Bruno Naarden NICOLAAS WITSEN EN TARTARYE
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bruno Naarden NICOLAAS WITSEN EN TARTARYE Pro captu lectoris habent sua fata libelli. Het begrip van de lezer bepaalt het lot van boeken. Noord en Oost Tartarye gedigitaliseerd Noord en Oost Tartarye is meer dan driehonderd jaar geleden geschreven door de Amsterdamse burgemeester en amateurgeleerde Nicolaas Witsen (1641-1717). Nooit eerder had iemand zoveel kennis bijeengebracht over het enorme gebied dat tegenwoordig in de Engelstalige wetenschappelijke literatuur meestal als Inner Eurasia1 wordt aangeduid. In Witsens tijd sprak men van ‘Tartaria’ of ‘Tartarije’. Daaronder werden de landen verstaan waar de ‘Tartaren’, ofwel de nomaden woonden. Het staat vast dat Witsen de eerste is geweest die over een aantal van deze nomadische volken heeft bericht, maar hij heeft daarvoor alleen van Russische geleerden de waardering gekregen die hij verdiende. In de internationale literatuur wordt hoogstens af en toe vermeld dat dankzij Witsen de Siberische woorden mammoet en sjamaan in de Europese talen zijn geïntroduceerd. En juist dat is tamelijk twijfelachtig.2 Buiten Rusland (en ook in Nederland) wordt zelden beseft wat voor pioniersarbeid Witsen heeft verricht en hoe waardevol zijn boek voor historici, geografen, linguïsten, etnografen en archeologen is. Witsens prestatie was uitzonderlijk. In de zestiende en zeventiende eeuw waren de West- Europeanen naar allerlei afgelegen streken gevaren, maar de binnenlanden van Eurazië bleven grotendeels terra incognita. Er bestond destijds weinig animo om door te dringen in deze uitgestrekte, maar onherbergzame steppegebieden bevolkt door nomaden die berucht waren wegens hun agressief optreden. Het voornaamste handelsproduct van deze volken was het oorlogspaard.3 Dat was begeerlijke koopwaar voor de heersers van het toenmalige China, India en Iran, maar niet voor de Nederlandse kooplieden. Hun activiteiten bleven beperkt tot de rijke, dichtbevolkte, agrarische en voor die tijd al tamelijke verstedelijkte kustgebieden van Azië. Het was dus op zijn minst opmerkelijk dat Nicolaas Witsen als één van de bestuurders van de Amsterdamse Kamer van de VOC informatie verzamelde over de Krim, de Kaukasus, het Wolgagebied, de Oeral, Siberië, Centraal-Azië, Mongolië, Korea en het stroomgebied van de Amoer. Witsen zelf heeft deze streken nooit bezocht, maar er door de jaren heen een grote collectie over aangelegd en dit materiaal vervolgens meestal vertaald, bewerkt en ingekort in zijn boek opgenomen. De grote verscheidenheid aan bronnen die hij heeft gebruikt is verbazingwekkend.4 Hij citeerde regelmatig schrijvers uit de klassieke oudheid of Arabische en Perzische auteurs uit de middeleeuwen en tevens putte hij volop uit de reisverhalen die sinds Marco Polo waren verschenen.5 Nog belangrijker waren de vele ongepubliceerde en mondelinge berichten die hem bereikten. De Nederlanders waren regelmatige bezoekers van de gebieden rond de Noordzee, de Oostzee en de Noordelijke IJszee. Gedurende een groot deel van de zeventiende eeuw waren zij de voornaamste vrachtvaarders en handelaars tussen Moskovië en West-Europa en er zaten betrekkelijk veel Nederlanders in Europees Rusland. Zij bevoeren ook de Aziatische wateren en vanuit Batavia drongen zij door tot de markten van China en Japan. Handel en scheepvaart waren sterk afhankelijk van de geografische informatie die door hen was verzameld. Het streven om meer kennis over de gehele wereld te vergaren ging hand in hand met de steeds verder voortschrijdende Europese expansie. Als gefortuneerd koopman, Amsterdams regent, vooraanstaand Nederlands staatsman en VOC-bestuurder beschikte Witsen over een wereldwijd netwerk van correspondenten. Hij had toegang tot vrijwel alle informatie die van Azië of Rusland naar Nederland vloeide.6 Toen hij als jongeman deelnam aan een diplomatieke missie naar Rusland, hield daarover een dagboek bij en begon met het verzamelen van informatie over Moskovië en de gebieden die daar in het oosten en zuiden aan grensden.7 Later in zijn leven vormde hij de spil van de Nederlands-Russische betrekkingen. Tijdens het ruim vier maanden durende verblijf van tsaar Peter de Grote in 1 Nederland, in 1697-98, trad Witsen op als diens gastheer en gids. Dankzij zijn goede verstandhouding met de Russische heerser en de geregelde contacten met andere hooggeplaatste Russische functionarissen kon Witsen veel inlichtingen verkrijgen die voor andere westerse geografen ontoegankelijk bleven. Hij was bovendien bereid informatie te kopen. Volgens eigen zeggen heeft hij vele duizenden guldens daaraan besteed.8 Niemand in de westerse wereld verkeerde in gunstiger omstandigheden om kennis over Inner Eurasia te verwerven en weinigen bezaten de ambitie, de toewijding en het uithoudingsvermogen om zich tientallen jaren lang aan deze taak te wijden. In het Europa van rond 1700 was Witsen een uniek geleerde. Als eerste resultaat van zijn verzamelarbeid verscheen in 1687 een kaart van Tartarije die qua grootte en gedetailleerdheid ongekend was. Als toelichting op deze wandkaart stelde Witsen vervolgens een uitvoerig compilatiewerk samen dat hij in 1692 onder de titel Noord en Oost Tartarye liet drukken. Daarna heeft Witsen de tekst grondig herzien en uitgebreid. In de tweede editie van zijn boek, uit 1705, stond vrijwel alles wat er in de zeventiende eeuw over deze verre streken bekend was. Noord en Oost Tartarye bericht uiteraard uitvoerig over aardrijkskundige omstandigheden. Er komen niet minder dan 9.500 topografische namen in voor. Daarnaast besteedt Witsen grote aandacht aan de vele volken in Tartarije en terloops behandelt hij ook de flora, fauna, mineralen of archeologische vondsten in dit gebied. Helaas bleef Noord en Oost Tartarye voor de meeste potentiële lezers een onbereikbaar boekwerk. De eerste en tweede editie zijn wel gedrukt, maar nooit in de handel gebracht. Pas in 1785 is het boek alsnog in een beperkte oplage ter verkoop aangeboden. Omdat het niet vertaald werd, bleef het voor buitenlanders die geen Nederlands kenden volkomen ontoegankelijk. In 1785 was de inhoud van Noord en Oost Tartarye bovendien in menig opzicht al niet meer up-to-date. Vooral over Siberië was in de achttiende eeuw veel meer bekend geworden. De geleerden van de Russische Academie van Wetenschappen, die toen vaak van Duitse afkomst waren en tenminste een beetje Nederlands konden lezen, wisten echter dat Witsens boek zelfs over Siberië allerlei informatie bevatte die nergens anders te vinden was. Ook in de negentiende en de twintigste eeuw bleven diverse vooraanstaande Siberiologen aandringen op een Russische editie van Noord en Oost Tartarye. Een vertaling die na de Tweede Wereldoorlog in het toenmalige Leningrad was gemaakt, bleef echter door allerlei omstandigheden in handschrift op de plank liggen.9 Maar op het einde van de jaren negentig zijn Nederlandse en Russische historici gezamenlijk begonnen aan de voorbereiding van een Russische editie. In 2010 heeft de Amsterdamse uitgeverij Pegasus de resultaten van het Witsenproject op een prachtige wijze uitgegeven in een driedelige casette. Twee delen zijn gevuld met de vertaling van Noord en Oost Tartarye (editie 1705) voorzien van alle oorspronkelijke illustraties. Het derde deel bevat het wetenschappelijk apparaat plus een dvd met daarop de grote kaart van 1687, de oorpronkelijke Nederlandse tekst en andere onderzoeksresultaten.10 Het grootste deel van deze oplage is vervolgens als geschenk van de Nederlandse overheid aangeboden aan wetenschappelijke bibliotheken en instituten in de Russische Federatie. Hoezeer deze geste werd gewaardeerd, bleek uit de vele enthousiaste dankbetuigingen van de ontvangers. De publicatie kreeg ook lovende recensies in westerse vaktijdschriften.11 Uit deze reacties werd duidelijk dat Noord en Oost Tartarye door lezers nog steeds gezien wordt als een unieke bron, als een ware ‘treasure trove’, waarin men nog steeds onverwachte vondsten kan doen. De leiding van het Witsenproject realiseerde zich dat de Russische boekeditie door haar beperkte oplage nog steeds niet beschikbaar is voor alle onderzoekers die Noord en Oost Tartarye willen raadplegen. Zo wonen een flink aantal van hen in de door Witsen beschreven gebieden, maar op grote afstand van een bibliotheek waar een exemplaar van de Russische uitgave voorhanden is. Het is daarom van belang om de Russische vertaling ook digitaal beschikbaar te stellen, want alleen dan kan het boek door de belangrijkste groep potentiële gebruikers worden geraadpleegd. Russisch is nog steeds de voornaamste lingua franca in Inner Eurasia en ook de De Nederlandse versie van deze twee-talige editie is voorbereid door: Drs. D. Balakaeva, mevr. L.A. Danilina, Dr. J.H. Jager, Prof. Dr. B. Naarden en Dr. J. Driessen-Van het Reve. 2 meeste westerse wetenschappers die zich met dit gebied bezighouden kennen die taal. Er zijn intussen al stemmen opgegaan die om een Engelse vertaling van het boek vragen, maar de voorstanders daarvan realiseren zich waarschijnlijk niet hoeveel tijd en geld daarmee is gemoeid. De Nederlandse tekst van Noord en Oost Tartarye (uit de editie van 1705 of 1785) is inmiddels door meerdere instanties digitaal beschikbaar gesteld. Het zoeken in deze scans of de daarvan gemaakte PDF-files is echter niet altijd geheel betrouwbaar12 en blijft een tijdrovende aangelegenheid. Witsen en de door hem benutte bronnen gebruiken nu eenmaal de meest uiteenlopende spellingen voor namen en begrippen. Daarom is deze digitale uitgave naast inleidingen in het Russisch en een toelichting in het Nederlands ook in beide talen voorzien van zo uitvoerig mogelijke registers