PDF Printing 600
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nieuwe en interessante Microlepidoptera uit Nederland, 5 7 voornamelijk in 1985 (Lepidoptera) KUCHLEIU, J H. C GIELIS, K J HUISMAN, E J VAN NIEUKERKEN. H W VAN DER WOLF & J B WOLSCHRIJN, 1988 NEW AND INTERESTING MICROLEPIDOPTERA FROM THE NETHERLANDS MAINLY IN 1985 (LEPIDOPTERA) - ENT BER, AMST 48(5) 69-81 Abstract: This is the third annual compilation of Microlepidopteracollected in The Netherlands. The foiiowing six species are here recorded for the first time from The Netherlands: Trfurcula eurerna (Tutt) (Nepticulidae). reared from Ixiur uliginosus in the Isle of Terschelling: Heliozela harnrnoniella Sorhagen (Heliozelidae), reared from mines and collected as adults flying over Betula saplings: Caloptilia populetoncm Zeiler (Graciiiariidae); Teleiodes saltuurn (Zeller) (Gele- chiidae). associated with Larix; T fugacella (Zeller), from lilmus; Commophila aeneana (Hubner) (Cochylidae). Other records of rare species include many new records for the province of Friesland and the Frisian Wadden Islands in addition to the recent review of this province by Lempke (1986a). Corresp.: E. J. van Nieukerken, Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Postbus 9517,2300 RA Leiden Inleiding Dit is het derde verslag van in Nederland ge- tenziektenkundige Dienst verwerkt zijn. Het vangen Microlepidoptera. verzorgd door leden betreft dieren die door de lijm van de vailen van de sectie ,,Snellen7'.Voor eerdere verslagen vaak sterk beschadigd zijn en daarom in die zie Gielis et al. (1985) en Huisman et al. (1986). gevallen met behulp van het genitaal gedeter- De lijst behandelt voornamelijk vangsten uit mineerd moesten worden. Alleen de minder 1985, maar enkele onlangs bekend geworden gewone soorten zijn door ons overgenomen, oudere vondsten worden ook besproken. Bij ook vangsten uit 1984. schaarse soorten zijn soms alle ons bekende Een aantal vangsten uit 1985 werd behan- gegevens opgenomen. deld door Langohr & Schreurs (1987), waar- Een belangrijke gebeurtenis in het afgelopen onder vijf soorten nieuw voor de fauna: jaar was het gereedkomen van het monumen- Tischeria heinernanni (Wocke), Epinotia sub- tale overzicht van de Friese vlinders van sequana (Haworth), Olethreutes umbrosana Lempke (1986a). Hierdoor is Friesland nu de (Freyer), Atralata albofascialis (Treitschke) en enige provincie waarvan we een up-to-date Capperiu brittaniodactyla (Gregson). overzicht van de Lepidoptera hebben. In dit De volgorde van de soorten en de naamge- artikel wordt een hele reeks aanvullingen op dit ving volgen nog grotendeels Lempke (1976), boek gegeven, doordat met name in 1985 zeer maar het verschijnen van de Deense catalogus actief op de Friese Waddeneilanden is verza- van Schnack (1986) heeft duidelijk gemaakt meld. dat de naamlijst nodig aan revisie toe is. Op dit De afdeling Entomologie van de Planten- moment wordt daarom ook gewerkt aan een ziektenkundige Dienst heeft in 1984 en 1985 nieuwe naamlijst van Nederlandse Lepido- een groot aantal lokvalvangsten (pheromoon- ptera (Lempke & Van Nieukerken, in voorbe- vallen) ter identificatie aangeboden gekregen. reiding). De vindplaatsen zijn per provincie H. van den Heuvel, die de dieren (voorname- alfabetisch gerangschikt, de provincies van lijk Tortricidae) determineerde, zond ons de noord naar zuid. In sommige gevallen zijn de gegevens, die in een intern rapport van de Plan- vindplaatsen voorzien van een nauwkeurige plaatsbepaling door vermelding van het 1 X 1 voor Taxonomische Zoölogie (Zoölogisch km hok volgens het UTM-grid (in de vorm Museum), Amsterdam. LD0124). dat gebruikt wordt bij het European Invertebrate Survey. Indien het aantal exem- plaren niet wordt vermeld, betreft de vangst slechts één exemplaar. De verantwoordelijk- Stigmella lapponica (Wocke, 1862) - Fr: Ame- heid voor de determinaties ligt in principe bij land, Buren, Klein Vaarwater, 24.xi. 1985, oude de inzenders, maar kritische soorten zijn door- mijnen, HD. Nieuw voor Friesland. gaans door ons gecontroleerd. De werkverde- ling tussen de auteurs is ongeveer als vorig jaar Stigmella confusella (Wood & Walsingham, (Huisman et al., 1986). 1984) - Fr: Ameland. Kooiplaats, 24.xi. 1985, oude mijnen, HD; Terschelling, Hoorn: Koe- Wij willen hierbij de volgende personen van gelwieck, FV5519, 5.x. 1985, mijnen, EvN; harte bedanken voor het beschikbaar stellen Vlieland: Oost-Vlieland, 7.x. 1984, lege mijnen, van gegevens: J. E. F. Asselbergs. L. Bot, J. H. JHK. Nieuw voor Fnesland. Donner, G. J. Flint, H. van den Heuvel, M. G. M. Jansen (Schore), M. Jansen (Hoogeveen), Stigmella hetulicola (Stainton. 1956) - Fr: Ter- I. A. Kaijadoe, J. C. Koster, B. J. Lempke, C. schelling, Hoorn: De Koegelwieck, FV5519, en G. C. von Lettow, W. Oord, J. Peerenboom, 5.x. 1985, rupsen, 1 9 e.l., 27.v. 1986, EvN; Ter- Mw. S. Ulenberg, R. de Vos, J. van Vkure en schelling, 2 km NO Oosterend: Boschplaat, FV P. Zumkehr. 6021, 6.x.1985, rupsen, 5 $, 5 Q e.l., 4- 13.v.1986. EvN. Nieuw voor Fnesland. Gebruikte a&ortingen Stigmella luteella (Stainton, 1857) - Fr: Ame- Provincies: Dr - Drenthe; Fr - Friesland; Gld land, Kooiplaats, 24.xi. 1985, mijnen, HD; Ter- - Gelderland; L - Limburg; NB - Noord-Bra- schelling, Hoorn: IJsbaan, FV55 19, 5.x. 1985, bant; NH - Noord-Holland; OV- Overijssel; U rupsen, EvN. Nieuw voor Friesland. - Utrecht; Z - Zeeland; ZH - Zuid-Holland. Verzamelaars: BvA - B. van Aartsen, 't Stigmella zelleriella (Snellen, 1875) - Nieuwe Harde; JA - J. E. F. Asselbergs, Bergen op vindplaatsen: Fr: Ameland, Buren (HD); Ter- Zoom; HD - J. H. Donner, Amsterdam: GF schelling, diverse plaatsen (UTM FV55 19, - G. Flint, Deventer; CG - C. Gielis, Lex- FV5218, FV4516) mijnen in x.1985, vlinders mond; HH - H. van den Heuvel, Plantenziek- v. 1986 (EvN); NH: Callantsoog, Zwanewater tenkundige Dienst, Wageningen (alleen det.); (SCK). Deze uitsluitend op kruipwilg (Salix KH - K. J. Huisman, Melissant; SJ -J. Jager, repens L.) minerende soort blijkt vrijwel overal Vlieland; MS - M. G. M. Jansen, Schore; IAK in de duinstreek voor te komen. Ze werd nog - I. A. Kaijadoe, Oegstgeest; SCK - J. C. niet door Lempke (1986a) uit Friesland ver- Koster, Callantsoog; JHK - J. H. Kuchlein, meld, maar was al eerder door ons van Wageningen: AJM - pater A. J. Munsters, Schiermonnikoog opgegeven (Gielis et al., Stein; EvN - E. J. van Nieukerken & S. Rich- 1985). Zie verder Van Nieukerken (1983). ter, Leiden; WO - W. Oord, Deventer; RV - R. de Vos, Zaandam; JV -J. van Vuure, Kort- Stigmella porerii (Stainton, 1857) (= comari gene; LW - L. Willemse, Renkum; HW - H. Wocke) - Fr: Ameland, Buren, Klein Vaanva- W. van der Wolf, Nuenen; JW - J. B. Wol- ter, 24.xi.1985, mijnen, HD; Terschelling, schrijn, Twello; PZ - P. Zumkehr, J. Peeren- Hoorn: Koegelwieck, FV55 19.5.x. 1985.7 rup- boom & L. Bot, Leeuwarden. sen, 1 $, l 9 e.l., 3.v.1986, EvN; Terschelling, Collecties: RMNH - Rijksmuseum van Na- 2 km NO Oosterend: Boschplaat, FV6021. tuurlijke Historie, Leiden; ZMA - Instituut 6.x. 1985, 1 rups (kweek mislukt), EvN: Ter- schelling, Midsland-Noord: Landerumer- EvN; Terschelling. 2 km NO Oosterend: heide. FV5218, 7.x. 1985, 12 rupsen. 2 $. 1 9 Boschplaat, FV6021. 6.x. 1985, 41 rupsen ei1 e.l., 22-23.iii. 1985, EvN; West Terschelling, poppen in Lotus uliginosus. 2 $, 2 $? e.l., 17- Kroonpolders, FV45 16, 8.x. 1985, rupsen (niet 26.iv. 1986 (binnenshuis), Ex N: West-Terschel- verzameld), EvN; NH: Callantsoog. Zwanen- ling: Kroonpolders, FV4516,8.x.1985, 18 rup- water, 15.ix.1985, 3 rupsen (kweek mislukt), sen en poppen, 1 $, 2 Q e.l., 13-26.v.1986. EvN. JCK. Deze mineerder van kruidachtige Rosa- 7: eurema is de tweede Nederlandse soort van ceae werd hier voornamelijk gevonden in het subgenus Levarchama. De andere. 7: cr,vp- vochtige duinheiden, waar ze mineert op tor- tella (Stainton) leeft eveneens als bladrnineer- mentil (Potentilla erecta (L.) Rauschel). Mij- der op Lotus, maar in het algemeen is eurema nen van deze soort waren al eerder op Vlieland te onderscheiden, doordat ze in de mijn ver- gevonden, verder slechts van vier andere vind- popt, terwijl cr,vptella dit vrijwel nooit doet. plaatsen bekend (Gielis et al., 1985). Overigens schijnen de Britse populaties van eurema zich meestal niet in de mijn te verpop- Stigmella svenssoni (Johansson, 1971) - NH: pen (Emmet, 1976). De adulten van beide soor- Callantsoog, Zwanenwater, 28.vi. 1984, 1 $; ten laten zich makkelijk onderscheiden: I: eu- 10.vi.1985, I Q,JCK. Tot nu toe kenden we rema heeft een duidelijk licht dwarsbandje of slechts één exemplaar van deze zeldzame eike- een costale en dorsale vlek, terwijl 7: cryptella mineerder uit ons land, nl. een wijfje uit Huls- slechts een licht vlekje op de tornus heeft. 7: horst (Van Nieukerken, 1982a). Ook in andere eurema lijkt op Terschelling een gewone soort Westeuropese landen is dit de zeldzaamste te zijn van vochtige duinvalleien, waar ze leeft eikemineerder. op grote planten van de moerasrolklaver die groeien in kruipwilgstruweel. 7: cryptella is Stigmella atricapitella (Haworth, 1828) - Gld: daarentegen slechts uit Zuid-Limburg bekend, Wageningen-Hoog, 1 $, 19.viii. 1985, JHK; van kalkgraslanden (Van Nieukerken, 1982a). NB: Eindhoven, 1 $, lO.v.1974, HW (ZMA); Ondanks intensief zoeken werden tot nu toe L: Eperheide, 1 Q, 30.v. 1944, L. Vári (ZMA); nergens anders in ons land de mijnen van deze Valkenburg, 1 Q, 7.vi.1931, G. A. Bentinck soorten gevonden. In Denemarken werd (RMNH). Door de revisie van de Europese eurema onder vrijwel gelijke condities als op Stigmella soorten op eik (Johansson, 1971) is Terschelling gevonden (Karsholt, mond. me- duidelijk geworden dat er veel meer soorten ded). Beide soorten leven in Midden en Zuid zijn dan er vroeger onderscheiden werden en Europa ook op andere voedselplanten, zoals dat de tot dan toe gebruikte kenmerken geen Dor,vcnium spp. (eurema) en Coronilla spp. waarde hebben. De opgaven van de in Neder- (cryptella) (Van Nieukerken, 1986). land als algemeen beschouwde S. uiricapitellu bleken na revisie van het collectiemateriaal Trifurcula squamatella Stainton, 1849 (= 7: vrijwel alle te berusten op verkeerd gedetermi- maxima Klimesch, 1953) - NB: Bergen op neerde S. rujìcapitella (Haworth) of S. sami- Zoom. 2 $, I 1.viii en 3.ix.