Ten Huize Van... 4

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Ten Huize Van... 4 Ten huize van... 4 Joos Florquin bron Joos Florquin, Ten huize van... 4. Davidsfonds, Leuven z.j. [1968] Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/flor007tenh04_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven Joos Florquin 7 Generiek In het eerste deel van de reeks boeken ‘Ten huize van’1, heb ik omstandig uiteengezet hoe ik deze televisiebezoeken opvat. Met de jaren is de aanpak en de uitwerking wel wat anders geworden, maar hoofddoel blijft toch altijd de biografie op te stellen van een vooraanstaande, op basis van de gegevens die hij zelf bezorgt. De teksten in dit toek zijn het verslag van het voorbereidend gesprek. Dat betekent dat de televisieuitzending altijd anders was, want deze tekst diende wel als basis voor de opname maar in het gefilmd gesprek vergat de gastheer geregeld bepaalde dingen te zeggen en vermeldde hij er onvermijdelijk andere. Toch is deze tekst gewoonlijk vollediger, niet alleen omdat hij in een rustige sfeer kon neergeschreven worden maar ook omdat de televisieuitzending maar vijftig minuten mocht duren en er dus altijd - en soms drastisch - moest gesnoeid worden. In een paar 1 Ten huize van I (1962). Gesprekken met Gerard Walschap, Ernest Claes, Raymond Brulez, Emiel van Hemeldonck, Marnix Gijsen, Filip de Pillecyn, Anton van Duinkerken, André de Ridder, Albert Saverys, Felix de Boeck, Prosper de Troyer, Frans Masereel, Joris Minne, Albert Poels, Eugène Yoors, Emiel Hullebroeck, Flor Peeters, Bert Leysen (uitverkocht). Ten huize van II (1964). Gesprekken met Gaston Martens, Richard Minne, Raymond Herreman, Maurice Roelants, Achilles Mussche, Léon de Smet, Staf Nees, Renaat Veremans, Karel Aubroeck, prof. dr. P. Geyl, Frans van Cauwelaert, Mgr. H. van Waeyenbergh, Stijn Streuvels (uitverkocht). Ten huize van III (1966). Gesprekken met Lode Baekelmans, Michel van Vlaenderen, Reimond Kimpe, Dirk Baksteen, Gerard Baksteen, Albert Servaes, prof. dr. Fernand Collin, Kardinaal Jozef Cardijn, prof. dr. Corneel Heymans, dr. Adriaan Martens, Achiel van Acker (uitverkocht). Joos Florquin, Ten huize van... 4 8 gevallen werd de voorbereidende tekst bijgewerkt met elementen uit de gesproken tekst van het televisieprogramma zoals het door de BRT werd uitgezonden. Dat is o.m. het geval bij Jan de Hartog en burgemeester Craeybeckx. De televisieuitzending kreeg ook altijd weer een eigen cachet door de présence van de bezoekers. Dat waren voor heel deze reeks Annie van Avermaet en Fons Fraeters, die trouwens vanaf het voorbezoek in deze uitzendingen waren betrokken en verder een ruim aandeel hadden in de vele uren montage die zo een film vergt. Wij werden hierbij altijd uitstekend geholpen door het technisch personeel van de filmmaatschappij Universal Video en wel speciaal door de kineast Marcel Therssen en zijn assistent Johan van Caeneghem, de klankman Jean Müller en vooral dan door de onvervangbare monteur Renaat Rombouts. Annie van Avermaet en Fons Fraeters hielpen mij ook in belangrijke mate bij het persklaar maken van dit boek. Voor deze medewerking, zoals voor die van elke dag, ben ik ze bijzonder dankbaar. Joos Florquin Joos Florquin, Ten huize van... 4 9 Jan de Hartog Schelde IV, Antwerpen1 - Hollands glorie. Zevenendertigste druk. De beroemde roman van de Nederlandse scheepvaart. - Het ziekenhuis: keiharde reportage over mensonterende toestanden in een Amerikaans ziekenhuis. Een verhaal uit Texas, dat nog altijd het Wilde Westen van Amerika is. - Schipper naast God: de logika van het kristelijke geweten. * Een gesprek met een zeeman voer je op het water, ook al is dat water maar zoet water. Maar de sleepboot op de Schelde is echt en aan het roer staat een echte kapitein. De kapitein zet koers naar wal want er zijn landrotten aan boord en die kunnen niet zo goed tegen het slingeren en stampen van een schip, ook al vaart dat op zoet (maar toch 1 In Amerika is het adres van Jan de Hartog: Route 1, Box 488, NOKOMIS (Florida 33555). Joos Florquin, Ten huize van... 4 10 vrij woelig) water. Aan boord doet elke man zijn plicht. In de mess is het rustig zitten en van uit de kombuis komt de koffie. * Uw vader was professor aan de universiteit van Amsterdam en een zoon van een professor krijgt doorgaans een akademische opleiding. U schijnt die evenwel niet gehad te hebben want ik vind u al vroeg in de zeevaartschool, ook in Amsterdam. Het is uitzonderlijk dat het niet gebeurt maar met mij is het niet gelukt. Het was dan nog niet alleen dat mijn vader professor was, maar mijn moeder eigenlijk ook. Ze doceerde middeleeuwse mystiek. De konversatie bij ons in huis en aan tafel was dus nogal op hoog plan. Maar als jongen al hield ik nogal veel van schepen en morrelde graag om het water heen. Zat ook dat in de familie? Nou, eigenlijk wel. Van moeders kant zijn we zeilmakers en scheepsbouwers. Maar aan mijn vaders kant zijn het vijf generaties van dominees en predikanten. Dat is een hoop, he! Ik heb toen wel gedacht: ‘Mij vangen ze niet, ik kruip eruit.’ Op mijn tiende jaar ben ik al eens weggelopen. Naar zee? Ja, naar zee. In Holland loop je weg naar zee. Elders loop je, neem ik aan, het bos in, maar in Holland loop je naar zee, bij de vissers. In Huizen kwam ik eerst terecht bij schipper Kos. Daar was ik een bramzijgertje. Weet u wat dat is? Een bramzijgertje is een soort nevelspiraaltje dat in het water opkomt, daar eventjes hangt en zo verdwijnt. En zo noemden ze die Joos Florquin, Ten huize van... 4 11 kinderen, want wij waren namelijk te jong voor de wet. Dus je werd verstopt. Is het bij dat ene experiment gebleven? Nee. Ik kon op school niet aarden en op mijn twaalfde jaar ben ik weer eens weggelopen. Ik slaagde erin me te verstoppen aan boord van een vrachtschip dat naar Finland voer. Toen ze me na enkele dagen ontdekten, seinden ze naar huis dat ik me op het schip bevond. Mijn ouders meenden dat het voor mij een goede les zou zijn als ik het harde leven op een schip zou leren kennen en ze vroegen de kapitein me aan boord te laten. De reis heeft drie maand geduurd en toen ik terugkwam, had de liefde voor de zee me meer dan ooit te pakken. Hoe was de thuiskomst? Nou, ze hadden zich eigenlijk wel zorgen gemaakt, hoor. Maar het is dan toch weer meegevallen. Toen ik terugkwam, werd ik meteen in het bad gestopt. Nu is het wel zo dat je teer niet afwast, dat moet je er met boter afdoen. Dus toen ben ik geboterd! En dan toch weer opnieuw naar school? Ja, dat lager onderwijs hebben ze toen wat bijgespijkerd. Ik ben in een stoomkursus terechtgekomen bij het instituut ‘Lier’ in Amsterdam. Daar werd je dan klaargestoomd voor Mulo B en dat heb ik gehaald hoor. Maar akademisch, nee, daar is helaas niets van gekomen. Wat deed u dan met dat diploma? Niets. Ik ben dan weer op een schip gekomen als koksjongen, stoker of als messroomboy en ik heb dan ook nog een reis gemaakt aan boord van het hospitaal-kerkschip De Joos Florquin, Ten huize van... 4 12 Hoop. Dat is mooi, dat is ook zo een echt Hollandse instelling! Daar heb ik een seizoen mee meegevaren als lichtmatroos. Maar toen ik zestien was, mocht of moest ik naar de kweekschool voor de zeevaart in Amsterdam. Daar heb ik het drie maanden uitgehouden. Toen, nou ik kan niet zeggen dat ik verwijderd ben hoor, maar na onderling overleg heb ik toen een andere richting gekozen, namelijk d'r uit! De kommandant gaf me nog een briefje mee waarin stond dat zijn school niet bestemd was voor zeerovers. Toen kwam u bij de rivierpolitie in Amsterdam. Dat was veel later. Na die kweekschool heeft een zeevader zich mijn lot aangetrokken. Dat was de havenmeester van Amsterdam, de heer Van de Pol. Die had zo een groepje jongens van de kweekschool waar hij zeevader over was en die zei: ‘Nou, dan moet je maar een plantje van de koude grond worden.’ Een plantje van de koude grond heet in zeemanstaal een jonge zeeman, die in zijn vrije tijd aan boord studeert en dan later eksamen doet aan wal. Ik ben dus dan een plantje van de koude grond geworden. Daarna, dat moet een jaar of twee later geweest zijn, ben ik overgegaan naar de havenpolitie in Amsterdam. Wat had u daar te doen? Nou, wat ik daar te doen had, dat was: koper poetsen, tee zetten en 's nachts wakker blijven - als de heren eens een ogenblik rust namen, weet je wel - om te zien of de witte boot van de havenmeester er aankwam op inspektie. Dat heette ‘adjunkt-inspekteur voor smokkelaffaires’ en die titel was om het salaris goed te maken, want dat was tien gulden in de maand. Als je zo'n titel hebt, dan vind je het niet erg dat je maar tien gulden in de maand hebt. Maar het was koper poetsen, lampen poetsen, stoken. Joos Florquin, Ten huize van... 4 13 Het had dus helemaal niets met literatuur te maken? Wat ik nu doe, heeft nog altijd niets te maken met literatuur! Wat dat betreft, is het dus niet veel veranderd. Alleen heeft dat in zoverre met literatuur te maken, dat het je ergens toch beïnvloedt: in je jonge jaren worden je de kaarten uitgedeeld, waarmee je dan verder het spel van je leven moet spelen. En je schrijverij komt daaruit! U schreef toen dus al? Ik heb altijd al geschreven. Ik ben al beginnen te schrijven nog voor ik eigenlijk schrijven kon: ik heb altijd vreselijk gelogen, ik was echt wat je noemt Jan de Leugenaar. Ik was dus toen al een kunstenaar.
Recommended publications
  • Remembering Hadewijch
    Remembering Hadewijch The Mediated Memory of a Middle Dutch Mystic in the Works of the Flemish Francophone Author Suzanne Lilar Tijl Nuyts, University of Antwerp Abstract: Commonly known as one of the last Flemish authors who resorted to French as a literary language, Suzanne Lilar (1901-1992) constitutes a curious case in Belgian literary history. Raised in a petit bourgeois Ghent-based family, she compiled a complex oeuvre consisting of plays, novels and essays. In an attempt to anchor her oeuvre in the literary tradition, Lilar turned to the writings of the Middle Dutch mystic Hadewijch (ca. 1240), remodelling the latter’s memory to her own ends. This article argues that Lilar’s remembrance of Hadewijch took shape against the broader canvas of transfer activities undertaken by other prominent cultural mediators of Hadewijch’s oeuvre. Drawing on insights from memory studies and cultural transfer studies, an analysis of Lilar’s mobilisation of Hadewijch in two of Lilar’s most important works, Le Couple (1963) and Une enfance gantoise (1976), will show that Lilar’s rewriting of the mystic into her own oeuvre is marked by an intricate layering of mnemonic spheres: the author’s personal memory-scape, the cultural memory of Flanders and of Belgium, and a universal ‘mystical’ memory which she considered to be lodged within every human soul. In teasing out the relations between these spheres, this article will demonstrate that Lilar aimed to further the memory of Hadewijch as an icon of (Neo)platonic nostalgia and as a marker of Flemish and
    [Show full text]
  • SIMONE DE BEAUVOIR 3 4 5 6 7 8 9 10 11 2 3 4 5 6 7 8111 9 Simone De Beauvoir’S Groundbreaking Work Has Transformed the Way 20 We Think About Gender and Identity
    1111 2 SIMONE DE BEAUVOIR 3 4 5 6 7 8 9 10 11 2 3 4 5 6 7 8111 9 Simone de Beauvoir’s groundbreaking work has transformed the way 20 we think about gender and identity. Without her 1949 text The Second 1 Sex, gender theory as we know it today would be unthinkable. A leading 2 figure in French existentialism, Beauvoir’s concepts of ‘becoming 3 woman’ and of woman as absolute ‘Other’ are among the most influ- 4 ential ideas in feminist enquiry and debate. 5 This book guides the reader through the main areas of Simone de 6 Beauvoir’s thought, including: 7 8 • Existentialism and ethics 9 • Gender and feminism 30111 • Literature and autobiography 1 • Sexuality, the body and ageing 2 3 Drawing upon Beauvoir’s literary and theoretical texts, this is the 4 essential guidebook for those approaching the work of this key thinker 5 for the first time. 6 7 Ursula Tidd is a lecturer in French at the University of Manchester, 8 and the author of Simone de Beauvoir, Gender and Testimony (1999). 3911 ROUTLEDGE CRITICAL THINKERS Series Editor: Robert Eaglestone, Royal Holloway, University of London Routledge Critical Thinkers is a series of accessible introductions to key figures in contemporary critical thought. With a unique focus on historical and intellectual contexts, each volume examines a key theorist’s: • significance • motivation • key ideas and their sources • impact on other thinkers Concluding with extensively annotated guides to further reading, Routledge Critical Thinkers are the student’s passport to today’s most exciting critical thought.
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • The Reception of the Second Sex in Europe
    Feminisms and feminist movements The reception of The Second Sex in Europe Sylvie CHAPERON ABSTRACT From the date of its publication in France in May 1949 to the 2000s, the European reception of Simone de Beauvoir’s The Second Sex—of which the French component is well known—gave rise to many debates and critiques in literary and political circles as well as among feminists. Its contents indeed challenged the dominant sexual order, and served as an invitation for the liberation of morals and gender equality. Neither the work nor its reception can be separated from the rest of the author’s work, or from her life, travels, and political commitments. Until the mid-1960s, the critical reception was closely linked to the international diffusion of French existentialism as well as the political and cultural logic of the Cold War. Feminist debates dominated from the 1960s to the 1980s, before the development of Beauvoirian studies led to a scholarly reevaluation of the book. In The Second Sex, which was published by Gallimard in 1949, Simone de Beauvoir (1908-1986) directly attacked the dominant sexual order: she called for the liberalization of contraception and abortion, rehabilitated feminine homosexuality, emphasized the violence of sexual relations, and dispelled the myths of the maternal instinct, femininity, and maternity. The French reception of the lengthy essay was highly polemical. When one of the chapters appeared in the journal Les Temps Modernes in May 1949, François Mauriac (1885-1970) sparked a controversy in the literary supplement of the newspaper Figaro. He was indignant that the “literature of Saint- Germain-des-Prés” had reached the “limits of the abject” with the text entitled “Sexual Initiation of the young woman,” and encouraged Christian youth to react.
    [Show full text]
  • Fonds Suzanne LILAR Inventaire Détaillé
    Archives et Musée de la Littérature : www.aml-cfwb.be Fonds Suzanne LILAR Inventaire détaillé LE BURLADOR 1/ Les éditions (MLA 20028-20033): [Editions francophones] MLA 20028 - Le Burlador, Bruxelles : Ed. des Artistes, 1945, 169 p. MLA 20029 - Le Burlador, Bruxelles, Ed. des Artistes, 1945, 170 p. Exemplaire sur Japon nacré, cartoné, imprimé pour Suzanne Lilar MLA 20030 - Le Brulador, Bruxelles, Ed. des Artistes, 1945, 169 p. Exemplaire incomplet mais corrigé MLA 20031 - Le Burlador: Acte II, avant-dernière scène; précéde de, Prestige de Don Juan. In: "Offrandes", mars-avril 1947, p. 12-18 MLA 20032 - Burlador ou l'ange du démon. Supplément à France illustration n° 2, avril 1947, p. 15 à 38. Exemplaire corrigé. [Edition de traduction] MLA 20033 - The Burlador. In : Two Great Belgian Plays about Love. New York, James H. Heineman, Inc. , 1966, transl. by Marnix Gijsen, intr. by S. Lilar, p. 102-190. 2/ Les archives (ML 07551/0001-0024): [Manuscrits de Lilar] classés chronologiquement ML 07551/0001 - Le Burlador Man. aut. (crayon) et dact., n. s., s. d. [1943], 95 f., formats divers. avec une note aut. de 2 f. sur la chiromacie. Le tout dans une chemise brune à ressort. ML 07551/0002 - Le Burlador Man. aut., n. s., s. d., 51 f., 44 x 28 cm Manuscrit recopié à la demande des organisateurs d'une exposition. Les 34 premières pages sont écrites de la main de S. Lilar, les 17 pages suivantes sont copiées de la main de la mère de S. Lilar. 1 ML 07551/0003 - Prestige de Don Juan Man.
    [Show full text]
  • Branding Brussels Musically: Cosmopolitanism and Nationalism in the Interwar Years
    BRANDING BRUSSELS MUSICALLY: COSMOPOLITANISM AND NATIONALISM IN THE INTERWAR YEARS Catherine A. Hughes A dissertation submitted to the faculty at the University of North Carolina at Chapel Hill in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in the Department of Music. Chapel Hill 2015 Approved by: Annegret Fauser Mark Evan Bonds Valérie Dufour John L. Nádas Chérie Rivers Ndaliko © 2015 Catherine A. Hughes ALL RIGHTS RESERVED ii ABSTRACT Catherine A. Hughes: Branding Brussels Musically: Cosmopolitanism and Nationalism in the Interwar Years (Under the direction of Annegret Fauser) In Belgium, constructions of musical life in Brussels between the World Wars varied widely: some viewed the city as a major musical center, and others framed the city as a peripheral space to its larger neighbors. Both views, however, based the city’s identity on an intense interest in new foreign music, with works by Belgian composers taking a secondary importance. This modern and cosmopolitan concept of cultural achievement offered an alternative to the more traditional model of national identity as being built solely on creations by native artists sharing local traditions. Such a model eluded a country with competing ethnic groups: the Francophone Walloons in the south and the Flemish in the north. Openness to a wide variety of music became a hallmark of the capital’s cultural identity. As a result, the forces of Belgian cultural identity, patriotism, internationalism, interest in foreign culture, and conflicting views of modern music complicated the construction of Belgian cultural identity through music. By focusing on the work of the four central people in the network of organizers, patrons, and performers that sustained the art music culture in the Belgian capital, this dissertation challenges assumptions about construction of musical culture.
    [Show full text]
  • Heritage Days 14 & 15 Sept
    HERITAGE DAYS 14 & 15 SEPT. 2019 A PLACE FOR ART 2 ⁄ HERITAGE DAYS Info Featured pictograms Organisation of Heritage Days in Brussels-Capital Region: Urban.brussels (Regional Public Service Brussels Urbanism and Heritage) Clock Opening hours and Department of Cultural Heritage dates Arcadia – Mont des Arts/Kunstberg 10-13 – 1000 Brussels Telephone helpline open on 14 and 15 September from 10h00 to 17h00: Map-marker-alt Place of activity 02/432.85.13 – www.heritagedays.brussels – [email protected] or starting point #jdpomd – Bruxelles Patrimoines – Erfgoed Brussel The times given for buildings are opening and closing times. The organisers M Metro lines and stops reserve the right to close doors earlier in case of large crowds in order to finish at the planned time. Specific measures may be taken by those in charge of the sites. T Trams Smoking is prohibited during tours and the managers of certain sites may also prohibit the taking of photographs. To facilitate entry, you are asked to not B Busses bring rucksacks or large bags. “Listed” at the end of notices indicates the date on which the property described info-circle Important was listed or registered on the list of protected buildings or sites. information The coordinates indicated in bold beside addresses refer to a map of the Region. A free copy of this map can be requested by writing to the Department sign-language Guided tours in sign of Cultural Heritage. language Please note that advance bookings are essential for certain tours (mention indicated below the notice). This measure has been implemented for the sole Projects “Heritage purpose of accommodating the public under the best possible conditions and that’s us!” ensuring that there are sufficient guides available.
    [Show full text]
  • This Thesis Has Been Submitted in Fulfilment of the Requirements for a Postgraduate Degree (E.G
    This thesis has been submitted in fulfilment of the requirements for a postgraduate degree (e.g. PhD, MPhil, DClinPsychol) at the University of Edinburgh. Please note the following terms and conditions of use: This work is protected by copyright and other intellectual property rights, which are retained by the thesis author, unless otherwise stated. A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge. This thesis cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the author. The content must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the author. When referring to this work, full bibliographic details including the author, title, awarding institution and date of the thesis must be given. VETERA NOVIS AUGERE NATIONALISM, NEO- THOMISM AND HISTORIOGRAPHY IN QUEBEC AND FLANDERS 1900-1945 PhD Canadian Studies University of Edinburgh 2017 Kasper Swerts Signed Declaration I declare that this thesis was composed by myself, that the work contained herein is my own except where explicitly stated otherwise in the text, and that this work has not been submitted for any other degree or professional qualification except as specified. Parts of this work have been published in Dutch Crossing: Journal of Low Countries Studies as “A Flemish Nozdormu? Teleology and Philosophy of History in the Writings of Hendrik Jozef Elias”. Kas Swerts June 10, 2018 i ‘You know, a dissertation is largely comprised of other dissertations,’ Kolibril explained. ‘A new dissertation is always some sort of orgy from preceding dissertations which, uhm…, fecundate each other to bring forward something new, that did not exist before.’ Professor Kolibril, Rumo & de Wonderen in het donker, pp.156.
    [Show full text]
  • 1 DISSERTATIONS in PROGRESS Compiled and Edited by Madeline
    DISSERTATIONS IN PROGRESS Compiled and Edited by Madeline Turan, Stony Brook University This is the fiftieth annual listing of doctoral dissertations from graduate programs in North America. It should be considered a supplement of preceding lists. Defended dissertations are listed as a separate section, after the “Dissertations in Progress” list. The dissertation titles are listed alphabetically under “Cultural Studies,” “Film Studies,” “Linguistics,” “Literature,” or “Pedagogy”. Literature dissertations are arranged by century and author or are listed under “General.” There is also a separate section for Francophone authors and topics. In each entry, the name of the dissertation director and that of the institution are given in parentheses. Titles are numbered consecutively within each section. Title changes are noted at the end of each section, showing the number of the dissertation as it was previously listed, followed by the new title. It should be noted that, in general, the information was compiled as submitted by each institution. We regret that some titles might not have been received in time for publication; they should be resubmitted next year. DISSERTATIONS IN PROGRESS (2013) A. CULTURAL STUDIES 100. Cuisine as Nation: Regional Food, National Identity and French Gastronomic Writing (1918–1940). Lauren Kristine Christensen (Francesca Canadé Sautman, City University of New York Graduate Center) 101. Masculinity, Modernity, and Metrosexuality: Aspects of Male Fashion from Henri III to Louis XIV. Beth Wood (Paul Scott, University of Kansas) 102. (Un)cut Livres de peintres: An Argument for the Preservation and Categorization of a Literary-Arts Genre. Natalie J.A. Benson (Wendelin Guentner and Dorothy Johnson, University of Iowa) B.
    [Show full text]
  • University Microfilms
    JANUS AND NARCISSUS: WOMAN'S SITUATION AS DEPICTED IN 'THE SECOND SEX,' THE WORKS OF FICTION, AND THE AUTOBIOGRAPHY OF SIMONE DE BEAUVOIR Item Type text; Dissertation-Reproduction (electronic) Authors O'Sullivan, Deborah Ann, 1944- Publisher The University of Arizona. Rights Copyright © is held by the author. Digital access to this material is made possible by the University Libraries, University of Arizona. Further transmission, reproduction or presentation (such as public display or performance) of protected items is prohibited except with permission of the author. Download date 06/10/2021 12:20:37 Link to Item http://hdl.handle.net/10150/290309 INFORMATION TO USERS This dissertation was produced from a microfilm copy of the original document. While the most advanced technological means to photograph and reproduce this document have been used, the quality is heavily dependent upon the quality of the original submitted. The following explanation of techniques is provided to help you understand markings or patterns which may appear on this reproduction. 1. The sign or "target" for pages apparently lacking from the document photographed is "Missing Page(s)". If it was possible to obtain the missing page(s) or section, they are spliced into the film along with adjacent pages. This may have necessitated cutting thru an image and duplicating adjacent pages to insure you complete continuity. 2. When an image on the film is obliterated with a large round black mark, it is an indication that the photographer suspected that the copy may have moved during exposure and thus cause a blurred image. You will find a good image of the page in the adjacent frame.
    [Show full text]
  • ALCS2019-Draft Programme.Docx
    WORLDING THE LOW COUNTRIES 13 TH INTERNATIONAL CONFERENCE OF THE ASSOCIATION FOR LOW COUNTRIES STUDIES UCL Institute of Advanced Studies, 6–8 November 2019 DRAFT CONFERENCE PROGRAMME (CHANGES LIKELY TO HAPPEN) WEDNESDAY 6TH OF NOVEMBER 3:00 – 4:00 (IAS Common Ground, UCL Wilkins Building, South Wing, Ground Floor) Coffee and registration 4:00 – 5:00 (IAS Common Ground) Presentation: The Low Countries (Luc Devoldere, Stichting Ons Erfdeel) 5:00 – 6:00 (Venue t. b. c.) Keynote: Dagomar de Groot (Georgetown University): The Frigid Golden Age 6:00 – 5:00 (Venue t. b. c.) Drinks Reception 7:30 – (Venue t. b. c.) Conference dinner THURSDAY 7TH NOVEMBER 9:00 – 10:00 (IAS Common Ground, South Wing, Ground Floor) Keynote: Saskia Pieterse, title t. b. c. 10:00 – 10:30 Coffee break Session 1 10:30 – 12:00 10:30 – 12:00 IAS Common Ground, South Wing, Ground Floor IAS Room 20, South Wing, 1st floor Transnational exchange in the early modern Low Countries Worlding the Low Countries’ Mystics: Transfer Histories of Chair: James A. Parente Jr., University of Minnesota Hadewijch (c. 1240) and Jan van Ruusbroec (1293–1381) Chair: Elke Brems (KU Leuven) On the Transnational Peregrination of Early-Modern Netherlandish Pamphlets: A Remarkable Anti-Hispanic Case John of Ruusbroec: Mysticism Breaking Borders and Barriers into the Divine Yolanda Rodríguez Pérez (University of Amsterdam) Kees Schepers (Antwerp University) Enemy Treasures: The Making and Marketing of the Spanish Comedia in the ‘Toute ma volonté est de témoigner de la cohérence du monde.’ Worlding Middle Amsterdam Schouwburg Dutch mystical literature in the poetics and ethos of the Francophone Flemish author Suzanne Lilar Frans R.
    [Show full text]
  • Elementary Dutch I
    Fall 2019 Course Syllabus LDU 101 Elementary Dutch I Instructor Kathleen Caenen holds a Master Degree (cum laude) in Romance Philology, French and Spanish Literature and Linguistics from the Vrije Universiteit Brussel, and a BA in Law from the Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix in Namur. Teaching at Vesalius College since 2008, she has been a visiting professor on the Drew University Brussels Program and held the position of Resident Director for the BCA Study Abroad Program in Brussels for two years.From 2012 to 2017 Kathleen also held the resident directorship of the Brussels based Internships in Francophone Europe/ Institute for Field Education - (IFE) Programme. Furthermore she also used to work as an editor for the Vlaamse Gemeenschapscommissie, in the Parliament of the Brussels Capital Region and has been teaching Business French at Odisee Univer- sity College/ KULeuven since 2016. She is also working on her Ph.D thesis in Belgian Francophone Literature and Women Studies: “ L’évolution de l’émanicpation de la femme en droit belge, quels liens et quelles interactions avec l’image de la femme dans les oeuvres romanesques de Neel Doff, Marie Gevers, Suzanne Lilar, Lilane Wouters et Eliza Brune” under the supervision of Prof. Gullen- tops at the VUB. Contact Details E-mail: [email protected] Office hours and location: Professor Caenen: Tuesday and Thursday :8h00-8h30 (by appointment only) and 13h-13h30. Other possibilities exist on other weekdays (except Friday) but appointments need to be scheduled a week in advance. Emails will be answered anywhere between 8h AM and 16h00 PM.
    [Show full text]