Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 bron Handelingen der jaarlijksche algemeene vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, over het jaar 1874-1875. E.J. Brill, Leiden 1875 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa002187501_01/colofon.htm © 2004 dbnl 3 Handelingen der algemeene vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, gehouden aldaar den 24sten Juni 1875, in het gebouw van de ‘Maatschappij tot Nut van 't Algemeen’. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 5 Tegenwoordig de Leden van het Bestuur: Prof. M. de Vries, Voorzitter; Prof. R. Fruin; Prof. A. Kuenen; Dr. W. Pleyte; Dr. W.N. du Rieu, Penningmeester; Dr. H.C. Rogge, Bibliothecaris; Dr. J. Verdam, Secretaris. Het eerelid: Dr. J.T. Bergman, en de Leden: H.M.C. van Oosterzee, Dr. A. de Jager; A. Perk; Dr. M.F.A.G. Campbell; Mr. H. Obreen; B.W. Wttewaall; F. de Stoppelaar; James de Fremery; Dr. W. Scheffer; A.W. Sijthoff; D.A. Thieme; F.A.F. Delprat; W.P. Wolters; Mr. D.J. Scherer; Mr. H. Gerlings Cz.; Martinus Nijhoff; Jhr. J.E.H. Hooft van Iddekinge; Mr. C. Vosmaer; Ds. J.A. van Hamel; Ds. J.E. Inckel; Dr. T.C.L. Wijnmalen; D.J. den Beer Poortugael; J. Tideman; Mr. B. Th. Baron van Heemstra van Froma en Eibersburen; Dr. G.D.J. Schotel; Dr. A.R. Ruitenschild; Prof. C.P. Tiele; P.A. Tiele; Mr. W. van der Kaay; Johs. Hilman; Mr. A.W. Jacobson; M.D. de Bruyn; Prof. J.H. Scholten; P.J. Andriessen; J.H. Eichman; J.M.E. Dercksen; W.J. Hofdijk; Dr. W.H.D. Suringar; Mr. D.H. Levyssohn Norman; Dr. J. Nolet de Brauwere van Steeland; Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 6 D.F. van Heyst; Prof. J.W.L. Smit; Prof. T. Zaaijer; Ds. W. de Meyier; Dr. J.C. Drabbe; Ds. F.H.G. van Iterson; Mr. M.M. von Baumhauer; Mr. C.H.B. Boot; Prof. J.J. Prins; Prof. S. Vissering; Prof. L.W.E. Rauwenhoff; Dr. J.A. Lamping; Jhr. Mr. V.E.L. de Stuers en Prof. J.E. Goudsmit. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 7 [Toespraak van de voorzitter M. de Vries] Te 11 uren opent de Voorzitter de Vergadering met de volgende toespraak: M.H.G.M. De wet, onder wier bedeeling wij sinds drie jaren leven, heeft de taak van den Voorzitter bij de opening van de Jaarlijksche Vergadering onzer Maatschappij gemakkelijker gemaakt dan zij placht te wezen. De verplichting, die vroeger op hem rustte, om bij die gelegenheid ‘den staat der Maatschappij en hare voornaamste lotgevallen gedurende het afgeloopen jaar’ te vermelden, is van zijne schouderen afgenomen. De Secretaris geeft u van dat alles een getrouw verslag; de Voorzitter heeft niets anders te doen, dan de Vergadering met eene toespraak te openen, maar de maat en de inhoud van die toespraak zijn geheel aan zijne vrije keus overgelaten. Hij gaat daarbij naar de inspraak van zijn gemoed en de behoeften van het oogenblik te werk. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 8 Ik moet bekennen, dat deze gunstige wetsbepaling mij ditmaal uitnemend te stade komt, nu ik weder ben opgetreden om u in deze jaarlijksche bijeenkomst welkom te heeten. Het feestgedruisch, waarvan onze stad in de laatste dagen weergalmde bij de hernieuwde viering van het jubeljaar der Leidsche Hoogeschool, was weinig geschikt om zich voor eene uitgewerkte toespraak in eene wetenschappelijke vergadering voor te bereiden, en het zou onbescheiden zijn te veel van uwe aandacht te vergen op een dag, die de feestvreugde nog eenmaal doet herleven, om heden avond de lange rij der genietingen met een schitterend slot te bekronen. Of men wellicht niet beter, althans wellevender, gehandeld had door eene Maatschappij als die der Nederlandsche Letterkunde, die nevens de Hoogeschool een sieraad is van het Leidsch Atheen, niet te verstoren in hare gezellige bijeenkomst, is eene andere vraag. Maar nu men eenmaal goedgevonden heeft zich om haar niet te bekreunen, nu eenmaal een deel van het genot, dat wij in ons samenzijn hoopten te smaken, in het feestgewoel der burgerij verzwolgen moet worden, nu behooren wij ons wel aan die beslissing te onderwerpen. Ik mag dus uwe aandacht niet vermoeien met eene lange toespraak. Ik moet mij bepalen tot een korten, maar hartelijken welkomstgroet. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 9 Er is nog eene andere reden, die mij noopt niet alles uit te spreken wat mij heden op het hart ligt, en dat ik niet nalaten zou voor u uit te storten wanneer wij in kalmer stemming verkeerden. Een groot gedeelte der openingsrede van den Voorzitter pleegt gewijd te zijn aan de herdenking onzer afgestorven leden. Ook in dit jaar heeft de dood zware offers van ons gevorderd. Maar ik vraag u: is het heden, te midden der nog jubelende feestviering, de gepaste gelegenheid om ons te verdiepen in de herinnering onzer betreurde vrienden, of hunne verdiensten te schetsen, met dien eerbied dien de nagedachtenis van zulke dooden vereischt? Zijn wij heden in de ware stemming, om eene dankbare hulde te brengen aan mannen als ROVERS , VAN DER BOON MESCH , EBBINGE WUBBEN , DE FREMERY , KOENEN , MEYBOOM , BOSSCHA , TEN BRINK en MULLER , of aan onze buitenlandsche leden C.L. GROTEFEND en EDGAR QUINET ? Zeker mogen wij ons verheugen, dat het getal van hen, die wij verloren, ditmaal geringer was dan in de meeste vroegere jaren. Nog in het vorige jaar herdacht ik aan achttien binnenlandsche en vier buitenlandsche leden, die ons ontvallen waren: thans bedraagt het getal slechts de helft van die beide cijfers. Doch al zijn onze verliezen niet talrijk, zij wegen zwaar; want onder de namen, die ik u noemde, zijn Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 10 er sommige, die met roem in de gedenkrol onzer letterkunde staan aangeschreven, geen enkele is er, die niet de herinnering opwekt aan groote verdiensten, en niet door talrijke vrienden met weemoed betreurd wordt. Een voormalig Voorzitter onzer Maatschappij, schitterende sieraden der classieke en der vaderlandsche letterkunde, onvermoeide geschiedvorschers, roepen ons die namen voor den geest. Een hunner, de uitstekende BOSSCHA, was 54 jaren lang aan onze Maatschappij verbonden; twee anderen, VAN DER BOON MESCH en MULLER, hadden haar bijna eene halve eeuw tot sieraad verstrekt. Sommigen plachten onze jaarlijksche vergaderingen getrouw te bezoeken en hunne belangstelling in onze Vereeniging met daden te betoonen: wie denkt niet met dankbaarheid aan onzen KOENEN, aan wien onze instelling zulke groote verplichtingen heeft, die meer dan eenig ander lid, buiten Leiden woonachtig, haar een warm hart toedroeg, en geene gelegenheid verzuimde om haar met raad en daad te steunen? Maar ik mag over dit alles hier niet breeder uitweiden. In de levensschetsen, die wij u in een volgenden bundel hopen aan te bieden, zal aan de verdiensten onzer afgestorvenen rechtmatige hulde worden gebracht, en menige herinnering van liefde, van eerbied, van dankbaarheid, zal in onzen geest verrijzen, als wij hun beeld in levendige Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 11 trekken geteekend zien; menig voorbeeld zal ons opwekken tot edelen naijver om voor de wetenschap, voor de letterkunde en voor het vaderland te arbeiden zooals door hen gearbeid is. Van de herdenking onzer dooden keer ik tot den aanblik van het leven terug. En dan mag ik mij in de eerste plaats verheugen, zoovelen in bloei en kracht gespaard te zien, wier werkzaamheid sedert lang voor onze Maatschappij een zegen is, en nog lang een zegen moge blijven. Dan mag ik vooral ons gelukkig roemen, dat wij ons Leidsche Eerelid nog in ongeschokten welstand aan onze bijeenkomst deel zien nemen. Vóór eenige weken mocht ons Bestuur hem begroeten, om hem geluk te wenschen met de vervulling van zijn tachtigste levensjaar, en hem onzen innigen dank te betuigen voor alles wat onze instelling gedurende zoovele jaren aan zijne kennis en zijnen ijver te danken had. Maar heden, nu wij gedenken dat onze Maatschappij hem juist eene halve eeuw aan zich verbonden mocht zien, nu willen wij de uitdrukking van ons gevoel hier openlijk en luide herhalen, en brengen onzen BERGMAN als jubilaris eenstemmig onze hulde, onzen heilwensch en onzen dank. De beknoptheid, die ik betrachten moet, ontslaat mij van de verplichting om ook nu weder de klachten Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 12 aan te heffen, die ik bij vorige gelegenheden zoo menigmaal deed hooren over den onvoldoenden staat waarin onze Maatschappij verkeerde, en de gebrekkige wijze waarop zij aan hare roeping voldeed. Maar al wederhield mij deze bedenking niet, toch zou de billijkheid mij nopen ditmaal een anderen toon aan te slaan. Het afgeloopen jaar is voor onze Maatschappij niet onvruchtbaar geweest, het heeft meer blijken opgeleverd van leven en opgewektheid. De uitgave der Tweede Partie van MAERLANT'S Spiegel Historiael werd geregeld voortgezet, nieuwe werkzaamheden werden beraamd en voorbereid, onze boekerij werd met belangrijke aanwinsten verrijkt, de beraamde plannen om haar eene veilige bewaarplaats te verzekeren kwamen tot rijpheid, en binnenkort mogen wij de uitvoering te gemoet zien. Maar bovenal in de Maandelijksche Vergaderingen was een aanmerkelijke vooruitgang te bespeuren. Moesten wij in vorige jaren wel eens klagen, dat die bijeenkomsten slecht bezocht en onbeduidend waren, thans heeft eene openhartige bespreking van de oorzaken van dat verschijnsel, en van de middelen om het te herstellen, tot werkelijke verbetering geleid. Menige avond was rijk aan nuttige leering en opwekkend onderhoud op het gebied van de vakken, die tot onzen werkkring behooren. In het Verslag van onzen Secretaris zult gij van dit alles de Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875 13 nadere bijzonderheden vernemen.
Recommended publications
  • Geleerdheids Zetel, Hollands Roem!
    Geleerdsheids zetel, Hollands roem! Het literaire leven in Leiden 1760-1860 Honings, R.A.M. Citation Honings, R. A. M. (2011, October 5). Geleerdsheids zetel, Hollands roem! Het literaire leven in Leiden 1760-1860. Primavera Pers, Leiden. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/17893 Version: Publisher's Version Licence agreement concerning inclusion of doctoral License: thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/17893 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Geleerdheids zetel, Hollands roem! Doch, altijd my zoo dierbre wallen, Geleerdheids zetel, Hollands roem! Gy zaagt mijn ouderdom vervallen, Maar ook mijns levens eerste bloem. Willem Bilderdijk ‘Afscheid aan Leyden’ (1827) Voorwoord Dit boek gaat over het literaire leven in Leiden, door Eep Francken, Paul Hoftijzer en Willem Otterspeer. auteurs wel aangeduid als het ‘Bataafsch Athene’, een Zij hebben mijn werk met belangstelling gevolgd en stad met een rijke historie. Veel plekken in de stad zijn mij met hun kritische commentaar voor menige mis- ‘lieux de mémoire’, plaatsen van herinnering, waar stap behoed. men de geschiedenis kan proeven. De historie ligt Mijn voorliefde voor de negentiende eeuw en voor voor het oprapen en alle plekken vertellen hun eigen Bilderdijk heb ik te danken aan Peter van Zonneveld. verhaal, of het nu gaat om het Van der Werf-park, waar Hij maakte zijn studenten met mooie verhalen en in 1807 het befaamde kruitschip ontplofte, of de huizen anekdoten attent op de aanwezigheid van de geschie- op het Rapenburg. Steeds als ik Rapenburg 37 passeer, denis in hun omgeving en wist met zijn colleges bij links van de Bibliotheca Thysiana, moet ik wel even mij een gevoelige snaar te raken.
    [Show full text]
  • Princely Patronage and Patriot Cause: Corruption and Public Value Dynamics in the Dutch Republic (1770S–1780S)
    Public Integrity ISSN: 1099-9922 (Print) 1558-0989 (Online) Journal homepage: http://www.tandfonline.com/loi/mpin20 Princely Patronage and Patriot Cause: Corruption and Public Value Dynamics in the Dutch Republic (1770s–1780s) Toon Kerkhoff To cite this article: Toon Kerkhoff (2016) Princely Patronage and Patriot Cause: Corruption and Public Value Dynamics in the Dutch Republic (1770s–1780s), Public Integrity, 18:1, 25-41 To link to this article: http://dx.doi.org/10.1080/10999922.2015.1093403 Published online: 09 Dec 2015. Submit your article to this journal View related articles View Crossmark data Full Terms & Conditions of access and use can be found at http://www.tandfonline.com/action/journalInformation?journalCode=mpin20 Download by: [Universiteit Leiden / LUMC] Date: 10 December 2015, At: 03:05 Public Integrity, 18: 25–41, 2015 Copyright © American Society for Public Administration ISSN: 1099-9922 print/1558-0989 online DOI: 10.1080/10999922.2015.1093403 Princely Patronage and Patriot Cause: Corruption and Public Value Dynamics in the Dutch Republic (1770s–1780s) Toon Kerkhoff Leiden University While the usefulness of historical insight is often implicitly recognized in public values studies, it is rarely expressed in actual historical research. This article argues that historical analysis is well equipped to investigate public values and their dynamics (i.e., change and continuity over time). To illustrate this argument, the article presents a corruption scandal involving the regent Hugo Repelaer in the Dutch Republic of the 1770s and 1780s. The article shows how patronage and other forms of political behavior were contested on the basis of new and/or reemphasized public values and political principles, such as popular sovereignty and representation.
    [Show full text]
  • Beelaerts Van Blokland
    Nummer Toegang: 2.21.253 Inventaris van het archief van de familie Beelaerts (van Blokland) en aanverwante families, (1381) 1505- 2001 (2007) Versie: 14-06-2020 H.H. Jongbloed, G. Beelaerts van Blokland Nationaal Archief, Den Haag 2014 This finding aid is written in Dutch. 2.21.253 Beelaerts van Blokland 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................7 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................9 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................9 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................9 Materiële beperkingen................................................................................................................9 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 9 Citeerinstructie............................................................................................................................ 9 Archiefvorming.........................................................................................................................10 Geschiedenis van de archiefvormer..........................................................................................10 Geschiedenis van het archiefbeheer..........................................................................................11
    [Show full text]
  • Marita Mathijsen Boeken Onder Druk Censuur En Pers-Onvrijheid in Nederland Sinds De Boekdrukkunst Amsterdam University Press Boeken Onder Druk
    onder redactie van Marita Mathijsen Boeken onder druk Censuur en pers-onvrijheid in Nederland sinds de boekdrukkunst Amsterdam University Press Boeken onder druk boeken onder druk.indd 1 29-04-11 13:13 boeken onder druk.indd 2 29-04-11 13:13 boeken onder druk Censuur en pers-onvrijheid in Nederland sinds de boekdrukkunst Onder redactie van Marita Mathijsen Amsterdam University Press boeken onder druk.indd 3 29-04-11 13:13 Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van de Faculteit der Geestes­ wetenschappen, Universiteit van Amsterdam Afbeelding omslag: Censuur 2006, Pieter Jonker, conceptueel kunstenaar, Oosterhout en Titelblad van de Index Librorum Prohibitorum, versie Paus Benedictus XIV, 1758. Ontwerp omslag: Kok Korpershoek, Amsterdam Ontwerp binnenwerk: ProGrafici, Goes isbn 9789089643063 e­isbn 9789048513727 nur 615 © Marita Mathijsen / Amsterdam University Press, 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla­ gen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
    [Show full text]
  • 1885 Jaargang 3 (Iii)
    VAN HET EALQGISC -HERALDIEK GENOOTSCHAP DF1 NEDERLANDM’XE LEEUNT. I c 3” Jaargang 1885. INHOUD, Bladz. Namen der beuoemde leden .................. .. ...... 1, 20, 62, 85 Huwelijksche Voorwaarden t,usschen Otto va.n Egmond en Kathel>-na van Raaphorst. .......... 1 Ecnige aunteekeningen betreMende het geslacht van Assendelft ...... ............. 2 Adriana de Hollands .................................. 4 Eenige aanteekeningen uit de huwelijksregisters van Beverwijk ................. 4, 25 Boekwerken vac 1870 tot en met 1888 in Nederland verschenen op het gebied WIJ nxpen-, geslacht- en zegelkunde . 5 Boekaankondiging. ......... ........................ 6. 94 Familieberichten .................... 6, 23, 25 33, 43, 49, 58, 66, 74, 81, 90, 97 Advertentie ....................... ........... 8 Mr. Gare1 Joseph van der Muelen (met wapen-afbeelding) .......... ........... 9 Mr. Pieter VerI,oren van Themaat (met wapen-afbeelding). .... - .... ............ 10 Genealogie van het geslacht Maleprade ................ ........... 11 Geslacht Hamer ........................ ......... 12, 63, 95 Gesincht, Roels ........................ ......... 13, 21 Adriaan Lodewijk Krook van Harpen (met wapen-afbeelding) ........ ............ 17 Boekwerken, enz., ontvangen voor de bibliotheek en het archiet ....... ....... 17, 45, 69, 94 Grafsteenen en wapenborden in de kerk te Hallum ............ ............18 Geslacht van der Goes. ................................. 21 Het geslacht. d’Ailly. ...................... 22 Verschillende opgaven voor een wapen. Donker en
    [Show full text]
  • Weldenkende Burgers En Oranjeliefhebbers
    Weldenkende burgers en Oranjeliefhebbers DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 1 25-03-14 10:29 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Afbeelding op het omslag: stadhuis van Leiden. Tekening door J. de Breijer, 1751. Rijksmuseum Amsterdam RP-T-1959-72. Dit proefschrift heeft geen eigen isbn. Het isbn van de handelsuitgave is 978-90-8704-446-6. ©2014 Erik Halbe de Jong & Uitgeverij Verloren Torenlaan 25, 1211 ja Hilversum www.verloren.nl Omslagontwerp: Robert Koopman, Hilversum Typografie: Rombus, Hilversum Druk: Wilco, Amersfoort Bindwerk: van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the publisher. DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 2 25-03-14 10:29 Weldenkende burgers en Oranjeliefhebbers Patriotten en Prinsgezinden in Leiden 1775-1795 Right-thinking citizens and Orange devotees Patriots and Orangists in Leyden 1775-1795 (with a summary in English) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 9 mei 2014 des middags te 4.15 uur door Erik Halbe de Jong geboren op 17 januari 1946 te Alblasserdam DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 3 25-03-14 10:29 Promotor: Prof.dr. M.R. Prak DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 4 25-03-14 10:29 Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 9 2 Patriotten en Prinsgezinden 26 3 Leidse conflicten en de theorie van de collectieve actie 47 4 Textielstad in verval 63 5 Stadsbestuur
    [Show full text]
  • Historisch Deel Ii Ned. Adelsboek
    ‘% DeNiderlandsche Adel (HISTORISCH GEDEELTE) IIE UITGAVE A-Z 1930 N.V. BOEKHANDEL V/H W. P. VAN STOCKUM 6 ZOON ‘S-GRAVENHAGE - VOORWOORD. Gevolg gevende aan het in de eerste uitgave van dit boekie kenbaar gemaakt voornemen, verschiint thans na 5 jaar voor de tweede maal het ,,Historisch Gedeelte” van den Nederlandschen Adel: In deze 5 iaren ontvingen 14 personen een adelsdiploma en wel 12 een van verhueffing, 1 een van erkenning en 1 een van inlijving; a1 deze per- sonen behoorden echter tot geslachten, waarvan reeds takken van Nederl. Adel waren, zoodat geen nieuwe namen aan de Nederlandsche Adelliike eeslachten werden toegevoegd. DaarentegenYfièrven in dit tijdvak 6 geslachten in man- nelijke lijn uit (van Braam, von Daehne, Dommer van Poldersveldt, Fagel, Gansneb genaamd Tengnagel en Vrijt- hoff), terwijl in deze 5 jaar zes geslachten geheel uit- stierven (Fabricius, Klerck, van Plettenberg, Rochussen, de Sinhers ther Borch en Sineendonck). Behalve deze veranderingen is in dit nieuwe- boekje ‘voor een 25-ta1 geslachten de stamreeks hooger opgevoerd vermeld, terwijl verder bij verschillende geslachten meer of minder be- langrijke verbeteringen werden aangebracht. Onder den naam van elk geslacht is thans vermeld in welken jaargang van het Ned. Adelsboek voor het laatst de stamreeks is opgenomen. De Redactie hoopt na vijf jaren weder een nieuwe uit- gave van het ,,Historisch Gedeelte” te kunen aanbieden. De Redactie W. J. J. C. BIJLEVELD. W. WIJNAENDTS VAN RESANDT. Dr. E. B. F. F. Baron WITTERT VAN HOOGLAND. D’ABLAING VAN GIESSENBURG Str. jg. 1912. Protestant. - Esquerchin bij Daornik. - De stamreeks vangt aan met Piérart Dablain, wonende te Esquerchin, die in 1454 overleed.
    [Show full text]
  • De Patriottentijd. Deel 1: 1776-1784
    De patriottentijd. Deel 1: 1776-1784 H.T. Colenbrander bron H.T. Colenbrander, De patriottentijd. Hoofdzakelijk naar buitenlandsche bescheiden. Deel 1: 1776-1784. Martinus Nijhoff, Den Haag 1897 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cole002patr01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven H.T. Colenbrander V AAN MIJN OUDERS. H.T. Colenbrander, De patriottentijd. Deel 1: 1776-1784 VII [Woord vooraf] Wij Nederlanders zijn voor het meerendeel nog niet geneigd veel notitie te nemen van onze geschiedenis van vóór den tachtigjarigen oorlog. Eerst dan beginnen onze voorouders, in onze schatting, een stuk te spelen waarnaar het de moeite loont te kijken. Een lang stuk is het, waarvan de eerste bedrijven onze aandacht sterk spannen, de middenste met een rustiger welgevallen door ons worden aangezien, en de laatste door hun eindelooze herhalingen ons doen geeuwen. Altijd blijft het spel in denzelfden serieuzen stijl; wij gaan het vertoonde onbelangrijk vinden, maar wat niet verandert is de ernst en deftigheid der vertooners. Tot zij op eens, zonder dat het scherm neer is geweest, tot een onnatuurlijk rumoerige klucht overgaan, van de soort die ons vreemd doen opkijken maar niet vroolijk maken. Wij begrijpen die zenuwachtige drukte niet van dezelfde lieden, die wij zoo pas in alle afgemetenheid een heel andere rol zagen vervullen; het wordt ons niet duidelijk, waarom zij nu al die grimassen maken, en waarom zij die zóó maken en niet anders. Het nastukje verveelt ons nog veel eerder dan het lijzige slot van het drama van daareven. Het lucht ons op als eindelijk de lange pruisische grenadier komt en al die potsenmakers in eens van het tooneel jaagt, waar het dan, voor een korte poos tenminste, weer stil en saai wordt als te voren.
    [Show full text]
  • Martelaren in Dordrecht En Breda
    1 MARTELAREN IN DORDRECHT EN BREDA DOOPSGEZIND MARTELAREN GELOOFD, DAARNA GEDOOPT GEDOOPT, DAARNA GEDOOD UIT: Bloedigh tooneel der Doops-gesinde en weerelose christenen door Tieleman Jansz van Braght Samengesteld Willem Westerbeke STICHTING GIHONBRON MIDDELBURG 2017 2 INHOUD VOORWOORD 1. Thieleman Janszoon van Braght 29 Januari 1625 – 7 October 1664 2. Bloedigh tooneel der Doops-gesinde en weerelose christenen 3. Over ketters en kerkvolk, notabelen en nieuwe rijken, socialisten en liberalen, vrijzinnigen en orthodoxen, heterodoxen en homoseksuelen, lesbo's en ander ongeregelden. 4. Slotopmerking over diep verval 5. Joris Wippe, Joostenszoon te Dordrecht gedood. 1558. 6. Dirk Willemsz. Levend verbrand, 1569. 7. Digna Pietersd. verdronken 8. Vernieuwing van de voorgaande bloedige plakkaten van de keizer Karel V door Philips de IIe koning van Spanje, tegen de Doopsgezinde of zogenoemde Wederdopers. Anno 1556. 9. 10 personen zo mannen als vrouwen, om het getuigenis van Jezus Christus te Dordrecht verbrand, omtrent het jaar 1570. 10. Zeven broeders te Breda. Anno 1572. 11. JAN WOUTERSz (VAN CUYYCK) te Dordrecht 12. Jan Woutersz. van Kuyk (Cuyck) en Adriaanken Jans van Molenaarsgraaf, beide om het getuigenis van Jezus Christus te Dordrecht verbrand. 1572. Brieven verzonden aan zijn vrouw, kind en Stadsbestuur 13. Een brief van Adriaanken Jansdochter van Molenaars Graaf, geschreven aan haar man, daar ze in de gevangenis lag op de Vuil Poort te Dordrecht en daar op de 28e Maart met Jan Wouters van Cuijk verbrand is, als tevoren is aangewezen. 3 VOORWOORD Erg verdrietig is het dat de historie en de getuigenissen van de martelaren die beschreven worden door Th. J. van Braght zo weinig bekend zijn! Gelijk met het Hervormingswerk in de Nederlanden door Luther, Zwingli, Bullinger en Calvijn mogen we zeker wel Menno Simons noemen.
    [Show full text]
  • Occhio! Verborgen Tekeningen Uit Italië
    Occhio! Verborgen tekeningen uit Italië Tentoonstelling Universiteitsbibliotheek Leiden, 12 mei – 27 september 2012 Han Harthoorn, Joost Joustra, Jef Schaeps, Gert Jan van der Sman 2018 ________________________________________________________________ INHOUD Inleiding ............................................................................................................. 4 1. Herkomst van de tekeningen ......................................................................... 4 2. Selectie .......................................................................................................... 5 3. Wetenschappelijke aspecten .......................................................................... 6 4. Het technische onderzoek.............................................................................. 6 4.1. Onderzoeksmethoden ............................................................................. 7 4.2. Tekenmaterialen ..................................................................................... 8 1. Renaissance en maniërisme ......................................................................... 15 2. Barok ........................................................................................................... 59 3. Landschappen .............................................................................................. 89 Bibliografie .................................................................................................... 110 Colofon .........................................................................................................
    [Show full text]
  • Collectie 1902, 1218-Ca.1830
    Nummer Toegang: 1.11.04 Inventaris van de collectie 1902, 1218-ca.1830 Versie: 04-03-2020 C.H. van Marle, W.W. van Driel Nationaal Archief, Den Haag 1979 This finding aid is written in Dutch. 1.11.04 Collectie 1902 ARA 3 INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief......................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................................................6 Beperkingen aan het gebruik......................................................................................................6 Materiële beperkingen................................................................................................................6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer...........................................................................................7 De verwerving
    [Show full text]
  • Amerika in Dordrecht. Een Allegorie Op Het Verdrag Van 1782 in Een
    Amerika in Dordrecht Een allegorie op het verdrag van 1782 in een Dordtse koopmanswoning Josephina de Fouw America in Dordrecht. An allegory on the treaty of 1782 in a merchant’s house On 8 October 1782 the Dutch Republic and the United States signed a Treaty of Amity and Commerce in The Hague. This article focuses on a remarkable overdoor painting with an allegorical representation of the treaty. The painting, nowadays in the Rijksmuseum collection, was commissioned by Jan Rens Jansz. (1726-1798), a sugar refiner, for his house in Dordrecht. A study into the interior of the building reveals how Rens in a unique way expressed his political views in the privacy of his house. By looking at Rens’s personal circumstances and the political situation in Dordrecht, the article points out what drove Rens to pro- pagate the treaty so explicitly. The case demonstrates the extent to which Dutch merchants were engaged in the treaty with the United States. Op 19 april 1782 erkende de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als tweede natie ter wereld de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.* Een half jaar later werd in de Trêveszaal het ‘tractaat van vriendschap en commer- cie’ getekend. Dit verdrag is het onderwerp van een bijzonder bovendeurstuk dat de Dordtse suikerraffinadeur Jan Rens Jansz. (1726-1798) liet maken voor zijn huis aan de Nieuwe Haven 32. Dit bovendeurstuk, dat zich tegenwoordig in het Rijksmuseum bevindt, is namelijk het enige bekende voorbeeld van een interieurschildering met dat ver- drag als onderwerp.1 De schildering vormde deel van een campagne waarbij het gehele interieur en de gevel naar de smaak van Rens en de tijd werden ver- bouwd in neoclassicistische stijl.
    [Show full text]