Woordvolgorde in Het Esperanto : Normen, Taalgebruik En Universalia
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Woordvolgorde in het Esperanto : normen, taalgebruik en universalia Jansen, W.H. Publication date 2007 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Jansen, W. H. (2007). Woordvolgorde in het Esperanto : normen, taalgebruik en universalia. LOT/ACLC. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:28 Sep 2021 Woordvolgorde in het Esperanto Normen, taalgebruik en universalia Published by LOT phone: +31 30 253 6006 Janskerkhof 13 fax: +31 30 253 6406 3512 BL Utrecht e-mail: [email protected] The Netherlands http://www.lotschool.nl Cover illustration by Wim Jansen ISBN 978-90-78328-36-0 NUR 616 Copyright © 2007: Wim Jansen. All rights reserved. Woordvolgorde in het Esperanto Normen, taalgebruik en universalia ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Agnietenkapel der Universiteit op dinsdag 2 oktober 2007, te 10:00 uur door Willem Hendrik Jansen geboren te Amsterdam Promotiecommissie Promotores: prof. dr. P.C. Hengeveld prof. dr. M. van Oostendorp Overige Leden: dr. D. Bakker prof. dr. D. Gorter prof. dr. M. Haase prof. dr. C. Versteegh prof. dr. F. Weerman Faculteit der Geesteswetenschappen Ter nagedachtenis aan mijn vader, Johannes Jansen, die als eerste mijn belangstelling voor het Esperanto wekte. Dankwoord vooraf Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotores Kees Hengeveld en Marc van Oostendorp. Van hun kennis en hun begeleiding bij het promotieonder- zoek en het opstellen van een proefschrift heb ik veel geleerd. De leden van de pro- motiecommissie Dik Bakker, Durk Gorter, Martin Haase, Cees Versteegh en Fred Weerman dank ik voor hun kritische lezing van het manuscript. Graag had ik mij bij de openbare verdediging door mijn drie kinderen als paranimfen laten onder- steunen, maar dat druiste tegen de traditie in. In goed onderling overleg hebben zij gedrieën besloten, dat Johanna en Bernard mij, onder het wakend oog van Remo vanuit het publiek, zouden begeleiden. Elke oplossing van twee uit drie was mij uiteraard even dierbaar. Bijzondere dank verdient Hans Erasmus (Voorburg). Dankzij zijn initiatieven heeft eind negentiger jaren het wetenschappelijk onderzoek naar taalverscheidenheid en taalbarrières in de internationale communicatie aan de Universiteit van Amsterdam een bijzondere impuls gekregen door de koppeling ervan aan de interlinguïstiek (de discipline binnen de algemene taalwetenschap die door de mens gecreëerde talen bestudeert) en aan de meest verbreide taal uit deze categorie, het Esperanto. Vanuit de voor dit onderzoek, en onderwijs, ingerichte bijzondere leerstoel interlinguïstiek en Esperanto is het hier beschreven werk tot stand gekomen. Voor concrete steun bij het opstellen van het onderzoek en het schrijven van dit proefschrift ben ik de volgende personen veel dank verschuldigd: Detlev Blanke (Berlijn, Duitsland) voor zijn hulp bij mijn bibliografisch speurwerk en voor het maken van de Duitstalige samenvatting van dit proefschrift; Catherine Boen (Lam- bersart, Frankrijk) voor haar hulp bij het organiseren van de enquêtesessie in Ville- neuve d’Ascq bij Lille; Ed Borsboom (De Bilt en Zeist) voor het ter beschikking stellen van zijn collectie Scienca Revuo ‘Wetenschapsblad’ van na de Tweede We- reldoorlog; Osmo Buller (Rotterdam) voor het mogelijk maken van de enquêteses- sie in Rotterdam en voor zijn statistische gegevens over het tijdschrift Esperanto; Michel Dechy (Villeneuve d’Ascq, Frankrijk) voor het mogelijk maken van de enquêtesessie in Villeneuve d’Ascq bij Lille; Elly Deelder (Voorhout en Den Haag) voor haar vertalingen uit het Zweeds van enkele oude teksten en citaten; Ivo Dur- wael (Antwerpen, België) voor het mogelijk maken van de enquêtesessie in Ant- werpen; Reinhard Haupenthal (La Saousse, Frankrijk) voor zijn bibliografische ondersteuning; Stano Marĉek (Martin, Slowakije) voor het ter beschikking stellen uit zijn eigen redactie-archief van aanvullend tekstmateriaal uit het tijdschrift Espe- ranto; mijn echtgenote Marisa (Noordwijk en Katwijk) voor het zich onderwerpen aan mijn enquête als eerste proefpersoon en voor het nauwgezet controleren van enige duizenden gecodeerde en gedecodeerde antwoorden van alle latere geënquê- teerden; Robert Moerbeek (Beverwijk) voor het ter beschikking stellen van de oudste leerboeken Esperanto uit het archief van de Hodler Bibliotheek in het hoofd- kantoor van Universala Esperanto-Asocio ‘Esperanto-Wereldbond’ (UEA) in Rot- terdam; voor het proeflezen van het manuscript en leveren van erudiet commentaar; voor het nakijken van mijn samenvatting in het Esperanto; Uwe Joachim Moritz en Ursula Schnelle-Moritz (Hatten, Duitsland) voor hun zorgvuldige controle van mijn Duitstalige voorpublicatie Wortstellungsmodelle im ursprünglichen und im heutigen Esperanto — Zeugen einer natürlichen Entwicklung der Syntax? ‘Woord- volgordemodellen in het oorspronkelijke en tegenwoordige Esperanto — Getuigen van een natuurlijke ontwikkeling in de syntaxis?’; Ionel Oneţ (Rotterdam) voor het behulpzaam zijn bij het uitzoeken van modern lesmateriaal in de boekhandel van UEA in Rotterdam; Atilio Orellana Rojas (Den Haag) voor zijn hulp bij het speur- werk in de bibliotheek van het Internacia Esperanto-Instituto ‘Internationaal Espe- ranto-Instituut’ (IEI) in Den Haag; Paul Peeraerts (Antwerpen, België) voor zijn statistische gegevens over het tijdschrift Monato; Victor Sadler (Utrecht) voor het maken van de Engelstalige samenvatting; Nicoline van der Sijs (Utrecht) voor het lezen van de inleiding, de synthese en de conclusies, en haar altijd gewaardeerde commentaar. En ten slotte dank ik voor hun medewerking aan de enquêtesessies: Catherine Boen (Lambersart, FR), Petrus Bongers (Antwerpen, BE), Osmo Buller (Rotterdam, NL), Lydia Buyst (Gooik, BE), Thierry Davion (La Bassée, FR), Kevin De Laet (Antwerpen, BE), Wim De Smet (Kalmthout, BE), Stella De Weerd (Stabroek, BE), Michel Dechy (Villeneuve d’Ascq, FR), François Delattre (Roubaix, FR), Anne Dupechaud (Lambersart, FR), Ivo Durwael (Edegem, BE), Benoît Ente (Lille, FR), Raymond Gérard (Broechem, BE), Lilli Giloteaux (Croix, FR), Lucien Giloteaux (Croix, FR), Gerd Jacques (Antwerpen, BE), Marisa Jansen-Miglioli (Noordwijk, NL), Edward Kusters (Brasschaat, BE), Suzanne Liesse (Mons en Baroeul, FR), Virginie Lobez (Lille, FR), Claude Longue-Épée (Bersée, FR), Clay Magalhães (Rotterdam, NL), Roy McCoy (Rotterdam, NL), Robert Moerbeek (Beverwijk, NL), Ionel Oneţ (Rotterdam, NL), Vincent Peingnez (Marcq en Baroeul, FR), Nikola Rašić (Rotterdam, NL), Leo Ribbens (Berghem, BE), Ralph Schmeits (Helmond, NL), Henri Schutters (Peer, BE), Marvin Stanley (Capelle a.d. IJssel, NL), Stanka Starčević (Rotterdam, NL), Thierry Sterck (Ramegnies-Chin, BE), Mireille Storms (Kapellen, BE), Richard Valet (Bersée, FR), Karel Van Gompel (Edegem, BE), Yannick Vercammen (Wommelgem, BE), Piet Verhees (Meerdonk, BE), Jules Verstraeten (Antwerpen, BE) en Francisco Veuthey (Rotterdam, NL). Zonder de inzet en het geduld van de bovengenoemde Esperanto-sprekers zou het hier beschreven onderzoek niet mogelijk zijn geweest. De conclusies die ik uit mijn waarnemingen en analyses heb getrokken, zijn uiteraard geheel voor mijn rekening. Ondanks de zorg die aan het eindproduct besteed is, is het mogelijk dat er hier en daar foutjes door de mazen van het controlenet geglipt zijn. Ook die komen alle op mijn conto. De totstandkoming van dit boek is mede te danken aan financiële steun van het Am- sterdam Center for Language and Communication (ACLC) en het fonds voor inter- linguïstiek en esperantologie van de Esperantic Studies Foundation (ESF). Wim Jansen Katwijk aan Zee 16 juni 2007 i Inhoudsopgave 1 Doel en opzet van het onderzoek 1 Deel I Esperanto: taal en taalgemeenschap 7 2 Inleiding tot het Esperanto 9 3 Korte taalbeschrijving van het Esperanto 11 4 De ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van het Esperanto 17 4.1 Het voorstadium (~1875-1887) 17 4.2 De semitaalfase (1887-1905) 18 4.3 De taalfase (1905-heden) 20 5 De huidige esperantofonie 23 5.1 De esperantofonie als taalgemeenschap 23 5.2 De esperantofonie als praktijkgemeenschap 26 Deel II Stuurfactoren woordvolgorde in het Esperanto 33 6 Het thema woordvolgorde in de esperantologie 35 6.1 De esperantologische literatuur 35 6.2 Definitie stuurfactoren woordvolgorde 41 6.3 Inputs voor nader onderzoek vanuit de esperantologie 48 6.4 De gezagsfactor: de roots van het Esperanto 50 6.4.1 Het Unua Libro ‘Eerste Boek’ (1887)