Een Atmosfeer Van Goud. Beeldende Kunst in Het Vroege Werk Van Louis Couperus

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Een Atmosfeer Van Goud. Beeldende Kunst in Het Vroege Werk Van Louis Couperus EEN ATMOSFEER VAN GOUD. BEELDENDE KUNST IN HET VROEGE WERK VAN LOUIS COUPERUS Anne VAN BUUL Abstract – In the works of Louis Couperus, visual arts are omnipresent. In his journalistic works as well as in his poems and novels, Couperus often refers to artists and art works. This article explores the various functions fulfilled by references to and descriptions of art in three of Couperus’ early works: Reis-impressies (1896), Metamorphose (1897), and Langs lijnen van geleidelijkheid (1900). Couperus incorporated not only impressions of classical and renaissance art that he saw on his trips to Italy, but also contemporary art from artists with whom he was acquainted. However, the references to these different kinds of art (in the form of references, allusions, or ekphrastic descriptions) fullfill similar functions in Couperus’ work: they emphasize the themes of the works or accompany poetical reflections on the task of artists and writers. In de roman Metamorfoze (1897), waarin Louis Couperus het verloop van zijn schrijverschap tot dan toe beschrijft, legt het hoofdpersonage Hugo Aylva een grote interesse voor beeldende kunst aan de dag. Hij leest ‘een boek over de renaissance, een boek over Griekse sculptuur’(VW 13: 27) en raakt op een reis naar Italië onder de indruk van de kunstwerken waarover hij in die boeken heeft gelezen. Zo verging het ook Couperus zelf, op wiens vroegste werken de omgang met beeldende kunst direct een weerslag heeft gehad. In zijn twee vroege dichtbundels, in zijn journalistieke werk en in zijn romans wordt herhaaldelijk melding gemaakt van en gezinspeeld op kunstenaars en kunstwerken. In die teksten vervullen de verwijzingen naar en beschrijvingen van kunst verschillende functies. In deze bijdrage wil ik laten zien op welke manieren beeldende kunst een rol kan spelen in het werk van Couperus. Omdat het in het bestek van dit artikel niet mogelijk is om alle verwerkingen van beeldende kunst in Coupe- rus’ oeuvre te beschrijven, beperk ik mij tot een aantal voorbeelden uit zijn vroege werk. Allereerst maak ik een kort uitstapje naar beeldende kunst in Couperus’ gedichten en in zijn debuutroman Eline Vere (1889) om daarmee iets van zijn kunstopvatting duidelijk te maken. Vervolgens beperk ik mij tot de analyse van drie werken uit het laatste decennium van de negentiende eeuw * De auteur was verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze in 2013 haar proefschrift verdedigde. Spiegel der Letteren 55 (3), 327-346. doi: 10.2143/SDL.55.3.2990700 © 2013 by Spiegel der Letteren. All rights reserved. 996559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd6559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd 327327 112/09/132/09/13 114:304:30 328 ANNE VAN BUUL die wat de verwijzingen naar beeldende kunst betreft een eenheid vormen, namelijk Reis-impressies (gebundeld in 1894, aangevuld in 1896), Metamorfoze (1897) en Langs lijnen van geleidelijkheid (1900). In deze teksten zijn de reis- ervaringen verwerkt die Couperus opdeed tijdens zijn eerste drie reizen naar Italië in de jaren 1893-1896. Couperus bezocht op die reizen onder andere Florence, Rome, Napels en Venetië, waar hij in musea kennismaakte met de Griekse en Italiaanse kunst uit de oudheid en de renaissance.1 Op enkele kunstwerken die hem in het bijzonder raakten, komt hij in deze literaire werken herhaaldelijk terug. Daarnaast vinden we er verwijzingen naar eigen- tijdse kunst en beschrijvingen van fictieve of imaginaire kunstwerken. Hoe verschillend de genoemde kunstwerken ook zijn, het zal blijken dat deze voor Couperus een vergelijkbare betekenis hadden en dat ze op soort- gelijke manieren een rol spelen in zijn literaire werk. De analyse van de manier waarop beeldende kunst in Couperus’ werk kan functioneren, kan een bijdrage leveren aan de interpretatie van deze teksten. Dit onderzoek laat zien hoe bepaalde thema’s, motieven en poëticale opvattingen door middel van verwijzingen naar en interpretaties van kunst op de voorgrond treden en hoe de visuele artefacten waaraan gerefereerd wordt bijdragen aan de betekenis van de literaire tekst. Het gaat mij er hier niet om te achterha- len in welke mate de schrijver het kunstwerk ‘adequaat’ heeft weergegeven, maar om te onderzoeken op welke manier een kunstwerk transformeert en functioneert in een literaire context. Ekphrasis and beyond Als het gaat om teksten over beeldende kunst denkt men in eerste instantie aan de aloude traditie van ekphrasis. De term ekphrasis (afgeleid van het Griekse ekphrazein: vertellen, uitspreken) is door de tijd heen op verschil- lende manieren gedefinieerd. Deze definities zijn herhaaldelijk opgesomd en vergeleken. Ook de geschiedenis van het genre is al meermaals verhaald.2 Uit dergelijke studies blijkt dat ‘ekphrasis’ een parapluterm is voor verschil- lende manieren waarop een visueel object in woorden kan worden vertaald. Algemeen gezegd zijn ekphrastische teksten verbale representaties van visuele representaties waarbij een of meerdere gefixeerde beelden (imaginair of 1 Zie over Couperus en Italië o.a. Devoldere 1991, Koch 1995 en Kemperink 2003. Vanaf 1900 maakte Couperus opnieuw talrijke reizen naar Italië. Ook deze hebben een weerslag gehad op zijn literaire werk. 2 Zie bijvoorbeeld de studies van Heffernan 1993, Wagner 1996, Robbillard e.a. (red.) 1998 en Cheeke 2008. 996559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd6559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd 328328 112/09/132/09/13 114:304:30 EEN ATMOSFEER VAN GOUD 329 bestaand) worden omgezet in woorden, in literaire of niet-literaire vorm.3 Een treffende definitie van ekphrasis geeft Helen Wilcox: ‘Ekphrastic wri- ting is a form of reliving – inevitably in part and in another medium – the techniques, memories or effects of the original artwork by means of a verbal re-creation’ (Wilcox 1998, 216). Een ekphrastische tekst kan een beeld nooit volledig en precies imiteren, hij is altijd een interpretatie, een ‘re- creation’ van dat beeld.4 Ekphrasis kan een vorm van indirecte intermedialiteit genoemd worden, waarbij twee media (tekst en beeld) bijdragen aan de betekenis van een artefact, maar slechts één medium direct aanwezig is (Wolf 1999, 42). De relatie tussen woord en beeld wordt dan in het hoofd van de lezer gelegd. Naast de klassieke ekphrasis, waarbij een beschrijving wordt gegeven van een visueel object, kunnen andere vormen onderscheiden worden waarin een artefact in een literaire tekst aanwezig is of wordt opgeroepen en daarin een bepaalde functie vervult. Zo kan er ook sprake zijn van een minder beschrij- vende vorm van indirecte intermedialiteit in teksten. Yacobi gebruikt in die gevallen de term ‘ekphrastisch model’. Een kunstwerk wordt dan niet in zijn geheel beschreven, maar de tekst representeert dan een bepaald aspect van een kunstwerk, een gemene deler tussen tekst en beeld (een topos, thema, stijl of traditionele figuur) die niet uniek is voor, en abstracter is dan een specifiek kunstwerk (Yacobi 1998). Een laatste manier waarop beeldende kunst indirect aanwezig kan zijn in een tekst is in de vorm van referenties of allusies. Expliciete referenties aan beeldende kunst (mentions), en ook meer impliciete allusies op een beeld kunnen gezien worden als een vorm van intertekstualiteit en zouden met de term ‘iconotekst’ kunnen worden aangeduid.5 In plaats van een klassieke beschrijvende ekphrasis ontstaat dan een intertekstueel netwerk dat een beeld op verschillende manieren in het geheugen oproept.6 Ook in deze gevallen wordt geen complete beschrijving van een beeld gegeven, maar dragen de verwijzingen op thematisch of structureel niveau wel bij aan de betekenis van de tekst. Referenties en allusies aan beeldende kunst kunnen bepaalde asso- ciaties oproepen zoals een sfeer, een tijd of kunsttijdperk, of bepaalde gedach- ten en gevoelens van de personages symboliseren of begeleiden. In het werk van Couperus zijn alle drie deze vormen van indirecte inter- medialiteit terug te vinden. Afhankelijk van het genre waarin Couperus zijn 3 Zie voor een overzicht van invloedrijke definities, waaronder deze, Cheeke 2008, 24. 4 Zie Heffernan 1993, 136. 5 Deze term wordt gebruikt door Gorus 2011 en Wagner 1996. 6 Zie over deze vorm van intermedialiteit Gorus 2011. 996559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd6559_SDL_2013-3_06_vanBuul.indd 329329 112/09/132/09/13 114:304:30 330 ANNE VAN BUUL kunstindruk vastlegde, is de verwijzing naar het kunstwerk meer of minder beschrijvend en meer of minder expliciet. In de gedichten en in Eline Vere zullen we bijvoorbeeld zien dat de verwijzingen naar beeldende kunst indi- rect zijn en dat impliciet blijft op welk kunstwerk in de tekst precies gezin- speeld wordt. Terwijl in de Reis-impressies – teksten met een journalistiek doel die direct geschreven zijn naar aanleiding van het geziene op reis – de beschrijvingen van kunst juist heel volledig zijn en deze teksten de indruk van het beeld in woorden trachten te evenaren. In romans zoals Metamorfoze en Langs lijnen van geleidelijkheid is dan weer eerder sprake van ekphrasti- sche modellen: kunstwerken en bepaalde aspecten daarvan worden steeds benoemd, maar nooit in hun geheel beschreven. We zullen echter zien dat deze verschillende soorten verwerkingen van beeldende kunst wat betreft hun functie in de literaire tekst wel overeenkomsten vertonen. Ze dienen in het werk van Couperus om een schoonheidsimpressie te geven, om een bepaalde thematiek te weerspiegelen, een tegenstelling te verduidelijken of om te reflecteren op het doel van kunst en van de kunstenaar/schrijver. Deze functies zullen in het onderstaande achtereenvolgens de revue passeren. Beschrijving en schoonheidsbeleving In de dichtbundels
Recommended publications
  • Archipelagobkcat
    Tarjei Vesaas THE BIRDS Translated from the Norwegian by Michael Barnes & Torbjørn Støverud archipelago books archipelagofall 2015 / spring books 2016 archipelago books fall 2015 /spring 2016 frontlist The Folly / Ivan Vladislavi´c . 2 Private Life / Josep Maria de Sagarra / Mary Ann Newman . 4 Tristano Dies: A Life / Antonio Tabucchi / Elizabeth Harris . 6 A General Theory of Oblivion / José Eduardo Agualusa / Daniel Hahn . 8 Broken Mirrors / Elias Khoury / Humphrey Davies . 10 Absolute Solitude / Dulce María Loynaz / James O’Connor . 12 The Child Poet / Homero Aridjis / Chloe Aridjis . 14 Newcomers / Lojze Kovacˇicˇ / Michael Biggins . 16 The Birds / Tarjei Vesaas / Torbjørn Støverud and Michael Barnes . 18 Distant Light / Antonio Moresco / Richard Dixon . 20 Something Will Happen, You’ll See / Christos Ikonomou / Karen Emmerich . .22 My Struggle: Book Five / Karl Ove Knausgaard / Don Bartlett . 24 Wayward Heroes / Halldór Laxness / Philip Roughton . 26 recently published . 28 backlist . 40 forthcoming . 72 subscribing to archipelago books . 74 how to donate to archipelago books . 74 individual orders . 75 donors . 76 board of directors, advisory board, & staff . 80 In the tradition of Elias Canetti, a tour de force of the imagination . —André Brink Vladislavi´c is a rare, brilliant writer . His work eschews all cant . Its sheer verve, the way it burrows beneath ossified forms of writing, its discipline and the distance it places between itself and the jaded preoccupations of local fiction, distinguish it . —Sunday Times (South Africa) Vladislavi´c’s cryptic, haunting tale echoes Jorge Luís Borges and David Lynch, drawing readers into its strange depths . —Publishers Weekly The Folly is mysterious, lyrical, and wickedly funny – a masterful novel about loving and fearing your neighbor .
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • University of Groningen De Hofstede, 'Tot Vermaeck En Voordeel
    University of Groningen De Hofstede, 'tot vermaeck en voordeel aengeleyt' : beelden van de Nederlandse buitenplaats vanaf de zeventiende eeuw. Afscheid van Arcadië? : wegen naar een nieuwe historische antropologie van buitenplaats en landgoed Kuiper, Yme IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Publication date: 2017 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Kuiper, Y. (2017). De Hofstede, 'tot vermaeck en voordeel aengeleyt' : beelden van de Nederlandse buitenplaats vanaf de zeventiende eeuw. Afscheid van Arcadië? : wegen naar een nieuwe historische antropologie van buitenplaats en landgoed. Slochteren: Stichting Van der Wyck-de Kempenaer. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 22-05-2019 DE hofstede DE HOFSTEDE ‘tot vermaeck en voordeel aengeleyt’ afscheid BEELDEN VAN DE NEDERLANDSE BUITENPLAATS Yme B. Kuiper (Heerenveen 1949) behaalde in 1976 zijn doctoraal examen VANAF DE ZEVENTIENDE EEUW Culturele Antropologie aan de RU Groningen.
    [Show full text]
  • Nature, Landscape and Identity in the Netherlands Indies Literary Constructions of Being Dutch in the Tropics
    SUSIE PROTSCHKY Nature, landscape and identity in the Netherlands Indies Literary constructions of being Dutch in the tropics Recent trends in Indonesian history suggest a fruitful point at which two major fields of research might begin to converge: one is the growing body of litera- ture on environmental history, the other is the abundant scholarship on social history and identity in colonial contexts. Studies of indigenous and colonial land-use patterns, conservation policies and practices, and Asian attitudes toward landscape and nature are some of the recent scholarly sojourns into Indonesia’s colonial past.1 However, few of these studies enlighten us on the attitudes of the governing elite (comprised mainly, during the nineteenth and early twentieth centuries, of Dutch colonists) toward the distinctive landscapes of the tropics and the place of the elite within these landscapes. Social histories of the Netherlands Indies provide a detailed insight into the complex and often fluid relations between Europeans and Asians that were mediated by class, ethnicity and gender. Rarely, however, have social histories taken account of the nexus between nature, landscape and colonial identity – a surprising over- sight, given the quantity of European sources on responses to the Indonesian environment, and given that the very motive for Dutch colonization of the In- dies often centred upon agricultural profits and resource extraction. This ar- ticle uses three colonial novels written during the first half of the twentieth century to examine how Indonesian nature and landscapes, which differed so profoundly from those of the Netherlands, affected the cultural identity of the Dutch in the Indies during the final decades of colonial rule.
    [Show full text]
  • The Antiquarian and His Palazzo
    THE ANTIQUARIAN AND HIS PALAZZO A case study of the interior of the Palazzo Davanzati in Florence R.E. van den Bosch The antiquarian and his palazzo A case study of the interior of the Palazzo Davanzati in Florence Student: R.E. (Romy) van den Bosch Student no.: s1746960 Email address: [email protected] First reader: Dr. E. Grasman Second reader: Prof. dr. S.P.M. Bussels Specialisation: Early modern and medieval art Academic year: 2018-2019 Declaration: I hereby certify that this work has been written by me, and that it is not the product of plagiarism or any other form of academic misconduct. Signature: ACKNOWLEDGEMENT This thesis is the result of a long and intense process and it would not have been possible without the help and encouragement of a number of people. I would first like to thank my thesis advisor Dr. Edward Grasman. Thanks to his patience and guidance throughout this long process and the necessary steering in the right direction when I needed it, I can now finish this project. Secondly, I would like to thank Prof. Dr. Paul van den Akker and Drs. Irmgard Koningsbruggen. My love for Florence began during a school excursion led by these two great teachers, who showed us the secret and not so secret places of Florence, and most importantly, introduced me to the Palazzo Davanzati. Finally, I must express my profound gratitude to my parents and my sister for their love, unfailing belief and continuous encouragement in me during this process, and to my friends, family and roommates, who picked me up when I had fallen down and constantly reminded me that I was able to finish this process.
    [Show full text]
  • Race and the Education of Desire
    Race and the Education of Desire FOUCAULT'S HISTORY OF SEXUALITY AND THE COLONIAL ORDER OF THINGS BY ANN LAURA STOLER DUKE UNIVERSITY PRESS Durham and London 1995 199,<; Duke University Press All rights reserved Printed in the United States of America on acid-free paper·.: Typeset in Joanna by Tseng Information Systems, Inc. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data appear on the last printed page of this book. Contents PREFACE vii COLONIAL STUDIES AND THE HISTORY OF SEXUALITY 1 II PLACING RACE IN THE HISTORY OF SEXUALITY 19 III TOWARD A GENEALOGY OF RACISMS: THE 1976 LECTURES AT THE COLLf:GE DE FRANCE 55 IV CULTIVATING BOURGEOIS BODIES AND RACIAL SELVES 95 V DOMESTIC SUBVERSIONS AND CHILDREN'S SEXUALITY 137 VI THE EDUCATION OF DESIRE AND THE REPRESSIVE HYPOTHESIS 165 EPILOGUE 196 BIBLIOGRAPHY 211 INDEX 229 Preface This book emerged out of a number of questions I began mulling over some fifteen years ago when I first read Michel Foucault's The History of Sexu­ ality while writing my dissertation in Paris. As my own work has fo cused over the last decade more squarely on the sexual politics of race, those questions have fe lt more pressing than ever before. At a time when Fou­ cault's work has had such an enormous impact on anthropology and on the discursive and historic turns within it, why have contemporary schol­ ars dealt in such an oblique way with the slimmest and, some might ar­ gue, the most accessible of his major works, volume 1 of The History of Sexuality? More precisely, why has colonial studies, where issues of sexu­
    [Show full text]
  • Complete Issue
    Canadian Journal of Netherlandic Studies Revue canadienne d’études néerlandaises ISSN 1924-9918 http://www.caans-acaen.ca/journal Volume 39 (2019) CANADIAN JOURNAL OF NETHERLANDIC STUDIES REVUE CANADIENNE D’ÉTUDES NÉERLANDAISES Editor: Krystyna Henke ([email protected]) Editor Emeritus: Basil D. Kingstone Editorial board: Hendrika Beaulieu (University of Lethbridge) Ton Broos (University of Michigan) Tanja Collet-Najem (University of Windsor) Inge Genee (University of Lethbridge) Timothy Nyhof (Winnipeg) Hugo de Schepper (Radboud Universiteit Nijmegen) Christine Sellin (California Lutheran University) ISSN 0225-0500 (Volumes 1-31, print) ISSN 1924-9918 (Volumes 32-, on-line) Canadian Journal of Netherlandic Studies / Revue canadienne d’études néerlandaises (CJNS/RCÉN) offers a variety of articles on the culture of the Low Countries. CJNS/RCÉN is published by the Canadian Association for the Advancement of Netherlandic Studies / Association canadienne pour l’avancement des études néerlandaises (CAANS-ACAÉN). CJNS/RCÉN is indexed in: MLA Bibliography; Bibliografie van Nederlandse taal- en literatuurwetenschap; Linguistic Bibliography/Bibliographie linguistique; Bibliography of the History of Art; Historical Abstracts; American History and Life. Cover illustration: Barent Avercamp (1612-1679): IJssel bij Kampen op het ijs. Rijksmuseum Twenthe, Enschede. Table of contents From the editor / De la part de la rédaction / Van de redactie i-vi Article John Sterk 1-24 The pamphlet that woke a nation: The search for readers Reviews Angela K. Ho 25-28 Creating distinctions in Dutch genre painting: Repetition and invention Reviewed by Alistair Watkins Frans-Willem Korsten 29-33 A Dutch republican baroque: Theatricality, dramatization, moment and event Reviewed by Erin Webster Eric Jas 35-39 Piety and polyphony in sixteenth-century Holland: The choirbooks of St.
    [Show full text]
  • Reprint from “Doing Double Dutch” - ISBN 978 94 6270 097 0 - © Leuven University Press, 2017 DOING DOUBLE DUTCH
    Reprint from “Doing Double Dutch” - ISBN 978 94 6270 097 0 - © Leuven University Press, 2017 DOING DOUBLE DUTCH THE INTERNATIONAL CIRCULATION OF LITERATURE FROM THE LOW COUNTRIES Edited by Elke Brems, Orsolya Réthelyi and Ton van Kalmthout LEUVEN UNIVERSITY PRESS Reprint from “Doing Double Dutch” - ISBN 978 94 6270 097 0 - © Leuven University Press, 2017 Doing_Double_Dutch_BOOK.indb 3 5/04/17 22:00 This publication was made possible by financial support of the Netherlands Organization for Scientific Research © 2017 by Leuven University Press / Presses Universitaires de Louvain / Universitaire Pers Leuven Minderbroedersstraat 4, B-3000 Leuven (Belgium) All rights reserved. Except in those cases expressly determined by law, no part of this publication may be multiplied, saved in an automated data file or made public in any way whatsoever without the express prior written consent of the publishers. ISBN 978 94 6270 097 0 D / 2017 / 1869 / 3 NUR: 621 Layout: Frederik Danko Cover design: Frederik Danko Reprint from “Doing Double Dutch” - ISBN 978 94 6270 097 0 - © Leuven University Press, 2017 Doing_Double_Dutch_BOOK.indb 4 5/04/17 22:00 CONTENTS INTRODUCTION Chapter 1 11 Dutch on the Move: Studying the Circulation of Smaller Literatures Elke Brems, Orsolya Réthelyi & Ton van Kalmthout THEORETICAL AND METHODOLOGICAL CHAPTERS Chapter 2 29 Studying the Circulation of Dutch Literature: Some Considerations Gillis Dorleijn Chapter 3 45 Breaching the Dyke: The International Reception of Contemporary Dutch Translated Literature Nico Wilterdink Chapter
    [Show full text]
  • OMD 2013 Brochure ENGELS DEF LR
    ONTENTS ERITAGE DAYS 2013 SATURDAYH SEPTEMBER 14Th & SUNDAY SEPTEMBER 15Th HERITAGE DAYS INC THE HAGUE 2013 3 Heritage Day is an annual nation-wide event in the second weekend of September. In this weekend it HISTORIC MONUMENTS PRESERVATION DEPARTMENT 4 will be possible to see the interiors behind famous and less famous facades. More than 90 monumental buildings will be open to the public in The Hague. There will be various activities, such as a bus trip, conducted POWER & SPLENDOUR 5 tours, boat trips and trips by trams. The participating monuments are recog- nised by the Heritage Day flag. The last hour mentioned on the monuments THE HAGUE HISTORIC BUILDING AWARD 2013 6 is the time the buildings will close. In order not to be disappointed, we recommend you to visit a building at least 20 minutes before its closing hour. DIGITAL TOUR AROUND THE LANGE VOORHOUT 8 WALKING TOUR: DUTCH CLASSICISM 9 HISTORY APP, 'VORSTELIJK EN ADELLIJK LEVEN’, 10 COUNTRY RESIDENCES IN AND AROUND THE HAGUE WALKING TOUR, DUTCH CLASSICISM 11 WALK AROUND THE COURT 12 BUS TOUR: ESTATES ALONG THE ‘HOUT ZONE’ 12 CLIMBING IN THE HAGUE TOWER 13 TOURS ON HISTORIC TRAM 14-15 BOAT TRIPS THROUGH THE HAGUE 16 THE STENEN KAMER THEATRE DAY 2013 17 ACTIVITIES FOR CHILDREN 18 PUBLICATIONS IN DE VOM SERIES 19 HISTORIC BUILDINGS OPEN TO THE PUBLIC - MAPS 20-29 HISTORIC BUILDINGS OPEN TO THE PUBLIC 30-79 COLOPHON 80 2 3 ISTORIC MONUMENTS PRESERVATION DEPARTMENT H The theme of this edition of the Open Monuments Day is Macht & Pracht (Power & Splendour).
    [Show full text]
  • Jean Lombard, Louis Couperus and Gustave Adolf Mossa Three Artistic Interpretations of Varius by Caroline De Westenholz
    Jean Lombard, Louis Couperus and Gustave Adolf Mossa Three artistic interpretations of Varius By Caroline de Westenholz I have been asked to speak on three subjects: the novel l’Agonie (Agony), by the French writer Jean Lombard, about the life and times of Varius; the novel De berg van licht (The Mountain of Light), by the Dutch author Louis Couperus, on the life of the emperor: and the watercolour Lui (Him), by the French artist Gustave Adolf Mossa, in the Musée des Beaux Arts in Nice, which shows Varius behind his dressing table, preparing for the dance. As most of you won’t be familiar with any of my subjects, I propose to tackle them in chronological order, beginning with Lombard, whose novel dates from 1888, moving on to Couperus, whose book was published in 1905-1906 and ending with Mossa, who produced his watercolour in the year 1906. Apart from their subject matter, the three art works have in common that they all originated on the Côte d’Azur. L’Agonie, by Jean Lombard Jean Lombard (1854-1891) was a self-taught writer who started his life as a labourer in the jeweller’s trade and a union man. He was born in Toulon, went to school in Algeria and spent most of his life in Marseilles. Contemporaries describe him as a fiery man, full of ideas and equipped with the energy to execute them. From an early age, Lombard was a fervent socialist. In 1879, Lombard became secretary general of the Marseilles labourers congress at which the French socialist party was founded.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Met Louis Couperus in Afrika Louis Couperus editie H.T.M. van Vliet, J.B. Robert en Oege Dijkstra bron Louis Couperus, Met Louis Couperus in Afrika (eds. H.T.M. van Vliet, J.B. Robert en Oege Dijkstra). Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/coup002metl02_01/colofon.htm © 2009 dbnl / H.T.M. van Vliet / J.B. Robert / Oege Dijkstra 5 AAN P.M. RUIJS CONSUL DER NEDERLANDEN TE ALGIERS Louis Couperus, Met Louis Couperus in Afrika 7 I ‘Wonen of niet wonen’, ik heb er indertijd een suggestief feuilleton over geschreven; het was jaren geleden en - ik herinner het mij nog heel goed - het was in Genève en wij woonden niet en ik somde in mijn feuilleton op alle goede dingen, die wonen inhield en alle - misschien - betere dingen, die des niet-wonens waren. O, ik herinner het mij heel goed: het was in den jare '11 en wij zwierven de wereld rond met 250 K.G. bagage en het was toch zoo luchtig en prettig in me en om me en ik voelde me zoo vrij als een vogel en mijn imposante koffers bezwaarden mijn leven heelemaal niet. Sedert gingen wij om een gril naar Spanje; van Toledo besloten we in een half uur naar München te gaan en van München gingen we regelrecht naar Florence: daar had ik wat meubels staan en een soort home in een oud paleis, dat ik met wellust in de Nederlandsche literatuur heb vereeuwigd. En toen brak de booze oorlog uit en we dwongen ons in Italië te blijven maar een vreemd gevoel van heim wee trok ons naar de Lage Landen terug, naar ons Kanninefaatsche vaderland, naar de plek in de wereld, waar het, het allermeeste en altijd, in elk seizoen, u om de ooren waait en waar ik nu eenmaal, om een vreemd toeval, geboren werd.
    [Show full text]
  • Dutch Travellers in Spain (1900-1936)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) The image of Spain in Dutch travel writing (1860-1960) Coenen, A.J.L. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Coenen, A. J. L. (2013). The image of Spain in Dutch travel writing (1860-1960). Uitgeverij BOXPress. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:03 Oct 2021 CHAPTER III: DUTCH TRAVELLERS IN SPAIN (1900-1936) 73 Chapter 3 Towards the beginning of the 20th century, the Spanish state began to intervene in the organization of tourism. In 1911, the Comisaría Regia de Turismo was founded, which organized an exposition, Sunny Spain, that was presented in London and New York at the beginning of 1914 (Pack 2006: 51).
    [Show full text]