Bl.Bl. 1 1

Transcriptie en aanvulling door M.J.A.M. Mulder en W. Schmelzer 2012 Bl.Bl. 2 2 Inleiding en verantwoording

Deze genealogie van het geslacht van der Capellen bestaat uit drie delen.

1 Een artikel over het geslacht van der Capellen uit het Vaderlandsch Woordenboek van Jacobus Kok uit 1780. Dit artikel hebben wij bewerkt en na iedere tak voorzien van een grafische stamboom om een en ander te verduidelijken. De nummering van Kok hebben wij aangepast. Onze nummering is als volgt: 1= vader, 2= oudste zoon, 3= oudste kleinzoon etc. Als b.v. tak 1 loopt tot nr. 8 dan krijgt een zijtak nr. 10, 11 etc. De 9 hebben wij hierin niet meegenomen. Dochters en zonen die geen nakomelingen met de naam van der Capellen hebben, krijgen het nummer van hun vader toebedeeld met een toevoeging -1 etc. Het artikel van Kok is overigens in 1783 opnieuw uitgegeven door een anonimicus bij een niet genoemde drukkerij. Dit is geen overdruk want het lettertype is anders. Ofschoon de tekst nagenoeg gelijk is, zijn er hier en daar toch enkele afwijkingen in te bespeuren. Wij hebben de tekst van deze anonimicus vergeleken met Kok waardoor enkele foutjes konden worden hersteld.

2 De onder 1 genoemde genealogie loopt tot ~1750. Om de genealogie te completeren, hebben wij die v/a Bl. 48 aangevuld tot op heden. Hier hebben wij eerst een grafische stamboom geplaatst met daarna een verantwoording van de genoemde personen. De bronnen voor deze aanvullingen ontlenen wij in hoofdzaak aan het Nederland’s Adelsboek.

3 De verschillende takken van het geslacht van der Capellen beheerden een familiearchief. 1132 archiefstukken berusten momenteel bij het Gelders Archief te Arnhem. Een deel berust bij de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Een deel is verloren gegaan. Alle extracten van het Gelders Archief die mogelijk van belang zijn voor deze genealogie, treft u v/a Bl. 58 aan waarbij wij bij alle genoemde personen met de naam van der Capellen het betreffende stamboomnummer tussen ( ) hebben aangegeven. In de genealogie verwijzen wij naar deze extracten door middel van b.v. •32.

Opmerkelijk is dat er slechts één mannelijke erfopvolger is van dit oorspronkelijk omvangrijke geslacht. Nakomelingen uit de tak Van Den Dam 5 hebben wij niet kunnen traceren. Bastaardtakken voortgekomen uit het geslacht van der Capellen worden door Kok en de anonimicus niet genoemd.

De Indo-Europeesche bastaardtak voortgekomen uit Godert A.G.P. (165) en de Javaanse Zaiëm die de naam van der Zaiëmsz voerde, is in 1975 uitgestorven met Cora Adèle van der Zaiëmsz. Omdat Jacob Mijnhart Gerlof Matakena in 1920 bij Gouvernementsbesluit toestemming kreeg om de naam van zijn moeder te gaan voeren, leven er in Nederland nakomelingen met deze byzondere koloniale naam voort.

De Indo-Europeesche bastaardtak voortgekomen uit Robert Lieve Jasper (170) en de Javaanse Ilma kreeg in 1888 van de Raad van Justitie te Batavia toestemming om de naam van der Capellen te gaan voeren met het verbod op het voeren van de adellijke titel van hun voorvader.

Wij hebben geen verwantschap ontdekt met het van oudsher eveneens uit de omgeving van Cleve stammende adellijke geslacht Van Capellen. Bl.Bl. 3 3 Jacobus Kok Vaderlandsch Woordenboek deel IX p. 55 t/m 146.

Het Vaderlandsch Woordenboek van Jacobus Kok is in principe een Encyclopedie. Het eerste deel van de in totaal 35 delen verscheen in 1780. In 1796 waren alle delen voltooid. Wij ontdekten dit Woordenboek in een tweede druk uit 1788 op Google-books. Het bleek niet mogelijk om een kopie te maken van de originele pagina’s echter een wel van een transcriptie die er als PDF-bestand was aangekoppeld. Op blz. 55 t/m 180 staat een artikel over het geslacht Van Der Capellen. De genealogie loopt door tot op blz. 146 waarna een overzicht volgt van alle aangehuwde geslachten, een overzicht van alle geslachten die in de kwartierstaten voorkomen en vervolgens een verhaal over Johan Derk Van Der Capellen, Heer tot den Poll en Robert Jasper Van Der Capellen, Tot De Marsch. Hieronder hebben wij aléén de genealogie opgenomen. Problematisch waren de zoals gewoonlijk veel voorkomende tekstfouten dan wel verminkingen van de tekst doordat de computer bij het inlezen van de tekst bepaalde letters etc. niet herkende. Een en ander is door ons bijgewerkt aan de hand van de originele pagina’s. De oorspronkelijke tekst met taalfouten is ongewijzigd gebleven. In de 18e eeuw stond de -f- voor een -s-. Ook dit is ongewijzigd gebleven. Wel hebben wij de nummering aangepast.

Capellen, (van der) De Capella, een oud Adelijk Geslacht, oorfprongkelijk uit Frankrijk, het welk, zedert den jaare 1200, in de Cleeffche en Nederlandfche Gewesten, met luister bekend is, en waar van nog verfcheidene takken, in de Vereenigde Nederlanden, met aanzien bloeien. De oude en latere aantekeningen komen allen omtrent den Franfchen oorfprong over een, als ook, dat het zelve, reeds voor zeven honderd jaaren, in verfcheidene takken verdeeld en verfpreid is geweest. Aegidius Gelenius, een Oudheidkundige, die in de voorige Eeuwe leefde, en gefchreven heeft de Admiranda Sacra et Civili magnitudine Coloniæ Agrip. [Lib. 2. Syntag. 6. notat. I. pag. 144.-145. edit. 1645]. maakt gewag van deze vroegtijdige en aloude verdeling en verfpreiding, op de volgende wijze: „ In his quos commemoravi de Capellen ftirpium divifio, ante fexcentos annos inchoata, omnibus ejusdem de Capellen nominis, posteris hereditario reliquit crucem anchoratam, id est habentem repandos et recurvos quatuor extremos fcapos: eam gerunt nostra- tes Geldri, argenteam in Campo Coloris veneti: cui ramus Capellorium de Woningen in dextro fuperiori angulo aureum templum interferit: ficut de Hochkirchen, qui tamen in cruce et colore differunt. Qui in Normannia et Gallica Bononia degunt La Capelle, eandem crucem anchoratam fanguineam habent in folo argenteo, cum clavula coloris veneti obliquata a dextro in finistram; funt etiam in Arthefia dicti de La Capelle, anchoratam fanguineam crucem in perpendiculariter divifo habentes clypeo, cujus anterior pars aurea, posterior argentea. Res fane multae antiquitatis in tanta diftantia et diverfitate Provinciarum ! Ipfum de Capella vel Capellariorum nomen fuit A. Gelenius feculæris muneris et dignitatis in aulis Regum.” Rathausthurm Keulen Uit deze Oudheidkundige nafporingen van Gelenius, in 1645 uitgegeeven, blijkt, dat dit geflacht zijnen oorfprong en naam ontleent, van de waardigheid van Capellani, aan het Hof der Fran- kifche Koningen, ook, dat het zelve, zes honderd jaaren, vóór de uitgave van zijn aangehaalde Boek, in verfcheidene takken is verdeeld geweest, en dus reeds in de elfde Eeuwe, in het Fran- kifche Rijk met luister gebloeid heeft, zoo dat Celenius zig met recht verwondert over eenen oorfprong, welke in zulk eene aanzienlijke oudheid verdwijnt. In den jaare 1086 wordt melding gemaakt van Phillipus Cappelanus (A). Bij gelegenheid dat Philippus, Koning van Frankrijk, eenige voordeelen fchonk aan de Abtdij van St. Peres les Char- tres tekenden deze volgende getuigen: Gaufridus Episc. Carnotenfis, Amalricus Clericus, Frogerius de Cathalaunis, Robertus de Rupe- forti, Guaufr. Com. Mauritaniae, Gervafius Dapifer Regis, Philippus Capellanus, Theobaldus Stabularius Regis, Lancelinus Pincerna en Gilbertus de Tegulariis. [Apud Castrum Drocis, publicé ante portam S. Vïncentii anno ab incarnat. Domini MLXXXVl. indict. IX. regnante Philippo Rege anno XXVI]. - Ego Gislebertus Notarius ad vicem Guafredi Paris. Episcopi fummi cancellarii Regis relegendo fubfcripfi. [Hift. de la Maifon de Montmo- renci, Liv. II. des preuves pag. 26]. Waar bij te letten ftaat, dat deze Philippus Capellanus, niet onder de Clerici, maar wel onder de Wereldlijke Hofgenoten des Konings genoemd wordt. In een Chartre, te vinden in de gemelde preuves, [pag. 63]. wordt gefproken van Hugo De Ca- pella (B), in den jaare 1168. 1182, Galterus Capellanus, genoemde preuves, [pag. 59]. 1182, Obertus De Capella Abbas (C). [Zie Du Chesne, Hift. de la Maifon de Broije et de Chateau Bl.Bl. 4 4 Villain, preuves, pag. 21]. In de Reliquite M.S.S. omnis ævi, door Ludewig uitgegeeven, komen, in het XII Deel, voor, verfcheidene Registers van de Officianten en Huis- of Hofgenoten der Frankifche Koningen, onder anderen, van dezen geslachte, op bladz. 1. onder de eerfte Edelen van ‘s Konings Huis. 1231, Guafredus de Capella (D). 1295, Ansellus De Capella (E), [bl. 13]. 1287, Gualterus Capellanus (F), onder de Milites (Ridders) [bl. 15, op bladz. 17]. onder de Clerici van ‘s Konings Huis. Dn. Gregorius De Capella (G). [Verders, bij den zelfden Ludewig in het gemelde Boek, XII Deel, bl. 41]. onder de Edelen van ‘s Konings Huis. 1313, Robertus De Capella (H), en Thomas De Capella (I), [bl. 42].

In de twaalfde Eeuw hebben zig reeds verfcheidene takken van dit geslacht, door de Neder- landfche, en daaraan grenzende gewesten, verfpreid, blijkende uit het geen verder zal bijgebragt worden. Ansellus De Capella (J), Miles, komt, 1135, met een groot aantal Nederlandfche Ridders, voor, als getuige, dat Ridder Reinus De Jauche eenige goederen overgaf aan de Abtdij van Honnecurt. [Carpentier, Hift. du Cambrefis, preuv. pag. 82].

Thierrij Van Capella (de Capella) (K) wordt, 1144, gevonden onder de Edelen, die het verdrag ondertekenden, tusfehen den Roomfchen Paus Celestinus en den Graave van Vlaanderen, die beloofde om nooit te Terouanen een kasteel of Sterkte te zullen bouwen. [Chron. van Vlaande- ren, I. Deel, bl. 184]. Carpentier, in zijne Histoire de Cambrefis, [Tom. II. p. 362. en vervolg], zegt, dat er wel twintig Branches of Familietakken van den naam Van Capelle bekend zijn, die meest allen, ten blijke van den zelfden oorfprong, een geankerd kruis in hunne wapenfchilden voeren, doorgaans met een of ander bijteken onderfcheiden. 1203, Pierre De La Capelle (L), Seig. de ce lieu. 1280, Jean De La Chapelle (de Capella) (M) Bourgemeftre à Cambrai. Eneuerrand De La Chapelle (de Capella) (N) Vasfal van St. Hubert, die ten huwelijk had Jeanne Lonsart, welker afftammelingen, in het Kamerijkfche, Vlaanderen en Henegouwen, in groot aan- zien zijn geweest. Zij voerden de gueules à la Croix ancrèe d’or, accompagnie de quatre annelets de même. [Zie Carpentier op de aangehaalde plaats]. Stamwapen In de Cleeffche en Gelderfche Gewesten heeft zig, al vroeg, een een tak van dit Geflacht uitge- Van Der Capellen breid. De eerste, waarvan, in de oudfte Chartres, gewag gemaakt wordt, is, in 1203, Walterus De Capele (de Capella) (O) die een der XXV. Nobiles of Ridders was, die zig, bij gelegenheid van het gevangen neemen van Otto, Grave van Gelre, door Henrick, Hertog van Lotheringen en Brabant, verbonden tot nakoming van het gemaakte verdrag, tusfchen den Hertog en den Graaf, [te vinden in Compofition entre Henri Duc de Lothier et Otton Comte de Gueldre de l’an 1203, waar van het oorfpronklijke bewaard wordt onder de Chartres, in de archiven van Brabant, te Brusfel]. [Miraeus heeft deze Chartre ook uitgegeeven, in Cod. Donat. T. I. Cap. 81, p. 164. Ook wordt dezelve gevonden, bij Butkens, preuves des Trophées de Brabant, p. 52; en bij Du Mont, Corps Diplomat. Tom. I. Part. I. pg. 129]. Alle deze uitgegevene handfchriften zijn gebrekkig, voor al in de naamen der Edelen, Nobiles, en Dienstluiden, Ministeriales, die zig voor den Grave van Gelre verbonden. In de gemelde affchriften worden genoemd: Henricus Comes de Kesfele, Rogerus de Merchem, Engelbertus de Hoerne, Theodoricus de Hoerne, Theodoricus Advocatus de Hechte, Theodori- cus Fraterejus, Wilhelmus Molfen, Theodoricus de Altena, Alardus de Driele, Walterus Spiering, Gerardus de Wifche, Lambertus de Monte, Henricus de Bruele, Egbertus de Malfen, Arnoldus de Orthen, Theodoricus de Alphen, makende te zamen een aantal van zestien Ridders, daar er, evenwel, vijfentwintig genoemd ftaan, die dan ook, in de oorfprongelijke Chartre, hier vooren gemeld, gevonden worden, als volgt: Henr. Com. de Kesfele, Rogerus de M. hem, Engelberts d’Horne, Theodoricus de Milne, The- odoricus Advocats de Hechte, Gifelberts de Bemmr, Theodoricus Filius Suus, Rutgas d’Bemmr, Wills Worften, Theodoricus de Altena, Alardus d’ Driele, Henricus d’Vorfte, Ricoldus de Hegte, Walterus Spiering, Theodorus de Wighem, Gerardus de Wishen, Lambertus de Monte, Henricus de Brelo, Wilhelmus de Brunchorst, Egbertus de Malfem, Walterus De Capele, Warnerus de H. de, Arnoldi d’Oroten, Theodericus d’Alfen, Hermann. d’Oje. Bl.Bl. 5 5 1. 1287. Henricus De Capella Miles, (Ridder) komt voor in eene originele Chartre van dat jaar, waarbij blijkt, dat hij, in den Lande van Cleve, en wel in het bijzonder in het Kerfpel of Ampt van Bislick, daar zijne nakoomelingen aanzienlijke goederen bezeten hebben, zo als, in het ver- volg, zal blijken, als een aanzienlijk en vermogend Ridder aangemerkt werd. Men vindt niet, wie zijne vrouw geweest is. Hij heeft drie zoonen nagelaten: Walterus, Johannes en Bernhardus.

1-1. Walterus Van Der Capellen komt voor, in een Chartre van 1304, waarbij Hertog Jan Van Brabant, aan den Ridder Henrik Van Meldert, eene overdragt doet, ten overftaan van de vol- gende Ridderen en Knechten: Henricus primogenitus Dom. de Cuyck, Reinier dictus Katzoen miles, Wilhelmus de Herlaer, Leonnet van der Mennien, et Walterus Van Der Capellen. [Butkens, Preuves des Trophées de Brabant, Tome I. p. 139].

2. Johannes Van Der Capellen, (de Capella) Deze is het hoofd van het volgende Geflachtregister.

1-3. Bernhardus De Capelle, was, 1335, Judex of Drost in Bislich, dat, in die tijden, eene ade- lijke bediening was. Van hem worden geene afftammelingen gevonden.

Van den zo even gemelden Johannes Van Der Capellen (de Capella) zal deze Geflachtlijft, zonder afbreking, afgeleid en beweezen worden, tot op dezen tijd, door de aanhaling en aanwijzing van oorfpronklijke Chartres en andere geloofwaardige bewijzen en gedenkftukken, alle nog in wezen, en meerendeels onder die van dit Geflacht berustende. •16. Van dezen Johannes wordt gewag gemaakt, in eene oorfprongkelijke Chartre van den jaare 1319, waarbij Hugho de Hoerne, Ludolphus gezegt de Hake, Johannes Van Kapellen, Bernhardus de Zebelinghen, Wernerus de Graen, (Milites) Ridders, Ludolphus Plebanus in Thek, Albertus Plebanus in Dypenem, Otto de Bramhoerne, et Bernhardus de Roderlo Knechten (famuli) met meer anderen, als getuigen tegenwoordig waren, dat Theodoricus de Heyldunck famulus, be- kende eenige goederen ter leen te houden van Otto, Graaf van Thekelenburgh en Dalem. [Te vinden in een Chartre in de Publicque Bibliotheek van , gequoteert No. 10]. Uit eene oorfpronglijke Chartre, van den jaare 1349, (waar van aanftonds zal gefproken wor- den) komt deze Johannes voor, bij gelegenheid, dat aan Johan zijn Zoon filio olim Johannis de Capella den Hof tho Loo, gelegen in de Parochi van Bislike, voor Henricus de Dike, et Henr. de Sevenaer Schepenen, te Wefel verkocht werd. Men vindt, dat hij, bij zijne vrouw Gertrudes De Loe, twee zoonen heeft verwekt, Johan (3) en Everardus (10) •1116. De eerfte zal aanftonds voorkomen, van den tweeden heeft men weinig kunnen ontdekken, alleenlijk, dat hij de helft bezat van den genoemden Hof toe Loo, in Bislick, in een Chartre van 1384, welke hij, aan zijnen zoon Henrik Van Der Capellen (11) •1117, heeft nagelaten, die, bij opene brieven, van den Jaare 1397, verklaarde, dat hij met den Hof toe Loo door Johan van der Capellen Johans zoone van der Capelle alleene beleent is, en dat denzelven Hof toe Loe, half is Johans van der Capellen Johan zoone voorfz. Van dezen Henrick worden geene afftammelingen gevonden, waar door de halve Hof toe Loo, door hem bezeten, aan de kinderen van zijns vaders broeder gekomen is, zo als breder zal blijken.

3. 1349, Johannes De Capella filius olim Johannis de Capella, oudfte zoon van Joh. en Gertr. De Loe, bezat den Hof toe Loe in Bislick, benevens veele goederen in den Lande van Cleve. Hij was Schepen te Wefel, 1344 en 1352-1373. Johannes De Capella et Adolphus Wijlaken Scabini Wefelenfis, in eene origeneele Chartre, van 1352, en in eene andere, van 1372, komen voor Godefridus de Wilaken et Johannes De Capella, Scabini Wefelenfes, blijkende het bij het uithangende zegel, dat Johannes De Capella zegelde met een Schild, houdende een geankerd kruis, en boven den regter arm eene Capelle. In deze en nabuurige gewesten, werden de Schepensbanken in de vroegfte tijden, alleen door Edelen bekleed. [Men zie hier over Heineccius , Antiquit. Germ. Matheus , de Nobilitate]. Deze waardigheid fchijnt, te Wefel, altoos, aanzienlijk geweest te zijn. •1115. Aldaar waren Schepens: 1344 Johannes De Capella, Adolphus de Wijlaken. 1349 Henrikus de Dike, Henricus de Sevenaer. 1372 Godefridus de Wijlaken. 1384 Henricus de Egher, Johannes de Orfoije, en meer anderen. 1482 Theodoricus, natuurlijke Zoon van Hertog Adolph Van Cleve, was Schepen te Wezel. [Tessen- macher, ann. Cleve, p. 148]. Bl.Bl. 6 6 Voorden jaare 1359, werd de Schepenftoel, te Wefel, ervelijk bij eenige geflachten bezeten, doch Graaf Jan Van Cleve maakte hieromtrent verandering. [Tessenm. ann. Cleve p. 143]. Deze Johannes De Capella had tot huisvrouw Cunegunda Van Egeren, waarbij hij verfcheide kinderen heeft verwekt. Zij komt voor als Weduwe, in 1384, in een origineel document, waar bij Cunegunda, nagelatene Weduwe Johans Van Der Capellen, verklaart, dat den Hof toe Loo, half is Everardi de Capella, en half Cunegondis, relicta olim Johannis de Capella, funt fui utriusque indivife et cum utriusque pecunia fuorum predecefforum comparata. De kinderen van Johan en Cunegundis, zo even gemeld, waren: 4. Johan, die volgen zal. Zie bij Woningen. 50. Gerlach Van Der Capellen, die het hoofd is der Zutphenfche Linie, en daaruit voortgefpro- tene takken van den Dam, Rijssel, waarvan, na de nakomelingen van zijnen ouder broeder, zal gehandeld worden. Zie Zutphenfche Linie. 3-3. Derk Van Der Capellen. In 1400 verkocht hij, aan zijn broeder Johan, zijn aandeel aan Grijps goet, met zijn Manfchap en Leen, gelegen in Bislik. Hij zegelde met het rechte wapen. 3-4. Elisabeth Van Der Capellen, getrouwd met Thomas Van Amelonck. 3-5. Emethe Van Der Capellen. Haar Man was Derk Van Oppendijke. 3-6. Judith Van Der Capellen, 1366. Jutta de Capella monialis clauftri Wefelenfis Premonftra- tenfium ordinis, (Stift Juffer in het adelijk Stift Overdorp bij Wefel.) Zij overleed 1384, wanneer, over haare nalatenfchap, voor Henricus De Egher en Johannes De Orsoije, Schepenen te Wefel, eene fcheiding is gemaakt, tusfchen Thomas van Amelonck, als in huwelijk hebbende Elisabeth Van Der Capellen, Derk van Oppendijke, namens zijn Vrouw Emethe Van Der Capellen, en Cu- negundis, Weduwe Johans Van Der Capellen, en haar Zoon Johan Capellen Van Der Woningen.

Stamboom van de eerste vier generaties

Henricus de Capella verm. 1287 1

x ** † **

Walterus 1-1 Johannes 2 Bernhardus 1-3 Schepen v. Wesel verm. 1319-49 verm. 1335 x ** x Gertrudes v. Loe x ** † ** † ** † ** † **

Johan 3 Everhardus 10 verm. 1344 1353-73 x Cunegunde verm. 1384 v. Engeren x ** † v. 1384 † ** † ** † **

Hendrik 11

verm. 1384 x ** † ** Geen nakomelingen

Johan 4 Gerlach 50 Derk 3-3 Elisabeth 3-4 Emethe 3-5 Judith 3-6 Zie Van Woningen Zutphense Lijn Non Blad 12 Blad 25 verm. 1400 x Thomas x Derk verm. 1366 x ** v. Amelonck v. Oppendijke x ** † ** † ** † ** † ** † 1384 Bl.Bl. 7 7 CAPELLEN VAN DER WONINGEN

4. Johan Van Der Capellen, Van Der Woningen, oudfte zoon van Johan, en Cunegondis Van Egeren, in 1390 Drost, en Landrentmeefter des Lands van Wefel en Dingslaken, in 1409 behoud hij het Rentampt, om zijn gefchoten geld weer uit te trekken. In 1416, Amptman van Hertog Willem Van Den Bergh. In 1405 werd hem te Wefel, de Eerewijn gefchonken. In 1418, beze- gelde hij, met de Ridderen en Knegten des Hertogdoms Cleve, het vergelijk, of overeenkomst, tusfchen Hertogh Adolph, en de Stenden des Lands van Cleve, om, na Adolph’s dood, zijnen oudften Zoon, of bij gebrek, zijne oudfte Dochter, tot Heere of Vrouwe des Lands, onverdeeld, te zullen aannemen. [Tefsenmacher, Ann. Clev. Cod. Diplom. p. 84. et feqq]. In 1422 werd, door Johan Van Der Capellen en IJdeken zijn Wijf, voor den Gerechte van Bis- lijk, afftand gedaan van eenige goederen, aan haare kinderen Johan, Hendrik en Elsgen Van Der Capellen. •18,19,1120. In 1419 maakte Hertog Adolph een vergelijk met de Stad Dortmunt, waarover ftonden, als Ra- den en Frunden des Hertoghs, Heer Evert Heer tho Limburg, und thom Hardenberge, Heer Pel- Wesel grim van der Leijten, Heer Willem van Rees, Ritters, Diderich van Schwansbell, Johan Van Der Capellen, Herman van Voerst, und Johan van der Bruggeneijen, geheiten Hafenkamp, Knapen. Hertog Adolph Van Der Berge, in 1426, wegens zijne bekomene nederlaage en gevangenis, in groote verlegenheid zijnde, leende, van de Stad Keulen, 2000 Rhijnfche Guldens, verzoekende gezegde Hertog, en zijn Zoon Roprecht, hunnen lieven Frund Hrn. Johan Van Der Capellen, om zig als Borg te verbinden. Uitwijzende de originele Schadeloos-brief. Hij trouwde, eerst met eene Dochter des Heeren van Ransdorp, waar van de Moeder was uit den Huize van Goor. Daarna met Ida, Erfdochter van Heer Arnd Van Der Woningen, waardoor hij den Huize en Ritterzits Woningen, gelegen bij Wefel, verkreeg. Hij bezat mede den Hof toe Loo, in gemeenfchap met zijn Broeder Gerlach, en meer andere goederen. Haus Woningen In 1439 fchonken Johan Van Der Capellen en Ide zijn echte Wijf, Johan oerer Zweijer echte Soene, hun goed Ingen Vrede, in Ringenberg, bij Boekholt, tot ftigting van een klooster, dat Marien-Vrede genoemd zal worden. Bij de Dominicanen, te Wefel, ftigtte hij eene Misfe voor zig, zijne Gemalin Ida, en zijnen Zoon Johan, alwaar hij ook begraven is, ftervende 1442, volgens uitwijzen der graffteenen aldaar. Zijne Vrouw ftierf 1444. Johan verwekte, bij Ida, deze kinderen: 5. Johan, die volgt. 4-2. Henrick Van Der Capellen, overleden te Padua, 1426. •2, 1120. Hij was, met zijn Broeder Johan, derwaarts gereist, die hem ook, aldaar, met de vereischte pleg- Marien-Vrede tigheden, liet begraven, uitwijzende een origineel diploma van de Univerfiteit van Padua, waarin, onder anderen, gezegt wordt. Dominus Johannes de Capella frater ejus, Licentiatus in jure civili nostræ Univerfitatis effectus, nostram Univerfitatem fecit folemnisfime congregari omnes Civita- tis Papienfis Religiofos, et fua Ecclefia, Parochialis Presbiteros, ut corpus quondam fratris fui, ad monumentum Univerfitatis asfociaret, fumma ma devotione, fuam decentisfimè et magnifice in nostra prefentia peragendo Sepulturam Pro Ut Magnificum Et Nobilem Deceret Sepeliri Virum. 4-3. Johanna Van Der Capellen, trouwde met Johan Van Hijsfelt. 4-4. Elsgin Van Der Capellen, die ten Man hadde, in 1431, Herman Van Sijbergh Van Den Bussche, waar bij, als Hijlixlieden, verfcheenen: Johan van Sijbergh van den Busfche, des voorn. Herm. Vader, Heer Joh. Schuijrman, Pastor zu Sijbergh, Arnout Lappe van Koenijnt, und Johan van Ermel, van eener zijden, und van der ander zijden, als van Elsgens voorsf. Johan Van Der Capellen, ijre Vader, Johan Van Der Capellen, ijre Broder, Louis van Brædbeck, Johan van Cal- denberg, und Johan van Uppendijke. Johan Van Den Capellen, Vader en Zoon, zegelden met het regte Wapen, een geankerd Kruis, boven den regter arm eene Capelle.

5. Johan Van Der Capellen van der Woningen, oudfte Zoon van Johan en Ida Van Der Wonin- gen, heeft, in zijne jeugd, vreemde Landen bezogt. Op de Academie van Padua werd hij, in 1429, met een diploma, als Licentiaat in de Rechten, vereerd, wordende hij in het zelve genoemt Egregius et circonfpectus vir Dominus Johannes de Capella de Ducatu Clevenfi. •1, 1120. In 1443, na den dood zijns Vaders, is hij, door Hertog Adolph Van Cleve, beleend met den Huize en Hof ter Woningen, den Hof toe Loo, het Land tot Eger, benevens verfcheide andere goederen. Hij heeft, tot ftichting van het klooster Marien-Vrede, in 1439, veel toegebragt, zoo Bl.Bl. 8 8 dat hij als Stichter van het zelve voorkomt. In 1443, Johan Van Der Capellen en Juffrouw Jutte, zijn echte Wijf, tuchtigen malkanderen voor Walraven van Eckoij, Amptman van Overbetuwen, in hunne goederen aldaar gelegen in den Kerfpel van Randwijk. Hij was Raad van Hertog Johan van Cleve, en bezegelde, in 1466, met andere Ridderen en Knechten des Lands van Cleve, de Ehepacten, tusfehen Hertogh Adolph Van Den Berghe en Jonkvrouwe Maria Van Cleve. [Tessenm. Codex diplom, p. 97. et feqq]. Johan van Coeverden en Johan Van Der Capellen, bekennen, in 1456, fchuldig te zijn aan Johan Van Langenberge, agtentwintig Rhijnfche Guldens, verbindende zig, bij gebrek aan betalinge, dat Johan van Langenberge wijnnen dat voorsf. gelt, eijn deel of alle op eijn peert of fetten, dair op eijn peert up eijn deel of up alle, und dat peert inder leistingen verwisfelen, ver anderfaten of verkopen. Deze Johan Van Der Capellen trouwde met Judith Van Brienen, dochter van Henrick Van Brie- nen en van Anna Ter Boecoop. In 1443, Joffer Jutte van Brienen tuchtigt Johan Van Der Cafellen oeren Man, in een Huis en Land tot Arnhem, voor Wijnant Ridder, en Willem van Doornick, Scepenen tot Arnhem. Zijn fterfdag, en die van zijne Vrouw, kan uit de volgende Infcriptie blijken, welke, naar eene authentique aftekening, gemaakt in 1640, gevolgt is, en die, eertijds, in de Kerk van het Klooster Marien-Vrede, op eene koperen plaat uitgefneden, geplaatst was, doch, in de voorige eeuw, door het krijgsvolk, geftolen is. Men ziet op deze aftekening het wapen van Capellen (een zilver geankerd Kruis, en boven het zelve eene goude Capelle, op een blaauw Veld, gevierendeeld met dat van der Woningen, op den Helm, een Vlugt of Griffioen met uitgefpreide Vleugels daar naast dat Van Brienen. Onder deze wapens ftaat: Ao. 1470. die IX Aug. obiit Strenuus Johannes De Capella van der Woningen, hujus monafterii Fundator. Eodem anno XIV Junii obiit ingenua Domicelia Jutta de Brienen, uxor Fundatoris. Ao. 1442. V. Maij, obiit Strenus Johannes De Capella, Pater fundatoris five junioris. Ao. 1444. XXIII. Octob. ob. Nobilis Domicella Ida uxor Joannis Senioris et Mater Junioris. Aan de beneden zijde ziet men het Wapen van Capellen, als boven, beneven den naam van eenen der Zoonen van Johan en Judith, als ook het Wapen van Van Brienen, met deze woorden Jacobus Van Der Capellen van der Woningen, daar onder Ut post bella policella de Capella Ja- cobo referetur depreceti, fundatoris filio. Cujus Pater primus later fundi ftater exftat grandi precio. Tegenwoordig wordt de graffteen van Johan Van Der Capellen en Judith Van Brienen, in gezegde Klooster van Marien-Vrede, voor het hooge Altaar, nog gevonden, met de Wapens, als vooren, van Capellen en Brienen, met dit omfchrift: Ao. Dmi MCCCCLXX. IX Aug. obiit Strenuus Johannes De Capella van der Woningen, hujus monasterii Fundator. Eodem anno XIV Junii obiit Jutta de Brienen Uxor Fundatoris. Requiéf- cant in pace Amen. Johan en Judith hebben deze echte kinderen nagelaten: 6. Johan, die volgt. 15. Jacob Van Der Capellen, Heer tot Voerde. Zie Voerde. 5-3. Heer Henrik Van Der Capellen, in 1494 Kruisbroeder te Emmerik, en Prior aldaar, heeft dat Klooster zeer verbetert. [E. Wassenberg , Hiftor. Erabric zegt, p. 189]. Henricus de Capella van der Woningen, conventualis B. M. Pacis, ut natalium Splendore, fic variarum Virtutum gratia, Vere nobilis. Hij ftierf 1512, en werd in het Klooster begraven. Ao. 1512. 17 Sept Obiit Venerandus Pater, Frater Henricus de Capella van der Woningen, Quin- tus Prior hujus Conventus, [præcuit ais 18]. In Libro memorialium van gemelde Klooster wordt gevonden: Anniverfarium Penerabilis Patris Henrici de Capella, hujus Conventus Prioris quinti, hic fepulti, qui ædificavit coquinam, et muro conventum circumcinxit, et tandem chorum novum inchoavit, et in multis fua industria et religiofa, vita huic conventui in difciplina et exterioribus bonis profuit. Cujus Fratres Germanici Jacobus et Stephanus ultra ducentos aureos conventui nostra dederunt. Ob. 1512. 5-4. Steven Van Der Capellen, was eerst Land Rentmeefter zu Dinglaken, 1487. Hij bezat verfcheidene goederen in Overbetuwen, uit de nalatenfchap zijner Moeder Judith Van Brienen. Hij was eigenaar van het Slot ten Rodentoorn bij Randwijk in Overbetuwe. In 1487, verkogt Steven Van Der Capellen, aan Werner Van Horssen, eenige goederen, in Overbetuwe gelegen, waar bij hij zig verbindt, tot nakoming des Contracts, met deze woorden. Hebbe ick Steven van der Capellen vurtsf. voir my en myne Erven gefekert en gelaifft, zeken en Rodentoorn 1732 Bl.Bl. 9 9 gelaven in gueden trouwen, by myne eren, den vurgen. Werner van Horsfen en fyne erven, vast ftede en onverbrekelic te hadden, en wail te voldoin, en dair tegen nyet te doen mit ennigen zaiken, rechten off voinden, geistelicx of wereldicx, noch mit hogen of lege rechten, noch mit gheene behulpe van hen veeden, noch mit gheene gebreck lettenis, of te feggen dat deze brieff mach hebbe of kryge aan fegel, woirden, litten, gaten, vlecken, of rafuen, enz. Hij zegelde met een Schild, waar in een geankerd Kruis, zonder Capelle, zijnde hij de eerfte geweest, die deze verandering in zijn geflacht wapen, zoo als bij zijn Vader en Voorvaders, hier vooren aangewezen, is gevoert geworden, gemaakt heeft, en is daar in, door verfcheidene zijner Bloedverwanten, gevolgd, hoewel tegen goedvinden van anderen. Eenige Heeren van dit geflacht hebben, een tijd lang, het Wapen zonder Capelle, boven den rechter arm des Kruis, gevoerd, tot dat, in 1580, of daaromtrent, eene dochter van den Huize Woningen zig aanbood om in het adelijke Kapittel van St. Marie, te Keulen, aangenomen te worden, doch haare preuves werden afgewezen, om dat zij voerde een Wapen met een kruis, zonder Capelle, waarna men den misflag, in dezen begaan, door het geslacht wapen van nieuws tot volkomenheid te brengen, herfteld heeft. Capellen wapen Deze Steven Van De Capellen was een wakker Krijgsman, en heeft, in de oorlogen der Gelderf- zonder kapel chen, altoos de zijde van Hertog Karel Van Egmont gehouden. In 1487 deed hij, met anderen van den Gelderfchen Adel, die van Campen veel nadeels. [Sligtenhorst, Geld. Gefch. p. 290]. In 1502 was hij Amptman van Overbetuwen. Op dat zelve jaar vind men deze aantekening: Heden des Donderdags voor Thomae, heeft die Amptman Ste- ven van der Capellen, toe Bemmel de Ridderen en Knechten zijn eed gedaan, na vermogen zijns bevel brief, en aldaar des Donderd. voor Epithaniae ten gerigte gezeten bij de geregtsluiden, van Welij, en Dirk van Weesch. [Te vinden in de Signa ten van Bemmel in Overbetuwen]. In 1509 was hij Slotvoogd tot Muijden, [Slichtenh. I. c. bl. 237]. 1510 Bevelhebber over Harderwijck [Prætor Hardervicenus. Revii Darentr. Illustr. p. 180]. Omtrent dien tijd heeft hij die van Campen geweldig geplaagd, rovende en plunderende hunne koopvaardijfchepen, alzoo hij de Zuider Zee, met een gewapend Schip, onveilig maakte, heb- bende nog eenige andere Gelderfche Edelen tot zijne medehelpers, met name Van Den Berge, Essen, enz. Doch zij raakten allen gevangen, en werden, door die van Campen, binnen hunne Stad gevoerd, en, eenigen tijd daar na, onthalst. [Dumbar, Analecta, Tom. II. Overijsfelfche Chronijcke, p. 452]. Men vind niet dat hij wettige Defcendenten nagelaten heeft, alzo zijne goederen onder zijns Broeders Kinderen verdeelt zijn, gelijk aanftonts zal blijken. •725. 5-5. Judith Van Der Capellen, trouwde N. van Sybergh ten Bufch. 5-6. Nog eene Dochter, die trouwde N. van Schwartz gent-Hertz.

6. Johan Van Der Capellen, Derde Heer van der Woningen, en daar mede, door den Hertog van Cleve, beleend, in 1482, als ook met verfcheiden andere goederen. Hij was de oudfte zoon van Johan en Judith Van Brienen, en Lid der Cleeffche Ridderfchap, in 1493. Hij en zijn Broeder Jacob verkogten, aan Adolph Van Wijlack, hun halve goed ter Bruggen en Brunen. •1125. Zijne Vrouwe was Machteld Van Calchum, gent. Leuchtmar, Dochter van Gerrit Van Calchum, gent. Leuchtmar, en van Vrouwe N. Van Wambach. Op ‘t jaar 1486 leest men ‘t volgende: Margaretha van Calchum gent. Leuchtmar, echte Huisvrouw Johani van Bylant, maakte haar Broeders Gerrits Dochter Machteld, echte Huisfr, Johans van der Capellen, drie hondert averl. Rijnfche Guldens. Deze donatie is bezegelt door Marg. van Leuchtmar, Joh. van Bylant, Otto van Hetterfcheide, Henric van Hetterfcheide, und Johan von Asbeeke. In de Kerk der Kruisbroederen, te Emmerick, ftonden, weleer, de Wapens van Capellen en Woningen, en daar onder: Orate pro Johanne, Jacobo, et Stephano de Capella van Woningen, fratribus et eorum conjugibus, 1519. Hij heeft, bij zijne Huisvrouw M. Van Calchum, drie kinderen verwekt: 7. Johan, waar van aanftonds zal gefproken worden. 25. Robert Van Der Capellen. Van dezen zal insgelijks nader gewag worden gemaakt, na de nakomelingen zijns Broeders. Zie Esselt. 6-3. Romuliana Van Der Capellen, trouwde Diederick van Ketge, Amptman tot Andernach. In 1503 geeft Diederick van Ketge, aan zijne Zwagers der Erentvesten Johan und Roprecht van der Capellen, voldoening van zijn Vrouws Huwelijks goed.

7. Johan Van Der Capellen, Vierde Heer van der Woningen, ingevolge der beleening des Hertogs van Cleve, Lid der Cleeffche Ridderfchap, trouwde, in ‘t jaar 1520, met Sophia Van Wittenhorst, Bl.Bl. 10 10 Dochter van Johan van Wittenhorst en van Jodoca van Hijsfelt. In de Cleeffche Leenregisters vindt men Ao. 1519 up Frijdag post Gertrudis is an diefen Johans van der Capellen, Huisvrouwen Sophien van Wijtenhorst, oere tocht gegont. 1523 Verklaarde Hertog Karel van Gelre, bij opene placaten, dat hij om meenigen trouwen dienfte, die hem Johan van der Capellen van der Woningen, en Johan van der Capellen tot Fuerdt, gedaan hadden, en noch verder doen zullen, hunne goederen in Overbetuwe gelegen, die zij van oeren Oom Steven van der Capellen Saliger aangeerft hadden, nu voortaan van alle fchattingen en lasten verlaat, en ontheft, foo dogh oere Oom van hem Hertogh van Gelre was toegezegt, bevelende alle Amptlieden tegenwoordig, en die hier namaals komen mogen dat zij alfulken goede van Johan van der Capellen ter Woningen en Johan van der Capellen tot Fuerdt, ten eeuwigen dage van alle fchattingen bevrijden zullen.Was ondertekend en bezegeld met de handtekening en zegel des Hertog van Gelre voorsf. Johan, bovengemeld, fterft 1544. Zijne Vrouw hertrouwde, 1551, met Adolph van Wijenhorst. Johan en Sophia Van Wittenhorst hebben deze volgende kinderen verwekt: 8. Johan, waar van aanftonds breder. 30. Jacob Van Der Capellen, die, na de oudere Defcendenten, zal volgen. Zie Wittringen. 7-3. Sophia Van Der Capellen, Stifts-Juffer, in het adelijk Stift Overdorp, te Wefel. Haare agt Kwartieren zijn deze: Capellen. Wittenhorst. Calchum gent. Leuchtmar. Hijsfeld. Brienen. Horst. Wambach. Horst. 7-4. Harmen Van Der Capellen. 7-5. Heer Derk Van Der Capellen, Prior des Adelijken Capittels Hamborn 1556 Pasfeert die werdige und Edele Diderich von der Capellen, Prior te Hamborn, voor den Abt aldaar volmagt op zijnen Broeder den Edelen Erentfesten Jacob van der Capellen, om zijn recht op zijns Vaders verfterf waartenemen. 7-6. Mechteld Van Der Capellen, die trouwde Bernd Van Der Heijden gent. Rijnsch, zij ftierf 1555. 7-7. Catharina 7-8. Anna Beide Kapitularinnen in het adelijk Klooster Sterkenraath. 1572 Cedeeren zij haar recht op haaren Ouderlijken boedel aan haaren Broeder den Erentfesten und fromen Johan van der Capellen ter Woningen, und Juffer Elifabeth van Weze, zijne echte huisfrauwe. Deze opdragt gefchiede voor die Eerwerdige Erentfeste und frome Jufferen Elifabeth van Loe Abdisfa, Wernera van der Horst Priorisfa, Belije van Eijl Superiorisfa en Anna van Hijs- felt, Kellers des Kloosters Sterkenraide en is met het zegel des Kloosters bekragtigd.

8. Johan Van Der Capellen, Vijfde Heer van der Woningen, oudfte Zoon van Johan en Sophia Van Wittenhorst, werd, in 1551, beleend met den Huize en Ritterzits Woningen, en was Mede- lid der Cleeffche Ridderfchap. [Archiv. Cliv]. Capellen ter Woningen, Johan van der Capellen tho Fuerdt, en Robert van der Capellen to Esfelt, zijn, benevens andere Ritterburtigen des Lands van Cleve, befchreven om zig tegen den Vijand uitterusten. [Archiv. Cliv]. •1127. Hij trouwde, eerst Elisabeth Van Weze, Dochter van Balthazar van Weze tot Hijn, en van Margaretha van Leefdaal. Ten tweede, Margaretha Kerkerings Zum Stapel, Weduwe Nicolas van Munchaufen, die, in 1582, hertrouwde met Willem van Ingenhaven. In 1553 werd, voor den Hertog van Cleve, eene Erffcheiding gemaakt, tusfchen dezen Johan Van Der Capellen ter Woningen, en zijn Oom Robert Van Der Capellen toe Esfelt, Uit deze beide Huwelijken zijn de volgende kinderen verwekt: 9. Johan Van Der Capellen, jong geftorven. 40. Balthazar Van Der Capellen, die aanftonds voorkomt. 8-3. Otto Van Der Capellen. 45. Bernd Van Der Capellen, ob. 1582. heeft een bastardzoon nagelaten. 8-5. Elisabeth Van Der Capellen, trouwde 1571 Jacob Van Brienen, Zoon van Henrick van Brienen en van Andrea van Harderwick, waarbij als Hijlixfreunden asfifteerden, van wegens des Bruijdegoms die Edele und Erentfeste Henrick van Brienen fynen Broeder, Diderick von Linden, Heer zu Hemmen, Adolph van Goer, Heer zu Caldenbroik, und Jacob von Harderwick, und van wegen die Breudt, die auch Edele und Erenfeste Jacob van der Capellen zu Witteringen ihr Oem, Johan van Wittenhorst, Heer zu Horst, Drost des Lands van Kesfel, Cornelis Momme, Bl.Bl. 11 11 Harmen van Wittenhorst zu Zunstfelt, und Jurgen Syberg zu Foirdt. •12. Uit het tweede Huwelijk: 8-6. Johan Van Der Capellen, jong geftorven. In 1576, werd een Magefcheid gefloten tusfchen Margaretha Kerkerings, Weduwe def Edelen und Erendvesten Johans van der Capellen zu der Woningen, en haar onmondige Zoon, aan eener, und tusfchen den Edelelen und Erentvesten Balthafar ende Otto van der Capellen gebru- deren, Voorkinderen van Johan van der Capellen en Elifabeth van Weze. Hier waren aan en over Johan van Aldenbockum, Drost van Dingslaken, Jurgen van Sijberg zu Foerde, en Henrich van Wittenhorst, Drost zu Huesfen.

40. Balthazar Van Der Capellen, Zesde Heer van der Woningen, tweede Zoon van Johan Van Der Capellen en Elisabeth Van Weze. •1096. In 1578, 10 Januarij, beleend met den Huize, Hof en Ritterzits ter Woningen. Hij was een Medelid der Cleeffche Ridderfchap. Zijne Vrouw was Catharina Van Honnepel, Dochter van Elbert van Honnepel tot Groen en van Johanna van Voerst. Na haar mans dood hertrouwde zij, eerst met Johan van Gutterswijk, ten 2e met Adam van Efferen, 1619. In 1581, werd, tusfchen Balthazar Van Der Capellen ter Woningen, en zijne Zuster Elisabeth Van Der Capellen, die ten ten Huwelijk had Jacob van Brienen, een Magefcheid opgerigt, ten overftaan van Wilhelm van Boekholt, Drost van Wageningen, Karl van Lijnden, Amptman in de Overbetuwe, Reinier van Stepraedt, Heer totter Doddendaal, und Karl van Arnhem, als maghen und gekaeren und geboden frunden. In 1592, 18 Februarij verkoopt die Edele und Erentrijke, Catharina van Honnepel, Weduwe Balthazars van der Capellen, eenige goederen in de Nederbetuwe, onder anderen de helft van het Erve Homoet, aan Johan van Doornick genaamt Ulft tot Laekhuizen, en Juffr. Johanna Mom zijne Huisvrouwe, waar over ftonden Peter van Aldenbockum, en Jurgen Sijberg zu Fuerdt. Hij ftierf 22 Maij 1591, en is te Duisburg begraven, met vier kwartieren: Capellen. Weze. Wittenhorst. Leefdale. Deze Balthazar heeft, bij Catharina Van Honnepel, nagelaten twee Dochters:

40-1. Elisabeth Van Der Capellen. Wegens deze vind men de volgende aantekening: In 1596, den 29 Aug. is Arnt van Lintelo als Volmagtiger Catharina van Honnepel Witwe, en Elifabeth van der Capellen, oldfte Dochter van Balthazar van der Capellen Saliger, mit den Huize en Hof ter Woningen beleent. [Clev. Leen Regift.]. Zij ftierf ongetrouwd 1597, en werd begraven te Duisburg, met deze kwartieren: •1097. Capellen. Honnepel, Weze. Voerft.

40-2. Sophia Van Der Capellen, na haar Zusters dood, Erfdochter van den Huize en Ritterzits Woningen. In 1608 trouwde zij met Johan Van Doornick, en, in 1625, met Johan Van Haeften. In 1611, den laatften Juni, na het overlijden van haare Zuster Elifabeth, en na dat het Huis en Hof ter Woningen op deze Sophia vervallen was, is haar Man Johan Van Doornick daar mede beleend, [Leen Reg. van Cleve]. Zij ftierf 1651, en is te Dingslaken begraven. De Kruisbroeders te Marien-Vrede hebben, op haar overlijden, eene Lijkreden gehouden, en uitgegeven Concio fu- nebris habita in exequiis prænobilis domicella Sophia de Capella van der Woningen, per fratrem Crucigerum Conventus beata Maria Pacis, cujus Fundatores fuerunt piæ memoriæ prænobilis Katharinakerk Sopia majores, anno 1651. 12. Septb. Duisburg Deze Sophia Van Der Capellen heeft, bij haaren eerften man, Johan Van Doornick, kinderen verwekt, waardoor het Huis en Hof ter Woningen uit dit geflacht, waar bij het ongeveer 250 jaaren bezeten was geweest, is overgegaan in dat Van Doornick, waaraan het zelve noch is toebe- horende. Bl.Bl. 12 12 Zie Blad 6 Stamboom tak Van Woningen Johan 4 verm. ~1390 x1 NN v. Ransdorp x2 v. 1422 Ida Erfdr. v. Woningen † 1442 † 1444

Johan 5 Hendrik 4-2 Johanna 4-3 Elsgen 4-4 verm. 1429 x v. 1443 Judith (Jutte) x Johan x 1431 Herman v. Brienen x niet v. Hijsselt v. Sijbergh v.d. Bussche † 1470 † 1470 † 1462 † ** † ** † ** † **

Johan 6 Jacob 15 Hendrik 5-3 Steven 5-4 Judith 5-5 NN 5-6 verm. 1482 Zie Fuerde verm. 1487 x Machteld v. Calchum Blad 13 Prior x NN x NN v. Schwartz gent. gen. Leuchtmar x niet x niet v. Sijbergh v.d. Bussche Hertz † 1518 † ** † ** † ~1510 † ** † ** † ** † **

Johan 7 Robert 25 Romuliana 6-3 Zie Esselt x 1520 Sophia Blad 16 x Diederik v. Wittenhorst v. Ketge † 1544 † ** † ** † **

Johan 8 Jacob 30 Sophia 7-3 Harmen 7-4 Mechteld 7-6 Anna 7-8 verm. 1551 Zie Wittringen x1 Elisabeth v. Weze Blad 18 Non x Bernt v.d. Heijden Kapitularin x2 Margaretha x niet x ** gen. Rijnsch x niet Kerkerings Zum Stapel † ** † ** † 1555 † ** † ** † v. 1576 † ** Derk 7-5 Catharina 7-7

Prior Kapitularin x niet x niet † v. 1556 † **

Johan 9 Balthazar 40 Otto 8-3 Bernd 45 Elisabeth 8-5 Johan 8-6 uit 1e x uit 1e x verm. 1578 uit 1e x uit ? x uit ? x uit 2e x x Catharina x 1571 Jacob x niet v. Honnepel x ** x ** v. Brienen x ** † jong † 1591 † ** † ** † 1582 † ** † ** † **

Elisabeth 40-1 Sophia 40-2 ** 46 verm. 1596 Erfdochter Bastaard x1 1608 Jan x niet v. Doornick † ** x ** † 1597 x2 1625 Johan v. † ** Haeften † 1651 † **

CAPELLEN TOT FUERDE

15. Jacob Van Der Capellen, tweede Zoon van Johan Van Der Capellen van der Woningen en van Judith Van Brienen, werd, 1486, door den Abt van Werden, beleend met den Huize en Heerlijkheid Fuerde, gelegen bij Wefel, door overdragt van Herman Valck. •1125. Hij is, meermalen, onder de Ridderen en Knechten des Lands van Cleve verfcheenen, en was, in ‘t jaar 1499, Land-Rentmeefter van Dingslaken. Hij was een rijk en vermogend Heer. [Was- senberg, Hift. Emb. pag. 189.] zegt Etat enim Johan de Capellen et Jutta, de Brienen, Conven- tus Maria, Pacis fecundum Principem, fundatorum filius, et habebat Stephanum et Jacobum Fuerde de Capella van de Woningen, Germanos fratres, quorum uterque et præfertim ultimus, terra Distacenfis Redituarius, dives, potens, liberalis, cum nobilisfima Conforte fua Margaretha de Blitterswijck, illi valde fubvenierant. Zijne Vrouw Margaretha was eene Dochter van Arnt van Blitterswijck en van N. van Broeckhuizen. Haare afbeeldingen waren eertijds te Marien-Fuerde in een kerkglas, waarvan noch eene afteke- ning voor handen is, zittende beiden knielende, in Ridderlijke gewaden, met deze wapens: Capellen van der Woningen. Blitterswijck. Brienen. Broeckhuifen. 1492 Strenus Jacobus de Capelle van der Woningen, Ingenuæ Domicella Margaretha de Blijtterswijck. Zij hebben de volgende kinderen verwekt: 16. Johan, volgde zijn Vader op in Fuerde. 35. Arnt Van Der Capellen, zie Capellen Tot Randwijck In Overbetuwen, na de oudere Defcendenten. Bl.Bl. 13 13 15-3. Frans Van Der Capellen, Volmager zijns Broeders Johan, 1527. 15-4. Heer Henrick Van Der Capellen, Geestelijk te Hameren, 1529.

16. Johan Van Der Capellen, Heer tot Fuerde, oudfte Zoon van Jacob en Margaretha Van Blit- terswick. 1524 zijne Huisvrouw was Cornelia Van Balderick gent. Barick, Dochter van Henrick Van Bal- derick gent. Barick en van N. Van Merwijck. •728, 1118/19. Hij en zijn Neef Johan Van Der Capellen van der Woningen, hier vooren vermeld, kreegen, in ‘t jaar 1523, van Hertog Kaarl Van Gelder, kwijtfchelding van Lasten en Schattingen der goede- ren in Overbetuwe, welke zij, door den dood van haren Oom Steven van der Capellen, hadden aangeërft. In 1530, werden Johan Van Der Capellen tot Fuerde, Johan Van Der Capellen van der Wonin- gen en Robert Van Der Capellen tot Esfelt, door den Hertog van Cleve, met andere Ridderen en Knechten befchreven, om zig tegen den gemeenen Vijand uitterusten. [Atteft. der Cleeffche Ridderfchap]. Deze Johan heeft maar ééne Dochter nagelaten, te weeten:

16-1. Margaretha Van Der Capellen, Erfdochter tot Fuerde, trouwde Jurrien Van Sijberg tot Wisfelichen, Drost tot Wetter en Blankenftein, Zoon van Jurrien Van Sijberg tot Wisfelichen en van Anna van Plettenberg, waardoor de Heerlijkheid Fuerde aan het geflacht van Sijbergh is gekomen. Haare kwartieren zijn deze: Sijbergh. Capellen. Plettenbergh. Barick. Wrede. Blitterswijck. Frijdag. Merwijk. Hij ftierf 1620, oud 94 jaaren.

Stamboom tak Tot Fuerde Zie Blad 12 Jacob 15 verm. 1486 x Margaretha v. Blitterswijck † na 1499 † **

Johan 16 Arnt 35 Frans 15-3 Henrick 15-4 verm. 1523 Zie Randwijk verm. 1527 x Cornelia *1 Blad 19 Geestelijke v. Balderick (Barick) x ** x niet † na 1530 † ** † ** † **

Margaretha 16-1 *1: Zij hertrouwd Erfdochter Jacob v.d. C. Hr. v. Esselt x Jurrien van Sijberg Zie Bl. 16. tot Wisselichen † ** † 1620 Bl.Bl. 14 14 CAPELLEN TOT ESSELT

25. Robert Van Der Capellen, Heer tot Esfelt en Broekhuizen, (in het Keulfche gelegen) tweede Zoon van Johan Van Der Capellen van der Woningen en van Machteld Van Calchum gent. Leuchtmar, hier vooren te vinden, onder de zesde generatie. In 1529, bekomt hij weder, het Huis en Hoffstad Esfelt, in het Cleeffche, dat zijn Vader verkogt Esselt hadt, in 1491. In 1520, verkogten Robert Van Der Capellen van der Woningen en Margaretha Van Epsendorff, Eheluden, aan haaren Broeder Johan Van Der Capellen van der Woningen en Sophia Van Wit- tenhorst zijne Huisvrouw, het aandeel, dat zij hadden in de Erfenis van haaren Oom Steven Van Der Capellen. In 1553, zo als reeds gezegd is, werd, tusfchen gemelde Broeders Johan en Robert Van Der Ca- pellen, eene erffcheiding gemaakt, voor den Hertog van Cleve. Robert Van Der Capellen tot Esfelt was een Medelid der Cleeffche Ridderfchap. In 1583, tekende en zegelde hij, met de Ridderfchap des Lands van Cleve, het Verdrag van vereeniging en befcherming der Landen Gulick en Cleve, met het Furftendom Celre en Graaff- chap Zutphen. [Zie Pontanus, Hift.Gelr. Tessenmacher, Ann. Clive. Sligtenhorst, Geld. Gefch. bl. 432.]. Omtrent dezen tijd, if hij mede, met andere Ridderen en Knechten, befchreven, tot uitrusting tegen dan vijand. In 1550, bezegelde hij, met de Ridderen des Lands van Keulen, de Erflantsvereeniging van het Aartsftift Keulen. Ingevolge een Attest of Diploma van het Dom Capittel aldaar, gegeven in 1568, alwaar het wapen van Capellen gefchilderd ftaat, met deze woorden: Wir Dechant und Capital des Ersz und hohen Doms Stifts Cöllen, thuen kund, und bekennen, hier mit gegen ieder manniglichen, das Vorsthehend abcopiirtes waffen, aller dings anhlich und gleich miet jenen Waffen, fo der im jahr 1463 auffgericht, und nach, gegendts 1550, beftandig ernuert, bij unfern Archiv. Originaliter vorhanden Erblands vereinigung des Rheinifchen Ertz Stiffts Cöllen, von wegen Roprecht van der Capellen, zu Broickhuzen, (welcher unter den Ritteren als mit pacifcent, inhalts felbiger Lands vereinigung befchrieben wirdt, unter angehangen, fich befindet, urkund unferes Rath und Secretarii unterfchrifft. Gegeven Cöllen den 28 Junij 1568. (getekend) J.H. Bollich, des Hohewurdigen Dom Capittels Rath und Secretar. Voorfchreven, Erflandsvereeniging was ondertekend door deze volgende Ridders en Knechten: Wilhelmus Graaf von Newenahr, Johannes Graaf van Salm, Cumbertus Graaf in Niewenahr, Georg van Quadt, Emmericus van Hurdt, Rupertus Van Der Capellen, Goswinus van Raats- felt, Gosw. van Hunslar, Johan Roist, Evert van Dript, Willem Schramme, Willem van Herfel, Willem van Bongard, Ant. Hausman de Namedi, Willem van Zwartzenbergh, Hieron, Wolf van Metternich, Gerard van Recke, Gerlach Schelling, Adolph de Gymnich, Lotharius Quade, Herm. Quade, Emund de Wilburg, Emer Kolve, Peter van Kaldenborn, Theod. Burggravins in Drachenfeled, Wilh. a Flodorf Burggr. in Oldenkirchen, Will. Haafe Marfchallus, Wilh. van Horst, Wilh. van Kesfel, Ger. van Mekenheim, Wilh. van Hurdt, Wern. van Crümel, Theod. van Büchel, Fredr. van Steprath, Joh. Quade, Wilh. van Breitbach, Wolt. van Boulich, Wilh. Hove dictus Bell, Theod. van Bourtfcheid, Henr. Rollman, van Dadenberg, Joh. de Walpott, Otto de Walpott, Adam de Hem, Theod. de Zwivel, Werner de Gurtzgen, Philippus Dithardus de Braanisberg, Georg. de Leijen, Gothardus van Duisberg, Wilhelmus van Kintzweiler, Henricus Beisfel, Johannes van Virmond, Erasm. van Schall, Herm. Haafe, Joh. van Metternich, Gerard van Schall, Johan van Frenz, Gerardus de Arfft, Willem de Kertzgen, Theod. van Hemmerich, Arnoldus van Hemmerich, Gothardus Dutsch, Conrad van Berenkot, Philip van Koningsdorff, Bernard van Velbruggen, Johan van Wachtendonk, Johan van Brembt, Bertram van Merbach, N. van Forst, Adamus de Halle, Johan van Pallandt, Walramus et Wilhelmus Scheifert de Merode, Wilhelmus de Reusfchenberg, Winandus de Anftel, Johan van Randerath, Freder. van Met- ternich, Theod. van Metternich, Henr. van Slickum, Wilh. van Haffden, Godfch. van Huls, Conr. van Blanckart, Joh. van Ahr, Joh. van Schall, Everard van der Bruggen, Christoph van Hunslar, Henr. van Osfenbruch, Rembold Scharpman, Henr. en Wilh. van Schal, Engelb. van Aspelt, Godfr. van Wijenhorst, Gothard van Eyl, Arnold van Velbruck, Will. van Efferen, Johan en Adam van Hambroich, Jacob van Ingenhavrn, Johannes Schilling, Ludolph van Velbruck, Adolph Quadt in Büschfeld, Adam van Ghalen, Wilh. van Goer, Conr. Putzfeld, Bertr. de Lippe, Joh. de Wever, Wilh. van Buderich. [Civ. Bonnenfis. Civ. Andernacenfis, Civ. Novienfis Civ. Arweilerana Civ. Lintzenfis]. Laatstgemelde Robert Van Der Capellen, tot Esfelt en Broekhuizen, heeft twee Vrouwen gehad: de eerfte was Margaretha Van Epsendorff, Dochter van Warner van Epfendorff en van N. van Huls, de andere is onbekend. Hij heeft bij beide, 32 (?!?) Kinderen verwekt, waarvan eenige Bl.Bl. 15 15 Geestelijken zijn geweest, en verfcheiden in den krijg omgekomen. Van de kinderen, uit de eerfte Vrouw geboren, vindt men de volgende vermeld: 25-1. Heer Hendrik Van Der Capellen, Praebst des Adelijken Capittels tot Vaerle, 1592. 25-2. Warner Van Der Capellen, ongetrouwd geftorven. 25-3. Anna Van Der Capellen, 1550, Stifts-Juffer in het Adelijk Stift Bedber. 25-4. Jacob Van Der Capellen, na zijns Vaders dood, Heer tot Esfelt, trouwde Cornelia Van Bal- derich gent. Barich, Weduwe Jacobs van der Capellen, Heer tot Fuerde, hier vooren bijgebragt, waarvan geene Defcendenten. 26. Steven Van Der Capellen, die aanftonds volgt.

26. Steven Van Der Capellen, Heer tot Esfelt, (na den dood zijns Broeders) tot Oosterhuizen (in het Stift Munfter en Broekhuizen). Hij was verfchreven onder de Ridderfchap van Cleve, 1596- 1600-1612, Drost van Dinslaken. Zijne Vrouw was Agnes Van Ingenhaven, Dochter van Jacob van Ingenhaven, tot Gelinde, en van Anna van Zuilen, 1576, waarbij hij deze Kinderen heeft verwekt: 26-1. Robert Van Der Capellen, jong geftorven. 26-2. Johan Van Der Capellen tot Esfelt, komt voor in de Cleeffche Ridderfchap, 1609. Onge- trouwd geftorven. 27. Hugo Van Der Capellen, die aanftonds volgt. 26-4. Anna Van Der Capellen, in het Adelijke Stift Vilich. 26-5. Mechteld Van Der Capellen, in ‘t Adelijke Stift Gernsheim. 26-6. Margaretha Van Der Capellen, in het Adelijke Stift te Asbeek, en aldaar, voor den Hertog van Cleve, opgezwooren, door Sijbert van Bernfaw, Borchard van der Ruer, Hoffmeefter, Johan van Egeren, Schutmeefter, en Willem van Linteloe, 1586. 9 Julij, deze kwartieren: Capellen. Ingenhaven. Epzendorff. Zuijlen. Calchum. Hijsfelt. Huls. Hunfeler. 26-7. Heer Warner Van Der Capellen, Prior des Adelijken Capittels tot Cappenberg, aldaar geftorven en begraven, met een gedenkteken, nog in wezen, met deze Infcriptie: Anno falutis 1669. 20 Julij Obitt admodum Reverendus et prænobilis Dominus Wernerus de Capella, Ecclefiæ Cappenberg, Canonicus, Exprior jubiliarius, et Rector in Koer, cujus anima requiefcat in pace. Capellen. Ingenhaven. Epfendorff. Zuijlen. 26-8. Jacoba Van Der Capellen, trouwde Godfried van der Ruir.

27. Hugo Van Der Capellen, Heer tot Esfelt, Oofterhuizen en Broekhuizen, Zoon van Steven en Agnes Van Ingenhaven, zo even gemeld. In 1636, Lid der Keulfche Ridderfchap. Cappenberg In 1630, deed hij afftand van de Ritterzits Esfelt, aan zijnen Neve Hendrik Van Der Capellen tot Rijsfel, die daarvan befchreven is geweest in de Ridderfchap van Cleve, zo als, op zijne plaats, zal blijken. Hij heeft twee Vrouwen gehad: 1. Maria Van Baexen, Dochter van Andries van Baexen zu Borns- heim, en van Catharina van Driesch zu Flodrus, 2. Ursula Van Vaest tot Kaldenhave. Hij ftierf 1652, en is te Zelm, bij Ludughuzen, begraven, nalatende, van zijne eerfte Vrouw, twee Zoonen en twee Dochters: 27-1. Anna Margaretha Van Der Capellen, trouwde Hendrik Van Asfcheberg tot Bosfeler, Zoon van Hendrik van Asfcheberg zu Gottendorff, en van Anna van Werminghaus zum Kollen. Zij ftierf 1659. 27-2. Anna Van Der Capellen, in het Stift Asbeek.

27-3. Steven Hendrik Van Der Capellen, Heer tot Oosterhuizen en Broekhuizen, is ongetrouwd geftorven. Hij was Kapitein te voet, ten diende der Vereenigde Nederlanden. Baexen In 1636 heeft Steven Hendrik Van Der Capellen, onder zijn hand en zegel, een attest gegeven, betreffende den naam en het wapen van dit geflacht ‘t welke men, om deszelfs bijzonderheid, hier zal laten volgen: Iek Steven Hendrick van der Capellen, tot Oostterhuizen en Broekhuizen, bekenne voor de waarheid, dat ten tijde ick voorleden Somer in den jaare 1635 binnen Roermunde, mij bij mijne Compagnie onthield, en het Franfche leger aldaar uit Brabant aanquam, dat een feker Fransch Bl.Bl. 16 16 Heer gent. Monfieur de la Capelle uit Champagne, bij fich hebbende een train van festien paar- den, en vier á vijf muijlezels, dienende als Volontair onder de Compngnie van Mr. le Marquis de Brefé, twede hooft van het Conincklijke Leger, den tijt van twee of drie maanden tot Roermun- de fieck lach, ende krijgende kennis met hen, ick Steven Hendrik bij geval fagh een brief bij hem gefchreven, en daar op uittrekkende zijn Cachet, zeide wij hebben eenen Naam en Wapen en Schilt, voerende een Cruijs met eene Capelle aan d’eene zijde, hebbende geen onderfcheijt dan in de helmtekens, wij zullen wel Coufins wezen, ick hebbe mijne Ouders wel hoeren verhaalen, dat weleer eenige van onfen naam en geflagt uijt Frankrijk in Duijtschland zijn gaan woonen, en dat de voornoemde Heer altemet, als men hem hier noemde Mr. de la Chapelle, zeide, excufez moi, je m’appelle de la Capelle. Bekenne mede ik ondergefchreven, dat mijn Vader en Voorou- ders en verwanten het wapen gevoert hebben en nog voeren met een Cruijs en boven de regter arm eene Capelle, en dat ik van mijne Moeij, Vrouwe Mechteld van der Capellen en anderen wel gehoort hebbe, dat eene van onfe Nichten, willende geadmitteerd wezen in ‘t Adelijke Stift van St. Marie binnen Ceulen, gerefufeert is geworden, om dat zij voerde een wapen zonder Capelle, En alzo men fchuldig is der waarheid getuigenis te geeven, zo verklaare ick ten verzoeke van mijn Neve van der Capellen ten Budelhoff en Merveldt, dat het geene voorsf. alzoo in waarheid is, bereid zijnde, zoo nodigh, ‘t zelve met eede te bevestigen In kennisfe van dien, heb ick het zelve met mijn eigen hand ondertekend, en met mijn aangebooren Cachet befegeld, Gegeeven in ‘s Hage den 16 Aug. 1636. (was getekend) Stefen Henrick van der Capellen.

Stamboom tak Tot Esselt Zie Blad 12 Robert 25 1529 Hr. v. Esselt x1 Margaretha *1: Hij doet 1630 afstand van v. Epsendorff Esselt t.b.v. zijn neef x2 ** Hendrik v.d. C. tot Rijsel † na 1499 † ** Zie Bl. 37 nr. 69

Hendrik 25-1 Werner 25-2 Anna 25-3 Jacob 25-4 Steven 26 verm. 1592 verm. 1550 x Cornelia v. Balderich Praebst Non Wed. v. Johan v.d. C. x Agnes x niet x niet x niet tot Feurde Zie Bl. 13 v. Ingenhaven † ** † ** † ** † ** † ** † **

Robert 26-1 Johan 26-2 Hugo 27 Anna 26-4 Margaretha 26-6 Jacoba 26-8 *1 verm. 1586 x1 Maria Braexen Non Non x Godfried x niet x niet x2 Ursula v. Vaest x niet x niet v. Ruir † jong † v. 1609 tot Kaldenhave † ** † ** † ** † ** † 1652 † ** Mechteld 26-5 Warner 26-7

Non Prior x niet x niet † ** † 1669

Anna Margaretha Anna 27-2 Steven Hendrik 27-3 NN (zoon) 27-4 27-1 x Hendrik v. Asschen- Non berg tot Bosseler x niet x niet x ** † 1659 † ** † ** † ** † ** Bl.Bl. 17 17 CAPELLEN TOT WITTRINGEN

30. Jakob Van Der Capellen, Heer tot Wittringen en Werdringen, tweede Zoon van Johan Van Der Capellen van der Woningen en van Sophia Van Wittenhorst, kogt, in 1551, den Huize en Ritterzits Wittringen, in het Stift Recklinghaufen, van Derk van Oeft, en is, meermaalen, onder de Ridderen en Knechten des Stifts van Munfter verfcheenen. Wittringen In 1552, trouwde hij Johanna Van Der Haer. Dochter van Johan van der Haer, Heer zu Werdringen, en van N. van Ermel. In 1554, verkogten die Erentveste und frome Jacob van der Capellen, und Juffer Johanna van der Haer fyue Huisvrouw, aan haaren Broeder Johan van der Capellen ter Woningen en Juffer Elifabeth van Weze, al haar recht op den Huize Woningen. In het zelve Jaar verkogten zij, voor den Gerigte van Huesfen, aan gemelden haren Broeder, de helft in de gerechte helft der goederen in den Schependom van Huesfen gelegen, van Salige Steven Van Der Capellen, Amptman in Overbetuwen. Deze Jacob verkreeg, door zijn huwelijk, de fchoone Ritterzits Werdringen, gelegen in het Graaffchap Mark, Gerigt Hagen, Kerfpel Volmeftein. Hij heeft, bij deze zijne Huisvrouwe, de volgende Kinderen verwekt: 31. Johan, die volgt. 20. Reinier Van Der Capellen. Van dezen zal, na de nakomelingen zijns oudften Broeders, gefproken, worden. Zie Werdringen. 30-3. Elisabeth Van Der Capellen, Abdis in het Adelijke Klooster Sterkenraath, alwaar deze Infcriptie gevonden wordt: Rda Dna Elisabeth Van Der Capellen, in flore pacis ingresfa, devas- tato monasterio exalavit, annis 40. in Holtenfi Oppiduio, Cellaria facta, laudabiliter præfuit, Abatisfa postmodum, Habitu refumto, cum paucis ad hunc locum a° 1623 rediit, fideliter omnia administrans multis laboribus et periculis prepter bella continua fatigata, anno 1627 die 26 Mar- tii Aet. 63 pié quievit in Domino Cujus Anima requiefcat in pace. 30-4. Sophia Van Der Capellen, Stifts-Juffer te Overdorp, met deze kwartieren: Capellen. Van der Haer. Wittenhorft. Ermel. Calchum. Dudinck zu Altenhagen. Hijsfelt. Grüter. Naderhand trouwde zij met Gerrit Haver zu Nierhoven. 30-5. Georgina Van Der Capellen, Capitulaire in het Adelijke Stift Voerde. 30-6. Anna Van Der Capellen, die trouwde met Arnt van Bar.

31. Johan Van Der Capellen, Heer tot Wittringen, oudfte Zoon van Jacob en van Johanna van der Haar, trouwde in 1586, met Anna Up Den Berge Zu Ripshorst, Dochter van Balfter Up den Berge zu Ripshorst en van Maria van Bodelfwing. Hij en zijn Broeder Reiner waren Huwelijks-Vrienden van Hendrik Van Barick, die trouwde met Helena van Diepenbroek, Johan heeft deze echte Kinderen verwekt: 32. Georg, van wien aanftonds zal gehandeld worden. 31-2. Elisabeth Van Der Capellen, Stifts-Juffer in het Adelijke Klooster te Vlasfem, naderhand getrouwd met Diderich Vincent von en zu Hamme. 31-3. Margariet Elisabeth Van Der Capellen, in het Stift Overdorp, met deze kwartieren: Capellen. Up den Berge. Van der Haar. Bodelfwing. Wittenhorst. Wenge. Ermel. Stael van Holftein. 31-4. Gijsbert Van Der Capellen, der Duitfche Orde Ridder, en Commandeur te Wellen en Gijsbert was Cöllen, 1666. 1640/51 Komtur 31-5. Anna Van Der Capellen, Stifts-Juffer te Boekholt. te Waldenburg en 31-6. Anna Maria Van Der Capellen, Abdis des Adelijken Kloosters Sterkenraath, ob. 1664. 8 1662/70 te Welheim. November.

32. Georg Van Der Capellen, Heer tot Wittringen, oudfte Zoon van Johan en van Anna Up Den Berge, laatst gemeld, 1628. Zijne Vrouw was Bertina Schell gent. Vijtinchoff, Dochter van Bernt Schell gent. Vijtinchoff, en van Christina van Bruggenei, gent. Hafenkamp. Zij hebben twee Zoonen nagelaten: Bl.Bl. 18 18 33. Johan Georg Van Der Capellen, Heer tot Wittringen, trouwde N. Dobbe Van Lier, is zonder kinderen overleden, 1696, komende het huis te Wittringen aan die van zijn Moeders geflacht Schell van Vijtinchoff. 32-2. Bernard Gijsbert Van Der Capellen, Ridder der Maltheefche en Johannitter Orden, en Commandeur tot Herenftunden en Frankforth, ob. 9 October 1696. Zijne 16 kwartieren waren deze: Capellen. Schell van Vijtinchoff. Up den Berge. Bruggeneij gent. Hafenkamp. Van der Haer. Westerholt. Bodelfwing. Kesfel. Wittenhorst. Sobbe. Wenge. Vos. Malthezer kruis Ermel. Lembeck. Let op Wit op rood Staal van Holftein. Hövel. Stamboom tak Tot Wittringen Zie Blad 12 Jacob *1 30 *1: Door zijn vrouw 1551 Hr. v. Wittringen komt hij in bezit van de x 1552 Johanna Riddersitz Werdingen v.d. Haer † ** † **

Johan 31 Reinier 20 Elisabeth 30-3 Sophia 30-4 Georgina 30-5 Anna 30-6 Zie Werdingen x 1586 Anna Up Den Blad 19 Abdis Stifts-Juffer Capitulaire Berge Zu Ripshorst x niet x niet x niet x Arnt v. Bar † ** † ** † 1627 † ** † ** † ** † **

Georg 32 Elisabeth 31-2 Margriet 31-3 Gijsbert 31-4 Anna 31-5 Anna Maria 31-6 Stifts-Juffer Ridder Duitse Orde x Bertina Schell x Diderich Vincent Stifts-Juffer Stifts-Juffer Abdis gen. Vijtinchoff von und zu Hamme x niet x niet x niet x niet † na 1628 † ** † ** † ** † ** † 1666 † ** † 1664

Johan George 33 Bernhard Gijsbert *2 Ridder Malthezer- en x NN Dobbi Johanitter orde van Lier x niet 32-2 † 1696 † ** † 1696 Geen nakomelingen *2: Het Huis Wittringen komt aan zijn moeders geslacht Schell v. Vijtinckhoff

CAPELLEN TOT WERDRINGEN

20. Reinier Van Der Capellen, Heer tot Werdringen, tweede Zoon van Jacob Van Der Capellen tot Wittringen en van Johanna van der Haar, Erfdochter tot Werdringen. Hij was Lid der Ridderfchap des Graaffchaps Marck, 1588, met den Adel van ‘t Graaffchap be- fchreven, om zig met twee paarden tegen den vijand uitterusten. Hij trouwde Ida von en zu Havkensched, Dochter van Melchior von en zu Havkenfched en van Veronica von Frentz zu Schlendern. Zij ftierf 1600, en zijn beide begraven te Heerdike, met agt kwartieren, nalatende twee kinderen: 20-1. Jacoba Van Der Capellen, Stifts-Juffer te Heerdike, 1607. Haare agt kwartieren zijn deze: Capellen. Havkenfched. Van der Haer. Frentz. Wittenhorst. Brabeck. Ermel. Hirtz. Werdingen 21. Hendrik Van Der Capellen, Heer tot Werdringen 1598. 1615-21-, trouwde Anna Marga- retha Van Den Broel gent. Plater zu Westhemmerder, Dochter van Herman van den Broel gent. Plater, en van Mechteld van der Reek, uit welk huwelijk is gebooren één Zoon, welke kort na den Vader komende te fterven, erfde de Moeder Werdringen, het zelve voorts ten huwelijk bren- gende aan haren tweeden Man, Conrad van Elverfeld van Herbede. Bl.Bl. 19 19 Stamboom tak Tot Werdingen Zie Blad 18 Reinier 20 verm. 1588 x Ida von und zu Havkensched † ** † 1600

Jacoba 20-1 Hendrik 21 verm. 1607 verm. 1598 Stifts-Juffer x 1615 Anna Margaretha x niet v.d. Broel gent. Plater † ** † ** † **

*1: Werdingen komt NN (zoon) 22 aan de tweede man van *1 zijn moeder Conrad v. Elferveld v. x niet Herbede. † jong

CAPELLEN TOT RANDWIJK, in Overbetuwe.

35. Arnt Van Der Capellen, tweede Zoon van Jaeob van der Capellen tot Fuerde, en van Marga- retha van Blitterswijck. Zie hier vooren VI Generatie Capellen Tot Fuerde. In 1522 was hij, met zijnen Broeder Johan Van Der Capellen tot Fuerde, Erfgenaam van hun- nen Oom Steven Van Der Capellen, Amptman van Overbetuwe, boven vermeld. Hierdoor in Overbetuwe gegoed, bijzonder door de bezittingen van zijne Grootmoeder, Judith Van Brienen, heeft deze Arnt Van Der Capellen zig aldaar neergezet, en is, in 1528, getrouwd met Johanna die Randwijk Ruijter, Dochter van Henrich die Ruijter, welker naaste Maagen, bij de Huwelijksvoorwaarde Overbetuwe vermeld, waren: Johan die Ruijter, Priester, Roelaf die Ruijter, en Ot die Ruijter. •1099. De Ruijters waren een oud Adelijk Riddermatig geflacht in Overbetuwe. Bij dezen Huwlijksbrief, geeft Henrick die Ruijter, met zijne Dochter, aan Arnt Van Der Capel- len, in den ijrften Huijs en Hoffstat mit zegel en brief, en allen zijnen toehoiren, foo die gelegen is in den Kerfpel van Randwijck, genaamt den Hoff van Randwijck enz. Hij heeft uit dit Huwlijk nagelaten een Zoon, en een Dochter:

36. Jacob Van Der Capellen tot Randwijck, in 1575, Drost tho Bredevoort, was een Lid der Rid- derfchap des Kwartiers van Nijmegen, Ampte van Overbetuwe, komende, als zodanig, voor in 1578, en vervolgens in het Gelderfche Ridderboek. Hij was een der eerfte Gelderfche Edelen, die, in het Kwartier van Nijmegen, de nadere Unie ondertekend en den Koning van Spanje afgezwooren hebben. Uit eene gefchreevene aantekening blijkt mede, dat hij zig bij de verbondene Edelen, in 1566 en vervolgens, gevoegd heeft. Van hem worden geene defcendenten gevonden. 35-2. Zijne Zuster N. Van Der Capellen is getrouwd geweest met Fredrik van en to Marlhulfen. Stamboom tak Tot Randwijk Zie Blad 13 Arnt 35 verm. 1522 x 1528 Johanna die Ruijter † ** † **

Jacob 36 NN 35-2 verm. 1575 x Frederik von und zu x ** Marlhulsen † na 1578 † ** † ** Geen nakomelingen

Marlhulsen Bl.Bl. 20 20 DE ZUTPHENSCHE LINIE

Uit het geflacht Van Der Capellen, en daar uit voortgefprotene Takken Van Den Dam, Tho Rijssel, enz.

50. Gerlach Van Der Capellen, tweede Zoon van Johan Van Der Capellen, en van Cunegunda Van Egeren, hier voor, onder de derde Generatie, te vinden, heeft, in 1373, te Zutphen, in den Schepenftoel gezeten, en is, 1378, door Hertog Willem van Gulick en Gelder, beleent met Swa- vink, met al zijn toebehooren, gelegen in de Buurfchap Rijsfel, blijkende uit de oudfte Gelder- fche Leen-Registers. Deze Gerlach, zijne Vaderlijke woonplaatzen verlatende en zig naar Zutphen begevende, is hem door zijne naastbeftaanden tot eene gedagtenis medegegeven eene Zilvere vergulde Capelle tot een drinkbeker, waar van die kappe was het dekfel wefende gefchruift vier Leeuwkens op eenen hoogen Silveren Vergulden voet, die welke van die tijd aff, altijd gebleven is en moeste blijven, bij den jongfte Soene van die zelfde Linie gefproten. Deze beker is alfo bij Wilhelm den jongften van den Dam gefproten, daar na bij desfelvigen jongften Soen Evert genampt gebleven, die hem kasteel de Marsch a° 1572. toen Duc d’Alba, die Stad Zutphen inkreeg, quijt geworden is, wefende den jongften foen Wilhelm van der Capellen Canonicus Zutphanienfis (1630 noch in leven zijnde, die zulks getuijgt) toegeleit. Uit eene Oude M.S. Genealogie. Gerlach bezat verfcheidene goederen in het Cleeffche ter Leen, van en in gemeenfchap met zijne Broeders, die, zo als dadelijk zal blijken, op zijnen Zoon Johan overgegaan, en vervolgens, bij zijne nakomelingen, naar het gebruik van jongere Zoonen, van hunne oudere Neven ter Leen bezeten zijn geworden. Hij trouwde N. Van Der Marsche, uit een Edel en oud geflacht, waarvan het Huis de Marfch, bij Zutphen, het Stamhuis was waarbij hij heeft verwekt twee Zoonen. Hij fterft 1379, 51. Johan, die volgt. 50-2. Gerrit Van Der Capellen, zonder Kinderen overleden. Van der Marsch

CAPELLEN VAN DEN DAM Leenregister Den Dam zie •1151.

51. Johan Van Der Capellen, oudfte Zoon van Gerlach en N. Van Der Marsche, werd, in 1379, beleend met Swavink en Rijsfel, en was wijders Heer van den Dam en Helbergen. •850/51, 1121. In verfcheidene ftukken en chartres van dien tijd, komt hij voor als een aanzienelijk Edelman. In 1391, verklaarde Hertog Willem van Gelder en Gulick, dat bij, om menigen trouwen dienfte, dien Hem gedaan heeft Johan Van Der Capellen, zijnen lieven knapen en Burger toe Zutphen, hem, voor mannen van Leen, gegund heeft, om van zijnen guede te Helbergen, dat hij van den Hertog tot een Zutphenfch Leen hieldt, voor de helft ter Leene te mogen uitdoen, en daar mede te beleenen Egbert Huijginc geheijten te Leijen, en zijne Erven, die dat voorsf. halve goed te Helbergen zullen halden ter Leen van Johan van der Capellen voorsf. en zijne Erven. Van der Capellen In 1392, was hij Lant-Rentmeefter des Graaffchaps Zutphen, in dezen tijde de eerfte bediening in dat Kwartier. Hij komt voor als Raad en Vrund van voorsf. Hertog, bezegelende, met meer Ridderen en Knaapen, als Borge voor den voorsf. Hertog, een Schuldbrief, ten behoeve van den Heere van Culemborg, [welk inftrument of chartre, bij Voet, Befchr. van Culemborg, aangehaalt wordt bl. 40 en vervolg]. De Raden en Vrunden, die zig, bij deze gelegenheid, als Borgen voor den Hertog Helbergen verpligtten, waren deze: Johan van Hoentzelaer, geheijten van den Velden, Robert van Appel- teren, Herman van Wijlre Amptman van Thiel, en in de Nederbetuwe, Godert van Stampraide Overften Rentmeefter, Arnt van Boijkop, Amptman in Veluwen, en Johan Van Der Capellen, bewairder van ‘s Hertogs renthen in de Landen van Zutphen. In 1399, werd hij beleend met den Hof en Goede ten Damme, gelegen in den Lande van Zutphen, Kerfpel Warnsvelde, door voorsf. Hertog Willem van Gulick, bij der Genaeden Goids Hertoge van Gelre en van Gulick, ende Greve van Zutphen, met alle fynen toebehooren, en mit namen, mit alle die beleende Mannen, die dair in hoirende fyn, met al fulcken, thynfe als dair an behoirt, met molen recht, voirft met die, gifte van St. Catharinen altaer in Warnsvelder Kircke, voirt dat, Burggerichte van Wulfeler marckt, en verdere toebehoiren. In welke oorfprongkelijke nog voor handen zijnde beleening, in het bijzonder door voorsf. Hertog bedongen wordt, als volgt: mede foo is gevoorwt. dat alle Erven Nakomelingen Johan van der Capellen voorsf. die foelen ons, onfen Erven en Nacomelingen ten dienfte komen en dienen, gelijk andre onfe Rid- deren en Knechten ons fchuldig zijn te dienen, en te dienen plegen, des zullen wij haar Hooft- Den Dam Bl.Bl. 21 21 heer weefen, als fy fyn in onfen dienften. Hij bezat de helfte van den goede toe Loo in Bislick, In 1417 bekende Johan Van Der Capellen Seligen Gerlichs Soon van der Capellen van Zutphen, bij opene brieven, die nog voor handen zijn, dat hij ontvangen heeft toe Leen, van Johan van der Capellen fynen Oom, die helfte van den guedt toe Loo, gelegen in den Kerfpel van Bislick, foe als felige Gerlich van der Capellen fyne Vader, die van oer te Leen te halden plach, behorende fynen Oem voorsf. trouwe en holt te wefen, als eyn man fynen Leen Heere fchuldig is. Deze Johan was getrouwd met Catharina Van Linteloe. Hij ftierf 1418, en is, met zijne Vrouw, in het Klooster Galileën, eertijds buiten Zutphen, begraven, daar hunne Wapens, vóór de ver- woesting des Kloosters, te zien waren. •823. Zij hebben deze kinderen nagelaten: Linteloe 52. Gerlach Van Der Capellen, die aanftonds zal voorkomen. 51-2. Margaretha Van Der Capellen, trouwde Arnt van der Walle, een Zoon van Dirk van der Walle, Heer te half Meijnerswijck. Zij krijgt mede ten huwelijk, 1404, Rijsfel en Swavink, als ook half Helbergen. In 1415, werd zij met Rijsfel beleend, door haren Oom Gerrit Van Der Capellen, als hulder. 51-3. Derk Van Der Capellen.

52. Gerlach Van Der Capellen, oudfte Zoon van laatstgemelde Johan en Catharina Van Linteloe, was Heer van den Dam, ingevolge beleening van Hertog Arnold van Gelre. In 1424, ontving hij den Hof ten Damme, met zyne Heerlijkheden en toebehooren. Hij bezat verfcheidene goederen in den Lande van Cleve; onder anderen den halven Hof toe Loo, in gemeenfchap en ter Leen van Johan Van Der Capellen ter Woningen, als eene afdeeling van jonger Broeders, die ook, onder zijne kinderen, hierna te melden, zijn verbleven, uitwijzende zeker oud Leger Boek, of Legger, berustende op den Huize Woningen, hebbende toe opfchrift: Kasteel Den Dam Dit zijn die renthen, die Johan van der Capellen heeft liggen in Bislickker Hamme a° 1400.-1440. Het Schepers goet, anders den Hof toe Loo, dat is half Johans van der Capellen, en half Gerlichs kinderen van der Capellen zijner Neven van Zutphen. In 1425 was hij Rigter (Landdrost) van den Lande van Veluwe. Hertog Arnold van Gelre, en Jonker Willem, zijn Broeder, verfchenen, in ‘t jaar 1426, voor Gerlach Van Der Capellen, als Rigter van Veluwen, in den gerigte, en droegen op aan Ude die Boefe het Huis te Kernhem, en andere goederen, op Veluwen gelegen, in tegenwoordigheid der geregtsluden Willem van Rijswijk, Otto van Scherpenzeel, Otto van Schoonauwen en Jacob Beijrwisch. [Pontanus, Hift. Gel. Lib. 9. pag. 433. n 30]. In 1427 gaf Hertog Arnolt het Rigter-Ampt van Veluwen wordende, in deze tijden, de tegen- woordige Ampten van Landdrost van Veluwen, en Rigter van Arnhem en in Veluwen Zoom, door een en denzelfden Perfoon bediend, die genoemd werdt Rigter van Veluwen, [Sligtenhorst Geld. Gefch. I Boek bl. 3] aan Gerlach Van Der Capellen in pandfchap, voor de fomma van 6ooo Overlandfche Rijnfche Guldens, en ook om der fonderlinge trouwe en geloeve wille, die de Hertog tot voorsf. Gerlach hadde, met goeddunken van s‘ Hertogs Raden en Vrunden, In welken origineelen nog voor handen zijnde Pandbrief, de Hertog, aan Gerlach, afftaat de helfte aller breuken, in den Lande van Veluwen vervallende, in mindering van het geene de Hertog hem fchuldig is. Voorts belooft de Hertog, hem, voor zijn Perfoon en Paarden, kost en fchadeloos te houden, als hij zal wezen in ‘s Hertogs dienst, die hem, daarenboven, jaarlijks toelegt tachentig Rhijnfche Guldens, en twee honderd malder Haver voor zijne Paarden. En inval, voorsf. Gerlach, of zijne Knechten, in ‘s Hertogs dienften fneuvelden of gevangen wierden, of daarbij eenige Paarden hieven, daar af beloofde de Hertog en zijne Erven haren Hooftheer te wezen. Voorts verbond zig Hertog Arnolt, voor zig, zijne Erven en Nakomelingen, den voorsf. Gerlach Van Der Capellen ende zijne Erven, van den voorsf. Ampte van Veluwen, te hebben ende te verwaren, en niet te ontzetten, voor en alleer de principale fomme van 6ooo Rhijnfche Guldens, en verdere bedongene voordeden, aan hem, of zijne Erven, voldaan zullen zijn, waartoe de Hertog zig en zijne Erven, op het folemneelfte, aan Gerlach Van Der Capellen en zijne Erven, verbindt. En is deze Acte bezegeld door den Hertog voorsf. en door zijnen Overften Rentmeefter Evert van Balveren, in het jaar onfes Heeren 1427, des donredags na finte Pauwels dag Convers. In 1411 trouwde Gerlach Van Der Capellen met Beerta Van Den Walle, Dochter van Dirk van den Walle, Heer te half Meijnerswijk, en van N. Iferen, welk huwelijk, volgens het daarvan nog in wezen zijnde huwelijkscontract •20, geflooten is, ten overftaan van Gerrit van der Voorst en Willem Lerinck, Schepenen tot Zutphen, verklaarende, dat in den Schependom gecomen fint Gerlach van der Capellen met Derk zijnen Broeder, Arende van den Walle, Henric, onbedwon- Bl.Bl. 22 22 gen finen hijlixluden, en met Katherine zijne Moeder aan die eene fide, Berthe van den Walle met Derick van Linteloe, Everde van der Marfche haare Omen, Derk van Hervelde, en Andri- esfe IJferen haare hijliksluden, en bekanden dat Gerlach van der Capellen tot eene echte Wijve, en rechte beddegenoot fal hebben Berthen van den Walle voorsf. Gerlach bragt, onder anderen, mede ten huwelijk, den Hof ten Damme, item den halven Hof toe Loo, gelegen bij Wefele en Bislick. •21, 824. Gerlach is geftorven in het laatst van het jaar 1428, nalatende, bij zijne Huisvrouw, verfcheide Walle onmondige kinderen, met namen: 53. Johan Van Der Capellen, opvolger van den Dam, die aanftonds volgt. •1075. 52-2. Derck Van Der Capellen, trouwde N. van den Walle, zonder nakomelingen overleden, 1492. 65. Hendrik Van Der Capellen, van wien, na de nakomelingen van zijnen ouder Broeder, zal gehandeld worden. Zie Capellen To Rijssel. 52-4. Willem Van Der Capellen. •1075. 75. Claas Van Der Capellen. Zijne defcendenten komen voor na de Branche van den Dam. 52-6. Beerte Van Der Capellen, trouwde Alphert Yferen, 1441. A°. 1440. op St. Aegidhis avond, hebben Derrik van Lintelo Willems Soon, Derrik van Lintelo Derks Soon, Evert van den Walle, en Derk van den Walle, als Maghen en Vrienden van beide zijden, een magefcheid gededingd en gefloten tusfchen Beertha van der Capellen aan d’eene zijde, en Johan, Derk, Henrick, Wilhelm, Claas en Beerta, echte kinderen Zaligen Gerlichs van der Capellen, bij Beerte voornt. verworven, van haar felige Vaders verfterf, ende wat hun noch van hun Moeder aanfterven mochte. In manieren, dat Johan van der Capellen voorsf. erffelicken hebben en behalden fall, dat Leenguet ten Damme met alle fynen toebehoir, foe men dat te Leen helt, van onfen lieven gened. Heere van Gelre enz. Voirt fo foelen Derik, Henric, Willem, en Claas en oere erven, hebben dat Leenguet, dat men te Leen helt van Johan van der Capellen to Wefel, en dartoe alle erffnifen en renthen en guet, gelegen in den Lande van Dijnflaken in den Kerfpel van Bislick, of waer dat in den Lande van Cleve gelegen is. Voirt de helft van den Erve geheiten Vockink gelegen in Warensvelde dat edel eigen is, dan nog den halven Hof toe Em- pen, gelegen in Veluwen, en der Kerfpel van Voerst enz. En zal Beerte Selige, Gerlichs en Beerte voorsf. Dochter, erffelicken hebben dat Leenguet Emeldonck gelegen in Veluwen in den Kerfpel van Voerst, voertaan fodanen fchuld als onfe gened. Heer Hertog van Gelre enz. hem fchuldig is, daar foelen die Moeder, Broeder en Sufster elk oer partael an behalden. Deze Bertha, Weduwe Gerlachs Van Der Capellen, heeft, met haare vier Zoonen, gegeven een glas in het zuiden van de Walburgiskerk groote Kerk te Zutphen, gedeeltelijk nog in wezen. Op een oude aftekening van het zelve, ziet Zutphen men, in het bovenfte gedeelte des Kerkvenfters, de Wapens van Capellen en Walle, beneden, die van de gezegde vier Zoonen met die van hunne Vrouwen, te weten Capellen en Leijden, Capel- len en Walle, Capellen en Spaan, Capellen en Herwen. Het Wapen van Capellen is hier een geankerd wit Kruis, boven den regter arm van het zelve eene gouden Capelle of Toorntje, op een blaauw Veld, op den Helm mede eene gouden Capelle. Voorts bevinden zig nog verfcheidene zinnebeeldige figuuren in het Kerkglas, en in ‘t midden van het zelve de beeltenis van genoemde Bertha, Weduwe Gerlachs Van Der Capellen, in een Weduwen gewaat, knielende.

53. Johan Van Der Capellen, oudfte Zoon van Geerl. Van Der Capellen, en van Bertha Van Den Walle, Heer van dat Dam, tugtigt, in 1458, zijne Vrouw Griet, aan de helfte van den goede ten Damme met zijn toebehooren. •846, 1075. In 1454 was hij Burgemeefter te Zutphen, In 1458, op St. Odulphusdag, werden Zweder, Proost van Zutphen, Henrick, Heere tot Hoe- moet ende tot Wijsch, Johan Van Der Capellen, Alphert Yferen, Johan van Rhijn, Henric Capellenglas van Enfchede, en Reijnken van Kerpen, door Hertog Arnolt, befchreven om te verfchijnen te Arnhem, voor zijne Raden, en aldaar het verfchil der Leenpligtigheid van Efchedertwerde, tegen Alphert Schimmelpenninck, te verantwoorden. Hij trouwde met Margaretha Van Leijden, waarbij hij achtien kinders, twaalf Zoonen en zes Dochters heeft verwekt. Van weinigen word aantekening gevonden, alzo verfcheiden buiten ‘s Lands zijn geraakt, en andere in de oorlogen omgekomen. 54. Gerlach, opvolger in den Dam, die dadelijk voorkomt. 53-2. Johan Van Der Capellen, ongetrouwd geftorven. 85. Willem Van Der Capellen, waarvan, na de afkomelingen van zijn ouder Broeder, gehandeld wordt. 53-4. Gerrit Van Der Capellen heeft geene wettige defcendenten nagelaten. In 1502 was hij Huwelijks-Vriend van zijn Neef Hendrik van der Capellen to Rijsfel. In 1519 hebben, op begeerte der Magiftraat van Zutphen, over different gerefen over zyne nala- Bl.Bl. 23 23 tenfchap tusfchen Willem van der Capellen, aan, die eene zijde, und Joffer Iden van der Capellen en den Dam met haare kinderen, aan die andere zijde, uitfpraak gedaan, Geerlich van der Capel- len Henricks Zoon, en Geerlich van der Capellen Claas Zoon, als naaste Vrienden en Magen. 53-5. Thomas Van Der Capellen, jong buiten ‘s Lands geraakt.

54. Gerlach Van Der Capellen, Heer van den Dam, oudfte Zoon van Johan en Margaretha Van Leijen, werd, in 1484, als Erve zijns Vaders Johan, beleend mer den Dam, en is meermaalen, onder de Ridderen en Knechten des Graaffchaps Zutphen, verfcheenen. •847. 1490. Geerlich van der Capellen als een Leenheer, confenteert bij opene brieven voor zig en zijne Erven, in tegenwoordigheid zijner beleende Mannen Werner Caelfak, en Ghelmer ten Walle, die hier over en aan waren, dat Stine van Bramel, de Bramel mate gelegen in Wolfeler Enk, aan de Ministerfche en gemeijnen Convents des hus geheijten ten Yfendtorn tot Zutphen, mogte overgegeven enz. Gerlach voorsf. Zegelde met het volle Wapen, een Kruis met eene Capelle. Hij ftierf 1495. Zijne Vrouw was Ida Van Der Hoeven, waarbij hij twee Zoonen heeft verwekt:

54-1. Johan Van Der Capellen, 1495 onmondigen Iden Zoon, met den Dam beleent, 1507, •825. ontvangt hij van Hertog Karel van Gelder, dat guet ten Damme ter Leen, behoudens de tugt aan Ida van der Hoeven, zijne Moeder bij Huwelijks voorwaarde befproken. Hij ftierf ongetrouwd, 1521. 55. Gerlach, die volgt.

55. Gerlach Van Der Capellen, Heer van den Dam, beleend met den Damme, 1522 vernieuwt de Hulde en Manfchap, 1538. •1034. Hij heeft de bijeenkomften der Ridderen en Knechten des Graaffchaps Zutphen meermaalen bijgewoond. Zijne Huisvrouw was Mechteld De Gruijter, Dochter van Gerrit de Gruijter en N. van Enghuizen. Hij is overleden 1543, en heeft de volgende Kinderen nagelaten: 56. Gerlach Van Der Capellen, 1543, nog onmondig zijnde, beleend met den Dam, zijn Hulder was Thomas van Boerlo. Vernieuwt den Eed 1544. Hij is, in 1554 doodgeftoken, door Johan van Mekeren, die naderhand Landdrost van Zutphen is geweest, over het Spelen. Bij Agneta Hofers had hij een Bastaard-Zoon, Johan van der Capellen (57) genaamd. 60. Gerrit Van Der Capellen, opvolger in den Dam, die volgt. 55-3. Ida Van Der Capellen, Priorisfa in het Jufferen-Klooster Spittaal, te Zutphen. 55-4. Johanna Van Der Capellen, wier Man was Albert van Steenderen •6, ftierf 1570. Hiervan eene Dochter, die na haaren Vader ftierf 1572, waardoor alle de Steenderefche Goederen gede- Spittaal volveert zijn op de Moeder, en fuccesfivelijk op Gerrit Van Der Capellen in den Dam.

60. Gerrit Van Der Capellen, Heer van den Dam, na den dood zijns oudften Broeders Cerlach, tweede Zoon van Gerlach en Mechteld De Gruijter. •826. Mechteld Gruijters Erve haars Zoons Gerlachs, beleent den 15 Maij 1555. Haar Zoon Gerrit van der Capellen is Hulder. Gerrit voorn, bij tranfport Mechtelds voorsf. 27 Nov. 1561. Hij was befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, 1565, en ondertekende, in 1578, met de Leden der Ridderfchap van het Graaffchap Zutphen, de vereeniging der Algemee- ne Staaten, tegen de Spanjaarden. [Bondam, Verzam. van Stukken, I. Deel, bl. 96]. Hij is de eerfte, die, van de Branche van den Dam, het Geflachtwapen, zo als het zijn Vader en Voorvaders gevoerd hebben, verandert heeft, latende de Capelle uit het Schild, voerende alleen een geankerd Kruis, en nemende een Griffioen of vlugt tot een Helmteken, in plaats der Capelle, Wapen Capellen zo als zijne Voorvaders, blijkende uit het Wapen van zijnen Overgrootvader Johan Van Der zonder kapel Capellen, in het Kerkglas, in de Groote Kerk te Zutphen, hier voren befchreven, gevoerd had- met griffioen den, alles, in navolging van zijnen Neve, Steven Van Der Capellen, Amptman in Overbetuwen, hier vooren vermeld, doch tegen het goedvinden zijner Bloedverwanten en naamgenooten der Zutphenfche Linie van dit geflacht, hebbende zijn Neef, Henrick Van Der Capellen to Rijsfel, zig daar tegen verzet, voorgevende dat een Edelman niet bevoegd is, zijn Geflachtwapen, naar willekeur, te veranderen. 1593 Gerlach van der Capellen (to Rijsfel) Raad in Gelderland, en Jan van Golftein van wegen Juffr. Geertruid van Heumen, nagelatene Wed. Zal. Gerrards van der Capellen in den Dam, ter eenre, en Gerard Voeth, ook Raad in Gelderland, en Johan van Arnhem Rigter in Veluwen Zoom, van wegen Joffer Wilhelmina van Heumen, Wed. van Zal. Gijsbert van Hardenbroek ter anderen zijden, als Magefcheids Vrienden, tusfchen voorsf. Susteren. over de nalaatenfchap van Bl.Bl. 24 24 haaren Vader Joachim van Heumen. Gerrit Van Der Capellen is geftorven 1592, nalatende, bij fijne Vrouw Geertruid Van Hoemen, Dochter van Joachim van Hoemen, Drost ter Leefe, en van N. van Wijhe, deze kinderen: 61. Gerlach Van Der Capellen, die volgt. 60-2. Geertruid Van Der Capellen, trouwt, 1598, Joost Nagel tot Ampfen, Zoon van Jan Nagel tot Ampfen, en van Johanna van Keppel. 60-3. Mechteld Van Der Capellen, trouwde, 1610, Oswolt Van Keppel in de Voorst, Zoon van Diderick van Keppel in de Voorst, en van Aaltjen van der Voorst. 60-4. Elisabeth. 60-5. Anna. 60-6. Johanna, alle drie ongetrouwd geftorven.

61. Gerlach Van Der Capellen, Heer van den Dam, oudfte Zoon van Gerrit en Geertruid Van Heumen, even genoemt. In 1600, 10 Augustus, werd hij, als Erve Zijns Vaders Gerrit, beleend met den Dam, en, in 1605 en vervolgens, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen. Hij is getrouwd geweest met Judith Van Ripperda, Dochter van Johan van Ripperda tot Wel- dam, en van Anna van Virmunt tot Odink. •7/10. Zijne agt kwartieren waren deze: Capellen. Hoemen. de Gruijter. Wijhe. Van den Hoeven. Erstbeke. Enghuizen. Freijs. Ripperda Hij ftierf, 1626, nalatende deze kinderen: 62. Gerrit ]an Van Der Capellen, die volgen zal. 61-2. Geertruid Van Der Capellen, trouwde, 1627, Reinier van Golftein tot Doorn, geëligeerde Raad des Lands van Utrecht, en van Margaretha van Heuwen tot Epenkern. •11. Haar Broeder, in 1645, overleden zijnde, zonder Kinderen, fuccedeerde zij denzelven in den Dam, en bracht dat Huis aan haaren Man, en dus in het geflacht van Golftein. 61-3. Philip Van Der Capellen, jong geftorven. 61-4. Frederica Christina, ftierf 1644. Kasteel Doorn

62. Gerrit Jan Van Der Capellen, Heer van den Dam, Zoon van Gerlach en Judith Van Rip- perda, werd, in 1626, beleend met den Dam, en, in 1638, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen. Zijne zestien kwartieren waren deze: Capellen. Van der Hoeven. Ripperda. Bokhorst. Hoemen. Eertsbeke. Vermond. Schonevelt gent. Graesdorp. De Gruijter. Enghuizen. Twikkelo. Stecke. Wijhe. Freijs. Morrien. Valcke. Zijne Vrouw was Geertruid Van Lintelo, Dochter van Evert van Lintelo tot de Marsch, en van Arnolds van Heumen. Hij is, in 1645, aan de kinderpokjes overleden, zonder kinderen natelaten, en was de laatfte Heer van den Dam, waardoor dit oude Stamhuis, door Johan Van Der Capel- len, Knape (Stamvader zo wel van deze branche, als van die van Rijsfel, nog in wezen,). In 1399 in Geflacht gebragt, is gedevolveerd op zijne Zuster Geertruid, zoo als reeds gezegt is, getrouwd Lintelo met Reinier Van Golstein, aan welks defcendenten hetzelve verbleven is, tot den tijd toe, dat het, door Koning Willem Den III, voor zijnen gunfteling, Arnolt Joost Van Keppel, Graaf van Albemarle, is gekogt, en aan de Voorst gehegt geworden, waarna Fredrik Robert Evert Van Der Capellen hetzelve, in 1744, wederom, in dit geflacht gebracht heeft.

Golstein Bl.Bl. 25 25 Stamboom tak Van Den Dam 1 Zie Blad 6 Gerlach 50 verm. 1373 Zutphen x NN v.d. Marsch † 1379 † **

Johan 51 Gerrit 50-2 verm. 1379 Erft Rijssel 1399 Hr. van den Dam x ** x Catharina v. Linteloe † 1418 † na 1415

Gerlach 52 Margaretha 51-2 Derk 51-3 verm. 1424 Erft Rijssel x 1411 Beerta v.d. Walle x Arnt v.d. Walle x ** † 1428 † na 1440 † ** † **

Johan 53 Derk 52-2 Hendrik 65 Willem 52-4 Claes 75 Beerte 52-6 Zie Toe Rijsselt Zie Blad 30 x Margriet Blad 37 x 1441 Alphert v. Leijden x N. v.d. Walle x ** Yseren † na 1458 † ** † 1492 † ** † ** † ** † **

Geen nakomelingen Zij hadden 12 zonen en 6 dochters

Gerlach 54 Johan 53-2 Willem 85 Gerrit 53-4 Thomas 53-5 verm. 1484 Zie Blad 26 naar buitenland x Ida v.d. Hoeven x niet x niet x ** † 1495 † ** † ** † na 1502 † **

Johan 54-1 Gerlach 55 verm. 1495 verm. 1522 x Mechteld x niet de Gruiter † 1521 † 1543 † **

Gerlach 56 Gerrit 60 Ida 55-3 Johanna 55-4 verm. 1543 verm. 1555 x Geertruid Priorin x 1555 Albert x niet v. Hoemen x niet v. Steenderen (Stienre) † 1554 † 1592 † ** † ** † ** † 1570

Johan 57 Bastaard bij Agneta Hofers x ** † **

Gerlach 61 Geertruid 60-2 Mechteld 60-3 Elisabeth 60-4 Anna 60-5 Johanna 60-6 verm. 1600 x Judith v. Ripperda x 1598 Joost x 1610 Oswolt tot Weldam Nagel tot Ampsen v. Keppel in de Voorst x niet x niet x niet † 1626 † ** † ** † ** † ** † ** † ** † ** † **

Gerrit Jan 62 Geertruid 61-2 Philip 61-3 Frederica Christina verm. 1626 Erfdochter van Den Dam 61-4 x Geertruid x 1627 Reinier *1 v. Lintelo tot de Marsch Golstein tot Doorn x niet x ** † 1645 † ** † ** † ** † jong † 1644 Geen nakomelingen *1: Hierdoor kwam Den Dam aan het geslacht Golstein.

Geertruid Bl.Bl. 26 26 Nu volgen de Defcendenten van Willem Van Der Capellen, Zoone van Johan Van Der Capellen van den Dam, en van Margaretha Van Leijden, te vinden aan de VII Generatie der Zutphenfche Linie.

85. Willem Van Der Capellen, derde Zoon van Johan Van Der Capellen, Heer van den Dam, en van Margaretha Van Leijden, trouwde, in 1488, met M. Van Diepenbroek. In 1519, ter zaake van gefchil, gerezen tusfchen hem en zijne Nigt Joffer Ide Van Der Capellen in den Dam, met haare kinderen, hebben, zo als hier vooren aangehaald is, uitfpraak gedaan de naaste Vrienden Gerlach van der Capellen Claas Zoon, en Gerlach van der Capellen Henriks Zoon. Hij heeft deze wettige defcendenten nagelaten: 86. Johan Van Der Capellen, die volgt. 90. Gerrit Van Der Capellen, na de nakomelingen van zijnen Broeder. 95. Evert Van Der Capellen, agter de posteriteit van zijne beide ouder Broeders. 85-4. Bertha Van Der Capellen, getrouwd met Gerrit Barner, 1524. Haare Huwelijks-Vrienden waaren Gerlach Van Der Capellen Henriks Zoon, en Gerlach Van Der Capellen Claas Zoon. 85-5. Margriet, Geestelijke Zuster, in het Jufferen-Klooster Rondeel, te Zutphen.

86. Johan Van Der Capellen, Oudfte Zoon van Johan Van Der Capellen en van M. Van Diepen- broek. •1021/22. Hij heeft de bijeenkomften der Zutphenfche Ridderen en Knechten meermaalen bijgewoond. Zijne Vrouw was Johanna Van Broekhese, 1542, nalatende deze kinderen: 87. Johan Van Der Capellen, die aanftonds voorkomt. Rondeel klooster 86-2. Gerlach Van Der Capellen, jong geftorven. 86-3. Mechteld Van Der Capellen, trouwde, 1566, Johan Schimmelpenninck, Zoon van Johan Schimmelpenninck en van Mechteld van Voorthuizen. •1021.

87. Johan Van Der Capellen, Zoon van Johan en J. Van Broekhese, zo genoemd. In 1575 was hij Burgemeefter te Zutphen. In 1576, ondertekende hij de acte tot aanneming der algemeene Unie tegen den Vijand. [Bondam, Verzam. van Stukken, I. Deel, bl. 96]. Zijne Vrouw was Everharda Van Der Voorst, Dochter van Evert van der Voorst en van Oswalda van Delen. Hij ftierf 1581, nalatende uit dit huwelijk: 88. Johan Van Der Capellen, die getrouwd was met Johanna Winants, Dochter van Rees, zonder kinderen na te laten. 87-2. Johan Van Der Capellen, is buiten ‘s Lands geraakt. 87-3. Everaeda Van Der Capellen, ongetrouwd geftorven.

Stamboom tak Van Den Dam 2 Zie Blad 25 Willem 85 verm. 1488

x M. v. Diepenbroek † na 1516 † **

Johan 86 Gerrit 90 Evert 95 Bertha 85-4 Margriet 85-5 Zie Blad 27 Zie Blad 28 x 1542 Johanna x 1524 Gerrit Non v. Broekhese Barner x niet † ** † ** † ** † ** † **

Johan 87 Gerlach 86-2 Mechteld 86-3

x Everharda x 1566 Johann v.d. Voorst x niet Schimmelpenninck † ** † ** † jong † ** † **

Johan 88 Johan 87-2 Everharda 87-3 naar buitenland x Johanna Winants van Rees x ** x niet † ** † ** † ** † ** Geen nakomelingen Bl.Bl. 27 27 De Defcendenten van Gerrit Van Der Capellen, tweeden Zoon van Willem Van Der Capellen van den Dam, en van M. Van Diepenbroek, zijn deze:

90. Gerrit Van Der Capellen, tweede Zoon van Willem, boven gemeld. •1088. In 1552, Burgemeefter te Zutphen. In 1553, Huwelijks-Vriend van Jacob Slindewater, die met Dorothea Barner trouwde. Hij trouwde, 1563, met Lumme Putzelen, Dochter van Henrik Putzelen en van Thomafia van Mengerinck, nalatende deze kinderen: 90-1. Johan, ongetrouwd geftorven, 1571. 91. Thomas, die volgt. 90-3. Gerrit Van Der Capellen, trouwde Margaretha Schaap, en ftierf, zonder kinderen te heb- ben verwekt, in 1629.

91. Thomas Van Der Capellen, tweede Zoon van Gerrit en Lumme Putzelen. In 1581, Burgemeefter te Zutphen. In 1571, erfde hij Hermelinksgoed, van zijnen Broeder Johan Van Der Capellen Johans Zoon. Hij heeft twee Vrouwen gehad: 1 Christina Bark, Dochter van Arent Bark en van Anna Bentinck. 2. Judith Bentink, Dochter van Willem Zuijlen Bentinck en van Lumme Schimmelpenninck. Hij ftierf 1618, is te Zutphen begraven, alwaar zijne Wapens, met die van zijne tweede Vrouw, nog te zien zijn, op een zark, onder het Capellenglas, in de groote Kerk, met deze kwartieren. Capellen. Putzelen. Bentinck. Schimmelpennink. Diepenbroek. Mengerink. Zuijlen. Voorthuizen. Uit het eerfte huwelijk: 91-1. Anna Van Der Capellen, trouwde, 1626, met Gerrit Schimmelpenninck, Zoon van Jan Schimmelpenninck en van Machteld Van Der Capellen, in een tweede huwelijk met Johan van Eten, Zoon van Hendrik van Eten en van Elifabeth van de Sande. 91-2. Gerhardina Van Der Capellen, Huisvrouwe van Laurens Veer, Zoon van Willem Veer en van Johanna van Cuinre. Uit het tweede huwelijk: 91-3. Christina Van Der Capellen, die, 1630, trouwde met Johan Van Steenbergen tot Nijenbeek. Stamboom tak Van Den Dam 3 Zie Blad 26 Gerrit 90 verm. 1552 x 1563 Lumme Putzelen † ** † **

Johan 90-1 Thomas 91 Gerrit 90-3 Verm. 1571 x1 Christina Bark x niet x2 Judith Bentinck x Margaretha Schaap † 1571 † 1618 † ** † 1629 † ** Geen nakomelingen

Anna 91-1 Gerhardina 91-2 Christina 91-3 uit 1e x uit 1e x x1 Gerrit x 1630 Johan Schimmelpenninck x Laurens Veer v. Steenbergen tot x2 Johan v. Eten † ** † ** Nijenbeek † ** † ** † ** † ** Bl.Bl. 28 28 Volgen nu de nakomelingen van Evert Willems Zoon Van Der Capellen Van Den Dam.

95. Evert Van Der Capellen, derde Zoon van Willem Van Der Capellen van den Dam en van M. Van Diepenbroeck. In 1572, Burgemeefter te Zutphen. •849. In I576, ondertekende hij de meermaalen aangehaalde Acte, waar bij, door die van Gelderland, aangenomen werde de Unie der Algemeene Staaten tegen de Spanjaarden. [Bondem, Verzam. van Stukken]. Deze Evert Van Der Capellen, als de jongfte van de Linie van den Dam, bezittende den Beker, door zijne Voorvaders, in Cleeffland medegegeeven, om bij den jongften van die Linie te ver- blijven, zo als bij Gerlach Van Der Capellen, 1370, verhaald is, is dezelve kwijt geraakt, toen de Hertog Van Alba, 1573 Zutphen veroverde. In 1551 trouwde hij met Sebille Van Voorthuizen, Dochter van Johan van Voorthuizen en van Malburg Iferen, waarbij hij veertien kinderen heeft verwekt. Verfcheiden derzelver zijn in den krijg omgekomen, of buitenlands geraakt. Van deze Volgende wordt aantekening gevonden: 95-1. Willem, ongetrouwd geftorven. 95-2. Gerrit ongetrouwd geftorven. 95-3. Johan Van Der Capellen, blijft in een Convoij naar Deventer. 95-4. Gerlach. 95-5. Willem (Heer) Van Der Capellen, Evert Willems Zoon van der Capellen van den Dam, was Canonicus van St. Walburg, te Zutphen, en is aldaar begraven, 1638, met agt kwartieren. Capellen. Voorthuizen. Diepenbroeck. Iseren. Voorthuizen Leijden. Ringelenborg. Bentinck. Keppel. 95-6. Mechteld Van Der Capellen, getrouwd met Thomas Van Evelt. 95-7. Bertha Van Der Capellen, 1596, getrouwd met Gerrit Swaafken, Zoon van Reinier Swaaf- ken en van Geertr. Schimmelpenninck. 95-8. Sebilla, gehuwd aan Johan Van Voorthuizen.

Stamboom tak Van Den Dam 4 Zie Blad 26 Evert 95 verm. 1572 x 1551 Sebille v. Voorthuizen † ** † ** 14 kinderen

Willem 95-1 Gerrit 95-2 Johan 95-3 Gerlach 95-4 Mechteld 95-6 Sebilla 95-8

x Thomas x Johan x niet x niet x ** x ** v. Evelt v. Voorthuizen † ** † ** † ** † ** † ** † ** † ** † ** Geen nakomelingen Willem 95-5 Bertha 95-7

Canonicus x Gerrit x niet Swaafken † 1638 † ** † ** Bl.Bl. 29 29 Men zal nu laten volgen de Defcendenten van Claas Van Der Capellen, jongften Zoon van Ger- lach Van Der Capellen, Richter van Veluwen, en van Bertha Van Den Walle, te vinden aan de VI Generatie der Zutphenfche Linie.

75. Claas Van Der Capellen, jongste Zoon van Gerlach en Bertha Van Den Walle, was, in 1441, Huwelijks-Vriend van zijne Zufter, getrouwd met Alphert Iferen, en word genoemd, in het Ma- genfcheid van 1440, hier vooren vermeld, Johan, Derk, Henrick, Willem, Claas en Beerta, echte kinderen zaligen Gerlachs Van der Capellen. Op het jaar 1453, vind men het volgende aangetekend: Op den Octaven van onze Lieve Vrou- wen dach, bekende Claas Van der Capellen bij opene brieven voor zig en zijne Erven, dat hij de helfte van de goederen Zesfink en Remeldinck, met haaren toebehooren, gelegen in den Kerf- pel van Hengelo, benevens dufent Rhijnfche Guldens, hem met zijne Huisvrouwe Jonkvrouwe Griete, Dochter van Lubbert van Herwen, medegegeven, aan Lubbert voorsf. weder overgeeft, die Claas voorsf. daar tegen in bezit ftelt van het alinge Erve en Leengoet toe Hoge Helbergen, met zijn toebehoor, an die Velue zijde bij der Ysfelen, in den Kerfpel van Wijehmond, dat men te leen hielt van Derk van den Walle, behoudens aan Peter van Egmond en Joncfrouw Agniefen van Herwen fyne Huisvrouw, het recht om voorsf. goed weer in te losfen. Voorsf. brief was beze- gelt bij Claas, Johan en Hendrik van der Capellen, gebroederen. Voorts nog, in het jaar 1493 Claas Van Den Capellen, met Joncfer Margaretha, zijne Huisvrouw, en zijn Zoon Gerlach Van der Capellen, verklaaren onder haare Zegels, voor den Scholtus van Zutphen verkogt te hebben 37½ Rhijnfche guldens jaar renttien uit Brekinkweerder tienden, in de Graaffchap Zutphen. Hij verkoopt aan Evert van Lintelo, twintig mudde Rogge jaarl. erfrenthe uit den Kannenburg. [Uit het M. S. Register der goederen van Heer Florents Huis, Liber Fratrum domus, Domini Florentit te Deventer fol. 124 en 141]. •1075. Zijne kinderen, bij zijne eerfte Vrouw Johanna Grubbe verwekt, zijn deze: 75-1. Lubbe Van Der Capellen, trouwde, I487, Zweder Van Warmeloe, en, I495, Johan Van Vorden. 75-2. Maria, die ten Man hadde Johan Van Gemen.

76. Gerlach Van Der Capellen, 1504 Burgemeefter te Zutphen. Hij heeft verfcheidene echte en onechte defcendenten nagelaten, blijkende uit een aantekening, gefchreven met de hand van Heer Willem Van der Capellen Canonicus Zutphanienfis, reeds vermeld aº 1636, luidende als volgt: Genealogia Gerlich von der Capellen Claas Zoon vurmalf Burgemeijfter tot Zutphen. Deze Gerlich van der Capellen Claes Soen Burgemeefter te Zutphen, hebbende beflaepen een eerklijke Burgers Dochter van Deventer, heeft bij haer gehat een Zoen genampt Thomas, gewezen Kerkmeijfter defer Nieuw Stads Kerke. Thomas heeft nagelaten verfcheidene kinderen, foo bijnnen Deventer als bijnnen Zutphen gehijlickt. Als under anderen fyn Zoenen Gerlich getrouwt met Marienburg, die welke nagelaeten heeft Zoenen, als met naemen Wilhelm (tegen- woordig 1636) Stadholder defes Scholtampts. Ende fynen Broeder Thomas bynnen Amfterdam getrouwt fynde. Die andere kinders van Thomas voorsf. zyn woonachtigh te Deventer, gehijlickt an verfchyde parthyen, als aan Marijenborg, Bocholtz und Varwers etc. Deze alle fo binnen als buiten Zutphen, vueren haere volle Wapenen, fonder onderfcheit. Noch dezen bovengemelten Gerlich van der Capellen Claas Soen Burgemeifter (1504.) heeft bij het leeven van fyn yrfte byflaep getrouwt eene jonge Juffer, van den Familie Borgers. Waar bij verworven under ander fyn Dochter Cunera, getrouwt met Jacob van Vyracker, ende een Soen Claas genampt. Nota, defen Claes woonende by fyn Suster Cunera van Vryracker, heeft beflaepen die Maecht, und die felve thegens Vrunden raid und willen getrouwt, ende fonder eenigte hijlixmakinge behouden, nala- tende Gerlich (ongetrouwt geftorven) fyne Dogter Johanna, getrouwt met Jan van Pelen, und Juffer Griete ongetrouwt geftorven. Bl.Bl. 30 30 Stamboom tak Van Den Dam 5 Zie Blad 25 Claes 75 verm. 1441 x1 Johanna Grubbe x2 Griete v. Herwen † na 1493 † **

Lubbe 75-1 Maria 75-2 Gerlach 76 verm. 1504 x1 Zweder Rel. met Burgerdochter v. Warmeloe † ** x Johan v. Gemen x NN Borgers x2 1495 Johan † ** † ** † ** † ** v. Vorden † ** † **

Thomas 77 Cunera 76-2 Claas 80 uit Relatie uit x uit x Kerkmeester x ** x Jacob Vyracker x ** † ** † ** † ** † ** 3 zonen Gerlach 78 Gerlich 80-1 Johanna 80-2

x N. Marienburg x niet x Jan v. Velen † ** † ** † ** † **

Wilhelm 78-1 Thomas 78-2 Nakomelingen uit deze tak hebben wij niet kunnen traceren. x ** x ** te Amsterdam † ** † **

CAPELLEN TOE RYSSEL Leenregister Swavingh (Rijssel) zie •1150.

De nakomelingen van Hendrik Van Der Capellen, derden Zoon van Gerlach Van Der Capel- len, Heer van den Dam, Regter van Veluwen, en van Bertha Van Den Walle, te vinden aan de Zesde Generatie der Zutphenfche Linie, en daar uit voortgefprotene branches tot op dezen tijd, als, met namen, de bezitters van en Heeren tho Rysfel, Boedelhof, Esfelt, Aartsbergen, Mervelt, Schalkwijk, Hagen, Berkoude, Agterbroek, Appeltern, Mydrecht, Dam, Schoonauwen, Houten, Papecoop, Marhuizen, Dorth, Grimberg, Marsch, Lathmer, Poll, Engelenburg, enz.

65. Hendrik Van Der Capellen, derde Zoon van Gerlach Van Der Capellen, Heer van den Dam, Rijssel(t) Richter of Landdrost van Veluwen, en van Bertha Van Den Walle, te vooren vermeld, aan de Zesde Generatie der Zutphenfche Linie, alwaar mede aangehaald is een Magefcheid, van 1440, tusfchen Johan, Derik, Hendrik, Willem, Claas en Bertha van der Capellen, echte kinderen Zali- gen Gerlachs van der Capellen, waar bij blijkt, dat aan dezen Hendrik is toegedeeld het Leengoet to Wefel, den Hof toe Loo, dat men te leene holt van Johan van der Capellen to Wefel, voort van zodane fchult, alf onfe genad. Heer Hertoge van Gelre hem fchuldig is enz. Aan dezen Hendrik Van Der Capellen is het recht, op de pandtfchap van zijns Vaders Drost- of Richterampt van Veluwen, afgeftaan, alzo aan hem is ten deele gevallen de oorfpronglijke verpanding van hetzelve, door Hertog Arnolt Van Gelre, in 1427, aan zijnen Vader Gerlach Van Der Capellen en zijne Erven gegeven, bij welke deze Pandbrief nog bezeten wordt. Gerlach, bij zijn affterven, geene meerderjarige Zoonen nalatende, moest dit gewigtig ampt door anderen bediend worden, waartoe, evenwel, zijne Erven naderhand bevoegd waren, alzo de inlosfing, van ‘s Hertogs of zijner Erven wegen, nimmer is gefchied. De binnenlandfche verdeeldheden, nijd en afgunst, hebben, bij aanhoudenheid, belet, dat een van Gerlachs afftammelingen in voornoemde Richterampt herfteld werd, of ten minnen, dat aan zijn nageflacht vergoeding der penningen gefchiedde. Tot een en ander is dikwils aanzoek gedaan, doch zonder gevolg. En doordien Ger- lach Van Der Capellen Henriks Vader, door zijne aanzienelijke bediening van het Richterampt van Veluwen, naar de gefteldheid dier tijden, gewis onder de Ridderen en Knechten van Veluwen heeft moeten compareeren, en dus als een Veluwsch Edelman, en zijne posteriteit, als bevoegd tot het Ridderfchap van Veluwen, moet gehouden worden, zijn, evenwel, die Capellens zijne Nakomelingen, trachtende om van het recht tot het Ridderfchap van Veluwen genot te hebben, tot heden daarvan verftoken gebleven. Op het jaar 1451 vind men aangetekend: verkoopen voor den gerichte van Zutphen, Johan Van Der Capellen van den Dam, en Margaretha Van Leijden, Bl.Bl. 31 31 zijn echte Wijf, Derk, Willem en Claas Van Der Capellen, aan haaren Broeder Hendrik Van Der Capellen, haar lieden aandeel in haare huzinge met hoeren toebehooren, gelegen in de Water- ftraat te Zutphen, genaamt die Capellen Huizinge. Hij heeft twee Vrouwen gehad, de eerfte was Anna Van Spaen, de tweede, Geertruid Van Ker- pen, en bij de laatfte kinderen verwekt, die dadelijk voorkomen. Hij ftierf 1459. 1459 is Trude, Huysfrouwe feligen Henricks Van Der Capellen tot behoef van haaren onmondi- gen Zoon Gerlach Van Der Capellen, door Arnt, Graaf to Benthem, als Momber der Kinderen van Bronkhorst, beleent met Emeldinck, gelegen in Veluwen, Kerfpel van Voorst. Hier voor deed Hulde Willem Van Der Capellen zijn Oom, en waeren beleende mannen daar tegenwoordig Henrick van Diepenbroek, en Herman van Marhulzen. Kerpen 1464 hebben Johan Van Der Capellen (van den Dam) Evert van den Walle, en Dirk Van Der Capellen als maghen en vrienden van wegen Gerlichs, Johans ende Beerten, echte onmundige Kinderen van Seligen Hendrik Van Der Capellen dem Gott genedig zij, aan die eene zijde, en Johan van Kerpen, Reijnt van Kerpen, en Andries Creijnck, als maghen en Vrienden van wegen Truden echte Huisfrouwe Seligen Hendricks Van Der Capellen der voorsf. onmundiger kinder moeder, aan die andere zijden, eene magefcheid gemaakt over zodanige goederen, als haar van haaren Zaligen Vader aangeerft zijn, dat goed Emeldink in Voorst. 300 Rhijnfe Guldens, leg- gende in de erffenisfen van Johan van Steenbergen, geheten die Rosmede, verders der voorsf. Henricks aandeel, aan die erffenisfen en renthen in den Lande van Cleve, te Bislick gelegen, ende die alinge Huefinge in de Waterftrate, op den hoek van die Veerftige, geheiten Capellen Huefin- gen enz. enz. • 854/55, 1084. I495, heeft Gertruid Van Kerpen, Wed. Hendrik Van Der Capellen, door haaren Zoon, ver- nieuwt den eed van Swavink to Rijsfen, in Warnsvelde gelegen, ten Zutphenfchen regten. De kinderen van Hendrik en Geertrui Van Herpen, waaren deze: 66. Gerlach Van Der Capellen, die volgt. 65-2. Johan, ongetrouwd geftorven. 65-3. Bertha, in het Jufferen Klooster Rondeel, te Zutphen.

66. Gerlach Van Der Capellen to Rijsfel, en den Hoff toe Empe, oudfte Zoon van Hendrik en Geertrui Van Kerpen zoo even gemeld, werd, in 1503, beleend met Swavinck tot Rijsfel. Hij behield het recht op het Rechterampt van Veluwen. 1505 Burgemeefter te Zutphen. 1507 heeft Hendrick van Egmont, wegens zijne Dochter, Agnes, van het huis Baeck, beleent Gerlich Van Der Capellen als hulder zijner Huisvrouwe, met die halve Oeftergoor, en halve omlanden en Steenderen. 1519 hebben Gerlach Van Der Capellen, Henr. Zoon, en Gerlach Van Der Capellen, Claes Toe Empe Zoon, als naeste Vrinden een maghen uitfpraak gedaan over different gerezen tusfchen Joffer Iden, Wed. Gerlachs van der Capellen en den Dam, en Willem van der Capellen, Johans Zoon van den Dam. Deze Gerlach Van Der Capellen heeft de Cleeffche goederen, tot heden met die van Capellen in Cleefsland in gemeenfchap bezeten, veraliëneerd. Hij had tot Vrouwe Christina Luijkensen Van Montfoort, Dochter van Gerrit Luijkenfen van Montfoort en van Christina van Voorthuizen. Gerrit Van der Capellen in den Dam, und Gerrit Stier als hijlicxluden van wegen Gerlach Van der Capellen Henr. Zoon, aan eene zijde, en Henrick van Effen, en Gerrit van Voorthuizen als hijlixluden van Juffer Geertruid Luikenfen, met Joffer Styne oere Dochter, hebben een wettig huwelijk gefloten tusfchen Gerlach, en Juffer Styne voorsf. •3, 24, 856, 1085. Uit welk huwelijk deze Kinderen zijn voortgekomen: 66-1. Johan, 1532, na den dood zijns Vaders beleend met Rijsfel, tuchtigt zijne Moeder, is onge- trouwd geftorven. 67. Hendrik Van Der Capellen, die volgt. Montfoort 66-3. Geertruid Van Der Capellen, bezat den Hof toe Empe en Emeldink, trouwde Thomas van Boerlo, Burgemeefter te Zutphen, Zoon van N.N.van Boerlo, en van N. van Coelfak, zij fterft 1544, hij 1566. •1086. Haare kwartieren zijn deze: Capellen. Luijkenfen. Kerpen. Voorthuizen. Walle. Sticker. Lintelo. Berks. Bl.Bl. 32 32 1545 Thomas van Boerlo en Hendrik Van der Capellen met Joffer Jutte zijne Huisvrouwe, kopen voor den gerichte van Zutphen, een vierdepart van het goed Hisfink, een vierdepart van het Bergergoed op die Veerst, waar van die helft Juffr. Styne Wed. Gerlachs van der Capellen, Hendr. Zoon toekomt, en het vierde part Heer Peter van Steenbergen. 66-4. Gerlach Van Der Capellen, ongetrouwd geftorven. 1535, Dinsdag na den Sondag Cantate, hebben Heer Herman Barner, Deken te Zutphen, Johan van Voorthuizen, Burgem. Derk van den Walle, en Johan van der Capellen als Maghen, en Vrin- den, een magefcheid gefloten tusfchen Jufrouw Chriftina Luijkenfen, Weduwe Zaligen Gerlach van der Capellen Henr. Zoon, ter eenre, Hendrik van der Capellen, Thomas van Burloe, als in huwelijk hebbende Joffer Geertr. van der Capellen, kinderen van Gerlach en Juffer Chriftina voorsf. Gerlach overleed in 1532.

67. Hendrik Van Der Capellen toe Rijsfel, als Erve zijns Broeders Johan, en daar mede beleend 1533, in 1542 Burgemeefter, Hoofd der Regeering van Zutphen, heeft zig, van den beginne der Spaanfche geweldenarijen, tegen derzelver onderdrukking en overheerfchingen verzet, zijnde een ijverig voorftander van voorregten en vrijheid, zo dat hij goed en bloed, tot behoud van ‘t Burgerlijke en Godsdienftige, ten besten heeft gegeven. In een verhaal van die tijden word gevonden: Hendrik Van Der Capellen toe Rijsfel, is geweest den tijd van veertig jaaren Burgemeefter te Zutphen, getreden zijnde in de voetftappen zijns Vaders, en andere zijner voorolderen, (die onder die regeringhe der Herthogen van Gelre en Graven van Zutphen) een voorftander des Vaderlands, welke verligt wordende, door die oprechte kennisfe van Gods woord, verlaten heeft der Papisten dolinge ende fuperftitie, zig begevende tot de profesfie van die waare Gereformeerde Religie, en heeft met ernst getragt die zelve alomme in de Graaffchap in te voeren, ende te gelijk te weeren de tijrannie en onderdrukking van vrijheid en privilegiën onder den Spaanfchen Koning, zonder zig daar van eenigzints te laten diverteeren ofte affchrikken, aangezien eenigen zijner Colleguen in den Raedt, en veele kwaadwilligen van binnen daar toe waaren arbeidende, ende het gewelt van buiten niet zonder reden te vrezen was. Ten dezen einde heeft, met behulp van eenige weinige uit de Ridderfchap, de Unie van Utrecht, in de Stad en Graaffchap doen aan- neemen, en de Gereformeerde Godsdienst publicq doen voortzetten, vindende zig verlaaten van meest alle zijne Colleguen in den Raedt, welke, uit vreze voor den Spanjaardt, uit de Stad waren getrokken, latende den Burgemeefter Capellen, een tijd langh, Stads regerunghe alleen over, weigerende op zijn verzoek wederom binnen te komen, is hij genoodzaakt geworden, op den gewoonen dag van keure, nieuwe Schepenen, tot zig te verkiezen, nemende daar toe de oldfte en voornaamfte Burgeren van de Gereformeerde Religie. Hij bracht de Burger Compagnien onder een Hooft, en heeft Militie in de Stad genomen tot verzekeringe derzelve. Hij was lange fufpect bij den Koning van Spangen, die ook zijne goederen geconfisqueerd heeft enz. Een jaar na zijn dood a° 1583 wanneer de Stad voor de tweedemaal in handen der Spanjaards viel, en dat wel door verzuim, werdt dezelve deerlijk geplundert, wanneer mede bij den Vijand gedelibereert is geworden, om den geftorven Hendrik van der Capellen opte graaven, en fyn dode lighaam een fcandaal aan te doen, omreden hij voor Vrijheid en Godsdienst geijvert en zig tegens de tirannie van Koning Philips gekant hadde, dog zulks is door zijne Vrunden weerhouden, en hebben zijne Vijanden zijne huifingen gedemolieert en zijne memorie geprofcribeert, zoo als uit de historiën is blijkende. Zie verder het geen dadelijk, bij de befchrijving van zijn Zoon Gerlach, zal bijgebragt worden, als ook Voorrede der gedenkfchriften van Jonkheer Alexander van der Capellen, bladz. 36 en volgende. In 1576 ondertekende gezegde Hendrik Van Der Capellen, aan het Hoofd der Magiftraat van Zutphen, met nog twee zijner Bloedverwanten, Johan en Evert Van Der Capellen , Burgemeef- ters te Zutphen, te vooren vermeld, waar bij mede voorkomen de Leden der Ridderfchap, waar onder zig bevond nog een zijner Bloedverwanten, Gerrit Van Den Capellen in den Dam, de Acte tot aanneeming der Unie in de Algemeene Staaten tegen de Spanjaarden. [Verzameling van onuitgegevene ftukken, door P. Bondam, I. Deel, bl. 6]. Hendrik Van Der Capellen heeft twee Vrouwen gehad. De eerfte was Judith Slindewater, Dochter van Arent Slin- dewater en van Margaretha Schimmelpenninck van der Oije. Zij ftierf 1559. 1543 Des Donredaghs na Epiphan Domini, hebben Thomas van Burloe, Johan van Voorthuizen Gerritsz., Derk van den Walle en Gerrit van der Capellen in den Dam, van wegen Hendrik van der Capellen en Coenraad en Jacob Slindewater gebroeders, Arnt Barek en Andries Kreijnck, in namen van Juffer Jutte, echte Dochter zeligen Arents Slindewater een huwelijk beraemt en geflo- ten tusfchen Hendrik en Juffer Jutte voorsf. Bl.Bl. 33 33 De tweede Vrouw was Anna Van Karvenheim, Dochter van Zwier van Karvenheim en van Lam- merich Gruiters, Weduwe Hendriks van Padevort. •25, 28. 1563 Op den Dinsdag na Ponciani, hebben Thomas van Burloe en Derk van den Walle van we- gen Hendrik van der Capellen Burgemeefter, Steven van Karvenheim en Gerrit van der Capel- len in den Dam, van wegen Juffer Anna van Karvenheim, Weduwe Hendriks van Padevort, een wettig huwelijk gefloten, tusfchen Hendrik en Juffer Anna voorsf. En is hier bij onder anderen bevoorwaerdt, dat des voorsf. Hendriks voorkinderen na der kinderen vrinden en maghen goed- duncken zullen opgevoedt en onderhouden worden, als alfulcken kijnderen na oere conditien ind qualiteit betemet ind toebehoert. En hebben Jacob Slindewater, en Peter van Aepelltorn als Bloedverwanten van Henricks voorsf. voorkinderen, en op fchriftelijk begeeren van Gerlich van der Capellen, Henricks Zoon, des tijds uitlandig wezende, dezen hijliksbrief mede befegelt. Hendrik Van Der Capellen, in 1582, den 26 October, in het 66 jaar zijns ouderdoms overleden zijnde, is te Zutphen, in der Groote Kerk begraven, met deze kwartieren: Capellen. Luijkenfen. Kerpen. Voorthuizen. Van den Walle. Sticker. Lintelo. Berks. Epitaphium in Obitum Nobillifimi Viri D. Henrici van der Capellen Confulis Zutphanienfi prim. a Rutgero Sijburgio pofitum. Henricus ut Conful difcesfit morte Capellus. Flet fchola, flet populus, curia, templa, forum, Et merito: nam ilii non urbs videt ifta fecundura. Qui posfit Pa- triis utilis esfe Focis. Posthumus in nato, fubito né forte refurgens. Morte datum Patræliniac ipfe malum. Jam vero duplici rurfum, cum nomine Vivat. Corpore apud natum, fpirito ad aftra dato. Atque hoc Phoenicis veluti de more volucris. Quæ folet ex tepidis Viva redire regis. Ut pro decrepitis juvenilia robora præftet. Et pro Davide, en, mox Salomona ferat. Cur ergo extincum fleo, longa qui pace quiefcat. Ipfe Pater Superis Filius ipfe Domi. Obiit a°. Dmi 1582. 26 Octob. Æetat 66. Confulatus 40. •1074. Hendrik heeft, bij zijne eerfte Vrouw, deze kinderen verwekt: 68. Gerlach Van Der Capellen. 67-2. Arnt Van Der Capellen, ftudeerende te Zwolle, verdronk in 1582, en is te Zutphen begra- ven, met Vaders en Moeders Wapen. 67-3. Margaretha Van Der Capellen, trouwde, I570, Jacob Schimmelpenninck Van Der Oije ten Engelenburg, Zoon van Alexander Sehimmelpenninck van der Oije ten Englenburg en van Agnes van Twikkelo. 67-4. Ceertruid Van Der Capellen, in het Jufferen-Klooster Rondeel, te Zutphen, fterft 1603. 67-5. Arnolda Van Der Capellen, ongetrouwd geftorven 1583. 67-6. Bertha, in het Jufferen-Klooster Spittaal.

68. Gerlach Van Der Capellen toe Rijsfel en Boedelhof, oudfte Zoon van Hendrik en Judith Slindewaeter, zo even genoemd. •797/98, 857/58, 996, 1035, 1061/63, 1068, 1072. 1584 beleend met Rijsfel, als Erve zijns Vaders. 1600 Eigenaar van den Huize en Havefathe den Boedelhof, gelegen in de Graaffchap Zutphen, Kerfpel Warnsvelt, door aankoop van Derk van Iferen. 1575 Befchreven in de Ridderfchap des Graaffchap Zutphen. 1580 Raad in de Hove van Gelderland. 1586 Namens de Ridderfchap Gecommitteerde ter vergaderinge der Heeren Staaten Generaal. 1616 Cancelaar des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. Deze Gerlach, de hachelijke lotgevallen, den Vaderlande, door het Spaanfche geweld, overgeko- men, beleevende, heeft zig altoos, met goed en bloed, tegen de onderdrukking en overheerfching Gerlach van Koning Philips verzet, en doorflaande blijken gegeven, dat bij een voorftander van Burger- lijke en Godsdienftige Vrijheid was. ‘s Lands archiven getuigen van zijne verdienften. Zie hier een beknopt verhaal van eenige zijner verrigtingen: Gerlach Van Der Capellen is gebooren in den jaare 1543, en heeft, in zijn jeugd, veel gereist. De eerfte gronden der Regtsgeleerdheid heeft hij te Keulen gelegd, daarna heeft hij zig in dezelve ge- oeffend onder den vermaarden Cujasïus, te Beurges, in Frankrijk. Te Geneve woonde hij de les- fen in de Godgeleerdheid bij onder Beza. Hij bragt ook eenigen tijd door op de Hooge Schoolen te Bazel en Heidelberg. Volgens Alva’s bevel, was het niemand geoorlooft, buitenlandfche Hooge Schoolen, dan alleen te Rome te bezoeken. Hij reisde derwaards, te gelijk de voornaamfte plaat- zen in Italiën, daar geleertheid en kundigheden te haalen waren, aandoende. Van zijne reizen te huis komende, vond hij zijn Vaderland in toeneemende benaauwde omftan- digheden. Hij gaf dadelijk blijken van ijver en moed, om hetzelve van dienst te willen zijn. Bl.Bl. 34 34 Die van Zutphen, wederom door de Spaanfche woede gedreigd wordende, ftelden veel ver- trouwen in hem, en droegen hem het bevel op over hunne Burgerij, in 1578. Deutichem door Schenk belegerd wordende, ftelde hij zig aan het hooft van eenige Zutphenfche en Deventerfche Burgers, gevolgd van eenige Staatfche Knechten, ontweldigde de Stad aan den Spaanfchen Bevel- hebber Maarten Schenk, bezette dezelve, en floeg de Spanjaarden op de vlugt. In 1580 bezorgde hij dat Zutphen van bezetting voorzien werd, de beftierders der Stad waar- fchuwende om op hunne hoede te zijn. Hij werdt, in 1580, op de nadere Unie te Utrecht, namens de Zutphenfche Ridderfchap gezon- den, en hielp, op ‘s Prinfen voordragen, met de andere Gecommitteerden tot de nadere vereeni- ging, befluiten, om de punten, begrepen in het affcheid der jongfte Staatsvergadering te Antwer- pen, tot ftand te brengen, voornamelijk betreffende liet inftellen van den algemeenen Landraad, het bewilligen in den ftaat van Oorlog, en in den handel met Anjou. Hij woonde de bijeenkomst te Campen bij, alwaar middelen beraamd werden, om, wegens den aanval van Rennenberg, orde op de zaken te ftellen. Hier gaf hij zig veel moeite, om de Steden op haare hoede en veiligheid bedagt te doen zijn, in het bijzonder tegen de verdere onderneeming van Rennenberg. Hij bezorgde dat er twee Regimenten binnen Steenwijk kwamen, dat ftraks belegerd werdt. De Staaten, intusfchen, het ontzet van Steenwijk behartigende, wist hij eenig geld en buskruid te bekomen, en deed hetzelve, door Moritz, inde Vesting bezorgen. Hattum, door verraad, in Parma’s handen vallende, dreven evenwel de Burgers de Spanjaarden naar het Slot, dat ook, eerlang, door vijf Vendels, uit de Steden Deventer, Campen, Harderwijk en Elburg, onder zijn bewind, weder bemagtigt werd. Voorts voorzag bij de Steden des Graaffchaps Zutphen met bezetting en voorraad. Hoe zeer hij, in ‘t jaar 1583, de Regenten en Burgerij van Zutphen hadde aangemaant, om de bezetting te verfterken, en de goede zaak beter te behartigen, werd de Stad evenwel, door Thassis overrompeld, ten deele door verraad, ten deele door gebrek aan goede wagt. De meefte Regen- ten hadden te vooren de Stad verlaten, latende het beftier derzelve aan zijnen Vader Hendrick Van Der Capellen, een tijd lang, alleen over, ook is dezelve, bijna een jaar na zijnen dood, in ‘s Vijands handen gevallen. Hij verzuimde intusfchen niets, om in deze bedrukte tijden Zijn Vaderland voor verdere onhei- len te bewaaren. Zijne Vaderlijke Stad was thans in eenen jammerlijken toetand. De Spaanfche bezetting kwelde de Burgerij op het hardfte. Alle bezettingen en woningen der geenen, die de Staatfche partij hadden aangehangen, werden vernield en verwoest, zijne vaderlijke en voor- ouderlijke huizingen tot den grond afgebroken en geflegt, zijne goederen verbeurd verklaard, nauwlijks bleven de beenderen van fijnen Vader ongefchonden. In den jaare 1585 verzoende zig de Stad met den Koning. Parma zond haar een bepaalden vergif- fenisbrief in Februarij, waarbij zij in haare voorregten herfteld werd, tot weder opzeggens toe. Het veranderen der Regeering, welk door de Gemeente plagt te gefchieden, werd aan Stadhouder en Raaden van Gelderland gefteld, men moest de Roomfche Regenten wederom inhaalen, de Kerken en Kloosters herbouwen. Voorts werden verfcheiden perfoonen van dezen foen uitgeflo- ten, met namen Seino van Dorth, Gouverneur der Stad Zutphen, bij de laaste troubelen, Berent Mockink Rentmeefter, Jacob Plencke Provoost, Johan Marienburg, Derk Mockink Burgemeef- ter, Hendrik Van Der Capellen in zijn leeven oldfte Burgemeefter en Hoofd van de Magiftraat derzelver Stede, Lombert Louwerman ook Burgemeefter, Geerlich Van Der Capellen, Soone Van Den Voorsf. Hendrik Van Der Capellen bij tijden der laatsten troubelen Hopman Over De Burgerij, Jasper Kreijnck, Derck van Baer, tertijds Landdrost der Graaffchap Zutphen, Fredrik van Marlhulzen, Joachim van Lier, Dirk van Haeften, Schoonzoon van Senio van Dorth, Arnt van den Walle Burgemeefter, Peter Wesfel Vleeshouwer, Lambert met de Kammen Visfcher, Hendrik ter Heger, Willem Honfeman, Bernt Vronfink, mitsgaders de Ministers, Dogmatifeurs, Diaconen, Confistorianten, Schenders van het H. Sacrament des Altaars, Stormers van Kerken, Altaren of Beelden, Moordenaars, Verkragters van gewijde Maagden, en Capiteinen van de voorsf. wederfpannige oproerige en Ketters enz. [Bor, Nederl. Oorlogen, XX. Boek. Generale Remisfie bl. 560. (5.)] Parma hield het uitleggen of matigen van deze Remisfie geheel aan zig. In 1586 werd hij afgezonden, om te Amfterdam over de Zeezaaken te handelen, wordende die aldaar alleen door Gemagtigden afgedaan, fchoon Leijcester reeds eenige Admiraliteits Collegien had ingefteld, als te Hoorn, Rotterdam en Veere. Hij bemerkte, bij tijds, Leijscesters flinkfche wegen, en verzette zig, gevolglijk, tegen dezelven, trachtende, op de beste wijze, ‘s Lands vrijheid en voorrechten te handhaven. In 1587 is hij, met Johan Van Arnhem, naar Zeeland gezonden, om op Leijcesters toeleg, ten Bl.Bl. 35 35 nadeele van ‘s Lands Vrijheid, een wakend oog te houden, en de kleinmoedigen en waggelenden aldaar aan het staan te brengen. Ook heeft hij de, ten dezen tijde, door Leijcester verwekte troubelen, in verfcheide plaatfen, geftild, offchoon de Gemeente, door de Geestelijkheid opgerokkend, doorgaans de zijde des Landvoogds hield. De zaaken der Staaten begonnen, in 1591, eene betere gedaante te krijgen. Zutphen was even- wel nog in ‘s Vijands handen. Maurits vond, derhalven, geraden, de Steden en Sloten, langs den IJsfel, bij den Vijand nog bezet, met meer geweld aantetasten. Tot het uitvoeren dezer onderne- minge voegde men, den Prinfe eenen Raad toe, waarvan hij een Lid was. Terwijl Maurits, met het Staatfche Leger, in aantogt was, gelukte het den Ridder Francois Veere, de Schans, tegen over Zutphen, bij verrasfing inteneemen. Hij raade den Prinfe, om zig nu met der haast derwaarts te begeven, gelijk gefchiedde, vertoonende zig Maurits, daags na het innemen der Schanfe, op het Beleg Zutphen onverwagtst te Zutphen. De Stad was flegt voorzien, en de bezetting gering, zij werd befchoten 1591 en opgeeïscht, en gaf zig over, den 30 Maij 1591. De bezetting bedong den vrijen uittogt, en de Burgerij behoudenis van Privilegiën, waartoe Capellen niet weinig werkzaam was, als Gecom- mitteerde van wegen de Heeren Staaten in het Leger, te wege brengende, dat de Burgers hunne Privilegiën en vrije Keur van de Magiftraat behielden, dat bij het Guarnifoen vergeten was. Toen heeft hij, op last van Prinfe Maurits, door de Heeren Staaten hier toe geauthorifeert, met den Cancelier Elbertus Leoninus, de Regeering aldaar befteld en in Eed genomen. Die van Zutphen, ziende zijne vaderlijke huizingen verwoest, boden hem, ten dezen tijde, aan, voor zijne ongemeene trouwe en ijver, eenige Geestelijke Gebouwen, en wel in het bijzonder het Klooster Rondeel, doch hij bedankte heusfchelijk voor deze blijken van achting en toegenegen- heid, zo als ook bij zijne Kinderen, op herhaalde aanbiedingen, gefchied is. Na de verovering van Zutphen, was Maurits bedagt om de Friefche Steden te bezetten doch onze Gerlach raadde den Prinfe op het ernftigfte, om niets vijandelijks agter te laten, eerst Deventer aan den Vijand te ontweldigen. Oldenbarneveld onderfteunde dit gevoelen, en Maurits, zijnen raad volgende, rukte naar Deventer, daar Graaf Herman Van Den Berg binnen gebood. Capellen wist, behendig, verftandhouding in de Stad te bekomen, en bragt twee voornaame Vlugtelingen bij Maurits, Uit welke men vernam, dat de bezetting oneenig, en de Stad flegt voorzien was. Maurits v. Nassau Maurits deed dezelve heevig befchieten, en werd er ras Meefter van. In 1592 werden, door zijn goed beleid, Knodfenburg en andere Forten, door Parma belegert, den Vijand wederom ontweldigd. Toen, in 1593, op den Gelderfchen Landdag, te Arnhem, ijverig werd gearbeid, om Bommel, dat zig tot nog toe aan Holland verbonden rekende, weder met Gelderland te vereenigen, bragten Capellen, Varick, met een Burgemeefter uit ieder der drie Hoofdlieden, tot dit werk gemagtigd, hetzelve tot een gewenscht einde. Op zijn aanraden is Brevoort, onder beleid van den Overften Dorth, op de Vijanden veroverd. De Spanjaarden, gefterkt door den invloed, dien zij op tornige Verraders van het Vaderland had- den, zogten zig, intusfchen, van hem te ontdoen, gaande hunne wraakzugt tegen hem zo verre, dat hij, te Arnhem, gereed zijnde om naar den Raad te gaan, op eene verraderlijke wijze, door eenen Vreemdeling, die heimelijk in de Stad was geflopen, en daar toe omgekocht, is aangerand en gevaarlijk gewond geworden. Voor dood ter aarde, vallende, werd zijne wonde niet buiten gevaar bevonden. Gelukkig herftellende, heeft hij, met verdubbelden ijver, de belangen van het Vaderland ter harte genomen. In 1616 is hij tot Cancelier van Gelderland verkooren. In 1618 verzelde hij Prins Maurits naar Nijmegen, en raadde den zelven tot gematigdheid, doch de Prins volvoerde zijn voornemen, en veranderde aldaar de Regeering op eene buitengewoone wijze, tegen de oude Conftitutie en Privilegiën der Stad, niet zonder gemor der Gemeente. Maurits deed, intusfchen, door deze wil- lekeurige daad, de Stad overhellen, om met de overige Leden van Gelderland te bewilligen tot het houden van een Nationale Sijnode. Gerlach Van Der Capellen heeft, in Gelderland, overleefd, allen die aan het werk der grondleg- ging van ons Gemeenebest geholpen hebben, en, van het begin der troubelen, altoos geijverd voor het behoud van Vrijheid en Godsdienst. Hij heeft in zijn leven altijd getracht naar het ge- meene beste, en niet naar zijn bijzonder belang, geen eere nagejaagt, of met eenig Geestelijk goed zig of zijne kinderen ooit willen verrijken, of befmetten. •33. Hij is, in den hoogen ouderdom van 82 jaaren, te Arnhem overleden, en te Zutphen begraven, wordende, in de Groote Kerk aldaar, een Gedenkteken ter zijner eere gevonden, met dit Graf- fchrift Pietate Et Fortidudine Ao. Chriftie I I XXV Gerlacus a Capelle ftirpe nobili Genus ex Clivicis trahens Majoribus Vir eruditus et peritus et pius Qui quas pararat artes ingeniique Bl.Bl. 36 36 vim Dum marte faetam et artibus Germaniam Terram Italamque Galliasqae viferet. Primos per annos Geldriæ bono fibi Natalis utens afferenda pro fide Et exiguenda oppresfione exercuit Patris fecutus Strenui Vestigia Gradus honoris functus omnes denique Summi Senatus Prafes anno- rum Satur Poft luftra vitæ fedecim tædæ decem. Fesfum lobore Spiritum reddens Deo, Corpus reliquit Patriæ Terra finu, Luctumque remque gloriamque Liberis. Vale Hospes et mortalitatem cogita. P. M. D. Gerlaci van der Capellen J. C. Geldriæ Zutphaniæque Cancellarii Uxor Liberi Superftites M. P. Zijne kwartieren zijn deze: Capellen. Slindewater. Luijkenfen. Schimmelpenninck van der Oije. Kerpen. Vorden. Margaretha Voorthuizen. Luir. Schimmelp. v.d. Oye Zijn leven is befchreven door P. Gakelius, Conrector Zutphanienfis, (auctoritate Magistratus) gedrukt te Zutphen 1626, en herdrukt onder de bijlagen der gedenkfchriften van zijn Zoon Jonkheer Alexander van der Capellen, Heer van Aartsbergen, enz. •30/32, 34/47, 987. Gerlach Van Der Capellen, was getrouwt met Margaretha Schimmelpenninck Van Der Oije tot den Engelenburg. Zij ftierf 1633. 1575 den 23 Octob. hebben Peter van Aepeltorn der rechten Doct. Raet. Co. Maj. onzer aller Wapensteen genad. Heeren des Furftendoms Gelre en Gr. Zutphen, Gerlich van Boerlo, Gerrit van der Ca- Engelenburg pellen in den Dam, en Arent van den Wal, in naame des Erentvesten, Fromen en voorfichtigen Henricks van der Capellen, rait Gerlich van der Capelle zijn Soone, aan die eenen kant, Jacob Schimmelpenninck, Johan van Voerst to Grimbergh, Berend van Beloa, en Evert van Lintelo, van wegen die erentrijeker en deugdfame Juffer Agnes van Twickelo, nagelaten Weduwe van Sander Schimmelpenninck, met Jufer Margarieta oere Dochter mijner Jacobs Schimmelpennick refpectivelicke Moeder en Suster, aan die andere zijde, een wettig huwelijk beraemt en gefloten Engelenburg tusfchen Gerlach van der Capellen en Juffer Margaretha Schimmelpennincks voorsf. enz. Uit zijn huwelijk zijn deze kinderen verwekt: 68-1. Hendrik Van Der Capellen, Heer tot Rijsfel en Esfelt. In 1621, beleend met Rijsfel, bij opdragt zijns Vaders. •817, 1025, 1064, 1071, 1089. In 1620, Burgemeefter te Zutphen, namens Rijsfel befchreven in de Ridderfchap des Graaf- fchaps Zutphen. In 1630 is de Ritterzits Esfelt in Cleefland, door zijnen Neve Hugo van der Capellen tot Oos- terhuizen en Broekhuizen aan hem afgedaan, waarvan hij ook in 1631 in de Ridderfchap des Hertogdom Cleve is befchreven geworden. In de archiven van Cleve wordt aldus gevonden. Den 8 Maart 1641. is Heer Hendrik van der Capellen met de Riddermatige Wapens van Capellen. Schimmelpenninck van der Oije. Slindewater. Twikkelo. Luykenfen. Van de Luir. Schimmelpenn. van der Oije Langen. na inhout van het volgende attest bij de Ridderfchap aangenomen. Das oberesthender agt Quar- tieren, foo wol ahn Mutter als Vatter Seithen, guete Rittermasfige, wol nach ander gezetze waf- fen, und niet van Bastardien feyn, fondern dem Wol Edel gebornen und geftrengen Hendrichen von der Capellen zu Rysfel und Esfelt, Deputirten zur Vergaderungh der Hohen Moghenden Herren Staten Generaal der Verenigten Nederlanden, rechtmasfig competiren, folches wiren dis benente bij unferen Adelichen Ehren und trenen ahn eydes Statattediren und bezeugen. Urkundt unferer unterfchrift, und angebornen Pitfchaften. Gegeben Embrich de 8. Martii 1641. (gete- kend) Jan van Boeyenburg gent. Honstein H.W. von und zur Hoven. Hij was, in 1648, Gedeputeerde namens Hunne Hoog Mog. om van wegens dezen Staat te ftaan over den Doop van een kind van den Keurvorst van Brandenburg, bij welke gelegenheid zijne Ritterzits Esfelt, door gemelden Keurvorst, als Hertoge van Cleve, tot eene Heerlijkheid gemaakt is. Hij is meermaalen Gekommitteerd geweest ter Vergadering van de Heeren Staaten Generaal, Raad van Staaten enz. en dikwils in gewigtige zaaken en onderhandelingen gebruikt geworden. In 1657 werd hij naar Munfter gezonden, om eene bemiddeling te bewerken, over gerezene verfchillen, tusfchen den Bisfchop en de Stad Munfter enz. [Zie Aitzema, Zaaken van Staat en Oorlog, VI. Deel, bl. 585, en V. in Quarto, IV Deel, bl. 78. fol.]. Hij is ongetrouwd geftorven, in den jaare 1659, en te Zutphen begraven. •59/80. 70. Alexander Van Der Capellen, die aanftonds zal voorkomen. 68-3. Judith Van Der Capellen, in 1606 getrouwd met Lucas Van Esfen, Heer tot Vanenburg, Helbergen, Zoon van Hendrik van Esfen en Evermoet Foeth, •48. Hij fterft 1632. Zij 1648. Bl.Bl. 37 37 68-4. Alexandrina Van Der Capellen. •56,58,1087. 68-5. Henrica Van Der Capellen. •57/58. 68-6. Agnes Van Der Capellen. •52/55, 1019, 1026. alle drie ongetrouwd geftorven. In 1630, 20 Sept. is tusfchen Margaretha Schimmelpenninck van der Oije, Weduwe Zaligen Gerlachs van der Capellen Cancelaar, en haar bovengemelde kinderen een magefcheid gefloten. Wij Joncker Henrick van Esfern, Raetsheer defz Furftendoms Gelre ende Graaffchaps Zutphen, Voorbeeld van een en de Richter tot Arnhem ende in Veluwen Soem. Jo. Diderick van Rhenen, Burgemeefter Magescheid der Stad Zutphen, Jo. Herman Schimmelpenninck van der Oije, Burgemeefter en Ontfanger Generaal, refpective der Stad ende Graaffchap Zutphen, ende Jo. Caerl Bentinck mede Raets- heer des Furftend. Gelre ende Graaffchap Zutphen, als naefte Bloetz. verwanten, en gekoerene Scheitz Vrienden, bekennen mitz defen opene brieve, dat wij een vriendelijk maechegefcheit en deugdelycke afdeylinge gemaakt hebben tusfchen die Wel Edele Joffer Margareta Schimmel- penninck van der Oije, Weduwe van den Zaligen Heer Gerlach van der Capellen, in zijn leven Cancelaar des Furftendoms en Graefffchaps. (voer hoe veele haer Wel Ed. tucht aangaat, die met deze fcheidinge wordt verftaan onvermindert te zijn) en Haer Wel Ed. Soenen en Dochteren, Jo. Henrick van der Capellen tot Esfelt en Rijsfel, Raedt van State der Vereenigde Nederlanden. Jo. Alexander van der Capellen ter Budelhoff, Rekenmeifter der Vereenigde Nederlanden voorsf. voor haer zelven, en als Mombaren van haare ontgehylickte Susteren. Jo. Lucas van Esfen, als Man en Momber zyner Huisfr. Jufer Judith van der Capellen, vooraf, Juffer Alexandrina, Juf- fer Henrica, ende Juffer Agnes van der Capellen, aan de eene fyde. Ende die oock Wel Ed. Jo. Jacob Schimmelpenninck van der Oije ten Engelenburg, Commisfaris van Monfteringhe, en Land-Lemm. Generael der Graeffchap Zutphen, aan de andere zijde, en dat over het verfterff van haer beider zijds Zal. Beste Vader en Beste Moeder Joh. Hendrik van der Capellen, in zijn leven Burgemeefter tot Zutphen, en Joffer Judith Slindewater echte Luiden, als mede over het verfterft van den Zal. Heere Cancelaer van der Capellen, desfelfs Susteren Juffer Margrieta in haer leven gehijlicht aan Zal. Jo. Jacob Schimmelpenninck van der Oije, voorsf. Joffer Geertruid ende Joffer Arnolda van der Capellen, beiden fonder lijfserven geftorven. enz. Eerftelijk die goederen van den Zaligen Heere Cancelaer van der Capellen, nu deszelfs kinderen, ende Jo. Jacob Schimmelpenninck voorsf. elk voor een vierdepart, zijnde tot die twee andere vierdeparten beregtigt, die van Buerlo en Amerongen, cum fuis haere neven enz. Stamboom tak Toe Rijssel Zie Blad 25 Hendrik 65 verm. 1440 x1 Anna Spaen x2 Geertruid Kerpen † na 1459 † **

Gerlach 66 Johan 65-2 Bertha 65-3 verm. 1503 x Chrisina Non Luykensen x niet x niet † 1532 † ** † ** † **

Johan 66-1 Hendrik 67 Geertruid 66-3 Gerlach 66-4 verm. 1533 x1 Judith x niet Slindewater † 1559 x Thomas Boerlo x niet † ** x2 1563 Anna † 1544 † 1566 † ** v. Karvenheim † 1582 † ** uit 1e x Gerlach 68 Arnt 67-2 Margaretha 67-3 Geertruid 67-4 Arnolda 67-5 Bertha 67-6 o 1543 x Margaretha Schim- x 1610 Oswolt Non melpenninck v.d. Oije x niet v. Keppel in de Voorst x niet x niet x niet † 1625 † 1633 † 1582 † ** † ** † 1603 † ** † **

Hendrik 68-1 Alexander 70 Judith 68-3 Alexandrina 68-4 Hendrica 68-5 Agnes 68-6 verm. 1620 Zie Boedelhof Blad 40 x Jacob Schimmel- x niet penninck v.d. Oye x niet x niet x niet † 1659 † ** † 1648 † 1632 † ** † ** † ** Bl.Bl. 38 38 CAPELLEN TOT BOEDELHOFF

70. Alexander Van Der Capellen, Heer Van Aertsbergen, Boedelhof, Mervelt, enz. tweede Zoon van Gerlach Van Der Capellen en van Margarathe Schimmelpenninnk Van Der Oije, beleend met Boedelhof, bij opdragt zijns Vaders, en bij koop bezitter van de Havezaathe Mervelt, bij Grol gelegen. Deze Alexander was een kundig en geleerd man. De gronden zijner Letteroefeningen en Kundig- heden heeft hij gelegd op de Hooge Schoole te Leijden, wordende, van zijnen ijver en bekwaam- heid, een opmerkelijk getuigenis gevonden, in de Lijkrede, door Gerhardus Johannes Vossius, over het affterven van Thomas Erpenius, gehouden. Men leest aldaar, pag. 17, het volgende: Inter difcipulos ejus, quos et multos habuit, et prætantes, eft nobilisfimus Alexander a Capelle, inclyti Viri Geralachi Capelle, Cancellarii Geldriae, proles dignisfima, cujus fingulare ingenium, et incredebilem industriam, eftimare ex eo licet, quod, qui hiftoriæ, civili prudentiæ, et juris Studio fedulo fe dedisfet, ea minime remittens, fane non intermittens, horis fubfecivis, idque quatuor circiter menfibus tantam Arabicarum literarum notitiam comparavit, ut non modo citra vocalium, quas vocant, opem, cuncta lectitaret, fed quæcunque communi gentis ejus lingua prodita esfent, optime intelli geret, belleque interpretaretur. Vervolgens vreemde Landen bezoekende, heeft hij zig in Frankrijk langen tijd opgehouden. In 1624, werd hij befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, en was, namens dezel- ven Gecommitteerde ter Generaliteits Rekenkamer, Raad van Staaten, Staaten Generaal, Richter der Stad en des Ampts van Doesburg, enz. Hij is bij aanhoudendheid in ‘s Lands dienst gebruikt geworden, hebbende onderfcheidene aan- Alexander zienelijke en gewigtige bezendingen bekleed. Zijne ervarendheid, Staatkunde en Vaderlandsliefde blijken overvloedig uit zijne Gedenkfchriften, in 1778 mee eene Voorrede, uitgegeven door jonker Robert Jasper Van Der Capellen Tot Den Marsch. Zie het Art. Aartsbergen. In 1626 is hij in den echten verbonden met Emelia Van ZuijIen Van Nijevelt, Dochter van Jonkheer Fredr. van Zuijlen van Nijeyelt, Heere van Aartsbergen, Berkoude, den Engh Lid der Heeren Edelen des Lands van Utrecht, en van Anna Uteneng. Van de Echtverbintenisfe is dit Getuigfchrift voor handen: Wij Jonkheeren Henrick van der Capellen tot Rijsfel, Gedeputeerde des Graaffchap ende Borge- meijfter der Stad Zutphen, Luijcas van Esfen Raet in Indien, Jacob Schimmelpenninck van der Oeij ten Engelenburg Commisfaris der Monfteringe, ende Lant-Rentmeijfter der Graaf- fchap Zutphen, en Willem van Steenbergen tot Duijftervoorde, als bloedverwanten en verfochte Emilia v. Zuylen-N. houwlix frunden uth den naeme van Vrouwe Margaretha Schimmelpenninck van der Oeij, Weduwe van den Wel Ed. Godzaligen Heere Gerlich van der Capellen, in zijn leven Cancelaer des Furftendoms Gelre en Graeffchap Zutphen, van Wegens haar Zoon Jo. Alexander van der Capellen ter Boeldelhof Bruidegom, Ende wij Jonckeren Arent van Zuijlen van Nijevelt, Heere tot Gereftein, Johan Oem van Wijngaerden, en Johan van Domfelaer, van wegens Joffer Emilia van Zuijlen van Nijevelt Bruijd, geasfisteert met Joncker Fredrik van Zuijlen van Nijevelt, Heer tot ‘s Heer Aertsbergen, Uteneng, Maerfchalk van het Nederkwartier ‘s Lands van Utrecht haeren Boedelhoff Vader, en bekenden een wettig Huwelijk te hebben gefloten tusfchen voorn. Jo Alexander van der Capellen en Joffer Emelia, van Zuijlen van Nijevelt enz. Op den Huize Abcoude den 23 Junij 1626. Door dit Huwelijk verkreeg hij de Heerlijkheid en het Slot van ‘s Heer Aartsbergen, bij Berg Ambagt gelegen. Hij is gestorven, den 8 Julij 1656, te Dordrecht, op zijne reijze naar Aartsbergen en is te Berg Ambagt begraven, in de Kapelle, behoorende bij het flot van Aartsbergen. Zijne Vrouw overleed in 1676 en is bij hem ter aarde befteld. •81/142, 799, 800,807,1012/14, 1051, 1113. Hun beider kwartieren waren deze: Capellen. Schimmelpenninck van der Oije. Zuijlen van Nijevelt. Uteneng. Slindewater. Twikkelo. Booth. Seraets. Luijkenfen. Van de Luijr. Foeyt Renesfe v. Baer. Schimmelp. v.d. Oije. Langen. Leuwen. Halmale. Alexander Van Der Capellen en Emelia Van Zuijlen Van Nijevelt, hebben deze kinderen verwekt: 71. Gerlach Van Der Capellen, geb. 3 Junij 1627, die volgt. Zie Capellen Tot Schalkwijk. 100. Fredrik Van Der Capellen, geb. den 6 Novemb. 1629 waarvan, na de nakomelingen van Bl.Bl. 39 39 zijnen oudften Broeder, zal gehandeld worden. 70-3. Alexander, geb. 4 Feb. 1631 en 1635 geftorven aan de Pest, begraven in de Kapelle van Berg Ambagt. 70-4. Anna, geb. 5 April 1632, kort daar aan geftorven, begraven in de Groote Kerk van ‘s Hage. 70-5. Hendrik Van Der Capellen, geb. 13 Januarij 1634, in 1659 beleend met Rijsfel, bij dispo- fitie van zijn Oom Hendrik Van Der Capellen tot Rijsfel en Esfelt, te vooren vermeld. •1051. Hij was Colonel van een Regiment Voetknegten, ten dienfte Zijner Kon. Maj. van Denemarken, viel, in een duèl te Kopenhagen, in den ouderdom van 28 jaaren. Hij is ongetrouwd geftorven, waarom de Havezathe Rijsfel, na zijnen dood, op zijne Zuster kwam. •144/46, 859/60. 70-6. Anna Sophia Frisia Van Der Capellen, geb. 27 Oct. 1638 in ‘s Hage gedoopt, ftaande over Hendrik den doop drie Heeren Gedeputeerden van Friesland, van wegen dezelve Provincie, en Jonkvrou- we Margriet Van Essen tot Vanenburg, wegens der jonggeboorene Oom jo. Willem Van Lier, Ambasfadeur in Frankrijk. Zij trouwde in 16.... met jo. Philip Otto Van Coeverden, Zoon van Borchard van Coeverden tot Stoevelaar, en van Anna Catharina van Ripperda tot Weldam, Colo- nel van het Overijsfelfche Regiment Infanterij, is te Bergen in Henegouwen geftorven, 1690, en te Gorsfel begraven. Anna Sophia Frisia bragt, door den dood haares Broeder Hendrik, de Havezaathe Rijsfel aan haaren Gemaal, die dus in het geflacht van Coeverden kwam. Zij hebben verwekt twee Zoo- nen en eene Dochter, Alexander Hendrik, Borchard Goossen, en Heijdentrijk Van Coeverden, namens Rijsfel, in de Ridderfchap van Zutphen befchreven. Anna Sophia Frisia Beiden ongetrouwd geftorven zijnde, is Rijsfel gevallen op haare Zuster Anna Cornelia Isabella Van Coeverden, die getrouwd is geweest met Godaart Philip Van Der Lijnden d’Aspremont, Zoon van Jasper van Lijnden d’Aspremont, en van Ifabella Bellafis, Generaal Major van de Cavallerie ten dienfte dezer Landen, wiens Dochter Anna Margaretha Elifabeth van Lijnden d’Aspremont, na overlijden, van haaren Broeder Jasper Carel van Lijnden d’Aspremont, die bij zijne Gemalinne Charlotta Gravinne van Limburg, Bronckhorst, Stijrum, geene kinderen ver- wekte, in 1731, Rijsfel aan haaren Gemaal Frederik Robert Evert Van Der Capellen tot Boedel- hof, en dus weder in dit geflacht, heeft gebracht. •863, 917, 924/29, 1057, 1091/95. 70-7. Margaretha Van Der Capellen, geb. 7 Octob. 1641. In 1674 trouwde zij eerst met Nico- laes Van Liere. Heer van Berkoude, Oosterwijk, enz. befchreven in de Ridderfchap van Holland, Philip O. Coeverden enz. Naderhand met Eustatius Van Bronckhorst, Heer van Asfenburg, Pollenberingk, Lid der Nijmeegfche Ridderfchap, Amtpman van Beest en Renoij. Uit beide deze huwelijken zijn geene kinderen verwekt. Zij verkreeg Aartsbergen, bij koop van haaren oudften Broeder, en Berkoude van haaren eerften Gemaal, ‘t Een en ander heeft zij aan de kinderen van haaren Broeder Fredrik nagelaten. Zij fterft a°. 1716, en is te Berg Ambagt begraven. •96672, 988/89, 992/93, 1090, 1110. 70-8. Godschalk Van Der Capellen, geb. 26 Aug. 1646, jong geftorven. Tusfchen gemelde kinderen is het volgende Magefcheit gemaakt. 1681 den 17 September op het Slot van Asfumburg, hebben Gerlach Baron van der Capellen, Heer van ‘s Heer Aartsber- gen, Schalkwijk en Sinderen, Compareerende wegens de Heeren Edelen en Ridderfchappen ter vergadering der Ed. Mog. Heeren Staaten ‘s Lands van Utrecht, Sur-intendent derzelver adelijke Conventen, Raed extraord. in den Hove Provintiaal, Watergraaf van de Rivier de Eeme, Hooge Heemraad van den Lekkendijk bovendams, etc. Fredrik Baron van der Capellen, Heer van Boedelhoff, Esfelt en Hagen, ordinaris Gedeputeerde van wegen de Heeren Staaten des Furf- Assumburg tend. Gelre en Graaffchap Zutphen etc. Philips Otto Baron van Coeverden, Heer van Rijsfel, en in Claes Wael, Colonel van bet out Overijsfelsch Regiment Infantereij, als Man en Voocht van Vrouwe Anna Sophia Baronnesfe van der Capellen, Vrouwe van Rijsfel en in Claes Wael etc. Euftatius Baron van Bronckhorst, Heere van Asfumburg, Pollenbering, Heemskerk, Hoogdorp, Noordorp, Berkoude, en den Agterbroeck, Amptman van Beest en Renoij, Deecken en Kano- nijck van het Capittel tot Oorfchot, etc. als Man en Voocht van Vrouwe Margaretha Baronneffe van der Capellen, Vrouwe van Berkoude en den Agterbroek, en in Claes Wael etc. Te zamen Erfgenamen zoo van onze wel lieve Ouders als van onfen Oom ende Moeijen van der Capellen ende Van Lennep refpective goeder geds. geëxamineert hebbende derzelver famentlijcke Testamentaire dispofitien, mitsgaders de refpective inventarisfen en befchrijvingen van alle die goederen en effecten, enz. Genegen zijnde tot fecuriteit voor ons en onze posteriteit opterichten en te maken eene abfolute en finale fcheiding, fchifting, en deijlihge van die zelve goederen, en manieren hier na volgende, enz. enz. In teken der Waarheid hebben wij dezen met eigene han- den ondergetekent, ende aengeborene Adelijke Pitfchaften bekragtigt op den Huife en Slot van Asfumburg, op den 17 Septemb. 1681. (was getekend) Cerlach van der Capellen. Fredr. van der Capellen. Philips Otto van Coeverden. E. van Bronkhorst. Bl.Bl. 40 40 Zie Blad 37 Stamboom tak Tot Boedelhoff I Alexander 70

x 1626 Emilia v. Zuijlen v. Nijevelt † 1656 † 1676

Gerlach 71 Frederik 100 Alexander 70-3 Anna 70-4 Anna Sophia Frisia Godschalk 70-8 Zie Schalkwijk Zie Boedelhoff o 1631 o 1632 o 1638 70-6 o 1646 Blad 42 Blad 46 x Johan Philip Otto x niet x niet v. Coeverden x niet † 1635 † 1632 † ** † 1690 † jong

Hendrik 70-5 Margaretha 70-7 o 1634 o 1641 Alexander met x1 1674 Nicolaes x niet v. Liere † ** Emilia en † 1662 x2 1680 Eustatius Frederik v. Bronckhorst † 1716 † **

CAPELLEN TOT SCHALKWIJK

71. Gerlach Van Der Capellen, oudfte Zoon van Alexander en Emilia Van Zuijlen Van Nijevelt, Heer van Aartsbergen, Schalkwijk en Mervelt, befchreven in de Ridderfchap de Graaffchaps Zut- phen, namens de Havezathe Mervelt. Bij zijne admisfie in dezelve heeft hij de volgende deductie doen infereren in de Recesfe des Quartiers van Zutphen. •143, 801, 861/62, 1076, 1112. Extract uit het Reces des Graaffchaps Zutphen, van ‘t gedaene in ‘t Zutphenfche Quartier op den Landdach binnen Arnhem, gehouden in Maij, Junio et Julio 1649. Jovis den 21 Junij. Schalkwijk Is gelefen eene deduftie bij Gerlach van der Capellen tot Mervelt, berichtswijze ingelevert, rakende fyne afkomfte ende aangebooren recht tot die verfchrievenig onder die Ridderfchap des Furftendoms Gelre en Graeffchaps Zutphen, bij hem gederiviert uitten Ouden Adelijken Geflachte Van Der Capellen, (geleeft hebbende omtrent die jahren onfes Heeren Jesu Chrifti 1300) Defcendenten ende Verwanten naegelaten heeft, die zig verfpreidt hebben in den Lande van Cleve, Marck, Munfter, Collen, en in den Furftendom Gelre ende Graaffchap Zutphen, die in de Vergaderingen van die Riddermaetigen aldaer geadmitteert en verfchreven zijn geweest, vertoonende daar bij, dat Hertog Willem van Gelre, Johan van der Capellen, noemt fynen Lie- ven Knape, en in gelijkheit ftelt van andere Ridderenen Knechten, bij brieven onder het Seegel uitgegeven in den jaaren 1391 en 1399, en dat Gerlich Zoene van Johan van der Capellen in fyn leven was geweest Drost ende Richter van Veluwen, en daer nae Pandholder in den jaare 1426, en onder andere Kinderen naergelaten hadde, Johan ende Hendrick, fuccesfeuren, zo van ‘t Huis Gerlach den Damme, door die linie van Johan tot op Gerrit Johan van der Capellen, in zijn leven Lit- maat dezer Ridderfchap als van de Pandfchap an het Drostampt, ‘t Huis tot Empe, ende andere goederen, gementioneert in Magefchijt van den jaare 1440 door de Linie van Henrick geweest Overgrootvader van Gerlach van der Capellen toe Rijsfel, in zijn leven Cantzelaer, tot op hem vertoenden, alle echtende rechtgebooren, fonder dat iemant van defelve syn angeboeren recht ooit verlooren, ofte verwerckt, hebben en is hyr by verfocht, dat eenige ftukken ende extracten in de voornoemde deductie aangeroert, in des Quart. Recesfe mogen worden geregistreert pro vero extractu (was getekend) H. A.Toe Water, Secretaris. Deze Gerlach was ook Richter des Ampts en Stad van Doesburg. De Ridderfchap des Graaffchaps met den aankleven van dien, verlatende, is hij, als Heer van Schalkwijk, befchreven geworden in het Lid der Heeren Edelen en Ridderfchappe ‘s Lands van Utrecht, den 23 Julij 1667, en heeft aldaar, uit dien hoofde, verfcheidene Ampten en Commis- cien bekleed. In 1655, in September, trouwde hij met Margaretha Johanna Van Lijnden, Dochter van Jaspar van Lijnden Heer van Mijnden, Loosdrecht en van Theodora van de Vecht, Vrouwe van Hoefla- ken, Gereftein, enz. Hij ftierf den 31 December 1685; Zij in 1695 en werden te Schalkwijk begraven. Zijne kwartieren zijn deze: Capellen. Zuijlen van Nijevelt. Schimmelpenninck v.d. Qije. Uten Eng. Slindewater. Booth. Twikkele. Seraets. Luijkenfen. Foeijt. Van de Luir. Renesfe van Baer. Bl.Bl. 41 41 Schimmelpenninck v.d. Oije. Leuwen. Lange. Halmale. Uit voorsf. Huwelijk zijn deze Kinderen verwekt: 72. Steven Frederik Van Der Capellen, geb. 24 Januarij 1663, die aanftonds volgt. 71-2. Theodora Van Der Capellen. 71-3. Amelia Van Der Capellen. 71-4. Antonia Van Der Capellen alle drie ongetrouwd gertorven.

72. Steven Fredrik Van Der Capellen, Zoon van Gerlach en Margaretha Johanna Van Lijnden, was Heer van Schalkwijk en Mijdrecht. Als Heer van Schalkwijk, werd hij befchreven in de Ridderfchap ‘s Lands van Utrecht, den 11 Maart 1691, en heeft, namens dezelve, verfcheidene bedieningen en Commisfien bekleed. Hij trouwde, den 24 Maij 1696, Digna Elisabeth Booth, Dochter van Cornelis Booth, Heer van Mijdrecht, Raadsheer in den Ed. Hove ‘s Lands van Utrecht. Hij ftierf 1707, 25 Maij, en is te Schalkwijk begraven. Zijne 16 Kwartieren waren deze: Capellen. Lijnden. Zuijlen van Nijevelt. Van de Vecht. Schimmelpenninck v.d. Oije. Amstel. Uten Engh. Zuijlen van Nijevelt. Slindewater. Besten. Booth. Waal van Vianen. Twickelo. Yzendoorn. Seraats. Weerdenburg.

Uit zijn Huwelijk zijn voortgekomen deze kinderen: Omkaderd 73. Gerlach Fredrik Van Der Capellen, geb. 26 Feb. 1697, die volgt. Papecoop en 72-2. Alexander Hendrik Van Der Capellen, geb. 26 Junij 1700, Heer van Schalkwijk, Houten Vlooswijk en het Gooij, als Heer van Schalkwijk befchreven in de Ridderfchap van Utrecht, heeft, uit dien hoofde, verfcheidene posten bekleed, en is ongetrouwd geftorven 1740. 72-3. Evert Cornelis Van Der Capellen, geb. 29 Maart 1709, na overlijden zijns Broeders, Heer van Schalkwijk, Houten en ‘t Gooij. Hij was eerst Lt. Colonel van een Regiment Infanterie, naderhand, als Heer van Schalkwijk, befchreven in de Ridderfchap ‘s Lands van Utrecht, heb- bende, namens dezelve, verfcheidene commisfien bekleed. Hij ftierf ongetrouwd, 1759, en is te Schalkwijk begraven.

73. Gerlach Fredrik Van Der Capellen, Heer van Mijdrecht, oudfte Zoon van Steven Fredrik Van Der Capellen en Digna Elisabeth Booth. Namens den Edelen Geëligeerden Raad in het eerfte Lid van Staat ‘s Lands van Utrecht, bekleed- de hij verfcheidene Charges. Hij trouwde, eerst met Eleonora Constantia Van Vlooswijk tot Papecoop en Diemerbroek uit welk huwelijk gebooren werd een Zoon, met name: 73-1. Steven Fredrik Van Der Capellen, Heer van Papecoop en Diemerbroek, die, in 1759, ongetrouwd is geftorven. Gerlach trouwde, voor de tweede maal, met Catharina De Leuw, waar bij deze kinderen zijn geprocreërt: 73-2. Daniël Cornelis Van Der Capellen, Heer van Mijdrecht en Schalkwijk, Maarfchalk van Eemland, 1758, ongetrouwd. 73-3. Gerlach Theodorus Van Der Capellen, die volgt. 73-4. Antony Louis Van Der Capellen, na den dood zijns oudften Broeders, Heer van Papecoop en Diemerbroek. Hij trouwde, 1760, Elisabeth Jacoba Van Ittersum, Dochter van Willem van Itterfum tot Oosterhoff en van Margaretha Ifabella van der Capellen tot Appeltern. Hij ftierf 1767, zonder kinderen, en is te Arnhem begraven. 73-5. Emerentia Cornelia Van Der Capellen, trouwde, 1761, met Godard Philip Cornelis Theo- dorus Van Der Capellen tot Dorth, die vervolgens zal voorkomen.

73-3. Gerlach Theodorus Van Der Capellen, tweede Zoon van Gerlach Fredrik en Catharina De Leuw. Heer van Schonauwen, Houten en ‘t Gooij. Befchreven in de Ridderfchap ‘s Lands van Bl.Bl. 42 42 Utrecht. Gedeputeerde ter Admiraliteit te Amfterdam. Hij trouwde, in 1764, met Fredrica Johanna Ivoy. Uit welk huwelijk geene kinderen zijn verwekt.

Stamboom tak Tot Schalkwijk Zie Blad 40 Gerlach 71 Frederica J. Ivoy o 1627 x 1655 Margaretha Johanna v. Lijnden † 1685 † 1695

Steven Frederik 72 Theodora 71-2 Amelia 71-3 Antonia 71-4 o 1663 x 1696 Digna Elisab. Booth x niet x niet x niet † 1707 † ** † na 1740 † jong † jong Gerlach Frederik 73 Alexander Hendrik Evert Cornelis 72-3 Gerlach Theodorus o 1697 o 1700 72-2 o 1709 x1 Eleonora Constantia v. Vlooswijk tot x niet x niet Papecoop † ** † 1740 † 1759 x2 Catharina de Leeuw † ** † **

Steven Frederik 73-1 Daniel Cornelis 73-2 Gerlach Theodorus Anthony Louis Emerentia Cornelia uit 1e x uit 2e x uit 2e x 73-3 uit 2e x 73-4 uit 2e x 73-5 x 1764 Frederica x 1760 Elisabeth x 1761 Godart Filip x niet x niet Johanna Ivoy Jacoba v. Ittersum Cornelis v.d. Capellen † 1759 † 1758 † ** † ** † 1767 tot Dorth † ** Zie Blad 46 Geen nakomelingen Geen nakomelingen

Volgen nu de Nakomelingen van Fredrik Van Der Capellen, tweeden Zoon Van Alexander Van Der Capellen, Heer van Aartsbergen, Boedelhof en Mervelt, en van Emelia Van Zuijlen Van Nijevelt. Het portret van CAPELLEN TOT BOEDELHOFF II Leenregister Boedelhof zie •1152. Judith Armgard v.d. Schueren hangt in 100. Frederik Van Der Capellen, tweede Zoon van Alexander Van Der Capellen, Heer van kasteel Zypendaal te Aartsbergen, Boedelhof en Mervelt, en van Emelia Van Zuijlen Van Nijevelt. Hij was Heer van Arnhem. den Boedelhof, Esfelt en Hagen, en werd, 1662, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, als Heer van den Boedelhoff Prefident der Gedeputeerde Staaten van gemelde Graaffchap. Hij trouwde, in 1660, 20 Junij, Judith Armgardt Van Der Scheuren, Dochter van Hans Chriftofel van en tot Scheuren, en van Elfabé Margaretha van Baer tot Slangenburg. Door welk Huwelijk hij, na den dood van zijner Vrouwe Broeder, Fredrik van der Scheuren tot Hagen, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, de Havefaat de Hagen verkreeg. Hij ftierf den 26 Sept. 1706, oud 77 jaaren, en zijne Huisvrouw den 11 Febr. 1716, beiden zijn begraven te Gorfel. •147/165, 735, 801, 1006/07, 1018, 1058. Frederik Zijne Kwartieren zijn deze: Capellen. Zuijlen van Nijevelt. Schimmelpenninck v. d. Oije. Uten Eng. Slindewater. Booth. Twikkelo. Seraets. Luijkenfen. Foeijt. Van de Luijr. Renesfe van Baer. Schimmelpenninck v. d. Oije. Leuwen. Langen. Halmale. Uit voorgemelde Huwelijk zijn verfcheidene kinderen verwekt: 100-1. Emilia Van Der Capellen, geb. 23 April 1661. •189, 190, 193. 100-2. Elsabé Margaretha, geb. 28 Aug, 1662. •191/92. 100-3. Hendrietta Agnes Van Der Capellen, geb. 7 Sepr. 1663, •191, 193. alle drie in hoogen Van der Scheuren ouderdom ongetrouwd gestorven. Bl.Bl. 43 43 100-4. Alexander, geb. 24 Sept. 1664, den 15 Febr. 1665 geftorven. 101. Alexander Van Der Capellen, geb. 15 Januarij 1668, die volgt. •191/92, 1052/54. 100-6. Catharina Agnes Van Der Capellen, geb. 31 Maij 1669, ongetrouwd geftorven. 115. Hans Christtoffel Van Der Capellen, geb. 1670, 15 Julij, waarvan, agter de nakomelingen van zijnen oudften Broeder, zal gehandeld worden. 100-8. Agatha Van Der Capellen, geb. 16 Augustus 1671, trouwde, eerst Herman Schimmel- penninck Van Der Oije tot de Clouzen en Langen, befchreven in de, Ridderfchap van Zutphen, Scholtus van Lochum, enz. en ten tweede met Luther Hendrik Walraven Van Keppel, Colonel van een Regiment Cavallerij, in dienst van dezen Staat. Zij ftierf 1731, en is te Zutphen begra- ven. Uit beide deze Huwelijken zijn geene kinderen voortgekomen. •198, 783/88. Fredrik Benjamin 100-9. Gerlach Van Der Capellen, geb. 28 Aug. 1672 jong geftorven. •786. •191/92, 1027. 100-10. Fredrica Wilhelmina Van Der Capellen, geb. 21 Febr. 1674, ongetrouwd geftorven. 100-11. Fredrik Benjamin Van Der Capellen, geb. 11 Nov. 1677, Kapitein ter Zee, en van eene Compagnie Infanterie, Ridder der Duitfche Orde te Utrecht. Hij ftierf ongetrouwd 1727, en is te Gorsfel begraven. •193, 199, 200, 1027, 1078. •191/92, 195/98, 789. 100-12. Anna Theodora Van Der Capellen, geb. 1680, en ongetrouwd geftorven, 1745.

101. Alexander Van Der Capellen oudfte Zoon van Frederik Van Der Capellen en Judith Arm- gardt Van Der Scheuren, Heer van Boedelhof, Aartsbergen, Hagen en Esfelt, verkreeg Aartsber- gen, door donatie van zijn Moeij de Vrouwe van Berkoude. •802, 808, 999. 1691, als Heer van Hagen, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, na zijns Vaders dood, als Heer van den Boedelhoff. Richter der Stad en Ampts Doesburg, Burgemeefter Fredrik Benjamin aldaar. President der Gedeputeerde Staaten des Graaffchaps Zutphen. In 1711 Gedeputeerde te Duitse Orde Utrecht Velde. In 1720 Scholtus binnen en buiten Zutphen. Gecommitteerde in de Staaten Generaal, Raad van Staaten, Admiraliteit van Amfterdam, enz. Curator der Provintiale Academie te Harderwijk. Hij trouwde, eerst met Sophia Margaretha Catharina Van Wijlich, Dochter van Johan Albrecht van Wijlich, Heer tot Boetzelaer, Kervenheim, Leuwen, Ruwill, en van Anna Catharina van en tot den Boetzelaer, waar bij hij geene kinderen heeft verwekt, en ten tweeden, 1709, 3 Januarij, nam hij tot zijne Echtgenoote Johanna Maria Van Heeckeren, Dochter van Robert van Heecke- ren tot Enghuzen, en van Willemina Caecilia van Keppel tot Camperbeek. Hij ftierf, 1730, in den ouderdom van 63 jaaren, en is te Gorsfel begraven. •201/49, 1001. Zijne Kwartieren zijn deze: Capellen. Van der Scheuren. Alexander Zuijlen van Nijevelt. Baer. Schimmelpenninck v. d. Oije. Quadt van Lanskroon. Uten Eng. Ripperda. Slindewaeter. Gelder van Aersfen. Twikkelo. Van en tot Eltz. Booth. Ripperda. Seraets. Heijden van Utenbroek. De Kinderen, bij zijne laatfte Vrouw verwekt, zijn deze: 102. Fredrik Robert Evert Van Der Capellen, geb. 24 Febr. 1710, die volgt. 101-2. Maria Antonetta Walburg Van Der Capellem, geb. 1712. •250,252, 268. In 1733 20 Januarij, Chanoinesfe in het Adelijke Stift Bedber, te Cleef, naderhand getrouwd met Von Wylich Willem Henrick van Rouwenoort tot den Ulenpas en Hunderen, Zoon van Henrick van Rou- wenoort tot den Ulenpas en van Gijfberta Schimmelpenninck van der Oije tot Hunderen. Zij ftierf in den jaare 1757. Haare nakomelingen zijn nog in leven. •194. 101-3. Egbert Anthonij Gerrit Van Der Capellen, geb. 1723, was Vendrig In het Regiment Orange Gelderland. Benoemd als Kapitein van eene Compagnie in het Regiment van Rand- wijck, terwijl de Hollandfche Armee omftreeks van Dietz, in het Nasfauwfche, gecampeerd lag, kreeg hij de Kinderziekte, en ftierf aldaar, ongetrouwd, 1745, in het 22 jaar zijns ouderdoms. •194, 251/52. Heeckeren 102. Fredrik Robert Evert Van Der Capellen, oudfte Zoon van Alexander en Johanna Maria Van Heeckeren, Heer van den Boedelhof, Rijsfel, Dam, Berkenwoude en den Agterbroek. In 1732, als Heer van den Boedelhof, befchreven in de Ridderfchap van Zutphen. In 1742, Ordinaris Raad in den Hove van Gelderland. In 1750, Scholtus binnen en buiten Zutphen, Ordinaris Gedeputeerde des Graaffchaps en Gecomm. tot benificering van den Neder-Rhijn en IJsfel. Bl.Bl. 44 44 In 1744 heeft hij, bij koop, het oude Stamhuis den Dam wederom in dit geflacht gebragt. In 1731, 17 Julij, is hij in den Huwelijken ftaat getreden, met Anna Margaretha Elisabeth Van Lijnden d’Aspremont, Dochter van Godert Philip Van Lijnden d’Aspremont tot de Plak en Rijsfel, Generaal Major van de Cavalerie, en Ritmeefter van een Compagnie Gardes te Paard, ten dienfte dezer Landen, en van Anna Cornelia Ifabella van Coeverden tot Rijsfel. Deze God- art Philip van Lijnden d’Aspremont was een Zoon van Jasper van Lijnden d’Aspremont tot de Plak, Major en Ritmeefter van de Gardes du Corps van den Prinfe Van Oranje, die in 1669 is geftorven, en van Ifabella Bellafis. Anna Cornelia Ifabella van Coeverden, Dochter van Philips Otto van Coeverden, Kolonel van een Regiment Infanterij, en van Anna Sophia Frisia Van Der Capellen Tot Rijssel, hier vooren vermeld, zo dat Fredrik Robert Evert Van Der Capellen, met zijne Vrouw Anna Margaretha Elisabeth Van Lijnden, den Huize en Havezaathe Rijsfel wederom in dit geflacht heeft gebragt. Hij ftierf de 28 Julij 1755, aan de Kinderpokjes, oud 46 jaaren. Zijne Weduw is heden nog in leven. •254,/303, 827/28, 831, 895, 990/91, 1053, 1082. Zie hier hunne zestien Kwartieren: Capellen. Heeckeren. Lijnden. Coeverden. Scheuren. Keppel. Bellafis. Capellen. Zuijlen van Nijevelt. Torck. Bronckhorst. Ripperda. Baar. Keppel. Thienen. Zuijlen van Nijevelt. Schimmelp. v.d. Oije. Lijnden. d’Atfelaer. Itterfum. Uten Eng. Arnhem. Afewyn. Vos van Steenwijk. Quad van Lanscroon. Mulert. Zegers-Wassenhove Schimmelp. v.d. Oije. Ripperda. Cocq van Borfelen. Uten Eng. Delwijnen, Uit vooraf, huwelijk zijn deze kinderen verwekt: 103. Alexander Hendrik Van Der Capellen, geb. 24 Maij I732 die aanftonds volgt. 102-2. Godart Philip Cornelis Theodorus Van Der Capellen, geb. den 1 Julij 1733. In 1759 bij koop, Heer van Dorth, Berkoude en Agterbroek. In 1753 Burgemeefter te Zutphen, Gecommitteerde ter vergadering van Hun Hoog Mogende. In 1760 Commis. Generaal der Vereenigde Nederlanden. Namens Dorth, Admisfibel in de Rid- derfchap des Graaffchaps Zutphen. Gecomm. ter beneficeering van den Neder-Rhijn en IJsfel. Curator der Gelderfche Academie te Harderwijk. In 1760, trouwde hij met Emerentia Cornelia Van Der Capellen, Dochter van Fredrik Gerlach van der Capellen, Heer van Mijdrecht, en van Catharina de Leuw, hier voren vermeld. Hij ftierf den 1 Maij 1779, oud 46 jaaren, en is te Gorfel begraven, zonder, bij zijne Echtge- noote, die nog in leven is, Kinderen te hebben verwekt. •425/31, 893. 102-3. Luthera Anna Agatha Van Der Capellen, geb. in 1743, Kanonesfe in der Adelijke Stiften Bedber te Kleef, en ter Hunnep. Zij trouwde, in 1755, met Coenraed Willem Van Haersolte, Heer van Staveren en Zwaluenberg, befchreven in de Ridderfchap van Veluwen, Ridder en Com- Luthera A.A. misfaris der Duitfche Order, enz. zoon van Antonij Zwier van Haerfolte. Heer van Staveren, El- fen, Bredenhorst, Zwaluenburg, enz. en van Anna Conradina van Dedem, uit welk huwelijk elf nog in leven zijnde kinderen verwekt zijn. Zij ftierf 1770, en is te Elfpeet begraven. •335/36, 940. 102-4. Fredrik Benjamin Van Der Capellen, geb. den 7 Feb. 1739. Na de nakomelingen van zijnen ouder Broeder. 105. Robert Jasper Van Der Capellen, geb. 30 April 1743. Agter de nakomelingen van zijnen oudften Broeder. 110. Alexander Phillip Van Der Capellen, geb. 5 Febr. 1745. Van hem zal, na zijne ouder Broe- ders, gehandelt worden. 102-7. Anna Cornelia Isabella Van Der Capellen, jong geftorven. Coenraed v. Haersolte 102-8. Carolina Albertina Van Der Capellen, geb. Maij 1748. Kanonesfe in het Adelijk Stift Bedber, te Kleef, nog ongetrouwd. •333/34, 339, 1053.

103. Alexander Hendrik Van Der Capellen, oudfte Zoon van Fredrik Robert Evert en Anna Margaretha Elisabeth Van Lijnen, Heer van Boedelhof, Dam en Marhulzen. •803/04, 1029, 1081. In 1754, als Heer van den Dam, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen. In 1749, Burgemeefter te Doesburg, Gedeputeerde in de Geraliteits Rekenkamer en in den Raad van Staate. In 1756, Ordinaris Raad in den Hove van Gelderland. In 1780, Richter der Stad en des Ampts van Doesburg. Hij trouwde, in 1755, Reinira Adolphine Charlotte Van Nagel, Dochter van Jacob Hendrik van Nagel tot Ampfen en Marlhulzen, en van A.D.C.A. van Heiden Alexander Hendrik tot Ootmarsum. •337/412, 818, 1083. Bl.Bl. 45 45 Waar van deze Kinderen: 103-1. Anne Willem Carel Van Der Capellen, geb. 1756, fterft 1764 den 24 Febr. en is te Gors- fel begraven. 103-2. Fredrica Everdina Anna, geb. den 8 Meij 1759, trouwde, in Meij 1782, met Evert Jan Benjamin van Golftein, Heer tot Vanenburg en Appel, befchreven in de Ridderfchap van Velu- wen, enz. zoon van Philip Hendrik van Golftein tot Grunsvoort en Appel en van Margaretha Judith van Esfen tot Fartienburg. (Vanenburg) •419. 103-3. Henrietta Constance Willemina Van Der Capellen, geb. den 18 Sept. 1765. •420/23. 103-4. Fredrik Robert Godert Cornelis Van Der Capellen, geb. 22 Febr. 1766. •413/18, 829. 103-5. Charlotta Louise, geb. 7 Febr. 1768. •424. 104. Fredrik Johan Benjamin, geb. 6 Maij 1770. 103-7. Louisa Luthera Carolina, geb. 13 Febr. 1774. Frederika Everdina 102-4. Fredrik Benjamin Van Der Capellen, derde Zoon van Frederik Robert Evert en Ann Margaretha Elisabeth Van Lijnden, zo even vermeld. Heer van Rijsfelt, befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, 1761 Burgemeefter te Groenlo. Naderhand, 1779, Burgemeefter te Zutphen, ordinarii Gedeputeerde des Graaffchaps. In 1766, 6 April, trouwde hij met Isabella Johanna Bentinck, Douariere van Peter van Voorst tot Grimberg, Dochter van Hendrik Adolph Bentinck tot Beverfunde en Mechtelt Anna van Welvelde tot Diepenbroeek. •865/66, 870, 884/85, 911/12, 930/38.

105. Robert Jaspar Van Der Capellen, Vierde Zoon van Frederik Robert Evert en Anna Marga- retha Elisabeth Van Lijnden, Heer van de Marsch, Lathmer, enz. •439/574. Was eerst, 1767, Kapitein van eene Kompagnie Dragonders In het Regiment van Bijland. Frederik Benjamin In 1771 befchreven in de Ridderfchap des Graaffchaps Zutphen, als Heer van de Marsch. In 1780 verkoopt hij de Lathmer aan den Hertog van Coerland, en in dat zelve jaar verkrijgt hij, door koop, den Engelenburg. In 1769, trouwde hij met Sara Jacoba Van Den Velde, Dochter van Pieter van den Velde, Raad van Neerlandsch Indien, en Van Clafina Helena Coop van Groen, uit welk huwelijk deze kinde- ren zijn verwekt: 105-1. Fredrik Robert Evert Van Der Capellen, geb. 6 Maart 1771, en geftorven 2 Nov. 1775, te Zutphen in de Groote Kerk begraven. 105-2. Petronella Helena Clasina Van Der Capellen, geb. 17 Maij 1772. 170. Alexander Hendrik Godard Philip Van Der Capellen, geb. 23 Oct. 1773. Sara J. v.d. Velde 105-4. Cornelia Gerardina Van Der Capellen, geb. 27 Maart 1775. 105-5. Frederika Robberdine Everdine Van Der Capellen, geb. 30 Julij 1776. 105-6. Frederica Anna Luthera, geb. 12 Dec. 1777, geft. Oct. 1778. 105-7. Fredrik Robert Evert Gerlach Van Der Capellen, geb. 3 Junij 1780. 120. Fredrik Benjamin Alexander Philip, geb. 17 Nov. 1781. 105-9. N.N.

110. Alexander Phillip Van Der Capellen, jongfte Zoon van Frederik Robert Evert Van Der Capellen, en van Anna Margaretha Elisabeth Van Lijnden, Heer van Berkoude en Agterbroek. Kolonel van de Cavallerie ten dienfte van den Staat, Eerfte Lieutenant van het Efquadron Guar- Robert Jasper des du Corps van Zijne D.H. den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, fterft, te Utrecht, 10 December NB 1787 1787 , in den ouderdom van bijna 43 jaaren. is het jongste jaartal Was, 16 Nov. 1773, getrouwd met Maria Taets Van Amerongen, Dochter van Gerard Godard genoemd in dit artikel. Taets van Amerongen, Heer van Oud Amelisweerd, en van Anna Sufanna Hasfelaar. komt in het boekje van de Waarvan deze Kinderen: anonimicus niet voor. 150. Willem Van Der Capellen, geb. 15 Dec. I774. • 453. 110-2. Anna Margaretha Susanna Luthera Van Der Capellen, geb. 27 Julij 1776. 165. Godart Alexander Gerrit Phillip Van Der Capellen, geb. 15 Dec 1778. 110-4. Frederica Marie Isabella Benjamina Van Der Capellen, geb. 8 Sept. 1780.

Frederika M.I.B. Bl.Bl. 46 46 Stamboom tak Tot Boedelhoff II Zie Blad 40 Frederik 100 o 1629 x 1660 Judith Armgard v.d. Scheuren † 1706 † 1716

Emilia 100-1 Elsabe Margaretha Henrietta Agnes Alexander 100-4 Alexander 101 o 1661 o 1662 100-2 o 1663 100-3 o 1664 o 1668 1691 Hr. v. Hagen x ** x ** x ** x niet x1 Sophia Margaretha † ** † ** † ** † 1665 Catharina v. Wylich x2 1709 Johanna Maria Catharina Agnes Agatha 100-8 Frederica Wilhelmina Anna Theodora v. Heeckeren o 1669 100-6 o 1671 o 1674 100-10 o 1680 100-12 † 1730 † ** x1 Herman Schimmel- x niet penninck v.d. Oije † ** x niet x niet † 1669 x2 Luther Hendrik † ** † 1745 Walraven v. Keppel † 1731 † **

Hans Christoffel 115 Gerlach 100-9 Frederik Benjamin Zie Blad 47 o 1672 o 1677 100-11 Ridder Duitse orde x niet x niet † jong † 1727

Frederik Robert Evert Maria Antonetta 101-2 Egbert Anthony Gerrit o 1710 102 Walburga o 1712 o 1713 101-3 x 1731 Anna M.E. x Willem Hendrik v. Lijnden ‘dAspremont v. Rouwenoort tot den x niet † 1755 † ** Ulenpas † 1745 † 1757 † **

Alexander Henderik Luthera Anna Agatha Robert Jasper 105 Alexander Philip 110 Anna Cornelia 102-7 Cornelia Albertina o 1732 103 o ** 102-3 Zie onder Zie onder Isabella o ** o 1748 102-8 x 1755 Reinera Adolpine x 1755 Coenraad Non Charlotte v. Nagel Willem v. Haersolte x niet x niet † ** † ** † 1770 † ** † jong † **

Godart P.C.T. 102-2 Frederik Benjamin o 1733 o 1739 102-4 x 1760 Emerentia C. x 1766 Isabella v.d. Capellen 73-5 Johanna Bentinck † 1779 Zie blad 42 † ** † ** Geen nakomelingen

Anne Willem Carel Frederika Everdine Henriette Constance Frederik Robert Godert Charlotte Louise Louisa Luthera o 1756 103-1 Anna o 1759 103-2 Wilhelmina o 1765 Cornelis o 1766 o 1768 103-5 Carolina o 1774 x 1782 Evert Jan B. 103-3 103-4 103-7 x niet v. Golstein x ** x** x ** x ** † 1764 † ** † ** † ** † ** † ** † ** Zie boven Robert Jasper 105 Frederik Johan o 1743 Benjamin o 1770 x 1769 Sara Jacoba 103-6 v.d. Velde x ** † 1814 † ** † **

Frederik Robert Evert Petronella Helena Alexander Hendrik Frederika Roberdinne Frederik Robert NN 105-9 o 1771 105-1 Clasina o 1772 105-2 Godart Philip 170 Everdine o 1776 Evert Gerlach 105-7 o 1773 105-5 o 1780 x niet x ** x ** x ** x ** x ** † 1775 † ** † ** † ** † ** † **

Cornelia Gerardina Frederika Anna Frederik Benjamin o 1775 105-4 Luthera o 1777 105-6 Alexander Philip o 1781 120 x ** x niet x ** † ** † 1778 † ** Zie boven Alexander Philip o 1745 110 x 1773 Maria Taets v. Amerongen † 1787 † **

Willem 150 Anna Margaretha Godert Alexander Frederika Marie o 1774 Susanna Luthera Gerrit Philip 165 Isabella Benjamina o 1776 110-2 o 1778 o 1780 Alexander x ** x ** x ** x ** 110-4 † ** † ** † ** † ** Philip Bl.Bl. 47 47 Volgen nu de Defcendenten van Hans Christoffel Van Der Capellen, tweeden Zoon van Frederik Van Der Capellen tot Boedelhoff, en van Judith Armgard Van Der Scheuren.

115. Hans Christoffel Van Der Capellen, tweede Zoon van Fredrik Van Der Capellen tot Boe- delhof, en van Judith Armgard van der Scheuren. Heer van Appeltern, Altforst en Hagen. Hij heeft, van zijne jeugd af, den krijgsdienst gevolgt. In den oorlog gekwetst wordende, heeft Appeltern hij naderhand niet meer gedient. Hij was Lt. Kolonel van de Infanterie, geftorven 1739, en te Appeltern begraven. Hij is getrouwd geweest met Ermgarda Louisa Sweerts De Landas, Dochter van Jacob Ferdinand Sweerts de Landas, Vrijheer van Oijen en Landfchadenhoff en van Elifabeth van Els. Door dit huwelijk heeft hij Appeltern en Altforst, gelegen in Maaswaal verkregen. Hij heeft, bij zijne Vrouw, drie Kinderen verwekt: •651/55, 658/60, 1050. 116. Fredrik Jacob Derk Van Der Capellen, geb. 1710, die volgt. 115-2. Jasper Gerrit Van Der Capellen, Heer van Hagen, Majoor van een Regiment Infanterie ten dienfte dezer Landen. Sneuvelt ongetrouwd, in den flag van Racoux, 1745. •653, 662, 1000, 1002. 115-3. Margaretha Isabella Van Der Capellen, trouwde Willem Van Ittersum, Heer van Ooster- hoff, befchreven in de Ridderfchap van Overijsfel. Zij ftierf 1754. •653, 656.

116. Frederik Jacob Derk Van Der Capellen, oudfte Zoon van Hans Christoffel en Ermgarda Louisa Sweerts De Landas, heer van Appeltern, Altforst, Boelenham, Hagen, enz. Majoor van de Infanterie. Ampts-Jonker en Heemraad des Ampts van tusfchen Maas en Waal. Hij trouwde, den 17 Januari 1741, met Anna Elisabeth Van Bassen, Dochter van Derk Reinier van Basfen en van Johanna van Wyhe tot Echtelt. •653, 657, 661, 663/64, 667/68, 702. Hunne zestien Kwartieren zijn deze: Capellen. Sweerts de Landas. Basfen. Wijhe. Scheuren. Els. Roper. Deelen. Zuijlen van Nijevelt. Lopes de Villanova. Brienen. Brederode. Baar. Lijnden. Van der Hatert. Broekhuizen. Schimmelp. v.d. Oije. Hoefnagel. Halmale. Wijhe. Uten Engh. Landas. Lijnden. Riemsdijck. Quad van Lanscroon. Buchel. Paijne. Appelthern. Ripperda. Eck. Smullingh. De Cock van Opijnen. Hij ftierf den 1 Januari 1780; zij den 18 December 1758, en zijn beiden te Arnhem, in de Groote Kerk, begraven. Zij hadden deze Kinderen: 117. Johan Derk Van Der Capellen, geb. den 2 November 1741, die volgt. 116-2. Gerarda Van Der Capellen, geb. 3 October 1746, en geftorven den 3 December daaraan. 116-3. Derk Reinier Christoffel, geb. 11 Junij, en geftorven den 26, 1758.

117. Johan Derk Van Der Capellen, Heer van den Pol, Appeltern, Altforst en Hagen, eerst als Heer van den Bredenhorst, en vervolgens als Heer van den Poll, befchreven in de Ridderfchap Johan Derk van Overijsfel. •665, 668/69, 703/15, 1003. In 1766, den 4 Junij, trouwde hij met Hillegonda Anna Zie Blad 46 Bentinck, Dochter van Willem Hendrik Bentinck, Stamboom tak Appeltern Hans Christoffel 115 Heer van Werkeren, Wittenftein en Anem, en van Elifabeth o 1670 van Dedem, Dochter van het Huis de Gelder. x Ermgarda Louisa Sweerts de Landas Zij hadden ééne Dochter: † 1739 † v. 1733 117-1. Anna Elisabeth Van Der Capellen, geboren den 20 Maart 1767. Frederik Jacob Derk Jasper Gerrit 115-2 Margaretha Isabella o 1710 116 Hr. v. Hagen 115-3 x 1741 Anna Elisabeth o ** x Willem v. Bassen x niet v. Ittersum † 1780 † 1758 † 1745 † 1754

Johan Derk 117 Gerarda 116-2 Derk Reinier 116-3 o 1741 Hr. v.d. Pol o 1746 Christoffel o 1758 x 1766 Hillegonda Anna Bentinck x niet x niet † ** † ** † 1746 † 1758

Anna Elisabeth 117-1 Rudolf C. Anna Elisabeth o 1767 v. Rechteren x ** † ** Bl.Bl. 48 48 De jongste datum genoemd door Kok is 10-12-1787 (het overlijden van Alexander Phillip, zie blad 45). Daaruit blijkt dat zijn artikel bijgewerkt is tot 1787.

Eerste vier generaties Overzicht Stambomen tot 1787 Blad 6

Van Der Woningen Van Den Dam 1 Blad 12 Blad 25

Tot Feurde Tot Esselt Tot Wittringen Toe Rijssel Van Den Dam 2 Van Den Dam 5 Blad 13 Blad 16 Blad 18 Blad 37 Blad 26 Blad 30 † 1659 Niet adellijke tak

Tot Randwijk Tot Werdingen Tot Boedelhoff I Van Den Dam 3 Van Den Dam 4 Blad 19 Blad 19 Blad 40 Blad 27 Blad 28 † na 1758 † na 1621 † na 1621 † na 1630 † 1638

Tot Schalkwijk Tot Boedelhoff II Blad 42 Blad 46 † 1767

Tot Appeltern Blad 47

Aanvulling op de hierboven geplaatste stambomen

Hieronder een aantal aanvullende stambomen met verantwoordingen tot op heden. De verantwoordingen overlappen soms de eerder aangegeven omschrijvingen.

Zie Blad 46 Frederik R.E. 102 o 1710 x 1731 Anna M. E. v. Lynden d’Aspremont † 1755 † 1785

Alexander H. 103 Godart P.C.T. 102-2 Luthera A.A. 102-3 Frederik B. 102-4 Robert Jasper 105 Alexander P. 110 o 1732 o 1733 o ** o 1739 Zie Bl. 50 Zie Blad 53 x 1755 Reiniera A.C. x 1760 Emerentia C. x 1755 Coenrad Wil- x 1766 Johanna Isab. v.Nagell v.d. Capellen 73-5 lem v. Haersolte Bentinck Albertine C. 102-7 Anna C. I. 102-9 † 1807 † 1817 † 1779 Zutphen † ** † 1770 † 1799 † 1806 Rysselt † 1793 o 1748 o ** non te Bedbur x **

† 1796 te Utrecht † jong

Anne W.C 103-1 Henrietta C.W. 103-3 Frederik R.G.C. 103-4 Charlotta L. 103-5 Frederik J.B. 104 Louisa L.C. 103-7 o 1756 o 1764 o 1766 te Arnhem o 1768 o 1770 o 1774 x niet x niet x niet x ** x Emerentia P.C. v. x ** Haersolte † 1764 † 1847 op Den Dam † 1818 op Den Dam † 1813 † 1851 Utrecht † 1839 † 1851

Frederika E.A. 103-2 Frederik B. 104-1 o 1759 te Warnsfeld o 1801 x 1782 Evert J.B. v. x ** Goltstein † 1847 Utrecht † 1816 † 1856 † ** 102. Frederik Robert Evert van der Capellen, geboren te Zutphen op 24-02, gedoopt op 26-02-1710. Erfde in 1731 de Boedelhof. Kocht in 1745 Den Dam, Berkenwoude Rysselt en den Achterbroek. In 1733 geadmireerd. 1742 raad van Zutphen. 1751 schout van Zutphen. Raad in de hof van Gelderland. Ordinair-gedeputeerde v.h. graafschap. Hij overleed te Zutphen op 28-07, begraven te Gorssel op 01-08-1755. Trouwde (huw. voorw. 17-07) 1731 met Anna Margriet v. Lynden d’Aspremont, dr. v. Godert Philips v. Lynden d’Aspremont heer van de Plack en Anna Cornelia Isabella v. Coeverden, geboren op 06-11 en gedoopt op 10-11-1707. 1780 beleend met huis te Dorth, overleden op 04-05-1785, begraven te Gorssel. Vrouwe tot Rysselt. •964, 1015. Zij hadden acht kinderen: 103. Alexander Hendrik van der Capellen, volgt hierna. 102-2. Godart Philips Cornelis Theodorus van der Capellen. Geboren in 1733. Heer tot Dorth, Berkenwoude en Achterbroek. 1761 gecommitteerd. Burgemeester van Zutphen. Comm.-gen. der convoyen en licenten. Gedep. curator der Academie te Harderwijk. Overleed te Zutphen op 01-05-1779 zonder kinderen. •465, 963. Trouwde in 1760 met Emerentia Cornelia v.d. Capellen (73-5), Dochter van Gerlach Frederik v.d. Capellen (73) heer tot Mijdrecht en Catharina de Leeuw. Zie blad 39. Academie Harderwijk Bl.Bl. 49 49 102-3. Luthera Anna Agatha van der Capellen, geboren in 1734. Trouwde in 1755 met Coenrad Willem van Haersolte heer tot Staveren enz., geboren te Zwolle in 1727. Zie ook nr. 104. 102-4. Frederik Benjamin van der Capellen, geboren op 07-02-1739 heer tot Rysselt en Groot Wede. Raad en schepen te Zutphen, 1791 geadmireerd. Burgemeester van Grolle, gedeputeerde. 1779 burgemeester van Zutphen. Werd 1780 op verzoek uit de ridderschap ontslagen. Stierf te Rysselt op 11-02-1806 kinderloos. •466. Trouwde in 1766 met Johanna Isabella Bentinck vrouwe van Grimbergen, dochter van Hendrik A. Bentinck en Mechtild A. v. Welvelde. Zij was v/a 1765 weduwe van Pieter Willem van Voërst, heer van Grimbergen. 105. Robert Jasper. Zie blad 50. 110. Alexander Philip van der Capellen. Zie blad 53. 102-7. Anna Cornelia Isabella van der Capellen. Jong overleden. •468. 102-8. Albertine Caroline van der Capellen, geboren in 1748, overleden te Utrecht. Non te Bedbur. 103. Alexander Hendrik van der Capellen tot den Dam, geboren op **, gedoopt te Warnsfeld op 11-05-1732. Hij overleed op de Boedelhof te Warnsfeld op 14-02-1807. Trouwde te Lochem op 22-05-1755 met Reiniera Adolphine Charlotte v. Nagell tot Marhulsen (afk. Doesburg 05-04, ‘s-Gravenhage 13-04), dochter van Hendrik Jacob van Nagell heer van Ampsen en Anna Dorothea Chistine Albertina des H.R. rijksbarones von Heiden tot Ootmarsum. Zij overleed te Zutphen op 08-03-1817 op ruim 80 jarige leeftijd. Hij werd heer van den Dam (onder Warnsveld) bij overgifte van zijn vader in 1753 en van Mar- Warnsfeld hulsen door zijn huwelijk. Hij was geadmitteerd in de ridderschap van Zutphen en werd in 1749 burgemeester van Doesburg, in 1756 ordinaris-raad in het hof van Gelderland en was gecommit- teerde in de Generaliteitsrekenkamer en gecommitteerde in de Raad van State. Hij werd in 1780 benoemd tot richter van de stad en ambt Doesburg. Van der Capellen was patriot en hij ijverde er in 1781 voor dat er door Gelderland zou worden aangestuurd op een nauwere aansluiting bij Frankrijk; hij was sterk gekant tegen het besluit der Gelderse staten van 11 mei 1786, waarbij het rondlopen of ter tekening leggen van rekesten tegen het regerings- reglement werden verboden. Dit alles bezorgde hem tijdens de omwenteling van 1787 veel Marhulsen onaangenaamheden. Hij werd in 1788 door Gelderland gecommitteerd in de admiraliteit van Amsterdam en bleef dit tot na 1795 maar na die tijd werd weinig meer van hem vernomen. Van der Capellen trok zich terug op zijn landgoed de Boedelhof, waar hij in 1807 overleed. Hij liet in 1765 Den Dam grondig verbouwen. •1020, 1023. 103-1. Anne Willem Carel van der Capellen tot den Dam, geboren **, gedoopt te Zutphen op 24-02-1756. Hij overleed op **, begraven te Gorssel op 24-03-1764 (8 jr. oud). 103-2. Frederica Everdina Anna barones van der Capellen tot den Dam, geb. te Warnsfeld op 08-05, gedoopt op 11-05-1759. Erfde 1807 Den Dam. Overl. te Utrecht op 13-08-1847. Tr. te Gorssel op 30-04-1782 met jhr. Evert Jan Benjamin van Goltstein heer van Grunsfoort, Appel en Vanenburg, geboren te Arnhem op 21-06, ged. op 24-06-1751, Commandeur van de Duitse Orde, ambtsjonker van Nijkerk en Renkum, drost van Hedel, burgemeester van Wageningen, gecommitteerde ter Generaliteitsrekenkamer, bewindhebber der O.I.C., lid Raad v. State, zoon van Philip Hendrik van Goltstein heer van Grunsfoort en Appel en Judith Margaretha v. Essen vrouwe van Vanenburg. Hij overleed te Utrecht op 03-12-1816. 103-3. Henrietta Constancia Wilhelmina barones van der Capellen tot den Dam, geboren te Warnsfeld op 18-09, gedoopt te Zutphen op 19-09-1764. Zij overleed op huis Den Dam te Vanenburg Gorssel op 21-06-1847. 103-4. Frederik Robert Godart Cornelis baron van der Capellen tot den Dam, geboren te Arnhem op 22-02, gedoopt op 23-02-1766. Heer tot Den Dam. 1788 geadmireerd. 1814 lid ridderschap van Gelre. Raad van de stad Zutphen. Hij overleed ongehuwd op huis Den Dam op 28-07-1818. 103-5. Charlotta Louisa barones van der Capellen tot den Dam, geboren op 07-02, gedoopt te Arnhem op 11-02-1768. Zij overleed te Zutphen op 08-04-1813. 103-7. Louisa Luthera Caroline barones van der Capellen tot den Dam, geboren op 13-02, gedoopt te Arnhem op 20-02-1774. Zij overleed te Utrecht op 01-03-1851. 104. Frederik Johan Benjamin baron van der Capellen tot Rysselt, geboren op 06-05, gedoopt te Arnhem op 13-05-1770. Heer tot Rijsselt, ritmeester en brigadier bij gardes du corps, edelman van de prins van Oranje, 1814 lid ridderschap Gelre, raad en generaalmeester der munt, kamer- heer des konings. Hij overleed te Utrecht op 01-03-1851. Trouwde te Windesheim op 05-10- 1800 met zijn nicht Emerentia Philippina Cornelia barones v. Haersolte, geboren te Zutphen op 23-11, gedoopt op 25-11-1762, dochter van Coenraad Willem van Haersolte heer van Staver- den, Elsen, Bredenhorst enz. en Luthera Anna Agatha van der Capellen (102-3). •464, 941. 104-1. Frederik Benjamin baron van der Capellen tot Rysselt, geboren op huis Rysselt te Warns- feld 20-12-1801, gedoopt op 07-02-1802. Hij overleed te Utrecht op 09-06-1856. Bl.Bl. 50 50 Zie Blad 46 Robert Jasper 105 o 1743 te Gorssel x 1769 Sara Jacoba v.d. Velde † 1814 † 1823

Frederik R.E. 105-1 Helena C.P 105-2 Alexander H.G.P. 175 Cornelia G. 105-4 Frederica R.E. 105-5 Frederica A.L. 105-6 o 1771 o 1772 o 1773 o 1775 o 1776 ? o 1777 x niet x 1796 Frederik B. v. x 1798 Johanna C. v. x1 Azevedo uit Israël x ** x Sebastien marquis Haersolte Diepenbrugge x2 Jean J. d’Hers de Strada de Sarliéve † 1775 † 1882 Zutphen † 1816 † 1827 † 1816 † 1836 † ** † ** † ** † **

Robert J.A. 176 o 1799 x niet

† 1815

Frederik R.E.G. 105-7 Frederik B.A.P. 120 Emerentia L.I. 105-9 Anna M.E. 105-10 o 1780 o 1781 te Brummen o 1787 o 1792 x niet x 1805 Margareta x 1811 Gerrit W. Bar. x 1811 Mr. Hendrik A. Copes v. Hasselt v. Hoëvell Yssel de Schepper † ** † 1854 † 1855 † 1872 † 1865 † 1820 † 1836

Robert J.G. 121 Alexander P.G. 120-2 Jhr. Willem F. 120-3 Margaretha L.F. 120-4 Willem F. 125 o 1806 o 1808 o 1815 o 1817 o 1819 Antwerpen x ** x ** x niet x Edouard L.F. baron x 1852 Jkvr. Reiniera Prisse J.C. Sandberg † 1870 † ** † 1835 † ** † 1819 † 1879 † 1907 † 1898 † 1915

Reinier H.O. (126) bezat Frederik B.A.P. 125-1 Reinier H.O. 126 Maria C. 125-3 Edouard W. 145 het huisarchief den Dam. o 1853 Maastricht o 1854 Maastricht o 1856 Haarlem o 1863 Roermond x niet x 1899 Johanna D. x ** x 1901 Marie E. v. Walcheren Molewater † 1859 † 1937 † ** † 1894 † ** † 1935 † **

Félice E.O.C. 126-1 Mr. René J.C. 130 Ir. Eduard A. 135 o 1900 ‘s Gravenhage o 1901 Zutphen o 1904 ‘s Gravenhage x ** x ** x1 1932 Jacoba P. Walhain † ** † na 1982 † ** † **-04-1943 † ** x2 1951 Johanna W. Langeveld † na 1982 † ** Robert Jasper ♀ 135-1 ♂ 136 ♂ 140 o 1938 o 1943 o 1945

x ** x ** x ** † ** † ** † ** † ** † ** † **

♂ 137 ♀ 136-2 o 1969 o 1970

x ** x ** † ** † ** † ** † **

105. Robert Jasper van der Capellen, geboren op 30-04, gedoopt te Gorssel op 05-05-1743. 1769 heer tot Marsch. 1770/81 Lathmer en de Engelenburg. 1771 geadmireerd, ritmeester der dragonders, politicus [zie Winkler Prins]. Woonde te Deventer. Als patriot wegens landverraad ingedaagd, 1788 veroordeeld om onthoofd te worden, 1795 vonnis vernietigd, kreeg fl. 5.000 pensioen. Leefde in 1807 te Haarlem. Hij overleed te Deventer op 07-06-1814. Trouwde te Utrecht op 18-06-1769 met Sara Jacoba van de Velde, geboren te Batavia in 1745, dochter van Pieter van de Velde en Clasina Helena Coop à Groen. Zij overleed te Zutphen op 29-08-1823. Zij hadden tien kinderen: •439/567. 105-1. Frederik Robert Evert van der Capellen, geboren op 06-03-1771, overleden op 02-11- 1775, werd slechts 4 jaar oud. 105-2. Helena Clasina Petronella van der Capellen, geboren op huis de Lathmer te Twello op 17-05, gedoopt te Wilp op 24-05-1772, overleden te Zutphen op 02-02-1822. Trouwde te Robert Jasper Versailles op 18-05-1796 met Frederik Benjamin v. Haersolte, geboren te Zutphen op 18-01, gedoopt op 20-01-1765, zoon van Coenraad Willem v. Haersolte en Lutera Anna Agatha van der Capellen (67-3), commandant van Naarden. Overleden te Naarden op 05-01-1816. •453. 175. Alexander Hendrik Godart van der Capellen. Volgt hierna. 105-4. Cornelia Gerhardina barones van der Capellen. Geboren op 27-03, gedoopt te Zutphen op 02-04-1775, overleden te Parijs op 31-01-1836. Trouwde 1e met Jacob Azevedo (ontbon- den), trouwde 2e op 02-12-1811 met Jean Jacques comte d’Hers. •458. Bl.Bl. 51 51 105-5. Frederica Robertine Everdine van der Capellen, geboren in 1776, mogelijk jong overle- den. Haar jongere zuster werd namelijk eveneens Frederica genoemd. 105-6. Frederica Anna Luthera barones van der Capellen, geboren op 30-07, gedoopt te Utrecht op 04-08-1777, overleden te Parijs op 31-01-1832. Trouwde met Sebastien marquis de Strada de Sarliéve. •459, 473. 105-7. Frederik Robert Evert Gerlach van der Capellen, geboren op 03-06-1780, mogelijk jong overleden. Zijn jongere broer werd namelijk eveneens Frederik genoemd. 120. Frederik Benjamin Alexander Philip baron van der Capellen. Volgt hierna. 105-9. Emerentia Luthera Isabella barones van der Capellen, geboren te Haarlem op 31-08, gedoopt op 09-09-1787, overleden te Groningen op 21-11-1872. Trouwde te Deventer op 26- 09-1811 met Gerrit Willem Wolter Carel baron v. Hoëvell, geboren te Deventer op 21, gedoopt op 24-04-1778, kaptitein der infanterie, ontvanger der douanen te Haarlem, rijksontvanger te Delfzijl, zoon van Wolter Herman v. Hoëvell en Dina Petronella Ribbers. Hij overleed te Gro- ningen op 23-02-1865. •462. 105-10. Anna Margaretha Elisabeth barones van der Capellen, geboren te Sévres op 09-01- 1792, overleden te Deventer op 15-06-1820. Trouwde te Deventer op 26-09-1811 met Mr. Hendrik Abraham Yssel de Schepper, geboren te Deventer op 13-08, gedoopt op 16-08-1775, lid gedep. Staten v. Overijssel en Tweede Kamer, zoon van Mr. Barthold Jan Yssel de Schepper Emerentia L.I. en Gerhardina Antonia Dumbar en weduwnaar van Petronella Hermanna Johanna v.d. Wijck en Elisabeth Margaretha Hagedoorn. Hij overleed te Deventer op 20-12-1836. 175. Alexander Hendrik Godart Philip van der Capellen, geboren op 23, gedoopt te Zutphen op 31-10-1773, overleden te Parijs op 17-03-1827. Trouwde te Haarlem op 07-10-1798 met Johanna Cornelia v. Diepenbrugge, geboren te Amsterdam op 30-04, gedoopt op 05-05-1762, dochter van Martinus Diepenbrugge en Johanna Maria v. Hengel (weduwe van Mr. Cornelis As- canius v. Sypesteyn). Zij overleed te Haarlem op 19-11-1816. •455/56, 472. Hadden één zoon: 176. Robert Jasper Alexander van der Capellen, geboren te Haarlem 13-06, gedoopt op 07-07- 1799, overleed te Haarlem op 19-04-1815, 16 jr. oud. •457. 120. Frederik Benjamin Alexander Philip baron van der Capellen, geboren op huis Engelenburg te Brummen op 17, gedoopt op 25-11-1781. Luitenant-generaal der Infanterie, ridder MWO 3e kl., 1814 lid ridderschap van Gelderland. Overleden te Maastricht op 22-05-1854. Trouwde te ‘s-Gravenhage op 08-10-1805 met Wilhelmina Margaretha Constancia Carolma Copes v. Hasselt, gedoopt te Tiel op 17-03-1782, dochter van Mr. Jacob Copes v. Hasselt en Margaretha Jacoba Homoet. Zij overleed te Maastricht op 17-08-1855. •460/61, 575/633, 729. Zij hadden vijf kinderen: Zie over hem een uitvoerig artikel op Internet. 121. Robert Jasper Gerlach baron van der Capellen, geboren te ‘s-Gravenhage op 18-10-1806. Kapitein intendant, ridder MWO 4e kl. Hij overleed te Utrecht op 19-01-1870. Mogelijk ongehuwd. •637. 120-2. Alexander Philip Gerlach baron van der Capellen, geboren te Parijs op 25-07-1808. Controleur der Rijksbelastingen te Haarlem. Overleed te Haarlem op 23-11-1835. Mogelijk ongehuwd. •634. 120-3. Jhr. Willem Frederik van der Capellen, geboren te Parijs op 15-10-1815, overleden te Antwerpen op 07-05-1819, oud 4 jaar. 120-4. Margaretha Louise Francoise barones van der Capellen, geboren te Namen op 23-04- 1817, overleden te St. Nicolaas, Oost Vlaanderen op 22-02-1879. Trouwde te Nijmegen op 07- 06-1843 met Edouard Louis Florent baron Prisse, geboren te Maastricht op 26-08-1814, zoon van baron Albert Florent Joseph Prisse en Francoise Henriette Louise Rigano. Hoofdingenieur der Staatsspoorwegen, overleden te Luik op 21-11-1907. 125. Willem Frederik baron van der Capellen, geboren te Antwerpen op 25-08-1819. Gepen- sioneerd kolonel titulair der cavalerie. Overleden te ‘s-Gravenhage op 12-03-1898. Trouwde te Maastricht op 11-05-1852 met jkvr. Reiniera Johanna Constantia Sandberg, geboren te Maas- tricht op 07-12-1831, dochter van jhr. Reinier Hendrik Otto Sandberg en jkvr. Sara Maria v. Panhuis. Zij overleed te ‘s-Gravenhage op 25-02-1915. •635/36. Zij hadden vier kinderen: 125-1. Frederik Benjamin Alexander Philip baron van der Capellen, geboren te Maastricht op 27-02-1853, overleden te Haarlem op 02-01-1859, oud 6 jaar. 126. Reinier Hendrik Otto baron van der Capellen. Volgt hierna 125-3. Maria Constantia barones van der Capellen, geboren te Haarlem op 01-08-1856, overle- den te ‘s-Gravenhage op 26-11-1894. Bl.Bl. 52 52 145. Edouard Willem baron van der Capellen, geboren te Roermond op 03-02-1863. Gepen- sioneerd kolonel der cavalerie, generaal-majoor titulair. Overleden te ‘s-Gravenhage op 20-11- 1935. Trouwde te ‘s-Gravenhage op 21-11-1901 met Marie Elise Molewater, geboren te Rotter- dam op 02-04-1864, dochter van Jan Bastiaan Molewater en Jeanne Guillemine Louise Rose. Hij had in ~1910/14 een relatie met de roemruchte nachtclubartieste Mata Hari voor wie hij een huis te Den Haag aan de Nieuwe Uitleg kocht. 126 Reinier Hendrik Otto baron van der Capellen, geboren te Maastricht op 31-03-1854. Volgde vanaf september 1870 de Koninklijke Militaire Academie en werd op 28 juli 1873 benoemd tot tweede luitenant der huzaren, in maart 1880 bevorderd tot eerste luitenant en op Edouard Willem 11 oktober 1889 bevorderd tot ritmeester bij het derde regiment huzaren. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot inspecteur bij de huzaren; uit deze functie kreeg hij op 17 februari 1894 eervol ontslag. In oktober 1899 werd hij bevorderd tot majoor, op 1 mei 1903 benoemd tot luitenant- kolonel en op 15 december 1905 bevorderd tot kolonel; hij was toen tevens commandant van het derde regiment huzaren. Op 1 augustus 1910 werd Van der Capellen benoemd tot gene- raal-majoor en, als opvolger van generaal Braam, benoemd tot inspecteur der cavalerie. Op 14 november 1911 werd hij aangesteld als plaatsvervangend gouverneur van de residentie. Op zijn verzoek kreeg hij op 15 februari 1912 eervol ontslag uit de militaire dienst. Was sinds 3 februari 1919 lid van de Hoge Raad van Adel en was officier in de Orde van Oranje-Nassau, officier in de Leopoldsorde en ridder in het Legioen van Eer en was rechtsridder der Johanniter Orde. Overleden te ‘s-Gravenhage op 19-02-1937. Trouwde te ‘s-Gravenhage op 13-05-1899 met Reinier H.O. Johanna Diederica van Walcheren, geboren te Rotterdam op 19-04-1868, dochter van Jacob van Walcheren en Félice Eugiénie Octavie Clémentine Batenburg. Zij hadden drie kinderen: 127. Félice Eugiéne Octavie Clémentine barones van der Capellen, geboren te ‘s-Gravenhage op 16-03-1900. 130. Mr. René Johan Constant baron van der Capellen, geboren te Zutphen op 25-05-1901. Werkzaam bij de firma Crone te Semarang. Directeur N.V. Koloniale Bank te Soerabaja. Overle- den in een interneringskamp op **-04-1943. 135. Ir. Eduard Alexander baron van der Capellen, geboren ‘s Gravenhage 06-02-1904. Ingeni- eur bij Fa. Philips, reserve-kapitein bij de genie. Trouwde te Eindhoven op 24-11-1932 met Jacoba Paulina Walhain, geboren te ‘s-Gravenhage op 04-12-1905, dochter van Johannes Wal- hain en Klasina Petronella Brederode. Gescheiden op 21-09-1951. Trouwde 2e op 11-12-1951 te Laren met Johanna Wilhelmina Langeveld, geboren te ‘s-Gravenhage op 26-10-1914, doch- ter van Hermanus Jacobus Langeveld en Hendrika Wilhelmina Kwakkestein. Woonde 1982 te Baarn. Hij had drie kinderen: Om privacyredenen zijn hier de namen van de mogelijk nog in 135-1. ♀ geboren 1938. leven zijnde personen weggelaten. 136. ♂ geboren 1943. Voor meer informatie zie Nederland’s Adelsboek. Hij heeft 2 kinderen: 137. ♂ geboren 1969. 136-2. ♀ geboren 1970. 140. ♂ geboren1945.

Over Johan Derk van der Capellen tot den Pol (117), zie blad 47, is nog te melden dat hij politicus was en een fel opponent van stadhouder Willem V [zie Winkler Prins]. Hij woonde te Zwolle, kocht in 1755 de havezate de Pol bij IJhorst en overleed te Tiel op 06-06-1784. Johan Derk Zijn erfdochter Anna Elisabeth (117-1)trouwde met Rudolph Christiaan v. Rechteren, H.R. v.d. Capellen tot den Rijksgraaf [Ned. Adelsboekje 1910 p. 327]. •466, 469, 716, 719. Pol Bl.Bl. 53 53 Zie Blad 48 Frederica v.d. Capellen en Alexander P. 110 Adam F.J.A. v.d. Duin. o 1745 te Warnsfeld x 1773 Maria Taets v. Amerongen † 1787 † 1809

Willem 150 Anna Margaretha Godert A.G.P. 165 Frederica M.I.B. 110-4 Robert L.J. 170 o 1774 Susanna Luthera o 1778 te Utrecht o 1780 Bunnik o 1784 Oberfrostmr. Hessen o 1776 110-2 x Jacoba E. v. Tuyll v. x 1799 Mr. Adam F.J.A. x niet x Beatrix Harbert x ** Serooskerken † 1866 Graaf v.d. Duyn Relatie met Ilma † 1826 † 1858 † ** Relatie met Zaiëm † 1810 † 1848 † 1860 † ** † 1848 de Bilt † ** Adolf 171 Alexander Martinus 166 Robertsen *1 van der Zaiëmsz o 1825 bastaard o ~1822 bastaard x Remiza x1 Sara C. Jacobs † ** † 1888 † 1861 x2 1851 Antoinette Hieruit nakomelingen Esiore in Ned.-Indië † ** † ** en Nederland Hieruit nakomelingen *1: Op 31-10-1888 werd de naam Robertsen in Ned.-Indië officieël door de Raad van Justitie te Batavia en Nederland gewijzigd in Van der Capellen.

Kuno A.L. 150-1 Albert 150-2 Gothard K. 151 Felix M. 155 Adèle 150-5 o 1805 o 1807 o 1810 o 1813 o 1816 x ** Hessisch Ritmeester Oostenr. Ritmeester x1 1848 Catharina S. x ** x ** x ** v. Bijnkershoek † 1871 † 1873 Mannheim † ** † 1840 † ** † 1876 † ** x2 1880 Mathilde D.H. † 1860 † ** v. Oldershausen Adolf Cappellini 152 † 1893 † 1904 o bastaard 1866 Oostenrijks edele x ** † ** † **

Robert W. 155-1 Johanna 155-2 Louise 155-3 Adèle C.R. 155-4 Diderika 155-5 Godert K. 155-7 o 1848 Breda o 1849 Breda o 1850 Teteringen o 1850 Teteringen o 1852 Breda o 1858 Darmstadt Hessisch Luitenant x 1879 Carl C. x 1871 Moritz K.A. x 1983 August F.S. x niet x niet x niet Cantor Freiherr von Schenk Freiherr von Bissing † 1867 † 1881 † ** zu Schweinsberg † 1919 † 1918 † 1860 Darmstadt † 1866 † 1932 † 1903 Kuno A. 160 o 1856 Darmstadt 110. Alexander Philip van der Capellen, geboren te Warnsfeld op 07-02-1745, heer van x ** Berkenwoude en Agterbroek, kolonel der cavalarie, kamerheer van prins Willem V. Verliet het hof wegens patriotisme. Ging in dienst van de provincie Holland. † 1917 Lugano † ** 1787 kolonel en gouverneur van Gorcum. Gevangen te Wesel. Overleden te Utrecht op 10-12- 1787. Trouwde te Houten op 16-11-1773 met Maria Taets van Amerongen, geboren op 14-05- 1755, dochter van Gerard Godert Taets van Amerongen heer van Oud-Amelisweerd en Susanna Hasselaer. Zij overleed te IJsselstein op 10-08-1809. [Zie ook De Navorscher 1902 p. 332]. Zij hadden vier kinderen: •467, 639/46. 150. Willem baron van der Capellen. Volgt hierna. 110-2. Anna Margaretha Susanna Luthera Van der Capellen, geb. 27 Julij 1776. 165. Mr. Godert Alexander Gerrit Philip baron van der Capellen van Berkenwoude, geboren te Utrecht op 15-12-1778. Heer van Berkenwoude en Agterbroek. Lid raad van Financiën, secretaris-generaal van het dep. Utrecht, landdrost in Oost-Friesland, staatsraad, minister van Eeredienst, Binnenl. Zaken en Staat, president-curator van de Utrechtse hogeschool, 1819/26 Gouverneur-generaal van Ned.-Indië, opperkamerheer des konings, 1840 minister van Staat. Zie ook Winkler Prins. Hij overleed op huis Vollenhoven te De Bilt op 10-04-1848. Trouwde Godert A.G.P. te Utrecht op 20-03-1803 met Jacoba Elisabeth barones van Tuyl van Zuylen (Serooskerken), geboren te Utrecht op 19-03-1781, dochter van baron Willem René van Tuyl heer van Zuilen en Westbroek en Johanna Catharina Fagel. Zij overleed te ‘s-Gravenhage op 20-11-1866. •647. Hij had bij de nyai Raden Zaiëm te Ned.-Indië drie kinderen, waarvan twee jong overleden. 166. Alexander Martinus van der Zaiëmsz, geb. v. 1821, overl. 17-04-1861. Trouwde 1e v. 1840 Sara Cleopatra Jacobs, 3 kinderen, 2e 05-11-1851 Antoinette Esiore, 5 kinderen. 110-4. Frederica Maria Isabella Benjamina van der Capellen, geboren te Bunnik op 08-09-1780, overleden te Maarssen op 10-07-1810. Trouwde te Utrecht op 07-07-1799 met Mr. Adam Fran- cois Jules Armand graaf van der Duyn heer van Maasdam en Benthorn, geboren te Deventer op 13-04-1771, kamerheer van de prins van Oranje, 1813 lid van het Driemanschap, gouverneur Adam F.J.A. v.d. van Zuid-Holland, minister van Staat, grootmeester van het Huis van de Koningin en opper- Duin v. Maasdam Bl.Bl. 54 54 hofmaarschalk des konings, zoon van Willem van der Duyn heer van ‘s-Gravenmoer en Maas- dam en Elisabeth Magdalena van Lynden. Hij overleed te ’s-Gravenhage op 19-12-1848. 170. Robert Lieve Jasper baron van der Capellen, geboren te Bunnik op 23-10-1784. Luitenant- kolonel der infanterie bij het O.I.L., resident van de Préanger Regentschappen, kamerheer des konings, ridder MWO. Overleden op kasteel Middachten op 30-03-1860. •648/49. Had bij de vrije vrouw Ilma een zoon: 171. Adolf Robertsen, geboren op 15-01-1825, overleden op 06-04-1888. Door beide ouders geadopteerd bij akte van 22-12-1825 en daarbij door de vader erkend. Op 08- 08-1859 door Robert L.J. van der Capellen bij testament aangesteld als algeheel erfge- naam. Trouwde met de vrije vrouw Remisa. Zij hadden zes kinderen. 150. Willem baron van der Capellen, geboren op 15-12-1774, oberfrostmeister in Hessen, overleden op 08-04-1826. Trouwde met Beatrix Harbert, dochter van Ferdinand Leopold Marie Harbert en Florentine Reinking. Zij overleed te Mannheim op 07-04-1858. •650. Zij hadden vijf kinderen: 150-1. Kuno Alexander Leopold baron van der Capellen, geboren op 20-04-1805, overleden te Mannheim op 29-08-1873. 150-2. Albert baron van der Capellen, geboren op 20-11-1807, ritmeester Hessische dragonders, overleden op 09-06-1840. 151. Gothard baron van der Capellen. Volgt hierna. 155. Felix M. baron van der Capellen. Volgt hierna. 150-5. Adèle barones van der Capellen, geboren op 20-12-1816, overleden op 31-07-1860. 151. Gothard baron van der Capellen, geboren op 05-02-1810, ritmeester dragonders in Oos- tenrijkse dienst, overleden op 12-01-1876. Hij had een bastaardzoon: 152. Adolf Cappellini. Op 20-04-1866 als edler opgenomen in de Oostenrijkse adel. Hij trouw- de mogelijk met Anna Waleria Szacsvay de Leczfalva, geboren op 18-06-1840 te Klausenburg, overleden op 22-11-1904 te Gmünden. 155. Felix Maria baron van der Capellen van Berkenwoude, geboren in Hessen op 16-05-1813. Hij was een Hessische freiherr. Ritmeester der lanciers, directeur rijschool Breda, kamerheer, opperhofmaarschalk en opperstalmeester van de groothertog van Hessen. Hij overleed te Wies- Hessische Dragonder baden op 08-04-1893. Trouwde 1e te Breda op 24-08-1848 met Catharina Johanna Susanna v. Bijnkershoek van Hoogstraten, geboren te Breda op 19-07-1816, dochter van Adriaan v. Bijnkershoek van Hoogstraten en Catharina Berck. Zij was gescheiden van Samuël Anne van Hoogstraten. Zij overleed te Darmstadt op 05-07-1871. Zij hadden zeven kinderen: 155-1. Robert W. baron van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 05-06-1848 te Breda, 2e luitenant Hessische dragonders, ongehuwd overleden op 05-04-1867. 155-2. Johanna barones van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 25-04-1849 te Breda, overleden op 04-02-1881. Trouwde te Darmstadt op 08-06-1879 met Carl Constantin Cantor, geboren te St. Petersburg op 13-12-1849, zoon van Georg Cantor en Marie Böhm. 155-3. Louise barones van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 26-07-1850 te Teterin- gen, overleden op 15-12-1932 te Darmstadt. Trouwde te Darmstadt op 07-09-1871 met Moritz Kraft Alexander freiherr von Schenk zu Schweinsberg, geboren te Hanau op 07-11-1844, kamer- heer van de groothertog van Hessen, gep. luitenant-kolonel, overleden te Darmstadt op 25-03- 1903. Zoon van freiherr Karl Friedrich Frans Rudolf von Schenk zu Schweinsberg en Charlotte Elise Mathilde Jungk. 155-4. Adèle C.R. barones van der Capellen van Berkenwoude. Geboren op 26-07-1850 te Teteringen, overleden op 15-05-1919 te Frankfurth am Main. Trouwde te Darmstadt op 03-07- 1873 met August Friedrich Sigismund freiherr von Bissing heer van Klein-Ellguth, geboren te Järischau op 12-12-1842, gep. generaal-majoor der cavalerie in Pruisische dienst, overleden op 11-01-1918 te Frankfurth am Main, zoon van freiherr Willibald von Bissing en Emma Gabriele Beniga Tugendreich gravin von Pfeil en Klein Ellguth. 155-5. Diderika barones van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 04-05-1852 te Breda, overleden op 25-11-1860 te Darmstadt. 160. Kuno A. baron van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 09-02-1856 te Darmstadt, overleden op 25-12-1917 te Lugano. 155-7. Godert K. baron van der Capellen van Berkenwoude, geboren op 09-12-1858 te Darm- stadt, ongehuwd overleden op 17-10-1866 te Darmstadt. Felix (155) trouwde 2e te Darmstadt op 27-04-1880 met Mathilde Helene freiïn von Oldershau- sen, geboren te Oldershausen op 18-01-1828, dochter van freiherr Wilhelm Friedrich Karl von Oldershausen en Amalie Rudolfine Auguste Henriette von Crone-Kirchbach. Zij was weduwe van Dr. Jur. Theodor von Helmolt. Zij overleed te Wiesbaden op 08-09-1904. Bl.Bl. 55 55 Bronnen

Het Huisarchief van de familie van der Capellen bevindt zich in het Gelders Archief te Arnhem onder nr. 0467. Veel extracten waren niet gedateerd. De datum was in veel gevallen wel bekend bij de nadere omschrijving. Deze heb ik op het eind van het extract toegevoegd. Hieronder heb ik alle extracten opgenomen die voor de genealogie van belang kunnen zijn. Bij het kopen van een huis werden vaak oudere overdrachtsaktes meegeleverd. Deze zijn in veel gevallen hier niet van belang. Evenmin als aanstellingsaktes dienstpersoneel, houtkapaktes, privé correspondentie etc.

In de genealogie verwijs ik b.v. met •36. Dit is dan een verwijzing naar Huisarchief nr. 36. Waar mogelijk heb ik bij alle Van der Capellen telgen en aangehuwden het betreffende stamboomnummer tussen ( ) aangegeven.

Inleiding De verschillende takken der familie Van der Capellen Na de dood van Johan de Capella (2)(1349) splitste zich de familie in 2 takken, de oudste bleef in de buurt van Wezel, erfde het goed de Wohnung bij Bislich en stierf uit in 1696 (33). De jongere tak (50) ging in het einde der 14de eeuw naar de graafschap Zutphen, waar zij het huis Rijsselt (oorspron- kelijk Swavingh geheten) en het huis de Dam, beide in het kerspel Warnsveld gelegen, verkreeg. Na de derde Zutphense generatie (52) kwam er opnieuw een splitsing: de oudste zoon Johan (53) stichtte de tak Capellen van den Dam (in 1645 uitgestorven) (62), de jongere zoon Hendrik de tak Capellen tot Rijsselt (65), die in 1601 ook de Boedelhof, in 1626 ‘s-Heeraertsberg, in 1660 Hagen verkreeg, en in 1745 de Dam terugkocht. In 1755 (102) kwam een nieuwe split- sing, namelijk in 4 takken, nl. die van De Dam (met de Boedelhof), die van Rijsselt, die van de Marsch en die van Ber- kenwoude. De laatste freule van de Dam overleed in 1847 (103-2), haar erfgenamen waren haar neven Van Goltstein. De laatste heer van Rijsselt vervreemdde in 1829 dit oude familiegoed, zijn tak is in 1856 (104-1) uitgestorven. De tak van de Marsch (die ook de Lathmer en de Engelenburg bezeten heeft) is de enige nog voortlevende tak der fami- lie. De tak Berkenwoude (150) heeft zich in de 19de eeuw naar Duitsland verplaatst en is in 1917 (160) in mannelijke lijn uitgestorven. Een afsplitsing van de tak Boedelhof-Hagen is geweest de tak Capellen-Hagen-Appeltern (115), later ook Capellen van de Pol genaamd, die in 1784 in mannelijke lijn is uitgestorven (117).

De archieven der verschillende takken Van der Capellen A. Wohnung. Het archief van de oudste tak der Capellens is uiteindelijk door vererving in het bezit gekomen van baron von Nagel- Doornick op het huis Vornholz in Westfalen. Het Nederlandse gedeelte van het zeer uitgebreide archief, dat op het genoemde kasteel berust, is in 1963 tijdelijk overgebracht naar het Rijksarchief in Gelderland, om daar geïnventariseerd te worden, hetgeen inmiddels geschied is. Niet alle Capellen-stukken, afkomstig van de Wohnung, zijn echter op Vorn- holz gebleven, want in het archief van de tak Capellen van de Marsch bevinden zich een negental charters, die in dorso de handtekening dragen van W. C. van Doornick, den eigenaar van de Wohnung. Blijkens een brief van F.B. van der Capellen van Rijsselt (102-4) aan zijn broeder R.J. van der Capellen van de Marsch (105) d.d. 15 Februari 1789 blijkt, dat laatstgenoemde aan den heer van de Wohnung stukken te leen had gevraagd (inv.nr. 466). Bedoelde stukken zijn in de hier volgende inventaris opgenomen onder de nummers 1, 2, 22, 725, 1097, 1116, 1119, 1120 en 1124. B. Het archief van de Dam. Dit archief berustte nog in 1857 op de Dam, en werd toen geïnventariseerd door mr. R.W. Tadama. Het vererfde op de familie Van Goltstein, en werd toen verdeeld onder twee leden van dit geslacht, onderscheidenlijk wonende op de huizen Oldenaller en Vanenburg, en daarheen overgebracht. 1. Het Capellen-archief op Oldenaller Dit werd in 1924 door den heer Van Malsen, voorzover hem dat mogelijk was, afgescheiden uit het grote Oldenal- ler-Goltstein archief, en door hem beschreven. In 1924 gaf de toenmalige eigenaar, Jhr. V. Boreel, op grond van het testament van mevrouw Van Goltstein-Boreel, deze stukken ten geschenke aan R.H.O. baron van der Capellen, van de tak Marsch (126). (zie sub C). Het gedeelte van de stukken, dat door den heer Van Malsen niet herkend was, bleef op Oldenaller berusten, en is in 1959 met het overige Oldenaller-archief aan het Rijksarchief in Gelderland overgedragen. 2. Het archief op de Vanenburg Dit is verspreid geraakt na de deconfiture van H.H. baron van Pallandt (1928) en in verschillende handen geraakt. Het is uiteindelijk stuksgewijze geveild bij Van Huffel’s Antiquariaat te Utrecht in de jaren 1949/1950, waarbij een gedeelte door het Rijksarchief in Gelderland werd aangekocht. C. Het archief van de tak van de Marsch Dit is in het bezit gebleven van deze alleen nog bestaande tak van het geslacht. Het werd aangevuld met de hierboven sub B 1 vermelde stukken uit Oldenaller. In 1950 werd het gehele archief aan het Rijksarchief in Gelderland in bewa- ring gegeven. Bl.Bl. 56 56 D. Het archief van de tak Van der Capellen van Appeltern en de Pol Dit is in 1889 en 1891 te Arnhem bij Gouda Quint stuksgewijze geveild. Kopers waren o.m. het Algemeen Rijksarchief, dat het politieke archief van den patriot J.D. van der Capellen (117) verwierf, het Rijksarchief in Gelderland en verschil- lende particulieren, en instellingen. Een aantal toen niet verkochte archiefstukken is in 1893 door den heer S. Gouda Quint aan het Rijksarchief in Gelderland ten geschenke gegeven. De persoonlijke en zakelijke stukken van dit apart takje zijn bij elkander gehouden en beschreven. E. Een collectie stukken, afkomstig van de tak Rijsselt. Dit is in 1887 door mr. W.C. van Bolhuis aan het Rijksarchief in Gelderland in bewaring gegeven. Zij waren afkomstig van de heren Broers te Utrecht, die de curatele voerden over den zwakzinnigen Frederik Benjamin van der Capellen (104-1), in 1856 overleden. De collectie werd aangevuld door dr. Broers te Utrecht (1968). Bij de inventarisatie is geble- ken, dat in het sub C genoemde archief ook stukken aanwezig waren, die ongetwijfeld tot het archief Rijsselt behoord hebben, en er nu weder mede verenigd zijn. F. Het oudere deel van het archief van Berkenwoude. Dit berust voor een groot gedeelte in het archief van den Dam. Het archief van den Gouverneur-generaal van der Capellen. Dit bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te ‘s-Gravenhage. Zie hiervoor het verslag van de KB 1874 bl. 61-64 en 1907 bl. 16-28.

De verblijfplaats van het overige archief is mij niet bekend. Wellicht is het door de latere leden van deze tak naar Duitsland meegenomen.

De inventarisatie A. Het archief van den Dam. Dit was te reconstrueren aan de hand van de inventaris Tadama en van de lijsten van Van Malsen. Het overgrote deel berustte bij de familie Van der Capellen van de Marsch, waar het in een soort familiearchief van der Capellen was opgenomen. Ook uit het archief Oldenaller zijn verschillende stukken te voorschijn gekomen, die tot het Dam-archief behoord hebben, en evenzo uit de gedeelten van het archief op de Vanenburg, die tot ons gekomen zijn. In dit archief van de Dam was al vanouds opgenomen het archief van de bezitters van de Boedelhof en, gedeeltelijk, dat van de bezit- ters van Rijsselt, welk laatste archief is aangevuld met hetgeen in de jaren 1887 en 1968 van de familie Broers is ontvan- gen. Ook bevindt zich in dit archief hetgeen is overgebleven van de stukken betreffende de heerlijkheden Berkenwoude en ‘s-Heeraertsberg. B. Archief van der Capellen van de Marsch. Van een deel van het archief bestaat een beschrijving op fiches van de hand van wijlen kolonel J.D. Wagner, en hieron- der bevonden zich vele stukken van de Dam afkomstig. Bijzondere aandacht verdient hierin het uitgebreide archief van den staatsman Robert Jaspar van der Capellen (105) en dat van zijn zoon Philippe (175). C. Archief van der Capellen van Appeltern en de Pol. Aan de hand van veilingscatalogi van 1889 en 1891 is het archief, althans op papier, te reconstrueren. Veel is in vreemde handen gekomen en niet meer te traceren. Zoals boven medegedeeld, berust het vermoedelijk volledige archief van Joan Derk van der Capellen (117) op het Algemeen Rijksarchief. Enkele stukken, die op het Rijksarchief in Overijssel en bij het Centraal Bureau voor Genealogie waren terecht gekomen, zijn door deze instanties afgestaan en weder met het archief verenigd. Bij de huidige inventarisatie zijn de archieven van de verschillende takken der familie in één inventaris verenigd. In het persoonlijk gedeelte daarvan zijn de takken naar volgorde van ontstaan behandeld. In het zakelijk gedeelte volgen na de stukken betrekking hebbende op de belangrijke goederen de Dam en de Boedelhof die over de overige bezittingen en de stukken over de administratie daarvan.

De bezittingen Rijsselt Leenregister Swavingh zie •1150. Het huis Rijsselt, eertijds Swavingh genaamd, is gelegen in het kerspel Warnsveld (nu gemeente Gorssel), buurschap Rijssel(t). Evenals de Dam behoorde het tot het oudste bezit (sedert 1379) van de familie Van der Capellen (51) in het Gelderse, en wel voor wat betreft de jongste Nederlandse tak. In 1424 kwam het tijdelijk door vererving aan de familie Van de Wall, in 1441 door verkoop aan de familie Van Kerpen, en weder door vererving in 1495 opnieuw aan de Van der Capellens (65). Toen in 1601 de Boedelhof verworven werd door Gerlach van der Capellen (68), werd Rijsselt de woonplaats van de jongere tak, en kwam bij de scheiding van de nalatenschap van Gerlach aan diens jongeren zoon Hendrik (68-1), en van dezen op zijn zuster Agnes (68-6), welke beiden ongehuwd zijn overleden. Van hen vererfde Rijsselt op hun eveneens ongehuwden neef Hendrik, wiens oudste broeder en erfgenaam Gerlach Rijsselt (71) in 1670 verkocht aan zijn zwager Philips Otto van Coeverden, man van Anna Sophia van der Capellen (70-6). Hun dochter Anna Theodora Isabella van Coeverden bracht Rijsselt ten huwelijk aan haar man Godert Philip van Lynden d’Aspremont. De dochter en erfgename Bl.Bl. 57 57 van dit echtpaar, Anna Margareta Elisabeth van Lynden, in 1731 gehuwd met Frederik Robert Evert van der Capellen tot de Boedelhoff (102), droeg Rijsselt over aan haar zoon Frederik Benjamin van der Capellen (102-4), die in 1806 zonder kinderen na te laten overleed, waarna het goed vererfde op zijn oomzegger Frederik Johan Benjamin van der Ca- pellen (104), in 1851 overleden, die enkel een zwakzinnigen zoon, Frederik Benjamin van der Capellen (104-1), naliet, in 1856 gestorven. Het goed Rijsselt is, ingevolge het testament van Frederik Benjamin van der Capellen (104-1), in 1805 gepasseerd, in 1829 verkocht aan mr. J.A. van Dijk van ‘t Velde, die het in 1839 weder doorverkocht aan G.F.W. baron van Neukir- chen gnd. Nyvenheim, waarna het in 1851 bezit werd van “Nederlandsch Mettray”. De Boedelhof Leenregister Boedelhof zie •1152. Dit te Warnsveld (nu gemeente Gorssel) in de buurschap Eefde gelegen Gelderse leengoed kwam in 1601 door koop aan Gerlach van der Capellen (68), den Geldersen kanselier, die het in 1621 overdroeg aan zijn zoon Alexander (70). Het werd de bestendige woonplaats van de opvolgende chefs der familie en bleef in hun bezit, tot Alexander Hendrik van der Capellen (103) erfgenamen het in 1808 verkochten aan A. Wijnveld c.s. Het huis is in 1821 afgebroken en alleen de oranjerie met een wapensteen is nog aanwezig, met de wapens van Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en zijn vrouw Anna Margareta Elisabeth van Lynden d’Aspremont en het jaartal 1747. De Dam Leenregister Den Dam zie •1151. Dit in Warnsveld (nu gemeente Gorssel), buurschap Wolfeler, gelegen Gelderse leengoed kwam in 1399 in het bezit van den uit de buurt van Wezel afkomstigen Johan van der Capellen (51), wien het opgedragen werd door den vorigen leenman Gijsbert van Nettelhorst. Zijn zoon Gerlach (52) erfde in 1404 dit goed, en na diens dood (1440) kwam de Dam aan den oudsten zoon Johan (53), in wiens nageslacht het goed bleef tot in 1645 Gerrit Jan van der Capellen (62) kinderloos overleed. Zijn erfgenaam was zijn oomzegger Philips van Goltstein. Van de familie Van Golstein kocht in 1701 Arnold Joost van Keppel, de heer van de Voorst, de Dam, wiens zoon het weder doorverkocht aan Frederik Robert Evert van der Capel- len, den heer van de Boedelhof (1745). Na precies 100 jaar kwam dit oude familiegoed dus weder aan de familie van der Capellen (102) terug. De kleindochter van den koper, Henriette van der Capellen (103-3), was de laatste bewoonster uit haar geslacht. Na haar overlijden (1847) vererfde de Dam op de familie van Goltstein, die het (na 1892) vervreemde. Het huis, herhaaldelijk verbouwd, bezit nog een wapensteen met de wapens van der Capellen en Ripperda (61) en het jaartal 1599. De Marsch Dit huis, dat even buiten Zutphen aan de IJssel lag, is van 1769, na koop van de familie Van Lintelo, tot in 1801 in het bezit geweest van Robert Jaspar van der Capellen (105), den bekenden patriot. Hoewel hij er niet woonde (van 1769 tot in 1780 bezat hij de Lathmer, en van 1781-1791 de Engelenburg, het laatste zijn vaste woonplaats), is hij zich steeds naar dit goed blijven noemen. Het huis is door hem in 1801 geslecht en het terrein in percelen verkocht. Hagen De havesathe Hagen, gelegen in het richterambt van Doetinchem, buurschap Langerak, werd in 1662 in leen opgedra- gen aan de graafschap Zutphen. Het was afkomstig van de familie Boshoff, en kwam daarna aan de familie Van der Schuyren. De erfgename van dit geslacht, Judith Ermgard van der Schuyren, huwde in 1660 met Frederik van der Capellen tot de Boedelhof (100). Hun jongste zoon, Hans Christoffel van der Capellen (115), erfde het goed, dat in zijn nageslacht bleef, tot de laatste van deze tak, Anna Elisabeth van der Capellen (117-1), vrouw van Rudolf Christiaan van Rechteren (die ook Appeltern bezat) het verkocht aan mr. F.W.F.Th. baron van Pallandt van Keppel. Het huis behoort nog aan diens afstammelingen, en is onder de naam De Kelder als streekmuseum in gebruik. Appeltern Het huis en de heerlijkheid Appeltern in het Land van Maas en Waal kwamen door het huwelijk (1709) van de erfdoch- ter Ermgarde Louise Sweerts de Landas met Hans Christoffel van der Capellen (115) uit de tak Hagen in het bezit van de familie Van der Capellen. Het vererfde als Hagen, maar het goed bleef tot in 1969 in het bezit van haar afstammelingen, waarvan de meeste be- kende is geweest de befaamde patriot Joan Derk van der Capellen (117). Hij noemde zich evenwel Capellen van de Pol, naar de Sallandse havesathe de Pol bij Avereest, die hij in 1775, toen zijn vader nog heer van Appeltern was, gekocht had, en die door zijn schoonzoon Van Rechteren (117-1) in 1797 weder vervreemd werd. Het huis Appeltern is in 1881 afgebroken, alleen de bouwhuizen met een drietal wapenstenen zijn behouden gebleven. Esselt De “adelicke Rittersits” Esselt in het kerspel Schermbeck (Kreis Wesel) kwam in 1529 aan Robert van der Capellen (25), den tweeden zoon van Johan (6), den derden heer van de Wohnung, wiens kleinzoon Hugo van der Capellen (27) in 1630 het goed overdroeg aan zijn verre neef Hendrik van der Capellen van Rijsselt (68-1) (gest. 1659), die daardoor toegang kreeg tot de Kleefse Ridderschap. Het vererfde van dezen op zijn oomzegger en petekind Hendrik van der Capellen (70-5), die reeds in 1662 overleed, waarna het goed kwam aan diens broeder Frederik (100), die het in 1692 vervreemde. Bl.Bl. 58 58 Berkenwoude Het ambacht van Berkenwoude, met het Achterbroek, ten zuiden van Gouda gelegen, was een leen van de heerlijkheid van de Leck. In 1729 vermaakte Elsabeen Margareta van der Capellen (70-7), eerst weduwe van Nicolaes van Lier, en dan van Eustatius van Bronckhorst, dit goed aan haar neef Frederik Robert Evert van der Capellen (102), van wien het in 1755 vererfde op zijn jongsten zoon Alexander Philip (110) (gest. 1787), in wiens nageslacht het gebleven is, althans tot 1848, toen Godert A.G.Ph. van der Capellen (165) kinderloos overleed. ‘s-Heeraertsberg In 1700 droeg Elsabeen Margareta van der Capellen (70-7), bij de inleiding over Berkenwoude vermeld, het huis ca. van ‘s-Heeraertsberg (gemeente Bergambacht), een Hollands leen, over aan haar neef Alexander van der Capellen (101). In 1732 werd het door zijn kinderen verkocht aan de familie Van Hardenbroek.

Inventaris (Extracten) Van de 1132 extracten zijn hier alléén die opgenomen die min of meer voor deze genealogie van belang zijn. 1. Persoonlijk gedeelte 1.1. Takken van de Wohnung en de Dam 1 Diploma voor Johannes de Capella (5) als licentiaat in de rechten aan de Universiteit van Pavia, 1429. 2 Verklaring omtrent het overlijden van Henrick van der Capellen (4-2) te Pavia. Met een afschrift, 1429. 3 Acte van huwelijksvoorwaarden van Geerlich van der Capellen Henricksz. (66) en Styne Luyken, 1502. 4 Magescheid tussen de erfgenamen van Willem Luickenssen, Gerlich van der Capellen (52) en Gerlich van Buirlo ter eenre, en Arent van den Walle (51-2) ter andere, over hun aandelen in de in 1590 opengevallen nalatenschap van Wolff van Ittersum, bestaande in goederen onder Deventer, Zwolle en Mastenbroek, 1600. Afschrift, 1590-1600. 5 Uitspraak van Geerlich van der Capellen Henricxz. (66) en Geerlich van der Capellen Claisz. (76) op verzoek van de stad Zutphen over het geschil tussen Wilhem van der Capellen (85) en Ida van der Capellen in den Dam (54) met haar kinderen over het testament van Gerrit van der Capellen (53-4), broeder van Wilhem (85), 1519. Afschriften van 1636 en later, 1519. 6 Acte van huwelijksvoorwaarden van Ailbert van Stienre en Johanna van der Capellen Geerlichsdr. (55-4), 1555. 7 Acte van huwelijksvoorwaarden van Gerlach van der Capellen (61) en Judith Ripperda, 1599. 8 Acte waarbij de drie zusters Ripperda aan Judith van der Capellen (61), geboren Ripperda, een goed in de buurschap Luessen, kerspel Dalfsen, gezamelijk geërfd van hun vader Jan Ripperda, verkopen, 1601. 9 Acte waarbij Unico, Judith (van der Capellen) (61), Freecken, weduwe van Christoffel Akenschock te Amelenburen, Angenis (Vos) en Anna Hillaria (Keppel) Ripperda de nalatenschap hunner moeder Anna van Vyermunde, weduwe van Johan Ripperda ten Weldam, verdelen, 1620. 10 Magescheid tussen Judith Ripperda, weduwe van Gerlich van der Capellen (61), en haar 4 kinderen, 1626. 11 Magescheid tussen Judith Ripperda, weduwe van Gerlich van der Capellen in den Dam (61), en Geertruid van der Capellen (61-2), weduwe van Reinier van Goltstein tot Doorn, 1653. Met acte van approbatie van de Gelderse leenka- mer, 1653. 12 Acte van huwelijksvoorwaarden van Jacob van Brienen en Elisabeth van der Capellen Johansdr. van de Wohnung (8- 5), 1571. Afschrift. Met nog enige afschriften, en brieven van Jacob van Brienen, 1574, 1571+1574.

1.2. Takken Van Rijsselt en de Boedelhof 1.2.1. Algemeen 13 Genealogieën en genealogische aantekeningen 14 Aftekeningen van wapens en kwartierstaten 15 Historische aantekeningen over de familie van der Capellen 1.2.2. Oudere generaties 16 Schadeloosbrief van den bisschop van Utrecht voor Johannes de Capella (2), knape, als borg voor een schuld. Met afschriften, 1325. 18 Magescheid tussen Johan van der Capellen Johansz. (4) en zijn broeder Derrick (3-3) over de nalatenschap van hun vader (3). Afschrift 16de eeuw, 1400. 19 Acte waarbij Johan van der Capellen (4), bewaarder “onser renten in onsen land van Zutphen”, zich mede borg stelt voor de betaling van een schuld van den Hertog aan Gerard, heer van Culemborg. Afschrift naar A.W.K. Voet van Out- heusden, Historische beschrijvinge van Culemborg, 1392. 20 Acte van huwelijksvoorwaarden van Gerlach van der Capellen (52) en Bertha van den Walle. Afschriften 17de en 18de eeuw, 1411. 21 Magescheid tussen Beerte van der Capellen (52) en haar kinderen bij Geerlich van der Capellen (52), nl. Johan (53), Derick (52-2), Henrick (65), Willem (52-4), Claes (75) en Beerte (52-6), 1440. Afschrift. Bijgevoegd magescheid tussen de kinderen van Jacob Schimmelpenninck van der Oye, 1614, en verklaring van richter en schepenen van Zutphen, dat zij beide stukken, gecollationneerd door notaris Jacobus Velthoen, gezien hebben, 1696. Met een afschrift, in 1645 door J. van Doornick aan Alexander van der Capellen op de Boedelhof (70) gezonden, 1440. Bl.Bl. 59 59 22 Acte waarbij Adolph, hertog van Gulich en van den Berge en zijn zoon Roprecht beloven hun “vriend” Johan van der Capellen (**) schadeloos te houden voor een lening van 2000 overlandse guldens te hunnen behoeve aan de stad Keulen, 1426. 23 Brief van den hertog van Gelre aan o.a. Johan van der Capellen (**) over het uitstel van de zaak tegen Alphert Schimmelpenninck, o.a. over de Eesscheder weide. Minuut (?), 1458. 24 Magescheid tussen Gerlich (66), Johan (65-2) en Beerte van der Capellen (65-3), onmondige kinderen van Henrick van der Capellen (65), ter eenre, en hun moeder Truyde ten andere. Met een afschrift, 1464. 1.2.3. Hendrik van der Capellen (67) 25 Acte van huwelijksvoorwaarden van Hendrick van der Capellen (67), burgemeester, en Anna van Kervenhem. we- duwe van Henrick van den Padevoort, 1563. 28 Brief van Rotger Konnynck aan Hendrick. van der Capellen (67), burgemeester van Zutphen, over de boerenop- stand, 1580. 1.2.4. Gerlich van der Capellen (68) 30 Acte van huwelijksvoorwaarden van Gerlich van der Capellen (68) en Margrieta Schimmelpenninck, 1576. 31 Magescheid tussen Margareta Schimmelpenninck van der Oye, weduwe van Gerlich van der Capellen (68), en haar kinderen Henrick (68-1), Alexander (70), Judith (68-3), Alexandrine (68-4), Henrica (68-5) en Agnes (68-6), ter eenre, en Jacob Schimmelpenninck van der Oye ten andere, over de nalatenschap van hun grootouders Henrick van der, Capellen (67) en Judith Slindewater, en die van Gerlich (68) en diens zuster Margareta (67-3), vrouw van Jacob Schim- melpenninck van der Oye, ouders van Jacob vnd., en van die van Geertruid (67-4) en Arnolda van der Capellen (67-5). Met een concept, 1630. 32 Magescheid tussen de kinderen van Gerlich van der Capellen (68) en Margareta Schimmelpenninck van der Oye, 1631. Met een concept, en stukken betreffende de verdeling, 1631. 33 “Rouwklagte” op het overlijden van Gerlach van der Capellen (68), door Petrus Gakelius, 1625. 34 Quitantiën voor Gerlich van der Capellen (68) wegens aflossing van schulden, 1610-12. 35 Stukken betreffende het beheer van goederen bij Hasselt, in bezit van den kanselier van der Capellen (68), 1620-21. 38 Commissiebrief namens koning Philips voor Gerlach van der Capellen (68) als raad-ordinaris in Gelre en Zutphen, 1580. 39 Commissiebrief van Geerlach van der Capellen (68), eerste en oudste Raad van Gelre en Zutphen, als kanselier, 1616. 40 Commissiebrief van prins Maurits als stadhouder-generaal van Gelderland voor Gerlich van der Capellen (68) als leenrichter in de zaak van Costen Pieck, heer tot Wolfswaard, contra Assueer van Brakel en Poul van Laen over het bezit van het leen Stapelacker te Beesd etc., 1622. 41 Inventarissen van de ambtelijke nalatenschap van Gerlich van der Capellen (68), geschreven door zijn zoon Alexan- der (70). Met een later afschrift, ~1630. 42 Memorie van Kanselier (68) en Raden over het verraad van graaf Willem van den Bergh, 1583. 45 Aantekeningen van Gerlach van der Capellen (68) over de kwartiersdagen van 1613. 47 Verzameling van afschriften van stukken betreffende leen- en tynszaken, afkomstig van Gerlach (68) en Hendrik van der Capellen (68-1), na 1618. 48 Acte van huwelijksvoorwaarden van Lucas van Essen en Judith van der Capellen (68-3), 1606. 50 Staat van de liquidatie van de boedel van Johan Schimmelpenninck, verdeeld tussen de families Schimmelpenninck, Van Essen (68-3) en Van der Capellen (70), 1661. 51 Acte van approbatie door de Gelderse Leenkamer van het magescheid tussen Agnes van der Capellen (68-6), vrouwe van Rijsselt, en haar neven en nichten Van Essen (68-3) en Van der Capellen (70), 1660. 52 Acte waarbij de familieleden van Agnes van der Capellen (68-6) beloven, haar niet te zullen lastig vallen om giften of geschenken, en zij vrij zal zijn bij testament over haar bezittingen te beschikken. Met een concept, 1660. 53 Stukken betreffende het overlijden en de begrafenis van Agnes van der Capellen (68-6), 1667. 54 Lootcedullen van de erfgenamen van Agnes van der Capellen (68-6), 1667. 55 Stukken betreffende de regeling der nalatenschap van Agnes van der Capellen (68-6), 1667. 56 Stukken betreffende het overlijden en de begrafenis van Alexandrine van der Capellen (68-4), 1642. 57 Stukken betreffende het overlijden en de begrafenis van Henriette van der Capellen (68-5), 1643. 58 Stukken betreffende de liquidatie der boedels van Henrica (68-5) en Alexandrine van der Capellen (68-4), 1642-52. 1.2.5. Henrik van der Capellen (68-1) 59 Testament van Hendrik van der Capellen (68-1), heer van Rijsselt, burgemeester van Zutphen, met een codicil, 1659. Met acte van approbatie van de Gelderse Leenkamer, 1659. 60 Acte van depot te Zutphen van het besloten testament van Hendrik van der Capellen (68-1), 1659. 61 Standaardlijst van uitnodigingen ter begrafenis, vermoedelijk opgemaakt na het overlijden van Hendrik van der Capellen (68-1). Met latere correcties, 1659. 62 Magescheid van de nalatenschap van Hendrik van der Capellen (68-1). Concept, 1661. 63 Rekening, afgelegd door Frederik van der Capellen (100) van de Kleefse goederen, nagelaten door Hendrik van der Capellen (68-1), 1659-67. Bl.Bl. 60 60 64 Lootcedul van de kinderen Van der Capellen over de nalatenschap van Hendrik van der Capellen (68-1), 1660. 65 Stukken betreffende de liquidatie van de boedel van Hendrik van der Capellen (68-1), 1660-61. 66 Inventaris van de papieren liggende in het huis van Hendrik van der Capellen (68-1). Niet afgemaakt, ~1660. 67 Quitantie namens Hugo Werner en Mechtelt van der Capellen (67-3) voor Hendrik van der Capellen (68-1) voor door dezen geïnde penningen, 1630. 68 Stukken betreffende de verkiezing van Hendrik van der Capellen (68-1) als extra-ordinaris raad in het Kwartier van Zutphen, 1629-47. 69 Stukken betreffende de admissie van Hendrik van der Capellen (68-1) in de Ridderschap, 1626-35. 70 Brieven ingekomen bij en minuten van brieven uitgegaan van Hendrik van der Capellen (68-1), 1620-55. 72 Aantekeningen van Hendrik van der Capellen (68-1) over de geschillen tussen Zutphen en de kleine steden. Met een advies over deze zaak, 1637-54. 73 Stukken afkomstig van Hendrik van der Capellen (68-1) over zijn deelneming aan de vergaderingen der Staten Generaal, 1641. 74 Advies van Hendrik van der Capellen (68-1) aan de Staten-Generaal over de geschillen tussen de stad Utrecht en de kleine steden, 1641. 75 Brief van dr. Adam Isinck, syndicus van de Ridderschap van Kleef, aan Hendrik van der Capellen (68-1), vragende informatie inzake een mogelijk huwelijk van den Keurvorst met de dochter van prins Frederik Hendrik, 1646. Met minuut van het antwoord, en afschrift van een aanbevelingsbrief van den Keurvorst aan prins Willem II, 1649 78 Stukken betreffende de zending van Hendrik van der Capellen (68-1) naar de vergadering der Westfaalse Stenden te Essen, 1649+1656-57. 79 Stukken betreffende de onderhandelingen door Hendrik van der Capellen (68-1) gevoerd over de uitlegging van de verdragen tussen Gelderland en Kleef. Met financiële staten over de lasten van Kleef, 1654. 80 Aantekeningen van Hendrik van der Capellen (68-1) over hetgeen geschied is op de landdag te Nijmegen, 1658-59. 1.2.6. Alexander van der Capellen tot de Boedelhof (70) 81 Acte van huwelijksvoorwaarden van Alexander van der Capellen tot de Boedelhof (70) en Emilia van Zuylen van Nyvelt. In duplo, 1626. 82 Testament van Alexander van der Capellen (70) en Emilia van Zuylen, 1656. Afschrift, gewaarmerkt door de zoons en de schoonzoon, 1677, 1656. 83 Magescheid tussen Gerlach (71), Frederik (100), Anna Sophia (70-6) (vrouw van Philips Otto van Coeverden) en Margareta van der Capellen (70-7) (vrouw van Eustatius van Bronckhorst), als erfgenamen van hun ouders en van hun oom en tante Van Lennep, 1681. 84 Staat van afrekening van Frederik van der Capellen (100) over de nalatenschap van zijn moeder, 1676. Met een ver- klaring van deze, en verdere desbetreffende stukken, 1676. 85 Staat van afrekening van Gerlach van der Capellen (71) over de nalatenschap zijner moeder, 1679. 86 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over zijn contract met Agatha van Zuylen van Nyvelt, 1653. 87 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van Margareta Ghijs, weduwe van jkr. Gerard van Lennep (gest. 1675) door Frederik van der Capellen (100) als executeur-testamentair, 1668-80. 88 Brief van Joh. Is. Pontanus aan Alexander van der Capellen (70), begeleidende een lofdicht ter gelegenheid van de dood van Gerlach van der Capellen (68), 1625. 89 Brieven ingekomen bij Alexander van der Capellen (70), 1621-56. 90 Brieven van den rentmeester Willem Hoppinck aan Emilia van Zuylen van Nyvelt (70), 1666. 91 Gebed van Alexander van der Capellen (70) bij zijn komst op de Boedelhof. Met een modern afschrift, 1638. 92 Aantekeningen met afschriften van Alexander van der Capellen (70) in verband met de benoeming van zijn broeder Hendrik (68-1) als extra-ordinaris Raad , 1638-47. 93 Stukken betreffende de vervolging van Michiel Stael, uitgever van een pamflet ten nadele van Alexander van der Capellen (70) en anderen ter zake van corruptie. Met het gedrukte pamflet, 1652. 94 Commissiebrief van de Staten Generaal voor Alexander van der Capellen (70) als Raad van State, 1636. 95 Commissiebrief van de Staten Generaal voor Alexander van der Capellen (70) en Peter van Gouswaert, beiden Raden van State, om voor een schuld van den Keurvorst van Brandenburg diens domeinen in het hertogdom Kleef in bezit te nemen, 1640. Met acte van indemniteit, 1640. 97 Geloofsbrief van de Staten Generaal voor o.a. Alexander van der Capellen (70), ter begroeting van den koning van Engeland, 1650. 98 Acte van benoeming door de Staten Generaal van Alexander van der Capellen (70) voor zijn bemoeiingen inzake de patenten voor de compagniën, 1653. 99 Stukken betreffende de admissie van Alexander van der Capellen (70) in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen, 1620-23. 100 Stukken betreffende de admissie van Alexander van der Capellen (70) in de Ridderschap en andere kwartierszaken, 1604-51. 101 Ontwerp van een memorandum van Alexander van der Capellen (70) over de admissie in de Ridderschap, o.a. van Bl.Bl. 61 61 G. van Essen, 1646. 102 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over toelating etc. tot de Ridderschap van Zutphen, midden 17e eeuw. 106 Extract uit de “summiere aanteyckeninghen” van Alexander van der Capellen (70) over de resoluties van het Kwar- tier inzake de geestelijke goederen, 1598-1647. 109 Stukken betreffende het geschil tussen Evert van Heeckeren tot Nettelhorst en Henrick van Eck tot Medler en Alexander van der Capellen (70) over het presideren op de Kwartiersdagen, 1646. 110 Stukken betreffende het geschil tussen Alexander van der Capellen (70) en Willem van Dorth over de voorrang op de Kwartiersdagen, 1647. 111 “Verbael” van Alexander van der Capellen (70) over zijn commissie naar de steden in Holland, Met bijlagen, 1650. 112 Verbaal van Alexander van der Capellen (70) over zijn zending namens het Kwartier naar ‘s-Gravenhage, met zijn commissiebrief (afschrift), 1647. 114 Voorstellen van Alexander van der Capellen (70) over het redres van de politieke en financiële geschillen in het bestuur van Gelderland, 1646-51. 115 “Consideratiën” en voorstellen van Alexander van der Capellen (70) over verbetering der staatsinstellingen, 1640-52. 116 Stukken betreffende de voorstellen van Alexander van der Capellen (70) voor “ordre en de eenigheyt” in het Kwar- tier, 1649-52. 119 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over militaire zaken, 1650. 120 Stukken betreffende het verzoek van de stad Groenlo aan Alexander van der Capellen (70) om intercessie inzake de betaling van serviesgelden voor het garnizoen. Met afschriften van de rechten in Groenlo van 1277 en 1432, 1651 121 Afschrift van de hand van Alexander van der Capellen (70) van het formulier van de eed van blijvende vijandschap tegen Spanje en de Aartshertogen, 1621? 127 Stukken betreffende de oorlog met Engeland en verdere buitenlandse zaken, 128 Stukken betreffende de voorstellen van Alexander van der Capellen (70) voor de deliberatie ter Grote Vergadering, 1647-55. 131 Afschriften en aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over staatszaken, 1634-45. 132 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over de zittingen der Staten Generaal, 1652. 134 “Rekenboek” van Alexander van der Capellen (70). Met enkele bijlagen, 1627-46. 135 “Memoriaal” van Alexander van der Capellen (70), 1631-34. 136 Acte van verpanding door hertog Arnold aan Gerlach van der Capellen (52), voor een schuld van 6000 rijnse gul- dens, van het ambtmanschap en richterambt van Veluwe. Met afschriften, 1427. 137 Acte waarbij hertog Arnold en zijn broeder Willem ten overstaan van Gerlach van der Capellen (52), richter van Veluwe, het huis Kernhem te Ede en andere goederen onder Doesburg (te Ede), Doornspijk en Arckemheen overdragen. Met een afschrift, 1426. 138 Stukken betreffende de vordering van Beerte van der Capellen (52) en haar kinderen inzake het richterambt van Veluwe. Afschrift 17de eeuw. Met een later afschrift en andere afschriften betreffende deze verpanding. 139 Advies van den raadsheer Van de Sande over het al of niet verjaard zijn van de vordering van de familie Van der Capellen inzake de pandsom van het richterambt van Veluwe, 1634. 141 Stukken betreffende de lossing van het scholtambt van Zutphen, verpand aan de familie Van Westerholt. Met aan- tekeningen van Alexander van der Capellen (70), 1631-34. 142 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (70) over de verpanding van het scholtambt Zutphen, ~1650. 1.2.6.1. Kinderen van Alexander van der Capellen 143 “Bericht” van Gerlach van der Capellen tot Merveld (71) om beschreven te worden in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen. In duplo. Met bewijsstukken, ** 144 Oproepingsbrieven voor kwartiersdagen voor Henrik van der Capellen tot Rijsselt den jonge (70-5), ** 145 Commissiebrieven van de Koning van Denemarken voor Hendrick van der Capellen (70-5) als majoor en overste te voet. Met stukken betreffende zijn afrekening als zodanig, ** 146 Paspoort van den Koning van Denemarken voor overste Hendrik van der Capellen (70-5) voor een reis naar Hol- land. Met een afschrift, in vertaling **. 1.2.7. Frederik van der Capellen tot de Boedelhof (100) 147 Acte van huwelijksvoorwaarden van Frederik van der Capellen (100) en Judith Ermgard van der Schueren. Concep- ten, met bijbehorende stukken, 1660. 148 Verklaring van Emilia van Zuylen van Nyvelt, weduwe van Alexander van der Capellen (70), dat zij aan haar zoon Frederik (100) bij zijn huwelijk haar recht op de lijftocht zal afstaan, 1660. Met een concept, en acte van goedkeuring van haar zoon Gerlach (71) mede namens zijn zusters, 1660. 149 Testament van Frederik van der Capellen (100) en Judith Ermgard van der Schueren, 1697. Met acte van approba- tie door de leenkamer van Gelre, 1698 150 Adviezen over de uitlegging van het testament van Frederik van der Capellen (100) en zijn vrouw, 1736. 151 Magescheid over de nalatenschap van Frederik van der Capellen (100) en zijn vrouw, 1716. Met minuut exempla- ren en taxaties, 1716. Bl.Bl. 62 62 152 Gedicht van Alexander van der Capellen (100) ter gelegenheid van de verjaardagen zijner ouders (70), 1702. 153 “Lijk-gedagtenissen” op het overlijden van mevrouw van der Capellen (100), 1716. 154 Staat van afrekening van Frederik van der Capellen (100) met zijn zuster Margriet (van Berkenwoude) (70-7), 1676. Met afschrift van 2 obligaties, 1702 155 Verklaring van de erfgenamen van J.E. van der Schueren, douairière van der Capellen (100), dat de renten van het goed Het Laer te Hummelo, door hun moeder bestemd voor de armen, beheerd zullen worden door den heer van de Boedelhof, 1739. Minuut. Met een brief van de diaconie van Hummelo aan mevrouw Van Baer, 1662 156 Accoord tussen Henrick van Essen, Jan van Isselmuden, Geerlich van Essen en Frederik van der Capellen (100) c.s. ter eenre, en Alexander Schimmelpenninck van der Oye ten andere, over de nalatenschap van hun “neve” Arent Slinde- water, 1667. Afschrift. Met een afschrift en een verklaring van Arent Slindewater over zijn afkomst en die zijner familie, 1637, en een acte, waarbij Christiaen Meierinck en zijn vrouw Griete aan Arnt Slindewater en Arnt Berck het land het Westerbroick onder Steenderen overdragen, 1534 157 Familieaantekeningen van Alexander van der Capellen (70), voortgezet door zijn zoon Frederik (100), 1626- 47+1680-82. 158 Brief van J. van Essen aan Frederik van der Capellen (100) over de ontvangst der Moscovitische ambassade, 1697. 159 Brieven ingekomen bij Frederik van der Capellen (100), 1666-1707. 160 Afgeloste obligaties ten laste van Frederik van der Capellen (100) en zijn vrouw, 1659-1711. 161 Oratio “pro Aristocratia” van Frederik van der Capellen (100), gehouden in de Hogeschool te Harderwijk, 1647. 162 Dissertatie van Frederik van der Capellen (100) te Harderwijk. In duplo, 1648. 163 Stukken betreffende de admissie van Frederik van der Capellen (100) in de Ridderschap van het Kwartier van Zut- phen, 1656-60. 164 Acten van benoeming van Frederik van der Capellen (100) tot gedeputeerde van het Kwartier van Zutphen, 1674-96. 165 Stukken betreffende de bemoeiingen van Frederik van der Capellen (100) met Doesburgse zaken, 1677-79. 168 Aantekeningen van Frederik van der Capellen (100) over de rekeningen van den rentmeester-generaal, 1664-94. 1.2.7.1. Kinderen van Frederik van der Capellen 189 Testament van Emilia van der Capellen (100-1), 1721. 190 Magescheid tussen de broeders en zusters over de nalatenschap van Emilia van der Capellen (100-1), 1723. In triplo. Met een quitantie van 1727, 1723. 191 Testament van Elsebeen Margriet (100-2), Henriette Agnes (11-3), Catharina Agnes (11-6), Frederica Willemina (100-9) en Anna Theodora van der Capellen (100-11), 1723. 192 Testament van Elsabeen Margarita (100-2), Catharina Agnes (100-6), Frederica Willemina (100-9) en Anna Theo- dora van der Capellen (100-11), 1736. Met afschriften van 1747, en stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van Henrietta Agnes (100-3), 1736 193 Magescheid tussen de broeders en zusters van Amelia (100-1), Fredrik Benjamin (100-11) en Henrietta Agnes van der Capellen (100-3). In triplo, 1736. 194 Magescheid tussen Frederik Robert Evert (102), en Elbert Antonie Gerrit van der Capellen (101-3) en Willem Hendrik van Rouwenoort, man van Maria Antoinetta Walburg van der Capellen (101-2), over hun erfdeel van hun tantes Van der Capellen, 1741. In duplo, met een concept en een afschrift van het testament van 1736. 195 Testament van Anna Theodora van der Capellen (100-11), 1742. Concept met acte van depot van het besloten testament van de stad Zutphen, 1742. 196 Magescheid tussen de erfgenamen van Anna Theodora van der Capellen (100-11). In duplo, 1746. 197 Stukken betreffende de regeling der nalatenschap van Anna Theodora van der Capellen (100-11). Met afgelegde obligaties, 1746-47. 198 Lijfrentebrief van de Staten van het Kwartier van Zutphen op het leven van Agatha (100-8) en Anna Theodora van der Capellen (100-11), oud respect. 20 en 13 jaar, 1693. 199 Commissiebrief van de Staten Generaal voor Frederik (Benjamin) van der Capellen (100-10) als kapitein van de compagnie Broekhuysen in het regiment Weideren, 1713. 200 Commissiebrief van de Staten Generaal voor Frederik Benjamin van der Capellen (100-10) als kapitein ter zee onder de Admiraliteit van Amsterdam, 1716. 1.2.8. Alexander van der Capellen (101) 201 Acte van huwelijksvoorwaarden van Alexander van der Capellen (101) en Sophia Margareta Catharina von Wylich zum Boetzlaer, 1705. Met acten van approbatie van de leenkamers van Gelre en Buren, 1705. 202 Testament van Alexander van der Capellen (101) en Sophia M.C. van Wylich, 1706. Met acte van bekrachtiging door de stad Zutphen, 1706. 203 Stukken betreffende de financiële verhouding tussen Alexander van der Capellen (101) en de familie van zijn over- leden vrouw Sophia van Wylich, 1712-1718. Met stukken betreffende de totstandkoming van dit huwelijk, 1704. 204 Acte van huwelijksvoorwaarden van Alexander van der Capellen (101) en Maria Johanna van Heeckeren, 1709. In duplo. Met acte van approbatie van de Gelderse leenkamer, 1709 en een afschrift, 1709. 205 Staat en inventaris van de nalatenschap van Alexander van der Capellen (101), opgemaakt door zijn weduwe, 1730. Bl.Bl. 63 63 206 Magescheid tussen Maria Johanna van Heeckeren, weduwe van Alexander van der Capellen (101), en haar kinde- ren, 1731. Met acte van approbatie van de Gelderse leenkamer, 1731. 207 Magescheiden tussen Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en de voogden van de onmondige kinderen van Alexander van der Capellen (101), 1732-33. 208 Brieven van rouwbeklag voor mevrouw van der Capellen bij de dood van haar echtgenoot (101), 1730. 209 Bijbelaantekeningen van Alexander van der Capellen (101), 1709-28. 210 Brieven ingekomen bij Alexander van der Capellen (101), 1730. 211 Afgeloste obligaties en quitanties voor Alexander van der Capellen (101) en zijn vrouw, 1700-30. 212 Paspoort van den koning van Frankrijk voor Alexander van der Capellen (101) voor een reis naar Vlaanderen, 1711. 213 Acte van aanstelling van Alexander van der Capellen tot Hagen (101) als curator van de Academie van Harderwijk, 1705. 214 Stukken betreffende de admissie van Alexander van der Capellen (101) in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen wegens de havesathe Hagen, 1690-91. 215 Stukken betreffende de admissie van Alexander van der Capellen (101) in de Ridderschap van Kleef wegens de heerlijkheid Esselt, 1693-96. 216 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (101) over de rekeningen van den rentmeester-generaal, 1711-12. 217 Acte van aanstelling van Alexander van der Capellen (101) door Ridderschap en Steden van het kwartier van Zut- phen als landdrost van de Graafschap. Met stukken betreffende de voorgeschiedenis dezer benoeming, 1706. 218 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (101) over de moeilijkheden in verschillende steden in Gelderland, 1702-08. 224 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (101) over de commissoriale besprekingen over de pandschap van Bredevoort, en over Buren, Culemborg en Anholt, 1709. 225 Instructie voor de ontvangers in de graafschap Zutphen. Met aantekeningen omtrent vroegere instructies van de hand van Alexander van der Capellen (101), 1714. 228 Stukken betreffende de werkzaamheden van Alexander van der Capellen (101) als gedeputeerde ten Velde, 1711. 229 Lijsten van garnizoenen en troepen, afkomstig van Alexander van der Capellen (101) als gedeputeerde ten velde, 1711-12. 230 Extracten uit de resolutiën van de Staten Generaal over het zitting nemen van Alexander van der Capellen (101) als gecommitteerde van Gelre en Zutphen, 1703-07. 231 Extracten uit de resolutiën van de Staten Generaal, waarin opdrachten worden gegeven aan Alexander van der Capellen (101) om hen te vertegenwoordigen, 1711-20. 232 Stukken betreffende de geschillen tussen Groningen en de Ommelanden, afkomstig van Alexander van der Capel- len (101) als gecommitteerde van de Staten Generaal, 1718. 233 Deducties en andere stukken van Catharina Horeman, weduwe van Johan Binckhorst, eerste commies op het comptoir-generaal van de Unie, tegen Gijsbert van Hogendorp, ontvanger-generaal van de Unie, behandeld door Alexander van der Capellen (101), 1722. 234 Stukken betreffende de heerbanen in Gelderland, vermoedelijk afkomstig van Alexander van der Capellen (101) als gecommitteerde, 1725-27. 236 Acten van aanstelling door de Staten Generaal van Alexander van der Capellen (101) als Raad van State, 1718, 1719. Met een memorie over de daar behandelde appèlzaken. 1636-1692 237 Stukken betreffende het optreden van Alexander van der Capellen (101) als gecommitteerde van de Raad van State inzake de fortificatiën en waterwegen in Brabant, 1722. 240 Stukken betreffende de verpachting der tienden en verponden in Brabant, afkomstig van Alexander van der Capel- len (101) als gecommitteerde van de Raad van State, 1716+1720-22. 244 Acte van aanstelling door de Staten van Gelre en Zutphen van Alexander van der Capellen (101) als scholtis binnen en buiten Zutphen, 1721. 245 Rekeningen van Alexander van der Capellen (101) als scholtis binnen en buiten Zutphen. Met enkele bijlagen, 1722-29. 248 Acte van aanstelling door het Hof van Alexander van der Capellen (101) als richter van stad en ambt Doesburg, 1716. 249 1ste en 2de rekeningen van Alexander van der Capellen (101) als richter van Doesburg, 1716-18. 1.2.8.1. Kinderen van Alexander van der Capellen Toon details van deze beschrijving 250 Stukken betreffende het verkrijgen van een prebende van het stift Bedbur voor Maria Antonetta van der Capellen (101-2). Met bewijsstukken, 1732-40. 251 Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap van luitenant Elbert Anthony Gerrit van der Capellen (101- 3), 1745. Met retroacta sedert 1738. 252 Magescheid tussen Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en Willem Hendrick van Rouwenoort tot de Ulenpas, man van Maria Ant. Walburg van der Capellen(101-2), over de nalatenschap van hun broeder Elbert Anthony Gerrit (101-3). In duplo met een concept, 1745. 253 Staat van de afstamming der familie Van Rouwenoort (101-2), ~1750. Bl.Bl. 64 64 1.2.9. Frederik Robert Evert van der Capellen (102) 254 Acte van huwelijksvoorwaarden van Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en Anna Margareta Elisabeth van Lynden d’Aspremont 1731. Met afschriften, 1731. 255 Testament van Frederik R.E. van der Capellen (102) en Anna M.E. van Lynden, 1750. Met acten van approbatie van de leenkamer van Gelre en den scholtis binnen en buiten Zutphen, 1750. 256 “Rouwklacht” op het overlijden van Frederik R.E. van der Capellen (102), 1755. 257 Acte waarbij de kinderen en de weduwe van Frederik R.E. van der Capellen (102) het testament bekrachtigen, 1757. 258 Contract tussen de jongere kinderen van Frederik R.E. van der Capellen (102) en Anna M.E. van Lynden, nog bij het leven hunner moeder. In triplo, 1785. 259 Magescheid tussen alle kinderen over de nalatenschap van hun ouders (102). In duplo, 1785. 260 Nader magescheid als voren. In duplo, met een afschrift (102), 1785. 261 Tweede nader magescheid, nadat de inventaris van de boedel was opgemaakt, tussen de erfgenamen van de voorge- noemden (102), 1785. In triplo, met een staat der goederen en afschrift van de ouderlijke dispositie van 1750. 262 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van voorgenoemden, 1750-1786. Met afrekeningsstaat van de boedel van mevrouw van der Capellen (102), 1785 263 Bijbelaantekeningen van Frederik R.E. van der Capellen (102), 1731-40. 264 Acte waarbij Frederik R.E. van der Capellen (102), de rente, door zijn voorvader bestemd voor een student in de theologie, aan H. Nibbelinck toekent. Met een afschrift, 1740. 265 Verklaring omtrent de afstamming van mevrouw van der Capellen (102), 1736. Met een doopextract van 1707 266 Tekening van de kwartierwapens van mevrouw van der Capellen (102), ~1750. 267 Brieven ingekomen bij Frederik R.E. van der Capellen (102), 1736-54. 268 Brief van mevrouw van Rouwenoort-van der Capellen (101-2) aan haar schoonzuster mevrouw van der Capellen- van Lynden (102), 1755. 269 Request, met gunstige apostille, van Frederik R.E. van der Capellen (102) aan de stad Zutphen om zijn zoons Alexander Hendrik (103) en Godert Philip (102-2) als burger van Zutphen te erkennen, 1738. 270 Verklaring van de stad Zutphen, dat Frederik R.E. van der Capellen (102) een geboren burger is, en goederen naar Arnhem mag vervoeren, 1742. 271 Rekeningen en quitanties voor Frederik R.E. van der Capellen (102), 1731-55. 272 Afgeloste obligaties met bijbehorende stukken, afkomstig van Frederik R.E. van der Capellen (102) en zijn vrouw, 1736-54. 273 Rekeningen voor mevrouw van der Capellen-van Lynden (102), 1755-85. 274 Afgeloste obligaties met bijbehorende stukken, afkomstig van mevrouw van der Capellen-van Lynden (102), 1759-81. 275 Diverse staatsstukken, afkomstig van Frederik R.E. van der Capellen (102) en zijn zoon (?103), 1725+1743-77. 276 Stukken betreffende de admissie van Frederik R.E. van der Capellen (102) in de Ridderschap van het kwartier van Zutphen, 1732-33. 280 Pro memorie over het ceremonieel ter Synode, bijgewoond door Frederik R.E. van der Capellen (102) namens de stad, 1743. Met afschrift van de instructie van 1684. 281 Acte van aanstelling door de Staten van het Kwartier van Frederik R.E. van der Capellen (102) tot scholtis binnen en buiten Zutphen, 1751. 282 1ste tot 4de rekeningen van Frederik R.E. van der Capellen (102) als scholtis binnen en buiten Zutphen. Met het concept van de eerste rekening, 1751-55. 283 Stukken betreffende de ambtsuitoefening van Frederik R.E. van der Capellen (102) als scholtis vnd. Met enkele retroacta, 1751-54. 285 Stukken betreffende de zending van Frederik R. E. van der Capellen (102) namens den Prins naar Groningen en de Ommelanden 292 Stukken betreffende de zending van Frederik R. E. van der Capellen (102) namens den Prins naar Drente, 1748-49. 293 Declaraties van Frederik R.E. van der Capellen (102) c.s. voor de commissies naar Groningen en Drente, 1749. 294 Verbaal en rapport van Frederik R.E. van der Capellen (102) en mr. Willem Brantsen als gecommitteerden van de Prins naar Tiel inzake de geschillen over de uitzetting der ambtslasten in Nederbetuwe, 1751. Minuten. Met een request van de Heren etc. van Tielerwaard over een soortgelijke zaak, 1748 295 Acte van aanstelling door den Prins van Frederik R.E. van der Capellen (102) tot het waarnemen van de commissie tot de Benificiering van Nederrijn en IJssel wegens de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen, 1751. 303 Afscheidsrede van Frederik R.E. van der Capellen (102) als lid van dit college. In duplo. Minuten, 1751. 1.2.9.1. Kinderen van Frederik Robert Evert van der Capellen 333 Codicillaire disposities van Caroline Albertine van der Capellen (102-8). Notariële expeditie, 1795-96. 334 Stukken betreffende de nalatenschap van Caroline Albertine van der Capellen (102-8), 1797-98. 335 Acte van huwelijksvoorwaarden van Coenraet Willem baron van Haersolte tot Bredenhorst en Swaluwenborgh, heer van Staverden, en Luthera Anna Agatha barones van der Capellen (102-3), 1755. 336 Stukken betreffende de opzwering der kwartieren van Luthera Anna Agatha van der Capellen (102-3) als joffer in Bl.Bl. 65 65 het stift Bedbur. Met een kwartierstaat op perkament, 1742-43. 1.2.10. Alexander Hendrik Van der Capellen (103) 337 Doctorsbul in de rechten van de Leidse Academie voor Alexander Hendrik van der Capellen (103), 1753. 338 Acte van huwelijksvoorwaarden van Alexander Hendrik van der Capellen (103) en Reinira Adolphina Charlotta van Nagel. In duplo, met acte van approbatie door de leenkamer van Gelre, 1755. 339 Testament van Alexander van der Capellen (103) en zijn vrouw, 1806, geopend 1807 340 Acte van depot en opening van het voornoemde testament (103), 1806, 1807. Met een verklaring over het recht van successie, 1807 341 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van mevrouw van der Capellen-van Nagel (103), 1807. 342 Bijbel van 1748, waarin familieaantekeningen van Alexander Hendrik van der Capellen (103), zijn vrouw en kinde- ren, 1755-1817 343 Kwartierwapens van mevrouw van der Capellen (103), z.d. 344 Brieven van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) aan zijn broeder Alexander Hendrik (103), 1772. 345 Stukken afkomstig van Alexander Hendrik van der Capellen (103) over de admissie in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen, 1754-93. 346 Acte van verbintenis tussen Alexander Hendrik (103), Frederik Robert Godert Cornelis van der Capellen (103-4) en andere edelen om de opzwering voor de admissie in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen te handhaven. Met een minuut, 1793. 347 Verzoekschrift van Alexander Hendrik van der Capellen (103) om voortaan in plaats van voor de Dam voor de Boedelhof te worden verschreven. Met bijlagen, 1788. 348 Taxaties van het bezit en van de schulden van Alexander Hendrik van der Capellen (103), 1798-99. 350 Quitanties voor Alexander Hendrik van der Capellen (103) over de betaling der buitengewone heffingen, 1800-05. 351 Afgeloste obligaties en schuldbekentenissen ten laste van Alexander Hendrik van der Capellen (103) en zijn vrouw, 1754-1803. 352 Rekeningen en quitanties voor Alexander Hendrik van der Capellen (103) en zijn vrouw, 1790-97. 353 Stukken betreffende verdere financiële zaken van Alexander Hendrik van der Capellen (103) , 1763-95. 356 Aantekeningen van Alexander Hendrik van der Capellen (103) over de Landdagen van 1780-1782 357 Commissiebrief voor Alexander Hendrik van der Capellen (103) als ordinaris-gedeputeerde in de Raad van State, 1753. 358 Acte van aanstelling van Alexander Hendrik van der Capellen (103) door de Staten Generaal als Raad van State, 1754. Met een mandaat tot betaling, 1754. 362 Acte van aanstelling door de Staten van Gelre en Zutphen van Alexander Hendrik van der Capellen (103) als raad- ordinaris van Gelre en Zutphen, 1756. Met afscheidsrede bij zijn aftreden (1779). Minuut, 1756. 363 Aantekeningen van Alexander Hendrik van der Capellen (103) over civiele en appèl procedures voor het Hof, z.d. 364 Aantekeningen van Alexander Hendrik van der Capellen (103) over criminele procedures voor het Hof, 1758-79. 366 Acte van aanstelling door de Staten Generaal van Alexander Hendrik van der Capellen (103) als Raad in de Admi- raliteit van Amsterdam, 1787. 373 Acten van aanstelling van Alexander Hendrik van der Capellen (103) als richter van stad en ambt Doesburg, 1779+1808. 374 Acte van ontslag als zodanig (103), 1795. 376 Lijsten van degenen die in het richterambt Doesburg diensten moeten verrichten, ca. 1780. Met een memorie daar- over van Alexander van der Capellen (103) 1783. 378 Contract tussen Alexander Hendrik van der Capellen (103) als richter van stad en ambt Doesburg en O. F. Hamel als zijn stadhouder, 1781. Met acten van benoeming van een fiscaal en een jachtopziener, 1765, 1775 379 Stukken ingekomen bij Alexander van der Capellen (103) als richter van Doesburg, 1779-1805. 383 1e, 12e, 13e en 16e rekeningen van Alexander Hendrik van der Capellen (103) als richter van stad en ambt Does- burg. Met enkele bijlagen, 1781-95. 387 Stukken betreffende de borgtocht door Alexander van der Capellen (103) gesteld als richter van het ambt Does- burg, 1802, en de opheffing daarvan, 1812 388 1e, 2e en 5e rekeningen van Alexander van der Capellen (103) als richter van het ambt Doesburg. Met enkele bijla- gen, 1802-06. 389 Acte van confirmatie van Alexander Hendrik van der Capellen (103) als richter van de stad Doesburg, 1806. 396 Stukken betreffende verbeteringen in de heffing van het collateraal, waarbij om advies werd gevraagd aan Alexander Hendrik van der Capellen (103), 1793-94. 407 Stukken betreffende de poging van Alexander Hendrik van der Capellen (103) om voor zijn dochter (**) een pre- bende in het stift Oberndorf te verwerven, 1777-78. 409 Inventaris van het archief op Ampsen, opgesteld door S.D.C.A. van Heiden, douairière van Nagel tot Ampsen (103), 1748, overgenomen door M. Ripperda in 1749. 411 Stukken betreffende de pretentie van de familie Van der Capellen (103) op de nalatenschap van Unico van Rip- perda, heer van het Weldam, 1794-1807. Bl.Bl. 66 66 412 Acte van schuldbekentenis van Gerrit Willem Bruinink voor Alexander Hendrik van der Capellen (103) en zijn vrouw, groot f 5800-, wegens de aankoop van het goed Geverdink onder Beltrum, 1774. 1.2.10.1. Kinderen van Alexander Hendrik van der Capellen 413 Deductie van Frederik R.G.C. van der Capellen (103-4) voor toelating tot de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen. Met incomplete bijlagen, 1788. 414 Acte waarbij de Koning F.R.G.C. van der Capellen (103-4) admitteert als lid van de Ridderschap in Gelderland, 1814. 415 Stukken betreffende de afrekening van Frederik R.G.C. van der Capellen (103-4) met de Duitse Orde, 1816-1817. Met zijn inschrijvingsbillet van 1766. 416 Acte waarbij de Koning aan F.R.G.C. van der Capellen (103-4) een gratificatie van f 500,- ‘s jaars toekent, 1817. 417 Kennisgeving aan F.R.G.C. van der Capellen (103-4) dat hij benoemd is tot raadslid te Zutphen, 1815. 418 Brieven ingekomen bij F.R.G.C. van der Capellen (103-4), 1788-98. 419 Acte van huwelijksvoorwaarden van Evert Jan Benjamin van Goltstein en Frederica Everdina Anna van der Capel- len (103-2), 1782. 420 Brieven ingekomen bij Henriette Constance van der Capellen (103-3), 1791-1811. 421 Quitanties voor freule Henriette van der Capellen (103-3), 1805-08. 422 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van freule Henriette van der Capellen (103-3) met retro-acta, 1847-48. 423 Recepten en gedichten, afkomstig van freule Constance van der Capellen (103-3) ~1800. 424 Brieven ingekomen bij freule Charlotte Louise van der Capellen (103-5), 1792. 1.2.11. Godart Philip Cornelis Theodoor van der Capellen (102-2) 425 “Principes latinae”, pour (Godart van der Capellen) (102-2), z.d. 426 Acte van huwelijksvoorwaarden van Godart Ph.C.Th. van der Capellen (102-2) en Emmerentia Cornelia van der Capellen (73-5). Afschrift, 1760. 427 Testament van mevrouw van der Capellen-van der Capellen (73-5), 1805, geopend in 1811 428 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van mevrouw van der Capellen (73-5), 1811-18. 429 Acte van scheiding van Nederlands Werkelijke schuldbewijzen uit de boedel van mevrouw van der Capellen (73-5), die gereserveerd waren voor uitbetaling van lijfrenten, 1852. 431 Declaratie van Godart van der Capellen (102-2) als commis-generaal van H.H. Mogenden over de convoyen en licenten te Zutphen wegens verschotten en reiskosten in 1761. Met resolutie omtrent de betaling, 1762. Afschriften, 1761. 1.2.12. Robert Jaspar van der Capellen (105) 1.2.12.1. Algemeen 439 Stukken betreffende de genealogie van de familie van der Capellen, verzameld door R.J. van der Capellen (105) tijdens zijn verblijf te Brussel, 1789. 440 Verklaringen ten behoeve van R.J. van der Capellen (105) gemaakt ten aanzien van leden van zijn geslacht in Mun- ster en Keulen, 1765. 443 Brieven aan R.J. van der Capellen (105) over historische en genealogische onderwerpen, 1773-1809. 444 Stukken betreffende de pogingen van R.J. van der Capellen (105) en zijn zoon Philippe (170) om opgenomen te worden in de Franse adel, 1807-12. 445 Stukken betreffende de bouw en de vernieling van het familiegraf der familie van der Capellen te Gorssel, 1785-88. 446 Genealogie van de afstammelingen van Frans Godert baron van Lijnden, heer van Hemmen etc, toegezonden door R. van Lijnden aan Robert Jaspar van der Capellen (105) met begeleidende brief, 1811. 1.2.12.2. Persoonlijk 447 Stukken betreffende de huwelijksvoltrekking van R.J. van der Capellen (105) en Sara Jacoba van den Velde, 1769. Met acten van approbatie van de leenkamers van Gelre en Wilp, 1770 448 Bijbelblad behelzende aantekeningen betreffende het huwelijk en de kinderen van R.J. van der Capellen (105), 1769-81. 449 Testament van R.J. van der Capellen (105) en zijn vrouw, 1770. Met een afschrift en acten van approbatie van de leenkamers van Gelre, Utrecht en Wilp, 1770. 450 Codicil van R.J. van der Capellen (105), 1808. Concept en afschrift. Met een codicil betreffende zijn archief, 1813. 451 Stukken betreffende het overlijden en de begrafenis van R.J. van der Capellen (105), 1814. Brieven van familieleden aan R.J. van der Capellen en zijn vrouw 453 Van Helena van der Capellen (105-2) (later mevr. Van Haersolte) aan haar ouders, 1790-98. 455 Van Alexander van der Capellen (175) aan zijn vader, 1790-1814. 456 Van Cornelie van Diepenbrugge, vrouw van Alexander van der Capellen (175), aan haar schoonvader, 1801-02. 457 Van Robert J.A. van der Capellen (176) aan zijn grootvader, 1813. 458 Van Cornelie van der Capellen (105-4) aan haar vader, van haar man Jac. Azevedo en hun zoon Jules, 1793-1814. 459 Van Robertine van der Capellen (? 105-6), vrouw van Sébastien graaf Strada Darosberg, aan haar vader, 1808-13. 460 Van F.B.A. Philippe van der Capellen (120) aan zijn vader, 1790-1813. Bl.Bl. 67 67 461 Van Caroline Copes van Hasselt, vrouw van Philippe van der Capellen (120), aan haar schoonvader, 1809-14. 462 Van Emerentia L.J. van der Capellen(105-9), vrouw van Gerrit W.W.C. van Hoevel, aan haar vader, 1813-14. 463 Van Alexander Hendrik van der Capellen van de Boedelhof (103) aan zijn broeder (105), 1782-1809. 464 Van Frederik Johan Benjamin van der Capellen van Rijsselt (104) aan zijn oom (105), 1813. 465 Van Emerentia Cornelia van der Capellen (73-5), weduwe van G.Ph.C.Th. van der Capellen van Dorth (102-2), aan haar zwager (105), 1787. 466 Van Frederik Benjamin van der Capellen van Rijsselt (102-4) aan zijn broeder (105), 1783-1803. 467 Van Alexander Philip van der Capellen van Berkenwoude (110) aan zijn broeder (105), 1781-87. 468 Van Carolina Albertina van der Capellen (102-8) aan haar broeder (105), 1787-96. 469 Van Johan Derk van der Capellen van de Pol (117) aan zijn neef (105), 1773-84. 471 Van Charlotte de Ceva (**) aan haar “vader” (105), 1809. 472 Brieven aan R.J. van der Capellen (105) betreffende zijn zoon Alexander (175), 1811-14. 473 Stukken betreffende het huwelijk en de financiële gevolgen daarvan van Robertine van der Capellen (105-6) met graaf Strada, 1791-1802. 474 Stukken betreffende de liquidatie van de nalatenschap van Frederik Benjamin van der Capellen van Rijsselt (? 104- 1), 1806-13. 475 Stukken betreffende het overlijden en de regeling der nalatenschap van Carolina Albertina van der Capellen (**), 1796. 476 Brieven van John Brown, kostschoolhouder, over de kinderen van R.J. van der Capellen (105), 1786-87. 477 Stukken betreffende de financiële administratie van R.J. van der Capellen (105), 1779-1806. 478 Staat van afrekeningen van R.J. van der Capellen (105) en de erfgenamen van mr. Johan Haesebroek over de admi- nistratie van eerstgenoemden, gesloten in 1801 479 Requesten van R.J. van der Capellen (105) aan Koning Lodewijk en Keizer om bijstand, 1809-11. 480 Stukken betreffende de vorderingen van R.J. van der Capellen (105) wegens zijn aandeel in de Amphioen-sociëteit te Batavia, 1777-1804. 481 Stukken betreffende de pogingen van de familie Van der Capellen om, op grond van het testament van Unico Ripperda tot Weldam, de rechtmatigheid van het bezit van Weldam door Jacob Unico graaf van Wassenaer-Twickel te betwisten, 1807-13. 482 Stukken betreffende de loopbaan van R.J. van der Capellen (105) als officier, 1767-70. 483 Stukken betreffende het lidmaatschap van R.J. van der Capellen (105) van de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1778-1808. 1.2.12.3. Staatkundig 484 Stukken betreffende de admissie van R.J. van der Capellen (105) in de Ridderschap van het Kwartier van Zutphen, 1769-71. Stukken betreffende de politieke werkzaamheden van R.J. van der Capellen 490 Stukken betreffende de politieke werkzaamheden van R.J. van der Capellen (105), z.d. 493 Stukken betreffende het vonnis van het Gelderse Hof, uitgesproken tegen R.J. van der Capellen (105), en de execu- tie daarvan, 1788-95. 494 Bijlage tot de “Memorie van den heere van de Marsen”, in druk uitgegeven te Duinkerken in 1791. Brieven van politieke aard, ingekomen bij Robert Jaspar van der Capellen van de Marsch 497 Gedichten ter ere van R.J. (105) en J.D. van der Capellen (117), 1786. 498 Brieven en andere stukken, ingekomen bij R.J. van der Capellen (105) tijdens zijn verblijf in België en Frankrijk, 1787-1802. 566 Bijlagen tot het verzoek van Alexander Philip van der Capellen van Berkenwoude (110) om verschreven te worden in de Ridderschap van de Veluwe, 1781. 567 Stukken betreffende de admissie van J.D. van der Capellen (105) in de Ridderschap van Overijssel, 1771. 1.2.12.4. Bezittingen 574 Acte waarbij Robert Jaspar van der Capellen en zijn vrouw, heer en vrouwe van de Marsch, aan Peter, hertog van Koerland, huis en havesate de Lathmer met de Leeuwenberg verkopen, door hen in 1769 van de erfgenamen van Lub- bert Jan baron van Eck aangekocht, 1780. 1.2.13. De afstammelingen van Robert Jaspar van der Capellen (105) 1.2.13.1. Philippe (F.B.A.Ph.) van der Capellen (120) 1.2.13.1.1. Stukken van persoonlijke aard 575 Huwelijkscontract met Carolina Copes van Hasselt, 1805. Met doopacten van bruid en bruidegom (120), 1781-1803. 576 Brief van den Koning gevende toestemming zijn zoon naar hem te vernoemen (120-3), 1815. Met bericht van over- lijden van dit kind, 1819, en een brief over de naamgeving van een anderen zoon (125), 1819. 577 Testament van Ph. van der Capellen (120) en zijn vrouw, 1807. 578 Codicil van mevr. van der Capellen (120), 1834. 579 Testament van Ph. van der Capellen (120), 1841. Met een codicil van 1847. 580 Testament van mevr. van der Capellen (120), 1841. Bl.Bl. 68 68 581 Brief van rouwbeklag van prins Frederik aan mevr. van der Capellen bij het overlijden van haar man (120), 1854. 582 Pensioenacte voor mevr. van der Capellen (120), 1854. 584 Stukken betreffende het lidmaatschap van de Ridderschap van Gelderland, 1814-40. 585 Diploma als corresponderend lid van de My. van Weldadigheid in de Zuydelijke Provintiën der Nederlanden, 1823. Brieven van familieleden 586 Van Robert Jaspar van der Capellen (105) aan zijn zoon en diens vrouw, 1794-1814. 587 Condoléancebrieven bij het overlijden van zijn vader (105), 1814. 588 Bericht van het overlijden van zijn moeder (105), 1823. 589 Brief aan zijn vrouw over de aanval op Brussel (120), 1831. 590 Van Philip van der Capellen aan zijn vader, 1835. Met stukken betreffende zijn overlijden, 1835. 591 Van Willem van der Capellen (125) aan zijn vader, 1832. Met brieven over zijn benoeming tot page des Konings. 592 Van Fred. Benj. van Haersolte (105-2) aan zijn zwager, 1814. 593 Van Agatha van Haersolte (dochter van 105-2) aan haar oom, 1823-25. 594 Van Alexander van der Capellen (175) aan zijn broeder, 1814-27. 595 Van J.J. graaf d’Hers (105-4) aan zijn zwager over financiële zaken, 1814. 596 Van Jules Azevedo (**) aan zijn oom, 1843-44. 597 Van Pauline d’Hers (dochter van 105-4) en haar man A. Delahaya, 1840. 598 Van Alfred de Prez (**) aan zijn oudoom, 1836-39. 599 Van mevr. Van Hoevele-van der Capellen (105-9) aan haar broeder, 1817. 600 Van Frederik Benjamin van der Capellen van Rijsselt (102-4) aan zijn neef, 1801-05. 601 Van Frederik Johan Benjamin van der Capellen van den Dam (103-6) aan zijn neef, 1823-40. 602 Van J. Lenting (**) aan zijn oom, 1837-40. 603 Van A.F.R.E. van Haersolte (**) aan zijn neef, 1803-30. 604 Van J.A. van Hasselt (**) aan zijn neef, 1822-31. 605 Van Godert (G.A.G.Ph.) van der Capellen (165) aan zijn neef, 1814-47. 606 Van R.J.L. van der Capellen (170) aan zijn neef betreffende het overlijden van Godert van der Capellen (165), 1848. 607 Verzoek aan den Koning om steun voor zijn op non-actief gestelden zoon Robert (121), 1844. Met een aanteke- ning van zijn vader Robert Jaspar (105) over een beraamde aanslag op de prinses van Oranje in 1792. 608 Stukken betreffende de regeling der nalatenschap van de douairière van der Capellen van Dorth, geb. Van der Ca- pellen (**), 1811-23. 609 Brieven van de Parijse bankiers Audenet & Slingerlant over betalingen aan Alexander van der Capellen (175), 1814-16. 611 Stukken betreffende zijn functie als toeziende voogd van de kinderen van zijn zuster Haersolte (105-2), 1830-34. 614 Stukken betreffende een lijfrente op Frankrijk, geërfd van zijn oom F.B. van der Capellen van Rijsselt (102-4), 1809-36. 615 Stukken betreffende de taxatie en verkoop van de Marsch bij Zutphen en de Groote Zegerij te Brummen, 1833-34. 1.2.13.1.2. Stukken betreffende zijn militaire loopbaan 616 Aanstellingen, 1799-1831. 617 Diplomata en andere stukken betreffende decoraties, 1807-44. 618 Stukken betreffende zijn (120) dienst als cadet in het 2de regiment cavalerie, 1797-1799, en als 2de luitenant in het 1ste bataillon jagers, 1799-1803 619 Stukken betreffende zijn (120) dienst als kapitein, later majoor-adjudant in het Bataafsche leger, 1803-06. 620 Stukken betreffende zijn (120) dienst als luitenant-kolonel in het Hollandsche leger, 1807-09. 621 Stukken betreffende zijn (120) dienst als kolonel in het Keizerlijke leger, 1810-11. 622 Stukken betreffende zijn (120) dienst als chef de bataillon te Pampeluna, 1811-13. 623 Stukken betreffende zijn (120) Engelsche krijgsgevangenschap, 1814. 624 Stukken betreffende zijn (120) dienst als kolonel-commandant bij de blokkade van Delfzijl en Coevorden, 1814. 625 Stukken betreffende zijn (120) dienst als kolonel-plaatselijk commandant van Venlo, 1814. 626 Stukken betreffende zijn (120) dienst als generaal-majoor, commissaris bij de Oostenrijkse en Beierse legers in Duitsland en Frankrijk, 1815. 627 Stukken betreffende zijn (120) dienst als Provinciaal commandant van Luxemburg, 1816. 628 Stukken betreffende zijn (120) dienst als Provinciaal commandant van Namen, 1817. 629 Stukken betreffende zijn (120) dienst als commissaris voor de terugtocht der Russische legers uit Frankrijk, 1818. 630 Stukken betreffende zijn (120) dienst als Provinciaal commandant van Antwerpen, 1818-25. 631 Stukken betreffende zijn (120) dienst als Provinciaal commandant van Utrecht, 1827. 632 Stukken betreffende zijn (120) dienst als opperbevelhebber van Bergen op Zoom, 1831-39. 633 Stukken betreffende zijn (120) dienst als opperbevelhebber te Maastricht, 1839-49. 1.2.13.2. De kinderen van Philippe van der Capellen (120) 634 Stukken betreffende Alexander Philip Gerlach van der Capellen, (120-2), 1828-35. 635 Stukken betreffende de personalia en de benoeming tot officier van Willem Frederik van der Capellen (125), af Bl.Bl. 69 69 komstig van zijn vader Philippe (120), 1833-41. 636 Brieven van Philippe van der Capellen (120) en zijn vrouw aan hun zoon Willem (125), 1828-54. 637 Stukken betreffende Robert Jasper Gerlach van der Capellen (121), 1806-70. Stukken betreffende latere leden van het geslacht van der Capellen van de Marsch 638 Stukken betreffende latere leden van het geslacht van der Capellen van de Marsch, z.d. 638a Stukken betreffende latere leden van het geslacht van der Capellen van de Marsch, z.d. 1.2.14. Alexander Philip van der Capellen (110) 639 Memorie over de verschrijving van Alexander Philip van der Capellen (110) in de Ridderschap van het Kwartier van Veluwe. In triplo. Met een verzamelband van de bewijsstukken met getekende wapens. (Vgl. inv.nr. 556), 1781. 640 Beschrijving van het conflict tussen Alexander Philip van der Capellen (110), kamerheer van Prins Willem V en zijn heer. Vertaling in het Frans gedrukt, 1784. 641 Memorie van Alexander Philip van der Capellen (110) over het innemen van Gorinchem door de Pruisen in 1787. 642 Stukken betreffende de gevangenschap te Wezel en het daarop gevolgd overlijden van Alexander Philip van der Capellen (110), 1787. 643 Brieven van Robert Jaspar van der Capellen (105) aan zijn broeder Alexander Philip (110), 1764-84. 644 Brieven van Joan Derk van der Capellen (117) aan zijn neef Alexander Philip (110), 1770-79. 645 Brief van prins Willem V aan Alexander Philip van der Capellen (110) over het optreden van Joan Derk van der Capellen (117), 1779. 646 Stukken betreffende het beheer en de afwikkeling van de nalatenschap van mevrouw van der Capellen-van Tuyll (165), 1856-65. 1.2.14.1. Kinderen van Alexander Philip van der Capellen 647 Brieven van Alfred de Prez (**) en Jules Nyvenheim (**) aan hun neef Godart A.G.Ph. van der Capellen (165), 1838-44. 648 Stukken betreffende Robert Lieve Jasper van der Capellen (170) en zijn afstammelingen, 19e eeuw. 649 Stukken betreffende het beheer van de goederen van Robert Lieve Jasper van der Capellen (170), 1844-70. 650 Stukken betreffende de Duitse tak Capellen van Berkenwoude (150/160), 19e eeuw. 1.2.15. Hans Christoffel van der Capellen (115) 651 Acte van huwelijksvoorwaarden van Hans Christoffel van der Capellen, heer van Hagen (115), en Ermgarde Louise Sweerts de Landas, vrouwe van Appeltern en Altforst, 1709. Met een ongezegeld exemplaar op perkament, en acte van approbatie door Gelre, 1709, waarbij hij tevens met Hagen en zij met Appeltern en Hagen beleend worden, 1712. 652 Magescheid tussen Hans Christoffel van der Capellen, heer van Hagen (115), met zijn drie minderjarige kinderen, over de de door zijn vrouw nagelaten en door hem na te laten goederen, 1733. Met acte van approbatie van de Gelderse leenkamer, 1733, en een afschrift van 1740. 653 Magescheid tussen Frederik Jacob Derk van der Capellen, heer van Appeltern en Altforst (116), Jaspar Gerrit van der Capellen, heer van Hagen (115-2), en Margrieta Isabelle van der Capellen (115-3), vrouw van Willem van Ittersum, heer van Oosterhoff, van de meubels, vorderingen en schulden van wijlen Hans Christoffel van der Capellen (115). Met afschriften, 1739. 654 “Staat en inventaris gemaakt op den huyse Appeltern”, van de boedel van Hans Christoffel van der Capellen (115). Met een afschrift, 1739. 655 Commissiebrief voor Hans Christoffel van der Capellen (115) als kapitein in de compagnie Scheel, 1659. 656 Acte van huwelijksvoorwaarden van Willem van Ittersum, heer tot Oosterhoff, en Margareta Isabelle van der Capel- len (115-3), 1733. 657 Magescheid tussen Frederik Jacob Derk van der Capellen (116), Anna Theodora (**), Jasper Gerrit (115-2) en Margareta Isabelle van der Capellen (115-3), vrouw van Willem van Ittersum, over hun aandeel in de nalatenschap van de freules van der Capellen, 1741. 658 Stukken betreffende het verzoek van Hans Christoffel van der Capellen (115) tot admissie in de ridderschap van Maas en Waal, 1716. 659 Schuldbekentenis van Hans Christoffel van der Capellen (115) aan dr. P. Verstege, 1709. Afschrift met aantekenin- gen over de lossing 1739 660 Acte van approbatie door Gelre van het besloten testament van Jasper Gerrit van der Capellen, heer tot Hagen (115). Met afschrift van de acte van opening, 1746. 661 Magescheid tussen Frederik Jacob Derk van der Capellen (116) en zijn zuster Margareta Isabelle van Ittersum (115-3) over de nalatenschap van hun broeder Jasper Gerrit van der Capellen, heer van Hagen (115-2), 1749. Met een verklaring over de verdeling van het meubilair, 1751. 662 Ontslagbrief voor Jasper Gerrit van der Capellen (115-2) als cadet in het regiment van Plotho, 1731. 663 Acte van huwelijksvoorwaarden van Frederik Jacob Dirk van der Capellen (116) en Anna Elisabeth van Bassenn, 1740. Met een afschrift, en acte van approbatie voor Gelre, 1747. 664 Stukken betreffende de admissie van Frederik Jacob Dirk van der Capellen (116) tot de ridderschap van Maas en Waal, 1739-40. Bl.Bl. 70 70 1.2.16. Joan Derk van der Capellen (117) 665 Acte van huwelijksvoorwaarden van Jan Derck van der Capellen (117) en Hillegonda Anna Bentinck, 1766. In duplo. Met acte van approbatie van den heer van Putten, 1775. 666 Acte van huwelijksvoorwaarden van Rudolph Christiaan van Rechteren en Anna Elisabeth van der Capellen (117- 1). Afschrift, 1784. 667 Acte van vrijwaring van Frederik Benjamin (102-4) en Robert Jasper van der Capellen (105) voor hun neef Johan Derck (116), die zich borg gesteld had voor hun broeder Alexander Philips, 1780. 668 Stukken betreffende de admissie van Johan Derck van der Capellen (117) in de ridderschap van Overijssel, 1768-70. 669 Stukken betreffende het optreden van Johan Derck van der Capellen (117) in Overijssel, 1773-79. Stukken afkomstig van de familie Van Bassenn, waarvan de moeder van J.D. van der Capellen de erfdochter was 678 Magescheid tussen Elisabeth Roper, weduwe van Johan Hendrick van Bassenn, en haar zoon Dirk Reynier ter eenre, en Gustavus van Klingstett ten andere, over de nalatenschap van hun respect, dochter, zuster en vrouw Anna Elisabeth van Bassenn (116), 1718. 679 Magescheid tussen Frederik Jacob Derk van der Capellen (116) en zijn vrouw Anna Elisabeth van Bassenn ter eenre, en Gerrit Willem van Balveren, heer van Leur, als vader van zijn kinderen bij Jacoba Johanna van Bassenn, over de nalatenschap van Derck Reynder van Bassenn, 1752. Afschrift van 1768. 680 Memorie over de verdeling der bezittingen tussen Derk Reynier van Bassenn en zijn dochters, in 1740 en na diens dood, in 1752. 681 Memorie over de adeldom van de familie Roper, opgemaakt ten behoeve van Johan Derck van der Capellen (117) met afschriften van bewijsstukken, ~1770. 1.2.16.1. Bezittingen van de tak Van der Capellen van Appeltern 701 Eigendomsbewijs voor Frederik Jacob Derk van der Capellen tot Appeltern (116), na opdracht door Willem Hen- drik van Nassau, graaf van Rochefort, van 2/3 deel van de Suylense weert in het kerspel Maurik, leenroerig aan Gelre, waarmede hij, mede namens zijn vrouw Anna Elisabeth van Bassenn, beleend wordt, 1755. Met oudere leenbrieven van 1679 en 1698. 702 Acte van belening door den graaf van Buren van Frederick Jacob Derck van der Capellen (116), na dode van zijn schoonvader Derck Rynier van Bassenn. met 10 morgen weiwaard onder Ingen, 1754. Met extract uit het leenregister van 1802 en acte van taxatie van 1800. Met oudere acten van belenina van 1644-1720 703 Acte van belening door den heer van Putten van Johan Derk van der Capellen, heer van de Bredenhorst (117), met de Beekberger tiend alias Nonnentiend onder Beekbergen, ambt Apeldoorn, 1775. Met oudere leenacten van 1664, 1687, 1703, 1710 en 1720 en een latere leenacte van 1786. 707 Acte van belening door den graaf van den Bergh van Johan Dirck van der Capellen (117) met de Ruytenbergse tiend te Beekbergen, 1781. Met oudere leenacten van 1615 en 1710, en een latere van 1785. 715 Acte van belening door Overijssel van Jan Derck van der Capellen (117), na koop, met de havesathe de Breden- horst ca., 1769. Met een creloste obligratie op dit goed, 1769. 716 Acte van beleninq door het stift Essen van Reinard Christiaan van Rechteren, man van Anna Elisabeth van der Capellen (117-1), met het erf Bredewold in het kerspel Zwolle, 1793. Met oudere leenbrieven van 1698 en 1719, een verkoopacte van 1581 en geloste obligaties van 1692. 719 Acte van belening door Overijssel van douairière van der Capellen, geboren Bentinck, namens haar dochter Anna Elisabeth, met het goed Ter Espers alias de Pol te IJhorst in het hoogschoutambt Hesselt, 1785. 1.2.17. Andere leden van het geslacht van der Capellen 723 Acte van aanstelling door de Admiraliteit van Amsterdam van Antony (Louis) van der Capellen (**) tot luitenant onder kapitein Zoutman, 1754. 724 Journaal van Antony Louis van der Capellen (**) op ‘s Lands fregat de Dolphin, 1754-56. 725 Acte waarbij Steven van der Capellen (5-4) aan Werner van Horssen een erfjaarrente van 8 rijnse guldens, gaande uit de Brienense camp te Heteren in het Weerbroick, verkoopt, 1487. 726 Acte waarbij ten overstaan van Steven van der Capellen (26), richter van Overbetuwe, gepand wordt aan het goed de Dystelhoevell in het kerspel Elst, dat wordt toegewezen aan Cornelis Jansz. gend. Kock. Met een modern afschrift, 1580. 727 Acte van schuldbekentenis van Steffen van der Capellenn (26) en zijn vrouw Agnes Ingen Haeve voor Jorgenn vonn Siebergh en diens vrouw Margrita von der Capellenn (**), groot 500 daalders en nog eens 300 daalders, door dezen geleend aan hun broeders en zwagers Wanner (25-2) en Jacob vonn der Capellenn (25-4), met als onderpand hun hof en goed Ingen Kassell gend. de Hof upgenn Wardtt in het gericht van Spellen. Met een afschrift, 1474. 728 Vidimus door notaris Matthias Arthopaeus de Urdingen van de acte van huwelijksvoorwaarden d.d. 1564 van jon- ker Johan van der Capellen tot Foirde (16) en Cornelia von Barich, 1644, gecollationneerd door notaris Caspar Homoet 729 Acte van huwelijksvoorwaarden tussen Robert Mitford esquire en Maria Frances de Lange. Hierbij als getuige Theo- dore Frederick Baron van der Capellen (120) of Cardigan place in the parish of Lambeth in the county of Surrey, 1804. Bl.Bl. 71 71 1.3. Aangehuwde geslachten 1.3.1. Van Zuylen van Nievelt en Uteneng 735 Inventaris van de nalatenschap van Frederik van Zuylen van Nyvelt, heer van ‘s Heeraetsberge, opgemaakt door Godschalck van Halmale en Alexander van der Capellen (70), 1646. 740 Acte waarbij Alexander van der Capellen (**) verklaart, van Arnolda van Zuylen van Nyvelt al haar rechten in Oolt- gensplaat, geërfd van Johanna en Agnes t’Serraets, ontvangen te hebben, 1641. 1.3.2. Van der Schueren 753 Magescheid tussen Daem Hendrick van der Schuren en zijn vrouw Catharina van der Capelle (**) ter eenre, en Fre- derick van der Schuyren ter Schuyren en diens vrouw Ermgart Quaedt zu Landtzcroen ten andere, over de nalatenschap van hun ouders Everhardt van der Schuren ter Schuren (gelegen te Werden) en Frederica van Arssen, 1613. Afschrift. Met acte waarbij alle rechten op de nalatenschap der moeder, die aan Frederik zal komen, worden overgedragen, 1614. Met een afschriften acten over deze overdracht, 1612-1613. 1.3.3. Van Lynden d ‘Aspremont 767 Verklaringen omtrent de adeldom der families Van Lynden d’Aspremont en Van Thienen 768 Acte van huwelijksvoorwaarden van Casper van Lynden, cornet, en Isabella Bellous (grootouders 102). In duplo, 1654. 779 Certificatie over de afkomst van de familie Bellasyse, 1724-40+1742. 1.3.4. Van Keppel 783 Acte van huwelijksvoorwaarden van Herman Henrick baron Schimmelpenninck van der Oye, heer tot de Clouse en Langhen, en Agatha barones van der Capellen (100-7), dochter tot de Boedelhof, 1705. Met acten van approbatie van de leenkamers van Wisch en van Keppel, 1705. 784 Acte van huwelijksvoorwaarden van Luter Hendrick Walraven baron van Keppel, kapitein in dienst van den hertog van Brunswijk-Lüneburg, en Agatha barones van der Capellen (100-8), douairière Schimmelpenninck van der Oye, 1710. 785 Magescheid tussen Luther H.W. van Keppel en de erfgenamen van zijn vrouw Agatha van der Capellen (100-8). In duplo, 1741. 786 Magescheid tussen de erfgenamen van Agatha van der Capellen (100-7), vrouw van Luther H.W. van Keppel, die haar goederen in lijftocht bezeten had, en van Frederica Wilhelmina van der Capellen (100-9). In quintaplo, 1741. 787 Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap Van Keppel-van der Capellen (100-8), 1728-41. 788 Quitanties betreffende de ziekte en de begrafenis van Luther H.W. van Keppel (100-8). 789 Transactie tussen Anna Theodora van der Capellen (100-12) ter eenre, en Johanna Henrietta van Keppel, douairière van Laer, vrouwe van de Lichtenbergh en Engelenborgh, mede voor haar zuster Anna Lucretia Walburgh van Keppel, ten andere, over de nalatenschap van Luther H.W. van Keppel (100-8). 790 Acte van aanstelling van Luther H.W. van Keppel als kapitein over de compagnie te voet van generaal-majoor Van Els. 791 Acte van demissie voor Luther H.W. van Keppel als kapitein in dienst van den hertog van Brunswijk-Lüneburg. 792 Acten waarbij Anna Theodora (100-11) en Agatha van der Capellen (100-8) aan Adriaan Willem van Keppel en zijn broeder Luther Hendrik Willem lijfrenten verkopen.

2. Zakelijk gedeelte 2.1. De Boedelhof 794 Acte van belening door Gelre van Thomas Yseren met de Boedelhof onder Eefde, na opdracht door zijn broeder Andries, 1502. 795 Acte van belening door Gelre van Derck Iseren met de Boedelhof, zoals dit leengoed van Cornelis Iseren op zijn broeder Andries, en van dezen op diens zoon Derck verstorven is, 1599. 796 Acte waarbij de Gelderse leenkamer aan Derck Iseren Andriesz. consent geeft zijn leengoed de Boedelhof te bezwa- ren met 1000 daalders, om er zijns vaders schulden van te kunnen betalen, 1599. 797 Stukken betreffende de verkoop door Derck Iseren en zijn vrouw Johanna van Suirhuis van de Boedelhof, met uitzondering van de Boelhover meethe, die aan Claes Verwer verkocht is, aan Gerlich van der Capellen (68) en diens vrouw Margareta Schimmelpenninck, 1601. 798 Acte van belening door Gelre van Gerlach van der Capellen (68), na opdracht door Derck Iseren, met de Boedel- hof, 1601. 799 Acte van belening door Gelre van Alexander van der Capellen (70), na opdracht door zijn vader Gerlich (68), met de Boedelhof met zijn pol en de Vondermaat op de Berckel, 1621. 800 Acte waarbij de Gelderse leenkamer goedkeuring geeft aan de acte van lijftocht, door Henrick (68-1) en Alexander van der Capellen (70) aan hun ouders Gerlich (68) en Margareta Schimmelpenninck gegeven van de goederen Swavinck onder Rijssel en de “Boedelhof onder Eefde, 1621. 801 Acte van belening door Gelre van Frederick van der Capellen(100), na dode van zijn vader Alexander (70) en af- stand van de lijftocht door zijn moeder Emilia van Zuylen van Nyvelt, met de Boedelhof, 1660. Met een verklaring over Bl.Bl. 72 72 deze afstand, bestemd voor Fredericks (100) broeder Gerlach (71), 1660. 802 Acte van belening door Gelre van Alexander van der Capellen (101), na dode van zijn vader Frederik (100), met de Boedelhof, 1707. 803 Acte van belening door Gelre van Alexander Hendrik van der Capellen (103), na dode van zijn vader Frede- rik (102), met de Boedelhof, met voorbehoud van lijftocht voor zijn moeder Anna Margareta Elisabeth van Lynden d’Aspremont, 1756. 804 Aantekeningen van Alexander van der Capellen (103) over de Boedelhof en de huizen te Zutphen, 1721. 805 Staten van de inkomsten van de Boedelhof en onderhorigheden, 1731. 806 Acte waarbij Frederik van der Capellen (100) aan Harmen, bouwman op de Pasch, toestaat zijn schapen te mogen weiden over de grond van de Boedelhof naar de weilanden bij de Holsterbrug, 1662. 807 “Wete” aan Alexander van der Capellen (70) over een proces met Gerhardt Johan van der Capellen van de Dam over de rechten in Wolfelerveld, 1629. Met een acte, waarbij de Gelderse leenkamer het accoord hierover goedkeurt, 1637, en een memorie over dit recht, 1629. 808 Accoord tussen de graaf van Albemarie en den heer van de Boedelhof over een weg, lopende over terrein van de Boedelhof, 1718. Met een brief over deze zaak, (101), 1718. 817 Acten waarbij Thomas van Bourloe en zijn neef Hendrik van der Capellen (68-1) het goed Meierinck verpachten. Afschrift, 1637. 818 Acte waarbij de heer en de vrouwe van de Boedelhof (103) aan Jan Willem ter Beest en diens vrouw Harmina Mot- man het erf Nyvelt bij de Boedelhof verpachten, 1798. 819 Bestekken van de bouw van een nieuw bouwhuis op de Boedelhof , 1747. 821 Inventaris van het archief op de Boedelhof, na 1710. 2.2. De Dam 822 Extracten uit de Gelderse leenregisters betreffende de beleningen met Swaving en de Dam, opgetekend door J. van Reydt, z.d. 823 Acte van belening door Gelre van Johan van der Capellen (51) met de Dam, 1399. Afschrift van 1783. 824 Magescheid tussen Beerte, weduwe van Gheerloch van der Capellen (52), en haar kinderen Johan (53), Derick (52- 2), Henric (65), Willem (52-4), Claes ( 75)en Beerte (52-6), waarbij de Dam aan Johan (53) wordt toegewezen, 1440. 825 Acte van belening door Gelre van Johan van der Capellen (54-1), na dode van zijn vader Geerlich (54), met de Dam in de buurschap Wolffeler, waarvan de lijftocht behoort aan zijn moeder Yda van der Hoeven, 1507. 826 Acte van belening door Gelre van Geryt van der Capellen (60), na opdracht door Mechtelt Gruytters, weduwe van Geerloch van der Capellen (55), met het goed de Dam, 1561. 827 Stukken betreffende de aankoop van de havesathe de Dam door Frederik Robert Evert van der Capellen (102) van de graaf van Albemarie, 1745. 828 Acte van volmacht van Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en zijn vrouw om het leengoed de Dam op te dragen ten behoeve van hun oudsten zoon Alexander Hendrik (103). Minuut, 1753. 829 Quitantie van de provinciale leenkamer voor de jura bij de belening van Frederik Robert Godert Cornelis van der Capellen (103-4) met de Dam, 1786. 830 Acte waarbij Steven van Netelhorst en zijn vrouw Griete aan Andries Yseren een gehele waar uit het goed de Dam over de buurschap en mark Wolffer overdragen, welke waar zal blijven behoren aan de goederen de Boedelhof en Ten Passe, 1384. Met volmacht van Griete voor haar man, en verklaring over de bevestiging door den Hertog, 1384. 831 Acte waarbij de graaf en de gravin van Albemarle aan Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en diens vrouw het Dammervelt in de buurschap WolfIer verkopen, 1744. 832 Verklaringen omtrent de op de Dam rustende hypotheken, 1754. 833 Stukken betreffende de verbouwing van het huis de Dam, 1764-65. 834 Stukken betreffende de taxatie van de Dam c.a. met het daarop staande hout, 18de eeuw en 1801. Met project voor de veiling van het goed, 1801. 835 Taxatierapport over de Dam c.a., 1817. 843 Leenregister van de Dam, 1399-1475+1479-1697. 844 Bijlagen tot het leenregister van de Dam, 1514-1607. 845 Stukken betreffende de leenkamer van de Dam, 1743-94. 846 Acte van belening door Johan van der Capellen (53) van Tyman Hynken met het goed Geeskynck in het kerspel Warnsveld, buurschap Vierakker, na opdracht door Evert van den Walle, 1455. 847 Acte van belening door Gerlich van der Capellen (54) van Gelmer then Walle met het goed te Ghenekinck, onder Vierakker. Afschrift, 1479. 848 Acte waarbij Gheertie van der Capellen (? 53-4) als leenheer een ruiling goedkeurt, waarbij Jutte van Bramel in het zusterhuis te IJzendoorn, Bramelmaat op Ulffterenck verkrijgt, 1490. 849 Aantekeningen over de belening van Sybilla van Voorthuysen, weduwe van Evert van der Capellen (95), met het goed Hadekinck te Warnsveld, leenroerig aan de Dam, 1494. 2.3. Rijsselt Bl.Bl. 73 73 2.3.1. Zakelijk gedeelte 850 Extract van 1636 uit het Gelderse leenregister betreffende de belening van Johan van der Capellen (51) met het goed Swavinck, 1379. 851 Acte van verpachting door Johan van der Capellen (51) van het goed Swavinck te Rijsselt. Afschriften. 18de eeuw. 852 Acte van belening door hertog Arnold, na opdracht door Kathrijn Leerincx en haar momber Claes van der Capellen (? 75), van Evert van Kerpen met de helft van het goed Zwavynck in de buurschap Rijsel, 1441. 854 Acte van belening namens den hertog van Gelre van Truede, dochter van wijlen Evert van Kerpen, en weduwe van Henrick van der Capellen (65), met het goed te Swaevynck in de buurschap Rijssele, voor wie haar broeder Johan van Kerpen de leeneed aflegt, 1460. 855 Acte van belening door Gelre van Trude Evertsdr. van Kerpen (65), vrouw van Derick te Walle, met het goed te Zwavinck in de buurschap Rijssele, 1473. 856 Acte waarbij Gert Luykensz. en Garberich, weduwe van Henrick van Essen, zich voldaan verklaren over de afreke- ning door hun zuster Styne, weduwe van Gerlich van der Capellen (66) Henricksz. (65), van hetgeen hun bij de boedel- scheiding van hun moeder is toegezegd, waarbij aan Gerlich o.m. het leengoed is toegewezen, 1536. Met een transfix, waarbij Goesen van Raisfeldt, schout te Zutphen, als leenheer van het goed “dat Unlandt” in het graafschap Zutphen zijn goedkeuring aan deze overeenkomst hecht, 1536 +1562. 857 Acte van belening door Gelre van Gerlach van der Capellen (68), na dode van zijn vader Henrick (67), met het goed Swaevinck in de buurschap Rijsselt, 1584. 858 Staat der afstamming van Gerlich van der Capellen (68) in verband met de beleningen van Swavinck, ~1625. 859 Acte van belening door Gelre van Henrick van der Capellen (70-5), op grond van de dispositie van wijlen zijn oom Henrick van der Capellen toe Rijssel (68-1), burgemeester van Zutphen, met het goed Swavinck met zijn pol en rijsweerden, aanwassen en visserijen, gelegen in de buurschap Rijsselt, alsmede met het goed Massinck aldaar, 1659. 860 Acte waarbij Hendrick van der Capellen (70-5), kolonel, opdraagt ten behoeve van Geerlach van der Capellen (71), heer tot ‘s Heer Arsbergen, richter te Doesburg, zijn aandeel in de goederen Swaevinck ca. en Massinck, leenroerig aan Gelre, gelegen in de buurschap Rijsselt, 1661. 861 Acte waarbij Geerlig van der Capellen (71), heer tot Aartsbergen, Schalkwijk en Merveld, en Philips Otto van Coeverden als man van Anna Sophia van der Capellen (70-6), de goederen behorende tot de havesathe Rijsselt verdelen, 1668. Extracten. Met concept-verdeling in loten, en een juridisch advies van 1667. 862 Acte waarbij jonker Gerlach van der Capellen, heer van ‘s Heeraertsberg, Schalckwijck (71) etc, ten behoeve van jonker Philips Otto van Coeverden, kapitein, het huis Rijssel, leenroerig aan Gelre, opdraagt, waaronder de goederen Swaving en de Heute of Massing, en verdere landerijen, 1670. Met quitantie over de afrekening, 1672 863 Acte van belening door Gelre van Borchard Gosewijn Hendrick van Coeverden tot Rijsselt, na dode van zijn ouders Philip Otto van Coeverden en Anna Sophia van der Capellen (70-6), met de havesathe en goed Swavinck ca. in de buurschap Rijssel, en 1/3 deel van het goed Massinck aldaar, 1700. 864 Acte van belening door Gelre van Godert Philip van Linden, brigadier, als man van Anna Cornelia Isabella van Coeverden, na dode van haar broeder Borghardt Gosuin Hendrik van Coeverden tot Rijsselt, met de havesathe en goed Swaevinck ca. in de buurschap Rijssel, en 1/3 deel van het goed Massinck aldaar, 1710. 865 Acte van belening door Gelre van Fredrik Benjamin van der Capellen (102-4), na opdracht door Alexander Hen- drik van der Capellen tot den Dam (103), namens Anna Margareta Elisabeth van Lynden (102), douairière van Frederik Robbert Evert van der Capellen (102), heer van de Boedelhof, Rijsselt etc, met de havesathe Rijsselt en het goed Swa- vink, met het recht van verschrijving in de Ridderschap, gelegen in de buurschap Rijssel, 1760. 866 Acte van belening door Gelre van Frederik Benjamin van der Capellen tot Rijsselt (102-4), burgemeester van Zutphen, na dode van zijn moeder Anna Margaretha Elisabeth van Lynden d’Aspremont, en na magescheid, met de havesathe en goed Swavink c.a., en 1/3 deel van het goed Massink, gelegen in de buurschap Rijssel, 1786. 870 Acte waarbij mevrouw van der Capellen, geb. van Lynden (102), aan haar zoon Frederik Benjamin van der Capel- len (102-4), heer van Rijsselt, al het opgaande hout op het goed Rijsselt verkoopt. Gecasseerd na betaling der kooppen- ningen, 1780. 872 Quitantie voor het plaatsen van een advertentie over de verhuring van het huis Rijsselt, 1755. 878 Acte waarbij heer Johan Meyerinck, priester en vicaris te Zutphen, en zijn moeder Wysse Meyerincx aan Gerloch van der Capellen (66) Hinrixz (65). 2/5 deel van het goed Boynck in de buurschap Rijssell, tynsgoed van de proosdij van Zutphen, overdragen, 1493. 880 Acte waarbij Reiner Raesehoren bij wijze van schenking aan de kinderen van zijn vrouw Joanna van Goir uit haar huwelijk met wijlen Pieter Spidttholtt, namelijk Johan, Agnietta, Bartholt en Gosen, zijn aandeel in het bouwland van het erf Boinck, gelegen in de Rijsseler enk, gemeen met de kinderen van den raadsheer Capellen (68), benevens zijn aandeel in het Breidenkempken bij Swavinck overdraagt, 1607. 881 Acte waarbij Everwijn Raesehoren aan Gerlich van der Capellen (68) en diens vrouw Margareta Schimmelpenninck 3/5 deel van het goed Boinck in de buurschap Rijssel, waarvan hun 2/5 deel reeds toebehoort, overdraagt, 1613. 882 Acte waarbij Joanna van Goor, weduwe van Reiner Raesehoren, c.s. aan Gerlich van der Capellen (68) en diens vrouw Margareta Schimmelpenninck 3/5 deel van het bouwland van het goed Boinck in de Rijseler enk, en het Brei- Bl.Bl. 74 74 denkempken bij het goed Boinck, zijnde tynsgoed van de proosdij van Zutphen, overdragen, 1613. 884 Eigendomsbewijs voor Frederik Benjamin van der Capellen (102-4), heer van Rijsselt, Robbert Jaspar van der Ca- pellen (105), heer van de Marsch en Engelenburg, en Alexander Philip van der Capellen (110), heer van Berckoude, van het allodiale goed Nyhuis in de buurschap Rijsselt, afkomstig van Catharina Maria Anna de la Marquisée, weduwe van Samuel du Clos, 1785. Met oudere acten van overdracht en bijbehorende stukken, 1735-1759. 885 Acte waarbij de heer van Keppel als leenheer, ten verzoeke van Fredrik Benjamin van der Capellen (102-4) van Rijs- selt, de leenplicht van het goed Noortgensveen alias de Pol toestaat over te brengen op het goed Nyhuis onder het huis Rijsselt in het kerspel Warnsveld, door hem aangekocht van de weduwe Duclos, 1785. 888 Stukken betreffende de belening van leden van het geslacht Van der Capellen met het goed Noirtgens Venne of de Poll onder Rijsselt, leenroerig aan Keppel, 1639-1725. 889 Acte van belening door den heer van Keppel van Frederic van der Capellen (100) tot Budeloff als gemachtigde van zijn broeder de overste Henrick van der Capellen (70-5) tho Rijssell, na dode van diens oom Henrick van der Capellen (68-1) tot Rijssel, met Noortgens Veen met de visserij, ook genaamd de Poll, in de buurschap Rijssen, 1660. 890 Acte van belening door den heer van Keppel van Philips Otto van Coeverden, heer tot Rijssel, na opdracht door Geerlacus van der Capellen (71), heer van Heeren Aertsbergen, Schalckwijck en Sinderen, met het goed Noortgens Veen ook de Poll genaamd, in de buurschap Rijssel, 1682. 892 Acte van belening door den heer van Keppel van Frederik Robert Evert baron van der Capellen(102), heer tot de Boedelhof en ‘s Heeren Arensbergen, als man van Anna Margareta Elisabeth baronesse van Lynden, vrouwe van de Plak en Rijsselt, na dode van haar vader Godert Philips baron van Lynden, met het goed Noortgensveen alias de Pol met de rijswaarden, gelegen onder de havesathe Rijsselt, 1736. 893 Acte van belening door den heer van Keppel van Godert Philip Cornelis Theodorus baron van der Capellen (102- 2), als hulder voor zijn moeder Anna Margareta Elisabeth baronesse van Lynden, douairière van Fredrik Robbert Evert baron van der Capellen (102), heer van de Boedelhof, Rijssel en de Dam, die haar hulder was geweest, met het goed Noortgens Veen alias de Pol, 1756. 894 Acte van belening door den heer van Keppel van Bernard Lubbert Wilbrenninck, als hulder voor Anna Margareta Elisabeth baronesse van Lynden d’Aspremont, douairière van Fredrik Robbert Evert baron van der Capellen (102), vrouwe van de Boedelhoff, na dode van de hulder Godert Philips Cornelis Theodorus baron van der Capellen (102-2), heer van Dorth, met Noortgens Veen alias de Pol, gelegen onder het huis Rijssel, 1781. 895 Acte van belening door den heer van Keppel van Fredrik Benjamin baron van der Capellen (102-4), heer van Rijs- selt, na dode van zijn moeder Anna Margareta Elisabeth van Lynden d’Aspremont, douairière van Fredrik Robbert Evert baron van der Capellen (102), met het goed Noortgens Veen alias de Pol, gelegen onder het huis Rijssel, 1785. 898 Acte van belening door den heer van Keppel van Frederik Benjamin baron van der Capellen (102-2), heer van Rijs- selt, na opdracht door Jasper Otto Schaap en diens vrouw Aaltjen Hissink, met de Weertmate, herkomstig uit het goed Noortgensveen, gelegen in de buurschap Rijssel, 1782. 905 Acte waarbij Everwin Raishorn, zijn vrouw Ailheit, Thomas van Buerloe en zijn vrouw Gerthruidt, en Henrick van der Capellen (67) een verklaring afleggen omtrent een krib, door wijlen Reyner Raishorn, met behulp van wijlen Ger- lich van der Capellen (66) Henricksz. (65), aan het Olde Diep bij de Noertfeen gelegd, waardoor een waard aangewas- sen is met een visserij, en bepalen, dat Thomas en Henrick ieder tot de helft gerechtigd zullen zijn, 1542. 906 Acte waarbij proost, deken en kapittel van Zutphen aan Geerlich van der Capellen (68), raadsheer, hun recht op het verval en de aanwas van zanden en waarden aan de IJssel in de buurschap Rijssel, afstaan. Met een afschrift, 1591. 907 Accoord tussen de stad Zutphen en Gerlich van der Capellen (68), raadsheer, over een zand in de IJssel bij het Olde Diep, 1592. 908 Accoord tussen Geerlich van der Capellen (68) en de familie Raeshoirn ter beëindiging van hun geschil over de zanden en kribben in de IJssel onder Rijsselt, 1596. Met een request ter zake van 1604. 911 Eigendomsbewijs” voor Frederik van der Capellen (102-4), heer tot de Boedelhoff, van de Konings- of Nyhuis- weerth in de buurschap Rijsselt en van een caterstede aldaar, afkomstig van Evert Rytman, 1733. 912 Eigendomsbewijs voor den heer en de vrouwe van der Capellen (102-4), heer en vrouwe van de Boedelhoff en Rijs- selt, van 1/3 deel van het bos de Weymathe te Rijsselt, afkomstig van Derk Wassink. In duplo, 1742. 917 Eigendomsbewijs voor Otto Philips van Coeverden, heer tot Rijsselt, kolonel, en zijn vrouw Anna Sophia van der Capellen (70-6) van een stuk bouwland uit het goed Norden in de buurschap Eefde, afkomstig van Wilhelm van He- mert en diens vrouw Jenneken Brants, 1680. 924 Acte waarbij Agnes van Coeverden, douairière van Scheel, vrouwe tot de Venebrugge, aan Philips Otto van Coever- den tot Rijsselt, kapitein, en diens vrouw Anna Sophia van der Capellen (70-6) het goed de Huisstede in het gericht van Kedingen, buurschap Stockum, verkoopt, 1685. 2.3.2. Persoonlijk gedeelte 925 Acte van huwelijksvoorwaarden van Philips Otto van Coeverden en Anna Sophia Frysia van der Capellen (70-6), 1667. Afschrift, 1716. 926 Testament van Philips Otto van Coeverden en zijn vrouw Anna Sophia Frisia van der Capellen, 1669. Met acte van depot, **. Bl.Bl. 75 75 927 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van Philips Otto van Coeverden en zijn vrouw (70-6). Met een retroactum, 1659-83. 929 Magescheid tussen Borchard Gosuin Heidentrijck van Coeverden en Anna Cornelia Isabella van Coeverden over de nalatenschap van hun ouders Philip Otto van Coeverden en Anna Sophia Frisia van der Capellen (70-6), heer en vrouwe tot Rijsselt, waarbij aan eerstgenoemde het huis Rijsselt ca. wordt toegewezen, 1700. 930 Acte van huwelijksvoorwaarden van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) en Johanna Isabella Bentinck, 1766. Met acte van toestemming van de Gelderse leenkamer, 1769. 931 Testament van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) en Johanna Elisabeth Bentinck, heer en vrouwe van Rijsselt, 1779. Met een concept testament van de man, 1805. 932 Acte van approbatie door de Gelderse leenkamer van het besloten testament d.d. 13 September 1779 van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) tot Rijsselt, burgemeester van Zutphen en ordinaris-gedeputeerde van de Graaf- schap, en zijn vrouw Johanna Elisabeth Bentinck, 1779. Met acte van approbatie van de leenkamer van Keppel, 1779. 933 Verklaring van richter en schepenen van Zutphen, dat Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) tot Rijsselt, burgemeester van Zutphen, en zijn vrouw Johanna Isabella Bentinck hun besloten codicillaire dispositie vertoond heb- ben, 1783. 934 Acte van approbatie van de Gelderse leenkamer van het magescheid d.d. 18 mei 1786 over de ouderlijke boedel ten behoeve van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) tot Rijsselt, burgemeester van Zutphen, en zijn zuster Caro- lina Elbertina (102-8), 1786. 935 Stukken betreffende de afwikkeling van de boedel van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4), 1811. 936 Stukken betreffende het ontslag van Frederik Benjamin van der Capellen (102-4) van Rijsselt als burgemeester van Zutphen, 1786. 938 Brieven van Caroline Albertina van der Capellen (102-8) aan haar broeder Frederik Benjamin (102-4), 1787. 939 Acte van huwelijksvoorwaarden van Fredrik Johan Benjamin van der Capellen (104) en Emerentia Philippina Cor- nelia van Haersolte. In duplo, 1800. 940 Acte van scheiding van de nalatenschap van Coenraad Willem baron van Haersolte van Staverden (102-3) en Maria Josepha Mannotiau, 1800. 941 Inventaris van de nalatenschap van Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104). Met stukken betreffende de afwikkeling, 1851. 942 Testament van mevrouw van der Capellen (104), geboren van Haersolte, 1833. Met stukken betreffende de verer- ving der nalatenschap, 1840. 943 Inventaris van de boedel van Emerentia Philippina Cornelia van Haersolte, vrouw van Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104), 1839. 944 Stukken betreffende een vordering van leden der familie van der Capellen, als mede erfgenamen van Elias Trip, op de kroon van Zweden, wegens een schuldbekentenis van koningin Christina in 1653, 1822. 945 Commissiebrief voor Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104) als cornet bij de compagnie Sichterman, 1786. 946 Acte van aanstelling door de Staten Generaal van Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104) tot brigadier met rang van ritmeester in de Garde du Corps van den Prins, 1788. 947 Acte van aanstelling door de Staten Generaal van Jan Frederik Benjamin van der Capellen (104) tot exempt met rang van majoor bij het eskadron Gardes du Corps van den Prins, 1794. 948 Brieven van leden van het Oranjehuis aan Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104), 1796-1800. 949 Acte van benoeming van Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104), lid van Raden en generaal-muntmees- ters, tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 1840. 950 Stukken betreffende de curatele van Frederik Benjamin van der Capellen (104), 1851. 951 Inventaris van de nalatenschap van Frederik Benjamin van der Capellen (104), 1856. Met stukken betreffende de afwikkeling, 1856. 952 Rekeningen van mr. P.A. Broers en L.A. Broers te Utrecht over de administratie van het vermogen van Fredrik Ben- jamin van der Capellen (104), uitgebracht aan diens curator en mr. J.K. baron van Goltstein, 1851-57. 2.4. Berkenwoude 962 Acte van belening door den prins van Oranje van Eustatius van Bronckhorst, heer van Pollenberingen, Assumburg en Heemskerk, gehuwd met Margareta van der Capellen (70-7), weduwe van Nicolaes van Lyer, met Berkenwoude, 1680. 963 Acte waarbij Elsabeen Margarita van der Capellen (100-2), vrouwe van Bercouwe en Aghterbroeck, aan haar neef Frederik Robbert van der Capellen (102), heer van Artsbergen, de heerlijkheid Berkenwoude en Aghterbroeck legateert, 1729. Met acte van depot van het testament te Zutphen, 1729. 964 Acte van belening door den prins van Oranje van Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en zijn vrouw Anna Margareta Elisabeth van Lynden d’Aspremont, na afstand door Elsabe Margareta van der Capellen, met het ambacht Berkenwoude ca. Met een afschrift, 1734. 966 Acte van huwelijksvoorwaarden van Nicolaes baron van Lier, heer van Berckouw en den Achterbroeck, en Marga- Bl.Bl. 76 76 reta barones van der Capellen (70-7), 1674. Ondertekende minuut. Met afschrift van een nadere overeenkomst over zijn moederlijke goederen, met specificatie van zijn inbreng, 1674, en advies over de invloed van hun testament op hun huwelijksvoorwaarden, 1679. 967 Testament van jkr. Nicolaes van Lyer en zijn vrouw Margareta van der Capellen (70-7), heer en vrouwe van Berken- woude, met acte van superscriptie van schepenen van Leerdam, 1678. Notarieel afschrift van 1679. Met een concept, en octrooi van de Staten van Utrecht, 1665. 968 Octrooi van de Staten, van Holland voor Margareta van der Capellen (70-7), weduwe van Nicolaes van Lyer, om te mogen testeren, 1679. 972 Verklaring van Emilia Margareta van der Capellen (100-2), dat zij de heerlijkheid Berkenwoude en Achterbroek, haar door haar tante (70-7) overgedragen, nimmer buiten de familie zal laten gaan, 1716. 2.5. ‘s Heeraartsberg 987 Specificatie der goederen door Gerlach van der Capellen (68), heer van Merveld en ‘s Heeraertsberg, ingebracht bij zijn huwelijk, 1655. Met rekening der onkosten van de bruiloft, 1656. 988 Acte van belening door de Staten van Holland van Alexander van der Capellen, heer van Hagen, na opdracht door Margareta van der Capellen (70-7), douairière van Bronckhorst, met het huis ca. van ‘s Heeren Arentsbergen en enig land aldaar, 1700. 989 Acte waarbij Margareta van der Capellen (70-7), vrouwe van Bercwoude en het slot ‘s Heeraartsberg, aan Elzabe Margareta van der Capellen (100-2) 11 morgen land genaamd de Donck, met nog 4 morgen land daarnaast, overdraagt, 1700. 990 Quitantie van de Hollandse leengriffier over de onkosten van de belening van Frederik Robert Evert van der Capel- len (102) met ‘s Heeraartsberg, 1731. 991 Afrekeningsstaat tussen de heeren van Keppel, van Heeckeren en Frederik Robert Evert van der Capellen (102) over de verkoop van ‘s Heeraertsberg, 1732. 992 Acte waarbij het Hof van Holland in plaats van de overleden executeurs van de onder benifice van inventaris aan- vaarde boedel van wijlen Margareta van der Capellen (70-7), vrouwe van Berkenwoude en Achterbroek, in November 1716 op het slot ‘s Heeraertsberg overleden, als zodanig aanwijst Luther Henrick Walraven van Keppel (100-7) en Anna Theodora van der Capellen (100-11), 1730. 993 Stukken betreffende de afwikkeling der nalatenschap van Margareta van der Capellen (70-7) weduwe 1. van Nico- laes van Lier, 2. van Eustatius van Bronckhorst, 1717-35. 996 Acte waarbij Gerlach van der Capellen (68), heer van ‘s Heer Aertsbergen en Schalkwijk, erkent van het convent van Oudwijk in erfpacht ontvangen te hebben een hofstede van 53 morgen 485 roeden land ca. onder Maartensdijk, 1678. 2.6. Hagen 999 Acte van belening door Gelre van Alexander van der Capellen (101) met huis en havesathe Hagen, na opdracht door zijn moeder Judith Ermgard van der Schueren (100), 1687. Met een oudere acte van belening van 1662. 1000 Acte van belening door Gelre van Jasper Gerrit van der Capellen (115-2) met huis en heerlijkheid Hagen, 1733. 1001 Acte waarbij de weduwe van burgemeester Daniël van Dam aan Alexander van der Capellen (101) de Kleyn Hae- gen alias Jan Alersstede in Langerak overdraagt, 1690. 1002 Eigendomsbewijs voor Jaspar Gerrit van der Capellen (115-2) van een stuk veen bij de havesathe Hagen, afkom- stig van Herman Stotenborg en diens vrouw, 1741. 1003 Eigendomsbewijzen voor Johan Derck van der Capellen (117) en zijn vrouw van een stuk bouwland in de buur- schap Langerak, afkomstig van Fredrik Gerrit Janssen en diens vrouw, 1781. 0 AKV136 Kaart van de havezathe Hagen toebehorend aan R.C. graaf van Rechteren en zijn vrouw Anna Elisabeth van der Capellen (117-1), o.a. heer en vrouwe van Hagen, door F.M. Löffler, koninklijk landmeter van het hertogdom Kleef. Gekleurd. 48x63, 5 cm., 1790. 2.7. Esselt 1005 Rapport over het goed Esselt, opgemaakt door Steffen Henrick van der Capellen (27-3). Met de vragenlijst, 1642. 1006 Brieven van Jelles Kupner (of Kuyper) te Wesel aan Frederik van der Capellen (100) over het huis Esselt, dat ver- bouwd is, en de pacht der landerijen, 1669-76. 1007 Acte waarbij Frederik van der Capellen (100) en zijn vrouw Judith Ermgard van der Schueren aan N.N. de “vrye adelicke Riddersits ende goet” de Esselt in het richterambt Schermbeeck overdragen, 1692. 2.8. Overige bezittingen 2.8.1. In het Kwartier van Zutphen 2.8.1.1. Gorssel en Warnsveld 1012 Volmacht van Johan Becker Lucasz. om voor de leenkamer van Prüm het leengoed Theinck te Eefde op te dragen ten behoeve van Alexander van der Capellen (70), 1641. 1013 Stukken betreffende de overdracht van het goed Tedinck te Eefde door Emilia van Zuylen van Nyveldt, douairière van der Capellen (70), aan Judith Armgardt van der Schueren, 1660. 1014 Request van Alexander van der Capellen (70) aan het Hof over de onrechtmatige verkoop door het gasthuis te Zutphen van een stuk land bij Teinck, ~1641. Bl.Bl. 77 77 1015 Acte van belening door Gelre van Frederik Robert Evert van der Capellen (102) met het goed Nuisink onder Warnsveld, als opvolger ingevolge magescheid van Maria Johanna van Heeckeren, hertrouwd met Joost Solner, 1751. Met het magescheid van 1751, met twee ampliaties van 1751, en afgeloste rentbrieven uit dit goed, 1720, 1737, geroy- eerd in 1751. 1017 Acte waarbij Willem van der Capellen (**) als stadhouder van het schouten gericht van Zutphen binnen en buiten een acte afgeeft over de verkoop van de halve Aetsacks Bochler en de Hoenhorst in het kerspel Warnsveld, 1622. 1018 Acte waarbij de Provisoren van het Heer Hendrickshuis te Zutphen aan Frederik van der Capellen (100) de Hoeymeden off Isendoornslanden in Eefde overdragen, 1681. Met acte van overdracht door Engelbert Dageraet en zijn vrouw aan het convent van Isendoorn te Zutphen, 1459, 1681. 1019 Acte van ruil tussen Agnes (? 68-6) en Geerlich van der Capellen (71) en Frederik van der Capellen (100) en tus- sen Frederik vnd. en Henric van Lochteren van landerijen onder Eefde, 1662. 1020 Eigendomsbewijs voor Alexander Hendrik van der Capellen (103) en zijn vrouw van een weiland te Eefde bij het Blik, afkomstig van ds. Jacob Marange Assink en Susanna Maria Assink, 1766. 1021 Acte waarbij Johanna van Broickhese, weduwe van Johan van der Capellen (86), en Johan Schimmelpenninck en zijn vrouw Mechtelt (86-3) aan mr. Berndt van Bouwhuysen, priester, vicaris van de St. Walburgskerk te Zutphen, en diens zuster Christina van Bouwhuysen een rente van 12 goudguldens ‘s jaars, gaande uit het goed de Vondermate in de buurschap Wulfzeler, verkopen, 1567. 1022 Acte waarbij Johanna van Broeckheess, weduwe van Johan van der Capellen (86), aan Herman ter Breyde de Von- ndermathe onder Eefde verpacht, 1578. Met een verklaring over het drijven van vee over dit land, 1710, 1578. 1023 Acte waarbij de familie Lankhiet aan Alexander Hendrik van der Capellen (103) en diens vrouw haar aandeel in de Ooy- of Uwlanden onder Warnsveld verkoopt, 1765. Met aantekening over deze goederen, 1765. 1024 Verpachtcedullen van de Ooylanden bij de Eefdense molen, toebehorende aan de familie van der Capellen, 1730-96. 1025 Acte waarbij Tomas van Bourlo te Empe en Hendric van der Capellen (68-1) tot Rijssel als bezitters van resp. 3/4 en 1/4 delen van Meyerinck onder Warnsveld, leenroerig aan Zutphen, verklaren dat als Tomas huwt hij het 1/4 deel van Capellen zal krijgen, en bij niet huwen zijn 3/4 deel na zijn dood aan Capellen zal komen, waarvan approbatie verleend wordt, 1633. 1026 Acte van belening door Gelre van Agnes van der Capellen (68-6), na dode van haar broeder Hendrick (68-1), met het goed Meyerinck onder Warnsveld, met goedkeuring van de testamentaire vererving op haar neef Frederik van der Capellen (100), 1660. 1027 Acte waarbij Wilhelmina Frederica van der Capellen (100-10) de Cruysmate in de buurschap Angeren overdraagt aan Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en diens vrouw. In duplo, 1737. 1028 Acte waarbij de familie Lankheet aan Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en diens vrouw de grond van de halve allée tussen de Meulenweg en de Voorstermolen verkopen, 1752. 1029 Acte waarbij Alexander Hendrik (103) van der Capellen en zijn vrouw aan Huybert de Haas een stuk bouwland op het Zuurlo in de mark van Angeren verkopen, 1799. 1032 Eigendomsbewijzen van de banken in de Broerenkerk te Zutphen en de kerk van Warnsveld en van graven op het kerkhof aldaar, **. 1033 Stukken betreffende de bemoeingen van de heren van de Boedelhof met de kerk en de armen van Warnsveld, 1825+37. 1034 Acte waarbij Mechtelt, weduwe van Gerlich van der Capellen (55) in den Dam, schuldig erkent te zijn aan Wil- lem van Wou 10 gulden ten laste van het leengoed Zoppelinck in Jolinck, 1546. 1035 Acte waarbij Johan van Diepenbroich en zijn vrouw Jorden Kloicks aan Gerlich van der Capellen (68) en diens vrouw Margrieta Schimmelpenninck een halve erfwaar in de mark van Harffsen verkopen, 1602. Met een oudere acte van overdracht van 1582. 2.8.1.2. Hummelo en Keppel 1050 a Acte van belening van Hans Christoffel van der Capellen (115) tot Appeltern met het goed Roedenslach onder Hummelo, leenroerig aan Gelre, 1737. Met een oudere leenacte van 1680. 2.8.1.3. Steenderen 1051 Acte waarbij Emilia van Zuylen van Nyvelt, douairière van der Capellen (70), ingevolge het contract van 6 Januari 1660 (vgl. inv.nr. 146), aan haar zoon Henrick van der Capellen (70-5) tot Rijssel, kolonel, de helft van de hof te Baak, van de Kyvitshoerne onder Voorst, van de hofstede, bewoond door Hartger op de Buldt, en van alle broeklanden onder de hof te Baak, benevens de aehele Sydeweyde in de Luyr overdraagt, 1660. 1052 Acte waarbij Catarina Agnes van der Capellen (100-6) aan Frederik Robert Evert van der Capellen (102) en diens vrouw haar hof te Baak overdraagt, 1742. Met schuldbekentenis van laatstgenoemde in de vorm van een lijfrentebrief, 1742. 1053 Acte waarbij Anna Margareta baronesse van der Capellen (102), geboren van Lynden d’Aspremont, aan haar dochter Carolina Albertina van der Capellen(102-8), kanonikesse te Bedbur, haar helft van de hof te Baak schenkt, zoals deze door haar en haar man in 1742 aangekocht is van Catarina Agnes van der Capellen (100-6), 1776. Extract uit het protocol van het landdrostambt van Zutphen, 1776. 1054 Stukken betreffende de verkoop door Catarina Agnes van der Capellen (100-6) van de weide het Capellenland, Bl.Bl. 78 78 behorende onder de hof te Baak, aan Henrik Scheunink c.s., 1737. 1057 Verkoopsconditiën van de hofstede de Bult aan de Baeckermerckt, toebehorende aan Anna Sophia ( 70-6) en Margrieta van der Capellen (70-7), 1663. 1058 Eigendomsbewijs voor Frederik van der Capellen (100), als executeur van de boedel van Henrick van der Capellen ( 68-1) to Rijssel en Esselt, van 2 stukken land, nl. het Duyvenstuck en nog een stukje, gelegen bij de kapel van Baak, afkomstig van Elisabet Catarina van Twickelo, weduwe van Godefridt Engelbert van Westerholt, 1660. 1061 Stukken betreffende het proces van Gerlach van der Capellen (68) als gemachtigde, sedert 1611 opvolger van den graaf van Bentheim, tegen Reyner van Aeswijn c.s. over de lossing van de hof te Baak en de Ringenberger tienden, 1602-11. 1062 Stukken betreffende het proces van den graaf van Bentheim en Gerlach van der Capellen (68) als procurator tegen de familie Van Aeswijn en Walraven van Heeckeren over de lossing van de hof te Baak en de Ringerberger tienden, 1607-08. 1063 Stukken betreffende de pogingen van Gerlach van der Capellen (68) om ontheffing te krijgen van zekere bepalin- gen in zijn contract met Bentheim van 1611. 1064 Stukken betreffende de onderhandelingen tussen Hendrik (68-1) en Alexander van der Capellen (70) met den graaf van Bentheim over de hof te Baak en de Ringenberger tienden, 1636-37. 1068 Stukken betreffende een proces van Gerlach van der Capellen (68) tegen Dirck en Willem van Achtefelt over de tiendplicht van enkele percelen, 1609-44. 1071 Acte van belening door Philips van Leefdael, heer tho Ethen en Meeuwen, als leenheer van het huis Baeck, van Henrick van der Capellen (68-1) tho Rijssel, oudste zoon van wijlen Gerlach, met het Onlandt te Toldijk onder Steen- deren, 1637. 1072 Acte van belening door Gelre van Gerlach van der Capellen (68), als hulder voor zijn zuster Arnolda (67-5), met het goed de Sydeweide in de Luer, tot dusverre leen van Bronckhorst en nu, na de dood van gravin Ermgard, aan Gelre leenroerig, 1584. Met acte van overdracht aan Henrick van der Capellen (68-1) c.s., 1563. 2.8.1.4. Zutphen 1074 Acte waarbij Webbe, eerst weduwe van Henrick Poppinck, nu van Evert Bainck, en Evert Poppinck en zijn vrouw Joist, aan Henrick van der Capellen (67), mederaadsvriend, en diens vrouw Jutte hun hof in de Pulsbroick, aan de gracht, voor aan de Blindestege en achter aan de Ruwendijck, verkopen, 1553. 1075 Acte waarbij Johan van der Capellen (53) en zijn vrouw Grieta en de gebroeders Derick (52-2), Willem (52-4) en Claes (75) aan Henrick van der Capellen (65) hun aandeel aan het huis in de Waterstraat op de hoek van de Veersteeg verkopen, 1451. 1076 Acte waarbij Gerlach van der Capellen (71) en zijn vrouw Margareta Johanna van Linden aan Engelbert Hoon- straten en diens vrouw Agnieta Bueckers een huis in de Waterstraat verkopen. Extract uit het protocol van gerichtelijke acten, 1666. 1078 Acte waarbij Ludolph Hendrik Borghard Silvius van Heeckeren en zijn vrouw Susanna Johanna Everdina Valck aan Anna Theodora van der Capellen (100-11) een huis ca. aan de Zaadmarkt verkopen, 1734. 1079 Bestek en conditiën van de verbouwing van het huis aan de Zaadmarkt, 1770. 1081 Stukken betreffende de verkoop van het huis op de Zaadmarkt door Alexander Hendrik van der Capellen (103) aan Peter Hasselo, 1795-96. 1082 Acte waarbij Frederik Robert Evert van der Capellen (102) een huis van Philips van Munster aan de Schupstoel te Zutphen huurt, 1740. 1083 Acte waarbij de douairière van Lintelo, geb. des Villates, aan Alexander Hendrik van der Capellen (103) een bank in de Broederenkerk te Zutphen verkoopt, 1783. 2.8.2. In het Kwartier van Veluwe 1084 Acte waarbij Henric van der Capellen (65) ter eenre, en Aernt van den Scherpenhuys en zijn vrouw Gheertruydt ten andere, een erfwissel aangaan over hun goederen onder Gietell in Gietelreenge, waarbij Henric het goed Ebkenghoer en het Hulsstuck ontvangt, 1453. 1085 Acte van belening door den graaf van Bentheim, als voogd van de kinderen van Bronckhorst, van Truede, weduwe van Henrick van der Capellen (65), ten behoeve van haar onmondige zoon Gerlach (66), met het goed Emeldynck te Gietele, waarvoor Wyllem van der Capellen 52-4) de leeneed aflegt, 1459. 1086 Acte van belening door den graaf van Bronckhorst van Tomas van Boerloe, als man van Gertruyt van der Capellen (66-3), na dode van haar vader Gerlich (66), met het goed Emeldinck in de buurschap Gietele. Geauthoriseerd afschrift uit het leenregister, 1534. 1087 Acte waarbij de erfgenamen van Willem Jansen en zijn vrouw Anna Everts aan Alexandrina van der Capellen (68- 4) het goed Kollicks of Veentgens hoffstede met een halve waar in de Gietelse mark in de Topshuerne verkopen, 1634. 1088 Getuigenverklaringen ten behoeve van Gerrit van der Capellen (90) in den Dam over de rechten en plichten van Cruetzenvoerde onder Twello. Met een rekening van de bouw van “Steenderens spycker” aldaar, 1575-76. 1089 a Stukken betreffende het beslag op het goed Groot Honnerden te Brummen, in 1641 door Otto Keye verkocht aan Hendrik van der Capellen ((68-1) tot Rijsselt, en dat Otto tot onderpand gesteld had voor betalingen uit de Buytel- Bl.Bl. 79 79 maete aldaar t.b.v. de ambtman van Elten, 1646-1658, met afschrift van stukken van 1639 en 1641. 2.8.3. In het Kwartier van Nijmegen 1090 Octrooi van de Gelderse leenkamer voor Eustaes van Bronckhorst tot de Beringh Pol, heer tot Assenburgh, om zijn vrouw Margareta van der Capellen (70-7) te lijftochten aan het huis de Pol en de Hoge en Lage Beringh c.a. te Bemmel, 1691. 1091 Acten van approbatie van de Gelderse leenkamer van de acte van huwelijksvoorwaarden van Eustatius van Bronck- horst en Margareta van der Capellen (70-7), 1696. 1092 Acte van belening door Gelre van Margareta van der Capellen (70-7), douairière van Eustatius van Bronckhorst, heer van Assenburgh, met huis en havesathe de Pol en de Hoge en Lage Beringen c.a. te Bemmel, 1697. 1093 Eigendomsbewijs voor Eustatius van Bronckhorst (70-7), vrijheer van Assenburg en Heemskerck, ambtman van Beesd en Rhenoy, van het huis de Lindenboom ca., gelegen buitendijks in het kerspel Bemmel, 1680. Met een oudere acte van overdracht, 1664. 1095 Mandement van het Hof van Holland inzake de eis van Eustatius van Bronckhorst (70-7), heer van Assumburg en pandheer van Beesd, tegen Justus Baeck, heer van Wulverhorst, over de nalatenschap van Debora Baeck, de vrouw van eiser. Met het exploit van den deurwaarder, 1680, en een mandement van 1679. 1096 Acte waarbij Catharina van Honnepel, weduwe van Balthasar van der Capellen zu der Woningh (40), en haar kinderen aan Johan van Ulft zo Laechusen en diens vrouw Johanna Moem de helft van het leengoed Hoemuidt onder Maurik, waarvan deze reeds de wederhelft bezitten, de helft van de Juffrou Johannskamp alias Frouwenkamp te Meer- ten, en de helft van 6 morgen in de Marsch verkopen. Notariëel afschrift, 1592. 1097 Acte van belening door den graaf van Culemborg van Elisabeth van der Capellen (40-1) Baltasarsdr. (40) met de bouwing op de Homoet, 1594, en acte van approbatie van de verkoop met beleninq van Johan van Ulft. Notariële afschriften, 1594. 1098 Acte waarbij Jan van der Capellen (5) en zijn vrouw Jutte elkander lijftochten aan hun goed in het kerspel van Randwijk, 1443. 1099 Acte van huwelijksvoorwaarden van Arnt van der Capellen (35) en Johanna Hendribida Ruter, waarbij de bruid aanbrent goederen onder Randwijk en Zetten, 1528. 2.10. Goederen in Utrecht 1110 Acte van belening door Catharina van Goltsteyn, vrouwe van Rijnouwen, van Margriet van der Capellen (70-7), vrouwe van Berckoude, na dode van haar man Jkr. Nicolaes van Lyere, met 2 hoeven land aan de Linschoten, 1680. 1112 Codicil van Jkr. Godschalck van Halmale, heer van Heulesteyn, waarin hij aan Jkr. Geerlach van der Capellen tot Mervelt (71), heer van ‘s Heerenartsbergen, het huis Heulensteyn in het land van Montfoort, zonder verplichting tot inbreng, legateert. Notariële copie van 1662. 1113 Testament van Theodora van Zuylen van Nyvelt, douairière van Heulensteyn, waarbij zij, onder goedkeuring van het testament van haar man, aan Nicolaes van Lier, heer van Berckoude, 2000 car. gld. legateert, en tot erfgenamen in- stelt Geerlach (71), Frederick (100), Anna Sophia (70-6) en Margrieta van der Capellen (70-7), kinderen van Alexander, heer van ‘s Heer Aertsberch (70), en Emilia van Zuylen van Nyvelt, 1662. Notariëel afschrift van 1662. Met verklaring van de erfgenamen Van der Capellen, dat zij dit testament zullen nakomen, 1662. 1114 Acte van belening door het kapittel van Oudmunster van Steven Fredrick van der Capellen (73-1), na dode van zijn moeder Eleonora Constantia van Vlooswijck (73), met de heerlijkheid Papencop en in Diemerbroeck in het land van Montfoort, 1728. 2.11. In het Rheinland 1115 Acte waarbij Everardus de Zutphania en zijn vrouw Bele aan Johannes de Capelle (3) Johannesz. (2), schepen van Wesel, hun hof te Lo in de parochie Bislich verkopen, 1349. 1116 Acte waarbij Everhardus de Capelle (10) en Cunegondis, weduwe van Joannes de Capelle (3), en haar zoon Joan- nes de Capelle (4) verklaren, dat de hof te Lohe onder Bislig gemeenschappelijk bezit is. Met 17de eeuws en moderne afschriften, 1384. 1117 Acte waarbij Henric van der Capellen (11) Everdsz (10). verklaart, dat Johan van der Capellen (3) Johansz. (2) de helft van de hof te Loe in het kerspel Bislich, die deze van Everd van Zutphen gekocht heeft, en waarmede hij Henric (11) beleend heeft, bezit. Met notariële afschriften uit de 17de eeuw, 1397. 1118 Opgave van de renten, gaande uit de goederen te Bislich, die de erfhofmeester Diederick van Wijlich gekocht heeft van Jan van der Capellen (16) Met een modern afschrift, 1527-35. 1119 Lijst van de goederen in Bislich, die door Johan van der Capellen tot Fuyrde (16) verpacht en verpand zijn. Met een modern afschrift, 1529. 1120 Acte waarbij Johan van der Capellen (4) en zijn vrouw Ideken aan hun zoons Johan (5) en Henrick (4-2) een aan- tal goederen onder Bislich overdragen, met verplichting tot een uitkering aan hun zuster Elsken (4-4). Met afschriften, 1422. 1121 Acte waarbij Johan van der Capellen (51), zoon van Gerlogh van der Capellen (50) van Zutphen, erkent van zijn oom Johan van der Capellen (4) in leen ontvangen te hebben de helft van het goed te Loe in het kerspel Bislich, zoals zijn vader dit in leen had bezeten. Met afschriften, 1437. 1125 Acte waarbij Johannes van Groenlo, kanunnik en Thesaurier van de kerk van Xanten, met toestemming van Geryt Bl.Bl. 80 80 van den Egher, aan Johan (6) en Jacob (15), zoons van Johan van der Capellen (5), rechten geeft op 8 maldersaat land in het kerspel Buderick te Eger en Nederwederick, 1456. 1127 Acte waarbij Johan van der Capellen (8) en zijn vrouw Elisabeth aan Henrick van Loesen en diens vrouw Geert- friede een huis en erf, gend. de Hof te Atlo, gelegen in de Zandstraat te Wesel, verkopen. Afschrift, 1559.

Hierna volgen nog enige aanvullingen waarvan de nummering begint met • 1150.

• 1150 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - ‘t Goet te Swavingh 15 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 5. WARNSFELD. ‘t Goet te Swavingh met allen sijnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Warnsfeld in der burschap van Rijssel, ten Zutphenschen leen ontfangen bij · Gerloch van der Capellen (50), anno 1378. · Johan ter Capellen (51), anno 1379. · Griet van der Capellen(51-2), erve hares vaders Johans (51), anno 1404. Haer oom Gerrit van der Capellen (50-2) is hulder. · Eadem, huysfrou Arnts van den Walle (51-2), anno 1424. · Catrin, Arnts dochter ten Wal, huysfrou *1, Willem Lerincx, beleent, anno 1440. Claes van der Capellen (75) is hulder. · Evert van Kerpen bij transport Catrin voornant ontfengt die een helft van den goede tot Swavinck, anno 1441. · Dirck van den Wal bij transport sijner suster Catrin ontfengt d’ander helft, beheltlick den Gasthuse ten heyligen Geest jaerlix 3 malder roggen, eodem die. · Evert van Kerpen bij transport Dirx voornant ontfengt die helfte, also dat nu beyde helften weder bijeen commen, anno 1444. · Tru(de)ken van Kerpen, erve hares vaders Everts, anno 1460. End haer broder Johan van Kerpen is hulder. · Gertrud van Kerpen, huysfrou Dirx van den Wal, anno 1465. · Eadem vernijt eedt van den goede to Swavinck met sijnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Warnsfelt, in der buyrschap van Rijssel, met der eener sijde neven Henrick Garwerdinck, ende Johan Meyerinck ende Griet ter Horst an dander sijde, 5 Octobris 1473. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertog Karel de Grote-Valois). · Eadem vernijt eedt, 20 Augusti 1484. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertogin Catharina v. Egmond). · Eadem vernijt eedt *2, anno 1492. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertog Karel v. Egmond). · Eadem vernijt eedt duer Gerlich van der Capellen (66) *3, anno 1495. · Gerlich van der Capellen (66) Henrix soon (65) beleent, anno 1503. · Johan van der Capellen (66-1), erve sijnes vaders Gerlichs (66), tuchtigt sijn moder Eve *4, na beleninge, anno 1507. · Henrick van der Capellen (67), erve sijnes broders Johans (66-1), 13 Maii 1533. · Idem crigt uutstel, 17 Septembris 1538. · Idem vernijt eedt, 10 Junii 1542. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertog Willem v.d. Mark). · Idem vernijt eedt, 14 Junii 1544. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertog Karel V v. Habsburg). · Idem vernijt eedt, 28 Maii 1556. (met de ledige hand t.g.v. aantreden Hertog Filips II v. Habsburg). · Idem vernijt eedt deur sijnen soon Gerlich (68), raetsheer, 14 Dec. 1581. · Gerlich van der Capellen (68), raedt, erve sijnes vaders Henrix (67), beleent, 15 Junii 1585. · Henrick van der Capel (68-1), burgemeester to Zutphen, bij opdragt sijnes vaders Gerlichs (68) beleent met den goede Swavinck met sijnen pol, rijsweerden, anwassen, vischerien, vrij- ende gerechticheyden ende allen tobehoren, in den graeffschap Zutphen, in den kerspel van Warnsfeld in der buerschap van Rijssel gelegen, te Zutphenschen rechten leenroerich, met oick den goede, geheiten Massinck, in der selven buerschap gelegen ende heeft sijnen vader voorn, ende moder Margriet Schimmelpennincks wederom getucht, 24 Maii 1621. · Idem laat sijn besloten testament approberen, den 15 Aprilis 1659; ende is door ordre originelick op den 3 Junii 1659 gelevert in handen van Gerlich van der Capellen tot Mervelt (71). · Henrick van der Capellen (70-5) uyt cracht van dispositie van sijn oom Henrick van der Capellen (68-1) beleent, den 6 Junii 1659. · Juffr. Agnes van der Cappellen (68-6), als erve haeres broeders Hendrick (68-1), beleent met twee derdeparten, den 15 Octob. 1660. Hulder Alexander Schimmelpenninck van der Oy tot Kel ende Engelenborch. · Eadem laet approberen seecker onwederroepelijck contract, lootinge ende erffscheidinge tusschen haer ende haere neven ende nichten den 2 Octob. 1660 ingegaen, 5/12 Octob. 1660. · Geerlich van der Cappellen (71), heer tot ‘s Heer Artbergen, versoeckt transport ende beleeninge van het derdendeel deses leens, door sijn broeder Hendrick van der Cappellen (70-5) aen hem vercocht, doch overmits de volmacht niet bestendich was, is sulks uytgestelt ende tot voorkoominge van versuym aengeteyckent, 19 Octob. 1660. · Idem uyt cracht van transport sijnes broeders Hendricks (70-5) met desselfs aendeel beleent, den 18 Dec. 1661. · Idem transporteert ende geeft over sijn aendeel aan. Bl.Bl. 81 81 · Philips Otto van Coeverden, colonel, ende vrouwe Anna Sophia van der Cappellen (70-6), welcke beneven dit derdendeel oock beleent sijn met de havesaete ende een derdendeel van het voorn. leen, vrouwe Anna Sophia van der Capellen (70-6) door dode juffr. Agnes van der Cappelle (68-6) ende geapprobeerde lotcedulle aengecomen, den 26 Febr. 1676. · Borghard Gosewijn Hendrick van Coeverden, erfgenaem sijns vaders en moeders Philip Otto en Anna Sophia (70-6), beleend met dit leen en 1/3 van Massinck, den 13 Julii 1700. · Anna Cornelia Isabella van Coeverden, erfgenaem haers broeders Borghard Gosewijn Hendrik, beleent, 26 Julij 1710. Hulder Godert Philip van Linden, haer man. · Eadem en haer man Godert Philip van Lynden tugtigen malkanderen reciproquelijk, 2 Jan. 1713. · Godert Philip van Lynden en Anna Cornelia Isabella van Coeverden, egtelieden, dragen dese twe lenen op aen · Jasper Caerl van Lynden d’Aspremont, haer soon, die daer weder mede beleent is, 19 Julij 1725. · Anna Margareta van Lynden d’Aspremont (102), erfgenaem haers moeders Anna Cornelia Isabella van Coeverden, die erfgenaem was van haer soon Jasper Caerl van Lynden d’Aspremont, beleent, 10 Aug. 1729. · Eadem laet approberen haer beslote dispositie, eodem die. · Frederick Robbert Evert van der Capellen (102) laet approberen de huwelijxvoorwaerden den 17 Julij 1731 opgerigt tussen hem en sijn vrouw Anna Margareta Elisabet van Lynden d’Aspremont, 20 Oct. 1731. · Anna Margaretha Elisabeth van Lynden (102) draagt eenige gedeelten van het eerste leen *5, bij de acte vermeld, op aan · Frederick Benjamin van der Capellen (102-4), haar soon, die daar weder mede beleend is, 14 Meert 1760. · Idem en Johanna Isabella Bentinck (102-4), ehelieden, laten haere huwlijksvoorwaarden van den 6 April 1766 appro- beren en registreren, 28 Decemb. 1779. · Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 13 Septemb. 1779 approberen, eodem die. · Fredrik Benjamin van der Capellen (102-4) laat approberen en registreren het magescheyd, den 2 Decemb. 1785 over den ouderlijken boedel opgerigt en waarbij hem deese twee leenen voor het geheel sijn toe- en aanbedeeld, 20 May 1786. · Idem beleend met deese twee leenen, aller gestalte deselve hem door overlijden van sijn moeder Anna Margaretha Elisabeth van Lynden d’Aspremont (102) en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd voor het geheel aangekomen sijn, eodem die. · Denselven laat sijn besloten testament van den 21 Januarij 1794 approberen l Febr. 1794. · F.J.B. van der Capellen (104) en E.P.C. van Haersolte, ehelieden, benevens derselver zoon F.B. van der Capellen (104-1) laten registreren een opene testamentaire dispositie, (door) wijlen F.B. van der Capellen (102-4) tot Rijsselt den 23 Dec. 1805 gepasseert, en laaten uyt hoofde van vorengenoemde dispositie deeze twee leenen ter hunlieder naamen overtekenen, den 28 Febr. 1806. · Frederik Johan Benjamin van der Capellen (104) en E.P.C. van Haersolte ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport d.d. 7 Junij 1806 van het erve de Huete of 1/3 part van het goed Massink, door J.W. Lankhiet en H. Weenink q.q. en G.W. van Lamsweerde en Mr. J.J. Schluiter als executeur-testamentair wijlen F.B. van der Capellen (102-4), ter hunlieder behoeven gepasseerd, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunlieder naamen overtekenen, den 27 Junij 1806. *1 In de akte heet zij weduwe. *2 Door haren man Derick ten Wall (Leenakte). *3 In de akte wordt zij weduwe genoemd en van der Capelle haar zoon. *4 Blijkens de akte heette zij van den Hoeff. *5 n.l. Swaving.

•1151 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - Den hoff ten Damme 15 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 4. WARNSFELD. Den hoff ten Damme, in den kerspel van Warnsfelde gelegen, tot Zutphenschen rechte ontfinck · Johan van der Capellen (51), anno 1403. · Gerlach van der Capellen (52), erve sijnes vaders Johans, anno 1404. · Idem ontfinck den hoff ten Damme met sijnen herlicheiden ende tobehoren, in den kerspel van Warnsfeld, buyrschap van Wolfler, gelegen, anno 1424. · Johan van der Capellen (53) tuchtigt sijn vrou Griet an de helft van den goede ten Damme met sijn tobehoren, anno 1458. · Idem beleent, anno 1465. · Idem crigt uutstel, 13 Octobris 1473. · Gerlich van der Capelle (54), erve sijnes vaders Johans, 20 Augusti 1484. · Johan van der Capelle (54-1), onmundig, Yde van der Capellen’s soon, beleent, anno 1495. Gerrit van der Capellen Bl.Bl. 82 82 (53-4) is sijn momber. · Gerlich van der Capellen (55) Gerlichssoon beleent als erve sijnes broeders Johans, beheltlick sijner moder Yda van der Hoeven hare tucht, anno 1522. · Idem vernijt eedt, 17 Septemhris 1538. · Gerlich van der Capellen (56), onmundig, beleent, 7 Junii 1543. Thomas van Buerlo is sijn momber ende hulder. · Idem deur sijnen momber eedt vernijt, 14 Junii 1544. · Mechtelt Gruters (55), erve hares soons Gerlichs (56) beleent, 18 Maii 1555. Haer soon Gerrit van der Capel (60) is hulder. · Eadem vernijt eedt doer Gerrit (60) voornoemt, 27 Aprilis 1556. · Gerrit van der Capellen (60) bij transport Mechtelts (55) voornoemt, met haren gecoren momber Evert van der Ca- pellen, 27 Nov. 1561. · Idem tuchtigt sijn vrou Gertrud van Hoemen, 28 Novembris 1561. · Idem confirmeert sijne hijlixvorwarden, 23 Maii 1562. · Idem crigt uutstel 3 maenden, 4 Novembris 1581. · Gerlich van der Capel (61) Gerritssoon crigt uutstel, 4 Septembris 1598. · Idem als erve sijnes vaders Gerrits beleent 8 Augusti 1600 met den goede ten Damme met sijn tobehoren, in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Warnsfeld, in der buerschap Wulfler gelegen. · Gerhard Johan van der Capellen (62), erve sijnes vaders Gerlichs, beleent, 2 Martii 1626. · Idem tucht sijn vrouw, joffer Geertruyt van Lintelo, tot herhijlekens toe, 7 Julii 1636. · Idem laet approberen seecker accort tussen hem ende Alexander van der Capellen ten Boedelhoff (70) ingegaen over seeckere velden, den l Julii 1637. · Idem tucht sijn vrouw, joffer Geertruyt van Lintelo, tot herhijlekens toe, den 14 Februarii 1643. · Idem laet sijnne absolute tucht sijn huysfrouw, joffrouw Geertruyt van Lintelo, gemaeckt approberen, den 24 De- cemb. 1644. · Idem laet sijnne testamentaire dispositie approberen, den 24 Decemb.1644. · Philips van Golsteyn (zoon van 61-2) beleent den 13 Mey 1646. De moeder *1 laet door oeren volmachtiger Hendric Temminck eedt presteren, den 13 Mey 1646. · Idem voor hem selven ende mede consorten laet approbeeren seeckere magescheyt de dato den 9 Jann. 1653 opge- richt, den 13 Mey 1646. · Idem doet selver eedt,den 29 Sept. 1653. · Idem laet approberen het contract ofte accoort in dato den 13 Martii 1654 tusschen hem ende Helena Cloeck tot Spaensweert opgericht, den 28 Martii 1654 *2. · Maria de Rechigno Voisin de Loges, douarière Philips van Golstein, uit kragt van publique subhastatie en aenkoop beleent, den 12 Oct. 1701. · Eadem draegt dit leen op aen. · Arnold Joost van Keppel, die daer weder mede beleent is, den l Nov. 1701. · William Anna van Keppel, erfgenaem sijns vaders Arnold Joost, minderjarig, beleent, 23 April 1719. · Idem, meerderjarig, doet eedt verniwen, l Oct.1734. · Idem en vrouwe Anne Lenox, eheluyden, laten registreren drie navolgende acten, 1e copie authenticq van’t testament van wijlen Arnold Joost van Keppel van den 29 May 1718; 2e copie authenticq van een acte van den Hove van Holland van den 3 Nov. 1738, waarbij Sophia Thomas, geboren Keppel, is worden geauthoriseerd om met haar broeder W.A. van Keppel over voors. testament en den boedel van wijlen haar vader te transigeren; 3e de transactie selve van den 4 Nov. 1738 en de vrijwillige condemnatie van den Hove van Holland den 17 Januarij deses jaars verleend, 20 Januarij 1744. · Deselven dragen dit leen op aan. · Frederick Robert Evert van der Capellen (102) en vrouwe Anna Margaretha Elisabeth van Lynden, eheluiden, die den 15 Julij 1745 daar weder mede beleend sijn. · Deselven dragen dit leen op in handen van den heer stadhouder der leenen ten behoeve van haar soon Alexander Hen- drik van der Capellen (103), 10 Febr. 1753. · Alexander Hendrik van der Capellen (103) uyt kragt van dien afstand onder sekere conditien beleend, 3 April 1753. · Denselven en Reinere Adolphine Charlotte van Nagell, ehelieden, dragen dit leen op in handen van den heer stadhou- der der leenen ten behoeve van haar soon Fredrik Robbert Godard Cornelis van der Capellen (103-4), 27 Nov. 1786. · Fredrik Robbert Godard Cornelis van der Capellen (103-4) uyt kragt van dien afstand onder sekere conditien beleend, 28 Nov. 1786. 1 Geertruyt van der Capellen van den Dam (61-2) (Leenakte). 2 Betreffende het recht op het halve goed Spaensweerd. Bl.Bl. 83 83 •1152 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - Die Bodolff ende Lenting (Boedelhoff) 17 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 8. WARNSFELD. Die Bodolff ende Lenting met allen heuren tobehoren, gelegen in den kerspel van Warnsfelde ende in den kerspel van Almeloe *1, te dienstmansrechte ontfangen bij · Andries Yseren, anno 1378. Hier ingekort ! · Gerlich van der Capel (68), raet, bij transport Dirck Iserens, 22 Septembris 1601. · Alexander van der Capel (70) bij opdragt sijnes vaders Gerlichs (68) beleent met den goede geheiten den Boedelhoff, met sijnen pol, vrij- en gerechticheiden ende allen tobehoren, met noch een stuck weylands, voor vrij angecoft ende tot verbeteringe des leens daerbij gelegt, genoomt die Vondermaet, op de Berckel tegenover de kerck, gelegen in der graeff- schap Zutphen, in den kerspel van Warnsfeld, in der buerschap Eeffde, tusschen den goede ter Havick ende de marck van Wolffseler, te Zutphenschen rechten leenroerich, ende heeft sijnen vader voorn, ende moder Margriet Schimmel- pennincks wederom getucht, 24 Maii 1621. · Idem disponeert van dit leen, den 17 Maii 1628. · Idem laet approberen seecker accort tussen hem ende Gerit Johan van der Capellen in den Dam (62) opgericht over seeckere velden, den l Julii 1637. · Frederyck van der Cappellen (100), erve sijnes vaders Alexander (70), beleent, naedat vrouwe Emilia van Zuylen van Nievelt, weduwe van Alexander van der Cappellen (70), als ook Geerlich van der Cappellen tot Mervelt (71), heer tot s’Heer Artsbergen, gerenuntieert hadden van de dispositie den 17 Maii 1628 van dit leen gemaeckt, den 30 Maii 1660. · Frederyck van der Cappellen (100) heeft voor de bevrijdinge van de leenplicht van het goet Meyerinck aen de hee- ren Staeten van Gelderlant opgedraegen het goet Haevick, bestaende in naervolgende parceelen, als huys, hoff met sijn waertall ende gerechticheyt in de gemeente, den hoogen ende legen Camp met de weidelanden ende alles in een circuit, noortwaerts aen de Eefderbeecke, oostwaerts aen Nusincksblaecke, ende voorts met den Boedelhoff ende ‘t Angersche velt bepaelt, in de graefschap Zutphen, kerspel Warnsfeld gelegen, om mettet huys ende haevesaet Boedelhoff als een leen geconsolideert te worden, te verheergewaeden van nu aff ende altijt met een dubbel heergewaedt, in welcken voege Frederick van der Cappellen (100) daer oock mede weder beleent is, den 20 Oct. 1661. · Idem laet sijn beslote dispositie approberen, den 10 Jan. 1698. · Idem laet approberen de huwelijxvoorwaerden en het verband daerin begrepen tussen sijn soon Alexander van der Ca- pellen (101) en Sophia Margareta Catharina van Wylick tot den Boetselaer den 24 Julij 1705 opgerigt, en het besloten pampier op de leenkamer leggen, 19 Aug. 1705. · Alexander van der Capellen (101), erfgenaem sijns vaders Frederik (100), beleent, 13 Junii 1707. · Idem laet approberen sijn huwelijxvoorwaerden met vrouwe Johanna Maria van Hekeren opgerigt, 26 Mey 1711. · Frederik Robbert Evert van den Capelle (102), soon van Alexander (van der) Capellen (101), laet approberen het maeggesche id den l Maert 1731 opgerigt tussen hem en sijn broeder (101-3) en suster (101-2) ter eenre ende haer moe- der Johanna Maria van Hekeren, wed. Alexander (van der) Capelle (101), ter andere sijde, waerbij deselve renuntieert van haer regt van tugt aen dit leen, 14 Meert 1781. · Idem, erfgenaem sijns vaders Alexander van der Capellen (101), beleent, 14 Meert 1731. · Idem laet approberen de huwelijxvoorwaerden den 17 Julij 1731 opgerigt met sijn vrouw Anna Margareta Elisabet van Lynden d’Aspremont, 20 Oct. 1731. · Alexander Hendrik van der Capellen (103), erfgenaem sijns vaders Frederik Robbert Evert van der Capellen (102), beleent, voorbehoudens den usufruct van desselfs moeder Anna Margareta Elisabet van Lynden d’Aspremont, 2 Sept. 1756. · Anthony Wijnveldt Joostzoon, Harmen Willem Nieuwenhuys, Philip Bisschop en Hendrik Heutink laaten registreren een gerigtelijk transport d.d. 9 Maart 1808 door A.C.R. van Nagell, douarière A.H. van der Capellen (103), en desselfs kinderen ter hunlieder behoeven gepasseert, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunlieder naamen voorss. pro communi indiviso overteekenen, l April 1808. *1 = Almen *2 De akte zegt verder: „Item dat goit te Lentyngh yn den kirspell van Almen gelegen.” De latere akten spreken alleen van den Boedelhoff.

•1153 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - Dat goet tot Nuysinck 15 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 6. WARNSFELD. Dat goet tot Nuysinck *1, gelegen in den kerspel van Warensfelde in der buyrschap van Eefde, tot eenen dienst Bl.Bl. 84 84 mansleene opgedragen bij · Gerrit van der Capellen (50-2) tot behoeff van · Herman van Eynsse, anno 1401. Hier ingekort ! · Osewolt van Keppel tot de Voorst met de helfte van dit leen beleent sijnde, welcke helfte nu genoemt wordt Altena, heeft het selve overgegeven aan Staets Steenman. · Derck Jurrien van Keppel geeft dit leen over ten behoeve van Alexander van den Capelle (101), 5 Julij 1724. · Alexander van den Capelle (101) uit kragt van die overgifte beleent, l Junij 1725. · Frederick Robbert Evert van den Capellen (102), soon van Alexander van den Capellen (101), laet approberen het maeggescheid, den l Maert 1731 opgerigt tussen hem en sijn broeder en suster ter eenre ende haer moeder Maria Johanna van Hekeren, weduwe Alexander van den Capelle (101), ter anderen sijde, waerbij aen de laetste dit leen is aenbedeelt, 14 Meert 1731. · Maria Johanna van Hekeren, weduwe Alexander van den Capelle (101), uit kragt van’t geapprobeerde maeggescheid op heden beleent, 14 Meert 1731. Hulder F.R.E. van den Capelle (102), haer soon. · Joost Solner en Maria Johanna van Hekeren, ehelieden, verbinden dit leen voor 1200 gl. ten behoeve van Berent Bus- semaker en Geertruyd ten Cate, ehelieden, 13 Junij 1749. · Joost Solner uyt kragt van geapprobeerde hijlijksvoorwaarden beleent, 25 Januarij 1751. · Fredrick Robbert Evert van der Capellen (102) uyt kragt van geapprobeert magescheyt beleent met dit leen, eodem die. · Carolina Elbertina van der Capellen (102-8) laat approberen het magescheyd den 3 Dec. 1785 over den ouderlijken boedel opgerigt en waarbij haar dit leen is toe- en aanbedeeld, 20 May 1786. · Deselve beleend met dit leen, aller gestalte hetselve haar door overlijden van haar vader Fredrik Robbert Evert van der Capellen (102) en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd aangekomen is, eodem die. Hulder Fredrik Benjamin van der Capellen (103). · Eadem draagt dit leen na bekomen approbatie van het coopscontract op aan Cornelius Gerhardus van Rhijn, die daar weder mede beleend is, 20 Aug. 1791. · Deselve laat sijn testamentaire dispositie d.d. 30 Aug. 1804 registreren, 15 Sept. 1804. N.B. De Blake, onder dit leen gehorende, van de leenpligt ontslagen en daartegens weder te leen gemaakt de Cruysma- the. Vid. de acte van den 5 Oct. 1752. *1 In het register staat foutief Mijsinck.

•1154 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - ‘t Goet te Meyerinck tot Angerhem 21 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 20. WARNSFELD. ‘t Goet te Meyerinck tot Angerhem, te dienstmans rechte erkent bij Hier ingekort ! · Thomas Middeldorp en Alijt van Buerse geven over haer vierendeel an Gerlich van der Capel (68) *5, raet, 26 Maii 1597. · Arnt van Berck erhelt 3 maenden uutstel, 8 Augusti 1600. · Idem laet eed vernijen sijnen neve Thomas van Boerle, die bekande, dat van desen leen een vierdel Gerlich van der Capel (68), raed, tocomt, 27 Januarii 1611. · Thomas Middeldorp met sijn soon Willem verclaren noch een vierendeel van desen lene Gerlich van der Capel (68), cantzler, to te commen, 9 Julii 1619. · Thomas van Boerle beleent, 17 Julii 1620. · Idem ende Hendric van der Capellen (68-1) maken malcanderen oer andeel, namentlic indien Bourlo compt to hijle- ken, als versproken is, dat hij alsdan hebben sall het vierdepart Capelle toestendich, ende daer hij Bourlo niet soll com- men to hijleken, dat in sulcken vall Capelle hebben sall naer Bourloos doot sijnne drie vierdeparten, den 20 Novemb. 1633. · Agnes van der Capelle (68-6), erve hares broeders Hendrick van der Capellen (68-1), beleent, den 25 Febr. 1660. Coenraet van Munster hulder. · Eadem laet haer dispositie approberen, eodem die. · Eadem revoceert deselve dispositie ende transporteert dit leen aen Frederick van der Cappelle tot den Boedelhoff (100), die daermede weder beleent is, den 15 Febr. 1661. Dit goet is van de leenplicht gevrijdt ende daartegen weder te leen gemaeckt het goet te Haevick, ende met den Boe- delhoff tot een leen geconsolideert vermogens de resolutie van het Hoff van den 17 October 1660 uyt cracht van des Lantschaps authorisatie van den 13 October 1660 genomen, den 20 October 1661. *5 „ende Margriet Schimmelpenninck”(leenakte). Bl.Bl. 85 85 •1155 Register op de Leenakteboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Lenen buiten Gelderland (uitheemse lenen). Bewerkt door Mr. J.J.S. Baron Sloet 1924. Amerongen Eenen weerdt in den gerichte van Mauwerick, an de Stichtsche sijde, gelegen, daer die graeff van Culenborch boven ende David van Zuylen van Natewisch beneden naest gelant sijn, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Hier ingekort ! Guillielmo Henry de Nassouw, grave van Rochfort, erfgenaam sijns ooms Hendrik van Nassouw, beleend, 31 May 1742. Idem draagt dese 2/3 delen op aan Frederik Jacob Derk van der Capellen (116), die daar weder mede beleent is, 7 Fe- bruarij 1755. Anna Elisabeth van Bassenn vernieuwt eed van 1/3 van het leen. Hulder Frederik Jacob Derk van der Capellen (116), haar man, eodem die. Johan Derk van der Capellen (117) beleend met 2/3 parten in de Suylense weerden als erfgenaam sijns vaders Frederik Jacob Derk van der Capellen (116), en met 1/3 part in voors. weerd als erfgenaam van sijn moeder Anna Elisabet van Bassenn, 5 December 1780. Anna Elisabeth van der Capellen (117-1), erfgename van haar vader Johan Derk beleend, 10 Augustus 1788. Rudolph Christiaan van Rechteren en Anna Elisabeth van der Capellen (117-1), ehelieden, laten hare huwlijksche voor- waarden van den 24 December 1784 approberen en registreren, 14 May 1790. Deselve ehelieden laten hare opene testamentaire dispositie van den 1 May 1790 approberen en registreren, eodem die.

•1156 Acten betreffende Gelre en Zutphen ... uit het Staatsarchief te Dusseldorp register B no. 23-25 naar het oorspronkelijke handschrift uitg. 3 Maart 1331. Loeff van Berenbroick heeft vercoift greve Reynalt van Gelre die heerscapie van Berenbroick roitten ge- richt van der Capellen, hoge en neder, mitter kerckgyfft van der Capellen ende van Mensel, ende van allen toebehoeren.

•1157 Leenakteregister: 86a. BEMMEL. Het adelijck huys ende havesaet genoemt den Pol Eustachius van Bronckhorst tot de Pol beleent als erfgenaem ende uyt cracht van de dispositie sijnes vaders Cornelis, den 19 Junij 1671. Idem laet sijnes vaders dispositie registreren, den 15 Augusti 1671. Idem tuchticht sijn vrou Margareta van der Cappellen (70-7) in dit leen haer leven lanck, den 28 November 1691. Idem laet approberen de huwelijxvoorwaorden tussen hem ende vrouwe Margareta van der Capellen (70-7) opgerigt de dato den 14 Mey 1680, alsmede het verbant daerbij gedaen ofte beding van 50.000 gl. tot profijt van de langstlevende, ende de 7000 gl. voor fijne paerlen en 8000 gl. voor silver servies, tugtigt deselve haer leven lang onwederroepelijk en laet vervolgens de gem. huwelijxvoorwaerden van woorde tot woorde registreren, den 7 Febr. 1696. Margareta van der Capelle (70-7) , douagere en boedelhouderse van Eustatius van Bronkhorst, ongepraejudicieert al haer regt, beleent, 30 Sept. 1697. Maria Gijsberta van Bronkhorst, erve haers broeders Eustacius, beleent, den 30 Maert 1698.

•1158 Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen - Het kwartier van Zutphen. Warnsveld - Het halve goet, geheiten het goet ten Rieve 22 april 2007 / Genealogie in de Achterhoek - www.genealogiedomein.nl. Bewerkt door Dr. J.S. van Veen (1858-1934). Gedigitaliseerd - J.B. Baneman. 23. WARNSFELD. Het halve goet, geheiten het goet ten Rieve, in der graeffschap Zutphen, in den kerspel van Warnsfeld, in der buyr- schap van Vieracker gelegen, tot Zutphenschen rechten geerft van · Albert van Steenre op sijne dochter · Bely van Steenre, 29 Junii 1558. Daer Dirck van Steenre, noch onmundigh, die wederhelft van heeft. · Gerrit van der Capellen in den Dam (60) als erve sijner nichten Bely van Steenre beleent, 5 Octobris 1574. · Everhard ende Diedrick van Keppel , oom ende neve, crigen uutstel wes ten naesten lantdag, 28 Februarii 1621.

•1159 De ontginningen en nederzettingen in het noordelijk deel van het kerspel Voorst In 1459 komt “het erve ende goet Emoldinckhoff ofte Emelickhoff, gelegen in Veluwen, ampte van Voorst, boerschap Gietele” voor het eerst voor in de leenboeken van het huis Bronckhorst. Hoe het leen overgegaan is van de graven van Gelre in 1326 naar Bronckhorst in 1459 is bij gebrek aan gegevens niet bekend. Het heeft niets met voogdschap te maken; de voogd van de heren van Bronckhorst was de graaf van Bentheim. De oudst bekende leenman van Bronckhorst is in 1459 de nog onmondige Gerlach van der Capellen (66). Zijn moe- der Truede, de weduwe van Henrick van den Capellen (65) neemt het goed in leen voor hem, waarbij Wyllem van der Capellen (85) de leeneed aflegt. In 1493 wonen op de Emelinck Gerrit Brynck, moeder Fenne Gerrit ter Loe, dienstwijff Mechtild Derick Sywinx en 5 Bl.Bl. 86 86 dochters en een zoon. Gerrit was dienstman van de Hertog van Gelre. Op dat moment woont de eigenaar Geerlich van de Capellen (66) in Zutphen. In 1534 neemt Thomas van Boerloe voor zijn vrouw Geertruid van der Capellen (66-3), dochter van wijlen Gerlach van der Capellen (66), het goed “Emeldinck” in leen.

In 1648 behoren huis en hofstede “de Duijss” genaamd, toe aan Jonker Henrick van der Capelle tot Rijssell (68-1). Bij het goed horen 4 mudde zaailand en 2 koeweiden, wat beperkt kan worden genoemd, maar gezien de ligging in een verder weinig ontgonnen gebied, niet vreemd is. Het goed wordt gepacht door Cornelis Willems voor 19 dalers.

De hoeve Presinck was gelegen aan de oostzijde van de huidige Deventerweg, ten noorden van de Gietelse Brink. Presinck was zoals de meeste Gietelse erven gelegen op grond, waaruit in 1405 een tiende betaald moest worden aan de abdij van Prüm. In 1461 Herman van Herwen leenman. Hij verkocht het goed aan zijn twee zusters Jutte en Griet, resp. gehuwd met Gerit van Carvenhem en Claus van der Capellen (75). In 1493 woonden er op de hoeve die eigendom was van Geerlich van Capellen (76), die zelf te Zutphen woonde, enige horigen.

Het goed de Natelt, ook wel Adelaar, Adelt of Arent genoemd, lag met het noorden tegen de Voorsterbeek en met het westen tegen de Rijksstraatweg. 1589 wordt gesproken over een stuk grond, dat in het westen grensde aan het goed de Natelt, behorende aan de weduwe van Evert Lintelo. In 1609 is Evert van Lintelo, samen met zijn vrouw Arnolda van Heumen, eigenaar van het goed Natteld met den Moelenberg onder Voorst, afkomstig van zijn broeder Johan van Lintelo. Volgens de muurankers dateert het huidige gebouw van 1607. In 1637 en 1638 laten Johan van der Capellen van den Dam (62) en zijn vrouw Geertruit van Lintelo een eigendomsbewijs opmaken van 2/3e deel van een boomgaard bij het goed “de Adeler” onder Voorst.

Het Huis Sinderen In 1671 maken Jaspar van Lynden en zijn vrouw Theodora van der Vecht, samen met hun dochters Antonia en Marga- reeta van Lynden, hun testament op. Laatstgenoemde twee gezusters, inmiddels gehuwd met respectievelijk met wijlen Alkemade, en met Geerlach van der Capellen (71), maken in 1680 nogmaals een testament. Margareta wordt op dezelfde dag beleend met Sinderen en De Blake. Het jaar erop worden tussen de erfgenamen van Jaspar van Linden en Theodora van der Vecht de goederen verdeeld van hun ouders en grootouders. Het leengoed blijft echter in handen van Margareta van Lynden (71), welke in 1696 wordt opgevolgd door haar dochter Theodora van der Capelle (71-2). Deze verkoopt het leengoed in 1740 aan Fenna Helena Aleyda van Broekhuysen.

Het erve de Blake is voor zover bekend altijd een deel geweest van het leengoed Sinderen. De andere helft van het goed De Blake, waarop ook het huis stond, was op een onbekend tijdstip afgespleten van het hoofdleen, en in 1666 toegekomen aan Anna Catharina van Scherpenzeel, echtgenote van Alexander Schimmelpen- ninck van der Oeij. In 1671 werd haar man, mede namens haar zus Hadewich van Scherpenzeel, beleend met De Blaecke. In 1682 draagt hij zijn helft op aan Geerlich van der Capellen (71), waarna deze samen met zijn echtgenote in 1683 wordt beleend. In 1696 erft hun dochter Theodora (71-2) het erve De Blake, waarna het leen weer toekomt aan de leenmannen van het huis Sinderen.

Huis Sinderen Bl.Bl. 87 87 • 1160 Koninklijke Bibliotheek inventaris betreffende Godert A.G.P. van der Capellen. B= boek, Br. = brieven, H= handschrift.

B 1. Van der Capellen’s koloniale ambitie op : economisch beleid in een stagnerende conjunctuur, 1816-1826. Stevens, Theodoor / Historisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam / 1982. B 2. Van der Capellen’s koloniale ambitie op Java : economisch beleid in een stagnerende conjunctuur 1816-1826 Stevens, Th. / Historisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam / cop. 1982. B 3. De oorsprong der conservatieve richting : het kolonisatierapport-Van der Capellen. Ottow, Samuel Julius / Oosthoek / 1937. H 4. Den Haag, KB : 79 E 96 / Portretten van personen en afbeeldingen van gebeurtenissen uit de Patriottentijd ; Brie- ven en stukken betreffende de Patriottentijd. Last, Carel Christiaan Antony / S.l. / [eerste helft 20ste eeuw]. H 5. Den Haag, KB : 68 F 13 / “Schets van den financieëelen toestand van Nederl. Oost-Indië, onder het bestuur van Z.E. den Gouverneur Generaal Baron van der Capellen, van 1819-1825, voornamelijk wat betreft de laatste jaren van dat bestuur”. Waal, Engelbertus de / S.l. / [ca. 1890]. B 6. Gedenkschriften van den graaf Van der Duyn van Maasdam en van den baron Van der Capellen. Duyn van Maasdam, A.F.J.A. van der / 2e dr / Van Gorcum / 1857. B 7. Gedenkschriften van den graaf Van der Duyn van Maasdam en van den baron Van der Capellen. Duyn van Maasdam, A.F.J.A. van der / Van Gorcum / 1853. H 8. Den Haag, KB : 75 D 24 / Voorwoord voor de “Notice et souvenirs biographiques du comte Van Der Duyn de Maasdam et du baron de Capellen” (Saint-Germain-en Laye 1852) van Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791- 1874) ; Brieven aan Karel Frederik baron Sirtema van Grovestins (1791-1874). Fagel, Robert / S.l. / [1852]. B 9. Examen d’une Notice et de souvenirs biographiques du comte Van der Duyn et du baron de Capellen. Jonge, J.K.J. de / La Haye / 1852. B 10. Notice et souvenirs biographiques du comte van der Duyn de Maasdam et du baron de Capellen. Duyn de Maasdam, van der / Picault / 1852. Br. 11. Den Haag, KB : 70 D 1 / Brief van Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791-1874), geschreven aan Go- dert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Verzameling stukken die gediend hebben voor de uitg. C.F. Sirtema van Grovestins. Notices et souvenirs biographiques du v.d. Duyn de Maasdam et du baron de Capellen. Parijs, 1852. Bevat biografische aantekeningen, correspondentie, artikelen, etc. Sirtema van Grovestins, Karel Frederik / St.Germain / 1849. B 12. Levensschets van G. A. G. P. baron van der Capellen van Berkenwoude, oud Gouverneur-Generaal van Neder- landsch Indië. Bosch, L.E. / Kemink / 1849. B 13. De invloed der wetenschap op het openbaar leven van den minister van Staat, G. A. G. P. baron van der Capellen van Berkenwoude. Vreede, G.W. / Kemink / [ca. 1848]. Br. 14. Den Haag, KB : CdG 2 / Brief van Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Brieven van en aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878) en anderen, en stukken betreffende de genealogie van de familie Cornets de Groot. Cornets de Groot van Kraaijenburg, Johan Pieter / Den Haag / 4 nov. 1847. Br. 15. Den Haag, KB : 75 D 29 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791-1874) ; “Petits memoires ou souvenirs biographiques”. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Vollenhoven / 15 mei. Br. 16. Den Haag, KB : 75 D 29 / Brief van Van Heekeren, geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; “Petits memoires ou souvenirs biographiques”. Heekeren, Van / S.l. / [1843]. Br. 17. Den Haag, KB : 75 D 29 / Brief van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; “Petits memoires ou souvenirs biograp- hiques”. Duyn van Maasdam, Adam François Jules Armand van der / Den Haag / 13 mei 1843. Br. 18. Den Haag, KB : CdG 2 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878), Hugo Cornets de Groot (1798-1847) ; Brieven van en aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878) en anderen, en stukken betreffende de genealogie van de familie Cornets de Groot. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Parijs / 16 nov. 1842. Br. 19. Den Haag, KB : CdG 2 / Brief van (1777-1843), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Brieven van en aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878) en anderen, en stukken betreffende de genealogie van de familie Cornets de Groot. Falck, Anton Reinhard / Parijs / 12 nov. 1842. Br. 20. Den Haag, KB : 75 D 24 / Brieven van [Godert Alexander Gerard Philip] van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791-1874) ; Brieven aan Karel Frederik baron Sirtema van Gro- vestins (1791-1874). Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / S.l. / 1841-1848. Br. 21. Den Haag, KB : 70 D 22 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791-1874) ; “Memoires et souvenirs”, voornamelijk betreffende Bl.Bl. 88 88 Frankrijk in de periode 1799-1858. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / 29 dec. 1841. Br. 22. Den Haag, KB : CdG 165 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), oud- gouverneur-generaal, geschreven aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878) ; Brieven van en aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878) en stukken betreffende zijn loopbaan. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Vollenhoven / 1841-1847. Br. 23. Den Haag, KB : 70 D 1 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Karel Frederik Sirtema van Grovestins (1791-1874) ; Verzameling stukken die gediend hebben voor de uitg. C.F. Sirtema van Grovestins. Notices et souvenirs biographiques du v.d. Duyn de Maasdam et du baron de Capellen. Parijs, 1852. Bevat biografische aantekeningen, correspondentie, artikelen, etc. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Parijs / 28 dec. 1841-1845. Br. 24. Den Haag, KB : 74 H 4 / Brief van Anton Reinhard Falck (1777-1843), geschreven aan Godert Alexander Ge- rard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Concepten van brieven aan verschillende personen; 1837-1842. Falck, Anton Reinhard / S.l. / [1840]. Br. 25. Den Haag, KB : 135 D 19 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Ver- zameling brieven en bescheiden. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Utrecht / 1838-1839. Br. 26. Den Haag, KB : 121 A 13 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip baron van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Herman Johan Royaards (1794-1854) ; Brieven van en aan voornamelijk Nederlandse geleerden. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Vollenhove / [1835-1843 en 1848]. Br. 27. Den Haag, KB : 135 D 19 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschre- ven aan baron [Anne Willem Carel] van Nagell [(1756-1851)?] ; Verzameling brieven en bescheiden. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Vollenhoven / 3 okt. 1834. B 28. Een woord over het beheer van Indië, over de daarin wenschelijke veranderingen, en over de Indische financiën na het tienjarig bestuur van den baron G.A.G.P. van der Capellen. Brink, Cands. ten / Amsterdam / [1832]. H 29. Den Haag, KB : 75 D 26 / “Sur la mission de comte Orloff, et sa resultate en Hollande”; [1832] ; Corresponden- tie van Karel Frederik baron Sirtema van Grovestins (1791-1874), historicus. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / S.l. / 1832-1842. Br. 30. Den Haag, KB : 75 D 26 / Brief van Godert Anne Gerard graaf van der Duyn (1800-1865), adjudant van prins Frederik, geschreven aan zijn oom Godart Alexander Gerrit Philip baron van der Capellen (1778-1848) ; Correspon- dentie van Karel Frederik baron Sirtema van Grovestins (1791-1874), historicus. Duyn, Godert Anne Gerard van der / Walhem / 30 sept. 1830. Br. 31. Den Haag, KB : CdG 128 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), ge- schreven aan J.H. Meynders, O.M. Roberts, J. Schneither ; Brieven van en aan Adriaan David Cornets de Groot (1804- 1829) en zijn moeder, Louise Catharina Johanna Hora Siccama, e.a. en stukken betreffende zijn loopbaan, overlijden en nalatenschap. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Vollenhoven / 1830. Br. 32. Den Haag, KB : 70 C 32 / Brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam, geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), staatsman, aan Frans Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur van Nederlands-Indië. Met enkele brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam. Duyn van Maasdam, G.A.G. van der / Antwerpen / 1830. Br. 33. Den Haag, KB : 70 C 32 / Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Brieven van Adam François Jules Ar- mand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), staatsman, aan Frans Godert Alexander Gerard Philip van der Capel- len (1778-1848), gouverneur van Nederlands-Indië. Met enkele brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam. Duyn van Maasdam, Adam François Jules Armand van der / Den Haag / 1830-1836. B 34. Korte beschouwing van de Vrijmoedige gedachten over Neërlands-Indië, en over de regering van den Gouver- neur-Generaal Van der Capellen. Doornik, J.E. / J.C. van Kesteren / 1827. B 35. Vrijmoedige gedachten over Neërlands Indië en over de regering van den gouverneur-generaal Van der Capellen. Doornik, J.E. / bij C.G. Sulpke / 1826. Br. 36. Den Haag, KB : CdG 131 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), ge- schreven aan Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) ; Brieven van en aan Johan Pieter Cornets de Groot van Kraaijenburg (1808-1878), en anderen, en stukken betreffende de geboorte, de doop en het overlijden van hem en zijn vrouw, Sophia Apollonia Helena Godin (1807-1879), hun huwelijk en zijn loopbaan en de geboorte, de doop en het overlijden van enkele van zijn kinderen. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Buitenzorg / 5 jan. 1826. Br. 37. Den Haag, KB : CdG 123 / Brief van H. MacGillavry, resident van Soerakarta, geschreven aan Godert Alexan- der Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur-generaal van Nederlands-Indië ; Brieven van, aan en over Adriaan David Cornets de Groot (1804-1829) en stukken betreffende zijn loopbaan. MacGillavry, H. / Soerakarta / 20 maart 1825. Br. 38. Den Haag, KB : CdG 101 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschre- ven aan Hugo Cornets de Groot (1798-1847) ; Brieven aan Hugo Cornets de Groot (1798-1847), en stukken betref- Bl.Bl. 89 89 fende zijn loopbaan. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Buitenzorg / 10 maart 1825. Br. 39. Den Haag, KB : 70 D 1 / Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Verzameling stukken die gediend hebben voor de uitg. C.F. Sirtema van Grovestins. Notices et souvenirs biographiques du v.d. Duyn de Maasdam et du baron de Capellen. Parijs, 1852. Bevat biografische aantekeningen, correspondentie, artikelen, etc. Duyn van Maasdam, Adam François Jules Armand van der / 1825-1848. Br. 40. Den Haag, KB : 120 B 12 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Verzame- ling brieven. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Jakarta / 9 sept. 1823. Br. 41. Den Haag, KB : 70 F 57 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschreven aan Henricus Franciscus Tollens Cz. (1780-1856) ; Briefwisseling. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Buitenzorg / 13 juli 1823. H 42. Den Haag, KB : CdG 74 / Akte van aanstelling van Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) tot resident van Grisee ondertekend door Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur-generaal ; Brieven van en aan Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) en Louise Catharina Johanna Cornets de Groot-Hora Siccama (1769-1851) en stukken betreffende zijn loopbaan, zijn financiën en de nalatenschap van zijn oom en tante, Christoffel Walraven Lubbert van Bylandt (1732-1781) en Marciana van der Gon (-1820). Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Batavia / 9 febr. 1820. H 43. Den Haag, KB : CdG 73 / Aanstellingsbesluit en akte van aanstelling van Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) tot lid van de Raad van Financiën van Nederlands-Indië, ondertekend door Reinier Dozy (1773-1827), koloniaal ambtenaar, en Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur-generaal ; Brie- ven van en aan Adriaan David Cornets de Groot (1768-1827) en Louise Catharina Johanna Cornets de Groot-Hora Siccama (1769-1851), en stukken betreffende zijn loopbaan en de nalatenschap van zijn schoonouders, Johan Hora Siccama en Egberta Louisa Beckeringh. Dozy, Reinier / Batavia / 30 apr. 1819. Br. 44. Den Haag, KB : CdG 118 / Brief van Adriaan David Cornets de Groot (1804-1829), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip baron van der Capellen (1778-1848), gouverneur-generaal van Nederlands-Indië ; Brieven van en aan Adriaan David Cornets de Groot (1804-1829) en stukken betreffende zijn geboorte en zijn loopbaan. Cornets de Groot, Adriaan David / Amboina / [sept. 1817]. Br. 45. Den Haag, KB : 70 C 32 / Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848) ; Brieven van Adam François Jules Ar- mand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), staatsman, aan Frans Godert Alexander Gerard Philip van der Capel- len (1778-1848), gouverneur van Nederlands-Indië. Met enkele brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam. Duyn van Maasdam, Adam François Jules Armand van der / Den Haag / 1815-1825. Br. 46. Den Haag, KB : 70 C 32 / Brieven van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), ge- schreven aan Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848) ; Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), staatsman, aan Frans Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur van Nederlands-Indië. Met enkele brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / S.l. / 1815-1836. H 47. Den Haag, KB : 70 C 32 / Brieven van Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam (1771-1848), staatsman, aan Frans Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), gouverneur van Nederlands-Indië. Met enkele brieven van G.A.G. van der Duyn van Maasdam. Duyn van Maasdam, Adam François Jules Armand van der / Den Haag / 1815-1836. Br. 48. Den Haag, KB : 129 C 25 / Brieven van [Jan Hendrik van Swinden (1746-1823), wis- en natuurkundige], geschreven aan Godert Alexander Gerard Philip baron van der Capellen (1778-1848), staatsman ; Correspondentie van Jan Hendrik van Swinden (1746-1823). Swinden, Jean Henri van / S.l. / 1814-1815. Br. 49. Den Haag, KB : 135 D 19 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), ge- schreven aan de advocaat fiscaal der middelen te lande van het Departement van de Zuiderzee ; Verzameling brieven en bescheiden. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Amsterdam / 7 apr. 1814. Br. 50. Den Haag, KB : 120 B 12 / Brief van Godert Alexander Gerard Philip van der Capellen (1778-1848), geschre- ven aan [Hendrik Jan de Loë (1753-1832)] ; Verzameling brieven. Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der / Amsterdam / 2 sept. 1810. B 51. Rapport aan Zijne Majesteit den Koning van Holland, door hoogstdeszelfs minister van eeredienst en binnen- landsche zaken gedaan, den 27sten van herfstmaand 1809, betreffende de in dat jaar plaats gehad hebbende openbare tentoonstelling van de voortbrengselen der volksvlijt en toewijzing der eereprijzen, mitsgaders der uitdeeling van de eere- prijzen, toegewezen voor eenige der op de tentoonstellingen van de jaren 1808 en 1809 gebragt geweest zijnde voorwer- pen. Capellen, G.A.G.P. van der / Koninklijke Staatsdrukkerij / 1809. H 52. Den Haag, KB : 70 D 1 / Verzameling stukken die gediend hebben voor de uitg. C.F. Sirtema van Grovestins. Notices et souvenirs biographiques du v.d. Duyn de Maasdam et du baron de Capellen. Parijs, 1852. Bevat biografische aantekeningen, correspondentie, artikelen, etc. Sirtema van Grovestins, Karel Frederik / S.l. / [eerste helft 19de eeuw].