Biografie Bulletin. Jaargang 21
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Biografie bulletin. Jaargang 21 bron Biografie bulletin. Jaargang 21. Werkgroep Biografie, Amsterdam 2011 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bio001201101_01/colofon.php © 2018 dbnl II [Biografie Bulletin, 1, 2011] Kopij De redactie verzoekt auteurs rekening te houden met de volgende aanwijzingen voor de kopij. Opmaak van het artikel: • een titel of titelsuggestie geven (niet vet, geen kapitalen) • officiële spelling gebruiken • boektitels cursiveren • tijdschriftartikelen tussen enkele aanhalingstekens: namen van tijdschrift of krant cursiveren • de volgende wijze van titelbeschrijving: Hermine de Graaf, De zeevlam (Amsterdam, Meulenhoff 1985) Willem Jan Otten, ‘Twee verschrikkelijke machines’, in Tirade 38 (1994) 5 • afkortingen vermijden • citaten: enkele aanhalingstekens, citaat binnen citaat: dubbele aanhalingstekens • alinea's niet laten inspringen, alleen harde returns gebruiken • werken met standaard lettertype • niet onderstrepen, vet, kapitalen • lange citaten in een buitenlandse taal in het Nederlands vertalen Bij een lang artikel: • de tekst opmaken met tussenkopjes (cursiveren) of een witregel • een lead boven het artikel plaatsen (korte beschrijving van de inhoud, aanleiding of uitgangspunt van het artikel) • zo mogelijk illustraties bijvoegen (worden geretourneerd) Personalia: korte biografie van 3 à 4 regels bijvoegen Biografie bulletin. Jaargang 21 Kopij: • teksten per e-mail sturen naar [email protected] Ingezonden brieven langer dan 400 woorden worden niet geplaatst. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en ongevraagd ingezonden artikelen te weigeren. Foto omslag: Het Kaddu Wasswa Archief. © Andrea Stultiens Biografie bulletin. Jaargang 21 3 Ten geleide We hadden een ambitieus plan. Omdat het thema van de boekenweek van dit jaar ‘Geschreven portretten’ is, wilden we flink uitpakken. Ten eerste wilden we nagaan of het waar is dat er de laatste jaren meer levensverhalen zijn verschenen dan pakweg tien jaar geleden, zoals veel mensen denken. Ten tweede wilden we laten zien dat het genre levensverhalen zo breed is als je maar wilt: niet alleen biografieën en autobiografieën, ook fotoboeken, brievencollecties, dagboeken, blogs en alle andere egodocumenten vertellen over levens. Ook wilden we aandacht besteden aan de vele verschillende opinies over het genre. Waar de een het standpunt huldigt dat een levensbeschrijving een objectieve weergave hoort te zijn van het leven van iemand die iets bijzonders heeft gedaan in het openbare leven, en daarom een biografie verdient, stellen anderen dat een biografie met ‘verdienen’ niets te maken heeft, en dat we niet genoeg levensverhalen van vroeger én nu kunnen verzamelen. Weer anderen buigen zich het hoofd over de vraag hoe je als ‘post-humanist’ in levensverhalen meer aandacht kunt besteden aan de wereld zoals die bestaat voordat we erop reflecteren en onze verbondenheid als lichaam-subjecten met de dingen om ons heen, en met dieren tot uitdrukking kunnen brengen. Er zijn mensen die de therapeutische waarde van het optekenen van levensverhalen onderstrepen, of de politieke en sociale noodzaak benadrukken van het opschrijven van ervaringen van onderdrukking, trauma of discriminatie. Ook op de vraag of een biografie onderwerp van een proefschrift kan zijn - nu heel gebruikelijk, maar twintig jaar geleden nog onderwerp van discussie - wilden we ingaan. De enorm grote diversiteit van opvattingen over nut en noodzaak van auto/biografieën zouden we illustreren aan de hand van lijsten van de auto/biografieën die de laatste twintig jaar in het Nederlands zijn gepubliceerd. We zeiden het al: het was een ambitieus plan. Té ambitieus, zo bleek. Onze aanpak leek simpel. We zouden in PiCarta het trefwoord ‘biografie’ intikken en vervolgens de gegevens in lijsten opnemen. Algehele verwarring en ontregeling waren het gevolg. Want wat bleek? Wie op ‘biografie’ zoekt, vindt weliswaar enorme hoeveelheden titels van artikelen, dvd's, tapes en boeken, maar ook heel veel niet. Zo misten we tot onze grote verbazing de Annie M.G. Schmidt-biografieën van Joke Linders en Annejet van der Zijl, de Wilhelmina-biografie van Cees Fasseur en de Cals-biografie van Paul van der Steen; de Jacoba van Beieren-biografie van Antheun Jansse, Dik van der Meulens boek over leven en werk van Multatuli, en de levensbeschrijving van Sergei Diaghilev door Sjeng Scheijen, om maar een paar te noemen. We besloten te zoeken op ‘biografieën’, maar dat maakte de zaak er niet gemakkelijker op. Ten eerste kregen we daardoor zoveel resultaten dat we een heel bulletin met louter lijsten hadden kunnen vullen, en ten tweede misten we in die lijsten titels die we weer wel hadden gevonden Biografie bulletin. Jaargang 21 4 bij het zoeken op ‘biografie’. Conclusies over het soort en het aantal biografieën dat er de laatste twintig jaar in Nederland is verschenen, konden we daarom alleen met grote voorzichtigheid trekken. Niet alleen zijn biografieën van vrouwen in de minderheid - geen verassend nieuws - maar ook vonden we weinig levensverhalen van schilders, architecten en autochtone inwoners van de voormalige Nederlandse koloniën. Wat we wel aantroffen waren biografieën van steden en gebouwen, een biografie van het leven en een van de Heilige Geest, een biografie van een ideaal en een van een illusie, en levensbeschrijvingen van slachtoffers en daders. Het idee dat er de laatste decennia meer biografieën zijn verschenen, kan, zo kunnen we vaststellen, te maken hebben met het gegeven dat boeken die tot zo'n twintig of dertig jaar geleden niet als biografie zouden zijn geclassificeerd, tegenwoordig wel onder die categorie worden ondergebracht, of door de uitgever zo worden genoemd. De al dan niet vermeende toename aan biografieën zou dus ook een gevolg kunnen zijn van veranderingen in classificatiesystemen. Bovendien besteden journalisten en wetenschappers de laatste decennia meer aandacht aan het genre dan zo'n dertig jaar geleden, toen veel mensen het afdeden als een vorm van voyeurisme, hagiografie of eurocentrisme. Toch vonden we het interessant genoeg in dit extra dikke nummer de titelgegevens af te drukken van in de Nederlandse taal (oorspronkelijk en vertaald) gepubliceerde levensverhalen zoals we die in PiCarta onder het trefwoord ‘biografie’ aantroffen. Tussen de titelgegevens door hebben we artikelen geplaatst die reflecteren op biografieën die in de lijsten voorkomen. Daarnaast hebben we ons best gedaan zoveel mogelijk verschillende soorten levensverhalen te belichten: een derde versie van de biografie van een en dezelfde persoon, biografieën van politici, van een componist, een kunstverzamelaarster, een gastarbeider, een schrijfster, een Javaanse dichter en politicus, een stad en een kinderboekenauteur; een visuele biografie, een dvd en een verzameling brieven. Daarnaast vindt u in dit nummer twee artikelen over het lesgeven van auto/biografieën en de laatste aflevering van de column over de biografische praktijk. Bovendien hebben we een deel van dit nummer gewijd aan de levensverhalen die in de maak zijn of dit jaar zullen verschijnen. Ook in dit geval gaat het slechts om een impressie. Wat we ten slotte wel met zekerheid kunnen zeggen is dat er in de komende jaren heel wat geschreven, gesproken, gefilmde en gefotografeerde levensverhalen zullen verschijnen. Het wordt, wat de levensverhalen betreft, een schitterende tijd. Met dit nummer nemen Jeroen Koch, Dik van der Meulen en Monica Soeting afscheid van de redactie van Biografie Bulletin om meer tijd te kunnen besteden aan andere biografische projecten. De nieuwe redactie zal bestaan uit Jaap Bos (hoofdredactie), Eva Gerrits, Alpita de Jong, Dennis Kersten, Eva Rovers en Erik Swart. De redactie Biografie bulletin. Jaargang 21 5 Een biografie heeft een houdbaarheidsdatum Het derde boek over Willem de Mérode Hans Werkman Drieëntwintig jaar geleden verscheen de Achterberg-biografie van Wim Hazeu. Is het daarom niet hoog tijd voor een nieuw boek over de dichter? Een biografie, betoogt Hans Werkman, die dit voorjaar een derde versie van zijn biografie van Willem de Mérode publiceert, is per definitie nooit af. Als er na twintig of dertig jaar geen nieuwe biograaf op hetzelfde onderwerp afkomt, zou de eerste biograaf moeten overwegen zijn of haar boek te reviseren. De meeste Nederlandstalige biografieën worden, als ze eenmaal gepubliceerd zijn, niet herschreven. Maar wat is het spijtig dat bijvoorbeeld Wim Hazeu geen aanstalten maakt voor een gereviseerde Achterberg-biografie. In de herdrukken staan alleen enkele bladzijden errata en aanvullingen, terwijl zich inmiddels een berg aan respons, nieuw materiaal en nieuwe inzichten van anderen heeft opgehoopt. Een herdruk is daardoor al bij verschijnen verouderd. Nu er nog geen nieuwe Achterberg-biograaf opdoemt, moet Hazeu na drieëntwintig jaar toch voldoende kritische distantie tot zijn eigen boek hebben ontwikkeld om het te kunnen herschrijven. In ons taalgebied krijgt slechts een beperkt aantal schrijversbiografieën een herkansing onder de nieuwe pen van een andere biograaf. Vóór de Slauerhoff-biografie van Hazeu (1995) was er die van C.J. Kelk, maar dat was een te haastig geschreven en te oppervlakkig boek. Hazeu heeft het helemaal opnieuw aangepakt. Michel van der Plas wordt wat Bomans betreft opgevolgd door Gé Vaartjes. De wetenschappelijke biografie van Guido Gezelle door Piet Couttenier is jarenlang tegengehouden doordat Van der Plas de markt vulde met zijn verhalende biografie. Maar dat is nu twintig jaar geleden en het wordt tijd dat Couttenier uit zijn schulp kruipt.