de symbolisten. Inderdaad toont Schönberg in ‘Pierrot Lunaire’ gesproken teksten dramatisch gezien verschillende kanten op kon. aan hoe poëzie en muziek vervlochten kunnen worden op een erg Het hem geopperde onderwerp van ‘Pierrot Lunaire’ bood opnieuw coherente en betekenisvolle manier. een uitgelezen kans om dit te beproeven, onder meer dankzij de verhaalstof zelf. Het expressionisme van Schönbergs opus 21

Pierrot Lunaire als een literair topos De eerste cyclus gedichten uit Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ schetst een portret van de emotioneel geplaagde Pierrot die dronken De ietwat dwaze en vooral aandoenlijk naïeve knecht Pierrot ronddoolt met de maan als gezel (“Mein banges Leid zu lindern, such Lunaire, die afstamt uit de zestiende-eeuwse commedia dell’arte, ich am dunklen Strome des Mondlichts bleiche Blüten, die weißen werd in de loop van de negentiende en twintigste eeuw nieuw leven Wunderrosen.“; Om mijn droefenis te verzachten, zoek ik langs de ingeblazen door schilders (Picasso, Ensor), schrijvers (Giraud, Lethe heen de bleke bloesems van de maan, als rozen die verlichten). Nijhoff) en componisten (Stravinsky’s ‘Petrouchka’). Steevast De dood overheerst de tweede cyclus, waarin de sombere Pierrot verschijnt hij ten tonele in een te clownesk wit pak met zwarte knopen ten prooi valt aan de meest duistere fantasieën (“Finstre, schwarze

8 9 Riesenfalter töteten der Sonne Glanz”; sinistere zwarte vlinders De draagwijdte van de atonaliteit hebben de luister van de zon gedoofd). In de derde cyclus keert Pierrot terug naar zijn thuisstad Bergamo, waar hij eindelijk rust vindt De grootste uitdaging van de vrije atonaliteit (en bovendien het (“Ein glückhaft Wünschen macht mich froh nach Freuden, die ich lang aanknopingspunt voor veel kritiek op de atonaliteit) is de vormkwestie. verachtet”; eindelijk kan mijn verlangen zingen over lang misprezen Hoe kan de componist immers muzikale spanning opbouwen in een dingen). quasi vormeloos geheel, nu een tonaal grondplan ontbreekt? De Typisch symbolistisch is ook de kleurensymboliek van de gedichten van Giraud boden voor Schönberg een goed uitgangspunt gedichten: wit en zwart domineren de eerste cyclus, zwart en rood voor de muzikale vorm. Steunend op hun repetitieve versvorm (de geven de tweede cyclus zijn sinistere karakter, en groen (de kleur van Franse rondovorm: telkens drie strofes in de vorm 4+4+5, met de hoop) verschijnt in de derde cyclus. vers 1, 7 en 13 identiek) creëerde Schönberg muzikaal overzicht en transparantie door het gebruik van motivische herhalingen. De ‘Dreimal sieben Gedichte aus Albert Girauds Pierrot lunaire, opus overkoepelende vorm van het stuk benadert die van de suite, een 21’ voor fluit, klarinet, viool, cello en piano, is een van Schönbergs opeenvolging van contrasterende stukken. Binnen de stukken zelf vroegere atonale composities. In één ruk toonzette Schönberg maakt Schönberg vaak gebruik van bestaande en vaak oude vormen alle eenentwintig gedichten tussen maart en september 1912. De zoals de passacaglia (Nacht), de canon (Parodie) en de fuga (Der première op 16 oktober 1912 in Berlijn, met Albertine Zehme in de Mondfleck). hoofdrol, behoort niet echt tot de beroemde schandaalpremières zoals die van Stravinsky’s ‘Le sacre du printemps’ of Schönbergs Schönberg was zich goed bewust van de vernieuwende aard van eigen Tweede Strijkkwartet, maar deed wel vele hoofden schudden. zijn nieuwste werk. Op 12 maart 1912, net na de voltooiing van zijn Schönbergs leerling Anton Webern noteerde later hoe enkele mensen eerste fragment (Gebet an Pierrot), noteerde hij in zijn dagboek: tijdens het eerste deel op de vingers floten en opmerkingen riepen, “Ik geloof dat het zeer goed geworden is. […] … en ik ga vast en maar verder bleef het over het algemeen rustig. Waar het publiek zich zeker, dat voel ik, een nieuwe stijl tegemoet. De klanken worden hier het meeste aan stoorde, was verrassend genoeg niet de atonaliteit gewoon tot dierlijk directe expressie van zinnelijke en geestelijke op zich, maar Schönbergs nieuwe gebruik van de zangstem. Het bewogenheid. Bijna alsof alles direct vertaald is. Ik ben benieuwd hoe zogenaamde ‘Sprechgesang’ dat hij in ‘Pierrot Lunaire’ invoerde, is het verder zal gaan.” Hoe ging dat dan precies verder? Vanaf zijn ‘Fünf een hoogst eigen en vooral nieuwe vorm van gestileerde muzikale Klavierstücke, opus 23’ ontwierp Schönberg een samenhangend declamatie. De stem houdt hierbij het midden tussen een zangstem systeem voor toonhoogteorganisatie, de zogenaamde dodecafonie, en een gewone spreekstem. Op de partituur worden enkel de waarbij de twaalf chromatische tonen volledige gelijkwaardigheid ritmes precies uitgeschreven en worden de toonhoogtes slechts bij genieten en in twaalfdelige reeksvormen worden gepresenteerd. benadering aangegeven. In het voorwoord tot de eerste uitgave vraagt Schönbergs leerlingen en opvolgers Alban Berg en vooral Anton hij van de zangeres om de noten slechts even kort aan te raken en Webern breidden dit reeksensysteem al snel uit naar andere meteen weer te verlaten. Daarnaast weet Schönberg de tekstinhoud parameters zoals ritme, dynamiek en zelfs klankkleur. Zo ontstond verder in de zangpartij te integreren door een groot aantal individuele in de jaren 1940 het serialisme, waarvan componisten als Cage, noten te voorzien van een bovenschrift, zoals ‘tonlos geflüstert’, ‘mit Stockhausen, Kagel en Krenek dankbaar gebruik zouden maken. Ton gesprochen’ of ‘fast gesungen’. In deze uiterst gedifferentieerde aard maakt de zangstem echt deel uit van de muzikale partijen: ze treedt in dialoog met de instrumenten en bevat net zo goed thematisch en motivisch materiaal. Ook de bezetting paste Schönberg aan aan de tekstinhoud. Bij nagenoeg elk stuk verandert de bezetting van het kwintet lichtjes. De vijf instrumentisten bespelen samen acht instrumenten: de klarinet wisselt af met een basklarinet, de fluit met een piccolo, en de viool met een altviool. Door te spelen met klankkleuren die de algemene teneur van een fragment het dichtste te benaderen, bereikt Schönberg met een minimale bezetting een maximale expressie.

10 11 Arnold Schönberg 3. Der Dandy Mit einem phantastischen Lichtstrahl Pierrot lunaire, opus 21 (1912) Erleuchtet der Mond die krystallnen Flacons Drie maal zeven gedichten van Albert Giraud (1860-1929) / Duitse Auf dem schwarzen, hochheiligen Waschtisch vertaling door Otto Erich Hartleben (1864-1905) Des schweigenden Dandys von Bergamo.

I. Teil In tönender, bronzener Schale Lacht hell die Fontaine, metallischen Klangs. 1. Mondestrunken Mit einem phantastischen Lichtstrahl Den Wein, den man mit Augen trinkt, Erleuchtet der Mond die krystallnen Flacons. Gießt Nachts der Mond in Wogen nieder, Und eine Springflut überschwemmt Pierrot mit dem wächsernen Antlitz Den stillen Horizont. Steht sinnend und denkt: wie er heute sich schminkt? Fort schiebt er das Rot und das Orients Grün Gelüste schauerlich und süß, Und bemalt sein Gesicht in erhabenem Stil Durchschwimmen ohne Zahl die Fluten! Mit einem phantastischen Mondstrahl. Den Wein, den man mit Augen trinkt, Gießt Nachts der Mond in Wogen nieder. 4. Eine blasse Wäscherin Der Dichter, den die Andacht treibt, Eine blasse Wäscherin Berauscht sich an dem heilgen Tranke, Wäscht zur Nachtzeit bleiche Tücher; Gen Himmel wendet er verzückt Nackte, silberweiße Arme Das Haupt und taumelnd saugt und schlürft er Streckt sie nieder in die Flut. Den Wein, den man mit Augen trinkt. Durch die Lichtung schleichen Winde, Leis bewegen sie den Strom. 2. Colombine Eine blasse Wäscherin Des Mondlichts bleiche Bluten, Wäscht zur Nachtzeit bleiche Tücher. Die weißen Wunderrosen, Blühn in den Julinachten - Und die sanfte Magd des Himmels, O brach ich eine nur! Von den Zweigen zart umschmeichelt, Breitet auf die dunklen Wiesen Mein banges Leid zu lindern, Ihre lichtgewobnen Linnen - Such ich am dunklen Strome Eine blasse Wäscherin. Des Mondlichts bleiche Blüten, Die weißen Wunderrosen. 5. Valse de Chopin Gestillt war all mein Sehnen, Wie ein blasser Tropfen Bluts Dürft ich so märchenheimlich, Färbt die Lippen einer Kranken, So selig leis - entblättern Also ruht auf diesen Tönen Auf deine brauenen Haare Ein vernichtungssüchtger Reiz. Des Mondlichts bleiche Blüten! Wilder Lust Accorde stören Der Verzweiflung eisgen Traum - Wie ein blasser Tropfen Bluts Färbt die Lippen einer Kranken. 12 13 Heiß und jauchzend, süß und schmachtend, II. Teil Melancholisch düstrer Walzer, Kommst mir nimmer aus den Sinnen! 8. Nacht (Passacaglia) Haftest mir an den Gedanken, Finstre, schwarze Riesenfalter Wie ein blasser Tropfen Bluts! Töteten der Sonne Glanz. Ein geschlossnes Zauberbuch, Ruht der Horizont - verschwiegen. 6. Madonna Aus dem Qualm verlorner Tiefen Steig, o Mutter aller Schmerzen, Steigt ein Duft, Erinnrung mordend! Auf den Altar meiner Verse! Finstre, schwarze Reisenfalter Blut aus deinen magren Brusten Töteten der Sonne Glanz. Hat des Schwertes Wut vergossen. Und vom Himmel erdenwärts Deine ewig frischen Wunden Senken sich mit schweren Schwingen Gleichen Augen, rot und offen. Unsichtbar die Ungetume Steig, o Mutter aller Schmerzen, Auf die Menschenherzen nieder... Auf den Altar meiner Verse! Finstre, schwarze Riesenfalter.

In den abgezehrten Händen Hältst du deines Sohnes Leiche. 9. Gebet an Pierrot Ihn zu zeigen aller Menschheit - Pierrot! Mein Lachen Doch der Blick der Menschen meidet Hab ich verlernt! Dich, o Mutter aller Schmerzen! Das Bild des Glanzes Zerfloß - Zerfloß!

7. Der kranke Mond Schwarz weht die Flagge Du nächtig todeskranker Mond Mir nun vom Mast. Dort auf des Himmels schwarzem Pfühl, Pierrot! Mein Lachen Dein Blick, so fiebernd übergroß, Hab ich verlernt! Bannt mich wie fremde Melodie. O gieb mir wieder, An unstillbarem Liebesleid Roßarzt der Seele, Stirbst du, an Sehnsucht, tief erstickt, Schneemann der Lyrik, Du nächtig todeskranker Mond Durchlaucht vom Monde, Dort auf des Himmels schwarzem Pfühl. Pierrot - mein Lachen!

Den Liebsten, der im Sinnenrausch Gedankenlos zur Liebsten schleicht, 10. Raub Belustigt deiner Strahlen Spiel - Rote, fürstliche Rubine, Dein bleiches, qualgebornes Blut, Blutge Tropfen alten Ruhmes, Du nächtig todeskranker Mond. Schlummern in den Totenschreinen, Drunten in den Grabgewolben.

Nachts, mit seinen Zechkumpanen, Steigt Pierrot hinab - zu rauben

14 15 Rote, fürstliche Rubine, 13. Enthauptung Blutge Tropfen alten Ruhmes. Der Mond, ein blankes Türkenschwert Auf einem schwarzen Seidenkissen, Doch da - strauben sich die Haare, Gespenstisch groß - dräut er hinab Bleiche Furcht bannt sie am Platze: Durch schmerzendunkle Nacht. Durch die Finsternis - wie Augen! - Stieren aus den Totenschreinen Pierrot irrt ohne Rast umher Rote, fürstliche Rubine. Und starrt empor in Todesängsten Zum Mond, dem blanken Türkenschwert Auf einem schwarzen Seidenkissen. 11. Rote Messe Zu grausem Abendmahle, Es schlottern unter ihm die Knie, Beim Blendeglanz des Goldes, Ohnmächtig bricht er jäh zusammen. Beim Flackerschein der Kerzen, Er wähnt: es sause strafend schon Naht dem Altar - Pierrot! Auf seinen Sünderhals hernieder Der Mond, das blanke Türkenschwert. Die Hand, die gottgeweihte, Zerreißt die Priesterkleider Zu grausem Abendmahle, 14. Die Kreuze Beim Blendeglanz des Goldes Heilge Kreuze sind die Verse, Dran die Dichter stumm verbluten, Mit segnender Geberde Blindgeschlagen von der Geier Zeigt er den bangen Seelen Flatterndem Gespensterschwarme! Die triefend rote Hostie: Sein Herz - in blutgen Fingern - In den Leibern schwelgten Schwerter, Zu grausem Abendmahle! Prunkend in des Blutes Scharlach! Heilge Kreuze sind die Verse, Dran die Dichter stumm verbluten. 12. Galgenlied Die dürre Dirne Tot das Haupt - erstarrt die Locken - Mit langem Halse Fern, verweht der Lärm des Pöbels. Wird seine letzte Langsam sinkt die Sonne nieder, Geliebte sein. Eine rote Königskrone. - Heilge Kreuze sind die Verse! In seinem Hirne Steckt wie ein Nagel Die dürre Dirne Mit langem Halse.

Schlank wie die Pinie, Am Hals ein Zöpfchen - Wollüstig wird sie Den Schelm umhalsen, Die dürre Dirne!

16 17 III. Teil Sie liebt Pierrot mit Schmerzen, Stricknadeln, blank und blinkend, 15. Heimweh In ihrem grauen Haar. Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen Aus Italiens alter Pantomime, Da plötzlich - horch! - ein Wispern! Klingts herüber: wie Pierrot so holzern, Ein Windhauch kichert leise: So modern sentimental geworden. Der Mond, der böse Spötter, Äfft nach mit seinen Strahlen - Und es tönt durch seines Herzens Wüste, Stricknadeln, blink und blank. Tönt gedämpft durch alle Sinne wieder, Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen Aus Italiens alter Pantomime. 18. Der Mondfleck Einen weißen Fleck des hellen Mondes Da vergißt Pierrot die Trauermienen! Auf dem Rücken seines schwarzen Rockes, Durch den bleichen Feuerschein des Mondes, So spaziert Pierrot im lauen Abend, Durch des Lichtmeers Fluten - schweift die Sehnsucht Aufzusuchen Glück und Abenteuer. Kühn hinauf, empor zum Heimathimmel Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen! Plötzlich stört ihn was an seinem Anzug, Er beschaut sich rings und findet richtig - Einen weißen Fleck des hellen Mondes 16. Gemeinheit Auf dem Rücken seines schwarzen Rockes. In den blanken Kopf Cassanders, Dessen Schrein die Luft durchzetert, Warte! denkt er: das ist so ein Gipsleck! Bohrt Pierrot mit Heuchlermienen, Wischt und wischt, doch - bringt ihn nicht herunter! Zärtlich - einen Schädelbohrer! Und so geht er, giftgeschwollen, weiter, Reibt und reibt bis an den frühen Morgen - Darauf stopft er mit dem Daumen Einen weißen Fleck des hellen Mondes. Seinen echten türkischen Taback In den blanken Kopf Cassanders, Dessen Schrein die Luft durchzetert! 19. Serenade Mit groteskem Riesenbogen Dann dreht er ein Rohr von Weichsel Kratzt Pierrot auf seiner Bratsche, Hinten in die glatte Glatze Wie der Storch auf einem Beine, Und behäbig schmaucht und pafft er Knipst er trüb ein Pizzicato. Seinen echten türkischen Taback Aus dem blanken Kopf Cassanders! Plötzlich naht Cassander - wütend Ob des nächtgen Virtuosen - Mit groteskem Riesenbogen 17. Parodie Kratzt Pierrot auf seiner Bratsche. Stricknadeln, blank und blinkend, In ihrem grauen Haar, Von sich wirft er jetzt die Bratsche: Sitzt die Duenna murmelnd, Mit der delikaten Linken Im roten Röckchen da. Faßt den Kahlkopf er am Kragen - Träumend spielt er auf der Glatze Sie wartet in der Laube, Mit groteskem Riesenbogen.

18 19 20. Heimfahrt (Barcarolle) Der Mondstrahl ist das Ruder, Seerose dient als Boot; Drauf fährt Pierrot gen Süden Mit gutem Reisewind.

Der Strom summt tiefe Skalen Und wiegt den leichten Kahn. Der Mondstrahl ist das Ruder, Seerose dient als Boot.

Nach Bergamo, zur Heimat, Kehrt nun Pierrot zurück; Schwach dämmert schon im Osten Der grüne Horizont. - Der Mondstrahl ist das Ruder.

21. O alter Duft O alter Duft aus Märchenzeit, Berauschest wieder meine Sinne; Ein närrisch Heer von Schelmerein Durchschwirrt die leichte Luft.

Ein glückhaft Wünschen macht mich froh Nach Freuden, die ich lang verachtet: O alter Duft aus Märchenzeit, Berauschest wieder mich!

All meinen Unmut gab ich preis; Aus meinem sonnumrahmten Fenster Beschau ich frei die liebe Welt Und träum hinaus in selge Weiten... O alter Duft - aus Märchenzeit!

20 21 Reinbert de Leeuw Marianne Pousseur Reinbert de Leeuw werd geboren in Ensemble Edition’, een uitgave van 25 Marianne Pousseur studeerde (Poulenc, 2000) en ‘L’enfant et les Amsterdam en studeerde piano en cd’s en dvd’s ter gelegenheid van het klassieke zang en kamermuziek aan sortilèges’ (Ravel, 2001). George muziektheorie aan het Amsterdamse 30-jarig jubileum van het Schönberg het Koninklijk Conservatorium in Luik. Aperghis componeerde in 2004 Conservatorium, gevolgd door een Ensemble, en in 2008 voor de cd ‘Im Reeds tijdens haar studies zong ze bij ‘Dark Side’ voor haar, dat in Athene studie compositie bij wunderschönen Monat Mai’ met Barbara het Collegium Vocale en de Chapelle in première ging met het Ensemble aan het Koninklijk Conservatorium in Sukowa en het Schönberg Ensemble. In Royale, beiden onder leiding van Intercontemporain. In 2008 schreef Den Haag. Nationaal en internationaal 2013 ontving hij de Amsterdam Prijs in de Philippe Herreweghe. Ze nam deel Aperghis voor haar een opera voor wordt hij gewaardeerd als groot kenner categorie 'bewezen kwaliteit'. In februari aan verschillende producties van solostem gebaseerd op het gedicht en pleitbezorger van hedendaagse 2014 ging het orkestwerk ‘Der nächtliche het Théâtre du Ciel Noir onder de ‘Isméne’ van Yannis Ritsos, dat op muziek. Sinds de oprichting in 1974 is Wanderer’ van hem in première, regie van Isabelle Pousseur. Samen verschillende grote festivals stond Reinbert de Leeuw vaste dirigent van gebaseerd op het gelijknamige gedicht als Musica in Strasbourg, GMEM in het Schönberg Ensemble, tegenwoordig van Friedrich Hölderlin. met Isabelle Pousseur ontstond Marseille, Vie in Modena en Festival Asko | Schönberg. Daarnaast dirigeert hij een productie rond Schönbergs d’Automne in Parijs. In 2013 creëerde ook een groot aantal andere ensembles ‘Pierrot Lunaire’. Deze voorstelling ze een eigen compositie op het gedicht en symfonieorkesten in binnen- en werd ook verfilmd door de RTBF en ‘Phèdre’ van Ritsos. buitenland, waaronder het Koninklijk stond onder de muzikale leiding van deSingel tijdlijn (selectie) www.khroma.eu Concertgebouworkest en het Rotterdams Philippe Herreweghe en het Ensemble Philharmonisch Orkest. Hij dirigeerde do 14 jan 2016 Musique Oblique (Parijs). Marianne diverse producties bij De Nederlandse Het Collectief & Marianne Pousseur Pousseur zingt regelmatig met het Opera en de Nationale Reisopera. Schönberg Ensemble (Den Haag), olv. Reinbert de Leeuw deSingel tijdlijn Reinbert de Leeuw was gedurende drie Schönberg Remix Ensemble (Porto), Musique seizoenen verbonden aan het Sydney Oblique (Parijs), Ensemble Erwartung do 14 jan 2016 Symphony Orchestra als artistiek wo 11 mrt 2015 (Parijs), Musique Nouvelle (Brussel), Het Collectief & Marianne Pousseur adviseur voor de series moderne en Collegium Vocale Gent & het Collectief Die Reihe (Wenen), bij Peter Rundel, olv. Reinbert de Leeuw olv. Reinbert de Leeuw hedendaagse muziek. Hij was artistiek Jurgen Wyttenbach en ze zong met het Janácek Schönberg directeur van het Aldeburgh Festival Ensemble Intercontemporain (Parijs) en van het Tanglewood Festival voor wo 27 nov 2013 onder de leiding van Pierre Boulez, in wo 19 dec 2012 hedendaagse muziek in de Verenigde Het Collectief & Katrien Baerts olv. voornamelijk 20ste-eeuws repertoire. Ictus olv. Georges-Elie Octors Staten. Tot voor kort was hij artistiek Reinbert de Leeuw In december 2000 was ze te gast Faune leider van het Nationaal Jeugd Orkest. Busoni, Berg, Webern, Schönberg, op het Festival d’automne de Paris, vr 19 & za 20 dec 2003 Naast dirigent is hij ook pianist en Zemlinsky componist. In deze laatste hoedanigheid waar ze ‘Infinito Nero’ van Sciarrino Muziektheater Transparant had hij succes met de bewerking van za 8 sept 2012 vertolkte. Van diezelfde componist Peer Gynt creëerde ze in 2001 ‘Lohengrin’ samen de liederen van Schumann en Schubert Neil Wallace & Asko I Schönberg olv. di 26 nov 1991 'Im wunderschönen Monat Mai'. Als Reinbert de Leeuw met het Ensemble Intercontemporain. Terwijl ze haar theaterwerk voortzet, Henri Pousseur & Michel Butor & Cie. pianist maakt hij vooral furore met zijn Mahler Leçons d’enfer vertolkingen van het werk van Satie. stichtte ze het vocaal ensemble Hélix, Daarnaast was De Leeuw 50 jaar docent […] dat voornamelijk hedendaagse muziek aan het Koninklijk Conservatorium do 10 feb 2000 brengt. Ze was ook medeoprichtster Den Haag. Hij ontving diverse prijzen Schönberg Ensemble & Asko van La Grande Formation, een en onderscheidingen voor zijn Ensemble & Nederlands Kamerkoor jazzensemble met 12 muzikanten. baanbrekende werk. In 1994 werd hem olv. Reinbert de Leeuw Sinds september 1994 doceert een eredoctoraat van de Universiteit Stravinsky, Satie, Andriessen Marianne Pousseur zang, eerst Utrecht uitgereikt en in augustus 2004 aan het Koninklijk Conservatorium werd hij aangesteld als hoogleraar aan ma 8 dec 1997 van Brussel en vervolgens aan de Universiteit Leiden. De Leeuw oogstte Arditti Quartet & Ictus olv. Reinbert de het Koninklijk Conservatorium van veel bewondering en succes met zijn leeuw Bergen. Met Enrico Bagnoli heeft zij Birtwistle grootse uitvoering van de ‘Gurre-Lieder’ als regisseur, decor- en lichtontwerper van Schönberg in 2011. In 2008 is hij do 23 okt 1997 verschillende voorstellingen en onderscheiden met de Ridder in de orde Beethoven Academie olv. Reinbert de opera’s gemaakt zoals ‘Song Books’ van de Nederlandse Leeuw. Reinbert Leeuw de Leeuw ontving diverse Edisons, (John Cage, 1996), ‘Le chant des Schnittke, Denisov, Gubaidulina, Rihm waaronder in 2007 voor de ‘Schönberg Ténèbres’ (1997), ‘Histoire de Babar’ 22 23 Het Collectief Klaas Verpoest Het Collectief is een deSingel tijdlijn (selectie) Het beeldend oeuvre van Klaas een geraffineerde videoscenografie kamermuziekensemble dat in 1998 in Verpoest kent zijn finaliteit uitsluitend en kinetische typografie nagegaan op Brussel werd opgericht. Door consequent do 14 jan 2016 op immateriële instabiele dragers en welke manier de dynamiek, muzikaliteit met een vaste kern van vijf muzikanten Het Collectief & Marianne Pousseur hoofdzakelijk binnen de podiumkunsten. en opmaak die we terugvinden in te werken, bouwde de groep een olv. Reinbert de Leeuw Klaas Verpoest is actief als video- hedendaagse poëzie, vertaald kan intrigerende eigen sound op, gekenmerkt Schönberg performer binnen tal van multimodale worden naar immateriële dragers, zonder door een heterogene mix van blazers, improvisatie performances. 2×2, hierbij afbreuk te doen aan de lyrische strijkers en piano. In zijn repertoire keert wo 11 mrt 2015 SichtLaut, SichtLaut Pigment, Long gevoeligheden van het werk. Het Collectief terug naar de roots van het Collegium Vocale Gent & het Collectief String(s), Augenblick, zijn enkele van de www.klaasverpoest.com modernisme: de Tweede Weense School. olv. Reinbert de Leeuw performance projecten waar hij deel van Vanuit deze solide basis worden zowel Janácek uitmaakt. De combinatie-confrontatie de grote twintigste-eeuwse composities wo 27 nov 2013 van meerdere media op geïmproviseerde als de allernieuwste experimentele Het Collectief & Katrien Baerts olv. wijze vormt steeds de basis waarbij deSingel tijdlijn stromingen verkend. Daarenboven maakt de performers uitgaan van een Reinbert de Leeuw do 14 jan 2016 de groep furore met spraakmakende Busoni, Berg, Webern, Schönberg, fundamentele gelijkwaardigheid van de Het Collectief & Marianne Pousseur cross-overs tussen het hedendaagse Zemlinsky componenten, klank, beeld, bewegend en het traditionele repertoire en met beeld, beweging, al dan niet digitaal olv. Reinbert de Leeuw adaptaties van historische muziek. Naast vr 23 mrt 2012 gegenereerd. De improvisatorische Schönberg de vele concerten in België brengt het Het Collectief olv. Vykintas Baltakas flexibiliteit van de beeldende kunst vr 23 mrt 2012 Goeyvaerts, Kagel, van Camp, Collectief ook regelmatig producties component, de muzikale component, de Het Collectief olv. Vykintas Baltakas in het buitenland. Zo was/is de groep klankmatige bijdrage van de dansers en […] Goeyvaerts, Kagel, van Camp te gast in o.m. Nederland, Zwitserland, de beweeglijkheid van alle deelnemers, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Polen, vr 25 jan 2008 maken deze performances uniek. wo 12 dec 2007 Brazilië (Sao Paulo) en Hong Kong. ISCM dag Hiervoor werkt Klaas Verpoest sinds Ictus olv. Georges-Elie Octors www.hetcollectief.be Van Eycken 2008 in binnen-en buitenland samen Happy End met tal van internationale performers. wo 10 okt 2007 Het werken als video-performer binnen Walpurgis & het Collectief olv. Robin improvisatie performances resulteert in Thomas Dieltjens piano Engelen eigenzinnige realisaties met geschreven Wibert Aerts viool Vanhecke, Brahms, Bach hedendaagse klassieke muziek. Hierin Martijn Vink cello vr 18 feb 2005 is Klaas Verpoest niet op zoek naar klarinet Julien Hervé Oxalys & het Collectief olv. Robin een een concrete visuele vertaling van fluit Toon Fret Engelen de compositie, maar gebruikt hij de Schönberg verschillende parameters uit de parallel ontstane klanklijnen van de compositie en brengt deze samen tot een uniek generatief abstract scenebeeld, dat gezien mag worden als een eigenzinnig visueel antwoord op de interpretatie van de compositie. Met als doel bij het publiek de ervaring te creëren dat men op bepaalde momenten een duidelijke synergie ziet tussen het beeld en de klank en op andere momenten juist een complete tegenstelling tussen deze twee ervaart. Klaas Verpoest realiseert sinds 2006 live videografiek voor diverse hedendaagse klassieke composities. Tot slot is er een sterk typografische component aanwezig in het oeuvre van Klaas Verpoest. In de diverse literaire producties die hij sinds 2006 realiseerde, wordt er door middel van 24 25 Binnenkort in deSingel Quatuor Modigliani & Eric Le Sage piano Philippe Bernhard, Loïc Rio viool Laurent Marfaing altviool François Kieffer cello

Robert Schumann Strijkkwartet nr 3 in A, opus 41 nr 3 Pianokwartet in Es, opus 47 Pianokwintet in Es, opus 44

wo 20 jan 2016 | Blauwe zaal | 20 uur € 24, 20 (basis) | € 20, 16 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Piet De Volder | Blauwe foyer | 19.15 uur

26 Quatuor Modigliani © Marie Staggat architectuur dans theater muziek inin deSingeldeSingel

t +32 (0)3 248 28 28 www.desingel.be Desguinlei 25 f deSingelArtCity B-2018 Antwerpen

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors