PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/75096 Please be advised that this information was generated on 2021-09-27 and may be subject to change. Internationale boekkunst in de universiteitsbibliotheek Nijmegen Catalogus van een bijzondere collectie samengesteld door Robert Arpots Inleiding De verzameling Verbeek “Verder is dit jaar binnengekomen het legaat van mr. Verbeek uit Veghel” Aldus het “Jaarverslag van de bibliotheek” in het Jaarboek Katholieke Universiteit 1966-1967. Summierder kan het haast niet, terwijl de verslaglegger hier toch doelt op een van de aardigste aanwinsten van dat jaar. Wie was deze Verbeek? Eduard D.H.M. Verbeek werd geboren op zondag 8 april 1894, in Veghel, als zoon van de chirurg en dorpsdokter dr. Joannes H.H. Verbeek (1863-1950) en Jonkvrouwe Maria Th.H. de Kuyper (1868-1932), dochter van een notaris, die in juli 1891 in het huwelijk waren getreden. 1 Zijn oudste broer, Alphons Verbeek (1893), gepromoveerd in de geneeskunde in Groningen en chirurg in Eindhoven, publiceerde in 1951 zijn jeugdherinneringen onder de titel Dorp in de Meierij2. Het boek, dat de periode van rond de eeuwwisseling tot 1918 bestrijkt, biedt een aardig beeld van de gelukkige jeugdjaren van de broertjes en zusjes Verbeek. Zij groeiden op in Huize Rustplaats in een niet onbemiddeld gezin, met verschillende dienstmeisjes die toen nog Servantes werden genoemd en die onder meer hielpen bij het aan- en uitkleden van de kinderen. “Mijn moeder”, aldus de auteur, “was zacht en beminnelijk”. “Zij symboliseerde ons huis, ons nest, waar wij werden gekoesterd en waar wij het goed hadden. Haar groote gaven hebben het mogelijk gemaakt, dat zij als moeder uitblonk in eenvoud en degelijkheid, zich zelf wegcijferend - maar voor haar kinderen alles ten offer brengend.” De vader daarentegen “was niet altijd gemakkelijk”. Voor hem hadden de kinderen dan ook groot ontzag. “Papa had weinig tijd. Toch waren er oogenblikken, dat hij ons nader kwam en dat hij blijk gaf met ons mede te leven.” Op feestdagen was de dokter een goed verteller en hingen de kinderen aan zijn lippen als hij uitweidde over de Boerenoorlog of de Russisch-Japanse oorlog. Op het erf van de Verbeeks stond een koetshuis en een stal met paarden die tot rijtuigpaarden werden gedresseerd door knecht Jan, in Veghel beter bekend als “Jan van den dokter”. De liefde voor paarden en rijtuigen is Eduard Verbeek altijd bijgebleven, getuige de verschillende werken in zijn collectie over dit onderwerp en de her en der in zijn boeken geplakte ansichtkaarten en postzegels met afbeeldingen van koetsen en paarden. Met hun moeder gingen de kinderen vaak per tram naar Den Bosch om te winkelen, waarna er werd uitgerust in “de Centraal” op de Markt omdat moeder “winkelen zoo vermoeiend vond”. Na de lagere school in Veghel, bezochten de jongens het Canisius College in Nijmegen, intern, want: “Papa meende, dat mijn opvoeding op het college hem betere waarborgen gaf dan een opvoeding thuis [...]. Ik wist bovendien dat ik geen keus had. De motiveering was kort: thuis in het dorp word je niets, je moet er dus uit.” 1. Geboorte- en sterftedatum van Eduard Verbeek zijn afkomstig van zijn grafsteen. Voor gegevens van de ouders cf. Nederland's adelsboek 1904, p.238 en 1933, p.430. Zie ook de overlijden s advertenties van de moeder, De Maasbode 16-8-1932, p.8 en van de vader, De Maasbode 20-2 1950, p.8, met de woonplaatsen, beroepen en huwelijken van de kinderen. 2. A. Verbeek, Dorp in de Meierij, Eindhoven (Lecturis) [1951], 165 p., oplage: 25 exx. H et exemplaar uit de collectie Verbeek heeft als opdracht: “aan Eduard ten geschenke, omdat hij i s aangewezen om 'peter' te zijn van het boek. Phons. 24-XI '51”. - 1 - Zes broers in totaal kwamen op het Canisius College terecht, in kale, kazerne-achtige zalen. Tot zeker 1913 was het regime voor sommige leerlingen hard en ondraaglijk. Eduard Verbeek haalde het diploma Gymnasium A, de overige broers het diploma Gymnasium B 3. Voor de universitaire studie togen de broers naar Utrecht, waar vijf in de voetsporen van hun vader traden en er het artsexamen haalden, terwijl een afstudeerde in de Rechten. Advocaat Mr. E. Verbeek vestigde zich in 1924 in Oirschot. Begin jaren dertig verhuisde hij naar Erp en betrok daar huize Hamsche Hoef. Eind jaren veertig woonde Verbeek in huize Lanckvelt, eveneens te Erp. Tenslotte verhuisde hij halverwege de jaren vijftig naar Veghel, waar hij aan de Dr. Verbeeksingel zijn laatste jaren doorbracht. Rond 1964 zocht Verbeek kontakt met bibliothecaris dr. A.P.M. Kievits, omdat hij zijn belangrijke collectie na zijn dood graag geplaatst zag in de Nijmeegse universiteitsbibliotheek. Mr. E. Verbeek overleed op 7 januari 1966 en werd begraven in Veghel, op het kerkhof van de neogotische, door P.J.H. Cuypers in 1862 ontworpen St. Lambertuskerk. Op de sobere grafsteen staat: “Peregrinatus erat”, waarschijnlijk een contaminatie van “Peregrinator erat” en “Peregrinatus est” (vrij vertaald: hij was een liefhebber van reizen). Mr. Verbeek bleef ongehuwd. Zijn broer Alphons beschreef rond 1950 op de volgende wijze een bezoek aan Eduard: “Op een avond van een gewone dag reed ik met de auto naar huis; het was een prachtige avond en ik had de goede inval een rustpunt te zoeken bij mijn broer, die ik wel weinig zie, maar van wien ik steeds rijker weg ga; het geluk was met mij; ik trof hem aan zijn studeertafel in een volkomen overgave aan de Goethe-studie; hij is een toegewijd ambtenaar, maar daarnaast een verzamelaar en oprecht vereerder van Goethe.” Dit onderdeel van Verbeeks collectie genoot enige bekendheid in den lande. Zo werd dankbaar gebruik gemaakt van zijn Goetheana voor de tentoonstelling Goethe van het Gemeentemuseum in Den Haag, ter herdenking van Goethe's 200ste geboortedag (28 augustus 1949) 4. Uit het voorbericht, geschreven door mr. H. van Riel, blijkt dat Eduard Verbeek niet alleen werken uit zijn verzameling ter beschikking stelde, maar dat ook de catalogus werd gedrukt “naar de denkbeelden van Mr. E. Verbeek”. De volgende nummers in de Goethe-catalogus waren afkomstig uit Verbeeks collectie: 101a, 101c, 101e [edities van Faust], 158-181a [prenten], 187, 190 [nu BA 87], 196 [nu BA 51], 203, 220, 224, 226, 232 [nu BA 396], 233 [nu BA 94], 253, 254 [nu BA 72], 256, 258, 259, 260, 265, 268, 272, 274, 275 [nu BA 80], 277, 285, 290, 291, 292, 293 [nu BA 112], 294, 295, 296, 297 [nu BA 222], 298, 299, 302, 306, 307, 308, 313, 314, 315, 316, 373, 375, 400, 431. Vrij Nederland schreef: “Door gewaardeerde medewerking van buiten, met name door de imposante Goethe- verzameling van mr E. Verbeek te Erp, is verdubbeling van deze ruimte [i.e. de entreezaal] nodig geworden.”5 3. In volgorde van afstuderen: Alphons Verbeek (1910), Eduard Verbeek (1913), Edm. Verbee k (1918), Otto Verbeek (1920), Ferdinand Verbeek (1921) en C. Verbeek (1923); cf. Ons college- jaarboek, Nijmegen 1915 e.v., waar men tevens de universitaire studie van de broers redelijk ka n volgen. Voor een beschrijving van het (strenge) internaatsleven: Gedenkboek St. Canisius-College 1900-1950, [Nijmegen 1950], p.47-56. 4. Goethe. Tentoonstelling in het Gemeentemuseum te 's-Gravenhage ter herdenking van Johann Wolfgang von Goethe geboren 28 augustus 1749, ['s-Gravenhage], L.J.C. Boucher [1949]. 5. Vrij Nederland 27-8-1949, p.7. - 2 - Verbeeks brede belangstelling gold echter zeker niet alleen Goethe. Hij bezat boeken met titels als A history of orgies, Pferderennen, Ships in bottles en Antique pistols, maar ook werken als Vom Wesen ostasiatischer Malerei, The use o f history en Erasmus' Briefe. In juni 1967 arriveerde de collectie Verbeek, die ruim 5000 banden besloeg, in de gloednieuwe universiteitsbibliotheek. Zij bevat voornamelijk 20e-eeuwse literaire werken, boekhistorische naslagwerken, veel publikaties van het Insel-Verlag, alsmede ruim 200 nummers uit de in 1912 door Anton Kippenberg gestartte reeks Insel-Bücherei in originele staat, waardoor niet alleen de typografie maar ook de verschillende bandontwerpen van onder meer Kurt Londenberg en Eugen Sporer goed bestudeerd kunnen worden6. Tevens bevat de verzameling de al eerder vermelde Goetheana, alsmede veel reisverslagen, memoires, een groot aantal boeken over Napoleon en ook ruim 100 oude drukken7. In enkele gevallen zocht Verbeek contact met auteurs of illustratoren. Verschillende boeken uit zijn collectie zijn gesigneerd, bijvoorbeeld door Stijn Streuvels, Marguerite Yourcenar, M. Vasalis en André Maurois. Top Naeff zond Verbeek zelfs een handgeschreven gedicht, gedateerd aug.-sept. 1949, dat door hem werd geplakt in haar biografie van Charlotte von Stein, Goethes vriendin. De Norbertijn Alphons W. van den Hurk uit Heeswijk-Dinther, op hoge leeftijd nog gepromoveerd aan de Nijmeegse universiteit, schonk zijn boek De Norbertijnen [1949] aan Verbeek met de opdracht: “Aan mr. E. Verbeek, den laatste Brabantse Humanist”. Een apart geval vormt Lotte in Weimar van Thomas Mann. Van de Zweedse schilder, graficus en boekkunstenaar Yngve Berg (1887-1963), die de omslag ontwierp, ontving Verbeek in 1939 twee originele geaquarelleerde pentekeningen die de bibliofiel door Brandt & zn. liet meebinden in een nieuwe geiteleren band. Acht jaar later, op 29 augustus 1947, toog Verbeek met hetzelfde boek naar Rotterdam, om het te laten signeren door de 72-jarige auteur die daar toen korte tijd verbleef8. Gelukkig behoorde Verbeek tot het soort verzamelaars dat in hun boeken aantekent waar en wanneer ze gekocht zijn. Daarom kan deze reizende bibliofiel gevolgd worden op zijn tochten naar Parijs in 1934, naar Anderlecht in juni 1935 waar hij het Erasmushuis bezocht, naar Frankfort in 1937 en naar Amsterdam in de zomer van 1938 waar hij de tentoonstelling “Honderd jaar Fransche kunst” bezocht in het Stedelijk Museum.