Vergadering gemeenteraad Den Haag gehouden op donderdag 25 januari 2018 (Geopend te 17.00 uur)

Voorzitter: de burgemeester, P.C. Krikke Griffier: mr. H.L.G. Seuren

Agenda

A. Vaststelling agenda B. Stad in de raad C. Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken D. Vaststelling van de Notulen en bijbehorende besluiten/stemmingenlijst van 14 december 2017 E. Vaststelling van de Besluitenlijst E.1 Voorstel van het college inzake bekrachtiging geheimhouding (RIS298956) E.2 Gewijzigd Initiatiefvoorstel VVD Binckhorst Street Art District (RIS297012) E.3 Voorstel van het college inzake Verordening beheersregels grondexploitaties en strategisch bezit, gemeente Den Haag 2018 (RIS298629) E.4 Voorstel van het college inzake geldelijke vergoedingen Adviescommissie Individueel Joods Moreel rechtsherstel (RIS298829) E.5 Voorstel van het college inzake Transformatie Cromvlietplein e.o. naar Wijkpark Cromvliet (RIS298738) E.6 Verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 (RIS298833) E.7 Voorstel van het college inzake vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening individuele studietoeslag Den Haag 2015 (RIS298823) E.8 Voorstel van het college inzake Vangnetaanvraag BUIG 2017 (RIS298882) E.9 Voorstel van het college inzake Fase 2 Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2018-2019 (RIS298438)

Actualiteiten F. PvdA over noodzaak sociaal plan Den Haag Zuidwest

Beraadslaging over: G. Gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517) H. Voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448) I. Voorstel van het college inzake Projectdocument locatie Assumburgweg brandweerkazerne (SBK-nummer ES149) (RIS298576) J. Voorstel van het college inzake gewijzigde Welstandsnota Den Haag 2017 (RIS297760) K. Gewijzigd voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS298592) L. Voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573)

Afronding debat commissie M. Ontwikkelingen OCC N. Brief wethouder SWDC over Voortgangsbericht statushouders (RIS298413) O. De Soepbus P. Brief van wethouder Revis (BSKB) inzake Ontwerpkader Haagse Grachten (RIS298414)

1

Q. Brief van wethouder Revis (BSKB) inzake Nadere toelichting tarieven Haagse Markt (RIS298513) R. Brief wethouder SEZH over stand van zaken winkelcentrum Leyweg (RIS298572)

De voorzitter. Ingevolge het Reglement van orde open ik de vergadering.

Presentielijst

Tegenwoordig zijn 40 leden: mevr. Akhiat (SP), Van Asten (D66), Aydin (PvdA), Balster (PvdA), mw. Van der Bijl (VVD), Bos (HSP), Brands (Groep Brands), Çetinkaya (ID), mevr. Dille (PVV), mevr. Drost (SP), Dubbelaar (GDM/OPDH), Elissen (PVV), Eser (D66), mevr. Faïd (HSP), mevr. Van der Gaag (HSP), mevr. Gerbrands (PVV), De Graaf (VVD), Grinwis (CU/SGP), Guernaoui (GDM/OPDH), Van der Helm (Groep Van der Helm), Kajouane (PvdA), Kapteijns (GroenLinks), Kraft van Ermel (GDM/OPDH), Küçük (ID), mevr. Michels-Spee (VVD), mevr. Michon-Derkzen (VVD), De Mos (GDM/OPDH), mevr. Van Nieuwenhoven (PvdA), Okcuoglu (Groep Okcuoglu), Oudshoorn (HSP), mevr. Özmen (D66), Ramnath (CDA), Rogier (CDA), Scheper (D66), mevr. Teunissen (PvdD), mevr. Toeters, Van Vulpen (HSP), mevr. Waanders (D66), mevr. Van der Werf (D66) en mevr. Zandstra (PvdA).

Afwezig zijn: de heer Khoulani (PvdE), mevr. Koster (CDA), Ramnewash (PvdA), Vermeer (PVV), mevr. De Winter (PVV)

De voorzitter. Aangezien het vereiste aantal leden tegenwoordig is, kan de vergadering voortgang vinden. Dames en heren, we beginnen natuurlijk met warme woorden van welkom. Hartelijk welkom aan iedereen die hier aanwezig is. Fijn dat u er bent. Hartelijk welkom aan onze ambtenaren, die ons altijd kritisch volgen en immer ondersteunen. Hartelijk welkom aan u allen op de publieke tribune. Ontzettend fijn dat u er bent. En natuurlijk hartelijk welkom aan de kijkers thuis, want ik weet dat er mensen gespannen aan de buis zitten om onze verrichtingen hier te volgen en natuurlijk ook om te horen wat de insprekers straks te vertellen hebben.

Aan de orde is:

A. Vaststelling agenda.

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Aan de orde is:

B. Stad in de raad.

De voorzitter. Er zijn vandaag twaalf insprekers. U weet dat iedere inspreker drie minuten tot zijn of haar beschikking heeft. We beginnen met mevrouw Kleikamp, die spreekt namens de Stichting Werkgroep Nassaubuurt.

Mevrouw Kleikamp (G). Geachte raad. Mijn naam is Enny Kleikamp-van Leeuwen en ik spreek namens de Stichting Werkgroep Nassaubuurt, zoals de voorzitter al zei. Het gebied Koekamp/Malieveld en omstreken moet van de gemeente en Staatsbosbeheer gevaloriseerd worden. Dit betekent zoiets als 'opwaarderen'. Hierbij maken u, gemeente Den Haag, en Staatsbosbeheer helaas een steeds terugkerende denkfout, namelijk dat een dergelijk gebied opwaardering nodig heeft en dat het niet al echt iets is. De gemeente denkt te moeten woekeren met ruimte voor een fictieve

2 inwonersgroei, terwijl de groei aangestuurd wordt door het beleid. Ook hier zou door de raad dus direct op gestuurd kunnen worden, maar men leent de oren liever aan een bouw- en bomenkaplobby dan aan de bewoners. Maar wij gaan straks wel kiezen. Datgene wat nu als 'geweldig plan' gepresenteerd wordt, heeft eigenlijk gewoon landjepik en winstvergroting als doel. Als u goed naar de kaart kijkt, ziet u onmiddellijk dat een fietssnelweg door de Koekamp het groen doorsnijdt en dat het overgebleven stukje langs de Bezuidenhoutseweg visueel bij de Bezuidenhoutseweg wordt getrokken. Nu blijft dat nog in beheer van Staatsbosbeheer, maar hoelang duurt het nog voordat de gemeente dit stukje snippergroen - want dat wordt het door deze ingreep - als eigendom verwerft? Onder het mom van verbinden wordt de valorisatiebuit in feite verdeeld tussen de gemeente, het snelfietspad, Staatsbosbeheer, extra horeca, een kantoor en popconcerten op het Malieveld. Wanneer ziet zowel Staatsbosbeheer als de gemeente eindelijk in dat de waarde van dit aaneengesloten groengebied hierdoor aanzienlijk afneemt? U gedraagt zich als een kleuter die de diamanten kettingen van moeder met vriendjes ruilt voor een paar gadgets van de laatste rage. Nu is juist de tijd gekomen om die juwelen weer op te poetsen. Een extra groene verbinding over de Utrechtsebaan kan waardevol zijn, maar laat het snelfietspad gewoon pal langs de Bezuidenhoutseweg lopen. Dat is 's nachts ook veiliger. Knip de Koekamp niet op. Houd de hele omgeving rustig. Den Haag en Staatsbosbeheer, dit zijn uw diamanten. Verkwansel ze niet voor waardeloos kortetermijngewin.

De voorzitter. Het woord is aan de heer Fokkens, die zal spreken namens de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging.

De heer Fokkens (G). Beste raadsleden. Ik ben Kees Fokkens en ik spreek al twintig jaar in namens de Afdeling Den Haag van de KNNV. Een van onze doelstellingen is natuurbescherming. Wij zijn blij met de vergroening bij de Koningstunnel, het behoud van de hertenkamp en het overkluizen van de Utrechtsebaan. Jammer dat er een zes meter breed fiets- en voetpad overheen komt. Dat is zonde van de ruimte voor natuur. Wij zijn tegen het doorsnijden van het bosgedeelte door een breed fiets- en voetpad, dat 's avonds ook nog verlicht gaat worden. Door de aanleg van dit brede pad wordt de rust verstoord en ontstaat ongewenste versnippering. De verlichting is niet alleen verstorend voor vleermuizen maar ook voor nachtvlinders. Nachtvlinders zijn voedsel voor vleermuizen. Veel vogels brengen hun jongen groot met nachtvlinderrupsen. Een afname van het aantal nachtvlinders blijft dus niet zonder gevolgen. Het ontwerp richt zich vooral op verbinding tussen Koekamp en het Haagse Bos. Dit gaat ten koste van de fiets- en voetgangersverbinding tussen het Benoordenhout en het Bezuidenhout. Fietsers en voetgangers worden door het verwijderen en verleggen van paden gedwongen het bos in te gaan. Er zullen meer voetgangers op het fietspad komen. Wat is er mis met de verkeerslichten bij de kruising van de Bezuidenhoutseweg en de Boslaan? Je kunt daar veiliger oversteken dan bij de Rijnstraat. Ook het fietspad langs de Bezuidenhoutseweg leidt tot versnippering van het eikenbos. Het huidige pad wordt vooral gebruikt voor woon-werkverkeer, liefst zo snel mogelijk. Stuur dit niet het bos in en laat het eikenbos één geheel blijven. Het huidige wandelpad wordt vooral in de middagpauze zeer druk gebruikt. Druk deze wandelaars niet samen op een smal nieuw aan te leggen voetpad. Het pad wordt ook druk gebruikt door ganzen en kokmeeuwen. Een combinatie met fietsers zal tot ongelukken leiden. Als je in het bosdeel toch iets wilt, beperk je dan tot een voetpad. Plant langs het pad inheemse struiken en geen gebiedsvreemde varens en rododendrons. Leid de fietsers buitenom. De plannen met de oevers zijn onduidelijk. Wij pleiten ervoor om waar mogelijk natuurlijke oevers aan te leggen en om de oude elzen te sparen. Het is aan u te beslissen wat zwaarder weegt: natuurbescherming of pronken met een fietsroute. Offer geen natuur op voor een onnodig fietspad.

De voorzitter. Het woord is aan mevrouw Van der Vorm, die spreekt namens Bewoners rond het Plein. Welkom sinds gisteravond!

Mevrouw Van der Vorm (G). Dank u wel. Geachte voorzitter. Vanavond bespreekt u het voorstel van het college voor de stadsentrees A12/Malieveld en Koekamp. Als bewonersorganisatie Bewoners rond het Plein zijn wij blij met het voornemen om van de Koekamp een nog mooier stadspark te maken,

3 maar hebben we tegen de huidige plannen een aantal bezwaren ten aanzien van de voorgestelde fietspaden. Allereerst over de wandelaars: het fietspad verschuift van de Bezuidenhoutseweg naar de Koekamp en wordt een tweerichtingenfietspad. Het wandelpad, dat nu nog gescheiden ligt van weg en fietspad, komt dan pal naast het verlichte tweerichtingenfietspad te liggen. De verkeersveiligheid voor kwetsbare groepen gaat hiermee achteruit. Dit voetpad is het wandelpad van het centrum naar de speeltuin in het Haagse Bos. Ook is dit de wandelroute van het centrum naar de crèches op de Bezuidenhoutseweg. Kinderen uit het Pleinkwartier leren hier lopen en fietsen. Aangezien er 350 appartementen worden gebouwd op het KJ-plein, mogen we verwachten dat meer kinderen en voetgangers gebruik zullen maken van dit wandelpad. Wij willen u vragen het losliggende voetpad te behouden en daarmee te voorkomen dat hier een nieuwe verkeersonveilige situatie ontstaat. We zijn natuurlijk blij met verbeteringen van de fietspaden maar niet als dat leidt tot versnippering van het groen van de Koekamp en ook niet als daarmee de directe verbinding naar het Bezuidenhout verloren gaat. Wie van A naar B wil, fietst liever direct en sociaal veilig langs de wegen en daar liggen al goede bruikbare fietspaden. Laten we de fietsroutes langs de Bezuidenhoutseweg breder maken als extra capaciteit nodig zou zijn. Van belang is dat bij de toekomstige herinrichting van de Bezuidenhoutseweg het fietspad hierlangs aan beide zijden gehandhaafd wordt. Als luchtvervuiling de reden is om fietspaden te verleggen, stellen we voor om een milieuzone in te stellen en de verkeerssnelheid omlaag te brengen. Ook is van belang dat het fietspad aan de overzijde van de Bezuidenhoutseweg behouden wordt als directe route tussen het Bezuidenhout en het centrum. Dit is bijvoorbeeld de fietsroute van het centrum naar scholen in het Bezuidenhout. Ten slotte het groen. Volgens het aangepaste plan zouden minder bomen gekapt worden, maar liever zien we geen kap. De AVN, de Bomenstichting en de Fietsersbond hebben alternatieven gegeven zonder bomenkap. De Koekamp en het Haagse Bos zijn de groene longen van Den Haag. Ieder stuk asfalt zou daaraan afdoen. Het centrum kampt met hittestress. Voor het centrum is een groene Koekamp van gezondheidsbelang. De Bewoners rond het Plein denken graag met u mee over aanpassingen van het plan. Het plan om van de Koekamp een nog mooier stadspark te maken, juichen we toe, maar inmiddels hebben de AVN, de Bomenstichting en de Fietsersbond duidelijk gemaakt dat extra asfalt en bomenkap niet nodig zijn en dat betere fiets- en wandelinfra nodig is dan in het voorliggende plan. Verder willen we graag de toezegging van de wethouder dat de fietspaden aan weerszijden van de Bezuidenhoutseweg behouden worden.

De voorzitter. Mevrouw Visser zal spreken namens de Bomenstichting Den Haag.

Mevrouw Visser (G). Voorzitter, geachte leden van de gemeenteraad. De Koekamp is een zwaar beschermd gebied. De belangrijkste beschermingsregimes zijn de Acte van Redemptie, rijksbeschermd stadsgezicht, stedelijke groene hoofdstructuur en de monumentale status van de landelijke Bomenstichting. Met het huidige voorstel komt er geen mooie stadsentree. De Bezuidenhoutseweg blijft een lelijke barrière met gevaarlijk en onoverzichtelijk oversteken voor het station. Het huidige plan is relatief duur, omdat er onnodig een watergang wordt verplaatst. Fraaie karakteristieke bomen verdwijnen. Een rustig bosje wordt doorsneden door fietspaden en voetpaden, waarvan de kruising zeer gevaarlijk is. Met de andere fietsverkeersstromen is geen rekening gehouden. Het huidige voorstel betekent geen behoud en versterking maar vermindering en versnippering van groenareaal. De kwaliteit van de Koekamp gaat erop achteruit. Het huidige voorstel is strijdig met de beschermingsregimes. Onze bedenkingen tegen het voorstel hebben we in onze zienswijze neergelegd. Omdat ik meende dat een beter voorstel mogelijk was, heb ik contact gezocht met de Fietsersbond. Samen hebben we het volgende uitgangspunt geformuleerd: veilig en comfortabel fietsen, met behoud van bomen; de dubbele doelstelling, die u vast nog wel kent. Wij hebben een alternatief voorstel bedacht en rondgemaild. De hausse aan tekeningen en voorstellen die vervolgens de revue passeerde, geeft blijk van grote betrokkenheid van bewoners en belangenorganisatie. Die voorstellen geven ook blijk van meerdere mogelijkheden, met de dubbele doelstelling als uitgangspunt. Wil de wethouder werkelijk een mooie stadsentree, dan is er ruimte te vinden op de Bezuidenhoutseweg. De Fietsersbond en de Bomenstichting Den Haag vinden

4 het verplaatsen van de tunnelmond van de Bezuidenhoutseweg richting de Utrechtsebaan de beste oplossing. Op die manier krijg je ruimte voor voetgangers, fietsers en groen. De oversteek wordt overzichtelijk en veilig. Deze oplossing is wel duurder maar de winst is vele malen groter. De huidige kwaliteit van het groen, de bomen, wordt immers versterkt door de groene stadsentree, die vanuit het station een prachtig zicht biedt op de Koekamp. En er is draagvlak voor. Dit alles is het bewijs dat het voorlopige ontwerp beter kan en beter moet. Wij willen er graag aan meewerken om dat te bereiken. Dank voor uw aandacht.

De voorzitter. Nu komt namens Staatsbosbeheer de heer Kuipers of de heer Van der Sluijs. Het is nog even een cliffhanger wie het zal worden. Tromgeroffel!

De heer Kuipers (G). U zult het met mij moeten doen. Mijn naam is Jasper Kuipers, van Staatsbosbeheer. Geachte voorzitter, geachte leden van de raad, geachte leden van het college. Dank u wel voor de gelegenheid om ook vanuit Staatsbosbeheer onze kant van het verhaal te laten horen. De Koekamp, het Malieveld en het Haagse Bos behoren tot de kroonjuwelen van Staatsbosbeheer. Het is een van de oudste gebieden, waar we met zeer veel zorg, aandacht en liefde mee willen omgaan. Juist daarom hebben we een aantal jaren geleden in goede samenwerking met het college een plan gemaakt om te kijken hoe we dit gebied meer met de stad kunnen delen en meer beleefbaar kunnen maken. In onze optiek is het plan echt een aanvulling op het groen. De kwaliteit staat hoog in het vaandel. Wij denken zelfs dat de natuur erop vooruit zal gaan en in ieder geval beleefbaarder zal worden. Natuurlijk hebben wij oog en oor voor de geluiden die ik ook hier heb gehoord. Ik hoop dat we daar in goed overleg verder over in gesprek kunnen gaan, maar laat ik vanuit Staatsbosbeheer benadrukken dat dit in onze ogen een verrijking is van een zeer belangrijk stukje dat wij mogen beheren in Nederland. Ik dat wij dit samen met de gemeente een stuk mooier en in ieder geval beleefbaarder voor de stad kunnen maken. Wij zullen met zorg omgaan met de door u opgeworpen punten: de bomenkap tot een minimum beperken en zeker over de monumentale bomen zeer zorgvuldig met u in overleg gaan. Nogmaals, voor Staatsbosbeheer is dit een zeer belangrijk project, dat wij in zeer goed overleg met de heer Revis en zijn ambtenaren oppakken. Wat mij betreft is dit een echte verrijking voor Den Haag en een vergroting van de beleving van dit mooie stukje van Nederland.

De voorzitter. Het woord is aan mevrouw De Jong, van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming.

Mevrouw De Jong (G). Geachte voorzitter, geachte raadsleden, college en aanwezigen. In de commissiebrief doet de wethouder een aantal toezeggingen: de oevers worden minder ver verplaatst, de fietspaden worden smaller en door het groen komen half verharde fietspaden. Maar er zijn nog betere, goedkopere en duurzamere oplossingen. Behoud de oevers met bomen door het voetpad over het schiereiland te leiden. Door het voetpad over het schiereiland van de hertenkamp te laten lopen met twee voetbruggetjes, ontstaat meer ruimte voor fietsers. Daarmee wordt het verplaatsen van het water geheel overbodig. De oevers met bomen worden gespaard en het is goedkoper. Houd de bestaande fietspaden langs de wegen, rondom het groen, sociaal veilig en rechtstreeks. Het verplaatsen van de fietspaden naar het groen is niet nodig en schadelijk voor de bomen erlangs. Laat de fietspaden gewoon liggen waar ze zijn, langs de weg, aan weerszijden van de Bezuidenhoutseweg en van de Boslaan. Dat is wat de vele woon-werkfietsers het liefst willen. Voor de grote stroom fietsers van het Bezuidenhout, Mariahoeve, Voorburg enzovoorts in de drukke ochtendspits richting het centrum kan het fietspad zo nodig wat worden verbreed door enkele lindes te verplanten. Maak geen fietspad door de Koekamp naar het Haagse Bos. Hoeveel fietsers willen door de Koekamp naar het Haagse Bos? In het donker blijven we liever aan de kant van het station en steken dan over bij het kruispunt met de Boslaan. Ik heb het eergisteren nog gedaan in de avondspits. Die verkeerslichten zijn echt geen probleem. Als u dat per se toch wilt, maak dan een recreatief pad, niet verlicht, half verhard en maximaal drie meter breed, zonder daarvoor bomen te kappen en met behoud van zo veel mogelijk aaneengesloten groen.

5

Kortom: behoud en verbeter de Koekamp als een fraai wandelpark. Een belangrijk voordeel van de voorliggende voorstellen is dat de Koekamp beter toegankelijk wordt voor wandelaars. Daarmee gaat het, zoals u al hebt gehoord van Paulien, over een toenemend aantal bewoners met kinderen en ook lunchwandelingetjes voor kantoorgangers. Daarvoor zijn aparte wandelpaden van belang, waar ze rustig kunnen genieten van de natuur, de oude bomen en zingende vogels. Belangrijk is dat wandelaars niet van de sokken worden gereden door fietsend woon-werkverkeer. Spaar voor een echt mooie groene stadsentree door de tunnel te verlengen en te overkluizen. Door de bovenstaande maatregelen wordt het voorliggende plan al veel minder kostbaar. Als de gemeente echt een mooie stadsentree wil, is het beter om de tunnelingang te verleggen. Daarmee komt er meer ruimte voor fiets- en wandelpaden en groen. Tot slot vragen wij u om de tijd te nemen voor overleg met belanghebbenden voor een goede oplossing.

De voorzitter. Het woord is aan mevrouw Tromp, die zal spreken namens het Wijkberaad Bezuidenhout/Gebruikersgroep Haagse Bos.

Mevrouw Tromp (G). Goedendag, voorzitter, raadsleden en andere aanwezigen. Ik ben naast inmiddels 28 jaar bewoner van het Bezuidenhout ook landschapsarchitect en ik kijk dus met twee ogen naar dit plan. We hebben inmiddels ook al om de tafel gezeten. Ik ben eigenlijk verbaasd - dat hoorde u ook al van andere insprekers - over de veiligheid, vooral de sociale veiligheid, bij hoe de fietspaden nu vorm zijn gegeven. Ik denk echt dat daar extra aandacht voor moet zijn. Vanuit het Bezuidenhout, al dan niet uit het Beatrixkwartier, en Mariahoeve rij je aan de ene kant van de Bezuidenhoutseweg of aan de andere kant, maar als je uit het Bezuidenhout komt, wil je aan de stationskant van de Bezuidenhoutseweg rijden als je naar het station gaat, want onder het station door is er inmiddels geen mogelijkheid. Die paden gaan nu allemaal het bos in. Dat lijkt me helemaal niet handig. Dat betreft dus de veiligheid. We moeten x-keer extra oversteken. Dat is onnodig en onlogisch, zoals u ook al hebt gehoord in het verhaal over de stoplichten bij de kruising. Er zijn meerdere mogelijkheden. Ik denk dat we daar best uitkomen, maar niet met de huidige tekening. Een recreatief fietspad door het bos lijkt mij prima. Dat kan half verhard zijn. Dat hoeft niet snel, zoals voor de fietsers die hun trein willen halen of na hun werk snel naar huis willen. Wat de wandelpaden betreft: er ligt nu een prachtig wandelpad langs het water. Dat zou ik versterken. Dat kan prachtig door het bos, liefst langs de waterkanten en met wat zitjes, want ook alle bankjes zijn geschrapt, terwijl dat volgens mij juist de plekken zijn waar je Den Haag mooi kunt ervaren, op zo'n bijzondere en mooie plek voor het station. Zoals Staatsbosbeheer zei, moet er wel wat gebeuren aan het onderhoud. Daar kan, qua groen, dus zeker naar gekeken worden en dat kan verbeterd worden. Ook het klimaat is al genoemd. Het is ons hart van de stad, ook in de hittestress. We weten allemaal dat het in de stad acht graden warmer is dan buiten de stad. Daar kan ons bos enorm bij helpen. Laten we dat dus niet verkwanselen.

De voorzitter. Het woord is aan de heer Poppe, die zal spreken namens de Fietsersbond.

De heer Poppe (G). Voorzitter, raadsleden. Dit is nou typisch zo'n onderwerp waarbij het aan u is om het evenwicht te zoeken tussen een aantal belangen. Wij hebben vanuit de Fietsersbond geprobeerd een bijdrage te leveren aan het vinden van zo'n evenwicht. Over het oorspronkelijke voorstel zoals de commissie dat in december heeft behandeld, konden we, zuiver vanuit het perspectief van de fietsers kijkend, eigenlijk vrijwel alleen maar positief zijn. De bestaande paden aan beide zijden van de Bezuidenhoutseweg en aan beide zijden van de Boslaan blijven in stand, worden ruimer en worden deels ook voor twee richtingen geschikt gemaakt. Om die ruimte te vinden, worden ze op een aantal plekken een aantal meters verder van de rijbaan af gelegd, wat wij alleen maar positief kunnen vinden. Wij zien dat dus absoluut niet als 'door het bos rijden'. Daarbij komt er nog een nieuwe verbinding vanuit het Haagse Bos over de overkluizing richting de Bezuidenhoutseweg, zonder haakse bochten. Dat is een prima verbinding. Er waren destijds ook wel een aantal aandachtspunten, waarvan ik er nog eentje wil uitlichten. Fietspad en voetpad worden over grote afstanden direct naast elkaar gelegd. Dat lijkt ons alleen maar problemen te

6 kunnen veroorzaken doordat niet voor iedereen duidelijk is waar men moet lopen en waar men moet fietsen. Maar naast dat positieve blijkt - dat was toen ook al duidelijk - dat er ook veel weerstand bestaat tegen het plan zoals dat nu voorzien is. Dat heeft in onze ogen veel te maken met het feit dat in het voorstel een ingrijpende vergraving van de hertenkamp en de waterpartij wordt voorzien. Dat was de reden waarom wij samen met de Bomenstichting hebben gekeken naar opties om toch goede fietspaden te realiseren, zonder daarvoor bomen te hoeven kappen. Dat lijkt ons heel goed mogelijk. Een van de opties is al een aantal keren genoemd: het voetpad met bruggetjes over het schiereiland leiden. Dan is volgens onze inzichten geen vergraving nodig. Verlenging van de tunnel zou natuurlijk nog beter zijn, maar daar is op dit moment het geld niet voor beschikbaar en wij vinden dat we daar niet op moeten wachten. Maar tegelijkertijd is dit natuurlijk een reden om nu voor de minst ingrijpende oplossing te kiezen, zodat er nu geen vergravingen worden gedaan die later absoluut niet nodig blijken te zijn. Daarnaast denken wij dat, als op de fietspaden in het verlengde van het Haagse Bos een kleischelpenverharding wordt toegepast, ook in het vervolg die kleischelpenverharding kan worden toegepast. Net zoals het fietspad in het Haagse Bos zou dan ook dat vervolg niet verlicht hoeven te worden. Als ik de voorstellen van de gemeente goed lees, is daar ook geen sprake van. Wij als Fietsersbond zien niets in het voorstel van de wethouder in zijn brief om het fietspad te versmallen tot 3,5 meter. We hebben wel vaker het idee dat het woord 'minimum' in de richtlijnen en normen door de gemeente soms verkeerd geïnterpreteerd wordt. In de richtlijnen staat niet voor niets dat een fietspad in twee richtingen 4 meter moet zijn. Een rijdende fiets heeft ongeveer 1 meter nodig. Als je een tweerichtingenfietspad hebt en als je wilt voorkomen dat iedere keer dat twee mensen naast elkaar rijden - ofwel omdat ze gewoon naast elkaar rijden of omdat de één de ander inhaalt - en zo'n duo tegemoetkomen, voortdurend conflicten ontstaan …

De voorzitter. Mijnheer Poppe, ik snap dat u het beeldend wilt uitleggen, maar u bent door uw spreektijd heen. Ik sta u dus nog twee zinnen toe en that's about it.

De heer Poppe (G). Goed. In onze inzichten is een overgang naar 3,5 meter niet het toekomstvast maken van de infrastructuur maar een poging om alle partijen zo ontevreden mogelijk te maken. Kies wat ons betreft voor een goed en normaal fietspad met een eenvoudige oplossing bij de Koekamp.

De voorzitter. Tot slot over dit onderwerp de heer Snijders namens het Wijkberaad Bezuidenhout.

De heer Snijders (G). Goedenavond. Ik moet eigenlijk eerst iets bekennen aan u allen. Ik ben een wat apart figuur om in te spreken over fietspaden, want ik bezit geen fiets. Ik fiets niet, maar dat houdt me niet tegen om toch de belangen van de bewoners van het Bezuidenhout hier te vertegenwoordigen en enige kanttekeningen te maken bij het gewijzigde ontwerp. We sluiten ons aan bij de pleidooien om de fietspaden om de Koekamp heen te maken. We zien dat ook als sociaal veiliger. We waren al zeer verbaasd toen we op de tekeningen zagen dat het fietspad voor VNO geschrapt was, maar na contact met de beleidsadviseur blijkt dat dat niet geschrapt is. De tekeningen zouden dus wat duidelijker kunnen zijn voor de mensen, want dit geeft reuring. De routing vanuit de stad richting de Boslaan en richting het Bezuidenhout is voor ons ook niet echt sociaal veilig, want als je van het theater of een restaurant komt, word je gedwongen om door een stuk bos te gaan fietsen. Dat is nou niet iets wat iedereen voorstaat. We bepleiten eigenlijk het in stand houden van de huidige fietspaden en een lichter recreatief bospad richting het Haagse Bos. Denkelijk kunnen er dan ook meer bomen gespaard worden. We zijn het met de wethouder eens dat er een aanpak- en opknapbeurt moet plaatsvinden, maar ik vraag de raad om ervoor te zorgen dat onze zorgen meegenomen worden in het aanvullende overleg en bij het definitieve ontwerp.

De voorzitter. We gaan naar het Ontwerpkader Haagse Grachten. Daar komt de heer Schram over inspreken.

7

De heer Schram (P). Ook ik ben een apart figuur. Toen ik net van iemand hoorde dat hij hier al twintig jaar insprak, dacht ik: zo, dat is een tijd. Ik begon in 1999. Jeetje, zo snel gaat het. Toen ging het ook over grachten en toen stond ik aan de andere kant van deze zaal. Toen dacht iedereen: grachten en sloten, waar hebben we het over? Ondertussen heb ik heel veel mooie punten in mooie verkiezingsprogramma's gezien. Ik hoorde de burgemeester net iets zeggen over tromgeroffel. Dat doet denken aan Saturday Night Live van afgelopen week; kijk het alsjeblieft na op YouTube. Zo zijn er soms dingen die gebeuren waardoor je aan iets denkt. Zo zijn er ook namen van bruggen. Daar is vorige week donderdag over gesproken. De Dierentuinbrug heeft een paar heel mooie stenen van Gra Rueb. Marnix Rueb kennen we; de wethouder heeft een standpunt laten neerzetten. Zijn oudtante, Gra Rueb, heeft vlak voor de oorlog, in 1939, misschien wel tegen het zere been van nazi's, bevriende nazi's, op verzoek wat stenen gebeiteld. Daar staan teksten onder, heel mooie teksten: 'Als d'een voor d'ander niet wil wijken, kan 't zijn dat allebei bezwijken'. Een heel belangrijke tekst is de volgende; ook al is die voor u - zo vlak voor de verkiezingen - een beetje eng en ook al klinkt die u misschien niet meteen als muziek in de oren, luister er toch maar even naar: 'Die heden wint waant zich een held, maar morgen wordt hij zelf geveld'. Als je dat op internet opzoekt, zie je dat Gra Rueb dat gebeiteld heeft in heel mooie stenen, ook met twee hanen in een hanengevecht. Dat heeft niets te maken met de Koekamp of met kampen, maar gewoon met een hanengevecht. Er zal er één winnen. Die denkt: ik ben het. Maar na een paar jaar is het toch voorbij. 1.000 jaar hoefde dat rijk niet te duren; gelukkig was dat ook niet zo. 'Die heden wint waant zich een held, maar morgen wordt hij zelf geveld'. Je zoekt het op internet en dan staat daarbij dat hier in de oorlog heimelijk, stiekem, bloemen werden neergelegd. Meer niet. Dat is best wel lastig, maar u kunt zich voorstellen hoe dat zat. Er stond een dierentuin tegenover; daarom heet het 'Dierentuinbrug'. Daar werden joden, homo's en Sinti's 'op vakantie gestuurd'; die zaten daar nog even. 's Avonds zijn er mensen naar die brug gegaan en zij hebben daar heimelijk, met kans op geselslagen en erger, bloemen neergelegd. Daarom zouden we daar heel graag een zitbank hebben, zodat je daar kunt zitten. Dat is vorige week even aangestipt door Michel Rogier en het werd zojuist ook genoemd over de Koekamp zelf. Maar we zouden daar ook graag een gedenksteen willen, misschien met alleen maar de tekst: 'In de oorlog werden hier heimelijk bloemen neergelegd', zodat je daaraan denkt. Ik heb weinig tijd. De tijd vliegt. Ik ben heel blij met het stuk. Ik had een hele toespraak. Die duurt altijd een uur en dan val ik in slaap. Maak de wegen, de fietspaden, bij de draaibrug van de Hemsterhuisstraat niet hoger, want dat kost allemaal geld. Zet de brug misschien wel altijd open, want dan kunnen boten van 2.30 meter vanuit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag tot aan - om reclame te maken - café de BieB komen, maar ook bij andere gelegenheden die daar zitten. Je kunt dan in ieder geval tot aan de Binckhorst komen. Denk eraan, ambtenaren en politici, dat het niet altijd duur hoeft te zijn. Die brug kan altijd open. Dan heb je een mooi monument, een joods monument, dat je niet weghaalt maar ook niet twintig centimeter ophoogt, waar je eigenlijk niets aan hebt. Ik sta op min twaalf seconden. Ik hou ermee op. Als u meer wilt weten: ik ga deze winter, als ik tijd heb, nog wel een stukje schrijven. Wat ik vanaf deze plaats namens alle rondvaarders nog wil doen, is de burgemeester uitnodigen voor een mooie tocht over de Haagse grachten. Ik wens u wijsheid.

De voorzitter. Dank voor de uitnodiging, mijnheer Schram. Volgens mij hebben we daar ook schriftelijk contact over, als ik het mij goed herinner. We gaan naar de tarieven van de Haagse Markt. De heer Popering wil namens Nieuw Koopmans Belang en de Stichting Haagse Markt inspreken.

De heer Van Popering (Q). Voorzitter, geachte leden van de raad. In opvolging van de commissievergadering van vorige week staat vandaag een motie op de agenda over de Haagse Markt. Zoals ook tijdens de commissievergadering is ingesproken, is er veel te vertellen over de dingen die goed gaan, maar de openheid die noodzakelijk is voor samenwerking, is er nog niet. Het suggereren dat het zo goed gaat dat we eigenlijk met een non-issue bezig zijn, is buiten de werkelijkheid. Feitelijk zijn we nog bezig met vragen uit de raadsvergadering van eind 2016 naar aanleiding van een rapport, dat in afwijking van de vraag van de raad, die om een onafhankelijk onderzoek had verzocht, door een intern bureau was gemaakt. Wij begrijpen echt niet dat zo vasthoudend de noodzakelijke transparantie

8 wordt gedwarsboomd. Nu is de vraag om de tarieven in volle breedte te laten onderzoeken door de Rekenkamer. Waarom de Rekenkamer? Simpel: die is in staat om de lopende onduidelijkheden weg te nemen. Een accountantsonderzoek, dat hedenmiddag weer uit de hoge hoed kwam, geeft dezelfde uitkomst als het onderzoek in 2016. Vrij vertaald: een goede slager kan zijn eigen vlees niet keuren. Als je wel je eigen vlees wilt keuren, ben je verkeerd bezig. Dan zal de benodigde transparantie niet komen, maar zal er nog meer achterdocht komen. Ik wil de raad en ook de wethouder een term voorhouden: good governance. Ik denk dat een gemeente daar een voorbeeld in moet zijn. Good governance houdt in: transparantie. Al die keren dat ik hier ben, hoor ik altijd weer al die insprekers over het gebrek aan inspraak van de Haagse burger en het gebrek aan overleg met ondernemers. Het is werkelijk schrijnend, zo ook over de Haagse Markt. Zonder de wil van de gemeente om samen met de ondernemers het product 'Markt' goed te doen, zal het noodzakelijke verbetertraject niet tot stand komen. We hebben bij de meeste fracties onze mening over de consistentie van het beleid neergelegd. 'Consistent' betekent dat de afspraken over prijs, verzelfstandiging, droogloop en promotie worden nagekomen. Zoals Sander Dekker hier in de raadsvergadering verklaarde: een man een man, een woord een woord. Het wederom via omwegen onduidelijkheden laten bestaan is niet waar de oplossing ligt. Ik hoop dat er nog fracties zijn die na het fractieberaad de insprekers niet als loze mensen gebruiken maar die de kaarten in de zak hebben, na willen denken en zo willen stemmen dat eindelijk de noodzakelijke transparantie komt over wat er gebeurt op de Haagse Markt.

De voorzitter. We gaan naar de heer Boenders, namens de Vereniging Vrienden van Den Haag. Hij zal inspreken over de Welstandsnota.

De heer Boenders (J). Goedemiddag, voorzitter en leden van de raad. Er mag zeker een kritische blik worden geworpen op de Welstandsnota 2017; zie de inspraak van het Haags Monumentenplatform en de Stichting SOS. Vorig jaar heeft wethouder Wijsmuller op mijn verzoek een informatieavond belegd over de nieuwe Welstandsnota. Daarin kwam de wens naar voren dat de aanwezige organisaties heel graag in een zo vroeg mogelijk stadium geïnformeerd wilden worden bij vergunningaanvragen. De Vereniging Vrienden van Den Haag heeft dit omgezet in een raadsadres met de titel Wijkinbreng, dat ik de raad straks zal aanbieden. Zo'n 50 organisaties zijn benaderd met het verzoek om het raadsadres mede te ondertekenen. Er hebben er 27 gereageerd. Twee daarvan gaven aan niet te willen ondertekenen en twee gaven aan dat zij de analyse delen maar twijfels hebben over de praktische uitwerking. Excuses aan de organisaties die het verzoek niet heeft bereikt; dat zijn er ook nog een paar. Ik raad u aan om Wijkinbreng te behandelen in combinatie met hetgeen Jeltje van Nieuwenhoven en Anne Toeters aan de wethouder hebben aangeboden, namelijk Actiepunten verbeteren van bewonersbetrokkenheid. Dat laatste gaat over communicatie. Dit adres van de Vrienden gaat over consultatie. Gisteren was door een projectontwikkelaar een bijeenkomst georganiseerd in het stadium van de vergunningaanvraag, nog voordat de aanvraag gepubliceerd was. Ik heb vernomen dat dit op instigatie van de gemeente was. Hiervoor hulde, maar eigenlijk is dat nog niet vroeg genoeg. De Welstandscommissie blijft moeilijk toegankelijk wat verslagen en agenda's betreft. Ook het inzien van bouwtekeningen in dit stadium blijft een probleem; zie de kleine computerschermen waarop je hier beneden bij de infobalie naar de bouwtekeningen mag kijken. Ik sluit af met het dringende verzoek om de adviescommissie Openbare ruimte onder te brengen bij Welstand. Dan krijg je één club die naar de hele buitenruimte kijkt, zowel naar de gevels als naar de openbare ruimte. Dan krijgt beschermd stadsgezicht naar mijn idee een beter gezicht. Ik overhandig nu het raadsadres Wijkinbreng aan de burgemeester. Ook voor alle fracties heb ik alvast een gedrukt exemplaar.

Aan de orde is:

C. Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.

De raad heeft hieromtrent beslist zoals hierna bij elk nummer is aangegeven.

9

Nr. Raadsadres Voorstel voor afdoening

1. Bébouw Midreth bv d.d. 10 november 2017 In handen van het college van B en W ter inzake Valkenboskerk Den Haag afdoening. Kopie antwoord ter (RAAD/2017.234) kennisneming naar de commissie Ruimte. 2. Ministerie van Onderwijs en Wetenschap/- In handen van het college van B en W ter DUO d.d. 18 december 2017 inzake plan van afdoening. Kopie antwoord ter scholen basisonderwijs 2018-2021 kennisneming naar de commissie (RAAD/2017.235) Samenleving. 3. Belanghebbende d.d. 4 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter politieagenten zaak Mitch Henriquez afdoening. Kopie antwoord ter (RAAD/2018.1) kennisneming naar de commissie Bestuur. 4. Provincie Zuid-Holland d.d. 1 januari 2018 In handen van het college van B en W ter inzake financieel toezicht begroting 2018 afdoening. Kopie antwoord ter (RAAD/2018.3) kennisneming naar de commissie Bestuur. 5. Juridisch adviesbureau Steffect d.d. In handen van het college van B en W ter 18 december 2017 inzake verzoek aanpassing afdoening. Kopie antwoord ter aanvraagprocedure en beoordelings- kennisneming naar de commissie systematiek (RAAD/2018.4) Leefomgeving. 6. Juridisch adviesbureau Steffect d.d. In handen van het college van B en W ter 27 december 2017 inzake verzoek dagblad- afdoening. Kopie antwoord ter houders Haagse Markt om wijziging kennisneming naar de commissie regelgeving (RAAD/2018.5) Leefomgeving. 7. Beheerplatform Westduinpark d.d. In handen van het college van B en W ter 26 december 2017 inzake vuurwerkvrije zone afdoening. Kopie antwoord ter voor Westduinpark (RAAD/2018.6) kennisneming naar de commissie Bestuur. 8. Belanghebbende d.d. 3 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter aansluiting op centrale database afdoening. Kopie antwoord ter gehandicaptenparkeerkaarten kennisneming naar de commissie (RAAD/2018.7) Leefomgeving. 9. Belanghebbende d.d. 4 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter boete voor geparkeerde campers (langer dan afdoening. Kopie antwoord ter 3 dagen) regelen in APV (RAAD/2018.8) kennisneming naar de commissie Leefomgeving. 10. Belanghebbende d.d. 8 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter participatie- en investeringssubsidie afdoening. Kopie antwoord ter (RAAD/2018.12) kennisneming naar de commissie Bestuur. 11. Belanghebbende d.d. 10 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter gevaarlijke situaties Seinpostduin tijdens afdoening. Kopie antwoord ter vreugdevuren Scheveningen kennisneming naar de commissie Bestuur. (RAAD/2018.14) 12. Belanghebbende d.d. 16 januari 2018 inzake In handen van het college van B en W ter toekomstig beleid Sociaal Medische Indicatie afdoening. Kopie antwoord ter voor Kinderopvangtoeslag (RAAD/2018.17) kennisneming naar de commissie Samenleving.

Nr. Zienswijze op ontwerp-omgevingsplan Voorstel voor afdoening Binckhorst 1. NU Projectontwikkeling B.V. d.d. Te betrekken bij het terzake uit te brengen 18 december 2017 (behoort bij raadsvoorstel. RAAD/2017.157)

10

Nr. Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Voorstel voor afdoening Vogelwijk, 1e herziening (locatie Sacramentskerk) en de ontwerp- omgevingsvergunning 1. Hoogheemraadschap van Delfland d.d. Te betrekken bij het terzake uit te brengen 22 december 2017 (RAAD/2018.2) raadsvoorstel. 2. RBRE Real Estate d.d. 2 januari 2018 Te betrekken bij het terzake uit te brengen (RAAD/2018.9) raadsvoorstel. 3. Belanghebbende d.d. 15 januari 2018 Te betrekken bij het terzake uit te brengen (RAAD/2018.15) raadsvoorstel. 4. Lexence N.V. advocaten & notarissen d.d. Te betrekken bij het terzake uit te brengen 16 januari 2018 (RAAD/2018.16) raadsvoorstel.

Nr. Zienswijze op ontwerp-bestemmingsplan Voorstel voor afdoening Madestein-Vroondaal, 2e herziening 1. Wijkvereniging en Woonpark Bloemendaal Te betrekken bij het terzake uit te brengen d.d. 6 januari 2018 (RAAD/2018.10) raadsvoorstel. 2. Algemene Vereniging voor Natuurbe- Te betrekken bij het terzake uit te brengen scherming voor ’s-Gravenhage en omstreken raadsvoorstel. d.d. 10 januari 2018 (RAAD/2018.11) 3. Bewonersvereniging Hofstedepark Te betrekken bij het terzake uit te brengen Vroondaal d.d. 7 januari 2018 raadsvoorstel. (RAAD/2018.13)

Nr. Ter kennisneming Voorstel voor afdoening

1. Stichting Letselschade en Gerechtigheid en Voor kennisgeving aannemen. Berlimont CMC Consulting d.d. 11 december 2017 en 17 januari 2018 inzake Convenant WMO Regres 2018 (GRF/2017.301) 2. Belanghebbende d.d. 10 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake uitblijvende beslissing op bezwaar- schrift (GRF/2017.302) 3. Belanghebbende d.d. 12 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake beroepschrift i.v.m. plaatsing ORAC’s in Duindorp (GRF/2017.303) 4. Belanghebbende d.d. 12 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake Koekamp (GRF/2017.304) 5. Belanghebbende d.d. 12 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake Koekamp (GRF/2017.305) 6. Belanghebbende d.d. 13 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake Koekamp (GRF/2017.306) 7. Belanghebbende d.d. 12 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake Koekamp (GRF/2017.307) 8. Nieuw Koopmansbelang Den Haag d.d. Voor kennisgeving aannemen. 13 december 2017 inzake niet doorgaan festiviteiten Haagse Markt (GRF/2017.310) 9. Vereniging van Eigenaars Couperusduin 1 & Voor kennisgeving aannemen. 2 d.d. 13 december 2017 inzake overlast en schade door grondwater in apparte- mentencomplex Couperusduin (GRF/2017.312)

11

10. Belanghebbende d.d. 13 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake HTM trams (GRF/2017.313) 11. GGD Haaglanden d.d. 16 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake begroting GR GGD en VT Haaglanden (GRF/2017.314) 12. Belanghebbende d.d. 14 december 2017 Voor kennisgeving aannemen. inzake parkeerbeleid kleine ondernemers (GRF/2017.315) 13. Provincie Zuid-Holland d.d. 13 december Voor kennisgeving aannemen. 2017 inzake tussenrapportage Slimmer en Sterker Bestuur 2017 (GRF/2017.316) 14. Haagse Golfvereniging Leeuwenbergh d.d. Voor kennisgeving aannemen. 4 januari 2018 inzake Virulylaan 50 (GRF/2018.1) 15. Bewonersorganisatie Havenkwartier d.d. Voor kennisgeving aannemen. 9 januari 2018 inzake Tender Veelbedrij- vengebouw Dr. Lelykade (GRF/2018.5) 16. Algemene Vereniging voor Natuurbe- Voor kennisgeving aannemen. scherming voor ’s-Gravenhage en omstreken d.d. 10 januari 2018 inzake Koekamp (GRF/2018.6) 17. Metropoolregio Rotterdam Den Haag d.d. Voor kennisgeving aannemen. 11 januari 2018 inzake afronding evaluatie gemeenschappelijke regeling MRDH (GRF/2018.7) 18. Controle Alt Delete d.d. 12 januari 2018 Voor kennisgeving aannemen. inzake nieuw beleid tegen etnisch profileren (GRF/2018.8) 19. Belanghebbende d.d. 12 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. bezwaar tegen uitbreiding Bed & Breakfast tot hotel (GRF/2018.9) 20. Belanghebbende d.d. 13 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. bestuur Den Haag gefixeerd op groei naar groter, hoger en meer (GRF/2018.10) 21. Belanghebbende d.d. 10 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. uitbreiding B&B Villa Suisse tot hotel (GRF/2018.11) 22. Actiegroep belangen Schilderswijk en Voor kennisgeving aannemen. Transvaal i.o. d.d. 15 januari 2018 inzake parkeerbeleid Transvaal Schilderswijk (GRF/2018.12) 23. Vereniging van Eigenaars “Scheveningse Voor kennisgeving aannemen. Duyn” d.d. 16 januari 2018 inzake raads- voorstel wijziging APV van 20 december 2017 (GRF/2018.13)

24. Belanghebbende d.d. 15 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. overstap op wind- en zonenergie en inzake Eneco en miljoenen inkomsten voor gemeente Den Haag (GRF/2018.14) 25. Protestantse Gemeente te ’s-Gravenhage d.d. Voor kennisgeving aannemen. 15 januari 2018 inzake herontwikkeling Bethelkerk en Valkenboskerk (GRF/2018.15)

12

26. Humanistische Organisatie Nederland d.d. Voor kennisgeving aannemen. 19 januari 2018 inzake subsidie participa- tiefonds/leefbaarheidsfonds/werk en inko- men (GRF/2018.18) 27. Raad van State d.d. 17 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. bestemmingsplan Forepark A4-A12 (Kyocera Stadion) (partiële herziening) (GRF/2018.19) 28. Belanghebbende d.d. 19 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. expats (GRF/2018.20) 29. De Laakse Lente d.d. 24 januari 2018 inzake Voor kennisgeving aannemen. kleine woonunits voor ouderen bouwen (GRF/2018/21)

Aan de orde is:

D. Vaststelling van de Notulen en de besluiten/stemmingenlijsten van de raadsvergadering van 17 december 2017.

De Notulen en de besluiten/stemmingslijsten worden ongewijzigd vastgesteld.

Aan de orde is:

E. Vaststelling van de besluitenlijst. E.1 Voorstel van het college inzake bekrachtiging geheimhouding (RIS298956) E.2 Gewijzigd Initiatiefvoorstel VVD Binckhorst Street Art District The Hague (RIS297012) E.3 Voorstel van het college inzake Verordening beheersregels grondexploitaties en strategisch bezit, gemeente Den Haag 2018 (RIS298629) E.4 Voorstel van het college inzake geldelijke vergoedingen Adviescommissie Individueel Joods Moreel rechtsherstel (RIS298829) E.5 Voorstel van het college inzake Transformatie Cromvlietplein e.o. naar Wijkpark Cromvliet (RIS298738) E.6 Verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 (RIS298833) E.7 Voorstel van het college inzake vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening individuele studietoeslag Den Haag 2015 (RIS298823) E.8 Voorstel van het college inzake Vangnetaanvraag BUIG 2017 (RIS298882) E.9 Voorstel van het college inzake Fase 2 Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2018-2019 (RIS298438)

De voorzitter. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Joeri Oudshoorn (HSP). Voorzitter. Voorstel E.1 is het voorstel van het college inzake bekrachtiging van de geheimhouding. Dit stuk is inhoudelijk pas vandaag op de agenda gekomen. Wij zouden een amendement op dit voorstel willen indienen. Het verzoek is dus om voorstel E.1 van de besluitenlijst af te halen.

De voorzitter. Dat kan, maar het is wel zo dat dat misschien handiger was geweest bij het vaststellen van de agenda.

13

Joeri Oudshoorn (HSP). Als de stukken eerder bekend waren geweest, hadden we dat ook zeker op dat moment gedaan, maar de stukken staan zo laat op de agenda dat wij hier ter plekke de geheimhouding op de besluitenlijst moeten controleren. Wellicht was het dus ook handiger geweest als we die stukken eerder hadden gekregen. Dan hadden ze namelijk ook bij het fractievoorzittersoverleg besproken kunnen worden.

De voorzitter. Mijnheer Oudshoorn, ik ben altijd bereid om iedere as op het hoofd te storten als de raad denkt dat dat zou moeten, maar in dit geval is dat niet terecht. Ze waren op tijd en ze zijn onderdeel geweest van het fractievoorzittersoverleg. U kunt heel hard nee schudden en nog harder nee schudden. Als u een punt heeft, doe ik as op mijn hoofd, maar vandaag doe ik geen as op mijn hoofd. U kunt ten lesten male reageren, maar ik heb u toegezegd wat u graag wilde. Ik heb alleen niet de schuld op mij genomen die u in mijn schoentjes wilde schuiven.

Joeri Oudshoorn (HSP). Uitstekend, dan gaan we voorstel E.1 straks behandelen. Dank.

De voorzitter. Het zou aardig zijn als u nog iets aardigs zou zeggen over die schuld, maar dat komt dan zeker nog in de loop van de avond?

Joeri Oudshoorn (HSP). Mag ik die schuld meteen inlossen? Excuses als dat een miscommunicatie is geweest.

De voorzitter. Dank u wel, mijnheer Oudshoorn.

De overige voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Willie Dille (PVV). Voorzitter. De PVV wenst geacht te worden, te hebben gestemd tegen de voorstellen E.2 en E.3.

De voorzitter. De fractie van de PVV wordt op haar verzoek aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden, te hebben gestemd tegen de voorstellen E.2 en E.3.

- Actualiteiten.

Aan de orde is:

F. Noodzaak sociaal plan Den Haag Zuidwest (de heer Balster).

De voorzitter. Eerst even oefenen met hoe dit ook alweer gaat. De heer Balster krijgt drie minuten het woord. Daar mag op geïnterrumpeerd worden. We hebben vanmorgen in het fractievoorzittersoverleg het volgende afgesproken. Ik heb begrepen dat de heer Balster aan het eind van zijn drie minuten een motie zal indienen. Daarna vraag ik of er nog raadsleden zijn die ook een motie willen indienen. Zij krijgen dan een minuut de gelegenheid om dat te doen. Daarna krijgt het college de gelegenheid om antwoord te geven en daarna gaan we stemmen. Zo zit het met het actualiteitendebat.

Martijn Balster (PvdA). Voorzitter. Zuidwest bestaat uit vier prachtige naoorlogse wijken in het stadsdeel Escamp, ruim opgezet, lekker wonen en ontspannen. De vier wijken Morgenstond, Moerwijk, Bouwlust en Vrederust zijn echter al langere tijd aan vernieuwing toe. Er gebeurt het nodige. De gemeente heeft, ook met de beperkte middelen die ter beschikking staan, de afgelopen jaren geïnvesteerd in het stadsdeel. Er is weer een begin van herstructurering, die zo angstvallig was stilgevallen. Via de succesvolle wijkaanpak is met een beperkt budget op veel plaatsen met succes geïnvesteerd, bijvoorbeeld in de schuldenaanpak en in de aanpak van pleinen, maar Zuidwest is groot. En eerlijk is eerlijk, de financiële middelen zijn zeer beperkt. De stadsdeeldirecteur luidde onlangs de noodklok: kijk hoe het mensen in Zuidwest vergaat. We zijn er niet met noodverbanden. Er moet een

14 aanpak komen die de problemen rond woningbouw, werk en maatschappelijke participatie in volle omvang tackelt. Dat kan door groter te denken dan we konden in de tijd van de crisis, door de geesten van bouwers en corporaties rijp te maken, door met een eigen economisch plan te komen voor deze vier wijken en door stevige publieke investeringen. Als wijken onder het Haagse gemiddelde zakken, is het aan ons om hier de schouders onder te zetten. De Partij van de Arbeid ziet dan ook graag dat het college alles in stelling brengt om Zuidwest en de bewoners van Zuidwest klaar te maken voor de toekomst. Dat kan alleen als we heel concrete plannen maken voor woningverbetering, voor verbetering van de leefomgeving op die plekken waar dat het hardst nodig is en last but not least voor een verdere toename van de kansen van de Zuidwesters op werk en maatschappelijke deelname. Daarom dienen wij een motie in met als dictum: verzoekt het college, de voorbereidingen te starten voor een plan voor structurele verbeteringen van Den Haag Zuidwest op basis van bovengenoemde aanpak met als doel om Den Haag Zuidwest in 2030 weer tot het Haags gemiddelde te laten behoren en ten behoeve van de collegeonderhandelingen een onderbouwing en financiële doorrekening op te stellen van deze plannen, zodat na de verkiezingen zo snel mogelijk kan worden gestart met de ambities ter verbetering van de positie van de wijken in Den Haag Zuidwest. De motie is medeondertekend door de ChristenUnie/SGP, GroenLinks, het CDA, de SP, de Islam Democraten, de Partij voor de Dieren, de Groep Okcuoglu en Groep de Mos.

Sanne van der Gaag (HSP). We zijn het er allemaal over eens dat er in Zuidwest iets moet gebeuren, maar ik vraag mij af waarom dit nu zo als actualiteit moet worden afgeraffeld. Er liggen vragen van de ChristenUnie/SGP. Op basis daarvan zouden we in de commissie inhoudelijk met elkaar kunnen discussiëren over wat er exact nodig is in die wijken. Waarom hier, nu en zo?

Martijn Balster (PvdA). De Partij van de Arbeid is met de HSP voor zorgvuldigheid, maar daarom vinden wij het belangrijk dat er nu wordt begonnen met het maken van plannen, zodat de onderhandelaars straks bij de coalitieonderhandelingen een plan en de daarbij behorende financiële middelen kunnen accorderen, waardoor we gelijk aan de slag kunnen. Ik heb daarom ook goed overlegd met de ChristenUnie/SGP, die de goede gestelde vragen heeft opgesteld. Wij zijn samen tot de conclusie gekomen dat we deze motie moeten indienen om de vaart erin te houden en dus ook om zorgvuldigheid te betrachten.

Sanne van der Gaag (HSP). Dat is natuurlijk hartstikke mooi, maar zouden we het dan niet eerst met elkaar eens over moeten worden over wat er exact nodig is in die wijken? Er zijn allerlei diverse opties om achterstanden daar aan te pakken en ingrepen te doen in de woningvoorraad. Er is ook nog het vraagstuk waar de mensen die nu in de goedkopere woningen wonen, heen moeten als we die gaan vervangen door duurdere woningen. Ik begrijp dus echt niet waarom dit nu zo moet worden afgeraffeld en waarom we niet een paar weken zouden kunnen wachten om het hier uitgebreid met elkaar over te hebben in de commissie.

Martijn Balster (PvdA). Ik ben het in principe met mevrouw Van der Gaag eens, maar de kern van de problemen en ook de oplossingsrichtingen zijn bekend. Dan is het vervolgens zaak om nu een plan te gaan vormen om daarmee aan de slag te kunnen gaan. Wat ons betreft is er op dat punt geen tijd te verliezen. Zuidwest glijdt helaas af en hoe eerder we beginnen met een goede aanpak voor deze wijken, hoe beter, wat ons betreft.

Sanne van der Gaag (HSP). Die problemen zijn toch al jaren bekend? Er zijn al tientallen jaren heel veel achterstanden in Zuidwest. Waarom moet dit dan nu op stel en sprong en waarom is dan bijvoorbeeld niet al een jaar eerder in deze zin actie ondernomen door de PvdA?

Martijn Balster (PvdA). Als ik u moet herinneren aan de acties die de Partij van de Arbeid en het college hebben ondernomen in Zuidwest, ben ik over een uur nog niet klaar, maar laat ik dan een wedervraag stellen. Die kunt u helaas niet beantwoorden; misschien kunt u dat in uw eigen termijn doen of op een ander moment. Ik begrijp eigenlijk niet waarom u tegen snelheid en zorgvuldigheid bent, want de vier wijken in Zuidwest verdienen gewoon een snelle en goede aanpak.

15

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Collega Balster dient naar aanleiding van het zeer puike artikel van de heer Baron een mooie motie in. Daarin gaat hij in op enkele speerpunten van de heer Baron: bouw gedifferentieerd en herstel de buurteconomie. Het college doet al het nodige aan het entameren van samenlevingsprojecten, maar de heer Balster laat twee punten liggen: wijs buurtgericht woningen toe en stuur op vitaliteit. Waarom heeft de heer Balster die punten niet verwerkt in zijn goede motie, die ik mede heb ondertekend?

Martijn Balster (PvdA). Het korte antwoord is dat sturen op vitaliteit wat mij betreft valt onder het derde speerpunt dat ik in de motie heb geformuleerd en dat ik het eerste speerpunt iets te gedetailleerd vond om daar nu concreet richting aan te geven. Dat lijkt me ook echt iets voor de uitwerking.

De voorzitter. Door de heer Balster, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Kapteijns, de heer Ramnath, mevrouw Akhiat, de heer Çetinkaya, mevrouw Teunissen, de heer Kraft van Ermel en de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (F/1) ingediend:

Motie F/1

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 bijeen ter bespreking van het actualiteitendebat ‘Sociaal plan van aanpak Den Haag Zuidwest’.

Constaterende dat:  de wijken die samen Den Haag Zuidwest vormen (Moerwijk, Morgenstond, Bouwlust en Vrederust) voor de economische crisis aan een opleving bezig waren;  er sindsdien beperkte wijkverbetering heeft plaats kunnen vinden als gevolg van opdrogende rijksgeldstromen en beperkte gemeentelijke middelen en er gegeven deze beperkende randvoorwaarden via de wijkaanpak desondanks betekenisvolle stappen zijn gezet voor wijkverbetering;  er zowel in de fysieke leefomgeving, de kwaliteit van de woningen, als in de sociaaleconomische kwaliteit grote uitdagingen blijven bestaan en deze uitdagingen met de nu beschikbare middelen onvoldoende het hoofd kunnen worden geboden.

Van mening dat:  Den Haag Zuidwest met zijn ruime opzet veel kwaliteiten heeft;  een deel van de bewoners van Den Haag Zuidwest het in veel opzichten zwaar heeft, zeker in vergelijking met sommige andere stadsdelen, denk aan de hogere werkloosheid, eenzaamheid, slechte woontoestanden en een slechter gezondheidsperspectief;  de recent geboekte successen vanuit de wijkaanpak de komende jaren stevig kunnen worden uitgebouwd via: o een investeringsplan woningvoorraad, waarbij de tien kwetsbaarste delen van Den Haag Zuidwest worden aangewezen (aanvullend op wat reeds in gang wordt gezet) waar herstructurering en/of grondige renovatie zal plaatsvinden; o een investeringsplan leefomgeving, waarbij wordt gekeken naar verdere verbetering van de leefomgeving, denk aan openbaar groen, speeltuinen, binnentuinen, parken en pleinen; o een sociaaleconomisch investeringsplan, waarmee de baan- en participatiekansen van de bewoners van Zuidwest worden vergroot, door in te zetten op meer werkgelegenheid en vergroting van de participatie (o.m. door het uitbouwen van de aanpak schuldenproblematiek, de aanpak eenzaamheid en de bestrijding van laaggeletterdheid).

16

Verzoekt het college,  de voorbereidingen te starten voor een plan voor structurele verbetering van Den Haag Zuidwest op basis van bovengenoemde aanpak met als doel om Den Haag Zuidwest in 2030 weer tot het Haags gemiddelde te laten behoren;  ten behoeve van de collegeonderhandelingen een onderbouwing en financiële doorrekening op te stellen van deze plannen, zodat na de verkiezingen zo snel mogelijk kan worden gestart met de ambities ter verbetering van de positie van de wijken in Den Haag Zuidwest.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Ik kijk even rond of ook andere raadsleden een motie willen indienen. De heer Grinwis.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Nu we dit debatje toch met elkaar voeren, gebruik ik het graag om hulde en dank over te brengen aan de heer Baron, die zo'n puik artikel heeft geschreven, en ook aan het college, dat de ruimte gaf aan een ambtenaar om dat te doen. Dat mag het college wat mij betreft vaker doen. Het hele artikel is mij uit het hart gegrepen. We laten het toch niet gebeuren dat zich onder onze ogen een sociologische ramp voltrekt? Collega Balster heeft een deel van de aangereikte speerpunten vervat in een motie. Ik neem de overige speerpunten voor mijn rekening. Dat leidt tot een motie met het volgende dictum: verzoekt het college, te verkennen hoe het doel 'Bijdragen aan een ongedeelde stad' van de huidige prestatieafspraken verder vormgegeven kan worden, daarbij onder andere te kijken naar buurtgerichte woningtoewijzing en het sturen op vitaliteit en de kansen en risico's hiervan in beeld te brengen.

De voorzitter. Door de heer Grinwis wordt de volgende motie (F/2) ingediend:

Motie F/2

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van de actualiteit over noodzaak sociaal plan Den Haag Zuidwest; constaterende dat in het artikel “Naar een ongedeelde stad” onder andere als speerpunten worden aangereikt het buurtgericht woningen toewijzen (maatwerk) en sturen op vitaliteit door doelgroepen die een buurt op een hoger niveau kunnen tillen in kwetsbare wijken te huisvesten; overwegende dat dit aansluit bij één van de vier lokale hoofddoelen van de Prestatieafspraken 2015- 2019 (RIS286331), te weten “Bijdragen aan een ongedeelde stad”, maar dat dit verder niet concreet is vertaald in de prestatieafspraken met de woningcorporaties; overwegende dat rijkskaders inzake passend toewijzen en het bestrijden van scheefwonen woningcorporaties beperkte mogelijkheden bieden woningen specifiek toe te wijzen c.q. concentraties in de hand werken; overwegende dat wijken niet alleen diverser worden door gedifferentieerde woningbouw en investeringen in leefomgeving en economie, maar dat ook het buurtgericht bestaande woningen toewijzen en het sturen op vitaliteit hieraan bijdragen; verzoekt het college te verkennen hoe het doel “Bijdragen aan een ongedeelde stad” van de huidige prestatieafspraken verder vormgegeven kan worden, daarbij onder andere te kijken naar buurtgerichte woningtoewijzing en het sturen op vitaliteit en de kansen en risico’s hiervan in beeld te brengen, en gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

17

Wethouder Wijsmuller (HSP). Goedemiddag, allemaal: alle toehoorders en zeker ook de raadsleden. Voorzitter. Dit is een actualiteitendebat. De actualiteit is dat er op 1 februari een symposium wordt georganiseerd door het Platform STAD over de problematiek in herstructureringsgebieden, zoals Zuidwest. Dat is de actualiteit. Voor het overige weet ik niet wat precies de actualiteit is van die problematiek van Zuidwest, want die kennen we inderdaad al veel langer. Kennelijk zijn partijen het ook al over een aantal zaken eens, maar ik weet niet wat nu de actualiteit is om dit nu op deze manier politiek te agenderen. De enige actualiteit die ik zie, is misschien dat de verkiezingen eraan komen. Maar Den Haag Zuidwest is een heel serieus en belangrijk onderwerp. Ik heb een motie voor mij liggen van de Partij van de Arbeid c.s., met als titel 'Zuidwest verdient het best'. Ik ben van mening dat Zuidwest een volwaardig debat verdient. Ik ben overigens ook van mening dat dezelfde problematiek in andere wijken waar herstructurering eigenlijk nodig is, ook in dat verband bekeken moet worden. Het gaat niet alleen over Zuidwest. Deze sociale problematiek, de problematiek van sociaaleconomische scheiding, speelt ook in andere wijken: in Laak, misschien ook in Mariahoeve en misschien ook in Transvaal. Wij moeten dit dus breder met elkaar bekijken. Den Haag Zuidwest is zeker een gebied waarmee we met veel aandacht op allerlei manieren aan de slag moeten. Dat doet dit college ook, ook op het gebied van de openbare ruimte. We hebben, om maar wat voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld geïnvesteerd in het Heeswijkplein en in de Jan Luykenlaan en we gaan investeren in de Betje Wolffstraat. We zijn natuurlijk ook zeer actief vanuit de krachtwijkenaanpak en onze eigen wijkenaanpak. Bij de krachtwijkenaanpak ging het bijvoorbeeld om de Sportcampus. Ook in de wijkenaanpak hebben we een aantal belangrijke projecten in gang gezet, ook community builders. We zijn ook bezig met de nieuwe generatie woonwijken. Met betrekking tot de sociale voorraad in Zuidwest en de herstructureringsopgave zijn we bezig met de WOM Zuidwest en met allerlei activiteiten. Er staat hier vandaag toevallig ook een project bij station Moerwijk, de Assumburgweg, op de agenda. Dat zijn allemaal projecten die in dat kader voor die herstructurering dienen, maar nog belangrijker is dat we ook in onze grote kaders in de Agenda Ruimte voor de Stad die sociaaleconomische tweedeling tegengaan door het stimuleren van differentiatie in woonwijken. Dat hebben we ook vastgelegd in onze sociaal-inclusieve woonvisie. Het college is dus op allerlei fronten bezig met deze problematiek.

De voorzitter. Wethouder, de gedachte is dat het college het binnen een minuut of drie moet doen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ja, ik ben bijna klaar.

De voorzitter. Ik denk dat dat zo is, want u bent over die drie minuten heen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Oké. De motie gaat over een problematiek waar al veel beleid over is en waar misschien nog extra inzet op nodig is. De motie gaat ook over andere terreinen op het gebied van economie, leefbaarheid en wijkenaanpak. Dat verdient beter. Ik zou de indieners dus graag willen verzoeken om de motie aan te houden voor een goed, breed debat. Als de indieners de motie nu toch op deze manier in stemming willen laten brengen, valt er nog veel meer op te merken over de motie, maar daar heb ik helaas geen tijd voor, zoals de voorzitter zojuist aangaf. Dan moet ik deze motie op dit moment namens het hele college ontraden, maar volgens mij verdient Zuidwest beter en verzoek ik de indieners om de motie aan te houden. Dat geldt ook voor de motie van de heer Grinwis.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie F/1.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 18 tegen 21 stemmen.

In stemming komt motie F/2.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 5 tegen 34 stemmen.

18

Aan de orde is:

G. Gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/-Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

De beraadslaging wordt geopend.

Peter Bos (HSP). Voorzitter. We hebben de afgelopen weken en maanden best een aantal goede discussies gevoerd over de Koekamp en over de plannen en ambities die daarvoor bestaan. Er is enorm veel betrokkenheid getoond uit de stad. Het gaat om een fantastisch mooi uniek stuk natuur midden in de stad en ook om een park. Eigenlijk is het al eeuwen oud. Iedereen voelt zich daar eigenlijk heel betrokken bij. Daar moeten we zuinig op zijn en dat moeten we koesteren. Als we daar iets willen, moeten we dat dus heel behoedzaam doen. De wethouder heeft ons enige tijd geleden een plan gepresenteerd. Dat hebben we besproken. Dat plan gaat uit van nieuwe fietspaden en hier en daar van een nieuwe inrichting van de Koekamp. We hebben daarover gesproken. Op grond van de kritiek en allerlei opmerkingen van allerlei organisaties uit de stad is dat plan verbeterd. Daar ben ik de wethouder heel dankbaar voor. Zo worden er mogelijk minder bomen gekapt en zal er geen of zo weinig mogelijk asfalt worden gebruikt voor de fietspaden. Dat is allemaal goed. Toch was ik achteraf uiteindelijk niet helemaal tevreden. Ik vind dat het eigenlijk nog veel beter kan en zou moeten. Ik was heel blij dat de Afdeling Den Haag van de Fietsersbond en de Bomenstichting Den Haag de afgelopen tijd met elkaar zijn gaan praten en met alternatieve voorstellen zijn gekomen. Zij zijn eruit gekomen en hebben met elkaar een dubbele doelstelling geformuleerd: we moeten in het gebied veilig kunnen fietsen en we moeten zo veel mogelijk bomen sparen. Dat heeft geleid tot een aantal voorstellen die ons hebben bereikt. Ik vind dat het college die voorstellen serieus moet nemen en daarmee aan de slag moet. Ik heb hierover dan ook een motie gemaakt, met het verzoek aan het college om in overleg met groen-, fiets- en bewonersorganisaties tot een verdere optimalisatie te komen van het voorlopig ontwerp; daarbij de watergang, de natuur en de bomen van de Koekamp zo veel mogelijk te ontzien; geen onomkeerbare stappen te zetten met betrekking tot de aanpak van de stadsentree Koekamp voordat het geoptimaliseerde ontwerp naar de raad wordt gestuurd en de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van de uitkomsten van het overleg met de organisaties, waaronder de Fietsersbond en de Bomenstichting maar ook de AVN en bewonersorganisaties. De motie is medeondertekend door de heer Van Asten van D66. Daarnaast weten we dat er in dit gebied één grote barrière, één groot knelpunt, is, namelijk de Bezuidenhoutseweg. Als we de verbinding willen maken tussen het Centraal Station en de Koekamp, is de Bezuidenhoutseweg eigenlijk een barrière. Dat komt vooral door de auto's die daar rijden. Daarom heb ik een motie gemaakt om te kijken of de Bezuidenhoutseweg mogelijk autovrij gemaakt kan worden en om dat door het college te laten onderzoeken. Er zijn ook moties over het verder doortrekken van de tunnelmond. Dat zijn ook goede moties, maar dat gaat waarschijnlijk heel veel geld kosten. Dit is misschien ook een oplossing waarnaar gekeken kan worden. Het dictum van de motie luidt: verzoekt het college, te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de Bezuidenhoutseweg op het gedeelte langs het KJ-plein autovrij te maken.

De voorzitter. Door de heer Bos, daartoe gesteund door de heer Van Asten, wordt de volgende motie (G/2) ingediend:

Motie G/2

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het gewijzigd voorstel voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

19

Constaterende dat: - de ambitie bestaat om de Stadsentree Koekamp te verbeteren; - het gaat om beschermd gebied o.a. op basis van de Acte van Redemptie, de Stedelijke Groene Hoofdstructuur en Rijks Beschermd Stadsgezicht.

Overwegende dat: - het goed is om de infrastructuur voor fietsers en voetgangers te verbeteren; - het goed is om uit te gaan van behoud van groen en bomen; - het college Vertrouwen op Haagse Kracht als motto heeft; - de Fietsersbond en de Bomenstichting Den Haag recent gezamenlijk alternatieven hebben ontwikkeld voor het huidige voorlopig ontwerp met als uitgangspunt om veilig en comfortabel te kunnen fietsen van en naar het station zonder dat er bomen gerooid hoeven te worden; - ook de AVN en bewonersorganisaties met goede suggesties zijn gekomen.

Van mening dat: - het van belang is dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de Haagse Kracht als er plannen worden ontwikkeld; - gestreefd moet worden om de dubbele doelstelling van Fietsersbond en Bomenstichting Den Haag te realiseren.

Verzoekt het college: - in overleg met groen-, fiets- en bewonersorganisaties tot een verdere optimalisatie te komen van het voorlopig ontwerp; - daarbij de watergang, de natuur en de bomen van de Koekamp zoveel mogelijk te ontzien; - geen onomkeerbare stappen te zetten m.b.t. de aanpak van de Stadsentree Koekamp voordat het geoptimaliseerde ontwerp naar de raad wordt gestuurd; - de raad z.s.m. op de hoogte te brengen van de uitkomsten van het overleg.

De voorzitter. Door de heer Bos wordt de volgende motie (G/3) ingediend:

Motie G/3

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het gewijzigd voorstel voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende dat: - de ambitie bestaat om de Stadsentree Koekamp te verbeteren.

Overwegende dat: - de Bezuidenhoutseweg langs het KJ-plein nu een verkeersfunctie heeft voor auto’s, fietsers en voetgangers.

Van mening dat: - de Bezuidenhoutseweg nu door het autoverkeer een barrière vormt tussen het KJ-plein en de Koekamp.

Verzoekt het college: - te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de Bezuidenhoutseweg op het gedeelte langs het KJ-plein autovrij te maken.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De Partij voor de Dieren is tegen dit voorontwerp voor de Koekamp, want de bedoeling van het plan is om het gebied meer open te stellen en om meer beleving

20 te brengen, maar zonder dat nut en noodzaak hiervan zijn aangetoond en met heel negatieve gevolgen, want door de aanleg van de nieuwe fietsweg moeten bomen worden gekapt. Door versnippering van natuur en door extra verlichting worden dieren verstoord en gaan de natuurwaarden omlaag. Het is een kostbare ingreep, met verlies van heel veel bomen. Bovendien wordt het eiland afgegraven. Dat zou een inbreuk zijn op historisch erfgoed, want het ligt er al eeuwen zo bij. Die afgraving is onomkeerbaar. Bovendien neemt de leefruimte van de herten af. Tot slot kunnen de werkzaamheden aan de nieuwe weg, met zwaar materieel, de wortels van bomen beschadigen. Een aantal elementen in het plan vinden wij wel goed: de ontgrinding, de vergroening van de openbare ruimte en de overkluizing van de Utrechtsebaan, die een groene brug kan vormen, ook voor dieren. Maar er zitten te veel nadelen aan. Ik wil hier ook nog even de Acte van Redemptie benoemen. In het bestemmingsplan staat bij de toelichting van de Acte van Redemptie: 'De staat moet erop toezien dat het bos goed wordt onderhouden en in ongeschonden staat blijft.' Laat het nou precies deze zin zijn die de wethouder in zijn commissiebrief heeft vervangen door drie puntjes. Wat het onderhoud betreft: volgens de wethouder moet de Koekamp absoluut worden aangepakt, omdat het een verwaarloosd stukje zou zijn. Die vermeende verwaarlozing heeft het college natuurlijk aan zichzelf te wijten door achterstallig groenonderhoud. Dat los je natuurlijk niet op door daar een asfaltweg aan te leggen. Ook de ongeschondenheid uit de acte moeten we niet vergeten, want het afgraven van het eiland betekent een verandering van een eeuwenoude situatie. Het is zeer onwenselijk om dit historische erfgoed midden in Den Haag aan te tasten. Al met al wil de Partij voor de Dieren de schaarse stukjes waardevol groen die we nog hebben in het centrum van de stad, beschermen tegen de oprukkende bebouwing, de aanleg van wegen en het idee dat groen alleen waardevol is als het ook benut wordt. De Koekamp is een van die schaarse stukjes natuur. Wij zien nog voldoende alternatieve mogelijkheden om het fietsverkeer ruimer baan te geven. Er zijn heel veel suggesties voor alternatieven gedaan door verschillende organisaties in de stad. Ik ben heel erg benieuwd wat de wethouder nu met al die suggesties gaat doen in de aanloop naar het definitieve ontwerp. Tot slot: wij zien natuurlijk graag in het definitieve ontwerp dat er geen asfaltweg door de Koekamp komt en dat er geen afgraving plaatsvindt.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks ziet veel potentie in het vergroenen van de stadsentrees Malieveld/Utrechtsebaan en de Koekamp. Ook ziet GroenLinks dat er een betere fietsoplossing moet komen, zeker als straks de grote fietsenstalling onder het Koningin Julianaplein klaar is. Maar toch is het voorliggende plan nog onvoldoende. Wat GroenLinks betreft is onvoldoende aangetoond dat fietsen door de Koekamp noodzakelijk is om tot de beste oplossing te komen. Wat dat betreft ben ik echt heel blij met de vele betrokken insprekers, verenigingen, bewonerscollectieven en individuen die hebben aangegeven mee te willen denken om dit plan nog beter te maken. Ik denk dat we daar allemaal blij mee mogen zijn. Ik hoop dat de wethouder dit met beide handen aangrijpt, maar wat GroenLinks betreft onderstreept dit eigenlijk onze conclusie dat het nu te vroeg is om hierover te besluiten en dat we dit voorontwerp nog niet goed moeten keuren, omdat we nog te veel dingen niet weten. Maar ik kan ook tellen. Daarom heb ik een aantal moties. Ik hoop dat die toch op steun kunnen rekenen. Heel belangrijk is om onderzoek te doen naar de overkluizing van de tunnelmond bij de Bezuidenhoutseweg. Door de insprekers is daar ook over gesproken.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Mag ik op dit punt enige duidelijkheid van de heer Kapteijns krijgen? Hij zegt dat hij het voorlopig ontwerp nog erg vaag vindt, maar dat is ook wel een kenmerk van een voorlopig ontwerp. Zegt hij daarmee dat hij een aantal moties aan de wethouder wil meegeven, zoals we hier vandaag heel veel suggesties aan de wethouder meegeven? Tegelijkertijd zegt hij dat dit voorlopig ontwerp voor hem nu nog niet goed genoeg is. Waar staat hij nou? Dat vind ik van belang voor het toetsen van zijn moties.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ons standpunt is dat we dit voorontwerp niet kunnen steunen, omdat er nog te veel onzekerheden zijn en omdat wij op dit moment niet overtuigd zijn van nut en noodzaak van de versnippering van de Koekamp en van het daaruit resulterende verlies aan bomen. Ik kom

21 straks op de vraag hoeveel bomen dat zijn, want daar is best nog wat meer duidelijkheid over te verkrijgen. Het lijkt mij heel belangrijk dat er een goed onderzoek komt naar verdere overkluizing van de Koningstunnel. Daar is eerder naar gekeken, maar meer als onderdeel van de renovatie die nu gaat plaatsvinden. Het lijkt GroenLinks en de Partij voor de Dieren, die deze motie mede heeft ondertekend, sowieso een goed idee om dat nog eens apart te onderzoeken en om dat ook te betrekken bij het verdere ontwerp. Daarom dien ik een motie in met als dictum: verzoekt het college, onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor verdere overkluizing van de Koningstunnel. Daar komt dan nog wat achteraan. Meer in het algemeen valt op dat ik bij ieder plan dat in deze raad komt, moet vragen om een bomenbalans: hoeveel bomen gaan er om, hoeveel bomen kunnen verplant worden en hoeveel bomen komen erbij? Daarom dien ik een algemene motie in, met als dictum: verzoekt het college om bij het aanbieden van het ontwerp aan de raad voor (grote) herinrichtingen en bouwplannen altijd een kopje 'bomenbalans' op te nemen in het voorstel. Deze motie wordt mede-ingediend door D66. Meer specifiek over de Koekamp dien ik een motie in met het verzoek om de bomenbalans positief te laten zijn met ten minste twintig grote bomen, om dat gewoon als uitgangspunt te nemen en om dat bij de volgende stappen in te plannen in de verdere vormgeving van dit plan.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (G/4) ingediend:

Motie G/4

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende dat:  het gewijzigde voorstel inzake voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp voorziet in de herinrichting van de Koekamp en omgeving;  het huidige voorstel voorziet in een overkluizing van een deel bij de Bezuidhoutseweg;  het college de ambitie uitspreekt om door middel van de aanleg van een overkluizing een betere verbinding tussen de Koekamp en het Haagse Bos tot stand te brengen voor fietsers, voetgangers en dieren.

Overwegende dat:  dit plan daarnaast beoogt om het gebied een groener karakter te geven door het planten van groen en bomen op de aan te leggen overkluizing.

Van mening zijnde dat:  verdere overkluizing nog meer voordelen biedt voor fietsers, voetgangers, dieren en groen en daarnaast bijdraagt aan de luchtkwaliteit in dit gebied.

Verzoekt het college:  onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor verdere overkluizing van de Koningstunnel ten hoogte van de tunnelmond Bezuidenhoutseweg om ook hier winst te boeken voor verdere vergroening en dit onderzoek te betrekken bij de behandeling van het definitief ontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door de heer Van Asten, wordt de volgende motie (G/5) ingediend:

22

Motie G/5

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende dat:  het college bij sommige voorstellen voor grootschalige herinrichtingen en bouwplannen wel aangeeft hoe de bomenbalans van het plan eruit zal zien en bij sommige niet.

Overwegende dat:  hierdoor verwarring ontstaat hoeveel groen er uiteindelijk verdwijnt en/of bijkomt bij plannen voor herinrichtingen en bouwplannen;  een groot deel van de gemeenteraad zich gecommitteerd heeft aan de doelstellingen van het klimaatakkoord in Parijs;  een bomenbalans inzicht kan bieden in de groenambities van het college bij nieuwe voorstellen.

Van mening zijnde dat:  het opnemen van een bomenbalans bij het ontwerp van grootschalige herinrichtingen en bouwplannen standaard zou moeten zijn.

Verzoekt het college:  om bij de aanbieding van het ontwerp aan de raad voor (grote) herinrichtingen en bouwplannen altijd een kopje “bomenbalans” op te nemen in het voorstel.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns wordt de volgende motie (G/6) ingediend:

Motie G/6

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende dat:  het gewijzigde voorstel inzake voorontwerp Stadsentree A12/malieveld en Stadsentree Koekamp voorziet in de herinrichting van de Koekamp en omgeving;  het huidige voorstel voorziet in de kap van verschillende bomen voor de verlegging van de waterkant op de Koekamp.

Overwegende dat:  dit plan beoogt de aansluiting van de Koekamp met het Haagse Bos te verbeteren en hiermee een impuls te bieden aan de groene uitstraling van het gebied.

Van mening zijnde dat:  we de ambitie moeten uitspreken om dit gebied te voorzien van extra groen waar mogelijk;  het opnemen van een bomenbalans in voorstellen voor dit soort grote plannen standaard zou moeten zijn.

23

Verzoekt het college:  in het voorstel een positieve bomenbalans op te nemen van tenminste 20 grote bomen op de Koekamp.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Rachid Guernaoui (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Groep de Mos is voorstander van het openbaar maken van de Koekamp. We zien daar dus heel veel voordelen in. Er ligt ook een leuk en goed voorontwerp. Er zijn nog wel vragen over de uitwerking, met name over de consequenties voor de fiets en de fietsambities die we hierin hebben. We moeten er natuurlijk voor zorgen dat er zo weinig mogelijk bomen worden gekapt, het liefst geen, maar in ieder geval zo weinig mogelijk. Daar hebben we alle vertrouwen in, maar de Fietsersbond heeft samen met de Bomenstichting nog alternatieve plannen bedacht met drie varianten. Groep de Mos ziet die drie varianten graag onderzocht worden, zodat de nieuwe raad een besluit kan nemen over het definitieve ontwerp dat uiteindelijk als raadsvoorstel aan de raad wordt voorgelegd. Bij dezen dien ik deze motie in, met als dictum: verzoekt het college om de drie varianten te onderzoeken als onderdeel van de werkzaamheden om een definitief ontwerp te maken en de raad over de uitkomsten van dat onderzoek te informeren middels een raadsvoorstel voor het definitief ontwerp.

De voorzitter. Door de heer Guernaoui, daartoe gesteund door de heer Brands, wordt de volgende motie (G/7) ingediend:

Motie G/7

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake Voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende:  dat onderdeel van het raadsvoorstel een ingrijpende vergraving van de Hertenkamp en de waterpartij is. De argumentatie hiervoor in hoofdzaak de wens is om ook aan die zijde van de Bezuidenhoutseweg een tweerichtingen fietspad te realiseren;  bij vele belanghebbenden de vraag blijft bestaan of bij het realiseren van het fietspad zo’n ingrijpende vergraving vermeden kan worden;  de Fietsersbond (afdeling Haagse Regio) en de Bomenstichting Den Haag samen hebben gezocht naar een oplossing die acceptabel is voor beide partijen waarbij het uitgangspunt is om veilig en comfortabel te kunnen fietsen van en naar het station zonder dat er bomen gerooid hoeven te worden;  dat Fietsersbond (afdeling Haagse Regio) en de Bomenstichting Den Haag daarvoor drie opties hebben bedacht: 1. Een beperkte oeververplaatsing Eén optie is om alleen de oever van het parkje aan de zijde van de Bezuidenhoutseweg voldoende te verplaatsen om er een voetpad aan te leggen. De waterloop wordt dan smaller, maar de oever van de Hertenkamp en de bomen daarachter blijven behouden. Indien behoud of verruiming van het totaal aan wateroppervlakte van belang is, kan deze gecompenseerd worden door het water parallel aan de Koningstunnel op verschillende plekken te verbreden en er een natuurvriendelijke oever aan te leggen. Dat kan aan beide zijden. Een waterbalans zal uitwijzen hoeveel waterbergend vermogen nodig is. 2. Nieuwe verschoven waterloop Ook zou het mogelijk zijn aanvullend een nieuwe verbinding, parallel aan de huidige, dan versmalde, waterloop te realiseren, op het terrein met behoud van bomen. Het deel van het schiereiland met bomen langs de oever wordt dan een eiland.

24

3. Twee eenvoudige bruggen Ten slotte is mogelijk het voetpad met twee eenvoudige bruggetjes door het deel met bomen aan de overzijde te realiseren. Er hoeft dan verder niets vergraven te worden.

Verzoekt het college: de drie varianten te onderzoeken als onderdeel van de werkzaamheden om een definitief ontwerp te maken; de raad over de uitkomsten van het onderzoek te informeren middels een raadsvoorstel voor het definitief ontwerp.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Lobke Zandstra (PvdA). Voorzitter. De Partij van de Arbeid is blij dat de Koekamp wordt aangepakt. Het is goed dat we daar een opknapbeurt gaan doen. Het is ook goed dat er extra fietsmogelijkheden komen en we zijn de wethouder dankbaar voor het nieuwe raadsvoorstel. Het is ook goed dat er daarin zoveel aandacht is voor duurzaamheid. De wethouder heeft dat uitgebreid opgeschreven. Ik hoop dat zijn collega's er lering uit trekken dat dat soort teksten voortaan thuishoren in een raadsvoorstel, zodat we ook de brede afweging over duurzaamheid kunnen maken. Dus dank voor die aanpassing, wethouder. We zien ook dat de wethouder ons tegemoetkomt en bereid is om nog kritisch naar het huidige ontwerp te kijken. Wij zien ook nog mogelijkheden om in het traject van voorontwerp naar definitief ontwerp te kijken of het nog meer in overeenstemming kan worden gebracht met de wensen vanuit de stad. Er zijn heel veel insprekers en er zijn ook heel veel organisaties die nog ideeën hebben. Laten we bekijken of we die nog mee kunnen nemen naar het definitieve ontwerp, maar het voorstel dat er nu ligt, kan op onze steun rekenen. Wij zullen dit raadsvoorstel steunen.

Christine Teunissen (PvdD). U zegt dat u openstaat voor alternatieven. Hebt u als Partij van de Arbeid ook niet liever dat we de natuur sparen en dat we er gewoon voor zorgen dat we de fietspaden om de Koekamp heen gaan versterken en dat we niet een fietspad door de Koekamp aanleggen?

Lobke Zandstra (PvdA). Nee, er zijn heel veel mensen die met heel veel plezier door het Haagse Bos fietsen en daar juist heel graag rechtdoor zouden willen oversteken om op die manier de stad in te gaan. Het is belangrijk dat veel mensen in de stad fietsen. Wij vinden dat er in dit plan voldoende aandacht is voor de natuur en groen en dat daar zorgvuldig naar is gekeken. Wij denken dat juist dat extra stukje fietspad een enorme toegevoegde waarde zal hebben voor de fietsers in deze stad.

Christine Teunissen (PvdD). Wat u betreft mag er dus gewoon grootschalige bomenkap plaatsvinden, waardoor er minder natuur overblijft om uiteindelijk doorheen te rijden.

Lobke Zandstra (PvdA). Ik zou afstand willen nemen van die term 'grootschalige bomenkap'. Het is nog niet duidelijk hoeveel bomen verplaatst of gekapt moeten worden bij het ontwerp, maar het klopt wat mevrouw Teunissen zegt: wij zijn bereid om hier en daar een boom te moeten kappen om ervoor te zorgen dat dat gebied beter ontsloten wordt en beter toegankelijk wordt voor mensen van de stad om daarvan te genieten.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. We hebben al heel wat over dit onderwerp gepraat. We hebben onder de bezielende leiding van de boswachter zelfs een werkbezoek gebracht aan de Koekamp. We hebben daarbij gemerkt dat er een goede samenwerking is met Staatsbosbeheer, dat ook met trots praat over dit gebied en dat dit gebied ook wil openstellen voor de stad, zoals we zojuist ook hoorden van een inspreker. Daarmee krijgen we steeds meer een stadspark als stadsentree. Dat vindt het CDA een goede zaak. Wel vraagt het CDA aandacht voor de afscheiding tussen het fietspad en het voetgangerspad. Die kunnen weleens conflicteren. We moeten inderdaad ook goed luisteren naar de initiatieven die vanuit de stad komen in de opmaat naar het definitieve ontwerp.

25

Wat de Koningstunnel betreft: bij de behandeling van de renovatieplannen voor de Koningstunnel heb ik al gevraagd om een onderzoek om de tunnel te kunnen verlengen. Moties die daarover vandaag van welke partij dan ook voorbijkomen, zullen wij daarom zeker ondersteunen. Voor de rest wens ik de wethouder veel succes met het verder uitwerken van dit plan.

Aisha Akhiat (SP). Voorzitter. Dit is een uniek stukje eeuwenoud groen in het hart van Den Haag. Daar hoor je natuurlijk zorgvuldig mee om te gaan. Volgens mij is iedereen het erover eens dat de Koekamp inderdaad een opknapbeurt nodig heeft, maar zoals de Partij voor de Dieren zojuist al zei, is dat inderdaad een kwestie van achterstallig onderhoud. Daar moeten we dus gewoon zo snel mogelijk mee aan de slag. In het huidige plan moeten veel te veel bomen gekapt worden en is er te weinig ruimte over voor recreëren in het groen. We moeten heel erg uitkijken dat de Koekamp niet de nieuwe Grote Marktstraat wordt. Spaar kosten en bomen en maak van de Koekamp een mooi onderhouden stadspark voor ons allemaal.

Robert van Asten (D66). Mevrouw Akhiat zei dat een enorm aantal bomen moet worden gekapt. Om hoeveel bomen gaat dat precies, mevrouw Akhiat?

Aisha Akhiat (SP). Dat staat in mijn aantekeningen, maar die liggen op mijn plaats. Dat kan ik nu dus niet zeggen.

De voorzitter. Zal ik u de gelegenheid geven om uw aantekeningen op te halen en daarmee terug te komen? Dat kan, zeker als daar de aantallen in staan.

Aisha Akhiat (SP). Dan haal ik ze even op. Ik kan het zo snel niet vinden. Nee, kennelijk staat dat aantal niet in de aantekeningen. Ik kan dus alleen maar zeggen dat ik het precieze aantal niet weet. Ik weet wel dat het er veel gaan worden. Dat baseer ik onder andere op de inbreng van de insprekers.

Robert van Asten (D66). Als eigenlijk onbekend is hoeveel bomen er weggaan, vind ik het nogal grootse woorden om gelijk te zeggen dat er een enorm aantal bomen weg moet. Dat vind ik een beetje stemmingmakerij. Zo ken ik mevrouw Akhiat natuurlijk niet. Het aantal bomen dat in het stuk wordt genoemd, is dertien. Dat is een voorlopig ontwerp, dat later nog wordt aangepast. Zijn dertien bomen een enorm aantal bomen of te veel bomen? Vanaf waar begint die grens bij mevrouw Akhiat?

Aisha Akhiat (SP). Ik zie dat mijn iPad nu ook uitvalt. Dertien lijkt mij niet heel erg veel, maar ik kan me niet voorstellen dat het daarbij blijft.

Robert van Asten (D66). Mevrouw Akhiat vindt dertien dus niet al te veel, maar vervolgens komt daar weer een opmerking bij: zij kan zich niet voorstellen dat het daarbij blijft. Wat triggert mevrouw Akhiat om te denken dat het daar niet bij blijft? Wat zou er dan gebeuren?

Aisha Akhiat (SP). Je ziet dat daar hele fietspaden worden aangelegd. Daar moet gewoon ruimte voor komen. Ik neem aan dat dat niet met dertien bomen gefikst is.

Robert van Asten (D66). Dat is natuurlijk wel het geval, want juist in dit voorontwerp staan die fietspaden, de vergraving et cetera ingepland. Daardoor zullen dertien bomen worden gekapt. Ik kan mevrouw Akhiat dus wellicht geruststellen met het aantal van dertien bomen, dat zij niet te veel bomen vindt voor de aanpassing van dit gebied. Ik reken er dus ook op dat de SP voor dit voorstel gaat stemmen.

Aisha Akhiat (SP). Mijnheer Van Asten, misschien is het dan handig om de insprekers straks de kans te geven om nog een keer in te spreken, zodat zij kunnen aangeven waarop die angst gebaseerd is. Dan kan ik daar misschien ook weer mee verder.

26

De voorzitter. Mevrouw Akhiat, de vlucht voorwaarts is altijd een goede, maar het is hier totaal ongebruikelijk dat insprekers twee keer mogen inspreken. Dat gaan we dus niet doen.

Aisha Akhiat (SP). Jammer.

De voorzitter. Ja, maar ze zitten deels nog op de tribune. U kunt er nog naartoe lopen.

Aisha Akhiat (SP). Dat is fijn.

Robert van Asten (D66). Voorzitter. Ik wil er geen bomentelspelletje van maken, want het gaat hier natuurlijk eigenlijk om iets veel belangrijkers: een groengebied in de stad, dat we tegelijkertijd goed bereikbaar willen houden, goed geschikt moeten maken voor Hagenaars om daarvan te kunnen genieten, er te kunnen recreëren en erdoorheen te kunnen gaan en echt een onderdeel van de stad willen laten zijn. Des te belangrijker is het dat we er ook voor zorgen dat het in de toekomst klaar is op het moment dat we als stad gaan groeien, niet alleen direct al in de omgeving maar eigenlijk in de hele stad. Daar moeten we dus heel zorgvuldig mee omgaan. Eigenlijk zijn we vanaf april of misschien al langer bezig met hoe we deze hele groene entree - Malieveld, Koekamp en Haagse Bos - gaan aanpakken. Dat is een lang en uitgebreid traject, waarin we als raadsleden flink zijn meegenomen. We hebben bij de vorige behandeling in de commissie uitgebreid gesproken over het voorlopige ontwerp dat toen voorlag. Naar aanleiding van die gesprekken is dat vervolgens ook nog aangepast tot een nieuw voorstel van 16 januari. Daar zitten natuurlijk al flinke verbeteringen in, bijvoorbeeld als we vergelijken welk stukje van het hertenkamp werd afgegraven en wat daar nu blijft, als we zien hoe paden komen te liggen et cetera. Vervolgens zijn er nog steeds bewoners en organisaties, zoals de Fietsersbond en de Bomenstichting, die denken dat zij dit plan nog verder kunnen verbeteren. Ook ik denk dat er wellicht nog verbeteringen mogelijk zijn. Zoals de wethouder ook zelf zegt: we zijn nog niet bij een definitief ontwerp aanbeland; we gaan dus bekijken hoe we dit gebied zo groen mogelijk kunnen houden, maar wel met een fietspad daardoorheen. Ik sluit mij volledig aan bij de opmerking van collega Zandstra dat het belangrijk is om de fietsers daar goed doorheen te kunnen laten gaan. Daar is D66 ook een groot voorstander van. In dat opzicht willen we graag een motie indienen. Om het fietsen wel fijn te laten gebeuren en tegelijkertijd de wandelaars in dat gebied niet te verstoren, dienen wij de motie Geen snorfietsen door de Koekamp in. We willen daar geen uitlaatgassen. Het dictum van de motie luidt natuurlijk: snorfietsen te verbieden op het nieuw aan te leggen fietspad door de Koekamp. De motie wordt samen met de collega's van GroenLinks, het CDA, de VVD, de HSP, de ChristenUnie/SGP en Groep Van der Helm ingediend.

Christine Teunissen (PvdD). Mijn vraag gaat over het eerdere betoog van de heer Van Asten. Misschien heb ik het gemist, maar ik heb helemaal niets gehoord over het respect van D66 voor historisch erfgoed in de stad. Volgens dit voorontwerp moet een stuk worden afgegraven dat daar al eeuwenlang hetzelfde is, namelijk het eiland bij de Koekamp. Hoe denkt D66 daarover? Moeten we dat niet in ere laten als historisch erfgoed van onze stad, ook voor komende generaties?

Robert van Asten (D66). Wat ik hier belangrijk vind, is dat we met het Haagse Bos, de Koekamp en het Malieveld een groen gebied houden in deze stad maar dat we dat wel zo goed mogelijk beschikbaar maken voor iedere Hagenaar om daar op een juiste manier gebruik van te kunnen maken door daar lekker doorheen te kunnen fietsen en er te kunnen wandelen. Als dat ten koste gaat van een stukje landschapsarchitectuur van de heer Zocher uit de negentiende eeuw, kan daar een kleine aanpassing in plaatsvinden. Er hebben zelfs andere voorstellen op tafel gelegen. Bij de overkapping van de A12 werd er bijvoorbeeld aan gedacht om het water wellicht daarover door te trekken. Daar zien we in het huidige voorstel helaas niets meer van terug, maar ik kan me voorstellen dat we dan ook met een ander prijskaartje te maken hadden gehad.

Christine Teunissen (PvdD). Het is dus duidelijk dat D66 gewoon door historisch erfgoed een pad wil leggen. Ik ken D66 als een partij die graag voor de fiets opkomt. Er zijn allerlei alternatieve

27 plannen aangedragen om de fietspaden om de Koekamp heen te verbeteren. Geeft D66 die plannen dan geen kans?

Robert van Asten (D66). Er wordt natuurlijk veel gesproken over de vraag of het fietspad aan beide zijden van de Bezuidenhoutseweg behouden moet worden. Aan de stationskant blijft het fietspad behouden. Daarom kunnen we de snorfietsers naar dat gedeelte van de Bezuidenhoutseweg verbannen; die woorden wil ik wel gebruiken. De fietser heb ik liever ook niet direct naast een autoweg. Natuurlijk zou het ook mijn droom zijn om de Bezuidenhoutseweg te ondertunnelen, net zoals we een heleboel andere verkeersaders graag verkeersluw of ondertunneld willen hebben. Dan spreken we alleen over een heleboel geld, dat we gewoon niet hebben. Of misschien hebben we dat geld niet over voor dit stukje, want dat geld kunnen we natuurlijk ook uitgeven aan zaken die veel prangender zijn. Als we dan de keuze hebben tussen een fietspad direct langs de Bezuidenhoutseweg en het iets verleggen van het fietspad tussen de bomen in het park, is het voor D66 belangrijker om het fietspad net iets van de weg af te leggen, zodat die fietservaring gezonder en fijner wordt.

Bart Brands (Groep Brands). Even kort over de motie: betreft het ook elektrische fietsen en scooters?

Robert van Asten (D66). In dit geval gaat het mij puur om de tweetakt- en viertaktmotortjes, rijdend op diesel en andere fossiele brandstoffen, ook omdat de rookwolken je weleens om je oren vliegen als je daarlangs fietst of loopt.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ik hoor de heer Van Asten van D66 zeggen dat ondertunneling van de Bezuidenhoutseweg eigenlijk nog een veel mooiere oplossing zou zijn. We weten op dit moment niet wat het kost. Waarom wil D66 dit plan nu dan toch koste wat kost doordrukken, terwijl we hier de komende tientallen jaren op de centrumlocatie van deze stad aan vastzitten?

Robert van Asten (D66). Ik zou de heer Kapteijns graag willen mededelen dat niemand hier wordt gedwongen. Sterker nog: er is hier een voorlopig ontwerp, waarin we nu besluiten om wel met dit gebied aan de slag te gaan. We komen nog tot een definitief ontwerp. Daar hoeft de heer Kapteijns dus helemaal niet zo bang voor te zijn. Natuurlijk zouden we willen weten wat het zou kosten om een tunnel te graven, maar tunnelbouw in Den Haag kent inmiddels een lange historie en we kennen ook de bedragen die daar ongeveer bij horen. Als de heer Kapteijns een miljoen of 50 over heeft die hij zo op tafel kan leggen en waarmee na het onderzoek de Bezuidenhoutseweg kan worden ondertunneld, hoor ik dat graag van hem, maar dat voorstel heb ik nog niet gezien en dat verwacht ik eerlijk gezegd ook niet.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ik heb een motie ingediend om dat te onderzoeken, want ik denk dat het een stuk goedkoper kan zijn dan het bedrag dat hier nu door de zaal gaat. Als het dan niet nodig zou zijn dat we door de Koekamp hoeven te fietsen, zodat we alle bomen in de Koekamp kunnen behouden en het gebied ook niet hoeven te versnipperen, zou D66 daar dan toch voor zijn?

Robert van Asten (D66). Mijn oma zei altijd: 'as is verbrande turf'. Met andere woorden: Het is politiek altijd heel lastig om te discussiëren op basis van 'als dit' of 'als dat'. Als de wereld perfect zou zijn, zouden we wellicht heel andere keuzes kunnen en mogen maken. Dat zouden we dan ook doen, maar laten we vooral eventjes afwachten hoe de weg naar het definitieve ontwerp loopt. Dat zal niet morgen op de mat vallen. We wachten nog even de antwoorden van de heer Revis op uw vraag inzake de onderbouwing van de kosten van de ondertunneling af. Wellicht kunnen we dan vrij snel een verdere stap maken die wellicht tot ondertunneling leidt. Wie weet? Ik sta daarvoor open, want ik ben namens D66 ook medeondertekenaar van de zojuist door de heer Bos ingediende motie van de Haagse Stadspartij om te kijken hoe we samen met bewoners en groen- en fietsorganisaties kunnen toewerken naar een ander, beter en verder uitgewerkt ontwerp van het definitief ontwerp.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Volgens mij voor de laatste keer: ik ben in ieder geval blij met de steun van D66 voor het doen van dat onderzoek, maar het valt mij juist van D66 tegen dat het, terwijl

28 heel veel bewoners en actieve clubs in de rij staan om mee te denken over hoe we dit plan beter kunnen maken, toch dit ontwerp door de raad gaat halen. Dat vind ik jammer.

Robert van Asten (D66). Ik weet niet waarom de heer Kapteijns dat zo jammer vindt. Sterker nog: met de motie die wij hebben ingediend met de heer Bos, geven we die organisaties juist extra mogelijkheden om verder mee te denken. Ik zou dus bijna tegen de heer Kapteijns willen zeggen: steun die motie ook; dan gaan we dat samen waarmaken.

De voorzitter. Door de heer Van Asten, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, de heer Rogier, mevrouw Michon-Derkzen, de heer Bos, de heer Grinwis en de heer Van der Helm, wordt de volgende motie (G/1) ingediend:

Motie G/1

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen tijdens de bespreking van agendapunt F – Stadsentree Koekamp.

Constaterende dat:  het geplande tweerichtingenfietspad door de Koekamp komt te liggen en daar regelmatig pal naast het voetpad ligt;  het fietspad op sommige stukken een minimale breedte van 3,5 meter krijgt;  er voor snorfietsen een alternatief voorhanden is aangezien ook het fietspad op de Bezuidenhoutseweg aan de stationszijde tweerichtingen blijft behouden.

Van mening dat:  de veiligheid van fietsers en voetgangers in dit gebied niet mag worden verminderd en idealiter door de aanpassingen moet verbeteren;  snorfietsen niet alleen harder rijden dan de gemiddelde fietser maar ook een negatieve impact hebben op de luchtkwaliteit in dit groengebied;  er voor snorfietsen een alternatief voorhanden blijft indien ook het fietspad op de Bezuidenhoutseweg aan de stationszijde tweerichtingen blijft behouden.

Roept het college op om: snorfietsen te verbieden op het nieuw aan te leggen fietspad door de Koekamp.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Voorzitter. Het is goed dat we vandaag weer over de Koekamp spreken. We hebben dat vrij recent gedaan in de commissie. Toen zei ik dat ik de ontwikkeling van de Koekamp echt een huzarenstukje vind, omdat we op zo'n mooi stukje groen in zo'n druk gebied van de stad wel proberen om de natuur te respecteren én er meer van te genieten. Dat doen we op een manier waarop alle bewoners maar eigenlijk de hele stad - want iedereen voelt iets bij dat stukje - kunnen meepraten. Ik vind ook dat dat heel goed lukt. De vorige keer hadden we het bijvoorbeeld over de kleur van het fietspad. Daar kun je lacherig over doen, maar ik vind het een heel terecht punt om de kleur groen te houden. De wethouder zei dat hij dat punt overnam en een goed idee vond. Vandaag hoorde ik over de bankjes. Ook dat punt vind ik terecht, want het is een prachtig stukje, waar je ook even zou moeten kunnen zitten. In de commissie is ook gesproken over echte alternatieve verlichting, zodat we de natuur zo weinig mogelijk belasten maar met elkaar wel meer van die natuur kunnen genieten. Daar is mijn fractie natuurlijk een groot voorstander van.

Christine Teunissen (PvdD). Ik ben benieuwd hoe u dit respect voor de natuur, zoals u dat noemt, rijmt met een weg dwars door de Koekamp heen leggen, waardoor veel bomen moeten worden gekapt. Ik zeg daarbij dat dat er meer dan dertien zijn, want dat aantal ging alleen over de watergang. Dat is

29 alleen dus nog maar het begin van dat pad. Het is onduidelijk hoeveel het er precies zijn, maar het is een feit dat er gewoon heel veel bomen gaan sneuvelen door zo'n weg én dat de natuur versnipperd raakt. Hoe rijmt u dat met het uitgangspunt 'respect voor de natuur'?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Uw fractie en mijn fractie zullen altijd een andere opvatting van 'respect voor de natuur' hebben, want ik vind niet dat 'natuur' moet zijn dat je daar een strik omheen doet en er vanaf een afstandje naar kunt kijken. Ik vind dat je respect voor de natuur kunt hebben door de natuur te beleven en de natuur tegelijkertijd niet onnodig lastig te vallen. In de commissie hebben we bijvoorbeeld besproken dat inderdaad niemand het aantal bomen wist - dat weet nog steeds niemand - maar dat het uitgangspunt is dat de oude, historische bomen behouden zullen worden. Het fietspad zal dus zo worden aangelegd dat je respect hebt voor oude en zeer volwassen bomen, de mooiste bomen. We hebben het over de verlichting gehad, zodat je niet onnodig veel licht in dit stuk natuur aanbrengt. Ik heb niet voor niets de motie van D66 ondersteund en zelfs medeondertekend om ervoor te zorgen dat er geen onnodig lawaai in de natuur is. Dat zijn allemaal zaken die aantonen dat je de natuur kunt respecteren en er tegelijkertijd van kunt genieten, want er zijn ook een heleboel mensen in de stad die dat heel graag zouden doen of die dat ook al doen en die dat graag wat intensiever willen doen. Ik vind dat dat ook zou moeten kunnen. De Koekamp is ook een onderdeel van de hele Leidraad Stadsentree. Daar spraken we de vorige keer ook over en dat zien we ook vanavond terugkomen: het gaat ook over de Bezuidenhoutseweg en over hoe we überhaupt omgaan met al die fietsers die straks uit die prachtige nieuwe stalling komen. Ik hoop dat we bij het definitief ontwerp tegelijkertijd ook die andere ontwikkelingen zien, want ik denk dat dat voor velen een beter beeld geeft van het geheel.

Christine Teunissen (PvdD). Nog een vraag over die verlichting. Mevrouw Michon zegt dat we uitkijken met die verlichting, maar er komt toch meer verlichting bij? Dat is toch een nadeel voor de natuur? Dat is toch geen voordeel voor de natuur? Daar heeft de natuur toch alleen maar nadeel van?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Ik wil de Partij voor de Dieren aangeven dat we daar niet coûte que coûte om de vijf meter een dikke lantaarnpaal neerzetten en die altijd aan laten staan. Je kunt er met verlichting in ieder geval voor zorgen dat je veilig fietst én dat je de natuur niet onnodig lastig valt, hoewel dat bij natuur niet kan. Mijn vraag aan de wethouder is dus om bij het definitief ontwerp ook echt even zichtbaar te maken wat er met alle goede suggesties is gedaan en ook inzicht te geven in dat totale gebied. Dat betreft dus zowel de Rijnstraat en de Bezuidenhoutseweg als de ontwikkelingen op het KJ-plein. Ik zeg dat even uit mijn hoofd; de wethouder weet dat beter dan ik. Ik hoop dat de wethouder dat kan doen.

Wethouder Revis (VVD). Voorzitter. We hebben het vandaag over de stadsentree A12 en de Koekamp. Ik denk dat het goed is om een stukje terug in de tijd te gaan. Een jaar of drie geleden hebben we met elkaar gesproken over het Koningin Julianaplein. Dat dossier zat behoorlijk vast. We hebben met elkaar bekeken hoe we daar weer een groen plein van kunnen maken dat in verbinding staat met de Koekamp, het Malieveld en ook het Haagse Bos. Daarnaast hebben we, in aanvulling daarop, de kruising van de Bezuidenhoutseweg bekeken: hoe gaat het fietsverkeer straks uit de nieuwe fietsenkelder naar de overkant en hoe verdeelt dat zich van daaruit over de stad naar het centrum of naar Haagse Hout? We hebben over het Malieveld, het Haagse Bos en de Koekamp gesproken en ook over de overkluizing over de A12, waarvoor we inmiddels een provinciale subsidie gekregen hebben om die mede te betalen. Daar ben ik heel blij mee. De raad heeft mij toen verzocht om van al die losse projecten een overkoepelend verhaal te maken, zodat we ook kunnen zien dat de samenhang goed is. Die samenhang hebben we aangebracht, ook door met heel veel mensen uit de stad, omwonenden, belangenorganisaties en natuurorganisaties naar dat gebied te kijken, er rond te lopen en met elkaar het plan verder uit te werken. Raadsleden zijn zelf op werkbezoek geweest. In mei vorig jaar hebben we in de commissie gesproken over de visie op dat hele gebied, waar dit een onderdeel van is. Op basis van die bespreking zijn we het verder gaan uitwerken en ligt nu het voorlopig ontwerp voor de overkluizing van de A12, de stadsentree en de Koekamp voor.

30

Met betrekking tot de Koekamp ben ik heel blij dat Staatsbosbeheer met ons wil samenwerken en het gebied dat het beheert en bezit, wil openstellen voor de Hagenaars en ook onderdeel wil laten uitmaken van dit grote gebied. Ook dank voor de inspraak daarover! Een aantal zaken zijn in de commissievergadering aan de orde geweest. De raad heeft van mij een gewijzigd raadsvoorstel gekregen waarin ik een aantal suggesties van raadsleden na al die inspraak en suggesties uit de buurt heb overgenomen. Die maken het plan nog wat beter. Zo kunnen we de afgraving tot een minimum beperken, waardoor een aantal bomen, vrij volwassen bomen, op het herteneiland kunnen blijven staan. We hebben ook op een andere manier gekeken naar de fietspaden door de verharding te veranderen. Dat is niet alleen belangrijk voor de uitstraling in het gebied waar de fietspaden doorheen gaan. De fundering van een lemen fietspad is ook minder ingrijpend en daarmee kun je dus ook meer bomen sparen. Uiteindelijk blijft een plan over dat het gebied nog verder vergroent. Ik vind het belangrijk om dat te benadrukken. Er komt 3.000 m2 groen bij en de bomenbalans van het hele plan is minimaal nul, maar aangezien we zo veel mogelijk bomen proberen te sparen, zal die balans waarschijnlijk positief zijn.

Christine Teunissen (PvdD). Een positieve bomenbalans klinkt mooi, maar in feite moeten er gewoon bomen worden gekapt. Mijn vraag aan de wethouder is of hij bewust vaag heeft gehouden hoeveel bomen er gekapt moeten gaan worden in het voorlopige ontwerp.

Wethouder Revis (VVD). Nee, het tegenovergestelde is het geval. Ik heb dat bewust heel expliciet gemaakt. Dat kunt u vinden op pagina 4 van het raadsvoorstel, onder het kopje 'Ecologie en bomen'. Daar staat dat voor de watergang in eerste instantie inderdaad negentien bomen zouden verdwijnen, maar we kunnen er vijf sparen en er is ook een boom omgewaaid. Er blijven er dus dertien over; daar hadden we het zojuist over. Langs het weggedeelte worden negen bomen verplaatst en worden er waarschijnlijk drie gekapt, maar we moeten dat natuurlijk nog definitief uitwerken. In het bosdeel, het deel dat van Staatsbosbeheer is en waar 1.400 bomen staan, raken 29 bomen het voorlopige fietspad. We zullen moeten zien hoeveel van die bomen we kunnen verplaatsen of behouden. De doelstelling is immers om zo veel mogelijk bomen te behouden. We zijn er dus heel expliciet duidelijk over geweest. Ik ga nu in op een aantal opmerkingen van raadsleden. De heer Bos sprak terecht waardering uit voor de betrokkenheid van de stad. Die waardeer ik ook zeer. Dit is een stukje groen in het hart van de stad, dat heel erg past bij het karakter van Den Haag als groene stad en dat we met elkaar heel graag willen versterken en groen willen houden. Daar past bij dat we op een zorgvuldige manier zo veel mogelijk mensen laten meedenken. Dat hebben we de afgelopen periode gedaan. Ik verzeker de heer Bos dat we dat de komende weken en maanden zullen blijven doen en dat we de plannen met nauwe betrokkenheid van iedereen die wil meedenken en ook van de Fietsersbond en de Bomenstichting zullen uitwerken. Mevrouw Teunissen stipte nog even de Acte van Redemptie aan. Daar kunnen we het lang of kort over hebben. Dat is een acte uit 1576. Voor de geschiedschrijving is het goed om te zeggen dat in 1830 voor een deel van het Haagse Bos is besloten om daarvan een park te maken, een park van Zocher. Het bosdeel is dus al een keer in een park veranderd. Daar maakt het hertenkamp onderdeel van uit. Dat is dus geen eeuwenoud ontwerp; het is uit 1830 en dat proberen we nu juist te herstellen en terug te brengen in de staat die Zocher wilde, want er is ook langs de oevers en in de rest van het gebied van de Koekamp wat verwaarlozing opgetreden. Ik waardeer de nuance in het betoog van de heer Kapteijns. Ik denk dat het goed is om nog één ding op te merken. Hij zei dat het eigenlijk te vroeg is om het voorlopig ontwerp nu goed te keuren. Ik heb er respect voor als hij dat vindt, maar het college vindt het nu niet te vroeg. Er zijn een aantal zaken die wij graag op dit moment zouden willen regelen. Als de raad instemt met het voorlopige ontwerp, geeft de raad ook goedkeuring om de overeenkomst met Staatsbosbeheer te sluiten voor het verder uitwerken van de plannen. Dat is belangrijk, omdat we partners van elkaar willen zijn en omdat we dat partnerschap willen bevestigen in een overeenkomst, zodat we dit plan samen kunnen uitwerken op elkaars gebied. Het sluit immers op elkaar aan en daar is dus samenwerking voor nodig. Het is ook nodig omdat met een voorlopig ontwerp het budget door de raad wordt toegekend aan het project, zodat we het ook verder kunnen uitwerken en zodat we met al die betrokkenen die verdere uitwerking en optimalisatie naar het definitief ontwerp kunnen laten plaatsvinden.

31

Tot slot vroeg mevrouw Michon om bij het definitief ontwerp een overzicht te geven van de samenhang tussen al die projecten. Ik denk dat dat een goed idee is. We hebben eerder, in mei vorig jaar, de visie op het hele gebied besproken. We zijn intussen ook druk bezig met het Koningin Julianaplein, de Bezuidenhoutseweg en de Rijnstraat. Het lijkt mij dus heel goed om met het DO de stand van zaken op dat moment te delen met de raad. Ik loop de moties op basis van de nummering lang. Ik begin dus met motie G/1 van de heer Van Asten c.s., de motie Geen snorfietsen door de Koekamp. Ik denk dat dat een heel goede motie is, die ook respect voor het groene gebied laat zien. De motie sluit heel mooi aan bij het fietspad dat doorgaat naar het Haagse Bos, waar snorfietsen en brommers verboden zijn en dat bedoeld is voor fietsers. Het college kan deze motie dus ondersteunen. Over motie G/2 van de Haagse Stadspartij, de motie Overleg Koekamp, ondertekend door de heer Bos en de heer Van Asten, heb ik zojuist iets gezegd. Ik ben blij dat in de motie de dubbele doelstelling van de Fietsersbond en de Bomenstichting wordt genoemd: op een goede, veilige manier kunnen fietsen en tegelijkertijd zo veel mogelijk bomen sparen door daar waar mogelijk om de bomen heen te werken. Ik denk dat dat op heel veel plaatsen echt heel goed gaat lukken. Het college kan dan ook prima uit de voeten met deze motie. De raad zal het resultaat zien bij het definitief ontwerp. Motie G/3 van de Haagse Stadspartij is de motie Bezuidenhoutseweg autovrij. Ik meen dat we het daar in de commissievergadering maar ook daarvoor al over hebben gehad. Zoals bekend heb ik samen met de heer De Bruijn goed naar het autoverkeer over de Bezuidenhoutseweg gekeken. In onze plannen voor de Bezuidenhoutseweg - die maken geen onderdeel uit van dit ontwerp - is het idee om het autoverkeer zo veel mogelijk te minimaliseren en een situatie te creëren waarin de auto te gast is en waarin de fietser en de voetganger, met name de fietser die uit de fietsenkelder komt en aan de overkant van de Bezuidenhoutseweg zijn verdere weg kiest, voorrang krijgen op de auto's, die daar te gast zijn. Waarom kan het niet helemaal autovrij? We hebben naar omleidingsroutes gekeken. Die brengen veel verkeersopstoppingen en onveiligheid met zich mee. Tegelijkertijd moeten we een aantal plekken in de binnenstad, zoals de parkeergarages, de Muzegarage en de Grote Marktstraatgarage, en de winkeliers die bijvoorbeeld bij de Primark bevoorraad moeten worden, op die manier kunnen blijven ontsluiten. Het onderzoek heeft dus al plaatsgevonden en de uitkomst is dat het niet kan. Deze motie zou ik daarom willen ontraden. Motie G/4 van de heer Kapteijns is de motie Onderzoek overkluizing tunnelmond Bezuidenhoutseweg. Ik merk aan de heer Kapteijns dat hij eigenlijk het liefst tot de uitslag van de motie zou willen wachten met het verder invullen van het gebied. Dat kan niet. We zijn nu bezig met het Koningin Julianaplein. Dit plan zal doorgaan. De uitkomst van het onderzoek zal sowieso zijn dat dit erg ingrijpend en erg duur is en dat dit daarna gepland moet worden, als iedereen dat zou willen. Dat doet er op dit moment niet toe, want dat onderzoek zouden we eerst moeten uitvoeren. Als de raad dat belangrijk vindt, laat ik het oordeel over deze motie over aan de raad. Motie G/5 van de heer Kapteijns, ondersteund door de heer Van Asten, is de motie Bomenbalans opnemen in plannen. Dat vind ik een goed idee. Ik heb in dit plan de bomenbalans vrij nauwkeurig opgenomen. Ik geloof dat ik dat zeer vaak doe. Ook van bomen waarvan we niet zeker weten of ze gekapt of verplant kunnen worden, wordt wel alvast aangegeven hoeveel bomen worden geraakt. Dat kan wellicht leiden tot het idee dat het er veel zijn, maar ik denk dan altijd maar dat je open en transparant bent en dat het alleen maar mee kan vallen. Ik denk dat het op meer plekken waar het college plannen maakt, goed is om dat op die manier aan te pakken. Het college kan deze motie dus ondersteunen. Motie G/6 is de motie Positieve bomenbalans Koekamp. Ik zei daar zojuist al iets over. Een positieve bomenbalans moet te doen zijn, maar in de motie wordt gevraagd om ten minste twintig grote bomen extra te planten op de Koekamp. Dan zou ik eigenlijk moeten zeggen dat dat een ongedekte motie is. Dat kost geld en dat zit nu niet in de plannen, maar tegelijkertijd ben ik wel optimistisch over een positieve bomenbalans. Ik laat het oordeel over deze motie dus aan de raad. Motie G/7 van de heer Guernaoui, de motie Onderzoek drie alternatieven van de Fietsersbond en de Bomenstichting, vind ik een goede motie, waarin heel concreet wordt verzocht om drie van de voorstellen verder uit te zoeken. Ik denk ook dat het vrij realistisch is om die zaken op deze manier op te pakken. Ik ben dus enthousiast over deze motie, die ik de raad zou willen aanbevelen. Daarmee heb ik alle moties van een advies voorzien.

32

Peter Bos (HSP). Voorzitter. Ik heb een opmerking over mijn motie G/3 over het autovrij maken van de Bezuidenhoutseweg. Ik zou willen voorstellen om dat te lezen als 'autoluw'. Wellicht kan de wethouder er dan wel mee leven. Ik wil de motie dus zo formuleren dat 'autovrij' 'autoluw' zou moeten zijn.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. Ik dank de wethouder voor de positieve bejegening van de moties, misschien op eentje na. Ik denk dat alle moties dit plan beter maken. Wat GroenLinks betreft zou het echt beter zijn om een pas op de plaats te maken. Daarom blijf ik erbij dat we dit ontwerp niet kunnen steunen, maar ik ben in ieder geval heel blij dat het definitieve voorstel straks ook nog naar de raad komt.

Wethouder Revis (VVD). Voorzitter. De heer Bos vroeg of ik nog bezwaar heb tegen motie G/3 als daar in plaats van 'autovrij' 'autoluw' in staat. Dat heb ik niet. Het onderzoek heeft eigenlijk al grotendeels plaatsgevonden. De uitkomsten daarvan zijn te vinden in het ontwerp voor de Bezuidenhoutseweg. Dat is een ander project binnen dit gebied. Ik kan daar dus heel goed mee leven.

De voorzitter. Mijnheer Bos, is het nu zo dat u de motie wijzigt?

Peter Bos (HSP). Ja.

De voorzitter. Oké, dan wordt de motie geacht gewijzigd te zijn ingediend, in die zin dat het dictum thans luidt: te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de Bezuidenhoutseweg op het gedeelte langs het KJ-plein autoluw te maken. En de titel van de motie is gewijzigd in: Bezuidenhoutseweg autoluw. Bent u dat met mij eens, mijnheer Bos?

Peter Bos (HSP). Ja.

De voorzitter. Dank u wel. Heeft iemand in de raad er behoefte aan dat wij weer een extra boom opofferen voor het aanpassen en kopiëren van deze motie? Of kunt u allemaal waar 'autovrij' staat 'autoluw' invullen? Ik constateer dat de raad met dat laatste instemt. De gewijzigde motie luidt thans:

Motie G/3 gewijzigd

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het Gewijzigd voorstel voorontwerp Stadsentree A12/Malieveld en Stadsentree Koekamp (RIS298517).

Constaterende dat: - de ambitie bestaat om de Stadsentree Koekamp te verbeteren.

Overwegende dat: - de Bezuidenhoutseweg langs het KJ-plein nu een verkeersfunctie heeft voor auto’s, fietsers en voetgangers.

Van mening dat: - de Bezuidenhoutseweg nu door het autoverkeer een barrière vormt tussen het KJ-plein en de Koekamp.

Verzoekt het college: - te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de Bezuidenhoutseweg op het gedeelte langs het KJ-plein autoluw te maken.

De gewijzigde motie maakt onderdeel van de beraadslaging uit.

De voorzitter. Ik constateer dat we kunnen overgaan tot de stemmingen.

33

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie G/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 32 tegen 7 stemmen.

In stemming komt motie G/2.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 3 stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie G/3.

De voorzitter. De gewijzigde motie wordt verworpen met 17 tegen 22 stemmen.

In stemming komt motie G/4.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 14 tegen 25 stemmen.

In stemming komt motie G/5.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 35 tegen 4 stemmen.

In stemming komt motie G/6.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 8 tegen 31 stemmen.

In stemming komt motie G/7.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 3 stemmen.

In stemming komt het gewijzigde voorstel.

De voorzitter. Het gewijzigde voorstel wordt aangenomen met 35 tegen 4 stemmen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Het CDA heeft tegen motie G/4 gestemd over overkluizing van de tunnelmond bij de Bezuidenhoutseweg, omdat in de motie is opgenomen dat dit wordt gekoppeld aan het definitief ontwerp van het park. Wij vinden dat dat de plannen eigenlijk zou ophouden. Wat ons betreft gaan we daar echter wel verder aan werken maar dan separaat aan de verdere ontwikkeling van dit plan.

Robert van Asten (D66). Voorzitter. Ik zal het heel kort houden: ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer Rogier.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft tegen motie G/1 gestemd over snorfietsen en scooters op het fietspad door de Koekamp. Wij zijn tegen een fietspad door de Koekamp. Vandaar dat wij tegen die motie hebben gestemd.

Peter Bos (HSP). Voorzitter. De Haagse Stadspartij heeft voor het voorlopig ontwerp gestemd, omdat wij het waarderen dat de wethouder de handschoen heeft opgepakt om in overleg met veel belanghebbenden tot een nog veel beter plan te gaan komen.

34

Aan de orde is:

H. Voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

De beraadslaging wordt geopend.

Anne Toeters (D66). Voorzitter. De ambities in de hoogbouwnota Eyeline en Skyline zijn goed. Voor D66 is van belang dat we er ook echt voor zorgen dat er genoeg groen blijft, dat er genoeg extra groen in onze stad komt en dat we geen versteende omgeving krijgen rondom hoge torens. De grote vraag is dus hoe we ervoor zorgen dat deze ambities straks werkelijkheid zijn, want een groene omgeving en duurzaam bouwen kunnen weleens als eerste afvallen als de kosten gedrukt moeten worden. Wij willen graag een mooie groene energieneutrale stad. We dienen daarom met GroenLinks, het CDA en de VVD de motie Waarborg groen en duurzaam bij hoogbouw in, met als dictum: roept het college om in elke tender een duurzaamheidsparagraaf te vragen, waarin de ambities uit de hoogbouwnota Eyeline en Skyline op het gebied van groen en duurzaam worden meegenomen; de duurzaamheidsparagraaf bij iedere tender op te nemen als één van de belangrijkste criteria, als onderdeel van de kwaliteit; voor wat betreft water indien mogelijk in te zetten op extra waterberging en actief te bekijken hoe de gemeente de markt kan ondersteunen bij het energievraagstuk. Volgens de nota gaan we uit van het bouwbesluit, bijvoorbeeld op het punt van fietsenbergingen. Steeds meer mensen hebben bakfietsen, elektrische fietsen en andere dergelijke vervoersmiddelen. De nota gaat ook uit van de huidige parkeernorm. Wat D66 betreft maken we de nota toekomstbestendig en gaan we kijken naar verschillende mobiliteitsconcepten. We dienen daarom een motie in, met als dictum: roept het college op, bij hoogbouwtenders te vragen dat mobiliteitsconcepten worden ontwikkeld zoals deelauto's en extra ruimte voor diverse fiets- en scooterconcepten, wat kan leiden tot een lagere parkeerbehoefte; wanneer dit leidt tot minder parkeerplekken op eigen terrein, hieraan te koppelen dat de rechten op parkeervergunningen worden verlaagd en de raad per project te informeren over de parkeergevolgen van de vernieuwende mobiliteitsconcepten. Deze motie dien ik mede namens GroenLinks en de Haagse Stadspartij in. De nota die we nu vaststellen, geldt voor hoogbouw vanaf 50 meter, maar wat gebeurt er dan bij een toren van 45 meter? Mag die wel versteend zijn en mag die wel een lelijke plint hebben? Wat ons betreft niet. We dienen daarom samen met de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie/SGP, de PvdA, GroenLinks, de VVD en het CDA de motie Criteria bij lage hoogbouw in, met als dictum: roept het college op om te bekijken of voor gebouwen tussen de 25 en 50 meter ook een kader opgesteld kan worden, net zoals bij hoogbouw vanaf 50 meter, en dit voor te leggen aan de raad.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Als ik het zo hoor, is dit een heel sympathieke motie, maar is D66 dan niet gewoon van mening dat de definitie van 'hoogbouw' moet worden verlaagd van 50 meter naar 25 meter? 'Lage hoogbouw' bestaat immers niet.

Anne Toeters (D66). Voorzitter. Volgens mij is dat een definitiekwestie. Het maakt niet zo veel uit of je dat 'hoogbouw' noemt of er gewoon voor wilt zorgen dat ook stedelijke ontwikkelingen en grote projecten mooi groen zijn. Daar gaat het ons om.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Dat ben ik met u eens, maar we hebben daar in de commissie een uitgebreide discussie met de wethouder over gehad. Hij zal straks reageren op uw motie, maar ik heb toen onder andere gezegd dat ik zorgen heb over hoogbouw op Scheveningen. De wethouder heeft een heel pleidooi gehouden met als strekking dat het college 50 meter en meer als hoogbouw ziet. Ik begrijp dat u nu een nieuwe definitie in het leven wilt roepen. Klopt dat?

Anne Toeters (D66). Waar het mij om gaat, is dat we nu eisen stellen aan hoge torens. Dat kan betekenen dat voor een toren van 50 meter allerlei kaders en normen gelden - je moet zorgen dat het

35 daar groen en duurzaam is - en dat je dat allemaal niet hoeft te doen bij het bouwen van een toren van 45 meter. Dat lijkt ons raar. Wat ons betreft moeten we dus ook daar een kader voor ontwikkelen.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Oké, maar is D66 dan niet van mening dat de nota Haagse hoogbouw moet worden veranderd door een verlaging van de hoogte van 50 meter naar 25 meter? Ziet u dat niet zo?

Anne Toeters (D66). Dat zou betekenen dat we bijvoorbeeld ook bij torens van 26 of 25 meter een mooie kroon willen. Volgens mij wil je bepaalde eisen ook hanteren bij lagere gebiedsontwikkeling. Dat betekent niet per se dat we alles wat we nu in deze hoogbouwnota vastleggen, ook voor lagere torens willen hebben. Dat is de reden waarom we het op deze manier hebben opgeschreven. Misschien kan de wethouder ons geruststellen. Wij horen een gerucht over een pand langs het Haagse Bos, op de Bezuidenhoutseweg. Dat pand staat tussen de SER en het Zandvlietcollege. Het gerucht is dat het pand gesloopt wordt en dat er dan een toren komt van 70 meter. In het bestemmingsplan staat nu 21 meter. Kan de wethouder bevestigen dat dit gerucht niet klopt en dat daar zeker geen toren van 70 meter komt? Als ergens een paar hoge torens worden gebouwd, komen er in een klein gebied zo een paar duizend mensen bij. Dan kun je al raden dat de scholen in de buurt te weinig capaciteit zullen hebben, dat er te weinig speelplekken zijn voor kinderen, dat er te weinig huisartsen zullen zijn en al dat soort dingen. Wat ons betreft is het nodig om hier op tijd naar te kijken. We steunen daarom het amendement dat de VVD hier straks over zal indienen. Ik wil graag afsluiten met het geven van complimenten aan iedereen die heeft meegewerkt aan deze hoogbouwnota. Als onze stad er zo mooi en groen uit komt te zien als de bedoeling is van deze nota, zijn wij daar als D66 heel blij mee.

De voorzitter. Door mevrouw Toeters, daartoe gesteund door de heer Kapteijns en de heer Van Vulpen, wordt de volgende motie (H/1) ingediend:

Motie H/1

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Constaterende dat:  de gemeente Den Haag een parkeernorm kent;  de prijs van een vierkante meter inpandig parkeerterrein onder de grond hoog is en dat dit ervoor zorgt dat de woningprijzen hoog uitkomen;  er naast het Bouwbesluit geen andere eisen aan inpandige bergingen worden gesteld;  in een gemiddeld huishouden steeds meer en verschillende vervoermiddelen zijn zoals o.a. bakfietsen, elektrische fietsen, ouder&kind-tandems, elektrische scooters en dergelijke en dat de huidige bergingen hiervoor onvoldoende ruimte bieden.

Van mening dat:  Den Haag alle ruimte moet bieden aan het gebruik van nieuwe vervoersconcepten;  de hoogbouwnota hier ook op ingericht moet zijn, anders gaat dit ten koste van de openbare ruimte;  autoparkeerplekken op eigen terrein erg duur zijn en niet altijd even goed benut worden;  een gebrek aan autoparkeerplekken ook ten koste kan gaan van de openbare ruimte.

Roept het college op  bij hoogbouwtenders te vragen dat mobiliteitsconcepten worden ontwikkeld zoals deelauto’s en extra ruimte voor diverse fiets- en scooterconcepten, wat kan leiden tot een lagere parkeerbehoefte;

36

 wanneer dit leidt tot minder parkeerplekken op eigen terrein, hieraan te koppelen dat de rechten op parkeervergunningen worden verlaagd;  de raad per project te informeren over de parkeergevolgen van de vernieuwende mobiliteitsconcepten.

En gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter. Door mevrouw Toeters, daartoe gesteund door mevrouw Teunissen, de heer Grinwis, de heer Kapteijns, mevrouw Van Nieuwenhoven, de heer De Graaf en de heer Rogier, wordt de volgende motie (H/2) ingediend:

Motie H/2

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Constaterende dat:  de nota Haagse hoogbouw geldt voor torens vanaf 50 meter;  er geen aanvullende eisen of speciale aanpak is voor torens die lager zijn dan 50 meter.

Van mening dat:  het ook bij lagere torens van belang is om dingen als groen, duurzaamheid, een goede openbare ruimte, een mooie plint, goede afvalvoorzieningen, et cetera te realiseren.

Roept het college op:  om te bekijken of voor gebouwen tussen de 25 en 50 meter ook een kader opgesteld kan worden, net zoals bij hoogbouw vanaf 50 meter, en dit voor te leggen aan de raad.  En gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter. Door mevrouw Toeters, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, de heer De Graaf en de heer Rogier, wordt de volgende motie (H/3) ingediend:

Motie H/3

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Constaterende dat:  de nota Haagse hoogbouw grote ambities op het terrein van groen en duurzaamheid heeft;  deze ambities ingaan op energie, groen, duurzaamheid, buitenruimte en klimaatbestendigheid.

Van mening dat:  het niet duidelijk is hoe de ambities op het terrein van groen en duurzaamheid werkelijkheid zullen worden;  een versteende stedelijke omgeving onaantrekkelijk is en risico bevat dat moet worden vermeden en dat daarom belangrijk is om in te zetten op behoud van groen en om extra groen te realiseren, zodat hitte-eilanden zoveel mogelijk voorkomen worden;  het realiseren van een klimaatbestendig duurzaam gebouw en omgeving, waar groen en duurzame energieoplossingen deel van uitmaken, geld kost, maar het niet zo mag zijn dat dit de eerste ambities zijn die afvallen in het aanbestedingsproces vanwege de kosten.

37

Roept het college op:  om in elke tender een duurzaamheidsparagraaf te vragen, waarin de ambities uit de hoogbouwnota Eyeline en Skyline op het gebied van groen en duurzaam (paragraaf 3.5) worden meegenomen;  de duurzaamheidsparagraaf bij iedere tender op te nemen als één van de belangrijkste criteria, als onderdeel van de kwaliteit;  voor wat betreft water indien mogelijk in te zetten op extra waterberging;  actief te bekijken hoe de gemeente de markt kan ondersteunen bij het energievraagstuk.

En gaat over tot de orde van de dag.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. De Partij voor de Dieren kan zich over het algemeen vinden in de nota Haagse hoogbouw. Verdichting is noodzakelijk als we niet iedere vierkante centimeter Haagse grond willen volbouwen, maar verdichting mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid. Op sommige punten is de nota hierin nog erg vrijblijvend en ook te weinig toekomstbestendig. Ik wil daarom graag een amendement indienen over een klimaatneutrale hoogbouw, want het college garandeert niet dat nieuwe Haagse torens klimaatneutraal zullen zijn, terwijl ze onze skyline toch tientallen jaren zullen sieren, tot ver na de datum waarop Den Haag als geheel klimaatneutraal zou willen zijn. Zelfs bij de eigen grondexploitatie zet het college zich daar volgens deze nota niet voor in. Daarom dien ik een amendement in om aan het dictum het besluit toe te voegen dat bij hoogbouwontwikkelingen vanuit gemeentelijke grondexploitaties altijd duurzaamheidscriteria worden gehanteerd met het oogmerk dat deze gebouwen klimaatneutraal worden. Het amendement is medeondertekend door de heer Kapteijns. Ik heb nog een punt van kritiek. Het college toont weinig ambitie bij het verbeteren van de waterberging. Daarom ondersteunen wij van harte de motie van D66 die oproept tot een goed waterbergingsplan, want we zien dat wateroverlast en droogte in deze stad steeds extremer worden door klimaatverandering, maar dat van projectontwikkelaars nog steeds alleen wordt gevraagd dat ze de waterberging van onze volgebouwde en verstedelijkte omgeving niet verslechteren in plaats van actief verbeteren. Mijn vraag aan de wethouder is of hij ook niet vindt dat we van projectontwikkelaars moeten eisen dat de waterberging echt verbeterd wordt. Wij wilden daarover een amendement indienen, maar in overleg met het college bleek dat de nota Haagse hoogbouw niet de plek daarvoor is. Wij willen dit wel graag op een ander moment regelen, maar ik wil de wethouder nu in ieder geval vragen of hij niet vindt dat we proactief moeten werken aan verbetering van waterberging en dat projectontwikkelaars daaraan moeten meewerken.

De voorzitter. Door mevrouw Teunissen, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, wordt het volgende amendement (H/A) voorgesteld:

Amendement H/A

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Besluit om:  In het dictum onder “besluit” als extra punt toe te voegen:  “bij hoogbouwontwikkelingen vanuit gemeentelijke grondexploitaties altijd duurzaamheidscriteria te hanteren met het oogmerk dat deze gebouwen klimaatneutraal worden”

Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

38

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. De ChristenUnie/SGP is positief over het voorliggende voorstel. We zijn weleens kritisch geweest over hoogbouw, zoals ik ook in de commissie heb gezegd, maar deze nota laat zien dat met een goede voorbereiding en betrokkenheid van heel veel partijen doel en middel in de juiste volgorde kunnen worden gezet. Dat is hier gedaan. Ik ga de commissiebijdrage natuurlijk niet helemaal herhalen. Eén aspect wil ik nog wel onderstrepen: door te kiezen voor hoogbouw her en der in de stad op zorgvuldig uitgekozen locaties, bied je ook kansen voor laagbouw. Dat is goed voor het divers houden van de stad en interessant voor allerlei doelgroepen, waaronder ook gezinnen. De wethouder kent mijn verhaal. Ik wil twee punten aanstippen, waarvan er één al door collega Toeters is bekrachtigd met een motie, namelijk de tussenlaag tussen 25 en 50 meter. We willen niet dat deze nota een soort carte blanche geeft om overal gebouwen tot 50 meter te kunnen bouwen. Op Scheveningen willen we dat niet, langs de kust niet, misschien ook in beschermde stadsgezichten niet et cetera. Ik heb mijn handtekening dus van harte onder die motie gezet. Het college experimenteert met het loslaten of het verlagen van de parkeernorm. Het KJ-plein is een bekend voorbeeld, met zelfs een parkeernorm van nul. Daarmee bespaar je natuurlijk kosten uit. Die besparing kan voor tal van zaken benut worden, zoals duurzaamheid, omgevingskwaliteit en bouwkwaliteit, maar ze zou deels ook benut kunnen worden voor investeringen in ov-infrastructuur. We moeten in deze tijd slim op zoek naar middelen daarvoor; dat weten we allemaal. Bovendien veronderstelt een parkeernorm van nul excellente ov-voorzieningen. 1 + 1 = 2, in ieder geval wat een onderzoek betreft en daarom dien ik een motie in, met als dictum: verzoekt het college, te onderzoeken hoe de uitgespaarde kosten vanwege lagere parkeernormen deels kunnen worden ingezet voor medefinanciering en bekostiging van ov-infrastructuur. Deze motie dien ik samen met collega Toeters in.

Frans de Graaf (VVD). Het verlagen van de parkeernorm heeft veel nadelen, maar is de heer Grinwis het met mij eens dat een van de voordelen van het verlagen van de parkeernorm is dat de bouwkosten per woning daarmee lager uitvallen?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Dat ben ik zeer met collega De Graaf eens. Bij het KJ-plein heeft dit volgens mij zomaar € 30.000 of € 40.000 per woning gescheeld. Stel je voor dat je daar € 1.000, dus 3%, van afroomt ten behoeve van ov-voorzieningen. Dan heb je een prachtige win-winsituatie: goedkopere woningen, meer gelegenheid om de bouwkwaliteit te verhogen en misschien een slimme financieringsconstructie voor al die ov-investeringen die een parkeernorm van nul met zich meebrengt, want die vereist een enorm excellente kwaliteit aan ov-voorzieningen.

Frans de Graaf (VVD). Nu geeft de heer Grinwis een wel heel bijzondere duiding aan zijn motie. Hij had het over 'het afromen van het bedrag'. Toen dacht ik aan het hele bedrag. Nu heeft hij het over € 1.000 per woning. Dat klinkt interessant, maar gelet op hoe duur het aanleggen van openbaar vervoer is, kun je daar volgens mij luttele centimeters van aanleggen. Ik denk dus niet dat dit heel veel zoden aan de dijk zet.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Als collega De Graaf de motie goed leest, ziet hij het woord 'deels' staan. In de overwegingen staat ook dat het natuurlijk niet de bedoeling is om elke bespaarde euro in dat doel te stoppen. Ten tweede: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Ten derde komt het Rijk op dit moment niet echt over de brug ten aanzien van al onze lightrailplannen. Ik denk dus dat we heel slim op zoek moeten naar allerlei investerings- en financieringsmogelijkheden voor overigens misschien wel rendabele investeringen. Ten laatste: de veronderstelling bij de parkeernorm van nul bij het KJ-plein is dat er goede ov-voorzieningen zijn. Waarom dan niet een deel afromen? Dat hebben we in het verleden bij tal van gebiedsontwikkelingen in deze stad en in het land gedaan voor allerlei goede doelen. Een van die goede doelen zou het ov kunnen zijn. Het is bovendien een onderzoeksmotie. Als de uitkomst is dat het niet haalbaar en niet realistisch is en dat het luchtfietserij is, zijn we dus even goede vrienden.

39

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Ik hoor de heer Grinwis over lagere parkeernormen. Ik weet dat de heer Grinwis ook weet dat we twee pilotlocaties hebben in deze stad. Er is dus helemaal geen sprake van lagere parkeernormen. Is de heer Grinwis dat met mij eens?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ja, dat ben ik met collega Dubbelaar eens.

De voorzitter. Dat is dan weer opgehelderd. Dat was het blijkbaar. Of niet?

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Het is heel fijn dat de heer Grinwis dat met mij eens is, maar dan is deze hele motie toch niet van toepassing?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Dat ben ik dan weer niet met de heer Dubbelaar eens. De motie begint met de constatering dat dit college experimenteert met lagere parkeernormen. In de nota Eyeline en Skyline wordt daar ook aan gerefereerd. Kortom: het is niet zo dat dit bij een experiment zou kunnen blijven. Het zou zelfs tot een structureel ander beleid kunnen leiden, maar wie weet wat meer experimenten opleveren. Als we nog een keer een KJ-pleinlocatie gaan ontwikkelen met een parkeernorm nul en als we tot de ontdekking komen dat dit best wel een interessante constructie is, dan kan dit maar uitgesproken zijn door de raad. Dan kan dit de volgende keer benut worden. Het is inderdaad niet zo dat de parkeernormen zijn losgelaten of enorm zijn geflexibiliseerd, maar er vinden experimenten plaats en er hangt misschien verandering in de lucht.

De voorzitter. Door de heer Grinwis, daartoe gesteund door mevrouw Toeters, wordt de volgende motie (H/5) ingediend:

Motie H/5

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448), constaterende dat het college experimenteert met lagere parkeernormen bij nieuwbouw rond OV- knooppunten; constaterende dat de kosten van bouwprojecten waar geen (ondergrondse) parkeergarage moet worden aangelegd, beduidend lager zijn dan van projecten waar dat wel moet; overwegende dat het verlagen van parkeernormen veronderstelt dat er goede alternatieve vervoersmogelijkheden zijn, en met name OV, maar dat het aanleggen van OV-infrastructuur een kostbare aangelegenheid is; overwegende dat de uitgespaarde kosten kunnen worden aangewend voor het verhogen van de bouw- en omgevingskwaliteit en tevens ook een financieringsbron kunnen zijn voor de aanleg van OV- infrastructuur; verzoekt het college te onderzoeken hoe de uitgespaarde kosten vanwege lagere parkeernormen deels kunnen worden ingezet ter medefinanciering- en bekostiging van OV-infrastructuur, en gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Ik denk dat het goed is dat we een nota hebben over de Haagse hoogbouw in deze stad, want zonder een nota en zonder een goede visie krijgen we hapsnapbeleid. Vroeger noemden we dat 'pushpins in de stad'; zo werd dat hier weleens genoemd.

40

De huidige skyline laat zien dat die de stad erg ver kan brengen. We hebben nu een schitterende skyline. Belangrijk daarbij is dat we op grondniveau, op eyelineniveau, een beheersbaar gebied hebben, zoals we hier ook zien bij de Turfmarkt. Het CDA vraagt wel aandacht voor de windhinder op straatniveau, maar ook voor de leefbaarheid en de effecten daarvan op de omgeving en de voorzieningen. Onze collega's van de VVD dienen daar later een amendement over in dat wij mede hebben ondertekend. Ik heb in de commissievergadering aandacht gevraagd voor de Wmo-voorzieningen. Wij dienen een motie in, met als dictum: verzoekt het college om in de nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline maximaal in te zetten op het creëren van levensloopbestendige woningen, zodat nieuwe hoogbouw en de toegang daartoe zo veel mogelijk geschikt zijn of eenvoudig geschikt gemaakt kunnen worden voor mensen die afhankelijk zijn van Wmo-voorzieningen en dit als ambitie op te nemen in de nota Haagse hoogbouw.

De voorzitter. Door de heer Rogier, daartoe gesteund door de heer De Graaf, de heer Grinwis, mevrouw Toeters, mevrouw Van Nieuwenhoven en de heer Van der Helm, wordt de volgende motie (H/6) ingediend:

Motie H/6

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Constaterende dat:  in de Nota Haagse hoogbouw de ambitie wordt uitgesproken om op veel plekken in te zetten op hoogbouw;  in deze nota geen kaders worden gesteld aan de toegankelijkheid voor mensen afhankelijk van een Wmo-voorziening zoals een scootmobiel of een traplift;  projectontwikkelaars voorzieningen niet altijd meenemen in de nieuwbouwplannen en het later moeilijk blijkt te zijn om aanpassingen te treffen.

Overwegende dat:  alle nieuwbouw in Den Haag toegankelijk moet zijn of toegankelijk gemaakt moet worden voor mensen die afhankelijk zijn van een Wmo-voorziening;  mensen die afhankelijk zijn van voorzieningen niet benadeeld mogen worden.

Verzoekt het college:  om zich in de Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline maximaal in te zetten op het creëren van levensloopbestendige woningen, zodat nieuwe hoogbouw en de toegang daartoe zoveel mogelijk geschikt is, of eenvoudig geschikt gemaakt kan worden voor mensen die afhankelijk zijn van Wmo-voorzieningen en dit als ambitie op te nemen in de Nota Haagse hoogbouw.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks heeft veel waardering voor de voorliggende nota over Haagse hoogbouw. Hoogbouw kan kwaliteit toevoegen aan de stad, zeker met de opgave die we hebben om meer woningen te bouwen. Als je dat goed doet en op de goede plekken, biedt dat ook kansen. Daarom neigen we ernaar om deze nota te gaan steunen. Toch heb ik twee voorstellen waardoor het nog beter kan worden. Daarbij gaat het om het toepassen van de duurzaamheidseisen en de groenregels. Ik dien een amendement in om dit iets steviger in het dictum te zetten. Boven artikel 4 staat namelijk al dat dit beleid in samenwerking met betrokken partijen verder uitgewerkt gaat worden.

41

Dan lees ik in artikel 4, lid c een heel lang verhaal met 'werkenderwijs' en 'kijken of het niet leidt tot ongewenste effecten of conflicterende eisen'. Volgens mij is dat dubbelop. Ik denk dat we als raad echt richting moeten geven en de uitspraak moeten doen dat we die verdergaande eisen aan duurzaamheid en groene inpassing echt verder willen gaan ontwikkelen. Hoe dat dan precies uitpakt, weten we niet. Daar is dit een nota voor; het zijn geen concrete plannen, maar laten we als raad in ieder geval wat steviger in die richting sturen. Vandaar het amendement, mede namens de Partij voor de Dieren. In de commissie heb ik gesproken over het Well-label. Dat label is ontwikkeld en is in Duitsland en Zwitserland al flink in zwang. Daarmee worden criteria toegekend aan de gezondheid van een gebouw. Dat leidt tot minder stress en ook tot prettigere binnenmilieus. Wethouder Wijsmuller gaf aan dat hij dat nog niet kende en dat hij ernaar zou gaan kijken. Ik denk dat dat hij dat inmiddels heeft gedaan. Vandaar het volgende stapje in een motie, met het verzoek aan het college om te onderzoeken of de criteria van het Well-label ook in Den Haag toegepast kunnen worden.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door mevrouw Teunissen, wordt het volgende amendement (H/B) voorgesteld:

Amendement H/B

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Besluit: Het dictum als volgt te wijzigen:

Artikel IV lid C: Werkenderwijs ontwikkelen van duurzaamheids- en groenregels en nagaan of toepassing van de gestelde eisen/ambities leiden tot ongewenste effecten of conflicterende eisen.

Te vervangen door de volgende tekst: het ontwikkelen van verdergaande eisen aan duurzaamheid en de groene inpassing.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns wordt de volgende motie (H/4) ingediend:

Motie H/4

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Constaterende dat:  het college voornemens is de komende jaren op veel plekken in de stad hoogbouw neer te zetten, met zowel woningen als kantoor- en commerciële ruimte;  hierbij verschillende kaders, zoals BREEAM-scores, worden gesteld waarbij wordt gekeken naar onder andere de duurzaamheid van een gebouw.

Overwegende dat:  het Well-label kijkt naar de mate waarin een gebouw een positieve invloed heeft op de gezondheid en zorgt voor onder andere minder stress en arbeidsverzuim door slimme bouw en inrichting.

Van mening zijnde dat:  het Well-label een goede toevoeging zou zijn in de kaderstelling voor de bouw van hoogbouw in de stad;

42

 we naast andere belangrijke factoren zoals de duurzaamheid van een gebouw ook moeten investeren in het woongenot van bewoners en het werkklimaat voor werknemers.

Verzoekt het college:  te onderzoeken of bij toekomstige hoogbouwwoningen de criteria van het Well-label toegepast kunnen worden.

Het amendement en de motie maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Gerwin van Vulpen (HSP). Voorzitter. Den Haag groeit en we moeten de komende jaren in onze dichtstbevolkte stad van Nederland op zoek gaan naar ruimte voor 50.000 woningen, zonder dat dit ten koste gaat van ons mooie groen. Hoogbouw kan daarvoor volgens de nota een middel zijn. Om die reden is de Haagse Stadspartij van mening dat hoogbouw onder voorwaarden moet kunnen. De in de nota genoemde voorwaarden onderschrijven we op hoofdlijnen. Hoogbouw kan alleen rond ov- knooppunten in combinatie met lagere parkeernormen, alternatieve mobiliteitsconcepten, duurzaamheidseisen, robuuste groene buitenruimte en op eyelineniveau een levendige plint. Net als bij andere vormen van verdichting zullen we wat onze fractie betreft zeker de effecten op de leefbaarheid moeten gaan monitoren. Kan de wethouder hier aangeven hoe dat gaat gebeuren? Wat onze fractie betreft mag hoogbouw niet te veel een stempel drukken op het karakter van de stad. Wij onderschrijven dus de uitgangspunten van de nota, waarin bepaald wordt dat hoogbouw niet aan de orde is langs de kust, in of langs het groen en in vooroorlogse wijken. Kan de wethouder hier nog eens bevestigen dat er geen hoge torens komen op de kavel van het Rode Kruisziekenhuis in de Vogelwijk, rond Madurodam of bijvoorbeeld op de ANWB-locatie bij Clingendael? Mevrouw Blitz van de Vrienden van Den Haag vroeg in de commissie terecht hoe wij omgaan met torens van 25 tot 50 meter. Dat is een goed punt. Daarom zullen we de motie van D66 hierover steunen. Verder vraagt de motie ook om een Haagse identiteit.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Wat leuk dat de Stadspartij zorgen heeft over bepaalde locaties in de stad waar wel of geen hoogbouw mag komen, maar laat het bestemmingsplan dat dan toe op die locaties?

Gerwin van Vulpen (HSP). Ja, het bestemmingsplan geeft alleen de bouwhoogte aan. Daarom vragen wij nu of deze nota daar ook uitspraken over doet. In de nota wordt vastgelegd: niet in het groen en niet in vooroorlogse woonwijken. Ik vraag van de wethouder dus een bevestiging. Er gaan geruchten over hoogbouw op die locaties. Ik vraag de wethouder dus of die hoogbouw daar gaat komen of niet. Dat wacht ik even af.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Maar wat vindt de Stadspartij daarvan?

Gerwin van Vulpen (HSP). De Stadspartij onderschrijft de uitgangspunten zoals ze geformuleerd zijn in de nota: niet in of langs het groen en niet in vooroorlogse wijken. Dat lijkt ons geen goed idee. Vandaar dat ik graag van de wethouder hoor of die geruchten op iets gebaseerd zijn of uit de lucht gegrepen zijn. Het punt van de torens van 25 tot 50 meter heb ik gemaakt. Ik kom bij mijn laatste punt. De nota vraagt ook om een Haagse identiteit, bijvoorbeeld door een kroon op torens. Architectenbureau KCAP onderschrijft dat die Haagse identiteit verder uitgewerkt kan worden. Mijn vraag aan de wethouder is of dat gaat gebeuren en of wij als raad het resultaat daarvan krijgen te zien.

Frans de Graaf (VVD). Voorzitter. Ik begin met een citaat over de Turfmarkt: 'Het lijkt alsof wij steeds verder verstrikt raken in het woud van torens. Een programma van een dergelijke omvang kan alleen maar tot problemen leiden. Dat past niet in de historische binnenstad. De hoogbouwnota zou een krachtig nee moeten laten horen tegen hoogbouw in de historische binnenstad. Een bouwhoogte van 40 tot 50 meter is te hoog.' Deze ferme taal kwam ongeveer zestien jaar geleden van het toen nog jonge toenmalige raadslid Joris Wijsmuller. De notulen vertellen ook dat hij niet akkoord ging met de hoogbouwvisie. Het kan verkeren. Nu hebben we het niet over 40 tot 50 meter. Er is zo'n 100 meter bij

43 gekomen en de wethouder zet daar vol overtuiging zijn handtekening onder. De fractie van de HSP sputterde in de krant bij monde van de heer Van Vulpen nog wat tegen. In de commissie moest hij dat al terugnemen en nu merken we in de gemeenteraad dat hij deze visie eigenlijk kritiekloos onderschrijft. De Haagse VVD doet dat ook. Al vinden wij dat onvoldoende wordt aangegeven waar nu wel en waar niet hoogbouw komt, de toezeggingen van de wethouder in de commissie geven voldoende vertrouwen. Op één punt hebben wij nog wel zorgen. In de hoogbouwvisie wordt onvoldoende ingegaan op de gevolgen van hoogbouw op de leefbaarheid in de buurt. Daarom hebben wij een amendement om dit te ondervangen. Het amendement voorziet in een monitoring en passende maatregelen. Op dit moment wordt daar in de buurten ook al hard aan gewerkt. In het Bezuidenhout wordt bijvoorbeeld samen met de gemeente een leefbaarheidseffectenrapportage ontwikkeld. Volgens mij is dat een heel interessante richting voor het ontwikkelen van zo'n monitor. Dat moet de toekomst uitwijzen. Het dictum van het amendement is: in de planfase voor hoogbouw de leefbaarheidseffecten (waaronder voorzieningen) in de buurt te inventariseren en bij negatieve effecten voorafgaand (eventueel als onderdeel van het bouwproject) mitigerende maatregelen te nemen. Dit amendement wordt mede- ingediend door Groep de Mos/Ouderenpartij Den Haag, het CDA en D66.

De voorzitter. Door de heer De Graaf, daartoe gesteund door de heer Dubbelaar, de heer Rogier en mevrouw Toeters, wordt het volgende amendement (H/C) voorgesteld:

Amendement H/C

De gemeenteraad van Den Haag, bijeen op 25 januari 2018, ter behandeling van het voorstel van het college inzake Nota Haagse hoogbouw: Eyeline en Skyline (RIS298448).

Besluit toe te voegen, bij het dictum onder IV g, h) in de planfase voor hoogbouw de leefbaarheidseffecten (waaronder voorzieningen) in de buurt te inventariseren en bij negatieve effecten voorafgaand (eventueel als onderdeel van het bouwproject) mitigerende maatregelen te nemen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Goedenavond! Op hoofdlijnen is dit een prima nota. Laat ik daarom beginnen met het geven van complimenten aan de wethouder op dit dossier. Er is een uitgebreid participatieproject geweest in de stad. Er hebben meerdere stadsgesprekken plaatsgevonden. Ik denk dat deze nota op een heel goede manier tot stand is gekomen. De stad groeit en hoogbouw kan uitkomst bieden om veel woningen tegelijk te bouwen. Geschikte locaties moeten nauwkeurig met de bouwwereld en in overleg met bewoners worden afgestemd. Groep de Mos ziet kansen voor hoogbouw in gebieden die aan herontwikkelingen toe zijn. Deze nota gaat over kwaliteit. Hoogbouw is hoogbouw vanaf 50 meter. D66 heeft een motie ingediend om die definitie van 'hoogbouw' nog eens goed te bekijken. Ik ga die motie zeker goed bekijken. Hoogbouw heeft ook effecten op de leefbaarheid. Ik heb in de commissie een aantal vragen over leefbaarheid aan de wethouder gesteld. Ik ben zeer benieuwd naar de evaluatie van de nu in het Bezuidenhout lopende pilot. Ik heb begrepen dat de VVD daar alvast een voorproefje op wil nemen. Ik ondersteun dat namens Groep de Mos van harte. Vandaar dat ik het amendement heb meeondertekend.

Michel Rogier (CDA). Ik zou graag willen weten welke gebieden Groep de Mos dan exact benoemt voor die herontwikkeling. Waar zou die dan kunnen komen?

44

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Die staan in de Agenda Ruimte voor de Stad. Ik wil ze wel opnoemen, maar die weet u waarschijnlijk net zo goed als ik. Dat zijn het CID, Den Haag Zuidwest, de Binckhorst en stationslocaties. Den Haag Zuidwest wordt benoemd, bijvoorbeeld De Stede. Daar hebben we het in de commissie over gehad. Volgens mij was de heer Rogier daarbij aanwezig. Die locaties gaan we nog nader uitwerken.

Michel Rogier (CDA). Ik maak uit de inbreng van de heer Dubbelaar niet helemaal op welke gebieden hij bedoelde, maar als hij de gebieden bedoelt die in het stuk staan, bedank ik hem voor zijn antwoord.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Dank aan alle fracties voor alle complimenten die zijn geuit over deze nota, een nota waar ik inderdaad zelf erg trots op ben. De nota kwalificeert hoogbouw niet als een doel maar als een middel in het kader van de Agenda Ruimte voor de Stad, omdat we op sommige plekken, juist ook met de opgave waar we voor staan, door middel van hoogbouw ook hoge dichtheden kunnen bereiken en meer kwaliteit kunnen toevoegen. In die Agenda Ruimte voor de Stad hebben we het besluit genomen om te komen tot een beeldkwaliteitsplan voor de Skyline, maar we hebben de Haagse hoogbouwvisie wel wat verbreed omdat we niet alleen hebben gekeken naar die Skyline maar ook naar de Eyeline en naar de effecten van hoogbouw op straatniveau, op het menselijkemaatniveau. Ik ben heel blij met alle waardering die er op dat gebied is. Ik vind het ook erg leuk om te horen dat er vanuit verschillende fracties gesproken is over de mogelijkheid om te kijken of we de kwaliteitsregels voor gebouwen ook kunnen toepassen op gebouwen van tussen de 25 en de 50 meter. Dit maakt dat we de goede richting hebben te pakken, waarbij we kwaliteit leidend laten zijn. Kwaliteit kun je vertalen naar architectuur, leefbaarheid, duurzaamheid, klimaatadaptatie en groen. Zoals ook in de vorige verdichtingsvisie is vastgelegd, betreft hoogbouw in onze definitie nog steeds gebouwen van boven de 50 meter. Ik vind de term 'lagere hoogbouw' creatief gevonden. Je kunt ook spreken van hogere laagbouw, maar in de desbetreffende motie is wel exact omschreven over welke hoogte het daarbij gaat. Daar wil ik graag naar kijken. Op de agenda van deze raad staat nog een ander stuk, namelijk de Welstandsnota. Ook vanuit dat perspectief kijken we naar de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Waar het gaat om de manier waarop de motie is geformuleerd, kunnen we wellicht ook in samenhang met het monitoren van die Welstandsnota bekijken hoe we dit aanpakken. Ik ga in op alle afzonderlijke moties. Ik constateer dat een aantal moties de lat die we al hoog hebben gelegd, nog hoger wil leggen. Voordat ik op de moties inga, beantwoord ik nog een aantal afzonderlijke vragen. Mevrouw Toeters heeft gevraagd naar een gerucht over een plan voor een 70 meter hoge toren langs het Haagse Bos. De heer Van Vulpen had een aantal vragen over eenzelfde soort kwestie, namelijk hoogbouw naast groene locaties bij het Rode Kruisplantsoen, de ANWB- locatie en Madurodam. Die geruchten zal ik niet weerspreken, maar het kan niet de bedoeling zijn dat er naast het Haagse Bos een toren van 70 meter verrijst pal aan de Bezuidenhoutseweg. Dus misschien dat er best wel plannen circuleren, maar dan zeker niet binnen deze Haagse hoogbouwnota. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het Rode Kruisplantsoen, voor Madurodam waarvoor daar in de buurt al prachtige andere plannen in ontwikkeling zijn, of voor Clingendael. Daarbij moet ik overigens wel de kanttekening plaatsen dat de ANWB-locatie niet is gelegen op Haags grondgebied maar valt onder de gemeente Wassenaar. De Haagse Stadspartij heeft gevraagd naar de identiteit van de Skyline en of daarvan nog een uitwerking komt. Zoals in het dictum van de voorliggende nota is vastgelegd en zoals we ook al in de raadscommissie uitgebreid hebben besproken, zal er per gebied waar sprake is van hoogbouw rond ov- knooppunten, zoals in het Centrum, het innovation district, de Binckhorst, Laakhaven en Zuidwest, een nadere uitwerking plaatsvinden. Bij die verschillende gebiedsuitwerkingen gaan we ook kijken welke karakteristieken daarbij horen. Dan zal de identiteit in die verschillende gebieden er mogelijk ook verschillend uit kunnen zien. Dus dat gaan we zeker nog verder uitwerken. Ik ga nu in op de moties en amendementen. Motie H/1 van D66 cum suis verraste mij enigszins, hoewel ik wel zie dat er met het potlood een aanpassing van de motie heeft plaatsgevonden. In een andere motie vraagt D66 om bij tenders in ieder geval duurzaamheid en groen zwaar mee te laten wegen. Echter, als je te veel gaat vragen in de tenders, heb je grote kans dat die tenders niet gaan slagen. In motie H/1 is het nu wat ruimer geformuleerd in de zin dat het woord 'eisen' vervangen is door het woord 'vragen'. Dus ik wil dat op die manier ruim interpreteren, in de zin dat we onderzoeken

45 of dat soort modaliteitsconcepten ook een plek kan krijgen in de tenders. Als ik de motie zo mag interpreteren, bestaat bij ons geen bezwaar tegen aanvaarding ervan. Motie H/2 gaat over de lagere hoogbouw tussen 25 meter en 50 meter. Vanuit het perspectief dat ik net heb geschetst, bestaat tegen aanvaarding van deze motie geen bezwaar. Motie H/3 betreft het waarborgen van groen en duurzaam bij hoogbouw. Als het gaat om eigen grondposities en tenders kunnen we ook sturen wat betreft de weging daarbij. De motie noemt een aantal aspecten, waaronder de waterberging. Richting mevrouw Teunissen kan ik overigens melden dat dit zeker een serieus aspect is dat in het kader van de klimaatadaptatie verder opgepakt wordt. Tegen aanvaarding van motie H/3 heeft het college geen bezwaar. Dan kom ik nu op de amendementen H/A en H/B.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). In deze stad geldt het bouwbesluit. Dus kan de wethouder mij aangeven wat dit extra biedt ten opzichte van dat bouwbesluit?

Wethouder Wijsmuller (HSP). U heeft helemaal gelijk dat er een bouwbesluit is, waarin de wettelijke normen staan waarop je kunt toetsen, maar op het moment dat je zelf grond uitgeeft kan je daar wellicht wel nadere eisen aan stellen. Dat is wat de motie van D66 beoogt. Daarom schakelde ik vervolgens over naar de amendementen H/A en H/B. Die gaan namelijk verder dan dat en komen daardoor wel in strijd met die wettelijke eisen. Vanuit dat perspectief moet ik amendement H/A van de Partij voor de Dieren over klimaatneutrale hoogbouw ontraden. Klimaatneutraal is uiteindelijk de ambitie voor de hele stad maar we hebben nu nog niet een grens voor andere woningen om klimaatneutraal te bouwen, laat staan voor hoogbouw, wat extra ingewikkeld is om te realiseren. Dus zoals het amendement nu verwoord is, kan het gewoon niet, zodat ik het moet ontraden. Wat betreft de manier waarop de heer Kapteijns zijn amendement H/B toelichtte: we hebben dat juist heel precies en goed geformuleerd, want we gaan dat verder ontwikkelen en we gaan naar klimaatneutrale bouw toe en als de technieken voortschrijden zeker ook naar hoogbouwklimaatneutraal, maar amendement H/B zoals het nu is geformuleerd, moet het college ontraden.

Christine Teunissen (PvdD). Ik hoopte eigenlijk dat de wethouder zou zeggen dat ons amendement overbodig zou zijn. Want natuurlijk gaan we dit doen. We hebben in Den Haag de doelstelling om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Ik behoef de wethouder niet te vertellen dat wonen een van de grootste veroorzakers van CO2-uitstoot is. Doordat we die doelstelling hebben, is het toch allang vanzelfsprekend dat we hoogbouw klimaatneutraal maken? Dergelijke gebouwen staan er minimaal voor de komende 20 jaar. Hoe gaan we dan die doelstellingen halen?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Er zijn heel andere plannen om die doelstellingen te bereiken. Als het gaat om de gebouwde omgeving en de manier waarop we omgaan met allerlei andere plannen in de stad, hebben we nog niet de eis om klimaatneutraal te bouwen. Wel sturen we er op veel verschillende manieren op. Het wordt soms al gerealiseerd maar nog zeker niet op het gebied van hoogbouw. Je kunt het in ieder geval niet op deze manier, zoals verwoord in het amendement, vastleggen in de voorliggende hoogbouwvisie. Ik heb net al richting de heer Dubbelaar uitgelegd hoe zich dat verhoudt tot de wettelijke eisen.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ik wil nog even ingaan op de reactie van de wethouder op mijn amendement H/B. Ik denk dat het belangrijk is dat we als gemeente uitstralen dat we daadwerkelijk die duurzaamheidsambities willen realiseren. In het dictum van het amendement staat dat we dat willen doen in samenwerking met betrokken partijen en alleen als dat mogelijk is. Dus ik begrijp werkelijk waar niet waarom we nog vier zinnen nodig hebben om te zeggen dat we met duurzaamheids- en groenregels aan de slag gaan, maar alleen als de toepassing niet leidt tot ongewenste effecten of confronterende eisen. Daarmee geven we een heel dubbel signaal af aan de markt.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik heb in de commissie al toegelicht waarom de tekst is geformuleerd zoals die is geformuleerd en ik heb dat zo-even nog een keer gedaan. Ik heb daar op dit moment niets meer aan toe te voegen.

46

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Het is de ambitie van dit college en de meerderheid van deze raad om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Dan wil ik toch een inhoudelijk argument horen waarom we nu niet opschrijven dat dit ook betekent dat er verdergaande eisen aan duurzaamheid worden gesteld.

Wethouder Wijsmuller (HSP). We hebben die ambities ook in verschillende beleidsstukken vastgelegd. Ze zijn in ontwikkeling en worden nog aangescherpt naar aanleiding van het akkoord van Parijs. Ik weet ook dat een aantal fracties in de raad het klimaatpact heeft gesloten met de ambitie om het de komende periode nog verder aan te scherpen. Dus dat doet daar niets aan af. De manier waarop we in de Haagse hoogbouwvisie de klimaatdoelen willen bereiken en hoe we daartoe willen komen, hebben we al benoemd in die visie. Als het gaat om onze eigen grondposities kunnen we daar nog scherper op sturen, zoals mevrouw Toeters in haar motie H/3 al heeft verwoord. Motie H/4 betreft een onderzoek naar het toepassen van het Well-label hoogbouw. Dat gaat volgens mij verder dan alleen de hoogbouw. Ik vind het wel interessant en wil het ook graag onderzoeken. Dus als ik de motie zo mag lezen dat ik het niet alleen maar bekijk voor toekomstige hoogbouwwoningen maar voor woningen in generieke zin om na te gaan of dit een label is dat wij als gemeente in ons beleid een plek kunnen geven, dan bestaat er bij ons geen bezwaar tegen aanvaarding van deze motie.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Ik wil nog even naar motie H/3, waarbij de wethouder als reactie geeft dat er hogere eisen zijn dan de wettelijke normen. In normale mensentaal betekent dit het volgende. Mevrouw Toeters als indiener van die motie wil meer. Meer willen betekent echter ook meer kosten. Zie ik dat verkeerd of niet, wethouder?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Meer willen kan inderdaad betekenen meer kosten. Dus dat kan. Motie H/5 vraagt om een onderzoek naar de medebekostiging van het ov. Ten aanzien van de ov-financiering ligt er inderdaad een groot vraagstuk. Volgens mij is ook de VVD-fractie al bezig wat betreft een investeringsfonds om de stad verder in ontwikkeling te brengen. Dit is ook een punt dat op de agenda staat van dit college. Of je bij het eventueel besparen van kosten voor dure parkeergarages door ze niet te realiseren, middelen kan afromen om ze voor andere doelen in te zetten, zoals ov, is een interessante gedachte om te onderzoeken. Of dat inderdaad mogelijk, is maar de vraag. De heer Grinwis heeft goed genuanceerd dat als je die kosten bespaart, je de desbetreffende middelen ook voor andere doelen kan inzetten, zoals duurzaamheid of op het gebied van betaalbaarheid. In die zin is die motie ook genuanceerd gemotiveerd. Ten aanzien van ov gaat het evenwel om de vraag hoe we onze ambities ten aanzien van de bereikbaarheid in onze groeiende stad goed kunnen borgen met openbaar vervoer, wetende dat de rijksmiddelen daarvoor ten behoeve van de stad Den Haag eigenlijk ontoereikend zijn. Dat onderzoek kan het college overigens wel verrichten. Dus vanuit die interpretatie bestaat tegen aanvaarding van deze motie geen bezwaar.

Michel Rogier (CDA). Ik snap deze uitleg van de wethouder nog niet helemaal. De motie heeft het namelijk over uitgespaarde kosten met betrekking tot nieuwbouw. Volgens mij gaat het dan over door de projectontwikkelaar uitgespaarde kosten. Wij kunnen toch geen geld uitgeven van de projectontwikkelaar? Ik snap de intentie wel maar het is ons geld niet.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Nee, dat klopt. Dat zal dus ook in het onderzoek een plek moeten krijgen. Als je bij gronduitgifte financiële afspraken maakt, zou je het eventueel op die manier kunnen vertalen, dat de gemeente bereid is om mee te werken om aldaar ruimte te creëren maar dat er dan wel afspraken over gemaakt moeten worden. Of dat goed te regelen is, is inderdaad de vraag. Het is dus een terechte vraag die u stelt. In het onderzoek zal een en ander dan ook moeten worden meegewogen. Ik denk ook niet dat we nu vooruit moeten lopen op hoe je dat precies gaat doen, maar dat we ook in de bouwopgave moeten gaan kijken of we op andere manieren tot financieringen komen om ook het ov-vraagstuk een goede plek te geven in deze stad, is belangrijk. In dat kader is dit onderzoek dus wel de moeite waard.

47

Michel Rogier (CDA). We zitten hier namens de gemeenteraad en we geven hier gemeentegrond uit. Op het moment dat u zegt dat we als gemeente gaan kijken wat we met de grondopbrengsten doen, dan vindt u mij aan uw kant, maar dit gaat over bouwkosten die projectontwikkelaars maken. En daar heb ik wel moeite mee.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik hoop dat ik uw vraag goed heb opgevat. Hoe je dat precies vertaalt, is inderdaad de grote vraag. Of je dat in overeenkomsten vertaalt et cetera, is ook onderdeel van dat onderzoek. Dan kom ik op motie H/6 van de heer Rogier over het geschikt maken van hoogbouw voor Wmo-voorzieningen. Vanwege de aanwezigheid van liften en gelijkvloerse woningen is hoogbouw überhaupt voor ouderen zeer geschikt. Daar heb je af en toe aanvullende Wmo-voorzieningen bij nodig, waarop je eventueel al in ontwerpen kan anticiperen. De motie is erop gericht om dat nog wat breder te stimuleren. We hebben dit al in de commissie gewisseld. Tegen aanvaarding van deze motie bestaat dan ook geen bezwaar. Voorzitter. Ik hoop hiermee alle vragen en alle amendementen en moties van een reactie te hebben voorzien.

De voorzitter. Veel dank. Ik heet overigens de gasten van de raad die inmiddels heel stilletjes naar binnen zijn geslopen van harte welkom. Leuk dat u zo veel belangstelling voor ons werk heeft en leuk dat u bij ons komt kijken.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt amendement H/A.

De voorzitter. Het amendement wordt verworpen met 8 tegen 32 stemmen.

In stemming komt amendement H/B.

De voorzitter. Het amendement wordt verworpen met 13 tegen 27 stemmen.

In stemming komt amendement H/C

De voorzitter. Het amendement wordt aangenomen met 35 tegen 5 stemmen.

In stemming komt motie H/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 31 tegen 9 stemmen.

In stemming komt motie H/2.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 39 stemmen tegen 1 stem.

In stemming komt motie H/3.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 32 tegen 8 stemmen.

In stemming komt motie H/4.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 24 tegen 16 stemmen.

In stemming komt motie H/5.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 12 tegen 28 stemmen.

48

In stemming komt motie H/6.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 39 stemmen tegen 1 stem.

In stemming komt het aldus gewijzigde voorstel.

De voorzitter. Het aldus gewijzigde voorstel wordt aangenomen met 37 tegen 3 stemmen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Namens het CDA wil ik meegeven dat we voor motie H/5 hebben gestemd met inachtneming van de uitleg van de wethouder dat daarbij voornamelijk bedoeld worden de grondopbrengsten.

Bart Brands (Groep Brands). Voorzitter. Mijn stemverklaring gaat over de twee moties waar ik als enige heb tegengestemd. Motie H/2 betreft de extra kosten voor juist kwetsbare groepen als het gaat om een kader voor lagere hoogbouw, wat sowieso een vreemde term is. Ten aanzien van motie H/6 wijs ik erop dat het bouwbesluit al op een heel mooie manier voorziet in bijvoorbeeld toegang voor mindervaliden, zodat die motie overbodig is.

Aan de orde is:

I. Voorstel van het college inzake Projectdocument locatie Assumburgweg brandweerkazerne (SBK-nummer ES149) (RIS298576).

De beraadslaging wordt geopend.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Het betreft hier een prachtig project. De wijk Moerwijk-oost heeft zwaar behoefte aan middeldure woningen voor andere doelgroepen dan die welke er nu vaak wonen. Die middeldure woningen zijn van belang om dergelijke wijken weer op te stuwen in de vaart der volkeren, waarover we ook al een mooi actualiteitendebatje hebben gehad. Het aandeel sociale woningen had natuurlijk nog iets lager gemogen voor deze wijk. Tegelijkertijd heb ik de woede van collega Van Nieuwenhoven goed tot mij door laten dringen, zodat ik geen motie zal indienen om zulks te bewerkstelligen. Het aantal parkeerplekken zo pal naast het ov-knooppunt mag wat ons betreft wel wat omlaag. Collega Kapteijns zal mede namens onder andere mijn fractie daarover een motie indienen. Natuurlijk moet wel goed gekeken worden naar de parkeerbehoefte en naar de omgeving waar geen betaald parkeren is, maar de inzet is wat mijn fractie betreft helder.

Frans de Graaf (VVD). Wat is precies de argumentatie van collega Grinwis om de parkeernorm voor dit project te verlagen?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Die argumentatie staat keurig in genoemde motie. Ik heb die motie nu niet voor mij maar in het projectdocument zelf staat dat er een zekere optimalisatie heeft plaatsgevonden wat betreft het aantal parkeerplekken maar eigenlijk bijna niet. Als je het gaat narekenen, is uiteindelijk goeddeels de parkeernorm gehanteerd. Het betreft een locatie pal naast het ov-knooppunt station Moerwijk. Het gaat om 440 parkeerplekken in een parkeergarage, welk aantal zelfs nog uitgebreid kan worden met 40 plekken naar 480, op een totale hoeveelheid van volgens mij 542 woningen en 4.946 m2 bedrijfsruimte. Dat staat wat mij betreft op die locatie niet met elkaar in verhouding. Maar oké, voordat we die stellige uitspraak namens mijn fractie kunnen staven, moet er eerst een realistische inschatting van de parkeerbehoefte worden gemaakt in plaats van dat er geredeneerd wordt vanuit een vigerende parkeernorm.

49

Bart Brands (Groep Brands). Ik sla heel even aan op de behoefte aan middeldure woningen, waar de ChristenUnie het over heeft. U heeft zojuist door het steunen van de twee moties waar ik tegen heb gestemd, die woningen in het algemeen wat duurder gemaakt. Hoe strookt dat met wat u zojuist zei?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). De heer Brands moet mij even helpen over welke moties hij het heeft.

Bart Brands (Groep Brands). We hadden het zojuist over de hoogbouw. U heeft voorgestemd als het erom gaat lagere hoogbouw van kaders te voorzien. Kaders zijn regels en regels zijn geld. Dat geld moet uiteindelijk betaald worden door de koper van die middeldure woning. Ten aanzien van motie H/6 zou je kunnen zeggen dat doordat de Wmo-eisen waar het CDA het over had, niet zijn gespecifieerd, hoogbouw de facto onmogelijk is gemaakt, onder andere met uw steun.

De voorzitter. Ik geef de heer Grinwis natuurlijk de gelegenheid om hier uitgebreid op in te gaan maar laten we de onderwerpen wel een beetje clusteren. Dus laten we niet bij een volgend agendapunt de moties bij een vorig agendapunt nog eens diepgaand behandelen want anders raak ik in ieder geval de kluts kwijt. Het is net al een keer gebeurd en dat willen we vanavond niet nog een keer.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik houd wel van een wat holistische wereldbeschouwing maar nochtans vind ik de redenering van de heer Brands erg speculatief. Dus ik deel zijn vooronderstelling niet, dat door die twee moties middeldure woningen duurder zouden worden. Het gaat erom dat als we niets doen, zoals de heer Baron in zijn artikel beschrijft, het in Moerwijk dreigt uit te draaien op een sociologische ramp. Dat willen we natuurlijk voorkomen en daarom is het goed dat dit project daar gaat plaatsvinden met 73,5% middeldure huurwoningen.

Frans de Graaf (VVD). Ik heb toch nog een vraag, waarbij ik hoop dat ik daarmee de vorige regel weer niet overtreed. Stel nou dat u uw zin krijgt en de parkeernorm wordt verlaagd. Dan leidt dat tot lagere bouwkosten. Zou u dan willen dat ook de appartementen goedkoper worden of zou u dat dan willen afromen ten gunste van beter openbaar vervoer?

De voorzitter. Bij de heer Brands ben ik er net ook tamelijk streng op geweest. In het kader van de verdelende rechtvaardigheid geef ik de heer Grinwis de gelegenheid om hierop kort te reageren maar ook met u wil ik afspreken om ons te houden bij het onderwerp van de agenda dat we nu bespreken.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Het grappige van zo'n vraag in de politiek is natuurlijk dat je daarmee een soort van schijntegenstelling creëert. Waarom zou het hier of-of zijn? Het is gewoon en- en wat de ChristenUnie/SGP betreft.

De voorzitter. Dat was een helder antwoord. Dan is nu het woord aan de heer Kapteijns.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. We praten hier over een mooi project dat weer kansen biedt voor Moerwijk die in Zuidwest ligt. In de commissie hebben we er kort over gesproken. Ik ben in ieder geval blij dat er gasloos gebouwd wordt. De bomenbalans zat er nog niet bij maar toen konden we ook nog niet weten dat we hier vanavond een motie zouden aannemen waardoor alle grote projecten vergezeld gaan van een bomenbalans. De wethouder heeft nu overigens al gezegd dat er in dit geval de facto geen bomen zullen verdwijnen. De parkeernorm kan wat GroenLinks betreft wel stevig naar beneden. Gelukkig vinden de ChristenUnie/SGP, de D66 en de Partij voor de Dieren dit ook. Vandaar dat we hierover samen een motie indienen. Dat er zowel vanuit christelijk-conservatieve kant als vanuit de wat meer progressievere kant steun is in de raad om toch wat aan die parkeernorm te doen, stemt mij als GroenLinks-voorman heel erg tevreden. Bij dezen dien ik de motie in.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Scheper en mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (I/1) ingediend:

50

Motie I/1

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Projectdocument locatie Assumburgweg brandweerkazerne (SBK- nummer ES149) (RIS298576). constaterende dat:  de locatie Assumburgweg brandweerkazerne zich naast het OV-knooppunt Moerwijk bevindt en dat dit gegeven onmiskenbaar van invloed is op de parkeerbehoefte; overwegende dat:  in voorliggend project, ondanks tram- en treinverbindingen in de directe nabijheid, toch de parkeernorm wordt gehandhaafd, behoudens een zekere optimalisatie, resulterend in 440 parkeerplaatsen in een garage plus nog eens eventueel 40 plaatsen extra tegenover 542 appartementen vooral gericht op kleine huishoudens met lage en middeninkomens en enige bedrijvigheid;  bij projecten op andere plekken in de stad nabij een OV-knooppunt reeds een lagere parkeernorm wordt toegepast c.q. de formele parkeereis is losgelaten, zoals bij de ontwikkelingen op de Grotiusplaats en op het Koningin Julianaplein (parkeernorm van 0);  de grondexploitatie een nadelig saldo kent van € 1.465.000 op NCW en dat een lagere parkeernorm c.q. vermindering van het aantal parkeerplaatsen een positieve invloed zal hebben op de grondexploitatie;  met het oog op een leefbare en toekomstbestendige stad een zorgvuldige omgang met de schaarse ruimte en de wijze van vervoer is vereist. verzoekt het college:  in overleg met initiatiefnemer Stebru en woningcorporatie Vestia een adequate inschatting te maken van de toekomstige parkeerbehoefte, daarbij rekeninghoudend met de vele kansen in dat gebied voor andere vervoersoplossingen en onder de voorwaarde dat de bouwontwikkeling niet mag leiden tot een onwenselijke hogere parkeerdruk (niet hoger dan 90%) op straat;  in overleg met de initiatiefnemer en Vestia het aantal benodigde parkeerplaatsen bij het project op de locatie Assumburgweg brandweerkazerne te heroverwegen, waarbij de grondexploitatie verbetert, alsmede de omgevingskwaliteit kan worden verhoogd en de gemeenteraad daarover zo spoedig mogelijk te informeren.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Voorzitter. Met het project locatie Assumburgweg is wat mijn fractie betreft iets heel merkwaardigs aan de hand. Het is een heel mooi project en het zorgt voor woningen waar heel veel behoefte aan is in de stad. Dus vanuit dat oogpunt kunnen we alleen maar zeggen dat het goed is dat de wethouder in staat is geweest om dit project op deze manier te ontwikkelen. We hebben echter ook een ernstig kritiekpunt en dat is het punt waarover ik in de commissie ook al heb gesproken. De heer Grinwis was zo aardig om mij zelfs enige woede toe te eigenen. Nou, oké, ik zal mijn best doen, mijnheer Grinwis. In het collegeakkoord is afgesproken dat bij nieuwbouw rekening wordt gehouden met 30% sociale woningbouw. Dan vind ik het vervolgens heel raar dat je uitkomt op 26.6%. Kom dan uit op 29.8%. Waarom zou je dan op 26.6% uitkomen? Als je dat almaar doet en je dat aan het eind van deze collegeperiode weer een keer doet, dan verhoog je dus voortdurend de druk op de wachtlijsten voor mensen die in de stad een sociale woning nodig hebben. En die wachtlijsten staan al steeds meer onder druk. Dan is het dus heel raar dat je bij zo'n project waarbij je de kans had om dat anders te doen, hierop uitkomt. Ik vind dat jammer. Ten aanzien

51 van het parkeren zegt de wethouder in de commissie, wat ik overigens wel met hem eens ben, dat je je moet houden aan wat je daarover afgesproken hebt in het collegeakkoord. Dan wijs ik hem er nog maar eens op dat we wat betreft de 30% sociale woningbouw ook afspraken gemaakt hebben in het collegeakkoord en dat het dus netjes zou zijn om je daar ook aan te houden. Nog een paar zinnen over het parkeren. Ik ben het dus niet eens met degenen die zeggen dat je voor deze locatie wel een lagere parkeernorm kunt hanteren. In de afgelopen tijd heeft de Partij van de Arbeid heel vaak ingestemd met lagere parkeernormen voor projecten, maar als je in een behoorlijk kinderrijke buurt als deze de kans hebt om 440 auto's van de straat te krijgen en een parkeergarage te bouwen, dan denk ik dat je die ruimte moet gunnen aan de kinderen in die buurt om te spelen. Je moet dan dus niet zo onverstandig zijn om de parkeernorm te verlagen en minder auto's van de straat te halen.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ik vind dat een heel sympathieke redenering van collega Van Nieuwenhoven. Maar bedoelt zij dan dat ook bewoners van buiten dit projectgebied hun auto in die parkeergarage moeten kunnen parkeren? De veronderstelling van de indieners van de motie is dat deze parkeerplaatsen niet nodig zijn voor dit project.

Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Ik vind het wel knap van de heer Grinwis dat hij dat al weet. Het gaat om 542 woningen en 440 parkeerplaatsen. Dus waarom zou ik nou op voorhand aan moeten nemen dat er allemaal van buitenaf in die parkeergarage geparkeerd wordt? Dat durf ik niet zo stellig te zeggen. Ik denk dat de mensen die daar wonen er heel vaak zullen parkeren.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Ik had gehoopt op steun van de Partij van de Arbeid omdat dit toch ook een partij is die doorgaans begrijpt dat in de enorme groeiopgave die we hebben, we ook keuzes moeten maken. Het gaat in dit geval om een locatie die is gelegen naast een station. We weten dat ongeveer de helft van de huishoudens in Den Haag een auto bezit. Ik begrijp werkelijk niet waarom de Partij van de Arbeid wenst vast te houden aan onnodige kostenverhogende parkeerplaatsen.

Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Het is goed dat u het woord 'doorgaans' hier gebruikt, een mooi Nederlands woord. Het betekent namelijk dat we doorgaans, zoals ik ook in mijn bijdrage gezegd heb, vinden dat die parkeernorm vaak kan worden verlaagd. Ik geef ook onmiddellijk toe dat je in dit geval dicht bij het openbaar vervoer zit. Het gaat echter om het ruimtelijk indelen van de stad, waarbij er in dit geval ook speciaal voor gezinnen gebouwd wordt. Je moet dan ook de ruimte gunnen aan de kinderen, van wie ik denk dat ze het alleen maar prettig vinden als dat blik niet op straat staat maar onder de grond.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Dan heeft mevrouw Van Nieuwenhoven het dictum van de motie niet goed gelezen. Het is een onderzoeksmotie en het mag niet leiden tot extra parkeerdruk op straat. Als je iets wilt, moet je ook consequent zijn. We bouwen dit complex voor de komende 50 jaar. Het kan dan niet meer zo zijn dat we bij ieder appartement dat er komt, zeker niet bij ov-locaties, daarvoor parkeerplaatsen inrichten. Het valt mij heel erg tegen dat de PvdA daaraan toch lijkt vast te houden.

Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Mijnheer Kapteijns, als het zou gaan om een onderzoek over het totaal dan zou ik u gelijk kunnen geven. In dit geval gaat het om een onderzoek dat alleen op deze speciale plek tot resultaten zou moeten leiden. Je gaat dan dus een onderzoek doen naar iets waarvan je toch al vindt dat het niet uitgevoerd moet worden omdat het heel prettig is dat gezinnen hun auto's parkeren in die garage waardoor de kinderen meer ruimte hebben om op straat te spelen. En dat blijft ook voor de komende 50 jaar heel belangrijk, denk ik.

Daniël Scheper (D66). Voorzitter. Als oud-bewoner van Moerwijk moet ik zeggen dat ik dit een ontzettend mooi plan vind. Wat ik heel mooi aan dit plan vind, is dat er eindelijk weer goed wordt geïnvesteerd in middenhuurwoningen. Middenhuurwoningen waar mijn collega Anne Toeters zich altijd al heel hard voor heeft gemaakt en die een impuls kunnen gaan geven aan Moerwijk, waar toch al heel veel sociale huurwoningen zijn. Dus ik deel de mening van mevrouw Van Nieuwenhoven helemaal niet in dit geval. Het is gewoon een goed en stevig plan, waar D66 ontzettend blij mee is. We

52 hopen dan ook dat het goed wordt uitgevoerd. Wat betreft de parkeerdruk verwijs ik naar de parkeeroplossing die we samen met de ChristenUnie, GroenLinks en de Partij voor de Dieren hebben voorgesteld in een motie.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Ik ben het eens met degenen die gezegd hebben dat het heel belangrijk is dat we in Moerwijk echt weer gaan investeren op de manier zoals in het voorliggende voorstel is verwoord, zeker in het licht van de discussie die we eerder kort in deze vergadering hebben gevoerd. Het is ontzettend belangrijk, juist ook ten aanzien van station Moerwijk als entree van Moerwijk. Het biedt een kans om dat gebied op een heel positieve manier, onder andere door toevoeging van middeldure huurwoningen, op te liften. Dat verdient Moerwijk ook. Evenals in de commissie ben ik nu aangesproken door mevrouw Van Nieuwenhoven op het percentage sociaal in het licht van de afspraken die we hebben gemaakt. Als zij mij aanspreekt op die afspraken, dan is dat terecht, want het is inderdaad wel een opgave voor de stad te doen. Als het erom gaat om per project die 30% te realiseren, wijs ik erop dat we dat niet zo met elkaar afgesproken hebben. Daarnaast merk ik op dat er ook een aantal projecten is waar we 100% sociaal bouwen, ook zeker in de omgeving van Moerwijk. Ik denk bijvoorbeeld aan de Eurocinema-locatie waar 100% sociaal wordt gebouwd. We gaan ook nog meer sociaal bouwen, bijvoorbeeld in het Erasmusveld bij het eerstvolgende project dat we daar weldra verder kunnen brengen. In het kader van hoogbouw in relatie tot parkeren is een vergelijking te maken met de Hofbadtoren ten aanzien waarvan ook 100% sociaal is afgesproken. Het is wel terecht dat wordt onderstreept dat de afspraak 30% een heel belangrijke afspraak is waaraan wij ons zullen moeten gaan houden. Het parkeervraagstuk loopt eigenlijk een beetje parallel met de discussie rond de Petroleumhaven. Rekening houdend met de afspraken die we op dat gebied hebben gemaakt over het parkeerbeleid, heb ik destijds de motie van GroenLinks ontraden. De nu voorliggende motie is wel iets anders geformuleerd. Wat in het eerste deel van het dictum wordt gevraagd, gaat gebeuren. Met de partijen zal nog specifieker de parkeerbehoefte in beeld worden gebracht. Middels het tweede deel van het dictum wordt er echter meteen een consequentie aan gekoppeld, wat ik vanuit de afspraken die we hebben, moet ontraden. Dus overall moet het college deze motie ontraden. We weten overigens wel allemaal dat de discussie over parkeren na de verkiezingen mogelijk een nieuwe richting krijgt, zeker ook in het licht van onze duurzaamheidsopgave en dat het dus een heel dynamische discussie is die in de toekomst ook voor dit soort plannen mogelijk, als het parkeerkader zou worden aangepast, weer op een andere manier zal uitwerken.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie I/1.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 17 tegen 23 stemmen.

In stemming komt het voorstel.

De voorzitter. Het voorstel wordt aangenomen met algemene stemmen.

Aan de orde is:

J. Voorstel van het college inzake gewijzigde Welstandsnota Den Haag 2017 (RIS297760).

De beraadslaging wordt geopend.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. We hebben in eerste termijn gesproken over de concept-Welstandsnota in 2013 en op 12 oktober 2017 is de behandeling van de Welstandsnota doorgeschoven voor een latere behandeling in de commissie. De wethouder heeft mijn fractie onvoldoende kunnen toelichten wat de nieuwe Welstandsnota voor voordelen biedt ten opzichte van de oude. Wel wil ik de wethouder bedanken voor de toezeggingen die hij heeft gedaan. Dat geldt

53 bijvoorbeeld de toezegging om de jaarverslagen van de Welstandscommissie online te publiceren. Ik denk dat dit goed is. Wij horen veel klachten over de transparantie, de benaderbaarheid en de toegankelijkheid van de Welstandscommissie. De heer Boenders had het er vanavond ook over. Ik begrijp dat er camera's worden gemonteerd in de kamer waar de vergaderingen van de Welstandscommissie plaatsvinden. De wethouder heeft in de commissie gezegd dat hij wil onderzoeken of de vergaderingen van die commissie ook online uitgezonden kunnen worden. Weet de wethouder inmiddels al iets meer over de mogelijkheden daartoe? Ik heb nog een motie met als titel 'transparantie Welstands- en Monumentencommissie', waarin ik het college verzoek om meer transparantie en toegankelijkheid te bewerkstelligen bij de Welstands- en Monumentencommissie, bijvoorbeeld door openbare vergaderingen online te streamen.

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar, daartoe gesteund door de heer Grinwis, wordt de volgende motie (J/1) ingediend:

Motie J/1

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het voorstel van het college inzake gewijzigde Welstandsnota Den Haag 2017 (RIS297760).

Constaterende dat: • de jaarverslagen van de Welstands- en Monumentencommissie niet online te lezen zijn; • de vergaderingen van de Welstands- en Monumentencommissie openbaar zijn, maar (nog) niet online worden uitgezonden.

Verzoekt het college: • om meer transparantie en toegankelijkheid te bewerkstelligen bij de Welstands- en Monumentencommissie, bijvoorbeeld door openbare vergaderingen online te streamen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Christine Teunissen (PvdD). Voorzitter. Den Haag is een mooie stad die zich ruimtelijk snel ontwikkelt vanwege de actuele groei. De vraag is nu welke beleidsrichting we kiezen voor de esthetische en monumentale kwaliteiten van gebouwen, voor waarden die niet in geld uit te drukken zijn. Of kiezen we ervoor om projectontwikkelaars vrij spel te geven? De Partij voor de Dieren vindt dat de Welstandsnota een belangrijke rol speelt om deze ontwikkeling in goede banen te leiden, maar vindt ook dat de wethouder de verkeerde keuzes in deze Welstandsnota maakt omdat hij kiest voor zeer ruime en ondefinieerbare criteria waarmee hij het huidige welstandsbeleid te grabbel gooit. Een belangrijk aspect van de vorige Welstandsnota was dat karaktergebieden beschreven werden waardoor voor ontwikkelaars en burgers duidelijk wordt waar de Welstandscommissie naar kijkt en in welke omgeving een bouwwerk moet passen. De schets van deze tien gebieden laat zien dat bij groengebieden een andere welstandsbeoordeling plaatsvindt dan bij wederopbouwgebieden en bij het historisch centrum weer een andere beoordeling. De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk om karaktergebieden te blijven benoemen want hiermee wordt al een eerste invulling gegeven aan het begrip 'samenhangen' in de nota. Projectontwikkelaars ontwikkelen zo vanuit de bestaande historische en beeldbepalende kwaliteiten van de stad. Hierdoor voorkomen we dat er ongebreideld afbreuk kan worden gedaan aan het karakter van onze mooie stad. De stad ontwikkelt zich en daarom is het wel belangrijk om de karaktergebieden te herzien. Totdat dit is gebeurd, kunnen we de bestaande karaktergebieden nog in stand houden en zo ontwikkelen van historische en beeldbepalende kwaliteiten. Daarom zou ik graag een amendement willen indienen om die karaktergebieden in de Welstandsnota te handhaven. Het amendement stelt voor om aan het dictum toe te voegen: 'De beschrijving van de karaktergebieden van de Welstandsnota 2004 in stand te houden totdat de raad aangepaste karaktergebieden heeft vastgesteld'.

54

De voorzitter. Door mevrouw Teunissen wordt het volgende amendement (J/A) voorgesteld:

Amendement J/A

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake gewijzigde Welstandsnota Den Haag 2017.

Besluit om: I. In het dictum na punt I een extra punt toe te voegen: “De beschrijving van de karaktergebieden van de Welstandsnota 2004 (RIS112557) in stand te houden, totdat de raad aangepaste karaktergebieden heeft vastgesteld.”

Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. In de commissie hebben we uitgebreid gesproken over de voorliggende nota. Kennelijk heb ik Groep de Mos niet kunnen overtuigen dat deze nieuwe Welstandsnota ten opzichte van de vorige echt veel meer voordelen biedt om er in het kader van de Agenda Ruimte voor de Stad flexibeler mee om te kunnen gaan en specifieker te kunnen toetsen, waarbij de directe omgeving als uitgangspunt wordt genomen. Dat betekent dus ook dat beschermde stadsgezichten in deze nota beter zijn beschermd; ze zijn er ook explicieter in opgenomen. Bovendien biedt dit kansen om duurzaamheidsmaatregelen voor de bebouwde omgeving beter en gemakkelijker toe te passen. Dat zijn een aantal belangrijke voordelen van deze Welstandsnota die met behulp van de welstandsviewer kan worden uitgevoerd. De oude Welstandsnota omvatte een aantal boeken met generieke regels, waaronder regels voor karaktergebieden, die globaal waren omschreven. Met de nieuwe Welstandsnota kunnen we dit veel specifieker doen. Bovendien dateerde de oude Welstandsnota uit 2004. De wereld is inmiddels een beetje veranderd, ook de gebouwde omgeving in Den Haag. Dus ook dat maakt dat die oude Welstandsnota gedateerd was qua omschrijvingen. Het college ontraadt dan ook het amendement van mevrouw Teunissen vanuit het perspectief dat de nieuwe Welstandsnota een en ander veel specifieker regardeert en meer bescherming biedt waar het gaat om met name beschermde stadsgezichten.

Christine Teunissen (PvdD). Kan de wethouder uitleggen wat er specifieker aan is? Die karaktergebieden waren juist heel erg specifiek beschreven en dat is nu helemaal uit de Welstandsnota geschrapt.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Het leek een specifieke beschrijving maar die welstandsviewer is nog veel specifieker. Daaraan wordt getoetst. Dat is ook expliciet in de Welstandsnota aangegeven, ook waar het gaat om beschermd stadsgezicht. Dan kom ik op de motie van Groep de Mos over transparantie. In de commissievergadering heb ik een aantal toezeggingen gedaan die ook zwart op wit zijn genotuleerd. Volgens mij behoeft er dan niet nog een keer een motie over te worden ingediend. Vanuit dat perspectief vind ik motie J/1 volstrekt overbodig.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt amendement J/A.

De voorzitter. Ik constateer dat de heer De Mos en de heer Aydin bij deze stemming niet aanwezig zijn, kennelijk vanwege bezigheden buiten deze raadzaal. Het amendement wordt verworpen met 10 tegen 28 stemmen.

In stemming komt motie J/1.

55

De voorzitter. Ik ga ervan uit dat ook aan deze stemming de heren De Mos en Aydin niet deelnemen. De motie wordt verworpen met 14 tegen 24 stemmen.

In stemming komt het voorstel.

De voorzitter. Ik ga ervan uit dat de heer Aydin ook aan deze stemming niet deelneemt. Het voorstel wordt met 30 tegen 9 stemmen aangenomen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

Aisha Akhiat (SP). Voorzitter. De SP vindt dat deze nieuwe Welstandsnota te veel ruim baan geeft aan projectontwikkelaars ten opzichte van bescherming van de stad. Wij hebben daarom tegengestemd.

Aan de orde is:

K. Gewijzigd voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018- 2022 (RIS298592).

De beraadslaging wordt geopend.

Kim Waanders (D66). Voorzitter. 'It takes a village to raise a child', zo opent de Haagse Educatieve Agenda. En zo is het ook, veel mensen zijn aan zet om onze kinderen een goede toekomst te geven. Daarom begin ik met complimenten aan iedereen die aan deze HEA heeft meegewerkt. Er ligt een ambitieuze agenda voor de komende vier jaar. Als ik terugkijk op de afgelopen jaren, zie ik dat er veel op het onderwijsgebied is bereikt. Van de week nog kreeg een aantal scholen het predicaat excellent. Er is minder schooluitval en er zijn nauwelijks nog zwakke scholen. We zijn tevreden over de voortgang van de brede buurtscholen. Er is geld beschikbaar voor de conciërges. Bovendien wordt Den Haag steeds meer een echte studentenstad. In de commissie heeft fractievertegenwoordiger Imro Blom namens D66 al aangegeven dat wij ons kunnen vinden in de zeven ambities uit de HEA. We kijken ook uit naar de uitwerkingen in de jaarplannen. In het bijzonder noem ik hier het schoolontbijt. Voor de concentratie is het belangrijk dat kinderen niet met lege maagjes in de schoolbanken plaatsnemen. Daarom willen wij dat scholen die schoolontbijten willen aanbieden aan kinderen die zonder ontbijt de deur uitgaan, goed worden ondersteund. Verder wil ik nog even stilstaan bij ambitie 2 ten aanzien van voldoende bekwame en innoverende onderwijsprofessionals. Kwaliteit voor de klas is nodig voor kwaliteit in de klas. Het oplopende tekort aan leerkrachten vormt hierbij een lastig probleem. Met de inzet van de Lerarenbeurs, de Rode Loper, Klassewerk en nu ook de inzet van de wethouder om een lerarenopleiding naar Den Haag te halen, zien we dat het college ook voor de toekomst blijft investeren in een docentenstad waar docenten graag willen werken. Tot slot vindt mijn partij het belangrijk dat leerlingen van zand en veen meer en intensiever met elkaar in contact komen. Het bevordert herkenning en begrip voor leeftijdsgenoten van verschillende achtergronden. Uit gesprekken met scholen blijkt ook dat zij een uitwisselingsprogramma onderling willen starten om zogenoemde segregatie tegen te gaan. Daarom dien ik een motie in die is meeondertekend door het CDA, de HSP, de Groep Okcuoglu, de PvdA, de Groep de Mos, de Islam Democraten, de ChristenUnie/SGP, de SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren. En omdat dit mijn laatste onderwijsdebat is, wordt deze ook nog meeondertekend door de heer Van Asten, mevrouw Özmen, mevrouw Van der Werf, de heer Scheper, de heer Eser en mevrouw Toeters. De motie roept het college op scholen die initiatieven opzetten waarbij contacten en duurzame uitwisselingen (minimaal 1 dag per week in een periode van 3-5 maanden) tussen leerlingen van 'zand' en 'veen' bevorderd worden, hierin voor zover mogelijk ruimhartig te ondersteunen. Voorzitter. Na acht jaar is dit mijn laatste bijdrage op onderwijsgebied.

De voorzitter. Dank u wel, mevrouw Waanders.

56

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Ik durf bijna niets meer te vragen, maar zie dit maar als een mogelijkheid om nog wat langer het woord te voeren, mevrouw Waanders. Ik zou haar namelijk willen vragen wat het doel is van deze motie. Is er nu dan te weinig contact tussen leerlingen van zand en leerlingen van veen? Wat leren ze dan van elkaar? Ik vind dat deze motie juist verschillen benadrukt die er in mijn ogen helemaal niet zijn.

Kim Waanders (D66). Dank u wel voor deze vraag. Ik maak graag nog even van deze gelegenheid gebruik om de motie toe te lichten. Uit onderzoek van DUO is gebleken dat in de grote steden en de G4 er segregatie is tussen de verschillende wijken. Deze motie heeft de bedoeling dat kinderen met elkaar in contact komen en elkaar leren kennen. De motie is dus bedoeld om op die manier duurzaam met elkaar in contact te komen.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Hoe ziet u dat in de praktijk dan voor zich? Wie brengt dan een kind van school A naar school B in de andere wijk en wat doen die kinderen dan met elkaar? Wat gebeurt er dan?

Kim Waanders (D66). We hebben met verschillende scholen in de stad gesproken, van het Johan de Witt College tot het Zuid-West College. Het zijn allemaal scholen die heel enthousiast zijn om hieraan mee te werken. Ze vinden het goed dat de kinderen met elkaar in contact komen. Het zijn met name middelbare scholen die interesse hebben omdat die kinderen ook zelfstandig kunnen reizen. De kinderen kunnen dan zelf met het openbaar vervoer of de fiets door de stad komen.

De voorzitter. Door mevrouw Waanders, daartoe gesteund door de heer Rogier, de heer Oudshoorn, de heer Okcuoglu, de heer Balster, de heer Kraft van Ermel, de heer Çetinkaya, de heer Grinwis, mevrouw Akhiat, mevrouw Toeters, mevrouw Teunissen, de heer Kapteijns, de heer Scheper, mevrouw Özmen, de heer Eser, de heer Van Asten en mevrouw Van der Werf, wordt de volgende motie (K/3) ingediend:

Motie K/3

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van de Haagse Educatieve Agenda 2018 - 2022.

Constaterende dat:  Den Haag een pluriforme stad is, waarin 84.539 jeugdigen met een migratieachtergrond en 56.678 jeugdigen zonder migratieachtergrond wonen;  er een virtuele scheiding loopt tussen de “zand- en veenwijken” die ook zichtbaar is op de scholen;  dat de leerlingen van zand- en veenscholen niet of nauwelijks met elkaar in contact komen;  scholen zelf over hun curriculum gaan.

Overwegende dat:  Deze segregatie ongewenst is;  Uit gesprekken met een aantal vertegenwoordigers van scholen blijkt dat ook zij deze ontwikkeling erkennen en onwenselijk vinden.

Spreekt als haar mening uit dat:  het wenselijk is dat jeugdigen van “zand en veen” meer en intensiever met elkaar in contact komen;  het wenselijk is dat scholen een rol spelen in het bevorderen van deze contacten.

57

En roept het college op om:  scholen, die initiatieven opzetten waarbij contacten en duurzame uitwisselingen (minimaal 1 dag per week in een periode van 3-5 maanden) tussen leerlingen van “zand” en “veen” bevorderd worden, hierin voor zover mogelijk ruimhartig te ondersteunen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Joeri Oudshoorn (HSP). Voorzitter. Wij hebben één motie, 'kennis gezamenlijke geschiedenis', met als dictum: constaterende dat het college onderschrijft dat onze stad een grote diversiteit aan religieuze opvattingen en culturen kent en de HEA ambieert om leerlingen te leren samenleven; verzoekt het college relevante partijen in de stad te stimuleren om lesmaterieel voor middelbare scholieren te ontwikkelen dat de eeuwenoude handels- en migratiegeschiedenis van onze stad met landen zoals Suriname, de Antillen, Turkije, Indonesië en Marokko belicht. De motie is meeondertekend door de Islam Democraten en GroenLinks. Wij hebben een amendement op de HEA, 'Levende HEA', om de jaarplannen niet vast te laten stellen door het college, maar door de gemeenteraad. We hebben nu een HEA die ambities heeft, maar geen concrete doelen. Wij willen juist dat er een levende HEA ontstaat die zich elke keer kan aanpassen. Dan hebben wij het amendement 'Transitie opnemen in HEA'. Het gaat om het aanjagen van de transities naar duurzame energie, mobiliteit en circulaire economie. Wij hebben de goede gewoonte dat het bedrijfsleven kan aangeven aan de scholen wat er op dit moment nodig is. Voor de transitie zal dat sneller moeten en moeten de scholen ervoor gaan zorgen dat zij zelf op tijd in staat zijn om het onderwijs aan te passen, zodat de jongeren die van school komen juist in de bedrijven kunnen leren hoe dat verder moet.

De voorzitter. Door de heer Oudshoorn, daartoe gesteund door de heer Çetinkaya, de heer Okcuoglu, de heer Kapteijns, mevrouw Drost, de heer Kajouane en de heer Kraft van Ermel, wordt het volgende amendement (K/A) voorgesteld:

Amendement K/A

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda (HEA) 2018-2022 (RIS298592).

Besluit tot de volgende wijzigingen in het raadsvoorstel: I In artikel III de woorden ‘jaarplannen, vast te stellen door het college’ te vervangen door ‘jaarplannen, vast te stellen door de gemeenteraad’

De voorzitter. Door de heer Oudshoorn, daartoe gesteund door de heer Çetinkaya, mevrouw Drost, de heer Kapteijns, de heer Okcuoglu en de heer Kajouane, wordt het volgende amendement (K/B) voorgesteld:

Amendement K/B

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda (HEA) 2018-2022 (RIS298592).

Besluit tot de volgende wijzigingen in het raadsvoorstel:

58

I In artikel II eerste regel worden de woorden ‘zeven ambities’ vervangen door ‘acht ambities’

II In artikel II wordt na punt g. een punt h. toegevoegd, luidend: Aanjagen van de transities naar duurzame energie en mobiliteit en circulaire economie

De voorzitter. Door de heer Oudshoorn, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, de heer Çetinkaya en de heer Kapteijns, wordt de volgende motie (K/7) ingediend:

Motie K/7

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het gewijzigd voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS298592).

Constaterende dat:  het college onderschrijft dat onze stad een grote diversiteit aan (religieuze) opvattingen en culturen kent;  tolerantie en verdraagzaamheid kwetsbaar zijn in een pluriforme samenleving;  de HEA 2018-2022 ambieert om leerlingen te leren samenleven.

Overwegende dat:  de Haagse bevolking bestaat uit diverse culturele en religieuze groepen, waaronder een groot aantal burgers met een migratieachtergrond;  Den Haag een eeuwenlange handels- en migratiegeschiedenis kent met landen zoals Suriname, de Antillen, Turkije, Indonesië en Marokko.

Van mening zijnde dat:  kennis van onze gezamenlijke geschiedenis kan bijdragen aan het versterken van de sociale cohesie, tolerantie en verdraagzaamheid in onze stad.

Verzoekt het college:  relevante partijen in de stad te stimuleren om lesmateriaal voor middelbare scholieren te ontwikkelen die de eeuwenoude handels- en migratiegeschiedenis van onze stad met landen zoals Suriname, de Antillen, Turkije, Indonesië en Marokko belicht.

En gaat over tot de orde van de dag.

De amendementen en de motie maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. GroenLinks gaat deze HEA steunen, met name omdat die de rol van het onderwijs benoemt en er heel veel acties aan koppelt als het gaat om het inlopen van achterstanden en grote verschillen in deze stad. Dat is wat GroenLinks betreft heel erg belangrijk de komende jaren. GroenLinks is blij met de toezegging die de wethouder heeft gedaan dat het schoolontbijt via de HEA gefinancierd kan worden en dat ze dat ook actief aan de scholen bekend gaat maken. Tot slot denken wij dat de extra aandacht die meisjes gaan krijgen in het techniekonderwijs, met name in het vmbo, ook heel erg belangrijk is.

Abderrahim Kajouane (PvdA). Voorzitter. Wij hebben in de commissie uitgebreid over de HEA gesproken. Steun vanuit de Partij van de Arbeid voor de zeven ambities. Wij zijn blij dat een aantal wensen van de Partij van de Arbeid, met name als het gaat over de urgentie om te strijden tegen

59 kansenongelijkheid - een onderwerp dat vele malen door onze fractie is ingebracht - is meegenomen. Op drie punten hebben wij aanvullende wensen. Ten eerste de aanpak van laaggeletterdheid. Het percentage laaggeletterdheid in de stad is hoog. Zoals in de HEA staat, nadert dit in een aantal stadsdelen de 50%. Over de aanpak verschillen wij niet van mening met de wethouder. Alleen willen wij dat onderwerp hoog op de agenda houden. Vandaar de motie met als dictum: verzoekt het college de aanpak laaggeletterdheid als prioriteit te blijven aanmerken en daarbij - dat is een nieuw element - aandacht te besteden aan laaggeletterdheid onder jongeren. Een tweede aandachtspunt is diversiteit, weliswaar een onderwerp dat wel wordt genoemd in de HEA, maar met weinig concrete acties. Wij vinden dat het tijd is om een actieplan te maken of in het kader van de actieplannen van de HEA duidelijke afspraken te maken, als het gaat over bijvoorbeeld het voorbereiden van scholen op de superdiversiteit in de stad, intercultureel vakmanschap en intercultureel onderwijs. Vandaar een motie met als dictum: verzoekt het college in het jaarplan acties te ontwikkelen met betrekking tot diversiteit in het onderwijs en daarover jaarlijks te rapporteren bij de monitors over de HEA. Ten derde kansenongelijkheid. Ik zei dat het al is genoemd in de HEA. Er zijn onorthodoxe maatregelen aangekondigd, maar wij willen dat veel concreter. De problematiek is urgent. Wij verzoeken het college met een motie om vóór 1 april 2018 met een plan te komen om deze groeiende vorm van onderwijsongelijkheid tegen te gaan en daarbij aandacht te besteden aan betere arbeidsvoorwaarden en een verantwoordingsmechanisme voor scholen te ontwikkelen. Tot slot. Wij hebben een brief gekregen van de gemeenschappelijke mzr van de Haagse scholen met een verzoek om aandacht voor het onderwerp medezeggenschap. Ik ga ervan uit dat de wethouder dat ook meeneemt. Graag een reactie op dit punt.

De voorzitter. Door de heer Kajouane, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, mevrouw Drost, de heer Kraft van Ermel en de heer Oudshoorn, wordt de volgende motie (K/4) ingediend:

Motie K/4

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS298592).

Constaterende dat:  uit gegevens van de Onderwijsinspectie (bron: werkbespreking segregatie in het onderwijs dd. 24 mei 2017) blijkt dat verschillen tussen kansen in het onderwijs voor kinderen van laagopgeleide en hoogopgeleide ouders snel toenemen;  in Den Haag de afgelopen vijf jaar, bij gelijke cognitieve capaciteiten, het verschil in schooladvisering tussen kinderen van laag- en hoogopgeleide ouders is verdubbeld tot bijna een half onderwijsniveau;  deze verschillen worden versterkt door het verschil tussen zwakke (relatief vaker onderadvisering) en sterke scholen (relatief vaker overadvisering), door de toename van schaduwonderwijs (huiswerkbegeleiding en examentrainingen) en doordat scholen met een zwakkere populatie moeilijker goede docenten vasthouden.

Van mening dat:  we gelijke kansen moeten creëren in het onderwijs voor alle schoolgaande kinderen en jongeren;  de huidige situatie deze gelijke kansen eerder verkleint dan vergroot;  de HEA te weinig concrete aanknopingspunten biedt om de groeiende kansenongelijkheid tegen te gaan.

60

Verzoekt het college:  voor 1 april 2018 te komen met een plan van aanpak om deze groeiende vorm van onderwijsongelijkheid tegen te gaan door: o het vasthouden van en bieden van betere arbeidsvoorwaarden aan goede docenten op scholen met een relatief zwakkere leerlingenpopulatie; o een verantwoordingsmechanisme waarbij scholen ter verantwoording worden geroepen wanneer zij significant onderadviseren; o extra (financiële en/of personele) capaciteit voor huiswerkbegeleiding ter beschikking te stellen aan scholen waar deze – met het oog op de leerlingen- en ouderpopulatie – niet door de ouders zelf kan worden ingehuurd (bijv. gratis huiswerkbegeleiding voor kinderen met ouders met een ooievaarspas).

De voorzitter. Door de heer Kajouane, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, de heer Grinwis, de heer Kraft van Ermel, de heer Okcuoglu, mevrouw Waanders, de heer Oudshoorn, mevrouw Michon- Derkzen en mevrouw Drost, wordt de volgende motie (K/5) ingediend:

Motie K/5

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS298592).

Constaterende dat :  de HEA stelt dat “in Den Haag ongeveer 24% van de Haagse beroepsbevolking laaggeletterd is. Dat zijn bijna 86.000 Hagenaars. Dit percentage ligt beduidend hoger dan het landelijke gemiddelde van 12%”;  het percentage laaggeletterdheid in een aantal stadsdelen ongeveer 50% is en dat er een pilot loopt om de aanpak laaggeletterdheid o.a. in stadsdeel Laak te intensiveren;  bij de afdoening van de motie Laaggeletterdheid en Taalonderwijs (RIS294448) het college de wens heeft uitgesproken om de aanpak verder te intensiveren als er voldoende middelen beschikbaar waren.  er onvoldoende financiële middelen zijn gereserveerd om de aanpak Laaggeletterdheid en Taalonderwijs te verbeteren en te intensiveren en dat er volgens het college minimaal € 1,8 mln per jaar extra nodig is;  laaggeletterdheid onder jongeren ook voorkomt en dat de doelgroep jongeren vaak wordt vergeten.

Van mening is dat:  moet worden doorgepakt in de uitvoering van de motie Laaggeletterdheid en Taalonderwijs (RIS294448) en dat dit extra inspanningen vergt om het bereik van laaggeletterden te vergroten;  de HEA een belangrijk instrument is om laaggeletterdheid en taalonderwijs als prioriteit aan te merken en in de komende jaren hiervoor een extra financiële investering te reserveren;  het initiatief van de Haagse taalaanbieders van het Taalketenoverleg “Werk maken van de Haagse taalketenaanpak”, november 2016, om de samenwerking en het bereik te verbeteren, dat heeft geleid tot de huidige pilots, voortgezet en uitgerold moet worden.

Verzoekt het college:  de aanpak Laaggeletterdheid en Taalonderwijs in de HEA als prioriteit aan te merken en daarbij ook aandacht aan laaggeletterdheid onder jongeren te besteden;  de pilot intensivering aanpak Laaggeletterdheid naar alle stadsdelen uit te rollen;  alle opties te verkennen om voldoende financiering te krijgen om deze ambities daadwerkelijk te realiseren.

61

De voorzitter. Door de heer Kajouane, daartoe gesteund door de heer Kapteijns, de heer Okcuoglu, de heer Oudshoorn en de heer Kraft van Ermel, wordt de volgende motie (K/6) ingediend:

Motie K/6

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS298592).

Constaterende dat:  er in Den Haag 84.539 jeugdigen met migratieachtergrond onderwijs volgen;  bij leerlingen met een migratieachtergrond vaker sprake is van schooluitval, lager schooladvies en onvoldoende benutting van talenten;  de instroom op pabo-opleidingen en het huidige personeelsbestand op scholen in Den Haag eenzijdig en weinig divers is;  lesgeven in een grote en diverse stad als Den Haag unieke vaardigheden vraagt van docenten.

Van mening dat:  uit vergelijkend onderzoek (Crul, 2013) blijkt dat het schoolsysteem en het onderwijsbeleid belangrijke bepalers voor succes in het onderwijs zijn;  de groeiende (super)diversiteit van de stad veel kansen en uitdagingen voor scholen opleveren die om stevig beleid vragen;  het vraagstuk van diversiteit in het onderwijs meer ambitie kan gebruiken.

Verzoekt het college:  in het jaarplan acties te ontwikkelen met betrekking tot (super)diversiteit in het onderwijs in het kader van de HEA;  in dit jaarplan, en waar passend in het Plan van Aanpak Lerarentekort, in ieder geval aandacht te besteden aan de volgende punten: - in de opleiding van leraren aandacht te besteden aan intercultureel vakmanschap en vaardigheden toegesneden op de grootte en diversiteit van de stad; - het ondersteunen van scholen in meer diversiteit in het personeelsbestand; - het vergroten van ouderbetrokkenheid. In de jaarlijkse monitors over de HEA te rapporteren over de voortgang met betrekking tot de bovenvermelde punten en welke acties erop ondernomen zijn.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Voorzitter. Ik vind het een hele eer om hier namens mijn collega Jeroen van Dijken, die dit in de commissie heeft behandeld, over de HEA te mogen spreken. Inderdaad, zeven ambities en elk jaar investeert de gemeente Den Haag € 75 mln. in de kwaliteit van het Haagse onderwijs. Dat is toch een enorm bedrag. Ik beperk mij tot een aantal hoofdlijnen uit de besprekingen die er eerder zijn geweest. Eén ambitie van de HEA is dat alle Haagse leerlingen de kans krijgen om het beste uit zichzelf te halen. Helaas mist de VVD hierin de aandacht voor hoogbegaafde kinderen en jongeren. Zij worden, in tegenstelling tot in de vorige HEA, ten onrechte niet benoemd als een belangrijke groep die onze aandacht verdient. Ook in lijn met het regeerakkoord, waarin staat dat € 15 mln. extra beschikbaar is voor onder anderen hoogbegaafde kinderen, hebben wij de volgende motie, waarvan het dictum luidt: verzoekt het college de behoefte aan overkoepelend onderwijsaanbod specifiek voor hoogbegaafde kinderen in kaart te brengen, inclusief het gifted education programma, en de mogelijkheden te onderzoeken om voor deze vorm van onderwijs een financieel sluitende businesscase te realiseren, hierbij financiering vanuit het bedrijfsleven als optie mee te nemen, daarnaast in gesprek te gaan met het kabinet over de mogelijkheid van rijksfinanciering gelet op het regeerakkoord en de gemeenteraad hier uiterlijk 1 mei 2018 over te informeren. Het tweede deel van het dictum - het is een lang verhaal -

62 luidt: in alle jaarplannen die de uitwerking vormen van de HEA hoogbegaafdheid expliciet te betrekken als aandachtspunt en daarbij de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek mee te nemen zodra deze bekend zijn. Deze motie is mede-ingediend door het CDA en de ChristenUnie/SGP. Dan een kort woord over het aanmeldsysteem. Daarin verandert op dit moment veel. Hier hebben wij ons als Haagse VVD nadrukkelijk voor ingespannen. Het is aangepast en versimpeld, zowel voor basis- als voortgezet onderwijs. Wij willen de wethouder vragen om ouders hierbij te betrekken en - dat wil ik graag herhalen - dat de Ouders voor eerlijke schoolkeuze nauw betrokken blijven bij deze discussie. In de agenda wordt gesteld dat een paar maal per jaar sprake kan zijn van onorthodoxe maatregelen om scholen te versterken in het belang van goed onderwijs. Wij hebben voorgesteld om bijvoorbeeld te werken aan een uitwisseling van leraren. De wethouder gaf aan dit een goed idee te vinden. Graag vraag ik haar te bevestigen dat zij dit zal bespreken met de schoolbesturen en dit terug te koppelen aan de raad. Dan een ander punt. In Den Haag hebben we een groot lerarentekort; we hoorden dat al eerder. Dit moeten we gezamenlijk aanpakken. Ik ben benieuwd naar het aangekondigde aanvalsplan. Wij zijn blij dat onze motie over extra parkeervergunningen voor scholen met brede steun is aangenomen. Immers, niet alle leraren wonen in onze stad. Als zij moeten reizen, willen zij graag parkeren. Ook wil ik de wethouder danken voor oplossingen voor soortgelijke gevallen, bijvoorbeeld de lesgevende vrijwilligers, die ook een probleem hebben met parkeren. Dank daarvoor. Wat de VVD betreft, zal onderdeel van het aanvalsplan over het lerarentekort sowieso moeten zijn dat met scholen een gezamenlijke wervingscampagne wordt opgestart in de Nederlandse krimpregio's om leraren naar Den Haag te halen. Om te beginnen moeten leraren die in Den Haag aan de bak willen en hier ook een woning zoeken wat de VVD betreft voorrang krijgen op de wachtlijsten voor sociale woningen. Ik heb een motie van de collega van de Islam Democraten hierover ondertekend. Een ander punt. De VVD zou graag zien dat in de agenda aandacht komt voor het tegengaan van radicalisering. Wij hebben de ogen en de oren van de professionals in het onderwijs hard nodig, aangezien zij juist de eerste signalen van radicalisering kunnen herkennen en onderkennen. Daarom de volgende motie met als dictum: verzoekt het college het interactieve trainingsprogramma waarvan de gemeente eigenaar is voor docenten dringend onder de aandacht te brengen bij die scholen in Den Haag waar deze training relevant kan zijn en de raad jaarlijks, geanonimiseerd, te rapporteren over het aantal scholen dat heeft deelgenomen aan de training en in kaart te brengen wat de reden is van scholen die deze training niet hebben afgenomen.

De voorzitter. Mevrouw Michon, er is een vraag.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Sorry, mag ik nog even zeggen namens wie de motie is ingediend? Of eerst de vraag? Wat wilt u liever?

De voorzitter. U mag kiezen.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Deze motie is ingediend mede namens de ChristenUnie/SGP, de PvdA en Groep de Mos.

Kim Waanders (D66). Mag ik aan mevrouw Michon vragen wat er nieuw is aan deze motie en wat er niet al op dit moment gebeurt?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Ik constateer dat de gemeente een trainingsprogramma heeft gefinancierd, dat dit trainingsprogramma op de plank ligt bij de gemeente en dat de afname daarvan zeer gering is. Ik wil graag met deze motie nogmaals onderschrijven en ondersteunen dat scholen gebruikmaken van deze training. Ik vind zelfs dat dat waar nodig een niet al te vrijblijvend karakter moet hebben. Ik heb nu in het dictum gezet 'dringend onder de aandacht te brengen'. Eerlijk gezegd vind ik dat als wij als gemeente zo'n training opstellen en aanbieden, die ook afgenomen moet worden omdat die leraren helpt in het moeilijke werk dat zij op dit vlak hebben.

63

De voorzitter. Dan heb ik in de aanbieding de heer Rogier. O sorry, mevrouw Waanders.

Kim Waanders (D66). Ik heb een vervolgvraag.

De voorzitter. Dat kan. Een vervolgvraag mag.

Kim Waanders (D66). Ik hoor u nu eigenlijk zeggen dat u een verplichting wilt opleggen, dat de scholen verplicht een training moeten volgen. Is dat wat u nu zegt? Zo ken ik de VVD eigenlijk niet, maar dat hoor ik graag van u.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Ik heb het dictum van mijn motie net voorgelezen. Daarin staat 'dringend onder de aandacht te brengen'. Dat is niet verplicht.

Michel Rogier (CDA). Ik hoorde net ook het woordje 'verplicht' en dat triggerde mij wel. Volgens mij moeten we de scholen er vrij in laten wat zij doen. Ik heb ook wel moeite met de verantwoordingsdrift om scholen daar verantwoording over af te laten leggen. Kunt u daar een toelichting op geven?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Dank voor deze vraag. Als je hier met elkaar heel vaak spreekt over het probleem van radicalisering onder jongeren en wat daaraan te doen, dan vind ik - volgens mij zijn vriend en vijand het daarover eens - dat professionals in de zorg en in het onderwijs daar een functie bij hebben. Ik vind het heel goed dat de gemeente een dergelijk trainingsprogramma heeft opgezet. Ik ben het totaal met u en collega Waanders eens dat scholen daar vrij in moeten zijn. Aan de andere kant vind ik dat de wethouder, als onderdeel van het college, erop toe moet zien dat de scholen die dit nodig hebben er wel gebruik van maken. Als wij een trainingsprogramma hebben opgesteld en ontwikkeld dat vervolgens totaal niet wordt afgenomen terwijl wij met elkaar wel het probleem van radicalisering erkennen, dan wil ik daar wel graag op een ander moment, een later moment als dat inzicht er is, een debat over met de wethouder.

Michel Rogier (CDA). We hebben nu de schoolveiligheidsconvenanten, waarbij dit thema regelmatig besproken wordt met de scholen. Wat mist u daar dan nog in? Waar haalt u de signalen vandaan dat er totaal geen gebruik wordt gemaakt van deze programma's?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Ik zou de heer Rogier willen vragen: leg uw oor te luisteren. Deze training wordt nagenoeg niet afgenomen. Op een enkele school is die nu in een soort pilotfase uitgevoerd, maar die wordt nagenoeg niet afgenomen. Ik zou willen dat dat wat intensiever gebeurt.

Michel Rogier (CDA). Ik wil mevrouw Michon meegeven dat ik mijn oor regelmatig te luisteren leg bij het onderwijs. Ik ben mij ervan bewust dat die cursussen worden aangeboden. Maar nogmaals, ik blijf erbij dat het een verantwoordelijkheid is van scholen. Ik vind het niet gepast dat scholen aan de raad, via de wethouder, verantwoording moeten afleggen over hun beleid.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Waarvan akte. Daar denkt mijn fractie anders over. Mijn laatste punt is het internationaal onderwijs. Bij deze stad van internationale allure hoort natuurlijk internationaal onderwijs. Ik zou de wethouder willen vragen om ook te kijken naar de uitbreiding van het internationaal onderwijs. De Haagse VVD is blij met de taskforce die is opgericht om het internationaal onderwijs te versterken, want bij een internationale stad zoals Den Haag hoort natuurlijk ook een goede internationale school. Er zijn enorme wachtlijsten. Wij hebben hier scholen van wereldklasse en die moeten we koesteren wat mijn fractie betreft.

De voorzitter. Mevrouw Waanders heeft op een eerder punt nog iets.

Kim Waanders (D66). Ik sloeg even aan op de verantwoordingsdrift waar collega Rogier op aansloeg: de verantwoordingsdrift van de VVD voor de scholen. De burgemeester geeft ieder kwartaal al in de radicaliseringsnota rapportages over hoe vaak de training wordt afgenomen, dus wat wilt u dan nog extra?

64

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). De rapportages van de burgemeester over radicalisering zijn uitgebreide stukken, maar daarin staat niet het aantal keren dat deze training is afgenomen door scholen. Ik wil helemaal geen lijsten met welke school deze training heeft gevolgd. Ik wil dat we met deze motie nog een keer laten zien aan scholen dat dit aanbod bestaat, dat de mogelijkheid bestaat en dat scholen waarvoor het voor de hand ligt om een dergelijke training af te nemen, dat ook doen. Ik vind dat we voor het onderwerp radicalisering en de importantie daarvan echt alles uit de kast moeten halen om te kijken of we dat vroegtijdig de kiem in kunnen smoren.

De voorzitter. De nieuwe spreekwoorden en gezegden vliegen ons om de oren.

Kim Waanders (D66). Ik vraag mij af waarom de VVD dan toch vraagt om jaarlijks te rapporteren. U zegt: het gaat me helemaal niet om lijstjes. Maar in het tweede dictum van uw motie vraagt u daar juist expliciet om. Waarom doet u dat dan?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). De heer Rogier heeft het antwoord eigenlijk al gegeven. Hij zegt dat heel veel scholen dat afnemen. Ik heb signalen dat scholen het niet afnemen en dat we hier een training op de plank hebben liggen. Het lijkt mij goed dat we inzichtelijk hebben of deze training wel of niet wordt afgenomen. Ik heb het graag mis, maar ik heb ernstig het idee dat ik het niet mis heb.

De voorzitter. Door mevrouw Michon-Derkzen, daartoe gesteund door de heer Rogier en de heer Grinwis, wordt de volgende motie (K/1) ingediend:

Motie K/1

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het raadsvoorstel ‘Haagse Educatieve Agenda 2018-2022’ (RIS298592).

Constaterende dat: - het vertrekpunt van de Haagse Educatieve Agenda talentontwikkeling is; - topprioriteit in de Agenda is dat alle Haagse leerlingen de kans krijgen om het beste uit zichzelf te halen gedurende de gehele onderwijsloopbaan; - in de Agenda nadrukkelijk aandacht is voor kinderen die relatief gezien achterblijven, maar niet voor hoogbegaafde kinderen en jongeren; - het gifted education programma binnen Den Haag niet meer wordt aangeboden omdat dit vooralsnog niet te financieren is; - er in het regeerakkoord is geregeld dat er € 15 miljoen extra beschikbaar komt voor onderwijsachterstanden en hoogbegaafde kinderen.

Van mening zijnde dat: - ieder kind en iedere jongere de kans moet krijgen zijn of haar talenten te ontwikkelen of ze nu hoogbegaafd zijn of gouden handjes hebben; - ten onrechte in de nieuwe Agenda, in tegenstelling tot de voorgaande, cognitief begaafde kinderen en jongeren niet expliciet worden benoemd; - deze groep wel extra aandacht verdient en passend onderwijs in de vorm van maatwerk; - deze vorm van onderwijs (financieel) toegankelijk moet zijn voor alle kinderen uit de doelgroep.

Verzoekt het college: - de behoefte aan overkoepelend onderwijsaanbod specifiek voor hoogbegaafde kinderen in kaart te brengen, inclusief het gifted education programma, en de mogelijkheden te onderzoeken om voor deze vorm van onderwijs een financieel sluitende business case te realiseren. Hierbij financiering vanuit het bedrijfsleven als optie mee te nemen. Daarnaast in

65

gesprek te gaan met het kabinet over de mogelijkheid van rijksfinanciering gezien het regeerakkoord. De gemeenteraad hier uiterlijk 1 mei 2018 over te informeren; - in alle jaarplannen die de uitwerking vormen van de HEA, hoogbegaafdheid expliciet te betrekken als aandachtspunt en daarbij de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek mee te nemen zodra deze bekend zijn.

De voorzitter. Door mevrouw Michon-Derkzen, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Kajouane en de heer Kraft van Ermel, wordt de volgende motie (K/2) ingediend:

Motie K/2

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het raadsvoorstel ‘Haagse Educatieve Agenda 2018-2022’ (RIS298592).

Constaterende dat: - radicalisering voorkomt onder steeds jongere kinderen; - radicalisering preventief moet worden aangepakt; - de gemeente Den Haag een trainingsprogramma voor docenten heeft laten ontwikkelen en in bezit is van deze training; - de wethouder Onderwijs heeft gezegd dat onderwijs een rol heeft in het signaleren en de aanpak van radicalisering.

Van mening zijnde dat: - alles uit de kast gehaald moet worden om radicalisering tegen te gaan; - docenten veel contact hebben met jongeren en vaak in een vroeg stadium signalen van radicalisering zien.

Verzoekt het college: - het interactieve trainingsprogramma waarvan de gemeente eigenaar is (“Oumnia Works Module Onderwijs”) voor docenten dringend onder de aandacht te brengen bij die scholen in Den Haag waar deze training relevant kan zijn; - de raad jaarlijks, geanonimiseerd, te rapporteren over het aantal scholen dat heeft deelgenomen aan de training en in kaart te brengen wat de reden is van scholen die deze training niet hebben afgenomen.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. We hebben het alweer over de derde Haagse Educatieve Agenda die ik hier mag behandelen. Ik ervaar iedere keer weer een heel goede samenwerking. Complimenten ook dit keer weer aan alle partijen die eraan hebben meegewerkt, zowel het onderwijsveld als het bedrijfsleven. Wat het CDA betreft, blijft het onderwijs beschikbaar voor ieder kind. Ieder Haags kind moet mee kunnen doen aan alle ambities die we hebben in de Haagse Educatieve Agenda. Dat is niet altijd het geval. Een aantal onderwijssoorten vraagt nog wat extra geld. Het CDA zal erop blijven hameren dat er voldoende middelen voor deze leerlingen beschikbaar zijn om mee te kunnen doen aan de onderwijsambities die we hier met elkaar uitspreken. Den Haag staat aan de vooravond van een mobiliteits- en energietransitie. Het CDA ziet daar kansen in. Dat hebben we ook al eerder uitgesproken. Kansen voor duurzaamheid, kansen voor ondernemers, kansen voor opleiding op ieder niveau, voor ieder kind, voor de banen van de toekomst hier in Den Haag. Daarom heeft het CDA ook al in een eerder stadium bij de duurzame warmtevoorziening een motie ingediend die oproept om hier een slag in te slaan samen met het onderwijsveld en uiteraard ook met het bedrijfsleven. Daarom zijn wij blij dat deze ambitie ook bij de totstandkoming van deze HEA tijdens de werkbesprekingen door de schoolbesturen van hbo, mbo, vo en p.o., maar ook door VNO-NCW is onderstreept. Tot zover wat het CDA betreft.

66

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Voorzitter. Laat ik eerst dank uitspreken aan de wethouder, maar ook aan de ambtenaren voor dit nieuwe HEA-beleid. Om te beginnen vind ik het goed om te lezen dat in de HEA uitgebreid aandacht is gegeven aan urban teaching en aan het schoolontbijt en dat het ontbijt op scholen straks ingevoerd kan worden, in ieder geval dat ze daar een verzoek voor kunnen indienen. We hebben in de commissie vaak aandacht gevraagd voor deze twee punten. Ik heb daarbij toch de vraag hoe dit uiteindelijk zal worden vormgegeven en zal worden georganiseerd. Daar heb ik toch nog een vraagteken bij. Graag wil ik van de wethouder weten hoe dat geregeld zal worden. Bij de vierde ambitie van de HEA zegt de wethouder dat de overheid en tal van andere organisaties verwachten dat de Hagenaars digitaal vaardig zijn. Ten eerste vinden we dat dit niet helemaal waar is en ten tweede willen wij weten welke hulpmiddelen de wethouder aan de burgers biedt om het digitaal vaardig zijn makkelijker te maken en met name hoe dat geregeld wordt voor de mensen in onze stad die de taal niet machtig zijn. Ook wil ik stilstaan bij de aanpak van segregatie in het onderwijs. Dat is een heel belangrijk punt in Den Haag dat heel veel Haagse burgers betreft. Hoe zit het daarmee in de nieuwe HEA en hoe is de samenwerking met andere beleidsterreinen op dit vlak? Daar ben ik weinig over tegengekomen in het HEA-beleid. Tot slot wil ik het nog kort hebben over de 159 doelgroepkinderen die wachten op een plaats op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal met bijvoorbeeld vve. Wanneer denkt de wethouder de wachtlijsten volledig weg te werken?

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. Ik ben blij dat er een nieuwe Haagse Educatieve Agenda ligt. Die spreekt van een visie voor het onderwijs in onze stad. Dat is belangrijk, want het gaat om de toekomst van onze kinderen. Dank aan de wethouder en alle mensen die hieraan hebben meegewerkt. Dat een visie voor ons onderwijs nodig is, is duidelijk. Maar er is ook concrete actie nodig, met name om het lerarentekort in te perken. Wat dat betreft, stelt dit visiedocument mij een beetje teleur, want om die actie hebben wij al meer dan anderhalf jaar geleden gevraagd, bijvoorbeeld met onze motie 'kerels voor de klas'. Het moet mij dan ook van het hart dat het mijn fractie wat teleurstelt dat in deze nota nog steeds geen concreet actieplan ligt voor dit probleem. Het wachten duurt wel erg lang. Dit probleem verdient toch de allerhoogste urgentie. Hoe ziet de wethouder dit eigenlijk? Met andere woorden: wanneer wordt die motie prachtig uitgevoerd? Sowieso kunnen wij niet wachten om deze agenda in de praktijk te brengen, want er is nog veel meer actie nodig voor het tegengaan van segregatie, het aansluiten op de arbeidsmarkt en het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Maar bij alle acties die worden aangekondigd en alle visies heb ik nog wel een hartenkreet: laten we met alle voornemens voor meer huiswerkbegeleiding, toetstrainingen en bijscholing ervoor waken dat we onze kinderen steeds meer druk opleggen om te presteren, om net iets hoger te reiken dan eigenlijk goed voor hen is. Met andere woorden: laat kinderen ook vooral kind zijn.

Tahsin Çetinkaya (Islam Democraten). Voorzitter. Vorige week tijdens de behandeling van de HEA in de commissievergadering ben ik geëindigd met te zeggen: laten wij van dit onderwerp geen politiek spelletje maken, want uiteindelijk gaat het om de toekomst van onze kinderen. Daar houd ik mij aan. Ik hoop dat alle andere fracties het met mij eens zijn dat dit een belangrijk onderwerp is waar niet luchtig en lacherig over gedaan dient te worden. Ik wil wethouder Bruines bedanken voor de nieuwe Haagse Educatieve Agenda voor de komende vier jaar. Wij vinden de titel ook heel passend: Ontwikkelkansen in Den Haag. We zijn verheugd dat het college zijn zeven ambities voor het Haagse onderwijsbeleid heeft vertaald in concreet uitgewerkte doelen. Ik wil de wethouder tevens bedanken voor de toezegging dat de afdoening van de motie over onderadvisering in het basisonderwijs tegengaan eraan zit te komen. Wij hadden natuurlijk graag gezien dat we de afdoening reeds voor deze raadsvergadering hadden ontvangen, maar dit is helemaal niet het geval. Jammer. Voor ons is het terecht dat het eerste doel, meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs, bij de HEA vooropstaat. Als Islam Democraten vragen wij al ruim tien jaar aandacht voor gelijke kansen

67 in het onderwijs en vragen wij aandacht voor het fenomeen onderadvisering in het onderwijs. Wij zijn verheugd dat het eindelijk wordt herkend en erkend. Wij denken dat het in vele gevallen onbewust gebeurt, ondanks de goede bedoelingen van de docenten. De wethouder heeft gezegd dat het een heel belangrijk aandachtspunt is dat onder andere met veel schoolbesturen besproken wordt. De achtergrond waarom onderadvisering plaatsvindt zal nu vanuit scholen onderzocht worden. De wethouder heeft tijdens de commissievergadering aangegeven dat wanneer je ziet dat het voorkomt, daar adequaat op gereageerd dient te worden door middel van goede coaching en begeleiding van onderwijsgevenden daarop in te zetten. Ik wil een aantal moties indienen met betrekking tot de nieuwe Haagse Educatieve Agenda. Wij constateren dat op veel scholen de klassen groter zijn geworden. Zo zitten er bij een op de zes klassen meer dan 30 leerlingen in de klas. Hierdoor is meer inspanning van de docenten nodig. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. Wij zien liever kleine klassen met maximaal 25 leerlingen. Zodoende dien ik de motie 'Verhogen onderwijskwaliteit door kleinere klassen' in met als dictum: verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze klassen kleiner gemaakt kunnen worden voor het verbeteren van onderwijskwaliteit, bijvoorbeeld door middel van een pilot uit te voeren met kleinere klassen op bepaalde scholen in krachtwijken zoals de Schilderswijk, Transvaal en Laak, en daarbij een quickscan bij alle Haagse basisscholen uit te laten voeren om inzichtelijk te maken op welke scholen er behoefte is aan kleinere klassen en de raad hierover te informeren. De motie is meeondertekend door Groep de Mos, de SP en Groep Okcuoglu. Een andere ontwikkeling binnen het onderwijs die ons zorgen baart, is de hoge werkdruk en de stress onder docenten, wat kan leiden tot burn-outs. Volgens de cijfers van het CBS krijgt ruim 21% van de medewerkers in het onderwijs te maken met een burn-out. Het onderwijs scoort hiermee het hoogst van alle beroepsgroepen. Er is sprake van een stijging. In 2013 kampte nog een op de acht met burn-outklachten. Veel onderwijzers stoppen binnen vijf jaar met het werken in het onderwijs. In het voortgezet onderwijs is dit 25% en in het basisonderwijs ongeveer 12%. Wij als Islam Democraten vinden dit zorgwekkend. Zodoende dien ik de motie 'Stress onder docenten vroegtijdig signaleren' in met als dictum: verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze, door bijvoorbeeld betere voorlichting aan leraren, de gemeente ervoor kan zorgen dat stress onder leraren vroegtijdig gesignaleerd kan worden en docenten adequate hulp en begeleiding kunnen krijgen om stress te verhelpen voordat docenten een burn-out krijgen en de raad zo spoedig mogelijk hierover te informeren. De motie is meeondertekend door Groep de Mos. Een ander belangrijk punt is dat uit onderzoek blijkt dat het binnenmilieu op scholen in veel gevallen niet optimaal is. Schone lucht is van enorm belang in een klaslokaal. Het concentratievermogen stijgt, de prestaties gaan omhoog en het ziekteverzuim daalt voor zowel leerlingen als leerkrachten. Goede ventilatie kan bijdragen aan een betere gezondheid van docenten en leerlingen. Daarom dien ik de motie 'Verbeteren binnenklimaat van scholen' in met als dictum: verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze het binnenklimaat van scholen verbeterd kan worden en de raad hierover te informeren. De motie is meeondertekend door Groep de Mos en Groep Okcuoglu. Tot slot willen wij aandacht vragen voor het feit dat het tekort aan sociale huurwoningen in Den Haag ook impact heeft op jonge docenten die in onze stad een bijdrage leveren aan kwalitatief goed onderwijs. Wij willen het onderwijs aantrekkelijker maken voor docenten die aan het begin van hun loopbaan staan. Amsterdam heeft inmiddels bekendgemaakt een pilot uit te voeren om 100 studenten- en jongerenwoningen met voorrang te gaan toewijzen aan startende leraren in de stad. De pilot op zich is geen oplossing voor het lerarentekort, maar zou wel kunnen helpen om bepaalde beroepen zoals docenten voor de stad te behouden. Zodoende dien ik de motie 'Jonge docenten voorrang geven op woningen' in met als dictum: verzoekt het college te onderzoeken of een pilot in Den Haag uitgevoerd kan worden vergelijkbaar met de Amsterdamse pilot om jonge docenten een voorrangsverklaring te geven en in gesprek te treden met scholen om de criteria vast te stellen waar jonge docenten aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor voorrang voor een woning en de raad hierover te informeren. De motie is meeondertekend door Groep de Mos, de VVD en Groep Okcuoglu. Tot zover mijn inbreng en nogmaals dank.

68

De voorzitter. Door de heer Çetinkaya, daartoe gesteund door de heer Kraft van Ermel, mevrouw Drost en de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (K/8) ingediend:

Motie K/8

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2020 (RIS298592).

Constaterende dat: - ondercapaciteit ervoor zorgt dat er op scholen sprake is van grote klassen; - op veel scholen de klassen groter zijn geworden. Bij 1 op de 6 klassen zitten er 30 of meer kinderen in een klas. Hierbij wordt er meer inspanning van de leraar verwacht; - de omvang van klassen in het basisonderwijs in krachtwijken zoals de Schilderswijk, Transvaal en Laak aan de hoge kant is; - volgens het CBS en TNO 1 op de 5 docenten meer dan een keer per maand zich aan het eind van een werkdag leeg voelen, zich door het werk emotioneel uitgeput voelen of moeheid ervaren bij het opstaan vooral als zij worden geconfronteerd met hun werk; - de financiële beloning in het onderwijs laag is en voor leraren bestaat weinig kans op promotie (docenten staan gewoon jarenlang voor de klas).

Overwegende dat: - leraren te maken hebben gekregen met een hogere werkdruk. Het takenpakket i.h.k.v. passend onderwijs uitgebreid is. Leraren moeten daarbij uitgebreide handelingsplannen schrijven voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Bovendien wordt er van leraren steeds meer verschillende activiteiten verwacht (ook buitenschools); - ouders het steeds drukker hebben. De opvoedende rol zodoende steeds meer bij een leerkracht komt te liggen, terwijl dit hun taak niet is. Leraren voelen zich wel verantwoordelijk voor het welzijn van ‘hun’ kinderen; - een kleinere klas kan bijdragen aan betere begeleiding en meer individuele aandacht per leerling; - een kleinere klas kan bijdragen aan minder stress bij docenten; - het wenselijk is dat een docent maximaal 25 leerlingen in een klas heeft. Kleinere klassen kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs; - een quick scan bij alle Haagse basisscholen wenselijk is om inzichtelijk te maken bij welke scholen kleinere klassen wenselijk en noodzakelijk zijn.

Verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze klassen kleiner gemaakt kunnen worden voor het verbeteren van onderwijskwaliteit; bijvoorbeeld door middel van een pilot uit te voeren met kleinere klassen op bepaalde scholen (in krachtwijken, zoals de Schilderswijk, Transvaal en Laak) en daarbij een quick scan bij alle Haagse basisscholen uit te laten voeren om inzichtelijk te maken op welke scholen er behoefte is aan kleinere klassen en de raad hierover te informeren.

De voorzitter. Door de heer Çetinkaya, daartoe gesteund door de heer Kraft van Ermel, wordt de volgende motie (K/9) ingediend:

Motie K/9

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2020 (RIS298592).

Constaterende dat: - volgens de cijfers van het CBS ruim 21 procent van medewerkers een burn-out heeft in het onderwijs. Onderwijs scoort hiermee het hoogste van alle beroepsgroepen;

69

- er sprake is van een stijging; In 2013 kampte nog een op de acht met burn-outklachten; - opvallend is dat een zeer jonge groep leerkrachten (de groep tussen 25-35 jaar oud) burn-out raken. Ook de groep 55 tot 65 scoort hoog; - veel onderwijzers binnen 5 jaar stoppen met het werken in het onderwijs. In het voortgezet onderwijs is dit 25% en in het basisonderwijs ongeveer 12%; - volgens het CBS en TNO voelen die werknemers meer dan een keer per maand zich leeg aan het eind van een werkdag, emotioneel uitgeput door het werk of moe bij het opstaan als zij worden geconfronteerd met hun werk; - de huidige werkdruk en de stress die die veroorzaken kunnen leiden tot een burn-out bij leraren, blijkt uit onderzoek voor het programma Zembla; - werkstress komt volgens TNO met name door een combinatie van te hoge taakeisen, emotioneel zwaar werk en slechte omgangsvormen; - volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) het onderwijs niet voor niets koploper is in de burn-outs. Een op de vijf leraren krijgt een burn-out in zijn leven; - volgens AOb de werkdruk slecht is voor de gezondheid.

Overwegende dat: - op veel scholen de klassen groter zijn geworden. Bij 1 op de 6 klassen zitten er 30 of meer kinderen in een klas. Hierbij wordt er meer inspanning van de leraar verwacht; - het onderwijs emotioneel belastende arbeid is, docenten veelal emotioneel betrokken zijn bij hun werk. Als leerkracht kan je geïrriteerd raken. Maar ook boosheid of vermoeidheid kunnen een rol spelen. Doen alsof je positief en enthousiast bent kost zeer veel inspanning; - ouders veeleisender zijn geworden naar de leerkrachten toe. Er is veel meer een ‘wij vragen, u draait’-mentaliteit ontstaan. Van leraren wordt verwacht om aan de eisen van de ouders te voldoen; - leraren steeds meer moeten opvoeden; zeker in een klas waarin er gedragsproblemen zijn bij leerlingen is het stressniveau hoger. - het wenselijk is dat scholen zorgen voor een prettige werkomgeving en oog hebben voor de eisen die ze aan hun docenten stellen; - de grootte van een klas een negatieve rol kan spelen bij de begeleiding en individuele aandacht van docenten per individuele leerling; - het de norm binnen het onderwijs dient te zijn dat wanneer een docent stress voor een langere periode voelt hij/zij dit kenbaar dient te maken aan collega’s of leidinggevende; - veel docenten niet realiseren dat wanneer zij te lang doorgaan, afwachten en het probleem voor zich houden zij in een langdurige burn-out kunnen belanden; - steun vragen aan collega’s een eerste stap zou kunnen zijn om overspannenheid weg te nemen.

Verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze, door bijvoorbeeld betere voorlichting aan leraren, de gemeente ervoor kan zorgen dat stress onder leraren vroegtijdig gesignaleerd kan worden en docenten adequate hulp en begeleiding kunnen krijgen om stress te verhelpen voordat docenten een burn-out krijgen en de raad hierover te informeren.

De voorzitter. Door de heer Çetinkaya, daartoe gesteund door de heer Kraft van Ermel en de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (K/10) ingediend:

Motie K/10

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2020 (RIS298592).

Constaterende dat: - de adviesnormen van de GGD voor het binnenmilieu van onder andere scholen zijn aangescherpt; - uit onderzoek blijkt dat het binnenmilieu op scholen in veel gevallen niet optimaal is.

70

- eerstverantwoordelijke voor een goed binnenmilieu is de gebruiker en daarna de eigenaar van een pand en niet de (lokale) overheid; - schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de kwaliteit van het binnenmilieu in de school; - de VNG participeert in (op dit moment de oprichting van) een platform binnenmilieu. Zij stuurt in dat platform aan op erkenning van het (financiële) knelpunt en extra financiering voor ofwel schoolbesturen ofwel gemeenten ter bevordering van een beter binnenmilieu.

Overwegende dat: - schone lucht van enorm belang is in een klaslokaal. Het concentratievermogen stijgt, de prestaties gaan omhoog en het ziekteverzuim daalt, voor zowel leerlingen als leerkrachten; - goede ventilatie kan bijdragen aan betere gezondheid van docenten en leerlingen; - op grond van de basistaken Medische Milieukunde en Technische hygiënezorg (WCPV) er voor de gemeente Den Haag een taak lijkt weggelegd te zijn als het gaat om het bevorderen van binnenmilieu in scholen; - in de praktijk deze taak uitsluitend uitgevoerd wordt door inspecties van de GGD, wanneer een schoolbestuur hiertoe een verzoek heeft ingediend. Het schoolbestuur is immers primair verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de kwaliteit van het binnenmilieu in school. Sommige scholen en GGD’en werken gezamenlijk aan projecten om het binnenmilieu te bevorderen, maar dit is niet standaard het geval; - om het binnenmilieu in scholen te bevorderen bestaan de volgende mogelijkheden: o in overleg met het schoolbestuur kan rekening worden gehouden met het binnenmilieu wanneer gezocht wordt naar een geschikte locatie voor een nieuw schoolgebouw; o de gemeente kan extra alert zijn op bouwkundige aspecten die een goed binnenmilieu bevorderen. Daarbij kan in principe niet verder gegaan worden dan de voorschriften hierover in het Bouwbesluit of andere relevante wettelijke regelgeving. De gemeente kan ervoor kiezen om voor eventuele bovenwettelijke wensen extra budget uit te trekken om het schoolbestuur in staat te stellen deze zaken te realiseren; o de gemeente kan het binnenmilieu op de agenda plaatsen van het reguliere wettelijk voorgeschreven zgn. ‘op overeenstemming gericht overleg (OOGO)’ met de schoolbesturen over onderwijshuisvesting. Geïnventariseerd kan worden op welke wijze schoolbesturen het binnenklimaat trachten te optimaliseren.

Verzoekt het college te onderzoeken op welke wijze het binnenklimaat van scholen verbeterd kan worden en de raad hierover te informeren.

De voorzitter. Door de heer Çetinkaya, daartoe gesteund door de heer Kraft van Ermel, mevrouw Michon-Derkzen en de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (K/11) ingediend:

Motie K/11

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2020 (RIS298592).

Constaterende dat: - de gemeente Amsterdam 100 studenten- en jongerenwoningen met voorrang gaat toewijzen aan startende leraren in de stad; - dit zal gebeuren in de vorm van een pilot; - de gemeente het Amsterdamse onderwijs aantrekkelijker wil maken voor leraren die aan het begin van hun loopbaan staan;

71

- de pilot nu alleen ingericht is op beginnende onderwijzers, maar er ook wordt gekeken of mensen die werken in de zorg- en jeugdsector en bij de politie in aanmerking kunnen komen voor een voorrangswoning; - de voorrangswoningen beschikbaar worden gesteld in gemengde complexen, waar ook studenten en statushouders gehuisvest worden; - de gemeente Amsterdam met het plan het nijpende lerarentekort in de stad terugdringt; - de Amsterdamse Woon-wethouder Laurens Ivens stelt dat de pilot geen oplossing voor lerarentekort is, maar zou wel kunnen helpen om 'bepalende' beroepen voor de stad te behouden; - gemeente Amsterdam nog met scholen gaat bekijken aan welke criteria docenten moeten voldoen om voorrang te kunnen krijgen op een woning; - besproken wordt of basisschoolleraren of docenten in het voortgezet onderwijs in aanmerking zouden komen.

Overwegende dat: - beroepen in de sociale en maatschappelijke dienstverlening de ruggengraat vormen van onze stad; - we vaak zien dat juist starters uit deze beroepsgroepen een te kleine portemonnee hebben om in de stad te wonen door in de vrije sector te huren; - op de Haagse woningmarkt door de hoge prijzen helaas geen plek voor iedereen is; - door de lange wachtlijst voor een sociale huurwoning jonge docenten niet of nauwelijks in aanmerking komen voor een sociale huurwoning; - de pilot geen oplossing is voor het lerarentekort, aldus de wethouder, maar zou wel kunnen helpen om 'bepalende' beroepen voor de stad te behouden.

Verzoekt het college te onderzoeken of een pilot in Haagse krachtwijken uitgevoerd kan worden vergelijkbaar met de Amsterdamse pilot om jonge docenten een voorrangsverklaring te geven en in gesprek te treden met scholen om de criteria vast te stellen waar jonge docenten aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor voorrang voor een woning en de raad hierover te informeren.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Dan is het woord aan de wethouder.

Wethouder Bruines (D66). Ik heb een aantal moties en amendementen nog niet.

De voorzitter. Dat is het probleem, omdat we een prachtig systeem hebben waarin we 's morgens met de fractievoorzitters bij elkander zitten. Dan is het fijn dat de moties alvast daar gegeven worden, zodat ze onder de kopieerapparaten gestopt kunnen worden. Maar niets staat u natuurlijk in de weg om ze hier pas in te dienen. Het enige jammere is dat dat dan een beetje vertraagt. Dus als u toch al weet dat er allerlei moties ingediend worden, kunt u die misschien alvast doorzetten. Maar deze oproep herhaal ik nog wel een paar keer, hoor. Gaat u gewoon beginnen? Gaan we het gewoon proberen? Ja, hè. En mocht het straks zo zijn dat u uitbeantwoord bent en we nog niet alle moties hebben beantwoord, dan schorsen we even.

Wethouder Bruines (D66). Voorzitter. Ik dank de leden van de raad voor de opmerkingen en vragen en vooral ook voor uw bijdrage in de afgelopen lange periode over de vele onderwerpen die met het Haagse onderwijs te maken hebben. Ik wil hier graag van de gelegenheid gebruikmaken om alle andere mensen te bedanken die hier uitgebreid met u en ons hebben gesproken over verschillende onderwerpen. Mensen uit het veld, vanuit het onderwijs, vanuit aanpalende organisaties, docenten enzovoorts; zij hebben allemaal hun bijdrage geleverd. Dat hebben we erg nodig om een breed gedragen agenda te maken, die nu hier ligt. Ook in de commissievergadering heb ik breed draagvlak voor de agenda bespeurd. Daar ben ik blij om. Toch zijn er nog een aantal onderwerpen waar u nog wat extra aandacht voor vraagt en dat is uw goed recht. Ik loop graag de ingediende moties en amendementen langs. Ik denk dat we dan bijna

72 alle onderwerpen te pakken hebben. Er zijn nog een paar losse vragen en opmerkingen die niet in een motie of amendement gevat zijn. Die zal ik aan het eind meenemen. Ik begin met de motie 'integratie tussen Zand en Veen' op K/3 van D66. Het ondersteunen van dergelijke initiatieven past in de kaders van de HEA. Het college kan daarom deze motie mede dankzij de brede ondertekening ondersteunen, maar het initiatief moet wel vanuit de scholen komen. Zo staat dat hier ook, dus die is wat ons betreft akkoord. Er ligt een voorstel van de Partij van de Arbeid, de motie 'Stop groeiende kansenongelijkheid in het onderwijs' op K/4. U verzoekt het college om voor 1 april 2018 - dat is over ongeveer twee maanden - een plan van aanpak aan u voor te leggen met allerlei punten die daarin behandeld moeten worden. Als ik even kijk naar de systematiek binnen de stukkenstroom in dit huis, dan betekent dit dat het ongeveer volgende week af moet zijn. Ik kan u nu al zeggen dat dat niet gaat lukken. U stelt ook een andere systematiek voor dan wat we eigenlijk graag willen. De HEA is een kadernota en daarin staan de beleidskaders die door de raad worden vastgesteld. De uitwerkingen volgen. Kansengelijkheid is een heel erg belangrijk onderwerp. Het is een van de hoofdonderwerpen en staat met stip op één in de HEA. Daar komt een uitwerking van in het beleidsplan. Zo wil ik dat ook heel graag doen. We willen graag die stukken bundelen en bij elkaar houden. De punten die u noemt, zullen daarbij ook in algemene zin aan de orde komen. Zoals de motie nu hier ligt, moet ik die ten stelligste ontraden omdat u ons iets vraagt wat wij niet kunnen waarmaken. Ik kan u wel toezeggen dat ik uw punten zal meenemen in de verdere uitwerking van dit onderwerp. Dan de motie 'Doorpakken op aanpak laaggeletterdheid' op K/5 van de Partij van de Arbeid. Het is hier vaker aan de orde geweest dat de aanpak waarmee we in Den Haag werken, ondersteund wordt, goed blijkt te werken en dat het bereik ervan groot is. We weten allen dat als we die aanpak verder willen uitrollen, dat geen inhoudelijke maar vooral een financiële kwestie is. Er komt dus een moment waarop we met elkaar moeten zeggen of we dat geld ervoor over hebben of niet. Dat hebben we nu niet in de begroting. Het is dan ook aan u als raad als budgetrechthouder om dat op het juiste moment aan de orde te stellen bij begrotingen en misschien straks ook bij gesprekken over een nieuwe coalitie. Ik kan het onderwerp zeker ondersteunen. Daar hebben we vaker over gesproken. Maar de middelen zijn er nu niet. Het is aan het college maar zeker ook aan u als raad, als de baas van het geld, om daar inspanningen op te verrichten. In die zin heb ik geen bezwaar. Ik laat het aan u als raad om er een uitspraak over te doen, maar wel met inachtneming van de opmerkingen die ik daarbij maak. In de motie 'Inclusief Onderwijsbeleid' op K/6 vraagt de Partij van de Arbeid om in het jaarplan acties te ontwikkelen met betrekking tot superdiversiteit in het onderwijs. Heel eerlijk gezegd vind ik de motie een beetje overbodig, want in feite staat dat al in de HEA en past het daar ook in. We hebben het uitgebreid gehad over ouderbetrokkenheid, een van de belangrijkste aandachtspunten, en intercultureel vakmanschap. We hebben het gehad over de goede leraren die we nodig hebben en waar we hard aan gaan werken. In die zin is de motie overbodig. Maar als die wordt aangenomen, is dat wel in lijn met het beleid. Dus in die zin heb ik geen bezwaar. De Haagse Stadspartij heeft de motie 'kennis gezamenlijke geschiedenis' op K/7 ingediend. Ik vind het wat ver gaan om ons te bemoeien met de inhoud van het onderwijs. Daar zijn wij over het algemeen erg terughoudend in. Het onderwerp zou wel kunnen passen in het thema burgerschap, wereldburgerschap zoals het in de HEA staat omschreven. Wij zien dan ook met belangstelling de initiatieven tegemoet die zich op dat punt ontwikkelen. Daar kan dit in horen. Maar zoals het nu staat omschreven, moet het college deze motie ontraden. Dan komen we bij de HSP …

De voorzitter. Maar we hebben nog de heer Oudshoorn in de aanbieding. U kwam al bij de HSP, maar de heer Oudshoorn was sneller.

Joeri Oudshoorn (HSP). Dat verbaast mij toch een beetje, want er is juist nieuw beleid ingezet, waar wij het in principe niet altijd over eens zijn, dat we ook andere partijen de mogelijkheid bieden om onderwijslesprogramma's te maken. Er is hier veel gesproken over het voorbeeld van Shell. Er is nieuw beleid door dit college gemaakt. Daar maken we graag gebruik van door relevante partijen te kunnen stimuleren om dit onderwijs te ontwikkelen.

73

Wethouder Bruines (D66). Het uitgangspunt is dat de scholen de inhoud van hun lessen zelf bepalen. Ik wil hier niet de hele discussie overdoen rondom het stimuleren van het techniekonderwijs - dat was een van de actiepunten in de vorige HEA en het is nog steeds een belangrijk onderwerp - en rondom de subsidiëring van het festival van Shell en partners. Het uitgangspunt van het beleid is dat de scholen zelf de inhoud van hun onderwijs bepalen. Omdat de subsidiesystematiek nu vaak wat gelimiteerd is in wie voor welke aanvraag onder welk potje valt, zouden we met elkaar kijken of we dat niet op een aantal punten zouden kunnen verbreden zodat ook het schoolontbijt, waar sommigen van u aandacht voor vragen, daarin een goede plek zou kunnen vinden. Misschien moet u de motie even aanhouden. Zoals het er nu staat, vind ik die echt strijdig met de wijze waarop wij het binnen deze gemeente doen. Ik vind het ook ver gaan, omdat het gaat over de inhoud van het onderwijs. Dat ligt toch echt bij de scholen.

Joeri Oudshoorn (HSP). Het stimuleren van techniek is een van de doelen en burgerschap is er ook een. Kan de wethouder uitleggen waarom dit dan geen onderdeel van burgerschap is en wat het verschil is tussen het stimuleren van techniek en burgerschap, waarop we dezelfde techniek van toepassing kunnen verklaren?

Wethouder Bruines (D66). De heer Oudshoorn probeert een discussie die we hier uitgebreid hebben gevoerd opnieuw te gaan voeren. Dit is in strijd met de lijn waarlangs we dit over het algemeen doen. Dit raakt echt aan de inhoud van het onderwijs. Als we het hebben over 'hoe kunnen we in deze stad burgerschap, wereldburgerschap in het onderwijs subsidiëren', dan kan dat op allerlei manieren aan de orde komen. Maar ik vind dat dit heel erg vooruitloopt op initiatieven die vanuit de scholen moeten komen. Ik blijf dus bij de opmerkingen die ik daarover heb gemaakt. Ik ga graag verder met …

De voorzitter. Mijnheer Oudshoorn, ten lesten male.

Joeri Oudshoorn (HSP). Initiatieven moeten weten dat ze bij de gemeente terechtkunnen. Dat is nu juist het probleem. Shell kon wel bij de gemeente terecht. Dit soort initiatieven kunnen niet bij de gemeente terecht, omdat u zegt dat het via de scholen moet. We hebben onze systematiek veranderd, omdat het blijkbaar wel kan. Dan snap ik niet waarom dit niet kan. Het is zeker geen herhaling van de discussie. We hebben juist drie jaar lang dit niet ingediend, omdat we dachten dat het niet kon totdat er een beleidswijziging was.

Wethouder Bruines (D66). Het uitgangspunt in het huidige beleid - nu ga ik mijzelf herhalen - is dat wij niet iets stimuleren waarvan we niet weten of scholen het willen gebruiken. Ze bepalen zelf wat ze doen en of ze daar lesmateriaal voor gebruiken. Het is niet onze gewoonte om aanbieders daarvoor te subsidiëren. Dat is echt het algemene beleid. De discussie rondom het Generation Discover Festival was een iets andere discussie. Die was breder dan over een specifiek onderwijsaanbod. In die zin ontraadt het college de motie. Ik kom straks op de amendementen van de Haagse Stadspartij. De VVD heeft de motie 'Hoogbegaafdenonderwijs onderwijs (gifted education)' op K/1 ingediend. Het staat op dit moment niet zo heel concreet genoemd in de HEA, maar wel het passend onderwijs en de mogelijkheden. Als de motie op deze manier wordt aangenomen, hebben wij geen bezwaar om daar aandacht voor te vragen en dat verder uit te zoeken, punt. Dan de motie 'stimulering training preventie radicalisering' op K/2. In feite is en wordt dit programma al onder de aandacht gebracht van de verschillende scholen. Er zijn veel scholen die er gebruik van maken. In die zin is het een overbodige motie. Naar aanleiding van de discussie die net gevoerd is over de rapportage kan ik mij voorstellen dat dat best veel gevraagd is. Het gaat mij eerlijk gezegd een beetje ver. Dit gebeurt. De burgemeester rapporteert jaarlijks over de radicaliseringsaanpak en de dingen die daarin gebeuren, waaronder dit volgens mij. De motie is overbodig en ik vind de rapportage toch een wat lastig punt, dus ik ontraad deze motie.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Dit gaat mij aan het hart, dus ik wil hier graag nog een vraag over stellen. Begrijp ik het goed dat deze training medio vorig jaar is ontwikkeld, dus dat het nog helemaal

74 niet kan dat al veel scholen er gebruik van maken? U zegt dat het al gebeurt, maar volgens mij hebben alle scholen die dit nu hebben gevolgd een pilot gedaan. Bent u het niet met mij eens dat het goed zou zijn om in ieder geval inzicht te geven of deze training wordt afgenomen, al is het maar omdat het anders een beetje zonde is van het geld dat we als gemeente hierin hebben gestoken? Dan moeten we misschien een ander middel aanwenden om ervoor te zorgen dat we dit probleem aanpakken, want het probleem is evident.

Wethouder Bruines (D66). Ik wil absoluut niet de indruk wekken, integendeel zelfs, dat wij geen groot voorstander zijn en niet enthousiast zijn over de aanpak van dit programma. Dat moet gaan groeien. Het gaat ook om het trainen van de mensen die die opleiding en die trainingen moeten gaan geven. Als u nu zegt dat u inzicht wilt hebben in hoe dat loopt, dan vind ik dat toch iets anders dan geanonimiseerd rapporteren per school. Ik wil u heel graag op de hoogte houden over de voortgang van het programma en de reikwijdte ervan. Het programma loopt nog niet overal, maar wanneer ik mensen spreek waar dit aan de orde is, dan zeggen we: weten jullie daar wel van, daar moet je eens mee gaan praten. Het is wel iets waar we mee bezig zijn en niet alleen ik. In die zin snap ik wat u hier vraagt. Het is staand beleid dat we dat onder de aandacht brengen. Ik wil u toezeggen dat we daar gewoon mee doorgaan en dat ik u over een halfjaar of een jaar in de monitor of jaarrapportage, hoe we dat ook doen, aangeef of het een beetje loopt en wat de reikwijdte ervan is. Maar een geanonimiseerde rapportage per school vind ik wel een beetje ver gaan. In deze vorm is de motie ontraden, dus u moet even kijken hoe u daarmee omgaat.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Precies. Ik wil graag richting scholen het signaal afgeven dat een dergelijke training van groot belang kan zijn. Als we de tweede bullet in de nieuwe lijn aanpassen, hoor ik uw woorden goed dat u daarmee zou kunnen leven.

Wethouder Bruines (D66). Als de indieners hiervan maken 'de raad te rapporteren over het bereik van dit programma' of zoiets, dan vind ik het prima. Dat was K/2. Dan kom ik bij de amendementen van de Haagse Stadspartij. In het amendement 'Levende HEA' op K/A stelt u voor om het uitgewerkte jaarplan, dat in feite een uitvoeringsplan is, niet alleen met u te bespreken, maar ook door u te laten vaststellen. Wij hebben gemeend dat dat in strijd is met de manier waarop we werken. Dit is een kaderstellende nota. In het duale systeem stelt de raad de kaders. Wij bespreken met u hoe we daarmee verder gaan. Maar u stelt voor om de totale uitwerking ook door de raad te laten vaststellen. Het is een product in samenwerking tussen gemeente en scholen. Wij staan er beide achter. Ik neem heel graag mee wat u als raad als inbreng levert, gecombineerd met de monitor en de evaluatie van het afgelopen jaar. We moeten er de tijd voor nemen om dat goed met elkaar te bespreken. Maar vervolgens hebben we daar een gesprek over met het onderwijs en stellen we dat in gezamenlijkheid vast in het op overeenstemming gericht overleg. In deze systematiek heeft de raad geen besluitvormende rol in dat eindstuk. Wij hebben er heel zorgvuldig naar gekeken en willen dit amendement ontraden. Dan hebben we het amendement 'Transitie opnemen in HEA'. Het is zo …

De voorzitter. Wethouder, ik zocht even naar een komma, want de heer Oudshoorn wil graag nog wat vragen dan wel iets opmerken.

Joeri Oudshoorn (HSP). We hebben de HEA nu juist veel summierder opgesteld, omdat we het als een ambitiedocument zien en er niet alle kaders en alle concrete doelen in opnemen zoals we bij de vorige HEA wel hebben gedaan. Ik kan het dus niet met uw lezing eens zijn dat de jaarplannen alleen een uitwerking daarvan zijn. We hebben met de HEA juist veel bredere ambities zonder die kaders te geven. Anders geeft u aan dat wij hierbij voor een bedrag van € 300 mln. voor de komende gemeenteraad de kaders in de vorm van alleen ambities hebben vastgesteld.

Wethouder Bruines (D66). Dan ziet de heer Oudshoorn toch over het hoofd dat een van de belangrijkste instrumenten van de gemeenteraad het vaststellen van de jaarlijkse begroting is, met alle doelen daarbij en de bijbehorende middelen. Bij het jaarplan zult u uitgebreid input geven, wat het college ook heel graag wil. Dat leidt uiteindelijk tot een uitwerkingsplan, het jaarplan samen met het

75 onderwijs. Dat wordt vervolgens vastgelegd in de begroting, die u in het najaar vaststelt met bijbehorende middelen. In de jaarrekening, die ongeveer gelijk oploopt met de monitor, ziet u dan ook wat er allemaal van terecht is gekomen. Dat is uw belangrijkste sturingsinstrument. Ik denk dat het heel verstandig is om niet weer twee dingen naast elkaar te doen. We wilden juist proberen dat wat overzichtelijker en simpeler te maken. Dat is hierbij de overweging van het college geweest.

Joeri Oudshoorn (HSP). Dank voor de uitleg over de overweging van het college, maar volgens mij gaat de raad over de begroting en hebben we voor alle andere dingen aparte kaders buiten die begroting. Dit is dus niet echt het argument dat wij als raad van u hoeven over te nemen. Dank u wel.

Wethouder Bruines (D66). Juist omdat de raad over de begroting gaat, is dat het moment waarop u kan toetsen of wij uw op- en aanmerkingen in het jaarplan helemaal goed verwoord hebben, die vervolgens worden bevestigd in de jaarlijkse begroting. Als u dan zegt 'hé, dat klopt helemaal niet' of 'we hebben daar niet genoeg geld voor' of wat dan ook, dan is de begroting het moment waarop u uw amendementen enzovoorts kan indienen. Volgens mij is het zo heel erg zuiver. Maar goed, als u dat niet vindt, moet u kijken of u de rest van de raad daarvan kan overtuigen. Ik denk dat de lijn zoals we die nu vaststellen een heel verstandige lijn en dat die volledig tegemoetkomt aan het duale stelsel. Misschien is het goed om daarbij op te merken dat als we met elkaar constateren dat er sprake is van nieuwe inzichten en dat er nieuw beleid moet worden gemaakt, nieuw beleid altijd een raadsbesluit vergt. Dat zal dan ook apart moeten worden besloten en vervolgens in het systeem van de HEA en de jaarplannen moeten worden opgenomen. Zo stellen wij ons dat voor.

De voorzitter. Mijnheer Oudshoorn, ten lesten male over dit onderwerp.

Joeri Oudshoorn (HSP). Ik begrijp dat de wethouder nu zegt 'het is aan de raad' en dus niet 'we ontraden het'. Het is aan de raad of wij dit als een kader willen zien of niet.

Wethouder Bruines (D66). Ik weet niet hoe ik mij nog duidelijker moet uitdrukken dan ik nu gedaan heb. De HEA is een kader en u stelt dat vast. Op al die punten lopen allerlei uitwerkingsplannen. Die komen voor een heel groot deel in de jaarplannen terecht en soms misschien ook in een plan van aanpak of een aanvalsplan, zoals we voor het lerarentekort al eerder gaan doen. Ik val in herhaling. Wat in het jaarplan wordt vastgelegd tussen gemeente en onderwijs vindt uiteindelijk zijn beslag in de begroting. Daar gaat u over en die stelt u vast. Verder gaan we uitgebreid met u spreken over de input voor de jaarplannen. Dan kunt u alles meegeven wat u wilt, moties indienen enzovoorts. Volgens mij is het zo heel helder. Dan hebben we het nog over de transitie opnemen in de HEA. De Haagse Stadspartij stelt voor om een punt toe te voegen in de HEA onder de titel 'aanjagen van de transities naar duurzame energie en circulaire economie'. Laat ik vooropstellen dat het onderwerp waar u hier aandacht voor vraagt niet alleen door het college uitermate relevant, urgent en belangrijk wordt gevonden, maar ook door het onderwijsveld en het bedrijfsleven. Ik merk elke dag dat die sense of urgency beter voelbaar wordt. Dat betekent dat er op dit moment ook door onderwijs en bedrijfsleven in gezamenlijkheid hard aan gewerkt wordt. U geeft in uw toelichting aan dat het onderwijs de lead moet nemen in het aanjagen van de transitie en de mensen die dat werk moeten gaan doen. Het onderwijs zal inderdaad het onderwijs moeten geven, maar we merken ook dat er daar soms een achterstand in kennis is. Juist het onderwijs, de universiteiten en het bedrijfsleven hebben elkaar heel erg nodig om in gezamenlijk een aanvalsplan hierop te ontwikkelen. Dat is precies wat er op dit moment gebeurt. Daarnaast is het zo dat op de punten die genoemd zijn, of het nu gaat over de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, nieuwe deskundigheid, innovatieve leraren en nog een aantal onderwerpen, op verschillende plekken de noodzaak terugkomt van duurzaamheid, van transitie, van nieuwe aanpak en van veranderingen in de maatschappij waar we een antwoord op moeten hebben. Wij hebben gemeend dat daarmee ook de noodzaak van de transitie heel goed verwoord is. Ik kan mij heel goed voorstellen dat u wilt weten wat er precies gaat gebeuren en dat iedereen goed voelt wat er moet zijn. Ik zou het ook heel goed vinden als we het voorbeeld dat ik net noemde verder gaan uitwerken in de jaarplannen en de afspraken. Nu een amendement aannemen om een achtste punt in één zin toe te voegen, terwijl elk onderwerp twee pagina's heeft, geeft in dit stuk wat ons betreft geen

76 meerwaarde. Ik wil het onderwerp absoluut niet bagatelliseren, maar eigenlijk zou het gewoon in het jaarplan terug moeten komen. Ik moet dit amendement ontraden. Als u het aanneemt, dan moet ik daarmee terug naar het onderwijs. Dan moeten we kijken hoe zij daartegenover staan enzovoorts. Ik wil nu zo snel mogelijk de HEA vastgesteld hebben, verder aan de slag gaan en u zo snel mogelijk van een goed jaarplan voorzien, zodat we daarover kunnen spreken. Het college ontraadt dit amendement. Voorzitter. Ik probeer in een iets hoger tempo de moties …

De voorzitter. Als het een ander onderwerp is, mijnheer Oudshoorn.

Joeri Oudshoorn (HSP). We hebben het zelfs over een heel nieuw amendement. Het CDA heeft eerder al een motie ingediend om dit goed opgenomen te krijgen in de HEA. Ik wil het volgende voorstellen. Dit amendement geeft in dat we dit in de HEA willen opnemen. Dat is het kader voor vier jaar. Zouden we eruit kunnen komen als we niet de opdracht geven om nu terug te gaan naar het onderwijs om dat nu te regelen, maar als we met de komende jaarplannen ook het achtste punt van de HEA krijgen, zodat we het op die manier wel in de HEA opnemen als kader voor vier jaar zonder dat daar nu een enorme extra ronde voor ingelast moet worden? Dan hebben we wel heel duidelijk het signaal afgegeven. Dan kunnen we daarmee door en staat het echt als een kaderpunt zonder dat het nu enorme extra ballast geeft. Zou de wethouder dit amendement op die manier wel kunnen steunen dan wel aan de raad laten?

Wethouder Bruines (D66). Het CDA, bij monde van de heer Rogier, heeft volgens mij net aangegeven dat hij vond dat zijn motie heel serieus behandeld was door het college. Wat u nu vraagt is wel een amendement, maar dan een soort amendement met een jaar uitstel. In feite is dat eigenlijk een motie. U vraagt een uitspraak aan de raad met het verzoek aan het college om dit onderwerp wat concreter op de agenda te krijgen en als uitwerkingspunt mee te nemen. Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. Maar de teksten van de HEA, de nota zoals die nu is met de ambities, dat is het. We gaan die elk jaar invullen met de aandachtspunten en de uitwerkingsplannen voor dat jaar. Dat wil ik heel graag doen. Wat mij betreft, besluiten we ook dat de transitie daar een vast agendapunt in wordt, net als de kansengelijkheid en de leraren dat zullen zijn. Volgens mij staat daarmee het onderwerp hoog op de agenda en wordt het door het college beschouwd als zeer relevant, noodzakelijk en alle woorden die u daaraan wilt wijden. Maar een uitgesteld amendement vind ik een wat vreemde vorm.

Joeri Oudshoorn (HSP). We stellen hier een kader vast voor vier jaar. Als het niet in dat kader staat, dan kan er ook geen geldelijke steun voor geleverd worden. Dan kunnen we dat op allerlei manieren niet doen. Als we dat amendement aannemen, dan weten we dat we in het besluit een achtste punt hebben. We vragen u niet om nu de teksten aan te passen, maar we vragen wel om een addendum bij de Haagse Educatieve Agenda bij de volgende jaarrekening, als u sowieso weer de hele procedure met de scholen moet ingaan. Dan hebben we het praktisch opgelost, maar hebben we wel het kader zoals we het willen.

De voorzitter. Mijnheer Oudshoorn, ik ken u als iemand die altijd tamelijk strak in de regels zit. Als ik met iemand in deze raad altijd heel gezellige debatten heb over wat er wel en niet kan, dan bent u dat eigenlijk. Dus we gaan er nu weer op voor één, geloof ik. Een amendement verandert de tekst van het voorstel in één keer. Een amendement is dus niet iets wat je kan aanhouden, boven de markt kan houden of allemaal van die andere dingen. Dat is een motie; dat kan theoretisch ook nog wel. Maar een amendement is of ja of nee. U wilt nu iets boven de markt laten hangen, dan toch nog in een addendum laten vallen en toch niet behandelen als een amendement. Mijnheer Oudshoorn, dat kan niet.

Joeri Oudshoorn (HSP). Dit vraagt toch even om uitleg over hoe de HEA is opgebouwd. De HEA kent een enorme tekst die met de opleidingen is afgesproken. We bespreken nu in de raad een stuk met een besluit dat een regel of tien lang is. In dat besluit nemen we een extra punt op. Dat punt betreft de transitie. Door het opnemen van dat punt, geef je aan dat de transitie onderdeel van de HEA wordt. Wij zeggen de wethouder niet dat zij dan per se die hele tekstuele exercitie nu moet doen. We geven de wethouder daar de tijd voor zodat het in een regulier overleg aan de orde kan komen. Dat is een praktische oplossing. Het is inderdaad juist wat de burgemeester zegt, het besluit wordt veranderd, de

77 transitie wordt onderdeel van het kader. Alleen, de tekstuele vertaling daarvan - daar zit het verschil in waar ik de ruimte geef aan de wethouder - geven we wat ruimte.

De voorzitter. Ik snap dat u op de lijn van de HEA gaat zitten, maar mijn argumentatielijn heeft ergens anders betrekking op, namelijk op de instrumenten die de raad kan gebruiken. Als u niet bedoelt een amendement in te dienen, is dat allemaal prima, ongeacht welke tekst en met welke achtergrond, maar dan had u een motie moeten indienen. Dat is gewoon een ander instrument.

Joeri Oudshoorn (HSP). Een amendement is een verandering van een besluit dat wij zullen nemen.

De voorzitter. Nee.

Joeri Oudshoorn (HSP). Dan kan de burgemeester wel zeggen dat dit niet zo is, maar dat is de definitie van een amendement. Door middel van een amendement veranderen we een besluit. Als wij in dit geval aan het besluit een achtste punt willen toevoegen, dan doen we dat per amendement en dan kunnen we dat niet doen per motie. Daarom houd ik vast aan de motie.

De voorzitter. Als u vasthoudt aan de motie, ben ik het met u eens. Dan zitten we nu weer gezellig op een lijn. Een amendement verandert de tekst en daarmee het besluit. Mevrouw Michon, het wordt gezelliger en gezelliger, want het gaat nu werkelijk wel over de echte dingen.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Zo is het, voorzitter. U kent mij en ik heb een idee. Net als de heer Oudshoorn willen we allemaal vaak inhoudelijk hetzelfde en hebben we het alleen over de manier waarop we dat gaan bereiken. Begrijp ik de wethouder nu goed dat het doel dat in het amendement staat, terugkomt in de jaarplannen en dat dit onderwerp daarin is verankerd? Als zij dat kan toezeggen, dan heeft mijn fractie geen reden om dat amendement te steunen en dan kijken we uit naar de jaarplannen.

Wethouder Bruines (D66). Terecht vraagt de HSP aandacht voor het belang van de transitie en de rol van het onderwijs daarin. Binnen een groot aantal van de ambities die in de HEA verwoord zijn, is dat ook de achtergrond geweest. Het is ook de taak en de kern van het onderwijs om ervoor te zorgen dat de mensen zo worden opgeleid dat ze kunnen voldoen aan de dingen die we met elkaar nodig hebben in de maatschappij. Een heel grote die nu speelt, is de energietransitie. Ik ben ook heel blij te merken dat daar op dit moment heel hard aan wordt gewerkt. Ik vind het onderwerp ook zo belangrijk dat ik het heel graag expliciet in de jaarplannen wil meenemen om u ook te laten zien hoe ver we daarmee zijn, ook wat betreft de samenwerking met het bedrijfsleven en alle anderen die daarvan wat moeten vinden. Als de heer Oudshoorn het op deze manier zou formuleren, zouden we het gewoon met algemene stemmen kunnen aannemen en mag de heer Oudshoorn heel blij zijn, maar in deze vorm kan ik het amendement niet overnemen.

De voorzitter. Mijnheer Oudshoorn, wat wilt u nu doen?

Joeri Oudshoorn (HSP). Volgens mij doet de wethouder hier alvast een enorme zet. In de jaarplannen komt een achtste punt, transitie. Dus wat dat betreft zijn we dan een heel eind in het verhaal. Waar het dan nog om gaat, is dat we in dat kader ook nog de mogelijkheid hebben dat er financiën aan gekoppeld worden en dat we het totale verhaal krijgen te zien. Dan zijn we niet heel ver verwijderd van het verhaal zoals wij het willen zien, namelijk dat het onderdeel is van het kaderstellende verhaal. Als de wethouder dat kaderstellende verhaal zo wil omarmen als de VVD voorstelt, zijn we een heel eind.

André Elissen (PVV). Ik wilde even een punt van orde maken en een voorstel doen. Er wordt nu een discussie gevoerd over de inzet van instrumenten. Mijn voorstel is om vijf minuten te schorsen. Tijdens die schorsing kunt u dan overleggen met de deskundigen van de Griffie en dan kunnen we daarna verder. Ik word hier namelijk niet goed van.

78

De voorzitter. Het spijt mij heel erg als u er niet goed van wordt, want dat willen we echt helemaal niet meemaken, maar laat dit nu nog maar even rustig gebeuren. De wethouder gaat verder met haar beantwoording.

Wethouder Bruines (D66). Dan ga ik nu in op de moties. De heer Çetinkaya vraagt in een aantal moties aandacht voor heel belangrijke en goede onderwerpen. Het ingewikkelde is evenwel dat het eigenlijk onderwerpen zijn die heel erg spelen op rijksniveau. Daarom vind ik het lastig om de moties positief te preadviseren. Zoals de heer Çetinkaya ook wel weet, heeft verkleining van klassen ook te maken met financiering en geld. Als dat al aan de orde is, vind ik het echt de vraag of we de middelen die we als gemeente hebben, daarvoor met voorrang moeten inzetten. Ik weet dat er op sommige scholen in kleine groepen wordt gewerkt, gericht op kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Echter, om nu breed uit te gaan van kleinere klassen, gaat ons echt te ver. Dus de desbetreffende motie moet ik helaas ontraden, hoewel ik het onderwerp echt wel heel erg snap.

Tahsin Çetinkaya (Islam Democraten). Precies daarom heb ik deze motie ingediend. Het gaat er namelijk om dat het op een aantal scholen in Den Haag en specifiek in een aantal wijken drastisch slecht gaat. Met deze motie kunnen we dit punt onder de loep nemen om te kijken of we de kwaliteit op die scholen kunnen vergroten. De centjes daarvoor zullen we volgens mij wel kunnen vinden in het onderwijs.

Wethouder Bruines (D66). Ik vind het toch ingewikkeld. Het gaat om veel geld. De motie geeft geen dekking. Het gaat soms ook om ruimte en het is bovendien landelijk beleid. Stel dat men landelijk zou afspreken om pilots te doen op scholen om echt te komen tot klassenverkleining. Dan gaat het niet om drie kinderen minder, maar het gaat, zoals onderzoek ook heeft uitgewezen, pas wat opleveren als je gaat naar klassen van vijftien tot twintig kinderen. Dat betekent nogal wat, ook wat betreft personeel waarvan er al zo weinig is, en wat betreft ruimte. Als zo'n pilot er zou komen, sta ik in ieder geval vooraan in de rij bij de minister om daaraan mee te doen, maar de motie vind ik echt te ver gaan en daarom moet het college die ontraden. Motie K/9 van de heer Çetinkaya gaat over stress onder docenten. Dat is een onderwerp dat valt onder het personeelsbeleid dat de scholen moeten voeren. Het is een onderwerp dat zich op een ander niveau afspeelt dan het gemeentelijk beleid.

Tahsin Çetinkaya (Islam Democraten). In Frankrijk kijken ze in de krachtwijken of het mogelijk is om dit probleem op rijksniveau aan te pakken. Mijn suggestie is dat de wethouder met het ministerie gaat overleggen of er vanuit rijksniveau een vergoeding hiervoor kan komen.

Wethouder Bruines (D66). Dat wil ik u toezeggen. Ik wil u nog een toezegging doen. Onder het hoofdstuk van goed geoutilleerde, bekwame en innovatieve leraren, zoals dat is opgenomen in de HEA, hoort natuurlijk dat de leraren die werken in een omgeving die heel veel van ze vraagt, waarbij soms sprake is van zeer divers samengestelde klassen en bepaalde problematieken die in sommige wijken meer spelen dan in andere wijken, daarin gesteund en gecoacht moeten worden. Dat is ook de gezamenlijke ambitie en die gaat ook mee in de aanpak van het lerarentekort en de coaching en scholing van leraren. Dus in die zin past dat ook voor een deel in het beleid en komt het daaraan tegemoet. Dan kom ik op motie K/10 van heer Çetinkaya over het verbeteren van het binnenklimaat. In feite is dat al een vereiste bij scholennieuwbouw. Het is goed dat de heer Çetinkaya hiervoor aandacht vraagt maar het is eigenlijk al staand beleid. Dus daarmee is deze motie overbodig. Verder heeft de heer Çetinkaya een motie ingediend om docenten voorrang te geven op woningen. In het kader van het lerarentekort kijken we naar alles, dus ook naar wat er in andere steden op dit terrein gebeurt. Ik vind het belangrijk om die maatregelen te overwegen die niet kannibaliserend naar anderen zijn en die duurzaam effect hebben. Daar toetsen we ze ook. Daarbij zal ook gekeken worden naar de woningkwestie, maar ik denk dat ik nu al kan zeggen dat die er waarschijnlijk niet doorheen komt. Ik ben overigens heel benieuwd naar de resultaten van de pilot in Amsterdam. We zullen alles wat er in andere steden op dat gebied gebeurt, bekijken om na te gaan of dat iets is wat we in Den Haag ook zouden kunnen doen. Dus we komen daarop terug bij het plan van aanpak

79 lerarentekort. Dat geldt dus ook, zo zeg ik tegen mevrouw Michon, voor de uitwisselingen met leraren, de wervingscampagnes et cetera. Alle opmerkingen die daarover gemaakt zijn, komen dus allemaal terug, zodat u een totaalbeeld heeft van wat we wel en niet doen waar het gaat om de aanpak van het lerarentekort. De VVD heeft nog aandacht gevraagd voor het internationaal onderwijs. Dat is een zeer belangrijk punt. We hebben daarin al een slag kunnen maken. De taskforce is nu opgestart en we kijken in regionaal verband wat er op kortere en langere termijn nodig is om dit punt nog verder gestalte te geven. Ook is gevraagd naar het nieuwe aanmeldsysteem. Een en ander wordt geëvalueerd. De contacten met de ouders over schoolkeuze zijn zeer intiem, mag ik wel zeggen. Kortom, daar blijf iedereen bij betrokken. De PvdA heeft aandacht gevraagd voor de medezeggenschap. Ik kan het nu niet voor me halen want ik heb die brief niet hier, maar volgens mij was het akkoord. De heer Okcuoglu heeft gevraagd naar de digitale vaardigheid. Dat is ook een heel belangrijk onderwerp dat ook voor een deel meegaat in de brede aanpak van laaggeletterdheid. Digitale vaardigheid is iets waar we gewoon mee te maken hebben. Er zijn cursussen voor maar het gaat er ook om dat mensen zich in deze tijd kunnen redden wat betreft taal en het opzoeken van informatie. Daar is aandacht voor. Verder heeft de heer Okcuoglu gezegd dat hij een aantal punten weinig uitgewerkt vindt in de nota. Nou, dat klopt, want het is een kaderstellende nota en de uitwerking komt in de jaarplannen. Zo komt het onderwerp segregatie ook in relatie tot het woningbouwprogramma steeds terug. Segregatie in de stad, zoals tussen zand en veen, is iets wat breed speelt en wat op verschillende beleidsterreinen aan de orde is. Dus daar moeten we op alle punten aandacht voor hebben, dus ook in het onderwijs.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Ik heb nog een vraag over de digitalisering. We weten met z'n allen dat heel veel Hagenaars niet digitaal vaardig zijn en dat sommige Hagenaars zelfs de mogelijkheid daartoe niet hebben. Wat zegt de wethouder daarop?

Wethouder Bruines (D66). Daar zegt de wethouder op dat het heel belangrijk is dat mensen zo goed mogelijk in staat worden gesteld om digitaal vaardig te zijn. Ik ben ook blij dat dit op school veel aandacht heeft. Zoals u weet, heeft de collega van Sociale Zaken al gezorgd voor allerlei mooie tegemoetkomingen voor mensen die niet in staat zijn om zelf dingen te bekostigen, ook voor hun kinderen. Ik wijs ook op het kindpakket. Dus er wordt zo veel mogelijk aan tegemoetgekomen. Ik weet dat er ook heel laagdrempelige cursussen in buurthuizen zijn die min of meer gratis zijn, maar ook onderdelen van sommige programma's binnen de aanpak laaggeletterdheid en volwassenenonderwijs zien hierop.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). De wethouder noemt nu een paar voorbeelden, maar ik ben dit punt in de HEA niet tegengekomen. Mijn vraag is dus hoe de wethouder dit gaat doen.

Wethouder Bruines (D66). Er staat in de HEA wel degelijk een passage over de nieuwe tijd en de veranderende eisen die aan mensen worden gesteld en dat het belangrijk is dat ze daarin geschoold en getraind kunnen worden; ik vat het nu even in mijn eigen woorden samen. Verder is gevraagd naar de wachtlijsten voor de vve. Het aantal wisselt een beetje. We hebben nu net een nieuw systeem rond de harmonisatie dat we ook gaan evalueren. Ik denk dat we nu eerst even moeten afwachten hoe dat nu neerdaalt. Sommige dingen hebben te maken met de wachtlijsten, maar andere dingen zijn weer te herleiden tot overschotten of tekorten. Ik heb al eerder toegezegd dat we op enig moment - ik weet nu niet uit mijn hoofd wanneer precies - zullen kijken hoe dat gaat. Er wordt in ieder geval hard aan gewerkt om het goed te laten verlopen. Het wisselt nu ongeveer per week.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Ik wil de wethouder tegemoetkomen. Kan zij een tijdpad toezeggen, in de zin dat wij er voorbeeld binnen drie maanden of een halfjaar over worden geïnformeerd?

Wethouder Bruines (D66). Binnen een maand of drie, vier. Zo rond de zomer.

80

De heer Grinwis heeft het gehad over kerels voor de klas. Welnu, dat is een punt dat ook meegaat in de aanpak. Ik wil nu alles wel in een keer goed in kaart hebben, maar dit komt er echt aan. De her Grinwis heeft verder gezegd dat de druk op de ketel moet blijven. Dat is eigenlijk een hartenkreet van hem die ik begrijp. Voorzitter. Dit was mijn reactie in eerste termijn.

De voorzitter. Dan gaan we nu verder met de tweede termijn van de raad.

Joeri Oudshoorn (HSP). Voorzitter. We zijn echt heel dicht genaderd. We willen allemaal die transitie in de jaarplannen zien. Die plannen worden opgesteld binnen het kader van de HEA. Voor die HEA nemen we een besluit. Er staan nu zeven punten in. Om dat in de jaarplannen te hebben, moet dat in het kader dat we nu afspreken en moeten we daarin dus het achtste punt meenemen. Dus om die technische redenen verzoek ik u om voor het amendement 'transitie opnemen in de HEA' te stemmen, want anders heeft de wethouder de mogelijkheid niet om dat als punt in de jaarplannen op te nemen.

Abderrahim Kajouane (PvdA). Voorzitter. Gezien de toezegging van de wethouder om de punten die in onze motie K/4 staan, mee te nemen in haar beleid, houden wij die motie aan.

De voorzitter. Aangezien motie K/4 is aangehouden, maakt zij geen onderdeel meer uit van de verdere beraadslaging.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Voorzitter. We hebben motie K/2 inmiddels gewijzigd. Het tweede deel van het dictum is veranderd en bovendien is deze motie inmiddels meeondertekend door collega Rogier van het CDA. We hebben deze motie aangepast in lijn met het voorstel van de wethouder. Het tweede deel van het dictum luidt nu als volgt: de raad te rapporteren over het bereik van de training.

De voorzitter. Door mevrouw Michon-Derkzen, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Kajouane, de heer Kraft van Ermel en de heer Rogier, wordt de volgende gewijzigde motie (K/2) ingediend:

Motie K/2 gewijzigd

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het raadsvoorstel ‘Haagse Educatieve Agenda 2018-2022’ (RIS298592).

Constaterende dat: - radicalisering voorkomt onder steeds jongere kinderen; - radicalisering preventief moet worden aangepakt; - de gemeente Den Haag een trainingsprogramma voor docenten heeft laten ontwikkelen en in bezit is van deze training; - de wethouder onderwijs heeft gezegd dat onderwijs een rol heeft in het signaleren en de aanpak van radicalisering.

Van mening zijnde dat: - alles uit de kast gehaald moet worden om radicalisering tegen te gaan; - docenten veel contact hebben met jongeren en vaak in een vroeg stadium signalen van radicalisering zien.

Verzoekt het college: - het interactieve trainingsprogramma waarvan de gemeente eigenaar is (“Oumnia Works Module Onderwijs”) voor docenten dringend onder de aandacht te brengen bij die scholen in Den Haag waar deze training relevant kan zijn; - de raad te rapporteren over het bereik van de training.

81

De gewijzigde motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Bruines (D66). Voorzitter. Met de wijziging zoals voorgesteld door de VVD, kan het college de motie positief preadviseren. Tegen de heer Oudshoorn zou ik willen zeggen: volgens mij moeten we het nu niet over woorden en zinnetjes hebben maar moeten we nu gewoon echt met dit onderwerp goed aan de slag gaan, want er is een hoop te doen.

De beraadslaging wordt gesloten.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Voorzitter. Ik zal niet deelnemen aan de stemming over motie K/9.

De voorzitter. Dan moet u zodra we bij de stemming over motie K/9 zijn, even uitloggen. Dan neemt u ook geen deel aan die stemming en doet u een beroep op uw verschoningsrecht.

In stemming komt amendement K/A.

De voorzitter. Het amendement wordt aangenomen met 26 tegen 14 stemmen.

In stemming komt amendement K/B.

De voorzitter. Het amendement wordt verworpen met 17 tegen 23 stemmen.

In stemming komt motie K/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 4 stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie K/2.

De voorzitter. Aangezien de stemmen staken (20 stemmen voor en 20 stemmen tegen) wordt over deze gewijzigde motie de volgende raadsvergadering wederom gestemd.

In stemming komt motie K/3.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 31 tegen 9 stemmen.

In stemming komt motie K/5.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 4 stemmen.

In stemming komt motie K/6.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 19 tegen 21 stemmen.

In stemming komt motie K/7.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 15 tegen 25 stemmen.

In stemming komt motie K/8.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 10 tegen 30 stemmen.

In stemming komt motie K/9.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 8 tegen 31 stemmen.

82

In stemming komt motie K/10.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 22 tegen 18 stemmen.

In stemming komt motie K/11.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 15 tegen 25 stemmen.

In stemming komt het aldus nader gewijzigd voorstel.

De voorzitter. Het aldus nader gewijzigd voorstel wordt aangenomen met algemene stemmen. Dan gaan we door naar het Beleidsplan Jeugd.

Karen Gerbrands (PVV). Voorzitter. Zouden we even tien minuten kunnen schorsen?

De voorzitter. Ja? Ik begin er net lekker in te komen. Zijn er meer mensen die even een kwartiertje willen schorsen? Nee, hè? Ik zit ook al vijf uur heel erg lekker op deze stoel. Na de behandeling van het Beleidsplan Jeugd gaan we even schorsen.

Aan de orde is:

L. Voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2010 (RIS298573).

De beraadslaging wordt geopend.

Martijn Balster (PvdA). Voorzitter. Het nieuwe Haagse jeugdbeleid, in zijn ambities en volzinnen is het een prachtig verhaal maar je kunt een prachtige pudding hebben, maar het gaat erom hoe die smaakt. Komt er uit wat je wil op basis van alle ingrediënten die je er in stopt? Het jeugdbeleid is een beetje die pudding, want de ingrediënten en wat er precies uit moet komen en hoe het uiteindelijk moet gaan smaken, zijn nog niet bepaald concreet, helder. De PvdA-fractie heeft er natuurlijk alle vertrouwen in dat het college nog toekomt aan uitwerkingen en zo meer. We hebben een vergelijkbare discussie net bij de HEA gehad. Wel vinden we het nodig om het college vanavond nog een zetje te geven. Een plan op zo'n hoofdlijn heeft namelijk wel wat weinig om het lijf. Zoals de PvdA in de commissie al heeft benadrukt, kan een slecht verstaander uit het plan opmaken dat het de Haagse jeugd volstrekt voor de wind gaat. Het merendeel van de doelstellingen van het beleid is namelijk gericht op jongeren die het goed gaat, maar daar hoef je eigenlijk geen plan voor te maken. Bij waar het jeugdbeleid wat de PvdA betreft echt aan kracht kan winnen, gaat het om de analyse en oplossingen voor juist de meest kwetsbare jongeren en ouders en om hen te ondersteunen. Ook wat betreft het kennisfundament en het vinden van werkende oplossingen moet het beter. Daar gaan we met een amendement en twee moties hopelijk een beetje bij helpen. De eerste motie richt zich op het belangrijkste problemen van de Haagse jeugd. Zet die nou juist voorop. Verbind daar concrete doelstellingen aan voor de komende tien jaar en werk daarnaartoe. Dat klinkt zo simpel, maar het plan bevat die concrete doelstellingen niet. Ik dien daarom een motie in met als dictum: verzoekt het college te komen tot een analyse en plan met concrete streefwaarden hoe de schaarse mensen en middelen vanuit de gemeente ingezet worden om het welzijn van de Haagse jeugd te verbeteren met daarin vijf topprioriteiten voor de komende tien jaar. Deze motie is meeondertekend door de Groep de Mos/Ouderen Partij, de Haagse Stadspartij, de SP en GroenLinks. Onze tweede motie is gericht op laagdrempelige gezinshulp, waarvan het dictum luidt: verzoekt het college inzichtelijk te maken welke concrete acties worden ondernomen door het college en alle jeugdhulppartners om het vertrouwen van ouders en jeugd in de jeugdhulpverlening te vergroten. Deze motie is meeondertekend door de Haagse Stadspartij, de Groep de Mos, de SP, GroenLinks en de VVD.

83

Ten slotte heb ik nog een amendement dat een prioriteit 8 wil toevoegen aan het dictum, luidende: Wijk-, doelgroep- en cultuursensitief beleid. De toelichting is netjes verwoord in het amendement.

De voorzitter. Door de heer Balster, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, de heer Kraft van Ermel, mevrouw Drost en de heer Kapteijns, wordt het volgende amendement (L/A) voorgesteld:

Amendement L/A

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Besluit aan het dictum toe te voegen: Prioriteit 8 – Wijk- , doelgroep- en cultuursensitief beleid

Aangezien de Haagse jeugd een rijke schakering van doelgroepen kent en de jeugdhulpverlening in de stad in staat moet zijn alle kwetsbare doelgroepen goed te bereiken, stelt het college zich tot doel: - Financiële middelen en personele inzet zo onderbouwd mogelijk in te zetten in de wijken en op de doelgroepen die het preventief ondersteuningsaanbod het hardst nodig hebben en waar de inzet het meest effectief kan zijn. De verdeling van de middelen op basis van objectieve criteria over de jeugdteams te verdelen en dit in de jaarlijkse planvorming te verantwoorden - In te zetten op kennisontwikkeling over factoren en/of achtergronden die maken dat het bereik van de jeugdhulp wordt vergroot, juist daar waar deze nu nog achterblijft. - Gebruik te maken van doelgroepkennis aanwezig in de stad om moeilijk te bereiken doelgroepen te bereiken, zoals onder meer geschetst in de afdoening van de motie ‘Vergroten bereik preventieve jeugdhulp’ (RIS290329). - Cultuursensitiviteit te verankeren in de werkwijze en de diversiteit van de jeugdteams. - Over de voorgaande vier elementen jaarlijks aan de raad de voortgang / de plannen voor het komend jaar te rapporteren.

De voorzitter. Door de heer Balster, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, de heer Kraft van Ermel, mevrouw Drost en de heer Kapteijns, wordt de volgende motie (L/2) voorgesteld:

Motie L/2

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  het Beleidsplan Jeugd een plan is op hoofdlijnen;  er genoeg cijfers en gegevens zijn over het welzijn van de Haagse jeugd, o.a. uit de Gezondheidsmonitor Haagse Jeugd van de GGD en de rapportages over het Jeugdbeleid;  het beleidsplan geen concrete doelstellingen of streefwaarden bevat om problemen aan te pakken en meetbaar te verbeteren, zoals de laagdrempeligheid van de CJG, het bereik van gezinscoaches, het aantal jongeren dat te kampen heeft met psychosociale en emotionele problemen, eenzaamheid, pesten, spijbelgedrag, criminaliteit en overmatig alcoholgebruik.

Verzoekt het college:  te komen tot een analyse en plan met concrete streefwaarden hoe de schaarse mensen en middelen vanuit de gemeente ingezet worden om het welzijn van de Haagse jeugd te verbeteren, met daarin vijf topprioriteiten voor de komende tien jaar;

84

 in een jaarlijks uitvoeringsplan aan te geven op welke wijze en met welke financiële instrumenten deze streefwaarden zijn gerealiseerd en wat meer nodig is om de doelstellingen te bereiken;  de eerste uitvoeringsrapportage met daarin een nulmeting te publiceren in juni 2018, waarin wordt aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is: de diverse portefeuillehouders in het college en de maatschappelijke partners.

De voorzitter. Door de heer Balster, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, de heer Kraft van Ermel, mevrouw Drost, de heer Kapteijns en mevrouw Michon-Derkzen, wordt de volgende motie (L/3) voorgesteld:

Motie L/3

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter bespreking van het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  de drempel voor gezinnen en kinderen in de leeftijd van 5 tot 18 jaar aanmerkelijk hoger is om hulpverlening in te schakelen dan voor de leeftijdscategorie 0-4;  er nog altijd vooroordelen bestaan over de jeugdhulp, waarbij uithuisplaatsing van kinderen als een belangrijke bedreiging wordt gezien;  er specifieke doelgroepen zijn die significant minder goed worden bereikt door de jeugdhulp, waardoor preventief en/of vroegtijdig signaleren sterk worden bemoeilijkt.

Van mening dat:  gezinnen en kinderen gebaat zijn bij een zo laagdrempelig mogelijke jeugdhulpverlening;  er tal van methoden zijn om laagdrempelige hulpverlening te bieden, ook in gezinnen / bij jeugdigen die niet vanzelfsprekend te bereiken zijn, denk hierbij aan periodieke huisbezoeken, inloopspreekuren op scholen, gespreksgroepen tussen ouders met begeleiding, etc.

Verzoekt het college:  inzichtelijk te maken welke concrete acties worden ondernomen door het college en alle jeugdhulppartners, om het vertrouwen van ouders en jeugd in de jeugdhulpverlening te vergroten;  alle jeugdteams de opdracht te geven in hun wijk in beeld te brengen wat de moeilijk te bereiken doelgroepen zijn en hier een specifieke aanpak op te ontwikkelen en deze aanpakken aan elkaar te spiegelen;  de raad uiterlijk voor 1 juni 2018 te informeren over de resultaten.

Het amendement en de moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Voorzitter. Gisteren kwam de inspectie van het ministerie van Sociale Zaken met een rapport waarvan de hoofdconclusie luidt dat gemeenten weinig zicht hebben op jongeren en gemeenten ook structureel de zelfredzaamheid van jongeren overschatten. Dat gaat met name over de continuïteit en ondersteuning van jeugdhulp naar volwassenenhulp en dat gewoon nog niet goed. We hebben er in de commissie ook over gesproken en toen kende ik dat rapport nog niet eens. Ik heb een motie die het college verzoekt om de betrokken zorgbegeleider uit het jeugdteam van jongeren die na hun 18de verjaardag nog hulp en begeleiding nodig hebben, te financieren vanuit de Wmo zodat er geen wisseling van zorgbegeleider nodig is. Dit is belangrijk want dit gaat over de knip 18- en 18+. Vanuit de Wmo moet je ervoor zorgen dat adolescenten dezelfde begeleiding houden, wat dus ook de Inspectie Sociale Zaken zegt. Verder heb ik een motie over het stimuleren van informatie-uitwisseling, die is meeondertekend door de PvdA en de SP. Daarin wordt het college verzocht om de instellingen actief

85 in contact te brengen met de jeugdambassadeurs en de cliëntenraden sociaal domein, om hen actief te informeren over de ervaringen van cliënten. Daarnaast heb ik een motie over het organiseren van een participatieconferentie voor de cliëntenraden, die is meeondertekend door de PvdA. De verschillende instellingen zullen elkaar vast weleens tegenkomen, maar wat GroenLinks en de PvdA betreft is het belangrijk dat de gemeente jaarlijks een conferentie organiseert zodat die als een vliegwiel kan fungeren. Tot slot vraag ik aandacht voor de continuïteit van medewerkers van jeugdteams. Het Legers des Heils heeft een perceel in de jeugdzorg 'gewonnen' bij de laatste aanbesteding. Medewerkers zijn overgegaan naar het Leger des Heils maar moeten een verklaring ondertekenen dat ze de levensovertuiging onderschrijven die hun nieuwe werkgever heeft, willen ze voor een nieuwe baan of voor voortzetting van hun loopbaan binnen deze organisatie in aanmerking komen. Wat GroenLinks, de Haagse Stadspartij, de PvdA en de SP betreft is dat niet aan de orde, omdat je levensovertuiging niets zegt over je professionele kwaliteiten.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). De heer Kapteijns doet dit onder de noemer continuïteit, maar dat onderschrijven gaat niet over die medewerkers die zijn overgenomen. Die mogen gewoon doorgaan met hun werk bij het Leger des Heils. Hier wordt nu de suggestie gewekt alsof de continuïteit voor deze medewerkers in het geding is, wat niet het geval is.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Het was ook een eis bij de aanbesteding dat de medewerkers overgenomen zouden moeten worden. Dat doet deze organisatie. Alleen, op het moment dat je binnen de organisatie een andere baan wil hebben, dus je loopbaan wil continueren, dan word je geacht een verklaring te ondertekenen waarin je de christelijke levensovertuiging onderschrijft, ook persoonlijk. Dat vind ik niet nodig. Ook gezien de moeite die het kost mensen te vinden voor dit soort functies, is dat ook wel zorgelijk.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, de heer Balster en mevrouw Drost, wordt de volgende motie (L/4) ingediend:

Motie L/4

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  het Leger des Heils een van de aanbestedingen in de jeugdzorg heeft gekregen;  het Leger des Heils zich kenmerkt door het aanhangen van een christelijke levensovertuiging.

Overwegende dat:  medewerkers in de jeugdzorg nu een verklaring moeten ondertekenen dat zij een christelijke levensovertuiging aanhangen willen zij in aanmerking komen voor een volgende functie.

Van mening zijnde dat:  het belangrijk is dat bij wisseling van opdrachtnemer na een aanbestedingsprocedure de continuïteit voor zowel cliënt als medewerker gegarandeerd is en blijft;  de zorgaanbieder geen nieuwe eisen mag stellen aan medewerkers die eerder voor een andere zorgaanbieder werkten met een vast contract.

Verzoekt het college:  om in overleg te treden met het Leger des Heils om de medewerkers in de jeugdteams die overgaan, nu en later in hun loopbaan dezelfde kansen en mogelijkheden te geven als de medewerkers die er al werkzaam waren, zonder dat zij de levensovertuiging hoeven te onderschrijven.

86

De voorzitter. Door de heer Kapteijns wordt de volgende motie (L/5) ingediend:

Motie L/5

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 inzet op versterken en samenwerken in het sociale domein, waaronder het jeugddomein en het WMO-domein.

Overwegende dat:  de gedachtegang achter de decentralisaties onder andere is dat er integrale hulp verleend kan worden waardoor er beter afgestemd kan worden tussen bijvoorbeeld de WMO en de jeugdzorg;  er wordt ingezet op het voorkomen van problemen door meer aandacht voor effectieve preventie.

Van mening zijnde dat:  er bij de overdracht van de jeugdzorg naar de WMO nog problemen optreden waardoor jongeren tussen wal en schip dreigen te vallen;  er continuïteit van zorg geboden moet worden, door middel van dezelfde begeleider en zonder onderbreking als de cliënt 18 wordt.

Verzoekt het college:  om de betrokken zorgbegeleider uit het jeugdteam van jongeren die na hun 18e verjaardag nog hulp en begeleiding nodig hebben, te financieren vanuit het WMO-budget, zodat geen wisseling van zorgbegeleider nodig is.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door de heer Balster en mevrouw Drost, wordt de volgende motie (L/6) ingediend:

Motie L/6

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 inzet op versterken en samenwerken in het sociale domein, waaronder het jeugddomein en het WMO-domein;  het college in wil zetten op verdere participatie van jeugd en ouders met betrekking tot de jeugdzorg.

Overwegende dat:  niet alle instellingen even goed geïnformeerd zijn over elkaar en over de regelingen van de gemeente.

Van mening zijnde dat:  het belangrijk is dat er een continue en goed functionerende informatie-uitwisseling tot stand komt tussen de verschillende betrokken partijen in de jeugdzorg zoals jeugdambassadeurs, cliëntenraden en instellingen.

87

Verzoekt het college:  om de instellingen actief in contact te brengen met de jeugdambassadeurs en de cliëntenraden sociaal domein, om hen te informeren over de ervaringen van cliënten.

De voorzitter. Door de heer Kapteijns, daartoe gesteund door de heer Balster, wordt de volgende motie (L/7) ingediend:

Motie L/7

De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van het voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat:  het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 inzet op versterken en samenwerken in het sociale domein, waaronder het jeugddomein en het WMO-domein;  het college in wil zetten op verdere integratie met betrekking tot de jeugdzorg.

Overwegende dat:  niet alle instellingen even goed geïnformeerd zijn over elkaar en over de regelingen van de gemeente;  het college innovaties in de jeugdhulp wil stimuleren;  er wordt ingezet op voorkomen van problemen door meer aandacht voor effectieve preventie.

Van mening zijnde dat:  het goed zou zijn als er meer informatie-uitwisseling komt tussen de cliëntenraden van verschillende instellingen;  de cliëntenraden op deze manier nog beter op de hoogte komen van problemen die spelen bij cliënten;  het daarom goed zou zijn eens per jaar een participatieconferentie te organiseren voor cliëntenraden.

Verzoekt het college:  om eens per jaar een participatieconferentie te organiseren voor de cliëntenraden van de instellingen zodat zij van elkaar kunnen leren en zich sterker kunnen positioneren en de stem van de cliënten beter wordt gehoord.

De moties maken onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Ik neem de behandeling van dit agendapunt over van mijn zeer gewaardeerde collega en onze fractievoorzitter Daniëlle Koster, die het een en ander wel voor mij opgeschreven heeft. Het gezin waarin je opgroeit is heel belangrijk voor wie je bent en wat je wordt. Niet voor niets noemen we het gezin de hoeksteen van de samenleving. De meeste Haagse kinderen krijgen een goede basis mee in hun gezin, maar vanavond spreken we over de kinderen die deze basis helaas moeten ontberen. Voor hen is dit beleidsplan bedoeld. We hebben hier uitgebreid over gesproken en het CDA kan zich vinden in dit beleidsplan en zijn integrale karakter. Wij denken dat we met dit plan op een goede manier de kinderen en ouders kunnen helpen die extra ondersteuning nodig hebben. Het CDA wil hier nog wel een ernstige kwestie uitlichten en dat is de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. Het is verschrikkelijk om als kind mee te maken en het is een spiraal van zinloos geweld waar men niet uitkomt en wordt doorgegeven van de ene generatie naar de andere, omdat de taal van geweld de enige taal is die ze kennen. We moeten deze kinderen een andere taal leren, een zonder geweld. Ik ben dan ook blij dat de wethouder het CDA heeft toegezegd om,

88 teneinde te voorkomen dat ouders die zelf mishandeld zijn dit overdragen aan hun eigen kinderen, dit op te nemen in het speerpunt over huiselijk geweld en kindermishandeling zodat we hopelijk voor steeds meer kinderen deze giftige spiraal kunnen doorbreken.

Ingrid Michon-Derkzen (VVD). Voorzitter. De Haagse VVD is positief over de jeugdzorg in Den Haag. Zo worden er goede stappen gezet maar in Den Haag kan er een verdere slag gemaakt worden in de zorg. Een belangrijk punt van aandacht zijn de wachtlijsten in de jeugdhulp. Tijdens het bezoek aan het CJG in Laak was dit volgens professionals een van de belangrijkste aandachts- en verbeterpunten. Wij ontvangen graag zo snel mogelijk het door de wethouder aangekondigde onderzoek naar de redenen van deze wachtlijsten met oplossingen, met name voor de wachtlijsten in de crisisopvang. Blij is de fractie van de VVD met de extra aandacht voor complexe scheidingen. In Haaglanden kennen we de succesvolle aanpak 'Kinderen uit de knel'. Het knelpuntenpotje is bedoeld om meer van dit soort programma's te ondersteunen.

Mustafa Okcuoglu (Groep Okcuoglu). Voorzitter. Evenals de VVD ben ik zeer positief over het jeugdbeleid en de jeugdhulpverlening in Den Haag. Ondanks dat heb ik nog een vraag en een motie. Het eerste betreft de crisisgevallen en de zwerfjongeren in Den Haag. Kan de wethouder uitleggen hoe het daarmee staat in het Beleidsplan Jeugd 2018-2020? In het kader van het aanvalsplan personeelstekort jeugdsector wil ik nog een belangrijk aspect benadrukken, namelijk dat van de diversiteit. Naar mijn idee wordt daarmee lang niet altijd rekening gehouden bij de aanpak van het personeelstekort. Het is dan ook essentieel dat hierop wordt gehamerd. Daarom dien ik samen met het CDA, de Partij voor de Dieren, de Groep de Mos, de PvdA, de Islam Democraten en GroenLinks een motie in, waarvan het dictum luidt: verzoekt het college te onderzoeken hoe een actief diversiteitsbeleid ingezet kan worden bij de aanpak van het personeelstekort door in gesprek te gaan met betrokken organisaties in de jeugdsector.

De voorzitter. Door de heer Okcuoglu, daartoe gesteund door de heer Rogier, mevrouw Teunissen, de heer Kraft van Ermel, de heer Balster, de heer Kapteijns en de heer Çetinkaya, wordt de volgende motie (L/1) ingediend:

Motie L/1

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van het Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573).

Constaterende dat: - er een personeelstekort is in de jeugdsector; - een afspiegeling van de maatschappij beter kan; - veel jeugdigen een migratieachtergrond hebben; - een biculturele achtergrond essentieel is om de achtergrond van veel jeugdigen te begrijpen.

Overwegende dat: - een goed diversiteitsbeleid ervoor zorgt dat de problematiek van jeugdigen beter en sneller opgelost wordt; - een goed diversiteitsbeleid discriminatie van burgers met een migratieachtergrond op de arbeidsmarkt voor een deel tegengaat; - een goed diversiteitsbeleid ervoor zorgt dat de werkloosheid onder burgers met een migratieachtergrond afneemt waardoor ze zich minder hoeven te beroepen op sociale voorzieningen; - een goed diversiteitsbeleid een betere bijdrage levert aan de participatie en integratie van Haagse burgers.

89

Verzoekt het college: - te onderzoeken hoe een actief diversiteitsbeleid ingezet kan worden bij de aanpak van het personeelstekort door in gesprek te gaan met de betrokken organisaties in de jeugdsector.

En de raad hierover te informeren.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. De vorige week heeft onze fractievertegenwoordiger Bert Jan Urban uitgebreid met de wethouder gedebatteerd over het Beleidsplan Jeugd. Dat heeft hij met verve gedaan, dus dat behoef ik allemaal niet te herhalen. Op één punt wil ik nog wel ingaan. De afgelopen jaren heeft de fractie van de ChristenUnie/SGP vanuit de jeugdhulpverlening vaak te horen gekregen dat de samenwerking tussen verloskundigen, CJG's en andere organisaties beter kan, zodat kinderen die dat nodig hebben op zo jong mogelijke leeftijd geholpen kunnen worden. Mijn fractie heeft hier ook meerdere malen aandacht voor gevraagd. Gisteren was er avond met jeugdhulpverleners en daar werd ons een manifest uitgereikt dat hierbij aansluit. Daarbij waren een collega van de VVD, collega Faïd van de Haagse Stadspartij en collega's van mijn fractie aanwezig. Dat manifest, getiteld '1001 kritieke dagen', gaat over de tijd tussen conceptie en het bereiken van de leeftijd van 2 jaar, die het meest van invloed is op de ontwikkeling van een kind. In aansluiting hierop dien ik samen met collega Faïd een motie in met als dictum: verzoekt het college om in 2018 in samenwerking met verloskundigen, kraamhulp, CJG's en andere betrokkenen een actieplan op te stellen om de preventieketen en vroegsignalering verder te versterken.

De voorzitter. Door de heer Grinwis, daartoe gesteund door mevrouw Faïd, wordt de volgende motie (L/8) ingediend:

Motie L/8

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het voorstel van het college inzake Beleidsplan Jeugd 2018-2020 (RIS298573), constaterende dat enkele organisaties waaronder het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) een manifest hebben uitgebracht getiteld 1001 kritieke dagen, waarin wordt betoogd dat de eerste 1001 dagen van een kind (van conceptie tot 2 jaar) cruciaal zijn voor een gezonde ontwikkeling van een kind1; overwegende dat uit onderzoek2 blijkt dat van alle 1,5 jarigen zo’n 18% sociaal-emotionele problemen heeft, terwijl uit onderzoek van GGZ Nederland3 naar actieve zorgtrajecten onder kinderen tussen de 0-17 jaar blijkt dat slechts 0,3% van de kinderen tussen 0-5 jaar in aanraking kwam met tweedelijnsjeugd-ggz; overwegende dat de ervaringen in de jeugdsector zijn dat ouders vaak pas met hulpvragen komen als hun kind drie jaar of ouder is en negatieve interactiepatronen dan al zijn ingeslepen; van mening dat we er alles aan moeten doen om (zeer) jonge kinderen zo goed en zo (mentaal) gezond mogelijk te laten opgroeien en hierbij de eerste 1001 kritische dagen cruciaal zijn;

1 https://www.nvo.nl/bestanden/Bestanden_nieuwe_website_2015_-_2016/Dossier-Overig/Manifest- 1001-kritieke-dagen/5420-1/1001kritiekedagen_juni2015.pdf 2 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21040689 3 http://www.ggznederland.nl/uploads/publication/Factsheet%20specialistische%20jeugd-ggz.pdf

90 verzoekt het college, om in 2018 in samenwerking met verloskundigen, kraamhulp, CJG’s en andere betrokkenen, een actieplan op te stellen om de preventieketen en vroegsignalering verder te versterken, en gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Willie Dille (PVV). Voorzitter. We hebben een goed debat gevoerd in de commissie. Dat ga ik niet herhalen en we hebben ook geen moties, omdat de wethouder een welwillend oor had voor de punten die we hebben aangedragen. We hebben nog genoeg tijd, dus ik zal ze kort herhalen. We hebben aandacht gevraagd voor de positie van Veilig Thuis, omdat wij het idee hebben dat door de aanscherping van de meldcode er een toevlucht zal zijn richting Veilig Thuis. De wethouder heeft gezegd dat indien dat zich gaat voordoen, er voldoende capaciteit zal zijn. Verder heb ik aandacht gevraagd voor een stukje expertise wat betreft kinderen met MCG- problematiek, meervoudig gehandicapte kinderen, die vaak door allerlei lichamelijke afwijkingen veel sneller blauwe plekken of gebroken botjes krijgen. Daardoor worden de ouders vaak een beetje in verlegenheid gebracht, omdat er dan gedacht zou worden aan mishandeling terwijl dat niet zo is. Dat is een verschrikkelijk stigma wat ze niet moeten hebben. Dus ook daarover een soort van toezegging dat indien nodig de expertise buitenshuis gezocht zal worden. Verder heb ik nog aandacht gevraagd voor pleegzorg, omdat daar wat de PVV betreft iets te weinig over stond in het jaarplan. Opgroeien binnen een gezin is uiteindelijk voor elk kind het beste, dus wij willen dat daar wat meer aandacht voor is. We horen van een aantal pleegouders dat nu het overgeheveld is naar de gemeente, er altijd onduidelijkheid is over de financiële middelen, dus die zouden ook weggenomen moeten worden. Tot slot hebben we aandacht gevraagd voor de demedicalisering van kinderen, omdat in Den Haag nog steeds een absurd hoog aantal kinderen met allerlei labeltjes het daarmee samenhangende doosje pillen krijgen. Daar moet gewoon wat tegen gedaan worden. Het is ontzettend moeilijk, want je kan inderdaad niet op de stoel van de huisarts gaan zitten. Maar als wij nog steeds verhalen krijgen over baby's die ritalin krijgen, denken we dat het nog steeds nodig is om daar aandacht voor te vragen. We zijn al met al blij met het beleidsplan en we gaan hard aan het werk.

Wethouder Bruines (D66). Voorzitter. Ik dank de leden van de raad. Ik ga even het amendement en de moties langs. Een aantal punten die in de commissie zijn besproken, zijn terecht, want het zijn allemaal relevante punten, weer door een aantal fracties naar voren gebracht. Daar zijn ook diverse toezeggingen op gedaan, zeg ik naar aanleiding van de opmerkingen van de PVV en het CDA, bijvoorbeeld over de intergenerationele conflicten. Daar hebben we over gesproken, dus dat staat allemaal. Ik beperk mij dus tot het amendement en de moties. Het amendement van de Partij van de Arbeid gaat over het toevoegen van een prioriteit wijk-, doelgroep- en cultuursensitief beleid aan het dictum. Daar voelt het college niet veel voor, omdat we het overbodig vinden. In het amendement worden jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg wat moeilijk door elkaar heen gebruikt. Preventie gaat niet vanuit de jeugdhulp, maar vanuit de JGZ, de jeugdgezondheidszorg. Budgetten voor preventie worden per stadsdeel berekend op het aantal kinderen. Dat is gewoon de zorg die er voor alle kinderen is. Zodra er een zwaardere vraag is - een preventieoverstijgende vraag noemen we dat dan - worden jeugdteams ingeschakeld en kan er gericht ondersteuning worden verleend die nodig is. In de aanbesteding wordt er al gekeken naar de samenstelling en de verwachte behoefte per stadsdeel, berekend op basis van ervaringscijfers hoeveel problemen er voorkomen. Mocht de vraag toch weer de verwachte behoefte overstijgen, dan kunnen we altijd schuiven of extra geld bijplussen. Daar is rekening mee gehouden. Wat u vraagt, kan allemaal al en is ook de dagelijkse praktijk. Zelfs als je preventie heel breed opvat, voldoen we daar ook nog aan. We zetten juist heel erg in op het samenwerken in wijkorganisaties, met migrantenorganisaties, met projecten als Moeders Informeren Moeders en zo zijn er nog meer te noemen. In de CJG-academie, de scholing van de medewerkers van het Centrum Jeugd en Gezin, wordt de kennis over hoe je problemen herkent en hoe je ermee omgaat constant gevoed en verder ontwikkeld. De doelgroepkennis is onderzocht en vergroot met het onderzoek van het Verwey-Jonker

91

Instituut. U heeft daar zelf aandacht voor gevraagd en u heeft dat ook kunnen lezen. De verankering van het cultuursensitief werken is ontzettend relevant. We hebben het daar al vaker over gehad; in de commissie hebben we er uitgebreid over gesproken. Dat heeft ook met het personeelsbeleid te maken. We moeten er alles aan doen om dat zo goed mogelijk te doen in de scholing en bijscholing, maar ook in het aantrekken van mensen. De rapportering over dit alles gebeurt nu al in de halfjaar- en jaarrapportages. Dat zal straks ook daarin plaatsvinden. Het college ontraadt dus dit amendement. De Partij van de Arbeid vraagt in motie L/2 om duidelijke doelen voor het jeugdbeleid. Het is inderdaad een stuk op hoofdlijnen, een beleidskader. We hebben al uitgebreid gesproken over wat de volgende stap is. Dat is ook gebaseerd op heel veel kennis, cijfers en gegevens die we hebben. Waar we eigenlijk naartoe moeten en waar u ook terecht aandacht voor heeft gevraagd, is dat die cijfers inzichtelijker worden, dat ze gekoppeld worden aan het beleid en de beleidsdoelen en dat de resultaten van het beleid daartegenaan worden gehouden, zodat je kan bijsturen. U wilt daar graag naartoe en ik wil daar ook graag naartoe. Dat zal ook de uitwerking zijn van het beleid en de hele controlesystematiek die we hierin gaan uitvoeren. Wat u nu vraagt, is eigenlijk een beschrijving van hoe de jaarrapportages eruit moeten zien. Maar u vraagt ook nog eens vijf topprioriteiten toe te voegen voor maar liefst tien jaar, terwijl we al zeven pijlers en negen speerpunten hebben. Volgens mij wordt dat wat veel. Het college moet deze motie ontraden. Dan de motie 'Laagdrempelige gezinshulp' op L/3. Dat is een belangrijk onderwerp. Het is niet helemaal nieuw en in die zin een beetje overbodig, maar het college kan deze motie wel ondersteunen, dus akkoord wat ons betreft. De motie 'continuïteit medewerkers jeugdteams garanderen' op L/4 van de heer Kapteijns c.s. moet het college ontraden. Wij hebben in de aanbesteding afgesproken dat de medewerkers van het CJG die nu onder het werkgeverschap van het Leger des Heils komen te vallen de beginselen van het Leger des Heils niet hoeven te onderschrijven. In het werk dat zij nu doen, is er niets aan de hand. Het is aan het Leger des Heils om zijn eigen personeelsbeleid te voeren en men mag wettelijk deze eisen stellen. Er is geen sprake van belemmering voor doorgroei. Gezinscoaches bij het Leger des Heils die geen christelijke levensovertuiging hebben, kunnen niet binnen het Leger des Heils doorgroeien, maar wel binnen het CJG. Als er in het CJG een andere plek vrijkomt, dan kunnen ze dat doen. Bijvoorbeeld de teamleiders zijn allemaal in gemeentelijke dienst. Bij een vacature kan iedereen daarop solliciteren. Mochten we dit al willen afdwingen, dan hebben we daar geen wettelijke mogelijkheid voor. Dat is ook verder bekeken. Wij moeten ook deze motie ontraden, hoewel wij heel goed begrijpen waarom u dit aan de orde stelt. Motie L/5 is ook van de heer Kapteijns …

De voorzitter. Een seconde, wethouder. Mijnheer Kapteijns, u heeft niet echt wonderbaarlijk veel spreektijd meer, hè.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Nee, maar gelukkig gaan interrupties niet van mijn spreektijd af, mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag aan de wethouder op dit punt. Ik verzoek, samen met mijn mede-indieners, het college namelijk niet om iets juridisch te doen. Ik verzoek alleen om het gesprek hierover te hebben met het Leger des Heils en te vragen hoe zij de continuïteit van de medewerkers denken te garanderen.

Wethouder Bruines (D66). Dit betreft medewerkers die onder het werkgeverschap van het Leger des Heils werkzaam zijn in de jeugdteams. De aanbesteding is geweest en die mensen werken daar. Voor een deel zijn mensen overgenomen en voor een deel heeft het Leger des Heils nieuwe mensen geworven die daar nu aan de slag gaan. Zij hebben deze aanbesteding gewonnen, zeg maar, en zullen ervoor moeten zorgen dat zij voldoende mensen krijgen. Vooralsnog is dat het geval. Wat de overgang van personeel betreft, hebben zij van de vorige aanbieder een aantal mensen overgenomen die dat graag wilden. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat men niet in staat is om te voldoen aan datgene waarvoor men heeft ingeschreven bij de aanbesteding. De motie 'knip 18-/18+ jeugdzorg' op L/5 heeft te maken met de overgang van de jeugdhulp en de financiering naar de Wmo. Zoals u weet, hebben wij een regeling voor verlengde jeugdhulp. Die wordt op dit moment nog vanuit de jeugdhulp gefinancierd, maar wij zijn op dit moment aan het

92 werken naar een systeem om dat te verlengen met een gemengde financiering. Dat wordt op dit moment verkend. Verder ben ik het volstrekt met u eens dat het relevant is dat als een jongere zich vertrouwd voelt met zijn begeleider, zo goed mogelijk die continuïteit mogelijk wordt gemaakt. Waar wij naartoe willen, is dat we met integrale inzet van middelen vanuit de jeugdhulp en vanuit de Wmo, en misschien zelfs vanuit de langdurige zorg, tot een systeem komen waar men van 16 tot 23 gelijksoortige hulp kan blijven krijgen. Dat wordt op dit moment uitgewerkt en waar mogelijk wordt het al ingezet. De motie is in lijn met wat we onderzoeken en daarom overbodig. Maar als die wordt aangenomen, heeft het college daar geen groot bezwaar tegen. De motie 'informatie-uitwisseling stimuleren' op L/6 gaat over de jeugdambassadeurs en de cliëntenraden. JONG doet mee! is al samengesteld uit de jeugdraden vanuit verschillende instellingen. Daarmee werkt het wat de jeugd betreft al integraal. Wat de cliëntenraden in zijn algemeenheid betreft, heeft Den Haag de Cliëntenraad Sociaal Domein. Daarin zijn verschillende belangenbehartigers en cliëntenraden uit het brede sociale domein vertegenwoordigd: de deelraad Wmo, de deelraad Participatie en de deelraad Jeugd, waar JONG doet mee! in zit. Die verbinding is er dus. Mocht men behoefte hebben om dat ook nog met elkaar in een soort themaconferentie te delen, dan zullen wij zeker kijken of we daarbij kunnen helpen, maar die vraag heeft ons nooit bereikt. Volgens mij is de motie een beetje overbodig. Het probleem dat u schetst, wordt in ieder geval niet door ons herkend. Laat ik het zo zeggen.

Arjen Kapteijns (GroenLinks). Het is natuurlijk een beetje kip-ei. De vraag bereikt u niet, maar dat komt omdat de instellingen hier een duwtje in de rug bij kunnen gebruiken. Ik zou verwachten, ook gezien uw politieke achtergrond, dat u participatie en medezeggenschap bloedserieus neemt en daarbij ook voor de gemeente een actieve rol ziet. Daar vragen wij om. Als we afwachten of er een vraag komt en als die er niet komt, dan verandert er niks. Dit is echt een issue. We moeten de cliënten veel beter bij de zorg betrekken, want dan wordt de kwaliteit beter.

Wethouder Bruines (D66). Ik probeerde net uit te leggen dat er op alle mogelijke fronten cliëntenraden zijn die actief zijn en die ook samenwerken. Ik weet niet voor welk probleem uw vraag een oplossing is. Het college hecht zeer aan participatie, aan betrokkenheid en aan een goede informatiepositie van iedereen. Ik zou graag van u willen horen - misschien moeten we dat op een ander moment doen - hoe u erbij komt dat mensen nu verstoken zijn van alles, want dat is niet de indruk die het college heeft. Dat geluid heeft ons ook nooit bereikt, maar u blijkbaar wel. Ik hoor graag de informatie van u. Dan kijken we wat we daaraan kunnen doen, want ik ben het wel met u eens dat het belangrijk is. De motie 'organiseren participatieconferentie cliëntenraden' op L/7 gaat over hetzelfde. De cliëntenraden zijn al verenigd in de overkoepelende Cliëntenraad Sociaal Domein, dus ook deze motie wordt ontraden door het college. Dan de motie 'Diversiteit bij aanpak personeelstekort' op L/1 van de heer Okcuoglu. Dat is een motie die het college kan ondersteunen. Het is een beetje overbodig, want we hebben het er al vaak over gehad en het is onderdeel van het beleid, maar we hebben geen bezwaar. Dan zijn we bij de motie 'actieplan 1001 kritische dagen' op L/8 van de heer Grinwis over de vroegsignalering. Het is een zeer relevant onderwerp. Als u dat goedvindt, zou ik de motie zo willen interpreteren dat we even onderzoeken wat we nu weten en wat de behoefte en de noodzaak is en dat, als we een beeld hebben van de situatie en als er echt aanleiding is, we kijken of we tot een actieplan moeten komen. Als we het zo kunnen invullen, heeft het college geen bezwaar tegen overname van deze motie. Ten slotte de vraag van de heer Okcuoglu over de zwerfjongeren. Het is een zeer relevant onderwerp dat terugkomt in de jaarrapportages. We hebben het er in de commissie over gehad. In elke jaarrapportage rapporteren we over de stand van zaken van de zwerfjongeren. Dat zullen we in dit geval ook doen.

De voorzitter. Ik constateer dat er geen behoefte is aan een tweede termijn.

De beraadslaging wordt gesloten.

93

In stemming komt amendement L/A.

De voorzitter. De heer Küçük is niet aanwezig. Het amendement wordt verworpen met 14 tegen 25 stemmen.

In stemming komt motie L/1.

De voorzitter. Ik ga ervan uit dat de heer Küçük ook aan deze stemming niet deelneemt. De motie wordt aangenomen met 24 tegen 15 stemmen.

In stemming komt motie L/2.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 20 tegen 19 stemmen.

In stemming komt motie L/3.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 4 stemmen.

In stemming komt motie L/4

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 17 tegen 23 stemmen.

In stemming komt motie L/5.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 39 stemmen tegen 1 stem.

In stemming komt motie L/6.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 21 tegen 19 stemmen.

In stemming komt motie L/7.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 19 tegen 21 stemmen.

In stemming komt motie L/8.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 39 stemmen tegen 1 stem.

In stemming komt het voorstel.

De voorzitter. Het voorstel wordt aangenomen met algemene stemmen. Ik stel voor dat we tien minuutjes pauzeren tot 22.50 uur. Daarna hebben we nog een aantal ontzettend interessante onderwerpen, dus ik nodig u uit om daarna weer langs te komen.

Fatima Faïd (HSP). Voorzitter. Ik heb iets heel doms gedaan. Ik heb namelijk niet goed opgelet. Ik heb met mijn hele fractie bij amendement L/A tegengestemd, maar dat moest eigenlijk voor zijn. Ik heb gewoon niet goed opgelet. Ik dacht dat het wat anders, een motie was. Hij zweefde hier over de tafel, dus ik heb echt niet goed opgelet. Ik sta er ook zelf onder, dus het is een beetje gek.

De voorzitter. Ik zie zo'n zwevende motie nog wel voor me. Ja, het is wel een beetje gek. Ik weet de stemverhoudingen even niet uit mijn hoofd. Zouden die vier stemmen heel veel verschil gemaakt hebben?

Fatima Faïd (HSP). Ik denk het wel. Het zijn er vijf, mevrouw de voorzitter. Het zijn er vijf!

94

De voorzitter. Voor alle helderheid: ik ben slechts bezig met natte lappen. Ik zeg niet dat we nu gaan herstemmen, want al jullie ogen gaan er zo op. Ik zeg alleen tegen mevrouw Faïd: zou het uitgemaakt hebben? Ik had gehoopt dat zij zou zeggen: nou, niet echt heel erg veel, die vijf stemmen. Dan had ik haar een beetje kunnen troosten. Dat is het eigenlijk.

Fatima Faïd (HSP). Maar hier kunnen we niks aan doen?

De voorzitter. Ik ben bang van niet. Dan was het toch nog verworpen geweest, dus in die zin probeer ik de troostrijke gedachte aan u over te brengen.

Fatima Faïd (HSP). Dat lukt niet.

De voorzitter. Die kunnen we in de schorsing van tien minuten ook nog even kracht bijzetten.

Fatima Faïd (HSP). Dank u wel.

De vergadering wordt van 22.41 uur tot 22.58 uur geschorst.

- Afronding debat commissie

De voorzitter. De heer Dubbelaar staat er al helemaal voor, maar we gaan nog even vertellen hoe het ook alweer was. Dit is weer een apart agendapunt; een stuk of vijf komen er voorbij. Misschien vindt u het leuk om te weten hoe het ook alweer technisch zat. Hoe ging het allemaal? De fracties kunnen van tevoren in de commissievergadering hun punt aankondigen. De aanvrager krijgt het woord, zoals we zullen zien, en er wordt een motie ingediend. Er zijn geen beraadslagingen, er is geen sprekerslijst en interrupties zijn toegestaan. Dat is een beetje de volgorde der dingen. Mijnheer Dubbelaar, ik weet niet zo goed waarom u er staat, want ik dacht te beginnen met het OCC. Bent u dat? Ik had mevrouw Akhiat daarvoor. Maar mevrouw Akhiat voelt zich door de heer Dubbelaar vertegenwoordigd. De wereld is bijzonder!

Aisha Akhiat (SP). Ik heb begrepen dat Groep de Mos officieel de aanvrager is van dit debat, dus ik vind het op zich niet gek als hij als eerste gaat.

De voorzitter. Gaat u maar!

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Dames gaan voor.

De voorzitter. Ik vind alles goed, bijna alles.

Aan de orde is:

M. Ontwikkelingen OCC.

De beraadslaging wordt geopend.

Aisha Akhiat (SP). Voorzitter. Ik heb begrepen dat ik mij moet beperken tot het oplezen van een motie, dus dat ga ik dan maar doen. De gemeenteraad op 25 januari bijeen ter bespreking van de afronding van het spoeddebat van de commissie Ruimte van 28 december, constaterende dat de wethouder na de door Cadanz afgekondigde bouwstop van het OCC heeft besloten om de raad niet in te lichten over de toedracht hiervan, zodat de raadsleden het nieuws uit de media moesten vernemen en genoodzaakt waren om een spoeddebat aan te vragen; de wethouder gedurende het spoeddebat zijn radiostilte verklaarde door te wijzen op de afspraak met de raad dat de informatievoorziening omtrent het OCC enkel via de kwartaalrapportages verloopt, tenzij de kaders in gevaar komen; de wethouder een verdere

95 inhoudelijke reactie over het 'issue' binnen het DO afbouw ook pas in de eerstvolgende kwartaalrapportage wilde opnemen - die vandaag overigens binnenkwam - waardoor de commissie Ruimte zich genoodzaakt voelde om middels een punt van orde alsnog om de correspondentie tussen Cadanz en de gemeente te vragen; overwegende dat de huidige informatievoorzieningsregeling omtrent het OCC, waarbij de wethouder enkel wanneer de kaders in gevaar komen de gemeenteraad tussentijds moet informeren, niet voldoet aan de wens van de gemeenteraad om bij bijvoorbeeld een bouwstop inhoudelijk en met spoed door de wethouder geïnformeerd te worden; roept de wethouder op om samen met de gemeenteraad een nieuwe regeling op te stellen met betrekking tot de tussentijdse informatievoorziening omtrent het OCC. Hierin wordt in ieder geval opgenomen dat de gemeenteraad niet alleen wanneer de kaders in gevaar komen, maar ook bij geschillen met de bouwer en bij tijdsoverschrijding inhoudelijk en met spoed wordt geïnformeerd. Deze motie is meeondertekend door de Groep Okcuoglu, GroenLinks, de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie/SGP, Groep de Mos/Ouderen Partij, de Islam Democraten en de Groep Brands.

De voorzitter. Door mevrouw Akhiat, daartoe gesteund door de heer Okcuoglu, de heer Kapteijns, mevrouw Teunissen, de heer Grinwis, de heer Dubbelaar, de heer Küçük en de heer Brands, wordt de volgende motie (M/1) ingediend:

Motie M/1

De gemeenteraad op 25 januari bijeen ter bespreking van de afronding van het spoeddebat van de commissie ruimte van 28 december.

Constaterende dat: - de wethouder na de door Cadanz afgekondigde bouwstop van het OCC heeft besloten om de raad niet in te lichten over de toedracht hiervan, zodat de raadsleden het nieuws uit de media moesten vernemen en genoodzaakt waren om een spoeddebat aan te vragen; - de wethouder gedurende het spoeddebat zijn radiostilte verklaarde door te wijzen op de afspraak met de raad dat de informatievoorziening omtrent het OCC enkel via de kwartaalrapportages verloopt, tenzij de kaders in gevaar komen; - de wethouder een verdere inhoudelijke reactie over het ‘’issue’’ binnen het DO-afbouw ook pas in de eerstvolgende kwartaalrapportage wilde opnemen, waardoor de commissie Ruimte zich genoodzaakt voelde om middels een punt van orde alsnog om de correspondentie tussen Cadanz en de gemeente te vragen.

Overwegende dat: - de huidige informatievoorzieningsregeling omtrent het OCC, waarbij de wethouder enkel wanneer de kaders in gevaar komen de gemeenteraad tussentijds moet informeren, niet voldoet aan de wens van de gemeenteraad om bij bijvoorbeeld een bouwstop inhoudelijk en met spoed door de wethouder geïnformeerd te worden.

Roept de wethouder op om samen met de gemeenteraad een nieuwe regeling op te stellen m.b.t. de tussentijdse informatievoorziening omtrent het OCC. Hierin wordt in ieder geval opgenomen dat de gemeenteraad niet alleen wanneer de kaders in gevaar komen, maar ook bij geschillen met de bouwer en bij tijdsoverschrijding inhoudelijk en met spoed wordt geïnformeerd.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Ik heb ook een motie voorbereid naar aanleiding van het commissiedebat. Mijn motie heet 'Spuiforum-wethouder Wijsmuller vervangen'. Moet ik de hele motie voorlezen? O, alleen het dictum. Ik verzoek het college om een andere wethouder eindverantwoordelijk te maken voor het OCC/Spuiforum tot een nieuw college aantreedt.

96

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar wordt de volgende motie (M/2) ingediend:

Motie M/2

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter afronding van het extra debat in de commissie Ruimte over de ontwikkelingen omtrent het OCC.

Constaterende dat: • de bouw van het OCC / Spuiforum heeft stilgelegen vanwege een ‘issue’ met de bouwer over meerkosten; • Joris Wijsmuller eerder onder curatele heeft gestaan en toen burgemeester Jozias van Aartsen en collega-wethouder Ingrid van Engelshoven (D66) naast zich moest dulden bij het megaproject.

Overwegende dat: • de ruimtelijke kaders van het cultuurpaleis vast liggen sinds 7 november 2014.

Verzoekt het college: • om een andere wethouder eindverantwoordelijk te maken voor het OCC / Spuiforum tot een nieuw college aantreedt.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Zijn er nog anderen die een motie willen indienen? Nee? Dan is het woord aan het college voor een reactie.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Wij hebben inderdaad op 28 december een debat gehad naar aanleiding van een gerezen issue. Het college heeft destijds ervoor gekozen om eerst het issue op te lossen en dat is gelukt. Daarover bent u inmiddels geïnformeerd, ook middels de kwartaalrapportage. Zoals ik in de commissie al heb aangegeven naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Nieuwenhoven, was het misschien gepast geweest om dat in een kort briefje van twee zinnen te melden. Maar goed, we hebben de discussie gevoerd. Het belangrijkste is dat het issue is opgelost en we hebben u daarover gerapporteerd. Het college ontraadt de motie op M/1.

Aisha Akhiat (SP). Is de wethouder ervan op de hoogte dat wij nog steeds niet weten wat dat issue precies inhield, dat de brief daarover weliswaar vertrouwelijk ter inzage heeft gelegen, maar dat de bijlagen daarbij ontbraken zodat we nog niks weten?

Wethouder Wijsmuller (HSP). Ik wees erop dat u inmiddels ook via de kwartaalrapportage daarover bent geïnformeerd. Misschien heeft u die nog niet gezien. Ik vermoed dat die gisteren bij uw raad is gekomen. In ieder geval bent u daarover geïnformeerd.

Aisha Akhiat (SP). Die kwam net vlak voor de vergadering binnen. Die heb ik inderdaad nog niet gelezen.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Dat kan ik mij voorstellen. Ik raad u aan dat te doen. Dan de motie 'Spuiforum-wethouder vervangen' op M/2. Volgens mij is dat al enige jaren geleden gebeurd. Maar zonder gekkigheid: het college ontraadt ook die motie.

De voorzitter. Ik vond die laatste wel spits, moet ik eerlijk zeggen. We gaan stemmen.

97

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie M/1.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 16 tegen 24 stemmen.

In stemming komt motie M/2.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 6 tegen 34 stemmen.

Aan de orde is:

N. Brief wethouder SWDC over Voortgangsbericht statushouders (RIS298413).

De beraadslaging wordt geopend.

Willie Dille (PVV). Voorzitter. Omdat het college nog steeds geen last heeft van voortschrijdend inzicht, dien ik de volgende motie volgens mij voor de tiende keer in, met als dictum: verzoekt het college de zichzelf opgelegde huisvestingsopgave van 700 extra statushouders boven op de wettelijke taakstelling per direct te schrappen in het belang van Den Haag en haar bewoners. Dit keer niet meeondertekend door Groep de Mos, want die wil af van het PVV-frame zo vlak voor de verkiezingen, en ook niet door de VVD, want die heeft in de commissie een grote mond en in de raad is het een mak lammetje.

De voorzitter. Door mevrouw Dille wordt de volgende motie (N/1) ingediend:

Motie N/1

De gemeenteraad van Den Haag op 25 januari 2018 in vergadering bijeen ter afronding van het commissiedebat over ‘Brief wethouder SWDC over Voortgangsbericht statushouders’ (RIS298413).

Constaterende dat: - het Haagse college van VVD, CDA, D66, HSP en PvdA in 2015 heeft besloten om 700 extra statushouders te huisvesten bovenop de wettelijke taakstelling i.v.m. de komst van grote aantallen gelukszoekers naar Nederland: de asieltsunami; - de instroom van asielzoekers t.o.v. het topjaar 2015 inmiddels is afgenomen.

Overwegende dat: - het college in de periode 2016/2017 reeds 2.160 statushouders in Den Haag gehuisvest heeft; - het college voor 2018 uitgaat van een wettelijke taakstelling van nog eens 636 statushouders die in onze stad gehuisvest moeten worden; - de huisvesting van deze grote aantallen statushouders in Haagse wijken ongewenste en onacceptabele negatieve consequenties zal hebben op de veiligheid, leefbaarheid en sociale voorzieningen van onze mooie stad; - er onder de inwoners van Den Haag geen draagvlak is voor deze plannen; - de enorme wettelijke taakstelling van de afgelopen jaren een kritische heroverweging noodzakelijk maakt van het besluit van het college om daar bovenop vrijwillig nog eens 700 extra statushouders te huisvesten in onze stad.

Verzoekt het college: - de zichzelf opgelegde huisvestingsopgave van 700 extra statushouders bovenop de wettelijke taakstelling per direct te schrappen in het belang van Den Haag en haar inwoners.

98

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Zijn er anderen die moties hebben die ingediend moeten worden? Nee? Dan gaan we stemmen … Wacht even, er is nog iemand die moties wil indienen en daarna doen we ook nog de wethouder. Is er daarna nog iemand die een motie wil indienen op dit onderwerp? Dan gaan we daarna de wethouder vragen om een reactie.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Ik heb ook een motie op dit onderwerp over het schrappen van de 700 extra statushouders, met als dictum: constaterende dat de coalitie van VVD, CDA, D66, Haagse Stadspartij en de Partij van de Arbeid in 2018 haar ambitie handhaaft om boven op de wettelijke taakstelling 700 extra statushouders te huisvesten; verzoekt het college per direct af te zien van de ambitie om boven op de wettelijke taakstelling 700 extra statushouders te huisvesten.

De voorzitter. Daar heb ik een aantal interrupties over.

Frans de Graaf (VVD). Heb ik de heer Dubbelaar goed verstaan dat hij wel statushouders wil huisvesten, maar alleen de wettelijke taakstelling?

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Dat heeft u goed verstaan. Ik begrijp de vraag niet, maar die gaat nu komen.

Frans de Graaf (VVD). Mijn vraag aan de heer Dubbelaar is waar hij die statushouders dan zou willen huisvesten. Bij iedere grote locatie dient hij een motie in om daarvan af te zien. Hij heeft ook al tig keer een motie ingediend om statushouders geen voorrangsverklaring te geven voor een sociale huurwoning. Groep de Mos wil statushouders huisvesten. Waar wilt u ze gaan huisvesten?

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Als de heer De Graaf van de VVD een beetje opgelet had: Groep de Mos heeft eerder verkondigd dat wij eigenlijk vinden dat de wettelijke taakstelling verlaagd zou moeten worden en dat wij de wethouder hebben verzocht om de minister te vragen om een verlaging van de wettelijke taakstelling.

De voorzitter. Ik hoor dat er heel veel mensen zijn die er zo nog een lusten. Dat is fijn, want we zijn nog lang niet klaar. Dus ze lusten er nog wel een. Mijnheer De Graaf, ten lesten male.

Frans de Graaf (VVD). Zeker, voorzitter. Dat is mij bekend, maar we hebben nu die wettelijke taakstelling. U wilt eraan voldoen, maar u stemt consequent tegen iedere locatie en tegen de voorrangsverklaring voor een sociale huurwoning. Ik vraag het u dus nogmaals. Groep de Mos wil statushouders huisvesten. Waar wilt u ze huisvesten?

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Wij willen dat zo verspreid mogelijk over de stad.

(Hilariteit)

De voorzitter. Dat is ook een antwoord. Mevrouw Dille heeft ook nog een vraag, een opmerking of een interruptie.

Willie Dille (PVV). Ik ben een heel klein beetje teleurgesteld, want we hebben op dit dossier zo prachtig samengewerkt. Groep de Mos heeft de afgelopen vijf moties over het schrappen van de 700 statushouders ondertekend en nu plotsklaps niet. Waarom doet u mij dit aan?

99

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Ik moet helaas constateren dat mevrouw Dille ook niet onder mijn motie staat.

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar, daartoe gesteund door de heer Brands, wordt de volgende motie (N/2) ingediend:

Motie N/2

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de brief van wethouder Wijsmuller (SWDC) over Voortgangsbericht statushouders (RIS298413).

Constaterende dat: • de coalitie (VVD, CDA, D66, Haagse Stadspartij en de PvdA) in 2018 haar ambitie handhaaft om bovenop deze wettelijke taakstelling 700 extra statushouders te huisvesten; • de gemeente Den Haag een verwachte reguliere wettelijke taakstelling heeft in 2018 voor de huisvesting van 636 statushouders.

Overwegende dat: • de veiligheid en leefbaarheid in Den Haag onder druk staan vanwege grootstedelijke problematiek; • het aantal kinderen dat in de bijstand leeft van alle grote gemeenten in Nederland het meest gestegen is in Den Haag, blijkt uit het gepubliceerde Jaarrapport Jeugdmonitor (november 2015) dat het CBS in opdracht van het Ministerie van VWS heeft samengesteld; • het aantal uitkeringsgerechtigden in Den Haag blijft groeien; • uit cijfers van het CBS (februari 2016) blijkt dat Den Haag in de top drie staat van meeste werklozen.

Van mening dat: • bestaande problemen eerst opgelost moeten worden.

Verzoekt het college: • per direct af te zien van de ambitie om - bovenop de wettelijke taakstelling - 700 extra statushouders te huisvesten.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Ik voel toch wel enigszins met mevrouw Dille mee, want het zijn inderdaad twee moties met precies dezelfde strekking. Ik raad Groep de Mos en de PVV dus aan om gewoon innig samen te werken. Mevrouw Dille had ook gelijk toen zij aangaf dat moties met een dergelijke strekking al veelvuldig in het verleden zijn ingediend. U kent het antwoord van het college. Het college ontraadt deze motie en dat geldt ook voor precies dezelfde motie van Groep de Mos.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie N/1.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 4 tegen 36 stemmen.

In stemming komt motie N/2.

100

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 8 tegen 32 stemmen. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Wij hebben tegen de motie van de PVV gestemd, ondanks dat wij op dit onderwerp dezelfde ambitie hebben over die extra statushouders. Maar Groep de Mos is Groep de Mos en het taalgebruik van de PVV is niet dat van Groep de Mos.

Aisha Akhiat (SP). De SP heeft tegen beide moties gestemd, hoewel wij wel vinden dat als het niet meer nodig is, je je niet per se in allerlei bochten hoeft te wringen om die 700 extra mensen boven op de wettelijke taakstelling naar Den Haag te halen. Inderdaad, wij staan niet achter taalgebruik als 'asieltsunami', maar dat geldt eigenlijk ook voor de motie van Groep de Mos.

Aan de orde is:

O. Soepbus.

De beraadslaging wordt geopend.

Lex Kraft van Ermel (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Als vervolg op onze vragen over dit onderwerp in december en de commissiebehandeling in dezelfde maand dien ik de motie 'structurele steun Soepbus' in met als dictum: verzoekt het college maatregelen te nemen om de Soepbus een structurele en financieel onafhankelijke plaats te geven bij het beleid daklozen te ondersteunen en de financiën intern te vinden.

De voorzitter. Door de heer Kraft van Ermel, daartoe gesteund door mevrouw Faïd en de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (O/1) ingediend:

Motie O/1

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018, ter bespreking van de Soepbus.

Constaterende dat:  de Kessler Stichting 70.000 euro tekort komt om de Soepbus te laten voortbestaan;  deze winter de Soepbus is gered door giften.

Overwegende dat:  elk jaar weer verwoede pogingen worden gedaan om d.m.v. giften dat tekort aan te zuiveren;  de Soepbus een ‘vooruitgeschoven post’ van een straatteam is door de signaleringsfunctie;  in een stad van Vrede en Recht het niet past dat daklozen afhankelijk zijn van giften;  de Soepbus een laagdrempelige voorziening is en toegankelijk is voor alle daklozen.

Van mening zijnde dat:  de alternatieve maaltijdvoorzieningen die het college aangeeft in de beantwoording van de vragen van mijn fractie (RIS298719) niet als laagdrempelig worden ervaren;  daklozen zonder voorwaarden aan hun basisbehoeften moeten worden voorzien.

Verzoekt het college:  maatregelen te nemen om de Soepbus een structurele en financieel onafhankelijke plaats te geven bij het beleid en daklozen te ondersteunen;

101

 de financiën intern te vinden.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Voorzitter. De Soepbus is een mooi voertuig en instrument dat we graag in Den Haag willen houden en waarvoor de financiën bijeen worden gebracht door een mooi staaltje Haagse Kracht samen met de overheid. Alleen, aan de jaarlijkse tombola en onzekerheid rondom het voortbestaan van de Soepbus wil mijn fractie graag een eind maken, zonder dat we die Haagse Kracht willen uitschakelen. Daarom dien ik de volgende motie die ik deels voorlees: constaterende dat het voortbestaan van de Haagse Soepbus dit jaar weer onzeker was, constaterende dat naar aanleiding van publiciteit daarover een hausse aan giften is binnengekomen bij de Kessler Stichting en dat de Soepbus daardoor heel dit jaar weer kan rijden, van mening dat de financiering van de Soepbus een mooie combinatie is van overheidssteun en Haagse Kracht maar het ongewenst is als het voortbestaan van de Haagse Soepbus jaarlijks in het geding komt, verzoekt het college de Kessler Stichting bij te staan in het verkrijgen van genoeg giften zodat het voortbestaan van de Soepbus verzekerd is. Deze motie dien ik in samen met de collega's Balster en Rogier.

De voorzitter. Door de heer Grinwis, daartoe gesteund door de heer Balster en de heer Rogier, wordt de volgende motie (O/2) ingediend:

Motie O/2

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de Soepbus, constaterende dat de Soepbus € 120.000,- per jaar kost, dat daarvan € 50.000,- van de gemeente komt middels een subsidie en € 70.000,- via giften uit de samenleving; constaterende dat het voortbestaan van de Haagse Soepbus dit jaar weer onzeker was; constaterende dat naar aanleiding van publiciteit daarover een hausse aan giften is binnengekomen bij de Kessler Stichting en dat de Soepbus daardoor heel dit jaar weer kan rijden; van mening dat de financiering van de Soepbus een mooie combinatie is van overheidssteun en Haagse kracht, maar dat het ongewenst is als het voortbestaan van de Haagse Soepbus jaarlijks in het geding komt; verzoekt het college de Kessler Stichting bij te staan in het verkrijgen van genoeg giften, zodat het voortbestaan van de Soepbus verzekerd is, en gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Voorzitter. Het was eigenlijk de bedoeling dat ik vandaag alleen een speech zou houden en geen motie zou indienen omdat ik vooraf dit agendapunt al met de wethouder heb besproken waardoor een motie overbodig was. Ik hoorde de voorzitter al zeggen dat het vandaag niet mogelijk is om het woord te voeren als je geen motie hebt. Dus moet ik die motie toch indienen. Recentelijk heeft de Rekenkamer een kritisch onderzoeksrapport gepubliceerd. De Rekenkamer concludeert dat Den Haag daklozen onvoldoende …

102

De voorzitter. Mijnheer Küçük, even voor de helderheid: u had het bijna helemaal goed toen u zei dat u een motie moet indienen, maar het mooie is dat u ook geen verhandelingen mag houden. Dus het dictum van de motie is het zo ongeveer. De rest gaat dan gewoon het raam uit.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Oké, dat is ook goed. Even kijken, hoeveel minuten heb ik nog?

De voorzitter. Het gaat dan niet zozeer om de minuten. Het gaat om het dictum en klaar is het.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Oké. In de motie verzoeken we het college om in gesprek te treden met de Kessler Stichting om te onderzoeken op welke wijze het voedselaanbod van de Soepbus aangepast kan worden zodat daklozen zelf kunnen kiezen uit vegetarische, koosjere of halalsoep of andere maaltijden en de raad hierover te informeren. We hadden eigenlijk nog een ander voorstel maar dat konden we niet inbedden in een motie.

De voorzitter. Het leven is hard en meedogenloos. Dat is het dan.

Hasan Küçük (Islam Democraten). Jeetje, zeg.

De voorzitter. Door de heer Küçük wordt de volgende motie (O/3) ingediend:

Motie O/3

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op donderdag 25 januari 2018 ter bespreking van de Soepbus (agendapunt N).

Constaterende dat: - Sinds 2011 subsidie niet meer gegarandeerd is en het elk jaar weer spannend is of de Soepbus kan blijven bestaan. Aan de gewone Hagenaar ligt het niet. Keer op keer waren het de burgers die de Soepbus van de ondergang wisten te redden. De gemeente subsidieert nu 50.000 euro. De overige 70.000 euro komt uit giften en fondsen. Hoewel minder dan de helft, is de gemeentelijke subsidie van levensbelang voor de soepbus; - de Soepbus er is voor mensen die door botte pech of eigen fouten geen keuken of geld meer hebben. Voor iedereen in nood is er, alle dagen van het jaar, een beker warme soep uit de Soepbus van de Kessler Stichting; - daklozen bij de Soepbus op dit moment niet de mogelijkheid hebben zelf te kiezen welke voedsel of soep ze krijgen; - de Kessler Stichting op dit moment geen rekening houdt met de culturele of religieuze achtergrond van daklozen.

Overwegende dat: - het het absolute minimum is, maar een dagelijkse mok goedgevulde soep, een paar boterhammen en een appel een mens door zware tijden kan sleuren; - het niet past bij een stad als Den Haag dat de Soepbus jaarlijks donaties bij elkaar moet schrapen; - het het college zou sieren als zij permanent het voortbestaan van de Soepbus zou garanderen; - dat in onze superdiverse en multireligieuze stad zelfs daklozen de mogelijkheid dienen te hebben om zelf te kiezen wat voor voedsel zij eten; - gezien de diversiteit binnen onze stad het wenselijk is dat de Soepbus vegetarisch-, koosjer- of halalvoedsel standaard aanbiedt aan daklozen.

Verzoekt het college in gesprek te treden met de Kessler Stichting of te onderzoeken op welke wijze het voedselaanbod van de Soepbus aangepast kan worden zodat daklozen zelfstandig kunnen kiezen uit een vegetarische, koosjere of halalsoep (of andere maaltijden) en de raad hierover te informeren.

103

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. We spreken vanavond eindelijk in deze raad over de Soepbus, een onderwerp dat de afgelopen weken veelvuldig in de media besproken is. Ik denk dat niemand in deze raad, van links tot rechts, en ook niemand in de stad betwist dat mensen die dakloos zijn goed opgevangen moeten worden. Het is een ingewikkeld onderwerp. Het betreft een heel grote keten waar heel veel partijen bij betrokken zijn. De twee belangrijkste uitdagingen voor deze keten zijn de instroom in daklozenopvang die de afgelopen jaren enorm is toegenomen als gevolg van bezuinigingen op de ggz, en de uitstroom naar woonvoorzieningen. Wat is dan de plaats van de Soepbus in dit geheel? Het uitgangspunt van het college is heel duidelijk: we willen geen buitenslapers in Den Haag hebben. Uiteraard is dat niet helemaal te voorkomen omdat sommige mensen er zelf voor kiezen maar het uitgangspunt is om mensen onderdak te krijgen en ze daarin ook goed te begeleiden. Daar hebben we heel veel middelen voor. Verreweg het belangrijkste zijn daarbij de partners op straat, zoals de politie, de GGD, de hulpverlening, het Straatpastoraat maar ook de boswachters in bijvoorbeeld het Haagse Bos. Zij zijn de ogen en oren op straat en zij signaleren in de praktijk dakloosheid en zorgen dat de GGD en Parnassia in actie komen. In 2014 hebben we met de Kessler Stichting een heel fundamentele discussie gevoerd over de positie, het nut en de noodzaak van de Soepbus. Daarbij hebben we ons de vraag gesteld of de Soepbus actief leidt naar de opvangvoorzieningen of dat die de mensen in staat stelt om langer op straat te kunnen verblijven. Het vorige college kwam samen met de Kessler Stichting tot de conclusie dat het hoofdstreven van de voorzieningen altijd moet zijn om mensen naar de opvang te leiden. De tweede conclusie die we met de Kessler Stichting toen getrokken hebben, is dat een maaltijdvoorziening in de vorm van de Soepbus uit humaan oogpunt altijd noodzakelijk blijft maar wel beperkt en bescheiden moet blijven om de doelgroep niet blijvend op straat te houden. Daarom heeft de gemeente destijds gekozen voor de constructie zoals die nu nog geldt. Jaarlijks vraagt de Kessler Stichting € 50.000 aan als subsidie en haalt ze vervolgens het overige budget binnen via fondsenwerving. Zo gaat het inmiddels een aantal jaren achtereen. Dat loopt volgens de Kessler Stichting ook heel goed. Samenvattend: de maatschappelijke opvang is een van de meest complexe sectoren in onze stad. Die sector staat enorm onder druk vanwege de bezuinigingen de afgelopen jaren, vanwege het feit dat er veel minder plaatsen zijn in de psychiatrie en vanwege het beschikbare aanbod van woonruimte bij de corporaties. Onze inzet moet altijd blijven om de mensen van de straat te halen en ervoor te zorgen dat ze een goed onderdak hebben. Niemand hoeft in Den Haag op straat te slapen. De heer Küçük van de Islam Democraten heeft gevraagd of er ook halalmaaltijden en vegetarische maaltijden worden aangeboden. Ik kan zeggen dat dit het geval is. Die maaltijden worden aangeboden. De heer Küçük heeft gevraagd of daaraan nog meer bekendheid kan worden gegeven. Ik ben bereid om dat door te geven. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal er ook actie op ondernomen worden.

Fatima Faïd (HSP). Ik hoor de wethouder nu al een paar keer zeggen dat niemand op straat slaapt en dat de Soepbus vooral bedoeld is om daklozen ergens naar toe te leiden. We hebben net een rapport van de Rekenkamer gekregen. Het gegeven is dat het op dit moment helemaal niet zo lekker loopt en dat we hier heel veel aan wensdenken doen. De Soepbus is een heel laagdrempelige voorziening. Er zijn heel veel mensen die wel op straat slapen en er zijn ook heel veel mensen die sinds kort op straat slapen. Ik vind het prima dat de Kessler Stichting en weet ik wie allemaal gezellig bedenken wat er goed is voor die mensen, maar ik denk dat onze prioriteit er nu op gericht moet zijn dat mensen gewoon kunnen eten en een kopje soep kunnen krijgen. Wat is volgens de wethouder nou precies het probleem om dit als gemeente niet samen met de organisaties te regelen? Het gaat namelijk niet om heel veel geld.

Wethouder Klein (CDA). Wat is het probleem? Die vraag heb ik mij de afgelopen weken ook gesteld want er is geen probleem. De Kessler Stichting heeft net als in de afgelopen jaren het geld dat ze extra nodig heeft, reeds opgehaald. Hoewel ze mij dat nog nooit gevraagd heeft, heb ik de Kessler Stichting wel aangeboden om haar het komend jaar, eigenlijk al in december wanneer ze tegen problemen aanloopt, te helpen met fondsenwerving. Dat aanbod heeft de Kessler Stichting in dankbaarheid aangenomen. Ik kan u zeggen dat we volgend jaar de Kessler Stichting zullen helpen om er bekendheid aan te geven en ervoor te zorgen dat het geld binnenkomt. Daarbij hebben we ook

104 benadrukt dat de Haagse Kracht een rol mag spelen. Ik zou namelijk niet weten waarom de gemeente dit geheel alleen zou moeten doen. We geven een grote basissubsidie van € 50.000. Het overige bedrag kunnen we met andere partijen ophalen. Het leidt niet tot problemen. De Kessler Stichting heeft de afgelopen jaren gekregen wat ze gevraagd heeft. Naar aanleiding van de berichtgeving de afgelopen weken heb ik met de Kessler Stichting gesproken en haar gevraagd of zij onze ondersteuning willen, waarop het antwoord ja was. Dus ik zie het probleem niet en voor volgend jaar zeker niet.

Fatima Faïd (HSP). Met alle respect voor de Kessler Stichting maar in zijn rapport is de Rekenkamer vrij kritisch over de organisaties die iets moeten doen in deze stad voor de dak- en thuislozen. Misschien moet de wethouder in plaats van steeds maar met organisaties die de hele tijd roepen dat het allemaal goed gaat, terwijl uit onderzoek blijkt dat dit niet zo is …

De voorzitter. Mevrouw Faïd, we maken er nu niet een soort debat van.

Fatima Faïd (HSP). Als de wethouder heel uitgebreid zijn punt mag maken, dan lijkt het mij toch dat de raad er ook iets van mag vinden.

De voorzitter. Dat mag allemaal, maar ik heb u een tijdje laten gaan en ik heb de wethouder een tijdje laten gaan en nu zijn jullie ongeveer 'equal'.

Fatima Faïd (HSP). Oké. De wethouder richt zich heel erg op de organisaties en ik wil eigenlijk weten wanneer hij gaat praten met de mensen over wie het gaat.

De voorzitter. De wethouder, en dan ook een beetje kort.

Wethouder Klein (CDA). Ik praat met heel veel mensen in deze stad. Ik begrijp deze vraag dan ook niet. Die moet u mij misschien op een ander moment een keer stellen, ook aan de Rekenkamer die met bepaalde mensen wel praat en met bepaalde mensen niet, maar dat debat gaan we nu niet voeren. Excuus, voorzitter, ik laat mij hiertoe verleiden, maar ik denk dat het belangrijk is om nu op de moties in te gaan. Motie O/1 van de Groep de Mos vraagt om maatregelen te nemen om de Soepbus een structurele en financieel onafhankelijke plaats te geven bij het beleid daklozen te ondersteunen en de financiën intern te vinden. Als ik de motie zo mag lezen dat we de basissubsidie van € 50.000 die we de afgelopen jaren hebben gegeven, voortzetten - ik kan bij dezen toezeggen dat we dat de komende jaren voortzetten want daar zie ik mogelijkheden voor - dan is dat de structurele subsidie die geborgd is. Daarbovenop vraagt de motie maatregelen te nemen om de Soepbus te ondersteunen en ervoor te zorgen dat die in stand blijft, terwijl de heer Grinwis dat in zijn motie nog wat explicieter verwoordt, in de zin dat hij daarin het college verzoekt om de Kessler Stichting bij te staan. Nou, dat wil ik doen. Ik heb ook al met de Kessler Stichting afgesproken dat ik graag mijn netwerk als stadsbestuurder, als wethouder van Economische Zaken in wil zetten om met de vele bedrijven die nu een bijdrage leveren de komende jaren nog actiever te zijn, zodat alle commotie zoals die nu in de media dreigde en die eerlijk gezegd ook wel een kleine beetje meevalt - we hebben dat elk jaar tot nu toe gezien maar liever heb ik dat natuurlijk niet - voorkomen kan worden. Als ik de motie van de Groep de Mos zo mag interpreteren, zou ik daarmee kunnen leven. Dat geldt natuurlijk ook voor de oproep van de ChristenUnie.

Lex Kraft van Ermel (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Betekent dit dan dat het voortbestaan van de Soepbus is gegarandeerd?

Wethouder Klein (CDA). Die toezegging durf ik wel te doen. Het is de afgelopen jaren gelukt en ik zie geen enkele aanwijzing waarom dat de komende jaren niet zou lukken. Sterker nog, ik durf mijn vertrouwen daarin ook neer te leggen hier. U mag mij erop afrekenen dat ik mij daarvoor inzet en dat ik mij er hard voor maak. Dus ik durf die toezegging wel te doen.

De voorzitter. Volgens mij wordt iedereen daar heel gelukkig van.

105

Karen Gerbrands (PVV). Nou mevrouw Gerbrands wordt daar niet zo gelukkig van, want de motie van Groep de Mos roept op de financiën intern te vinden. Ik lees de motie zo dat het om die € 70.000 extra gaat. Als de wethouder dat dus nu toezegt, dan ben ik daar geen voorstander van.

Wethouder Klein (CDA). Er staat een constatering in en ik richt mij op het dictum en daarin staat het bedrag van € 70.000 niet. Ik vraag de heer Kraft van Ermel om mijn interpretatie te accepteren dat we maatregelen nemen om tot een structurele en financieel onafhankelijke positie te komen, dat we de basissubsidie van € 50.000 de komende jaren blijven geven - dat is dan die structurele, financiële dekking die we intern organiseren met de gemeentebegroting - en dat ik wat betreft het bedrag dat de Kessler Stichting nu via crowdfunding of sponsoring binnenhaalt, te weten de € 70.000 - wellicht stijgt dat nog wel in de toekomst - de inspanningsverplichting heb en ik ook eigenlijk ook wel beloof dat wij dat samen met de Kessler Stichting zullen blijven gaan ophalen. Bij dat laatste bedrag gaat het dus niet om gemeentegeld. Op basis van Haagse Kracht willen we er met partijen in de stad voor zorgen dat dit geld er uiteindelijk ook komt zodat het totaalbedrag voldoende is om de Soepbus in stand te houden. Dat is een afspraak waar de Kessler Stichting heel goed mee kan leven. Dat is ook wat ik hier heel graag wil toezeggen.

Karen Gerbrands (PVV). Met die uitleg kan ik heel goed leven maar de motie begint met de constatering dat de Kessler Stichting € 70.000 tekortkomt. Er staat toch ook echt in de motie: verzoekt het college de financiën intern te vinden. Ik vind het heel raar dat er dan wordt gezegd: ik kan ermee leven. Ik vind dat echt heel wonderlijk. Als deze motie wordt aangenomen, staat er dus dat het tekort intern gefinancierd moet worden.

Wethouder Klein (CDA). Ik heb hier mijn interpretatie gegeven van het verzoek. In dat verzoek staat geen bedrag genoemd. Er staat: verzoekt het college maatregelen te nemen. Ik heb uitgelegd wat die maatregelen zijn en dat de financiën de basissubsidie van € 50.000 betreffen en dat we die jaarlijks voortzetten. Daarbovenop is er dan het bedrag ten aanzien waarvan we de Kessler Stichting gaan helpen via genoemde maatregelen, maar dat heeft financieel en begrotingstechnisch geen consequenties voor de gemeente.

Karen Gerbrands (PVV). Dan moet toch echt het woord 'intern' eruit, want het college wordt verzocht de financiën intern te vinden. Dus dat is bij het college. Ik vind het heel raar dat de wethouder zegt dat hij deze motie kan ondersteunen. Als dat woordje 'intern' er niet uit gaat, kan het gewoon niet wat de wethouder zegt.

Lex Kraft van Ermel (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). De wethouder interpreteert het zoals hij zojuist heeft aangegeven. Daarop heb ik gevraagd of dit betekent dat het voorbestaan van de Soepbus is gegarandeerd. Daarop antwoordde de wethouder met ja. Ik vat nu even zijn antwoord samen. Dat betekent dus dat als er geen financiering wordt gevonden naast die € 50.000 die de wethouder al toegezegd heeft, het college wel bijspringt. Is dat juist?

Wethouder Klein (CDA). Nee, ik heb het anders gezegd. Ik heb gezegd dat het voortbestaan van de Soepbus voor mij niet ter discussie staat en dat ik ook geen gevaar zie dat die verdwijnt. Die € 50.000 per jaar wil ik meerjarig blijven garanderen. Daar hebben we alle ruimte voor. Wat betreft het meerbedrag dat ervoor nodig is, heb ik met de Kessler Stichting afgesproken dat we dat op basis van Haagse Kracht willen doen. Nieuw aan deze discussie is wel dat ik met de Kessler Stichting heb afgesproken dat ik het aanbod doe om hen daarbij te helpen, zodat we niet aan het eind van het jaar weer allerlei krantenartikelen krijgen op basis waarvan mensen denken dat de Soepbus zal verdwijnen en ze dan in een keer gaan storten. Het gaat erom dat we dat iets meer van tevoren gaan regelen en dat ik de Kessler Stichting daarbij help, waardoor we dit soort verrassingen niet meer hebben. Dus de insteek is Haagse Kracht. Laat ik heel expliciet zijn: dit hoeft niet 100% bij de gemeente te liggen en die € 50.000 garanderen we. Als ik nu zou zeggen dat we alles gaan betalen, is het wel moeilijk om naar de markt te gaan, omdat iedereen dan denkt: de gemeente gaat toch bijspringen. Dus laten we proberen elkaar goed te begrijpen. Die € 50.000 garanderen we en waar het gaat om die € 70.000 ga ik

106 ze er bij helpen. Ik heb er alle vertrouwen en ik hoop dat u dat ook heeft. Als ik dat heb en de Kessler Stichting heeft dat, dan denk ik eigenlijk: waar hebben we het nog over? Zij hebben die ervaring om dat te doen. Met de hulp van de gemeente erbij gaat het mijns inziens absoluut lukken.

Lex Kraft van Ermel (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). De wethouder zegt dat hij er alle vertrouwen in heeft dat het door sponsoring en dergelijke lukt om die extra € 70.000 binnen te halen. Als ik dan vraag of, wanneer dat om welke reden niet lukt, de wethouder dan bij gaat leggen, dan kan hij toch zeggen: ja, dan leg ik bij? Hij heeft er toch alle vertrouwen in dat het zal lukken?

Wethouder Klein (CDA). U dwingt mij tot een uitspraak in de zin van als-dan. U merkt dat ik dat op die manier niet wil doen, omdat anders het principe van Haagse Kracht weg is. Dan kunt u allemaal denken van 'wat flink', maar ik denk dat u heel goed begrijpt waarom ik het op deze manier formuleer. Het is geheel aan u om daarin mee te gaan of niet. Ik leg het oordeel echt bij u neer. Ik zou het heel jammer vinden want volgens mij hebben we hier een heel positieve uitkomst met de Kessler Stichting te pakken en gaat het ons volgend jaar ook lukken op basis van Haagse Kracht, waarbij je niet alles voor de volle honderd procent bij de gemeente neerlegt. Ik zou het jammer vinden als het anders geïnterpreteerd zou worden, want ik denk dat we een heel mooie oplossing gevonden hebben op deze manier. De werkelijkheid is dat de partijen die het moeten doen het erover eens zijn. Ik weet ook zeker dat het volgend jaar goed komt. De Kessler Stichting heeft in haar column al geschreven wat ze ervan vindt. Daar heb ik niets aan toe te voegen.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie O/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 22 tegen 17 stemmen. Door de aanneming van deze motie zou er eigenlijk niet meer behoeven te worden gestemd over motie O/2. Maar als u er heel graag wel over wil stemmen, vind ik dat ook goed. Ik maak daar op dit uur geen enkele halszaak van, maar het zou wel een beetje raar zijn. Daar motie O/1 is aangenomen, hoeft motie O/2 eigenlijk niet meer. Ik kijk hierbij ook even naar de heer Grinwis, de indiener van motie O/2.

Robert van Asten (D66). We hebben nu gestemd over het feit dat het college nu zegt de financiën intern te garanderen. Het is dan heel leuk dat motie O/2 uitspreekt dat we gaan helpen om genoeg giften te krijgen, maar dat is totaal niet meer aan de orde, want dat is door de aanneming van motie O/1 al verzekerd en door alles wat de heer Klein erover heeft verteld. Het lijkt mij dus absoluut niet meer nodig om over motie O/2 te stemmen. Los van wat de heer Grinwis erover vindt, we hoeven niet meer te stemmen over die motie.

De voorzitter. Ik ben blij met uw bijval. Ik vind het altijd heel fijn als u hetzelfde zegt als ik, maar dat neemt niet weg dat de heer Grinwis toch nog iets mag zeggen over zijn motie. Mijnheer Grinwis, wilt u erover stemmen? Want dat gaat sneller dan wanneer we er over bakkeleien.

Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP). Ja, natuurlijk, want ook na het aannemen van de eerste motie blijft de inspanning van de wethouder nog steeds even hard nodig.

De voorzitter. Oké, dan gaan we stemmen.

In stemming komt motie O/2.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 38 stemmen tegen 1 stem.

In stemming komt motie O/3.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 36 tegen 3 stemmen.

107

Aan de orde is:

P. Brief van wethouder Revis (BSKB) inzake Ontwerpkader Haagse Grachten (RIS298414).

De beraadslaging wordt geopend.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Voor ons ligt een mooi stuk, maar een ding missen we er nog in, waarvan de wethouder zelf eigenlijk ook wel vond dat het er in moest. Daarom hebben we een motie met als dictum: verzoekt het college in het Ontwerpkader Haagse Grachten de ambitie mee te nemen voor het realiseren van een volwaardige haven voor meerdere boten als opstapplek ter hoogte van de Prinsessegracht bij het Centraal Station en te onderzoeken of het nutshuisje op de hoek van de Laan van Reagan en Gorbatsjov en de Bezuidenhoutseweg geschikt gemaakt kan worden als openbaar toilet en overige voorzieningen te treffen ten behoeve van deze haven. Deze motie is meeondertekend door de Haagse Stadspartij, de ChristenUnie/SGP, de Groep de Mos en D66.

De voorzitter. Door de heer Rogier, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Van Asten, de heer Oudshoorn en de heer Guernaoui, wordt de volgende motie (P/1) ingediend:

Motie P/1

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het Ontwerpkader Haagse Grachten (RIS298414).

Constaterende dat:  de huidig waterbergingscapaciteit niet voldoende is;  de grachten van grote toeristische en cultuurhistorische waarde zijn;  het Ontwerpkader Haagse Grachten grote kansen biedt voor de levendigheid van Den Haag en de rondvaart.

Overwegende dat:  een haven bij het Centraal Station een goede opstapplek is voor bezoekers die aankomen op Den Haag Centraal of de P+R voorziening New Babylon;  door de verwachte toename van neerslag de capaciteit van de waterberging vergroot moet worden;  een haven bij het Centraal Station een extra impuls is voor de rondvaart op de grachten.

Verzoekt het college:  in het Ontwerpkader Haagse grachten de ambitie mee te nemen voor het realiseren van een volwaardige haven voor meerdere boten als opstapplek ter hoogte van de Prinsessegracht bij het Centraal Station;  en te onderzoeken of het nutshuisje op de hoek van Laan van Reagan en Gorbatsjov en de Bezuidenhoutsweg geschikt gemaakt kan worden als openbaar toilet en overige voorzieningen te treffen ten behoeve van deze haven.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Joeri Oudshoorn (HSP). Voorzitter. Ik dien de motie 'kaden en boten' in, waarvan het dictum luidt: verzoekt het college bij kadewerkzaamheden voorbereidingen te treffen voor het elektrisch opladen van boten, en deze oplaadfaciliteiten ook aan te leggen op plekken waar boten (tijdelijk en permanent)

108 kunnen aanmeren, extra publieke ligplaatsen voor particulieren in de Haagse grachten te realiseren, geen botenverhuur toe te staan in de smalste grachten van Den Haag en geen vergunningen te geven aan bierbotenverhuur. Deze motie is meeondertekend door GroenLinks en de Partij voor de Dieren.

De voorzitter. Door de heer Oudshoorn, daartoe gesteund door de heer Kapteijns en mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (P/2) ingediend:

Motie P/2

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de brief van het college inzake ‘Ontwerpkader Haagse Grachten’ (RIS298414).

Overwegende dat: - de raad het gebruik van elektrische bootjes door bewoners en bedrijven wil aanmoedigen; - in het ontwerp van de kades geen rekening is gehouden met het aanleggen van elektrische laadpalen voor boten; - er behoefte is aan meer ligplaatsen voor particulieren in de Haagse grachten; - in de smalste delen van de Haagse grachten geen botenverhuur moet plaatsvinden; - de Haagse grachten een rustgebied vormen en bierboten die rust verstoren.

Verzoekt het college: - bij kadewerkzaamheden voorbereidingen te treffen voor elektrisch opladen van boten en deze oplaadfaciliteiten ook aan te leggen op plekken waar boten (tijdelijk en permanent) kunnen aanmeren; - extra publieke ligplaatsen voor particulieren in de Haagse grachten te realiseren; - geen botenverhuur toe te staan in de smalste grachten van Den Haag; - geen vergunningen te geven aan bierboten-verhuur.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Revis (VVD). Voorzitter. Het is al laat, dus laten we het kort houden. De heer Rogier heeft een mooie motie gemaakt die ik volledig steun. Dit hoort ook thuis bij dit onderwerp. Daar hebben we het eerder al over gehad. De heer Oudshoorn heeft net een motie voorgelezen waar ik het bestaan niet van af wist. Het onderwerp ervan betreft het actieplan Binnenwateren, waarover we het ook in de commissie hebben gehad. Aangezien het echter niet thuishoort in het Ontwerpkader Haagse Grachten, moet ik deze motie ongezien ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie P/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met algemene stemmen.

In stemming komt motie P/2.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 11 tegen 28 stemmen.

Aan de orde is:

Q. Brief van wethouder Revis (BSKB) inzake Nadere toelichting tarieven Haagse Markt (RIS298513).

109

De beraadslaging wordt geopend.

Rachid Guernaoui (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Al jaren zijn we bezig om te zorgen dat de tarieven van de Haagse Markt duidelijk zijn. Ondanks al die jaren is dat nog steeds niet gelukt. Ondernemers weten nog steeds niet waar zij aan toe zijn en dat moet anders. Daarom een motie met als dictum: verzoekt het presidium om de Rekenkamer van de gemeente Den Haag te vragen om onderzoek te doen naar alle tarieven van de Haagse Markt en daarin bovenstaande constateringen, zoals ik die in de motie heb benoemd, mee te nemen en de raad over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

De voorzitter. Door de heer Guernaoui, daartoe gesteund door mevrouw Dille, de heer Okcuoglu, de heer Küçük, mevrouw Drost, de heer Brands, de heer Grinwis, de heer Kapteijns en mevrouw Teunissen, wordt de volgende motie (Q/1) ingediend:

Motie Q/1

De gemeenteraad van Den Haag, in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het agendapunt: Nadere toelichting tarieven Haagse Markt (RIS298513).

Constaterende dat:  sinds de herinrichting van de markt op de Herman Costerstraat discussie bestaat tussen het college, de marktondernemers en hun vertegenwoordigers over de door het college gehanteerde tarieven, servicekosten, oorspronkelijke kosten en nog vele andere kosten;  er al vele jaren onduidelijkheid bestaat over de kosten, tarieven en financiering van de Haagse Markt;  het college de afgelopen jaren een onderzoek heeft laten uitvoeren naar deze tarieven en de raad schriftelijk aanvullende informatie heeft gestuurd maar de onduidelijkheid er helaas nog steeds is;  de wethouder onlangs in een brief aan de commissie Leefomgeving opnieuw heeft geprobeerd om een uitleg te gegeven over de invulling van deze tarieven (RIS298513), maar in de bespreking in de commissie Leefomgeving van 17 februari jl. opnieuw is gebleken dat er nog steeds vele onduidelijkheden bestaan;  er ook nog onduidelijkheid bestaat over de kostendekkendheid van de tarieven, de bestuurlijke en privaatrechtelijke bevoegdheden en de wijze waarop de aanbesteding van de schoonmaakdiensten heeft plaatsgevonden.

Verzoekt het presidium: om de Rekenkamer van de gemeente Den Haag te vragen om onderzoek te doen naar alle tarieven van de Haagse Markt en daarin bovenstaande constateringen mee te nemen en de raad over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Michel Rogier (CDA). Voorzitter. Er is al een heleboel gezegd over allerlei onderzoeken. Er zijn onderzoeken geweest, maar er blijven nog steeds vragen over. Rekenkameronderzoek is prima, maar ik zou ook graag een onderzoek willen hebben van de accountantsdienst van de gemeente Den Haag. Ik dien een motie in met als dictum: verzoekt het college om de accountantsdienst van de gemeente Den Haag te vragen om onderzoek te doen naar alle tarieven van de Haagse Markt en daarin bovenstaande constateringen - er staan er nogal een aantal in de motie, waaronder verifieerbare offertes - mee te nemen en de raad over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

Rachid Guernaoui (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Is het mogelijk dat er een accountant van de ondernemers mee kan kijken, zodat die nu duidelijkheid kunnen krijgen?

110

Michel Rogier (CDA). Dat lijkt mij op zich een heel goede zaak. Dat zou ook mijn vraag zijn aan de wethouder, als hij akkoord gaat met deze motie. Wat mij betreft is dat een goede zaak.

Rachid Guernaoui (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Dus kan ik uw motie dan zo interpreteren dat als die wordt aangenomen, dan ook de accountants van de ondernemers mee kan kijken? Het is uw motie, dus u gaat over de interpretatie.

De voorzitter. Ik snap het allemaal wel, maar het wordt wel een beetje onoverzichtelijk. Vroeger - dat was lang geleden, een uurtje geleden - was het zo dat het college dan zei hoe het de motie interpreteerde en dat namen we dan aan. Als u vindt dat dit toegevoegd moet worden, heb ik liever dat de heer Rogier zegt: dat schrijf ik er dan graag bij. Dan zeggen we: dat wordt geacht erbij gestaan te hebben. Dit wordt mij te onoverzichtelijk, want we weten straks niet meer wat we besloten hebben.

Michel Rogier (CDA). Het wordt geacht erbij te staan. Nogmaals, dat zou ook mijn vraag zijn geweest aan de wethouder.

De voorzitter. We hebben de motie nog niet eens gezien.

Michel Rogier (CDA). We gaan de motie zo dadelijk indienen.

De voorzitter. Even kijken, mijnheer Rogier, want wij hebben die nog niet. Misschien kunt u met de pen erbij schrijven wat er eigenlijk had moeten staan.

Michel Rogier (CDA). We gaan het live doen, voorzitter.

De voorzitter. Ik geef de heer Rogier even de gelegenheid om met een pen erbij te schrijven wat hij wil. Dat heeft hij gedaan. Even voorlezen graag.

Michel Rogier (CDA). 'Om de accountantsdienst van de gemeente Den Haag en een accountant van de marktondernemers te vragen om onderzoek te doen naar alle tarieven van de Haagse Markt en daarin bovenstaande constateringen mee te nemen en de raad over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.'

De voorzitter. Ik had de heer Scheper gevraagd om daar even op te wachten. Hij krijgt nu het woord als hij dat wil.

Daniël Scheper (D66). Ik heb een vraag over de aanvulling van de motie. Ik vraag mij even af welke accountant van de ondernemers dat zou moeten zijn, want volgens mij hebben niet alle ondernemers dezelfde accountant. Hoe ziet u dat voor zich?

Michel Rogier (CDA). Als de gezamenlijke ondernemers een accountant kunnen aandragen in welk gremium dan ook, denk ik dat we daar een goede afvaardiging van hebben. Maar misschien heeft u een ander voorstel. Ik hoor het graag van u.

Daniël Scheper (D66). De vraag is wie er opdraait voor de kosten van de accountants die dan vanuit de ondernemers worden ingezet voor dit verhaal.

Michel Rogier (CDA). Volgens mij zijn dat de ondernemers zelf, maar laten we daarover in gesprek gaan. Voor het CDA is heel belangrijk en volgens mij voor u ook dat er transparantie is en dat de processen die gelopen zijn en die op dit moment lopen goed in kaart worden gebracht. Een destillaat daarvan zijn de tarieven die doorberekend worden.

111

Daniël Scheper (D66). Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar voordat we gaandeweg en zeker nu aanpassingen doen aan een motie waar wij onder staan, wil ik wel meteen duidelijkheid hebben waar we het over hebben, zodat dat allemaal helder is. Ik sta achter de uitleg die u net hebt gegeven.

De voorzitter. Door de heer Rogier, daartoe gesteund door de heer Grinwis, de heer Scheper, mevrouw Dille en de heer Van Vulpen, wordt de volgende motie (Q/2) ingediend:

Motie Q/2

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van het agendapunt: Nadere toelichting tarieven Haagse Markt (RIS298513).

Constaterende dat:  sinds de herinrichting van de markt op de Herman Costerstraat discussie bestaat tussen het college, de marktondernemers en hun vertegenwoordigers over het tot stand komen van gehanteerde tarieven, servicekosten, oorspronkelijke kosten en andere kosten die door de gemeente in rekening worden gebracht;  het college de afgelopen jaren een onderzoek heeft laten uitvoeren naar deze tarieven en de raad schriftelijk aanvullende informatie heeft gestuurd maar de onduidelijkheid over het tot stand komen van de kosten er helaas nog steeds is;  de wethouder onlangs in een brief aan de commissie Leefomgeving opnieuw heeft geprobeerd om een uitleg te gegeven over de invulling van deze tarieven (RIS298513), maar in de bespreking in de commissie Leefomgeving van 17 januari jl. gebleken is dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over het tot stand komen van de kosten en de tariefopbouw;  er nog onduidelijkheid bestaat over de kostendekkendheid van de tarieven, de bestuurlijke en privaatrechtelijke bevoegdheden en de wijze waarop de aanbesteding van de schoonmaakdiensten heeft plaatsgevonden met verifieerbare offertes.

Verzoekt het college:  om de Accountantsdienst van de gemeente Den Haag en de accountant van marktondernemers te vragen om onderzoek te doen naar alle tarieven van de Haagse Markt en daarin bovenstaande constateringen mee te nemen en de raad over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

Wethouder Revis (VVD). Voorzitter. Zoals we allemaal weten, hebben we een fantastische mooie Haagse Markt. Sinds 2015 is die volledig vernieuwd met prachtige kramen. Na die ingewikkelde verbouwing hebben we in het jaar 2016 gezegd: beste ondernemers, u hoeft niet alle tarieven te betalen, maar vanaf 2017 is dat wel het geval. U heeft vorig jaar een rapport gekregen van de dienst OPS, die naar de tarieven heeft gekeken. Daarin is geconcludeerd dat alle kosten die toegerekend worden correct zijn en in rekening mogen worden gebracht, dat de tarieven voor de leges niet in ongunstige zin afwijken van andere gemeenten en dat het vergeleken tarief voor de Haagse Markt heel goed concurreert met andere steden. De manier waarop de tarieven zijn opgebouwd, is volslagen helder. Het bestaat uit drie onderdelen. Het marktgeld gaat over de oppervlakte openbare ruimte voor de kraam of alleen openbare ruimte als er geen kraam is. De huur voor de unit gaat over de oppervlakte van de unit en de voorzieningen die daar aanwezig zijn. De servicekosten betreffen het onderhoud en het schoonmaken, gebaseerd op het aantal rolluiken, de lengte van de dakgoot et cetera. Dat is voor sommigen misschien ingewikkeld, maar het is geen kwestie van niet kunnen begrijpen. Het is een kwestie van niet willen begrijpen. Het is volstrekt helder. Daarom ontraad ik beide moties. Ik denk dat het voor de

112 ondernemers ook ingewikkeld wordt om één accountant te vinden, want ze zijn het bijna nergens over eens, dus ook hier zullen ze het waarschijnlijk niet als één blok eens over worden.

Rachid Guernaoui (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Dus de wethouder zegt dat de ondernemers het niet willen begrijpen. Dus ze kunnen het wel begrijpen, maar ze willen het niet begrijpen. Is dat wat u richting die ondernemers zegt?

Wethouder Revis (VVD). Nee, ik praat nooit over 'dé ondernemers' in die zin, want de Haagse Markt heeft heel veel ondernemers. Bijna alle ondernemers betalen keurig hun rekening. Er zijn ook ondernemers die daar soms vragen bij hebben. Die vragen dat dan aan het personeel van de afdeling Markten en dat wordt dan goed beantwoord. Er is een nieuwsbrief op de Markt die uitleg geeft over de tarieven. Er is een marktkamer, die bestaat uit gekozen marktkooplieden, waarmee deze tarievenopbouw besproken is. De marktkamer heeft ook de rol om dat terug te koppelen naar hun achterban; ze zijn immers gekozen. Er zijn dus heel goede communicatiekanalen. Over het algemeen gaat het ook heel erg goed. Maar als je enkele honderden ondernemers op de Markt hebt, zijn er altijd wel een paar die het ingewikkeld vinden. Dat is niet erg, maar ik denk dat het voor ons hier in deze zaal volstrekt helder is. Ik wil het nog wel een keer uitleggen, maar dat heb ik in de commissie ook gedaan. Het stond ook in het OPS-rapport, dus ik denk dat u zelf ook wel weet hoe het precies zit.

Willie Dille (PVV). Nou breekt toch echt mijn klomp. Ik hoor de wethouder hier zeggen dat de overlegvormen op de Markt fantastisch zijn en dat de marktkamer een goede vertegenwoordiger is, terwijl we van de inspreker hebben gehoord dat dat absoluut niet het geval is. Ze worden niet geïnformeerd, ze weten van niets. Hoe kan de wethouder dit hier dan met droge ogen beweren?

De voorzitter. Voordat de wethouder daar zeer kort op antwoordt, wilde ik even zeggen dat dit geen debat is. De wethouder mag kort antwoorden, maar dat is het dan ongeveer.

Wethouder Revis (VVD). Mevrouw Dille, uw klomp was ook al gebroken in de commissievergadering. Wat was de vraag?

Willie Dille (PVV). De vraag was hoe het kan dat de wethouder een beeld schetst dat de communicatiestructuren op de Markt fantastisch zijn, terwijl wij van de marktondernemers, van Nieuw Koopmansbelang horen dat het echt belabberd is.

Wethouder Revis (VVD). Ik begrijp de vraag heel goed. Het antwoord daarop is dat ik de feiten weergeef. Ik houd mij ook aan de kaders die uw raad heeft meegegeven, namelijk de overlegstructuur in het reglement markten dat door deze raad is vastgesteld. U noemt een organisatie, maar er zijn vele organisaties en ook vele marktkooplieden op de Markt. De meesten gaan fluitend naar hun werk en verdienen een goede boterham aan het werk dat ze daar doen.

De voorzitter. Dan gaan we stemmen.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie Q/1.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 22 tegen 17 stemmen.

In stemming komt motie Q/2.

De voorzitter. De motie wordt aangenomen met 28 tegen 11 stemmen. Dan gaan we naar de laatste in dit blokje, maar ik waarschuw u nog even. Ik zei net dat er nog drie onderwerpen waren. Maar het waren er nog vier, want de heer Oudshoorn heeft nog iets toegevoegd aan de agenda. We hebben er nu nog twee. Nee, ik zei: oorspronkelijk waren er drie. De

113 griffier en ik raken verstrikt in de enen, de tweeën en de drieën. Feit is: we hebben nog één onderwerp op deze lijst en daarna doen we nog de geheimhouding.

Aan de orde is:

R. Brief wethouder SEZH over stand van zaken winkelcentrum Leyweg (RIS298572).

De beraadslaging wordt geopend.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter. Ik heb een motie gemaakt, 'Winkelcentrum Leyweg schoonmaken'. Ik hoor gelach, maar ik kan hier niet om lachen. Ik ben eigenlijk woest en ik ben zwaar teleurgesteld.

(Hilariteit)

De voorzitter. Dames en heren van de raad, uw onderwerpen worden serieus behandeld en dan wordt ook het onderwerp van de heer Dubbelaar serieus behandeld. Ik snap dat het laat is, maar we moeten er wel even serieus naar kijken.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Voorzitter, nogmaals. Ik was woest, ik ben boos. Ik ben echt boos en ik ben zwaar teleurgesteld in de wethouder. Daarom heb ik een motie gemaakt, de motie 'Winkelcentrum Leyweg schoonmaken' met als dictum: verzoekt het college om direct te beginnen met een grondige schoonmaakbeurt van winkelcentrum Leyweg, daarbij de kauwgomresten en duivenpoep te verwijderen. Deze motie is meeondertekend door de heer Mustafa Okcuoglu.

Desh Ramnath (CDA). Mijnheer Dubbelaar, bent u op de hoogte dat eigenlijk voor iedereen in de stad een schone ruimte nodig moet zijn …

De voorzitter. Mijnheer Ramnath, ik ga u onderbreken. Als u zegt 'bent u op de hoogte dat in de hele stad', dan klinkt dat voor mij als een debat. Ik vind het prima als u iets wilt zeggen over de Leyweg, maar we gaan geen debat doen.

Desh Ramnath (CDA). Sorry, voorzitter. Ik zal het concreet maken. Iedereen in de stad kan toch 14070 bellen, ook de ondernemers? Had u dit debat niet beter in een commissie kunnen doen die gaat over de schoonmaak in plaats van net te doen alsof u de enige bent die opkomt voor de ondernemers op de Leyweg?

De voorzitter. We gaan er ook niet doorheen praten. We gaan het nog even proberen.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Ik weet niet of de heer Ramnath van het CDA erbij was in de commissievergadering die over de Leyweg ging. Feit is wel dat de CDA- wethouder grossiert in toezeggingen en dat er niks van die toezeggingen terechtkomt.

De voorzitter. Mijnheer Dubbelaar, ik ga tegen u nu ook zeggen wat ik tegen de heer Ramnath zei. Het onderwerp is niet toezeggingen en algemeenheden; het onderwerp is Leyweg. Daar wordt over gesproken.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Daar heb ik het ook over en specifiek toezeggingen over de Leyweg. De CDA-wethouder heeft mij op 28 mei 2015 toegezegd het schoonmaken van de kauwgom op het plein voor de HEMA. Dat is RIS282561. De wethouder heeft mij op de Leyweg toegezegd een plan gratis parkeren voor de Leyweg te realiseren voor de zomer, RIS296359. Dat zijn besluitenlijsten van de commissievergaderingen. Hoe serieus nemen wij elkaar?

114

De voorzitter. Oké, maar dat is allemaal naar aanleiding van de motie die u indient. Daar gaan we zo over stemmen. Zijn er nog andere mensen die over de Leyweg een motie willen indienen? Mijnheer Küçük, wilt u een motie indienen of hebt u een interruptie?

Hasan Küçük (Islam Democraten). Een interruptie. We hadden er in de commissie al uitgebreid over gedebatteerd en ik stel even een vraag. Is dat de oplossing van Groep de Mos voor de leegstand in het winkelcentrum Leyweg: duivenpoep en kauwgomresten weghalen? Is dat de oplossing?

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Ik ben het met de heer Küçük eens dat we op bepaalde dingen geen invloed hebben. Maar laten we dan vooral aandacht besteden aan de dingen waar we wel invloed op hebben als gemeenteraad, toezeggingen van wethouders bijvoorbeeld.

De voorzitter. Door de heer Dubbelaar, daartoe gesteund door de heer Okcuoglu, wordt de volgende motie (R/1) ingediend:

Motie R/1

De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de brief van wethouder Klein (SEZH) over stand van zaken winkelcentrum Leyweg (RIS298572).

Constaterende dat: • het stadsbestuur in overleg is met de eigenaren en ondernemers van de Leyweg om de uitstraling te verbeteren; • het winkelcentrum bezaaid ligt met kauwgom en duivenpoep.

Van mening dat: • het grootste winkelcentrum van stadsdeel Escamp aandacht nodig heeft; • een flinke onderhoudsbeurt van de openbare ruimte de uitstraling zal verbeteren.

Verzoekt het college: • om direct te beginnen met een grondige schoonmaakbeurt van winkelcentrum Leyweg, daarbij de kauwgomresten en duivenpoep te verwijderen.

En gaat over tot de orde van de dag.

De motie maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Als niemand meer moties wil indienen, is het woord aan het college voor een korte reflectie.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. De heer Dubbelaar is vanavond vrij emotioneel over de toezeggingen die we gedaan hebben. Ik heb heel expliciet in de commissie aangegeven: toezeggingen hebben we afgedaan, ook wanneer het onmogelijk blijkt om daar tijdig aan te voldoen. Dus ik vind het een beetje merkwaardig dat dit soort conclusies hier getrokken worden, want u heeft van mij alle informatie en toelichting gekregen wat er mogelijk is geweest en wat we gerealiseerd hebben. Ik heb in de commissie aangegeven over het schoonmaken van de Leyweg …

De voorzitter. Lieve wethouder!

Wethouder Klein (CDA). Ik ga in op de motie.

De voorzitter. Oké, maar daar zijn we dan ook. Ik heb u even laten gaan, maar ik heb de heer Dubbelaar ongeveer bij zijn enkeltjes gepakt toen hij dat ging doen. Dan moet ik dat bij u ook doen.

115

Wethouder Klein (CDA). Ik heb de motie gelezen. Ik heb eerder aangegeven dat ik het een verantwoordelijkheid vind van ondernemers zelf om hun winkelpui schoon te houden en ook het straatje op de stoep. Ik vind het heel merkwaardig dat we via moties worden opgeroepen om dit te doen. Ik zou zeggen: bel het gemeentelijk contactcentrum. Over kauwgom hebben we zo'n toezegging niet gedaan. Ik heb er ook met de heer Revis over gesproken. Er bestaat een speciale kauwgomaanpak voor de Grote Marktstraat, de meest drukke straat van Den Haag met het grootste beslag op de openbare ruimte, maar niet voor andere delen van de stad. Als er daar zaken zijn die u heel graag wilt, geef dat door aan de stadsdeeldirecteur. Die is heel actief in Escamp en ik weet zeker dat dat snel wordt opgelost. Ik wil hier niet graag mis geïnterpreteerd worden over toezeggingen die we wel of niet hebben gedaan.

Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag). Wij hebben op 28 mei 2015 het actieprogramma winkelstad besproken in de commissie Bestuur. Er is een besluitenlijst gemaakt, RIS282561. We kunnen nu schorsen. Dan loop ik even naar boven en dan print ik de besluitenlijst uit. Daar staat op bij punt G …

De voorzitter. Mijnheer Dubbelaar, voor alle helderheid. Ik heb net tegen u gezegd dat ik het niet wil hebben over alle toezeggingen. Dit gaat over een motie. De wethouder heeft daarop gereageerd. Ik sta de wethouder ook niet toe om over al die toezeggingen nog een debat te doen, want dan moet u een debat aanvragen. Daar is dit dingetje niet voor. Het spijt mij vreselijk.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt motie R/1.

De voorzitter. De motie wordt verworpen met 7 tegen 32 stemmen.

Aan de orde is:

E.1. Voorstel van het college inzake bekrachtiging geheimhouding (RIS298956).

De voorzitter. Ik heb nog één onderwerp in de aanbieding, waar de heer Oudshoorn het woord over wil voeren, namelijk de bekrachtiging van de geheimhouding. De geheimhouding zit er nu nog op, dus we moeten een beetje prudent formuleren.

De beraadslaging wordt geopend.

Joeri Oudshoorn (HSP). Voorzitter. De geheimhouding zit er inderdaad nog op. De gemeenteraad wordt gevraagd om de geheimhouding over te nemen van het college. Het gaat over een punt 1 en een punt 2. In dit geval gaat het over een amendement, waarbij wij zeggen dat de geheimhouding bij punt 1 niet hoeft. Wij stellen dan ook voor om onderdeel I te laten vervallen. Voor controle op het gevoerde beleid is het van belang dat er in het openbaar gesproken kan worden over de werkelijke bezoekersaantallen van evenementen. Dit is een van de belangrijke criteria en de grondslag van een aantal andere criteria voor toekenning van subsidies. Dat is het amendement. Het college heeft de mogelijkheid om iets geheim te houden tot de eerstvolgende raadsvergadering. Daarna ligt de verantwoordelijkheid of iets geheim blijft of niet bij de raad. Het college kan dus geen verdergaande toezeggingen doen aan anderen totdat de raad ergens over besloten heeft.

De voorzitter. Door de heer Oudshoorn, daartoe gesteund door de heer Kraft van Ermel, de heer Brands, de heer Çetinkaya, de heer Kapteijns, de heer Grinwis, mevrouw Teunissen, de heer Okcuoglu en mevrouw Drost, wordt het volgende amendement (E.1/A) voorgesteld:

116

Amendement E.1/A

De raad van de gemeente Den Haag in vergadering bijeen op 25 januari 2018 ter bespreking van de geheimhouding stukken, RIS 298956.

Besluit tot de volgende wijzigingen in het raadsvoorstel: Onderdeel I te laten vervallen

Het amendement maakt onderdeel uit van de verdere beraadslaging.

De voorzitter. Het college mag hier even op reageren en daarna gaan we stemmen.

Wethouder Klein (CDA). Voorzitter. In de commissievergadering stelde de heer Oudshoorn mij een vraag of bepaalde gegevens openbaar gemaakt konden worden. Ik heb hem daar toegezegd dat ik dat zou uitzoeken en dat ik dat in het college zou bespreken. Ik zou het gewoon checken, om het zo maar te zeggen. En als dat zou kunnen, zou ik dat met alle graagte doen. Ik moest dat doen, omdat door Juridische Zaken mij is aangeraden om deze zaken vertrouwelijk te houden. Vandaar dat het vandaag weer op de agenda staat, want ik heb u daar nog niet op geantwoord. Ik betreur deze gang van zaken heel erg zeer. We hebben een open bestuurscultuur; dat is glashelder. Wij maken openbaar wat we openbaar kunnen maken. Dit onderzoek heeft bij de griffie ter inzage gelegen, dus de raadsleden hebben hier kennis van kunnen nemen. Ik kan u ook verklappen waar het over ging. Het is een onderzoek van de Haagse Hogeschool naar het evenementenbeleid, bezoekersaantallen, de impact; een heel lijvig breed rapport. U moet zich realiseren: Juridische Zaken houdt dat niet voor niets geheim. Zij hebben dat geheim gehouden en ik heb aan hen gevraagd, op basis van de vraag die u mij stelde: kunnen we dat openbaar maken? Ik kom daarmee met een antwoord. Dat is glashelder; dat heb ik gezegd. En als dat kan, doen we dat ook. En als dat niet kan, zal ik beargumenteren waarom dat niet kan. Uiteindelijk is de afweging aan u of dat acceptabel is of niet. Ik hoop dat u mij de gelegenheid geeft om dat te kunnen doen. Het staat vandaag op de agenda. We kunnen de spelregels vandaag even terzijde leggen, maar dan hebben we wel een groot juridisch probleem, als mensen op basis daarvan een zaak gaan aanspannen. Ik vind ook niet dat het een open bestuurscultuur ten goede komt. Wij hebben deze gegevens in samenwerking met de Haagse Hogeschool uitgevraagd bij bedrijven. Zij proberen ons van informatie te voorzien waar u mij om vraagt, informatie waarvoor ik van anderen afhankelijk ben om die te krijgen. Wij willen u maximaal hierover informeren, dus geef mij dan ook de ruimte om u goed te kunnen informeren, zodat we iets doen wat juridisch klopt. Voorzitter. Ik moet dit amendement, dat voor mij echt tegen het onacceptabele aan zit, ten zeerste ontraden.

De voorzitter. Wethouder, laten we zo rond middernacht niet al te grote woorden gebruiken, tenzij u echt heel goed weet wat u doet. Ik zou zeggen dat u dit amendement ontraadt. Ik zou het daar even bij laten, want ik denk dat iedereen langzamerhand naar huis wil. Anders zitten we hier nog uren. We gaan stemmen.

De beraadslaging wordt gesloten.

In stemming komt amendement E.1/A.

De voorzitter. Het amendement wordt aangenomen met 23 tegen 16 stemmen.

In stemming komt het aldus gewijzigde voorstel.

De voorzitter. Het aldus gewijzigde voorstel wordt aangenomen met algemene stemmen.

117

Volgens mij zijn we door de hele agenda heen. Het is twaalf over twaalf. Dat is een prachtige tijd om deze vergadering te sluiten. Wel thuis, morgen gezond weer op.

Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter te 00.12 uur de vergadering.

118