Reinbert De Leeuw Marianne Pousseur & Het Collectief
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
deSingeldeSingeldeSingeldeSingel Reinbert de Leeuw Marianne Pousseur & Het Collectief do 14 jan 2016 inleiding 19.15 uur Blauwe zaal Arne Herman Grote Podia Blauwe foyer 20 uur 21.15 uur er is geen pauze 2015-2016 Scherpdenkers Dirk De Wachter psychiater-psychotherapeut Quatuor Tana & Caroline Melzer sopraan za 21 nov 2015 Reinbert de Leeuw dirigent Marianne Pousseur stem & Het Collectief do 14 jan 2016 teksten programmaboekje Arne Herman 3 Gelieve uw GSM uit te schakelen. Reinbert de Leeuw muzikale leiding De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ Marianne Pousseur stem concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … Het Collectief betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ piano viool concert/tentoonstelling van uw keuze. Thomas Dieltjens Wibert Aerts Neemt u deel aan dit forum, dan maakt cello klarinet u meteen kans om tickets te winnen. Martijn Vink Julien Hervé Toon Fret fluit Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren Klaas Verpoest video motion design +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Arnold Schönberg (1874-1951) Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Pierrot Lunaire, opus 21 (1912) 40’ Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Moreau Pianoservice Kapucinessenstraat 32 2000 Antwerpen +32 (0)486 83 63 98 www.moreau-pianoservice.be Voorafgaand aan de uitvoering van Schönbergs 'Pierrot Lunaire' praat muziekjournalist Rudy Tambuyser met dirigent Reinbert de Leeuw over diens levenslange passie voor de muziek van Arnold Schönberg (ca. 30'). D/2016/5.497/01 4 5 Mondestrunken en grüne Horizont Arnold Schönbergs Pierrot Lunaire Schönbergs ‘Pierrot Lunaire, opus 21’ behoort tot de meest vernieuwende en invloedrijke werken uit de vroege twintigste eeuw. Dat bleek al snel na de bijzondere première uit 1912, die Igor Stravinsky een halve eeuw later “de meest merkwaardige confrontatie van mijn leven” noemde. Gedurende decennia deed Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ dienst als een quasi onuitputtelijke bron van inspiratie voor volgende generaties componisten, en ook vandaag garandeert het werk een aangrijpende en veelzijdige luisterervaring. De noodzaak van een nieuw toonsysteem De romantische muzikale stijl die de hele negentiende eeuw had gedomineerd, zag zich aan de vooravond van de twintigste eeuw stilaan geconfronteerd met zijn eigen grenzen. Meer nog dan in andere tijdsvakken leek de gangbare muzikale praktijk hier werkelijk uit zijn voegen te barsten. Met Gustav Mahlers Achtste Symfonie was de omvang van het orkest buiten elke proportie getreden, de strikte toepassing van vormprincipes zoals de sonatevorm werd door de meeste componisten al lang verlaten, en vernieuwers als Fauré, Skrjabin en Franck hadden in Wagners kielzog de harmonische taal zodanig verwijd en gechromatiseerd dat elk tonaal grondplan stilaan onbeduidend werd. Meer dan ooit leek de muziek in een crisis te verkeren: het bleek moeilijk om uit te maken wat de volgende stap zou zijn in het ontwikkelingsproces van de muziek. Ook de andere kunsten kampten rond de eeuwwisseling met een identiteitsprobleem. Wat kon in de kunst immers nog gezegd worden nu alles al eens gezegd was? Een grondige revisie van de algemene esthetische en muzikale praxis drong zich op. De eerste decennia van de twintigste eeuw zagen het ontstaan, ontwikkelen en vergaan van uiteenlopende antwoorden op de vraag naar muzikale en andere esthetische vernieuwing. Het centrum van die vernieuwing lag in Wenen. De aanwezigheid van deze progressieve strekking in een traditionalistisch bastion als Wenen valt wellicht te begrijpen als tegengewicht voor de naïeve pracht en praal van het laatnegentiende-eeuwse Wenen onder keizer Franz Josef I. Onder die pronkerige oppervlakte rijpten de vernieuwingen van schrijvers, Arnold Schönberg in 1926 © Man Ray 6 7 filosofen, schilders, architecten en componisten, waaronder Hugo en een wit geschminkt gezicht. De typische traan op zijn gezicht von Hofmannsthal, Karl Kraus, Gustav Klimt, Oskar Kokoschka en maakt hem een van de meest herkenbare figuren van het theater. De Sigmund Freud. De grootste Weense vernieuwer op muzikaal gebied grote populariteit onder kunstenaars van het fin de siècle valt wellicht was zonder twijfel Arnold Schönberg (1874-1951), de Oostenrijkse toe te schrijven aan het feit dat de Pierrot-figuur precies de toen zo componist die de postromantiek in de Duitstalige regio eindelijk van typische melancholie belichaamde. Pierrot is immers een figuur die in een nieuwe, zinvolle en uiterst invloedrijke invulling voorzag. extremen lijkt te leven: genot en lijden, euforie en melancholie, en een grote dosis ironie. Het zijn precies deze kenmerken die verschijnen In de periode tussen zijn opus 5 en opus 10, ruwweg tussen in de bundel ‘Pierrot Lunaire: rondels bergamasques’, die de jonge 1903 en 1908, verliet hij stilaan de tonaliteit als structurerend Leuvense symbolist Albert Giraud (1860-1929) in 1884 uitgaf. principe. Schönberg stelde vast dat de verwijding van de Schönberg selecteerde drie cycli van zeven gedichten uit deze bundel tonaliteit had geresulteerd in een klankidioom waarbij elke tonale in een vertaling uit 1892 van de Duitse dichter Otto Erich Hartleben. analyse onbeduidend en irrelevant werd, en in feite had geleid Het expressionistische uitgangspunt van Giraud sloot perfect aan bij tot de trivialisering van het harmonisch systeem. Om muzikale Schönbergs eigen esthetische voorkeur. expressiekracht te behouden, zo redeneerde Schönberg, moest de muziek dus een nieuwe weg inslaan. Die nieuwe weg was de vrije Albert Giraud was samen met Stéphane Mallarmé een van de atonaliteit, die Schönberg in zijn Tweede Strijkkwartet uit 1908 voor grootste Belgische symbolistische dichters. Wanneer tegen het het eerst op een consequente manier beproefde. De atonaliteit gaat einde van de negentiende eeuw een groep jonge dichters zich uit van de principiële gelijkwaardigheid van de twaalf chromatische keerde tegen al te romantische en idealiserende poëzie, ontstond tonen en stelt binnen een werk geen tonaal centrum in. Formele bij deze zogenaamde symbolisten een uitgesproken interesse voor en muzikale coherentie wordt op een andere manier bereikt, vaak de meer sombere en mysterieuze kanten van het leven. Een uiterst werkafhankelijk. Schönberg was ervan overtuigd dat deze nieuwe nauwkeurige woordkeuze verbergt subtiele suggesties naar een vrijheid zou resulteren in creativiteit met andere muzikale parameters. bedoelde betekenis: woorden dienen enkel als sleutels tot een De tijd gaf hem daar inderdaad gelijk in: met ‘Pierrot Lunaire’ toonde parallelle werkelijkheid die ontsloten wordt via bepaalde symbolen. Schönberg overtuigend aan dat de kracht van de muziek allesbehalve Met hun focus op het evoceren van emoties en stemmingen door afneemt bij het verlaten van een tonaal grondplan. Andere parameters betekenisassociaties en met hun voorliefde voor woordklanken zoals klankkleur en muzikale symboliek vanuit de tekstinhoud cultiveerden de symbolisten bepaalde aspecten van de poëzie die geven zijn opus 21 een voordien haast ongeziene expressiekracht. sinds de renaissance nagenoeg volledig verdwenen waren, zoals Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ ontstond na een suggestie van de een doorgedreven aandacht voor ritmische versvoeten en muzikale actrice Albertine Zehme, die zelf gespecialiseerd was in het uitvoeren klanken. “De la musique avant toute chose”, luidt niet voor niets de van melodrama’s, of gesproken teksten op muziek. Met zijn ‘Gurre- openingszin uit Paul Verlaines ‘Art Poétique’, het poëtisch manifest Lieder’ uit de jaren 1900-1913 had Schönberg al bewezen dat hij met van de symbolisten. Inderdaad toont Schönberg in ‘Pierrot Lunaire’ gesproken teksten dramatisch gezien verschillende kanten op kon. aan hoe poëzie en muziek vervlochten kunnen worden op een erg Het hem geopperde onderwerp van ‘Pierrot Lunaire’ bood opnieuw coherente en betekenisvolle manier. een uitgelezen kans om dit te beproeven, onder meer dankzij de verhaalstof zelf. Het expressionisme van Schönbergs opus 21 Pierrot Lunaire als een literair topos De eerste cyclus gedichten uit Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ schetst een portret van de emotioneel geplaagde Pierrot die dronken De ietwat dwaze en vooral aandoenlijk naïeve knecht Pierrot ronddoolt met de maan als gezel (“Mein banges Leid zu lindern, such Lunaire, die afstamt uit de zestiende-eeuwse commedia dell’arte, ich am dunklen Strome des Mondlichts bleiche Blüten, die weißen werd in de loop van de negentiende en twintigste eeuw nieuw leven Wunderrosen.“; Om mijn droefenis te verzachten, zoek ik langs de ingeblazen door schilders (Picasso, Ensor), schrijvers (Giraud, Lethe heen de bleke bloesems van de maan, als rozen die verlichten). Nijhoff) en componisten (Stravinsky’s ‘Petrouchka’). Steevast De dood overheerst de tweede cyclus, waarin de sombere Pierrot verschijnt hij ten tonele in een te clownesk wit pak met zwarte knopen ten prooi valt aan de meest duistere fantasieën (“Finstre, schwarze 8 9 Riesenfalter töteten der Sonne Glanz”; sinistere zwarte vlinders De draagwijdte van de atonaliteit hebben de luister van de zon gedoofd). In de derde cyclus keert Pierrot terug naar zijn thuisstad Bergamo, waar