Toerisme en recreatie

Westfriese Omringdijk

Update 2009 - 2011

November 2012

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Inhoudsopgave Pagina

1. Inleiding en vraagstelling 3 2. Factsheet verblijfstoerisme Noord-Holland 2010 4 3. Economie en werkgelegenheid 5 4. Toeristisch-recreatief verzorgingsgebied 8 5. Ontwikkeling herkomstgebieden 2009 - 2011 14 6. Perspectief 18 7. Belangrijkste conclusies 21 Bijlage 1 Gemeenten in belangrijkste herkomstregio’s 23 Bijlage 2 Branchering voor koopstromen 24

Figuren en tabellen Pagina

Figuur 1: gemeenten behorende (voor deze rapportage) tot de Westfriese Omringdijk 3 Figuur 2: Bijdragen sector Horeca en Vrije tijd aan economie 5 Figuur 3: Werkgelegenheidsaandeel 6 Figuur 4: Werkgelegenheidsgroei 2010-2011 7 Figuur 5: Omzet toeristisch-recreatieve sector 2011 7 Figuur 6: Omzetgroei toeristisch-recreatieve sector 2010-2011 8 Figuur 7: Aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2011 voor 40 Nederlandse regio’s 10 Figuur 8: idem, maar dan gewogen naar bevolkingsomvang 10 Tabel 1: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk totaal 11 Tabel 2: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk West 12 Tabel 3: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk Oost 13 Figuur 9: Mutaties aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2009-2011 voor 40 Nederlandse regio’s 14 Tabel 4: Mutaties Consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, 2011 – 2009 15

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 2

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk, update 2009 – 2011

1. Inleiding en vraagstelling

Eind 2011 heeft Rabobank Regionaal Onderzoek uitgebreid de vrijetijdssector in het ge- bied van de Westfriese Omringdijk in kaart gebracht, mede tegen de achtergrond van het project ‘Westfriese Omringdijk’. Nu is de vraag om voor de belangrijkste onderdelen een update uit te voeren, op basis van de meest recente cijfers (2011).

In deze rapportage komen achtereenvolgens aan de orde: Economie Bruto toegevoegde waarde sector Groei 2010 – 2011 Bijdrage sector regionale economie 2011 Werkgelegenheid Groei werkgelegenheid 2010 - 2011 Bijdrage totale werkgelegenheid 2011 Consumentenherkomst Herkomst Nederlandse consumenten 2011 naar regio’s en 4 grote steden Verschuivingen/ontwikkelingen 2009-2011 Gegeven de actuele lastige economische omstandigheden is tevens een kortetermijn- perspectief toegevoegd, zowel vanuit macro-economisch als sectoraal oogpunt

Het ruimtelijk rapportageniveau omvat het gebied van de Westfriese Omringdijk (WFO) als geheel, alsmede het westelijk en het oostelijk gedeelte. Concreet omvat het de ge- meenten Drechterland, , Harenkarspel, , , Koggenland, 1 , Niedorp , Opmeer, , , Alkmaar en Langendijk. Als benchmark hanteren we de provincie Noord-Holland en geheel Nederland.

Figuur 1: gemeenten behorende (voor deze rapportage) tot de Westfriese Omringdijk

1 Niedorp is per 1 januari 2012 opgegaan in de nieuwe gemeente Hollands Kroon. In 2011 (het jaar waarop de cijfers betrekking hebben) was het echter nog een zelfstandige gemeente.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 3

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

2 2. Factsheet verblijfstoerisme Noord-Holland 2010

Uit de (voorlopige) jaarcijfers van het CBS blijkt dat het verblijfstoerisme in Noord- Holland weer is gestegen. Na twee jaar te maken hebben gehad met een daling is het aantal overnachtingen in 2010 licht gestegen. In totaal hebben in 2010 in Noord-Holland (excl. Amsterdam) 10.472.000 overnachtingen plaatsgevonden. Ten opzichte van 2009 is dit een stijging van 1,5%. Daarmee is het aantal overnachtingen sneller gestegen dan het landelijke gemiddelde (0,4%). Noord-Holland heeft met name geprofiteerd van de sterke groei in het aantal overnachtingen door buitenlandse gasten. De buitenlandse toe- rist heeft in 2010 ruim 9,5% meer overnachtingen in de provincie geboekt. In totaal is de buitenlandse gast goed voor 4.197.000 overnachtingen. Het aantal overnachtingen door gasten uit Nederland is daarentegen afgenomen met 3,3%. Dit wijkt daarmee aanzienlijk af van de ontwikkelingen in 2009 toen er nog sprake was van een daling in het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten (-1,7%) en lichte stijging (0,2%) van overnach- tingen door gasten uit Nederland.

De ontwikkelingen die zich in 2010 in Noord-Holland hebben voorgedaan lopen daarmee weer in lijn met de landelijke ontwikkelingen. Er kan worden gesteld dat het toerisme zich heeft hersteld van de economische crisis. Nederlanders kiezen er toch weer meer voor om een langere vakantie in het buitenland te ondernemen en andersom kiezen ook steeds meer buitenlanders voor een bezoek aan Nederland en Noord-Holland in het bij- zonder. Want ook in 2010 was Noord-Holland (excl. Amsterdam) de provincie met de meeste overnachtingen, gevolgd door Gelderland en Limburg. Indien ook de cijfers van Amsterdam worden meegenomen vallen de verschillen nog groter uit en komt het totaal aantal overnachtingen in de provincie op 20.197.000.

Naast het aantal overnachtingen is in Noord-Holland (excl. Amsterdam) in 2010 ook het aantal verblijfsgasten gestegen ten opzichte van 2009. In totaal hebben in 2010 ruim 4 miljoen verblijfsgasten een overnachting in Noord-Holland geboekt. Het aantal gasten is met 9,6% ook aanzienlijk sneller gestegen dan het aantal overnachtingen. Ook is in Noord-Holland sprake van een aanzienlijk grotere groei dan het landelijke gemiddelde. Het zal niet verbazen dat deze groei het gevolg is van de toename in het aantal buiten- landse gasten, maar er is ook sprake van een toename in het aantal binnenlandse gas- ten. Als deze cijfers worden afgezet tegen de ontwikkelingen in het aantal overnachtingen dan kan gesteld worden dat de sterke toename in het aantal gasten heeft geleid tot slechts een lichte stijging in het aantal overnachting. Meer mensen gaan dus op vakantie in Noord-Holland maar de verblijfsduur is wel korter. Deze trend is overigens al langere tijd zichtbaar binnen de toeristische sector. Belangrijkste conclusie blijft echter dat Noord- Holland een succesvol jaar achter de rug heeft.

2 Bron: Provincie Noord-Holland

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 4

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

3. Economie en werkgelegenheid

Als eerste belichten we de betekenis van de sector voor de regionale economie, vergele- ken met de provincie Noord-Holland en geheel Nederland. We kiezen daarbij een brede insteek: in termen van omzet, toegevoegde waarde, bedrijfsresultaat, investeringen en het arbeidsvolume (werkgelegenheid van zowel personeel in loondienst als onderne- 3 mers).

De bijdrage van de sector aan de regionale economie is over de gehele linie wat kleiner dan in de gehele provincie en Nederland. De bijdrage aan de gerealiseerde toegevoegde waarde ligt voor alle onderscheiden ruim- telijke niveaus iets hoger dan de omzetbijdrage. Daaruit blijkt ook het productiedeel van het bedrijfsproces: productie genereert gewoonlijk een hogere toegevoegde waarde dan bijvoorbeeld handelsactiviteiten. Het bedrijfsresultaat blijft vooral in Oost wat achter. Daardoor is de sector in het gehele gebied iets minder winstgevend dan landelijk het geval is. Het investeringsniveau van de sector is relatief laag. WFO vormt daarop geen uitzonde- ring.

Figuur 2: Bijdragen sector Horeca en Vrije tijd aan economie

Bron: Rabobank Nederland

De sector is relatief arbeidsintensief: er zijn veel handen nodig voor de productie en ver- koop, ook als – zoals in deze grafiek – is gerekend met arbeidsvolume (banen omgere- kend naar voltijdsequivalenten). Als gevolg daarvan zal de arbeidsproductiviteit lager lig- gen. Het betekent tegelijkertijd echter ook dat de betekenis van de sector voor de werk- gelegenheid twee keer zo groot is dan wanneer we met de omzet of toegevoegde waarde rekenen. Hieraan moet worden toegevoegd dat de sector veel werk biedt voor jongeren of lager opgeleiden, groepen die in het algemeen minder goede kansen op de arbeids- markt hebben.

Figuur 3 toont meer in detail de werkgelegenheidsbijdrage van de sector aan de econo- mie. Het betreft het werkgelegenheidsaandeel (van de totale werkgelegenheid), uitge-

3 Vanwege beschikbaar bronmateriaal zijn sport en de culturele sector in dit overzicht buiten beschouwing ge- bleven. Omdat dat voor alle onderscheiden deelgebieden het geval is, zijn de cijfers onderling toch goed verge- lijkbaar.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 5

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______drukt in het aantal banen, ongeacht de arbeidsduur. Dit in tegenstelling tot figuur 2, waar het arbeidsvolume (omgerekend naar voltijdsequivalenten) is weergegeven.

Figuur 3: Werkgelegenheidsaandeel

Bron: Lisa, bewerking Rabobank Nederland

De sector was in 2011 in de gezamenlijke gemeenten van de WFO goed voor ruim 13.500 banen. Voor WFO als geheel is de sector maaltijden- en drankenverstrekking de belangrijkste werkgelegenheidsbron, gevolgd door ‘cultuur en overige recreatie’. Vanuit de regionale economie gezien is in WFO vooral vergeleken met het provinciale beeld sprake van een iets kleinere bijdrage aan de werkgelegenheid. Ook ten opzichte van het landelijke cijfer is sprake van enige achterstand, maar deze is minder groot dan wanneer we de provincie als referentie nemen. In ‘Oost’ levert de sector een iets grotere werkgelegenheidsbijdrage dan in ‘West’.

De werkgelegenheidsgroei biedt een tamelijk uitgesproken beeld. Vooral in de maaltijd- en drankenverstrekkende sector stond in 2011 (vergeleken met 2010) de werkgelegen- heid onder druk, door krimp in het westelijke deel. Maar ook de ontwikkeling bij cultuur en overige recreatie is negatief, daar waar provinciaal en landelijk nog van een duidelijke groei sprake is geweest.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 6

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Figuur 4: Werkgelegenheidsgroei 2010-2011

De sector realiseerde in 2011 een gezamenlijke omzet van € 492 miljoen. Met een be- drag van € 282 miljoen leverde het oostelijk gedeelte van het gebied een grotere bijdra- ge dan het westelijke deel (€ 210 miljoen). Naar deelsectoren bezien, is de maaltijden- en drankenverstrekkende sector veruit de belangrijkste, met een omzet van € 297 miljoen, gevolgd door sport (€ 88miljoen) en cultuur en overige recreatie (€ 74 miljoen). De logiesversterkende sector is met een om- zet van € 32 miljoen (€ 19 miljoen in West, € 13 miljoen in Oost) van minder grote bete- kenis.

Figuur 5: Omzet toeristisch-recreatieve sector 2011

Bron: Rabobank Nederland

Gemeten in omzet (waardeontwikkeling, dus inclusief het prijseffect) heeft de sector zich in de regio minder goed ontwikkeld dan landelijk het geval is geweest. Vooral de achter- blijvende groei in ‘west’ mag teleurstellend worden genoemd. Ondanks een forse groei van de logiesomzet, bleef de totale groei steken op een magere 0,7%. Vooral een lichte krimp in de maaltijden- en drankensector was hieraan debet, maar ook sport en ‘cultuur en overige recreatie’ kenden een minder voorspoedige ontwikkeling.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 7

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Figuur 6: Omzetgroei toeristisch-recreatieve sector 2010-2011

Bron: Rabobank Nederland

De ontwikkeling in de gehele provincie Noord-Holland is overigens bovengemiddeld ge- weest, wat ook al bleek uit de algemene schets die vooraf ging aan deze paragraaf. Hoe- wel hiernaar geen specifiek onderzoek is verricht, mag gegeven de bestaande verdeling worden geconcludeerd dat dit vooral te danken is geweest aan de goede gang van zaken in het meer zuidelijke deel van de provincie, i.c. Amsterdam en directe omgeving.

4. Toeristisch-recreatief verzorgingsgebied

In deze paragraaf belichten we de herkomst van de (Nederlandse) toeristisch-recreatieve bestedingen van het gebied. Gekozen is voor een presentatie in tabellen en enkele kaar- ten (voor het gehele gebied), waarbij voor de drie gebieden (totaal, west en oost) en de zes uitgavencategorieën (totaal, verblijf, restaurantsector, drankensector, cultuur en 4 5 overige recreatie en sport ) de 10 belangrijkste herkomstgebieden worden getoond , alsmede het belang van de steden Amsterdam, Den Helder, Lelystad en Purmerend.

De tabellen bevatten de volgende informatie:  Tabel 1: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk totaal  Tabel 2: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk West  Tabel 3: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk Oost  Tabel 4 toont de ontwikkeling tussen 2009 en 2011. De mutatie is weergegeven in procentpunten van het aandeel. Ter illustratie: voor WFO totaal was de Kop van Noord-Holland in 2011 met 53,2% de belangrijkste herkomstregio (zie tabel 1). In 2009 was dat 55,2%. De mutatie bedraagt in dit geval -2,0 procentpunten (zie tabel 4).

De in de tabellen gepresenteerde cijfers spreken grotendeels voor zich. De rode draad van de uitkomsten bevat de volgende elementen.

4 Bijlage 2 toont de clustering van de verschillende sectoren tot de 6 branches. 5 In totaal onderscheiden we 40 Nederlandse regio’s. Omdat de herkomstcijfers een sterk afstandsverval ken- nen (naarmate een regio verder weg ligt, is de betekenis als herkomstregio minder belangrijk) beperken we ons in de tabellen tot de 10 belangrijkste herkomstregio’s. Bijlage 1 laat zien welke gemeenten tot de belangrijkste herkomstregio’s behoren.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 8

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

 In het algemeen is sprake van een fors afstandsverval: naarmate een herkomst- regio verder weg is gelegen, is het belang als ‘klantleverancier’ aanzienlijk min- der. Dit betekent dat de eigen regio’s (Kop van Noord-Holland en Alkmaar en om- geving) met afstand de belangrijkste herkomstgebieden zijn, met gezamenlijk vaak 90% of meer.  Bij ‘verblijf’ ligt dit beeld iets genuanceerder. Verder weg gelegen regio’s (met name Groot-Amsterdam) leveren dan iets meer consumenten, maar het belang van de twee eigen gebieden is nog steeds groot.  Er zijn grote verschillen tussen ‘west’ en ‘oost’. Het oostelijk deel van het gebied krijgt haar Nederlandse consumenten overwegend uit de kop van Noord-Holland. Alkmaar en omgeving is hier een veel minder belangrijk herkomstgebied en wordt bij meerdere bestedingscategorieën zelfs voorbij gestreefd door Groot- Amsterdam. Andersom zien we een veel minder sterke scheiding: ‘oost’ is voor ‘west’ wel een belangrijke consumentenleverancier. Hierbij moet aangetekend worden dat de gehanteerde regio-indeling hierop invloed is. WFO behoort immers grotendeels tot de Kop van Noord-Holland (zie het kaartje van figuur 1).  In figuur 8 zijn de herkomstregio’s gewogen naar hun bevolkingsomvang. Door per regio het aandeel te delen door het aantal inwoners, wordt het belang van grote regio’s afgezwakt. Indien gewogen wordt voor de omvang van herkomstre- gio’s (op basis van het aantal inwoners), blijken de belangrijkste herkomstgebie- den Noord-Holland en delen van de Randstad te zijn, alsmede Flevoland, enkele regio’s in Friesland en Groningen, Utrecht en Gooi en Vechtstreek. Regio’s op gro- tere afstand spelen geen rol van betekenis meer.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 9

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Figuur 7: Aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2011 voor 40 Nederlandse regio’s

Bron: Rabobank Nederland

Figuur 8: Aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle secto- ren, 2011 voor 40 Nederlandse regio’s, gewogen naar bevolkingsomvang

Bron: Rabobank Nederland

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 10

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Tabel 1: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk totaal Totaal Verblijf Kop van Noord-Holland 53,2% Kop van Noord-Holland 57,5% Alkmaar en omgeving 37,5% Alkmaar en omgeving 31,6% Groot-Amsterdam 2,9% Groot-Amsterdam 3,4% IJmond 1,2% IJmond 1,1% Zaanstreek 0,6% Zaanstreek 0,8% Agglomeratie Haarlem 0,5% Groot-Rijnmond 0,7% Utrecht 0,4% Overig Groningen 0,5% Groot-Rijnmond 0,3% Utrecht 0,5% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,3% Agglomeratie Haarlem 0,5% Flevoland 0,3% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,3%

4 steden 3,0% 4 steden 5,7% Amsterdam 1,3% Amsterdam 0,9% Den Helder 1,0% Den Helder 3,5% Lelystad 0,1% Lelystad 0,1% Purmerend 0,7% Purmerend 1,2%

Restaurantsector Drankensector Kop van Noord-Holland 52,6% Kop van Noord-Holland 52,3% Alkmaar en omgeving 33,7% Alkmaar en omgeving 35,9% Groot-Amsterdam 4,2% Groot-Amsterdam 3,2% IJmond 1,4% IJmond 1,1% Agglomeratie Haarlem 0,8% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,7% Utrecht 0,7% Groot-Rijnmond 0,7% Zaanstreek 0,7% Zaanstreek 0,6% Groot-Rijnmond 0,6% Utrecht 0,6% Flevoland 0,6% Agglomeratie Haarlem 0,6% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,5% Noord-Friesland 0,4%

4 steden 4,3% 4 steden 3,2% Amsterdam 2,0% Amsterdam 1,9% Den Helder 1,2% Den Helder 1,0% Lelystad 0,2% Lelystad 0,1% Purmerend 0,9% Purmerend 0,3%

Cultuur en overig Sport Kop van Noord-Holland 57,0% Kop van Noord-Holland 47,6% Alkmaar en omgeving 35,2% Alkmaar en omgeving 44,3% Groot-Amsterdam 2,5% Groot-Amsterdam 2,7% IJmond 1,0% IJmond 1,4% Zaanstreek 0,5% Zaanstreek 0,6% Agglomeratie Haarlem 0,4% Agglomeratie Haarlem 0,5% Agglomeratie Leiden en Bollen- streek 0,3% Utrecht 0,4% Utrecht 0,3% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,3% Zuidwest-Friesland 0,2% Het Gooi en Vechtstreek 0,2% Groot-Rijnmond 0,2% Flevoland 0,2%

4 steden 2,5% 4 steden 2,4% Amsterdam 1,0% Amsterdam 1,1% Den Helder 0,8% Den Helder 0,5% Lelystad 0,1% Lelystad 0,1% Purmerend 0,6% Purmerend 0,7%

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 11

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Tabel 2: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk West Totaal Verblijf Alkmaar en omgeving 67,0% Alkmaar en omgeving 51,6% Kop van Noord-Holland 26,0% Kop van Noord-Holland 42,9% IJmond 1,7% IJmond 1,3% Groot-Amsterdam 1,3% Groot-Amsterdam 1,2% Zaanstreek 0,6% Zaanstreek 0,4% Agglomeratie Haarlem 0,4% Agglomeratie Haarlem 0,4% Utrecht 0,3% Utrecht 0,3% Zuidwest-Friesland 0,3% Overig Groningen 0,2% Groot-Rijnmond 0,3% Groot-Rijnmond 0,2% Agglomeratie Leiden en Bollen- streek 0,2% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,2%

4 steden 2,4% 4 steden 6,5% Amsterdam 0,7% Amsterdam 0,7% Den Helder 1,5% Den Helder 5,7% Lelystad 0,0% Lelystad 0,0% Purmerend 0,2% Purmerend 0,2%

Restaurantsector Drankensector Alkmaar en omgeving 62,7% Alkmaar en omgeving 63,7% Kop van Noord-Holland 23,5% Kop van Noord-Holland 25,5% Groot-Amsterdam 2,9% Groot-Amsterdam 2,3% IJmond 1,9% IJmond 1,7% Agglomeratie Haarlem 0,9% Agglomeratie Haarlem 0,7% Zaanstreek 0,9% Zaanstreek 0,7% Groot-Rijnmond 0,8% Groot-Rijnmond 0,6% Utrecht 0,7% Utrecht 0,5% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,5% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,5% Flevoland 0,4% Zuidwest-Friesland 0,4%

4 steden 4,2% 4 steden 3,3% Amsterdam 1,6% Amsterdam 1,4% Den Helder 2,1% Den Helder 1,5% Lelystad 0,1% Lelystad 0,1% Purmerend 0,5% Purmerend 0,2%

Cultuur en overig Sport Alkmaar en omgeving 69,5% Alkmaar en omgeving 70,0% Kop van Noord-Holland 25,1% Kop van Noord-Holland 25,0% IJmond 1,5% IJmond 1,8% Groot-Amsterdam 0,7% Groot-Amsterdam 1,0% Zaanstreek 0,7% Zaanstreek 0,6% Zuidwest-Friesland 0,4% Utrecht 0,2% Agglomeratie Haarlem 0,3% Agglomeratie Haarlem 0,2% Agglomeratie Leiden en Bollen- streek 0,2% Het Gooi en Vechtstreek 0,1% Utrecht 0,1% Groot-Rijnmond 0,1% Groot-Rijnmond 0,1% Zuidoost-Noord-Brabant 0,1%

4 steden 1,7% 4 steden 1,5% Amsterdam 0,3% Amsterdam 0,5% Den Helder 1,3% Den Helder 0,7% Lelystad 0,0% Lelystad 0,0% Purmerend 0,1% Purmerend 0,2%

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 12

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Tabel 3: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk Oost Totaal Verblijf Kop van Noord-Holland 85,0% Kop van Noord-Holland 79,2% Groot-Amsterdam 4,9% Groot-Amsterdam 6,6% Alkmaar en omgeving 2,9% Alkmaar en omgeving 2,0% IJmond 0,7% Groot-Rijnmond 1,5% Agglomeratie Haarlem 0,6% Zaanstreek 1,2% Utrecht 0,6% Overig Groningen 1,0% Zaanstreek 0,5% IJmond 0,9% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,4% Utrecht 0,8% Flevoland 0,4% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,6% Groot-Rijnmond 0,4% Agglomeratie Haarlem 0,6%

4 steden 3,7% 4 steden 4,4% Amsterdam 1,9% Amsterdam 1,2% Den Helder 0,3% Den Helder 0,3% Lelystad 0,2% Lelystad 0,1% Purmerend 1,3% Purmerend 2,8%

Restaurantsector Drankensector Kop van Noord-Holland 82,6% Kop van Noord-Holland 84,1% Groot-Amsterdam 5,6% Groot-Amsterdam 4,3% Alkmaar en omgeving 3,7% Alkmaar en omgeving 3,0% IJmond 0,8% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,9% Utrecht 0,7% Groot-Rijnmond 0,7% Flevoland 0,7% Utrecht 0,7% Agglomeratie Haarlem 0,6% Noord-Friesland 0,6% Zaanstreek 0,5% Zaanstreek 0,6% Noord-Friesland 0,5% Agglomeratie Haarlem 0,5% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,5% Overig Groningen 0,5%

4 steden 4,4% 4 steden 3,2% Amsterdam 2,4% Amsterdam 2,3% Den Helder 0,3% Den Helder 0,3% Lelystad 0,3% Lelystad 0,1% Purmerend 1,4% Purmerend 0,5%

Cultuur en overig Sport Kop van Noord-Holland 87,3% Kop van Noord-Holland 83,8% Groot-Amsterdam 4,2% Groot-Amsterdam 5,4% Alkmaar en omgeving 2,6% Alkmaar en omgeving 3,0% IJmond 0,5% Agglomeratie Haarlem 1,1% Utrecht 0,5% IJmond 0,9% Agglomeratie Haarlem 0,4% Utrecht 0,8% Agglomeratie Leiden en Bollen- streek 0,4% Zaanstreek 0,8% Overig Groningen 0,3% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,7% Flevoland 0,3% Het Gooi en Vechtstreek 0,5% Groot-Rijnmond 0,3% Flevoland 0,4%

4 steden 3,3% 4 steden 3,8% Amsterdam 1,7% Amsterdam 2,0% Den Helder 0,4% Den Helder 0,2% Lelystad 0,2% Lelystad 0,1% Purmerend 1,1% Purmerend 1,6%

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 13

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

5. Ontwikkeling herkomstgebieden 2009 - 2011

Eind 2011 is een vergelijkbare herkomstrapportage gemaakt op basis van 2009- materiaal. Deze update betreft 2011 en dat geeft de mogelijkheid om verschuivingen in de herkomstpatronen tussen 2009 en 2011 te analyseren. Dat doen we in tabel 4 voor alle bestedingen in WFO in totaliteit (dus zonder onderscheid naar het westelijke en oos- telijke deel). Qua opbouw is de tabel gelijk aan de tabellen 1 tm 3, met als enige verschil dat de tien weer te geven herkomstregio’s voor alle bestedingscategorieën gelijk zijn ge- houden. De gepresenteerde cijfers zijn procentpuntmutaties, berekend door het verschil te bepalen tussen het aandeel 2011 en het aandeel 2009. Daarvoor is gekozen omdat als een procentuele groei berekend zou worden, bij veel kleine herkomstgebieden grote groeipercentages kunnen ontstaan, die een helder zicht op de belangrijkste verschuivin- gen kunnen wegnemen.

De methodiek van de berekeningen op basis van het 2011-materiaal is gelijk aan de be- rekeningen die over 2009 zijn uitgevoerd (zie ook de kadertekst op pagina 17). Bij het bronnengebruik hebben we echter wel een wijziging aangebracht. Over 2009 is het Ka- mer van Koophandel vestigingsregister gebruikt als bron voor het ophogen en corrigeren van het (selectieve) Rabobankmateriaal, zodanig dat een representatief beeld ontstaat voor de totale populatie. Over 2011 hebben we daarvoor het zogenaamde Lisa-bestand gebruikt. Dit is een bestand dat opgebouwd wordt met informatie die gemeenten jaarlijks zelf doorgeven en daarmee is het van betere kwaliteit dan het KvK-register. Om een goede verghelijking tussen 2011 en 2009 te kunnen maken, is vervolgens ook het 2009- materiaal volgens deze methodiek bewerkt. Dat betekent echter wel dat kleine verschil- len kunnen optreden in de 2009-cijfers die nu zijn gebruikt (voor de groeiberekening 2009-2011) en de cijfers over 2009 die eind 2011 zijn gepresenteerd.

De uitkomsten van de vergelijking tussen 2009 en 2011 staan in tabel 4 en figuur 8 en 9. We zien lichte verschuivingen, maar het is de vraag of een dergelijke tijdspanne vol- doende is om structurele verschuivingen aan te kunnen tonen, voor zover die er zijn. Vi- sueel (zie figuur 8) lijkt het belang van verder weg gelegen regio’s (rond het IJsselmeer, Noordzeekust) iets toe te nemen. Alkmaar en Omgeving groei ook als herkomstregio, waar de Kop van Noord-Holland (uitgezonderd bij cultuur en overige recreatie) op verlies staat.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 14

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Tabel 4: Mutaties Consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, 2011 – 2009 Totaal Verblijf Kop van Noord-Holland -2,01% Kop van Noord-Holland -6,98% Alkmaar en omgeving 3,93% Alkmaar en omgeving 5,40% Groot-Amsterdam -0,07% Groot-Amsterdam 0,23% IJmond 0,12% IJmond 0,25% Zaanstreek 0,00% Zaanstreek 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Utrecht -0,19% Utrecht 0,12% Groot-Rijnmond -0,19% Groot-Rijnmond 0,12% Agglomeratie' s-Gravenhage -0,10% Agglomeratie' s-Gravenhage -0,03% Flevoland 0,13% Flevoland 0,03%

4 steden 0,03% 4 steden 0,04% Amsterdam 0,00% Amsterdam 0,03% Den Helder -0,01% Den Helder -0,01% Lelystad -0,06% Lelystad -0,07% Purmerend -0,05% Purmerend 0,00%

Restaurantsector Drankensector Kop van Noord-Holland -1,17% Kop van Noord-Holland -6,58% Alkmaar en omgeving 2,91% Alkmaar en omgeving 7,37% Groot-Amsterdam -0,05% Groot-Amsterdam -0,41% IJmond -0,11% IJmond 0,23% Zaanstreek 0,00% Zaanstreek 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Utrecht -0,09% Utrecht 0,11% Groot-Rijnmond -0,09% Groot-Rijnmond 0,11% Agglomeratie' s-Gravenhage -0,07% Agglomeratie' s-Gravenhage 0,07% Flevoland 0,18% Flevoland 0,16%

4 steden -0,01% 4 steden 0,02% Amsterdam 0,01% Amsterdam 0,00% Den Helder -0,02% Den Helder 0,02% Lelystad -0,07% Lelystad 0,03% Purmerend -0,03% Purmerend -0,01%

Cultuur en overig Sport Kop van Noord-Holland 3,32% Kop van Noord-Holland -1,33% Alkmaar en omgeving -1,13% Alkmaar en omgeving 1,68% Groot-Amsterdam 0,07% Groot-Amsterdam -0,04% IJmond 0,13% IJmond 0,16% Zaanstreek 0,00% Zaanstreek 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Agglomeratie Haarlem 0,00% Utrecht -0,44% Utrecht 0,04% Groot-Rijnmond -0,44% Groot-Rijnmond 0,04% Agglomeratie' s-Gravenhage -0,10% Agglomeratie' s-Gravenhage -0,11% Flevoland 0,21% Flevoland 0,04%

4 steden 0,10% 4 steden -0,05% Amsterdam 0,02% Amsterdam -0,04% Den Helder 0,00% Den Helder -0,03% Lelystad -0,05% Lelystad -0,04% Purmerend -0,11% Purmerend 0,01%

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 15

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Figuur 9: Mutaties aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2009-2011 voor 40 Nederlandse regio’s

Bron: Rabobank Nederland

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 16

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Toelichting methodiek Rabobank Vrijetijds-Koopstromenmonitor Koopstromen brengen in beeld waar consumenten hun aankopen doen. Vooral in de detailhandel wordt veel gebruik gemaakt van koopstromen om het draagvlak van win- kelvoorzieningen te onderzoeken, maar het materiaal is ook uitstekend bruikbaar voor andere op de consument gerichte sectoren, zoals toerisme en recreatie. Koopstromen werden tot nu toe geschat aan de hand van enquêtes onder een steekproef van con- sumenten. Voor de KoopstromenMonitor vormen de gemeten pintransacties van Ra- bobank-klanten1 de basis. Deze geven voor de gevestigde bedrijven de belangrijkste informatie over het ruimtelijk koopgedrag van consumenten. Naast de pintransacties kijken we ook naar de incassotransacties. Tevens maken we op basis van metingen van geldopnames bij geldautomaten en afstortingen van contant geld door bedrijven een schatting van de chartale (contante) koopstromen2.

De belangrijkste bron van de KoopstromenMonitor is een database met tientallen mil- joenen feitelijke transacties van Rabobank-klanten (consumenten) naar Rabobank- klanten (detailhandel en toerisme/recreatie). Omdat de klantenkring van de Rabobank breed is vertegenwoordigd onder alle lagen van de bevolking en in alle delen van Ne- derland, is sturen op representativiteit en dekking niet nodig. Om toch eventueel op- tredende vertekening ten opzichte van de Nederlandse populatie huishoudens en be- drijven tegen te gaan, zijn de uitkomsten gecorrigeerd aan de hand van aanvullende databronnen zoals het handelsregister van de KvK, de statistiek besteedbaar inkomen van Nederlandse huishoudens en de productiestatistieken van het CBS.

We benaderen de koopstromen hier vanuit de bedrijvenhoek: waar komen de beste- dingen vandaan? De ontvangende tien gemeenten worden daarbij als één groep ge- zien, waarbij inzicht wordt gegeven in de herkomst (woonplaats) van de consument die in het gebied toeristisch-recreatieve bestedingen heeft gedaan.

Enkele voordelen van deze methode op een rij. • De onderliggende brondata zijn hard. Het betreffen immers feitelijke aankopen en bestedingsbedragen. Miljoenen pintransacties liggen hieraan ten grondslag. • De meting betreft een periode van een heel kalenderjaar en kent dus geen sei- zoensinvloeden. • De gegevens omvatten zowel de detailhandel als in dit geval de toeristisch- recreatieve sector. • Koopstromen worden gemeten vanuit de branche waartoe het bedrijf behoort en niet vanuit artikelgroepen. De hoofdactiviteit van het bedrijf is daarbij leidend. Een voorbeeld: bestedingen die aan maaltijden in een hotel worden gedaan, worden gerekend tot ‘verblijf’. • De meting gebeurt voor heel Nederland waardoor eenvoudig regionale vergelijkin- gen kunnen worden gemaakt. De koopstromen worden jaarlijks geactualiseerd waardoor ontwikkelingen en conjunc- tuureffecten eenvoudig in beeld kunnen worden gebracht.

1 Privacy is hierbij gegarandeerd. Onder geen enkele voorwaarde zijn individuele klantgegevens herkenbaar of herleidbaar. 2 Online detailhandelsbestedingen komen niet aan de orde omdat de KoopstromenMonitor zich richt op de

fysieke bedrijven en niet op webwinkels.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 17

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

6. Perspectief

6 Macro-economisch

Macro-economisch gezien leven we in onzekere tijden. Hoewel ten tijde van het schrijven van deze bijdrage nog onduidelijk was welke maatregelen het kabinet Rutte-Asscher zal nemen, is het zeker dat de koopkracht en het vertrouwen van de consument – voor de onderhavige sector de belangrijkste afzetmarkt - onder forse druk zal blijven staan.

De binnenlandse bestedingen staan om veel redenen onder druk. Oplopende werkloos- heid, vermogensverliezen op de huizenmarkt, verdergaande bezuinigingen, kortingen op aanvullende pensioenen, het lage consumentenvertrouwen, alles wijst komend jaar in de verkeerde richting. De verwachting is dan ook dat het volume van de particuliere beste- dingen in 2013 met ¼% zal dalen.

Net als in 2012 zal de koopkracht voor veel huishoudens komend jaar aanzienlijk afne- men. In vier jaar tijd is de gemiddelde koopkracht 4% gedaald, waarbij gepensioneerden er het meest op achteruit zijn gegaan. Dit komt doordat de lonen in de marktsector en de uitkeringen in reële termen nagenoeg gelijk zijn gebleven en de ambtenarensalarissen zijn bevroren, terwijl de pensioenen in deze periode zijn gedaald. Daarnaast dragen de bezuinigingen en lastenverzwaringen door de overheid bij aan de dalende koopkracht. De verder oplopende werkloosheid draagt ook bij aan een daling van het reëel beschikbare inkomen. Daarnaast heeft de woningmarkt de afgelopen jaren een belangrijke negatieve invloed op de economie gehad. Dit gebeurt direct, doordat minder verhuisbewegingen minder werk betekent voor verhuizers, makelaars, woningstoffeerders en meubelwinkels. Maar vooral ook indirect, doordat het vermogensverlies leidt tot een lagere consumptie. Inmiddels zijn de huizenprijzen in Nederland sinds het laatste kwartaal van 2008 met gemiddeld 15% gedaald en bevinden zij zich nu op het niveau van begin 2004. Dit betekent dat steeds meer huishoudens die de afgelopen tien jaar een huis hebben gekocht zonder ei- gen vermogen in te brengen en die ook niet of nauwelijks hebben afgelost een schuld hebben die hoger is dan de waarde van het huis. Zolang mensen niet worden gedwongen te verkopen en zij hun maandlasten nog kunnen betalen, vormt dit nog geen probleem. Het zorgt er echter wel voor dat huishoudens steeds minder gaan consumeren en steeds meer gaan aflossen.

Sectoraal

Voor de nabije toekomst kan voor de verschillende branches het volgende perspectief 7 worden geschetst.

Hotels In de loop van het tweede kwartaal 2012 hebben vele bedrijven een toenemende druk ervaren op kamerprijzen, bezettingsgraden en boekingsniveaus. Daarom is de verwach- ting dat de omzetstijging van circa 3% in het eerste halfjaar zal afvlakken in de tweede helft van het jaar. Over heel 2012 wordt dan ook een stabilisatie van de omzet verwacht en voor 2013 een omzetstijging van ongeveer 3%, veroorzaakt door zowel prijsstijgingen als hogere bezettingsgraden. Door internettransparantie neemt de prijsconcurrentie

6 Zie ook www.rabobank.com/economie 7 Bron: Brancheinformatie Rabobank

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 18

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______steeds verder toe en vervaagt de scheidingslijn tussen de verschillende sterrenhotels on- derling en bed & breakfast aanbieders. Er bestaat zorg om de vele nieuwbouw- en uit- breidingsplannen (vooral in de steden). Een forse toename van hotelkamers kan leiden tot een verdere druk op de bezettingsgraden en kamerprijzen. Derhalve komt het nog meer aan op professionaliteit en onderscheidend vermogen, maar dan nog zal de laag- conjunctuur en mogelijke verzadiging te voelen zijn. Het aantal meerdaagse cursussen en conferenties buiten de grote steden is fors afgeno- men. Hotels proberen de niet verkochte nachten in te vullen met toeristische bezoekers, waarvan meer aanbod is. Dit leidt tot een lagere prijsstelling. De marges van deze be- drijven komen verder onder druk te staan, aangezien er op de toeristische bezoeker een lagere marge gemaakt wordt dan op de zakelijke bezoeker

Vakantiecentra Door internettransparantie is een blijvende prijsconcurrentie ontstaan en boeken consu- menten vaker last minute. Het aantal parken is toegenomen en bestaande bedrijven breiden uit. De markt tendeert naar verzadiging, dit geldt in het bijzonder voor de uit- ponding- en verkavelingsmarkt. Dit veroorzaakt een druk op de prijs. Goede locaties, bij- voorbeeld aan het water, blijven perspectiefvol. Evenals lowbudget alternatieven en par- ken die een unieke beleving bij klanten teweeg brengen. Dit kan door luxe en comfort, maar ook door service en gastvrijheid. We zien ook bij groepsaccommodaties een forse toename van het aanbod. Waar groepen voorheen een jaar vooruit boekten zien we nu meer lastminute boekingen. De bungalowmarkt laat grote verschillen zien. Er is vooral toekomst voor de nieuwe en bijzondere accommodaties. Ondanks toenemende concur- rentie en de wisselende perspectieven voor individuele bedrijven is de verwachting dat de omzet in de totale branche stabiel blijft. Voor 2012 en 2013 wordt rekening gehouden met een lichte omzetgroei van 0-2%. De toename van buitenlandse toeristen draagt hier aan bij.

Dagrecreatie Dagattracties laten wisselende resultaten zien. Er is hevige concurrentie en er wordt veel gevraagd van het management. Het aanbod van dagattracties is niet alleen toegenomen, ook hebben bestaande bedrijven flink geïnvesteerd in uitbreiding. En zijn er parken die al aangekondigd hebben fors te gaan investeren. Helaas heeft de consument minder geld te besteden. Met meer aanbod en minder vraag is het dus niet verwonderlijk dat de concur- rentie toeneemt. De dagrecreatieve branche ontpopt zich dan ook tot een verdringings- markt, waarbij verschillende dagattracties vechten om de gunst van de consument. Een strijd die zij vaak voeren op prijs. Inmiddels is de vraag niet meer óf de bezoeker korting krijgt, maar hoeveel het wordt. Ook internetsites als Groupon, Vakantieveilingen en Tic- ketveiling beïnvloeden de markt.

Jachthavens Na een aantal redelijk stabiele jaren in de jachthavensector kwam eind 2011 de bezetting onder druk te staan. De wachtlijsten werden kleiner of verdwenen en de ook omzet kwam onder druk te staan. De watersporter veroudert met als gevolg dat er een groei- end aantal eigenaren van jachten stoppen en er geen nieuwe voor in de plaats komen. Dit speelt vooral bij kajuitjachten op de grote wateren. Ook is het aanbod van ligplaatsen de afgelopen jaren te snel gegroeid zodat er een overcapaciteit is ontstaan in bepaalde gebieden. Het prijsverschil tussen 500 commerciële havens en 280 BTW-vrije vereni- gingshavens wordt met de invoering van het 21% tarief nog groter. De handel in nieuwe en gebruikte boten is moeizaam. De jachten worden wel goed onderhouden, omdat ver- koop momenteel lastig is door het hoge aanbod en de lage vraag. Jachtservicebedrijven,

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 19

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______al dan niet onderdeel van een jachthaven, hebben daar profijt van. Voor zowel 2012 als 2013 is de verwachting dat de omzet licht zal stijgen met 0 tot 2%.

Wellnesscentra en sauna's In tijden van crisis en stress blijft er behoefte aan ontspanning. De markt is groeiende evenals het aanbod mede door branchevervaging (o.a. van hotels). Er is sprake van schaalvergroting en toetreding van grotere wellnesscentra. Kleinere centra hebben het moeilijk. De tendens die reeds in 2011 zichtbaar was dat bezoekers hun uitgaven beper- ken zet nog steeds door. De gemiddelde besteding staat onder druk, waarbij minder uit- gegeven wordt aan onder meer horeca en schoonheidsbehandelingen. Vanwege de com- binatie van afnemende bestedingen en groeiende markt zal de brancheomzet stabiel blij- ven, circa 0-2 % omzetgroei.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 20

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

7. Belangrijkste conclusies

Puntsgewijs kunnen de belangrijkste conclusies van deze verkenning als volgt worden samengevat.

 De bijdrage van de sector aan de regionale economie is over de gehele linie wat kleiner dan in de gehele provincie en Nederland  De betekenis van de sector voor de werkgelegenheid is twee keer zo groot als wanneer we met de omzet of toegevoegde waarde rekenen.  Voor WFO als geheel is de sector maaltijden- en drankenverstrekking de belang- rijkste werkgelegenheidsbron, gevolgd door ‘cultuur en overige recreatie’.  Vooral in de maaltijd- en drankenverstrekkende sector stond in 2011 (vergeleken met 2010) de werkgelegenheid onder druk, vooral vanwege krimp in het westelij- ke deel.  Ook de ontwikkeling bij cultuur en overige recreatie is negatief, daar waar provin- ciaal en landelijk nog van een duidelijke groei sprake is geweest.  De sector realiseerde in 2011 een gezamenlijke omzet van € 492 miljoen. De maaltijden- en drankenverstrekkende sector is veruit de belangrijkste, met een omzet van € 297 miljoen, gevolgd door sport (€ 88miljoen) en cultuur en overige recreatie (€ 74 miljoen). Logies genereert een omzet van € 32 miljoen.  Gemeten in omzet (waardeontwikkeling, dus inclusief het prijseffect) heeft de sec- tor zich in de regio minder goed ontwikkeld dan landelijk het geval is geweest.  Qua bezoekersherkomst is sprake van een fors afstandsverval: naarmate een her- komstregio verder weg is gelegen, is het belang als ‘klantleverancier’ aanzienlijk minder.  De eigen regio’s (Kop van Noord-Holland en Alkmaar en omgeving) zijn met af- stand de belangrijkste herkomstgebieden, met gezamenlijk vaak een marktaan- deel van 90% of meer.  Indien gewogen wordt voor de omvang van herkomstregio’s (op basis van het aantal inwoners), blijken de belangrijkste herkomstgebieden Noord-Holland en de- len van de Randstad te zijn, alsmede Flevoland, enkele regio’s in Friesland en Groningen, Utrecht en Gooi en Vechtstreek. Regio’s op grotere afstand spelen geen rol van betekenis meer.  Bij ‘verblijf’ ligt dit beeld iets genuanceerder. Verder weg gelegen regio’s (met name Groot-Amsterdam) leveren dan iets meer consumenten, maar de afstand tot de twee eigen gebieden is nog steeds groot.  Er zijn grote verschillen tussen ‘west’ en ‘oost’. Het oostelijk deel van het gebied krijgt haar Nederlandse consumenten overwegend uit de kop van Noord-Holland. Alkmaar en omgeving is hier een veel minder belangrijk herkomstgebied en wordt bij meerdere bestedingscategorieën zelfs voorbij gestreefd door Groot- Amsterdam. Andersom zien we een veel minder sterke scheiding: ‘oost’ is voor ‘west’ wel een belangrijke consumentenleverancier.  De uitkomsten van de vergelijking tussen 2009 en 2011 laten lichte verschuivin- gen zien, maar het is de vraag of een dergelijke tijdspanne voldoende is om struc- turele verschuivingen aan te kunnen tonen, voor zover die er zijn. Visueel lijkt het belang van verder weg gelegen regio’s (rond het IJsselmeer, Noordzeekust) iets toe te nemen. Alkmaar en Omgeving groeit ook als herkomstregio, waar de Kop van Noord-Holland (uitgezonderd bij cultuur en overige recreatie) op verlies staat.  Economisch gezien leven we in lastige tijden. Grote delen van de (westerse) we- reld, Nederland incluis, tonen nauwelijks economische groei. De noodzakelijke be-

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 21

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

zuinigingen en herstructureringen – ook in de culturele sector - houden de koop- kracht en het consumentenvertrouwen onder druk. Juist deze markt is belangrijk voor de toeristisch-recreatieve markt in WFO, omdat de zakelijke consument – die overigens ook sterk op de kosten let – zich gewoonlijk meer op de grootstedelijke gebieden richt.  Ook sectoraal gezien, liggen de kaders geheel anders dan voorheen. Bij een stag- nerende markt zullen de ondernemers zich (individueel en zo mogelijk ook collec- tief) moeten heroriënteren voor wat betreft hun productaanbod, prijsstelling en marketing. Echte ondernemers zullen in staat zijn om ook moeilijke tijden te doorstaan, maar waarschijnlijk is dat niet een ieder gegeven.  Een extra complicatie voor de sector in WFO is in deze omstandigheden dat het gebied geen ‘must-bestemming’ is en enigszins a-centraal ligt ten opzichte van de omvangrijke markten en internationale mainports (waaronder Schiphol). Ook het feit dat de consument steeds meer ‘beleving’ zoekt, is niet vanzelfsprekend in het voordeel van de regio. Wellicht kan de hang naar authenticiteit daar enig tegen- wicht aan bieden.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 22

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Bijlage 1

Gemeenten in belangrijkste herkomstregio’s

Kop van Alkmaar en Agglomeratie Groot- Noord-Holland omgeving IJmond Haarlem Zaanstreek Amsterdam Anna Paulow- Wormer- na Alkmaar Beverwijk Bloemendaal land Aalsmeer Den Helder Bergen (NH.) Castricum Haarlem Zaanstad Amstelveen Heerhugo- Heems- Haarlemmerlie- Drechterland waard kerk de c.a. Amsterdam Enkhuizen Heiloo Uitgeest Heemstede Beemster Harenkarspel Langedijk Velsen Zandvoort Diemen Hoorn Schermer Edam-Volendam Koggenland Graft-De Rijp Haarlemmer- Medemblik meer Niedorp Landsmeer Opmeer Oostzaan Schagen Ouder-Amstel Stede Broec Purmerend Texel Uithoorn Wieringen Waterland Wieringer- meer Zeevang Zijpe

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 23

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Bijlage 2

Branchering voor koopstromen

Verblijfsrecreatie Sport Hotel-restaurants Zwembaden en zwemsport Hotels (geen hotel-restaurants), pensions en Sporthallen, sportzalen, gymzalen en zaalspor- conferentie-oorden ten Jeugdherbergen en vakantiekampen Sportvelden en buitensport Kampeerterreinen Overige sportaccommodaties Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen Wielersport Overige logiesverstrekking Auto- en motorsport Wintersport Restaurantsector Bowlen, kegelen, biljarten e.d. Hotel-restaurants Denksport Hotels, pensions en conferentie-oorden Zeil- en surfscholen Jeugdherbergen en vakantiekampen Beroepssportlieden Kampeerterreinen Supportersverenigingen (sport) Organiseren van sportevenementen Drankensectorsector Exploitatie amusements- en speelautomaten Cafés Hengelsport Kantines en contractcatering Overige recreatie n.e.g.(geen jachthavens) Eventcatering Paardensport en maneges Jachthavens Cultuur en overige recreatie Sportscholen Bioscopen Sauna's, solaria, baden e.d. Podiumkunsten Fitnesscentra Scheppende kunst en documentaire schrijvers Theaters en schouwburgen Evenementenhallen Dienstverlening voor uitvoerende kunst Exploitatie van filmstudio's Productie en exploitatie van geluidsopnamen Boekings- en bespreekbureaus Kermisattracties, Circus en variété Pret- en themaparken Dansscholen Kunstzinnige vorming van amateurs (geen dansscholen) Openbare bibliotheken Kunstuitleencentra Kunstgalerieën en -expositieruimten Musea Monumentenzorg Dieren- en plantentuinen, kinderboerderijen

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 24

Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ______

Colofon

Titel: Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk, update 2009 - 2011

Gebruikte bronnen:  Bedrijfseconomisch Regiomodel Rabobank Nederland (economisch presteren)  Koopstromenmonitor Rabobank Nederland  Werkgelegenheidsbestand Lisa  Brancheinformatie Rabobank  www.rabobank.com/economie voor macro-economische verwachtingen

Datum: 12 november 2012

Contactadres: Rabobank Nederland Kennis en Economisch Onderzoek Postbus 17100, 3500 HG UTRECHT, UCT 04.11 Croeselaan 18, 3521 CB, Utrecht Telefoon: 030 2166662 Email: [email protected] Website: www.rabobank.com/economie Twitter: www.twitter.com/raboregio

© Rabobank Nederland, 2012

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande toestemming van Rabobank Nederland. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission by Rabobank Nederland.

______Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 25