Caryopteris, Nieuwe Cultivars Beter Dan De Oude

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Caryopteris, Nieuwe Cultivars Beter Dan De Oude Sortiment Caryopteris, nieuwe cultivars beter dan de oude Caryopteris is vooral als visueel aantrekkelijke potplant populair geworden. Het sorti- voor hen is hij als nectar- en pollenbron een lek- scheid van andere klonen van C. x clandonensis, die ment is in de afgelopen jaren meer dan verdubbeld, maar het was niet altijd duidelijk of kernij in de nazomer en herfst. daarna in omloop kwamen. Inmiddels zijn er vele Caryopteris groeit het liefst in de volle zon, op benaamde en onbenoemde cultivars/klonen van nieuwe cultivars een verbetering vormden van het bestaande sortiment. Nu is dat wel een niet te voedzame en te natte grond. Als de deze soorthybride in omloop. Hierbij zijn soms het geval. En daarin spant Caryopteris x clandonensis ’First Choice’ de kroon. plant te veel schaduw krijgt, geeft hij een lange, ook weer terugkruisingen gemaakt met C. incana. slappe groei met weinig bloemen. Bij erg veel nat- In principe kunnen ook deze als C. x clandonensis Tekst Marco Hoffman / Beeld Beeld PPO Bomen tigheid - vooral in de winter – groeit Caryopteris worden benoemd, hoewel het verschil met C. inca- slecht en is er veel uitval. na bij sommigen erg klein en onduidelijk is. Som- et sortiment Caryopteris is klein maar dyna- De plant bloeit op eenjarig hout. Snoeien kan mige klonen hebben steriele, niet-ontwikkelde Hmisch. Het geslacht bestaat uit circa zestien het best na de winter. Hierbij is het advies de meeldraden. soorten die voorkomen in Centraal- en Oost-Azië, plant geheel of in elk geval grotendeels terug te C. divaricata: deze vaste plantensoort wijkt be- vooral in China. Caryopteris is vooral geliefd om knippen, want dan blijft de plant zijn vorm be- hoorlijk af van de veel bekendere en meer hees- zijn paarsblauwe bloemen en getande blad. De houden en bloeit hij rijk. Tevens snoei je dan de tervormige soorten C. incana en C. x clandonensis. hovenier past de heester vooral toe in gemengde- lelijke invriezingen weg die meestal na de Neder- Naast het vaste plantenkarakter is dit ook van- of vasteplantenborders, of als fijne vakbeplanting. landse winter ontstaan. wege de grotere omvang en de veel lossere en Maar ook voor gebruik als potplant op balkon of grotere bloeiwijze. Verder zijn de bladeren groter terras leent Caryopteris zich goed, behalve C. diva- en hebben ze bovendien een sterke, onaange- ricata. In Nederland bekende soorten van name geur; dit in tegenstelling tot de aromatisch De aantrekkelijkheid van Caryopteris voor de tuin Caryopteris geurende bladeren van de andere soorten. In een wordt trouwens niet alleen bepaald door zijn C. x clandonensis: deze soorthybride van C. incana recente taxonomische publicatie wordt C. divari- blauwe bloemenpracht maar ook door zijn aan- en C. mongholica is ontstaan rond 1930. De destijds cata ondergebracht in een apart geslacht: Tripora. trekkelijkheid voor insecten. De heester wordt geselecteerde kloon is nu bekend als ’Arthur Sim- C. incana: in cultuur is deze veruit de bekendste druk bezocht door bijen, hommels en vlinders, monds’. Deze naam werd later gegeven ter onder- Caryopteris soort. Zeer typerend zijn de sterk aro- De beste cultivars ✶ ✶ ✶ ✶ ✶ ✶ ✶ C. x clandonensis C. x clandonensis ’First Choice’ C. x clandonensis ’Inoveris’ ’Heavenly Blue’ Typerend voor deze nieuwe cultivar zijn (Grand Bleu) Dit is momenteel de de (vrij) donkerpaarsblauwe bloemen, de Een uitstekende Franse nieuwigheid. meest gekweekte zeer rijke bloei in dichte pluimvormige Vooral opvallend vanwege de kleine, cultivar in Nederland. bloeiwijzen, de vroege bloei en de vrij compacte en vrij stijf opgaande En niet onterecht: het kleine bladeren. Ten opzichte van ’Kew groeiwijze en de vrij kleine bloemen. is een relatief sterke Blue’ zijn de bladeren onregelmatiger Deze zijn iets donkerder dan die van cultivar met een rijke getand en iets lichter en zijn de bloemen bijvoorbeeld ’Heavenly Blue’. Boven- bloei. Qua bloem- heel wat donkerder. Ten opzichte van dien zijn de bladeren donkergroen, kleur en grootte is de ’Ferndown’ zijn de bloemen iets groter en zonder grijstint, hetgeen voorkomt cultivar een gemid- is de bloei vroeger. bij veel andere cultivars van C. x delde C. x clandonensis. Dit is de meest waardevolle aanwinst clandonensis. De plant valt niet gauw Hiermee heeft hij van het afgelopen decennium. Het is een open. Wel zijn de takken vrij breek- Caryopteris veel weg van ’Arthur absolute verbetering van de oudere don- baar; bij transport of bij harde wind Simmonds’, echter de kerviolet bloeiende cultivars ’Kew Blue’ kan dit schade geven. bloei is iets later en en ’Ferndown’. De belangrijkste redenen Vooral vanwege de groeiwijze is de bladeren zijn iets zijn de nog rijkere bloei en vooral ook de de cultivar goed te onderscheiden kleiner. Bovendien sterkere groei. Ten opzichte van ’Inoveris’ van de andere cultivars. Onder an- overleeft ’Heavenly (Grand Bleu) is de groei minder compact dere vanwege deze groeiwijze is het Blue’ de Nederlandse en minder stijf opgaand en zijn de bloe- een perfecte potplant. In 2000 won winters beter. men iets donkerder. Door de keurings- deze cultivar een bronzen medaille commissie als enige cultivar gewaardeerd op Plantarium en in 2002 werd de met drie sterren en daarmee momenteel plant bekroond met een Getuig- in Nederland de beste van het sortiment. schrift van Verdienste. 12 Tuin&Landschap [ 18 ] 2008 Tuin&Landschap [ 18 ] 2008 13 Caryopteris, nieuwe cultivars beter dan de oude Blauwbaard matische, regelmatig en vrij grof getande blade- heid, terwijl dit bij C. incana net andersom is. C. x clan- Tot voor kort werd altijd aangenomen dat Caryopteris tot de Verbenaceae behoor- ren. Zo ook de gewoonlijk paarsblauwe bloemen donensis zit daar ergens tussenin. In ons klimaat is er, de, maar uit DNA-onderzoek bleek dat het geslacht verwant is aan Ajuga en bij de die in vrij dichte, gesteelde bijschermen staan en ondanks de vrij goede winterhardheid op papier, in de Lamiaceae (lipbloemfamilie) hoort. waarvan de onderste kroonlob groot en gefranjerd praktijk nogal eens uitval van Caryopteris. Soms voor- Nederlandse namen voor Caryopteris zijn niet erg ingeburgerd. Het meest gebruikt is. Ten opzichte van C. mongholica groeit C. incana spelbaar en/of verklaarbaar door koude, veel regenval wordt de naam blauwbaard (naar het Engelse blue beard), maar ook baardbloem veel beter in het Nederlandse klimaat, vooral qua of doordat je te maken hebt met een extra gevoelige (naar het Duitse Bartblume) en blauwe spirea (naar het Franse Spirée bleue) worden vochttolerantie. Deze soort werd in 1844 voor het cultivars zoals ’Kew Blue’. Soms is de uitval ook onver- wel eens gebruikt. De naam Caryopteris is ontleend aan de iets gevleugelde nootjes eerst in Europa geïntroduceerd door Robert For- klaarbaar, waardoor het lastig is om een Caryopteris- (eenzadige vruchtjes): caryon is Latijn voor ‘noot’ en pteris betekent ‘vleugel’. tune, die planten uit het wild had verzameld in collectie goed in stand te houden. In buitenlandse col- China in de buurt van Guangzhou, het vroegere lecties, bijvoorbeeld in Engeland, is dezelfde ervaring Overzicht beoordeelde sortiment Kanton. opgedaan. Vooral C. incana en C. x clandonensis. worden veel ge- Waardering* Naam Hoogte (m) Bladkleur Bloemkleur Bloeitijd kweekt. Tot voor kort maakten bekende cultivars, zoals C. x clandonensis o - ’Arthur Simmonds’ 0,8 (grijs)groen paarsblauw vroeg Verschil in winterhardheid ’Heavenly Blue’, ’Kew Blue’ en ’Arthur Simmonds’, de o - ’Ferndown’ 0,8 (grijs)groen (donker)paarsblauw middenvroeg In Nederland is Caryopteris, op wat kleine tot grote dienst uit in het handelssortiment. Vooral bij de twee *** - ’First Choice’ 0,9 groen donkerpaarsblauw vroeg invriezing na, vrij goed winterhard. Wel zitten er laatste cultivars is er veel verwarring over de soort- ** - ’Heavenly Blue’ 0,8 (grijs)groen paarsblauw middenvroeg wat verschillen in winterhardheid tussen de soor- echtheid. ** - ’Inoveris’ (Grand Bleu) 0,7 donkergroen paarsblauw laat ten en cultivars. Zo is de soortechte C. x clandonen- ppo Bomen onderwierp het sortiment aan een onder- n.b. - ’Kew Blue’ 0,8 (donker)groen (donker)paarsblauw middenvroeg o - ’Pershore’ 0,7 (donker/grijs)groen paarsblauw middenvroeg sis ’Kew Blue’ minder winterhard dan de meeste zoek. In combinatie met het onderzoek is ook een ** - ’Summer Sorbet’ 1,2 geelbont (licht)paarsblauw laat andere cultivars. Bij uitval in de winter speelt ook sterrenkeuring uitgevoerd, dit in samenwerking met o - ’Thetis’ (Steinthe) 0,8 (donker/grijs)groen paarsblauw vroeg de eerder genoemde gevoeligheid voor nattigheid de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen o - ’Worcester Gold’ 0,8 groengeel paarsblauw laat een rol. In koudere streken (hardheidszone 5 en (kvbc). In totaal zijn ruim 20 verschillende Caryopteris C. divaricata 1,5 groen paarsblauw zeer vroeg 6) vriest de plant bovengronds helemaal kapot en verzameld, en aangeplant op het ppo-proefveld in Bos- C. incana o - ’Autumn Pink’ 1 groen paarsroze laat loopt hij in het voorjaar vanaf de basis weer uit koop. Verder zijn planten uit verschillende botanische * - ’Blue Cascade’ 1 (donker)groen paarsblauw laat zoals een vaste plant. tuinen en van Nederlandse kwekerijen bekeken. Ook * - ’Jason’ (Sunshine Blue) 0,6 groengeel paarsblauw laat Voor de soorten geldt dat C. mongholica beter is de Engelse collectie Caryopteris bij Peter Catt, van Waardering: *** is uitstekend; ** is zeer goed; * is goed; ‘s’ is voor speciale doeleinden, en ‘o’ kan vervallen. kouderesistent is, maar meer gevoelig voor nattig- Liss Forest Nursery, in Hampshire bezocht. N.b.’ is niet beoordeeld. De beste cultivars ✶ ✶ ✶ ✶ ✶ C. x clandonensis ’Kew Blue’ heeft geen sterrenbeoordeling C. x clandonensis C. incana ’Jason’ gekregen omdat de in Ne- ’Summer Sorbet’ C. incana ’Blue Cascade’ (Sunshine Blue) derland aangeboden planten Deze cultivar is onmiskenbaar Het meest opvallend aan deze Deze cultivar is te herken- veelal niet soortecht zijn. Dit vanwege het geelbonte blad. Engelse cultivar is de over- nen aan zijn blad: geel, komt onder andere doordat Daarnaast is het een sterke hangende groeiwijze. De plant relatief breed en klein. Er de echte ’Kew Blue’ een vrij groeier, waarvan het blad relatief is veel breder dan hoog.
Recommended publications
  • Fire-Resistant Plants for Oregon Home Landscapes
    FFire-ire-RResistantesistant PlantsPlants forfor OregonOregon HomeHome LandscapesLandscapes Suggesting specific types of vegetation that may reduce your risk from wildfire. Stephen Fitzgerald Area Extension Forester and Associate Professor Amy Jo Waldo Area Extension Horticulture Agent and Assistant Professor OSU Extension Service 1421 S. Hwy 97, Redmond, OR 97756 Introduction Oregon has many wildfire prone areas. In these places, fires are a natural part of the changing landscape. As homes are built in these areas, special precautions must be taken by the homeowner to pro- tect their property. Installation of fire- resistive roofing is critical to preventing firebrands from igniting the home from a roof fire. Well maintained fire-resistant vegetation and irrigated landscape is also critical within close proximity of a home. These actions DO NOT insure that your home will survive a wildfire, but they provide for a good chance of structural survival. Implementation of FireFree [www.firefree.org] and FireWise [www.firewise.org] activities can also significantly improve chances of a home surviving a wildfire. Fire-resistant vegetation. When landscaping around a home, most homeowners are interested in creating a landscape that is aesthetically pleasing, compliments their home, and has varia- tions in color, texture, flowers, and foliage. If your home is located in or adjacent to forests or rangeland, you should also consider the flammability of plants within your home landscape. Flammable plant material in your land- scape can increase the fire-risk around your home. The 1991 Oakland Hills Fire in California is a prime example of how flam- mable plant material (Eucalyptus trees) can act as fuel and contribute to the inten- sity of a wildfire.
    [Show full text]
  • 15. CARYOPTERIS Bunge, Pl. Mongholico-Chin. 27. 1835. 莸属 You Shu Cardioteucris C
    Flora of China 17: 43–47. 1994. 15. CARYOPTERIS Bunge, Pl. Mongholico-Chin. 27. 1835. 莸属 you shu Cardioteucris C. Y. Wu. Herbs, subshrubs, or shrubs, erect or climbing. Leaves opposite, simple, entire or dentate, usually with glistening glands. Flowers in lax or dense cymes often aggregate into thyrses, rarely solitary. Calyx (4- or) 5- (or 6)-dentate or -lobed. Corolla short tubed, slightly 2-lipped, margin entire or dentate; lobes 5, spreading; lower lobe larger, concave, fringed. Stamens 4, often strongly exserted, inserted on apical part of corolla tube. Ovary 4-locular; ovules pendulous or laterally attached. Stigma 2-cleft. Fruit dry, usually dividing into four nutlets. Sixteen species: C and E Asia, 14 species in China. 1a. Inflorescences terminal, narrowly cylindric thyrses, sharply differentiated from vegetative shoots, cymes subtended by very reduced bracts. 2a. Thyrses lax; lateral cymes to 5-flowered; calyx clearly 2-lipped; corolla white .............................................. 12. C. siccanea 2b. Thyrses very dense; lateral cymes more than 5-flowered; calyx deeply 6-lobed; corolla bluish purple ......... 13. C. bicolor 1b. Inflorescences axillary or subterminal, mostly cymes, sometimes compact thyrses or reduced to a solitary flower, all except sometimes the uppermost subtended by normal leaves. 3a. Inflorescences dense axillary thyrses; fruit globose, ca. 4 × as long as calyx ................................................ 14. C. paniculata 3b. Inflorescences axillary or subterminal cymes, often corymbose, sometimes reduced to 1 flower; fruit usually winged or lobed, to 2 × as long as calyx. 4a. Leaf blade entire or with occasional teeth. 5a. Leaf blade linear-lanceolate or linear-oblong to narrowly oblanceolate, abaxial veins often darker than rest of leaf surface.
    [Show full text]
  • Lamiaceae), a Doubtful Species from Korea
    Phytotaxa 195 (1): 079–085 ISSN 1179-3155 (print edition) www.mapress.com/phytotaxa/ PHYTOTAXA Copyright © 2015 Magnolia Press Article ISSN 1179-3163 (online edition) http://dx.doi.org/10.11646/phytotaxa.195.1.6 Identity of Microtoena coreana (Lamiaceae), a doubtful species from Korea QIANG WANG State Key Laboratory of Systematic & Evolutionary Botany, Institute of Botany, Chinese Academy of Sciences, Xiangshan, Beijing 00093, China. E-mail: [email protected] Abstract The species Microtoena coreana has long been extremely doubtful. This species is endemic to South Korea, and only the holotype has been collected. The author, who described this species as new, placed it into the genus Microtoena without confidence. Some taxonomists even considered that it might belong to another genus instead of Microtoena. However, no conclusion has been achieved. In the present study, the holotype of Microtoena coreana was found and carefully examined. This holotype possesses 5-lobed corolla, broadly campanulate calyxes, and long-exserted stamens, which make it distinct from all the other species of Microtoena. The results of examination on a large number of specimens and statistical analysis of multiple characters clearly show that the holotype of Microtoena coreana is an element of Tripora divaricata (= Caryop- teris divaricata). Therefore, the name Microtoena coreana is here excluded from the genus Microtoena, and is reduce to a synonym of Tripora divaricata. In addition, the lectotype of Tripora divaricata is designated in the present article. Keyword: Caryopteris, lectotypification, principal coordinate analysis, taxonomy, Tripora Introduction The genus Microtoena Prain (1889: pl. 1872) of Lamiaceae is distributed in southwestern China and adjacent regions.
    [Show full text]
  • Caryopteris: Your True Blue Garden Friend
    Caryopteris: Your True Blue Garden Friend By Elaine Homstad, Fairfax Master Gardener It is often said that plants with flowers in blue shades can be rare and hard to find. Blue can be a wonderful addition to almost any garden palette. But this plant is special to me because of its ability to attract pollinators. The hub of activity as nature puts on a show tops anything on television. It does require you to wait until late summer for its blooms, but they are definitely worth it. What is this plant? It is Caryopteris, also known as Bluebeard or Blue Mist. Caryopteris x clandonensis is a genus of woody flowering shrubs in the family Lamiaceae, the mints, which include many aromatic herbs and plants. However, you may also find it classified in the Verbenaceae family at some sources. Extension University State Mississippi Caryopteris is native to China and eastern Asian countries, photo: and its hybrids enjoy growing in USDA zones 5 to 9. It is a small woody perennial shrub with grey/green leaves that grows to a 2- to 4-foot spread. It prefers less rich soil, with a middle pH range of 6 to 8, as long as it is well-drained. Once established, it can handle drought conditions. It does prefer full sun, six or more hours per day, but will also bloom in partial shade conditions, though not so profusely. Its blooms are in clusters known as cymes that spread out along the upper part of the slender, graceful stems of the plant. The buds in the cymes open to small feathery puffs, leading to the common name of Blue Mist or Blue Spirea.
    [Show full text]
  • Dwarfing of Caryopteris × Clandonensis 'Grand Blue': The
    Acta Universitatis Sapientiae Agriculture and Environment, 4, (2012) 19–30 Dwarfing of Caryopteris × clandonensis ‘Grand Blue’: the interaction between growth retardants and the transpiration rate, stomatal conductance, and CO2 fixation Julianna HARMATH email: harmath [email protected] Corvinus University of Budapest, Department of Floriculture and Dendrology, Faculty of Horticultural Science, Budapest, Hungary Abstract. The effect of growth retardants Alar, Bumper, Cultar, Cyco- cel, and Mirage was studied on Caryopteris × clandonensis ‘Grand Blue’ young plants in an experiment during May-October, 2011. The young plants were sprayed with the chemicals three times during the summer. The most effective growth retardant was Cultar. The influences of these retardants on stomatal conductance, transpiration rate, and CO2 fixation on leaves were also measured. The differences between the treatments on the 1st day after the last spraying were the most marked and statistically significant, the differences on the 24th day were still notable but not sig- nificant, while on the 43rd day after the last spraying, they decreased to minimum. As a final conclusion, it can be stated that the effect of the different growth retardants faded away after three weeks. Keywords: plant growth regulators, photosynthetic rate, Caryopteris × clandonensis ’Grand Blue’ Introduction Caryopteris × clandonensis is a summer-flowering semi-shrub reaching a height of 1-1.5 m; it is praised for its late blooming time. The flowering but 20 J. Harmath smaller plant would have a higher market value because the small, compact plants, full of flower are preferred on the market, especially in the autumn sea- son. The aim of the experiment was to decrease the size and the growing time of the plant, and after the dwarfing researches, to measure the photosynthetic activity of the plant.
    [Show full text]
  • Researchers Find New Distinct Species in Chaozhou, Guangdong Province 29 October 2020, by Zhang Nannan
    Researchers find new distinct species in Chaozhou, Guangdong Province 29 October 2020, by Zhang Nannan only found in Chaozhou, Guangdong Province, and is endemic to Guangdong Province. At present, only two populations have been found, and the number of mature individuals is less than 250. According to International Union for Conservation of Nature red list categories and criteria, it can be listed as endangered, which belongs to the typical plants species with Extremely Small Population (PSESP). This species has been successfully introduced into SCBG, but its endangered reason needs further study. The related research was completed by Chen Yousheng from SCBG and Xiang Chunlei Credit: Pixabay/CC0 Public Domain from the Kunming Institute of Botany. More information: You-Sheng Chen et al. Caryopteris alternifolia (Ajugoideae, Lamiaceae), a In April 2019, researchers from the South China distinct new species from Guangdong, China. Botanical Garden (SCBG) of the Chinese Academy Phytotaxa. DOI: of Sciences conducted an investigation in doi.org/10.11646/phytotaxa.461.1.8 Chaozhou, Guangdong Province, and they introduced several plants to SCBG for cultivation. After months of cultivation, they finally blossomed and fruited in December 2019. Provided by Chinese Academy of Sciences Based on the comprehensive morphological characteristics and molecular experimental evidence, researchers finally determined that this is a unique new species of the family Lamiaceae, and named it Caryopteris alternifolia. Lamiaceae is a large family distributed worldwide, with about 236 genera and 7,180 species. There are more than 970 species of 96 genera of Lamiaceae in China. At present, there are seven species in the world, all of them can be found in China.
    [Show full text]
  • Caryopteris – Sortimentsonderzoek En Keuringsrapport
    E613_dendro_bin 01-10-2007 09:03 Pagina 65 Caryopteris – sortimentsonderzoek en keuringsrapport Ir. M.H.A. Hoffman Caryopteris (Blauwbaard) is in de nazomer en herfst een opvallende kleine heester in de Nederlandse tuinen. Met name C. incana en C. clandonensis en cultivars zijn bekend. Het meest typerend zijn de paarsblauwe bloemen. Deze zijn hét handelsmerk van bekende cul- tivars zoals ‘Kew Blue’, ‘Heavenly Blue’ en ‘Arthur Simmonds’. Helaas is er veel verwarring wat betreft de soortechtheid van som- mige cultivars. Verder zijn vooral de laatste jaren veel nieuwe culti- vars op markt gekomen, onder andere met een compactere groei- wijze en met geel of geelbont blad. Deze nieuwe cultivars worden al dan niet terecht op de markt gebracht als toevoeging of verbetering van het bestaande sortiment. In dit artikel een overzicht van het sortiment. Onderzoek en Nederlandse kwekerijen bekeken. Daarnaast Een belangrijke aanleiding voor het onderzoek is de Engelse collectie Caryopteris bij Peter Catt was de verwarring over soortechtheid van met van Liss Forest Nursery in Hampshire bezocht. name enkele oudere cultivars, zoals ‘Kew Blue’, Ook zijn diverse literatuurbronnen geraad- ‘Heavenly Blue’ en ‘Arthur Simmonds’. Daar- pleegd. naast heeft het sortiment zich de afgelopen jaren meer dan verdubbeld, als gevolg van introductie Taxonomie en verspreiding van nieuwe cultivars. Daarom is in samenwer- Een klein geslacht van ca. 16 soorten die voor- king met de Koninklijke Vereniging voor Bos- komen in Centraal en Oost-Azië, vooral in koopse Culturen (KVBC) een sterrenkeuring uit- China. Het geslacht komt in oostelijke richting gevoerd, waarin zowel nieuwe als oude cultivars voor tot Japan, Korea en Taiwan, in noordelijke betrokken zijn.
    [Show full text]
  • Plant Health Clinic News, Issue 16, 2006
    Department of Plant Pathology PLANT HEALTH Sherrie Smith CLINIC NEWS Rick Cartwright This bulletin from the Cooperative Extension Plant best in full sun with well drained soil and adequate Health Clinic (Plant Disease Clinic) is an electronic amounts of water. Lovely silvery gray foliage sets off the update about diseases and other problems observed in spikes of blue flowers that appear from August to our lab each month. Input from everybody interested in October. Bluebeard blooms on new wood and can be plants is welcome and appreciated. cut to the ground each winter to prevent legginess. A sample of this pretty plant came into the clinic this week Daylily with stem galls where the flowers should be. These Daylilies (Hemerocallis) are one of our toughest galls were caused by Eriophyid mites. These mites flowering plants and a favorite standby in the perennial usually overwinter on the host plants. When the buds border. They come in a variety of shapes, sizes, colors, are swelling in the spring they begin feeding. This and are able to survive with very little care in most causes gall formations where the leaf and flower buds climates. This versatile plant is troubled by few would normally be found. Galls start out green and turn diseases. In the south daylily rust can be a problem as brown by mid to late summer. They can persist for we have discussed in a previous newsletter. Another several years on the plant. Control consists of pruning disease seen at times in daylilies is daylily crown rot out and destroying the galls and treatment with a caused by Erwinia spp.
    [Show full text]
  • Plants and Their Pollinators
    Plants and Their Pollinators: CREATING PERFECT PAIRINGS WHEN YOU GARDEN EVELYN PRESLEY, PRESENTER PRINCIPAL, SUSTAINABLE LANDSCAPING EAGLE ENVIRONMENTAL MANAGEMENT Topics To Be Discussed What is pollination? Why is pollination important? Who are our pollinators? A definition of Pollinator Syndrome The pollinators for discussion today What plants do each pollinator prefer? Planning How To Plant For Pollinators Image from: www.gardeningknowhow.com Container Gardening for Pollinators What Is Pollination? Pollination is the transfer of pollen grains from the anthers of one flower to the stigmas of the same or another flower. Why Is Pollination Important? Pollination makes it possible for the plant to reproduce. Flowers that are not pollinated do not produce fruits. Self-pollination can produce seeds and fruit. Not unlike human inbreeding, plant inbreeding can create negative traits, along with a tendency to be unable to evolve in the event that the plants’ environment changes. Cross-pollination refers to the movement of pollen between flowers from plant to plant; the resulting melding of genes creates a healthier plant community. Who Are Our Pollinators? Wind; this process is known as anemophily pollination Water; one form of this process is known as hydrophily pollination These two pollinators are abiotic pollinators. Organisms (humans and animals, including insects, both accidentally and intentionally). Entomophilous pollination is insect pollination. Zoophilous pollination is that performed by vertebrates; humans fall into this pollination category. These pollinators are biotic pollinators. Pollinator Syndrome By Definition/Benefits To Plants Plants and pollinators have co-evolved physical characteristics that make them more likely to interact successfully. The plants benefit from attracting a particular type of pollinator to its flower, ensuring that its pollen will be carried to another flower of the same species and hopefully resulting in successful reproduction.
    [Show full text]
  • Caryopteris Diana Miller Former Keeper of the RHS Herbarium Wisley
    RRHHS PPllaant TTrriiaallss anndd Assessmentts Caryopteris Diana Miller former Keeper of the RHS Herbarium Wisley Supplementary to RHS Trials and Awards: Number 2 December 2007 www.rhs.org.uk Caryopteris Caryopteris are very useful, autumn-flowering shrubs Entries especially appropriate for the smaller garden as they rarely Three plants of each of the 41 entries in the trial were exceed a metre in height and spread and are tolerant of submitted by individuals, nurseries and the National Plant most garden soils if grown in a well-drained, sunny Collections ® holder. position. In colder areas the top growth may be damaged by frosts so pruning in spring will encourage the production of healthy new growth from lower down. They Cultivation can be used in mixed or shrub borders or even as container plants. Their greyish foliage is attractive throughout the The entries were planted in April 1998, 1m apart in light season and the flowers, usually a shade of blue, form in sandy soil with a pH of 6.5 on the Trial Ground in Wisley late summer and early autumn when there is little else of Village. The plants were irrigated only to aid establishment. this colour in flower. Even the dark or greeny blue, inflated All plants established and grew well in the first year. fruiting heads can be a feature long after the flowers are finished. Blue, pink and white-flowered forms of C. incana In March 1999 a pruning regime was undertaken, with one are also grown for the cut flower market, especially in plant of each entry being cut back to two buds, one plant North America and the Netherlands.
    [Show full text]
  • Composition Patterns of Ornamental Flora in the Czech Republic
    A peer-reviewed open-access journal NeoBiota 52: 87–109 (2019) Composition patterns of ornamental flora 87 doi: 10.3897/neobiota.52.39260 RESEARCH ARTICLE NeoBiota http://neobiota.pensoft.net Advancing research on alien species and biological invasions Composition patterns of ornamental flora in the Czech Republic Petr Petřík1, Jiří Sádlo2, Martin Hejda2, Kateřina Štajerová2,3, Petr Pyšek2,3, Jan Pergl2 1 Czech Academy of Sciences, Institute of Botany, Department of GIS and Remote Sensing, CZ-252 43 Průhonice, Czech Republic 2 Czech Academy of Sciences, Institute of Botany, Department of Invasion Eco- logy, CZ-252 43 Průhonice, Czech Republic 3 Department of Ecology, Faculty of Science, Charles University, Viničná 7, CZ-128 44 Prague, Czech Republic Corresponding author: Petr Petřík ([email protected]) Academic editor: I. Kowarik | Received 20 August 2019 | Accepted 28 October 2019 | Published 12 November 2019 Citation: Petřík P, Sádlo J, Hejda M, Štajerová K, Pyšek P, Pergl J (2019) Composition patterns of ornamental flora in the Czech Republic. NeoBiota 52: 87–109. https://doi.org/10.3897/neobiota.52.39260 Abstract Ornamental plants are an important component of urban floras and a significant source of alien plant invasions to the surrounding landscapes. We studied ornamental flora across 174 settlements in the Czech Republic, Central Europe. The aims of the study were to (i) identify clusters of sites that are defined as distinctive groups of ornamental taxa reflecting environmental or socioeconomic factors and (ii) apply the classification approach which is traditionally used for spontaneous vegetation in order to evaluate the potential of different settlement types to act as source sites of invasive species.
    [Show full text]
  • Wild Food Plants and Wild Edible Fungi of Heihe Valley (Qinling Mountains, Shaanxi, Central China): Herbophilia and Indifference to Fruits and Mushrooms
    Acta Societatis Botanicorum Poloniae Journal homepage: pbsociety.org.pl/journals/index.php/asbp ORIGINAL RESEARCH PAPER Received: 2012.10.06 Accepted: 2012.11.04 Published electronically: 2012.12.03 Acta Soc Bot Pol 81(4):405–413 DOI: 10.5586/asbp.2012.044 Wild food plants and wild edible fungi of Heihe valley (Qinling Mountains, Shaanxi, central China): herbophilia and indifference to fruits and mushrooms Yongxiang Kang1, Łukasz Łuczaj2*, Sebastian Ye3, Shijiao Zhang1, Jin Kang1 1 College of Forestry, Northwest A&F University, Yangling 712100, China 2 Department of Botany and Biotechnology of Economic Plants, University of Rzeszów, Werynia 502, 36–100 Kolbuszowa, Poland 3 Skargi 11/70, 39–300 Mielec, Poland Abstract The aim of the study was to investigate knowledge and use of wild food plants and fungi in Han (i.e. Chinese) nationality vil- lages in central China, including famine plants used in the respondents' childhood. A valley adjacent to the extremely species-rich temperate forest vegetation of the Taibai Nature Reserve was chosen. Eighty-two people from 5 villages took part in the study. Altogether, 159 wild food plant species and 13 fungi folk taxa were mentioned by informants. The mean number of freelisted wild foods was very high (24.8; median – 21.5). An average respondent listed many species of wild vegetables (mean – 17, me- dian – 14.5), a few wild fruits (mean – 5.9 and median – 6) and very few fungi (mean – 1.9, median – 1), which they had eaten. Over 50% of respondents mentioned gathering the young shoots or leaves of Celastrus orbiculatus, Staphylea bumalda and S.
    [Show full text]