Toerisme En Recreatie Westfriese Omringdijk 2
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk Update 2009 - 2011 November 2012 Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ________ Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en vraagstelling 3 2. Factsheet verblijfstoerisme Noord-Holland 2010 4 3. Economie en werkgelegenheid 5 4. Toeristisch-recreatief verzorgingsgebied 8 5. Ontwikkeling herkomstgebieden 2009 - 2011 14 6. Perspectief 18 7. Belangrijkste conclusies 21 Bijlage 1 Gemeenten in belangrijkste herkomstregio’s 23 Bijlage 2 Branchering voor koopstromen 24 Figuren en tabellen Pagina Figuur 1: gemeenten behorende (voor deze rapportage) tot de Westfriese Omringdijk 3 Figuur 2: Bijdragen sector Horeca en Vrije tijd aan economie 5 Figuur 3: Werkgelegenheidsaandeel 6 Figuur 4: Werkgelegenheidsgroei 2010-2011 7 Figuur 5: Omzet toeristisch-recreatieve sector 2011 7 Figuur 6: Omzetgroei toeristisch-recreatieve sector 2010-2011 8 Figuur 7: Aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2011 voor 40 Nederlandse regio’s 10 Figuur 8: idem, maar dan gewogen naar bevolkingsomvang 10 Tabel 1: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk totaal 11 Tabel 2: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk West 12 Tabel 3: Consumentenherkomst 2011 Westfriese Omringdijk Oost 13 Figuur 9: Mutaties aandeel consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, alle sectoren, 2009-2011 voor 40 Nederlandse regio’s 14 Tabel 4: Mutaties Consumentenherkomst Westfriese Omringdijk totaal, 2011 – 2009 15 _________________________________________________________________ Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 2 Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ________ Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk, update 2009 – 2011 1. Inleiding en vraagstelling Eind 2011 heeft Rabobank Regionaal Onderzoek uitgebreid de vrijetijdssector in het ge- bied van de Westfriese Omringdijk in kaart gebracht, mede tegen de achtergrond van het project ‘Westfriese Omringdijk’. Nu is de vraag om voor de belangrijkste onderdelen een update uit te voeren, op basis van de meest recente cijfers (2011). In deze rapportage komen achtereenvolgens aan de orde: Economie Bruto toegevoegde waarde sector Groei 2010 – 2011 Bijdrage sector regionale economie 2011 Werkgelegenheid Groei werkgelegenheid 2010 - 2011 Bijdrage totale werkgelegenheid 2011 Consumentenherkomst Herkomst Nederlandse consumenten 2011 naar regio’s en 4 grote steden Verschuivingen/ontwikkelingen 2009-2011 Gegeven de actuele lastige economische omstandigheden is tevens een kortetermijn- perspectief toegevoegd, zowel vanuit macro-economisch als sectoraal oogpunt Het ruimtelijk rapportageniveau omvat het gebied van de Westfriese Omringdijk (WFO) als geheel, alsmede het westelijk en het oostelijk gedeelte. Concreet omvat het de ge- meenten Drechterland, Enkhuizen, Harenkarspel, Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, 1 Medemblik, Niedorp , Opmeer, Schagen, Stede Broec, Alkmaar en Langendijk. Als benchmark hanteren we de provincie Noord-Holland en geheel Nederland. Figuur 1: gemeenten behorende (voor deze rapportage) tot de Westfriese Omringdijk 1 Niedorp is per 1 januari 2012 opgegaan in de nieuwe gemeente Hollands Kroon. In 2011 (het jaar waarop de cijfers betrekking hebben) was het echter nog een zelfstandige gemeente. _________________________________________________________________ Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 3 Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ________ 2 2. Factsheet verblijfstoerisme Noord-Holland 2010 Uit de (voorlopige) jaarcijfers van het CBS blijkt dat het verblijfstoerisme in Noord- Holland weer is gestegen. Na twee jaar te maken hebben gehad met een daling is het aantal overnachtingen in 2010 licht gestegen. In totaal hebben in 2010 in Noord-Holland (excl. Amsterdam) 10.472.000 overnachtingen plaatsgevonden. Ten opzichte van 2009 is dit een stijging van 1,5%. Daarmee is het aantal overnachtingen sneller gestegen dan het landelijke gemiddelde (0,4%). Noord-Holland heeft met name geprofiteerd van de sterke groei in het aantal overnachtingen door buitenlandse gasten. De buitenlandse toe- rist heeft in 2010 ruim 9,5% meer overnachtingen in de provincie geboekt. In totaal is de buitenlandse gast goed voor 4.197.000 overnachtingen. Het aantal overnachtingen door gasten uit Nederland is daarentegen afgenomen met 3,3%. Dit wijkt daarmee aanzienlijk af van de ontwikkelingen in 2009 toen er nog sprake was van een daling in het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten (-1,7%) en lichte stijging (0,2%) van overnach- tingen door gasten uit Nederland. De ontwikkelingen die zich in 2010 in Noord-Holland hebben voorgedaan lopen daarmee weer in lijn met de landelijke ontwikkelingen. Er kan worden gesteld dat het toerisme zich heeft hersteld van de economische crisis. Nederlanders kiezen er toch weer meer voor om een langere vakantie in het buitenland te ondernemen en andersom kiezen ook steeds meer buitenlanders voor een bezoek aan Nederland en Noord-Holland in het bij- zonder. Want ook in 2010 was Noord-Holland (excl. Amsterdam) de provincie met de meeste overnachtingen, gevolgd door Gelderland en Limburg. Indien ook de cijfers van Amsterdam worden meegenomen vallen de verschillen nog groter uit en komt het totaal aantal overnachtingen in de provincie op 20.197.000. Naast het aantal overnachtingen is in Noord-Holland (excl. Amsterdam) in 2010 ook het aantal verblijfsgasten gestegen ten opzichte van 2009. In totaal hebben in 2010 ruim 4 miljoen verblijfsgasten een overnachting in Noord-Holland geboekt. Het aantal gasten is met 9,6% ook aanzienlijk sneller gestegen dan het aantal overnachtingen. Ook is in Noord-Holland sprake van een aanzienlijk grotere groei dan het landelijke gemiddelde. Het zal niet verbazen dat deze groei het gevolg is van de toename in het aantal buiten- landse gasten, maar er is ook sprake van een toename in het aantal binnenlandse gas- ten. Als deze cijfers worden afgezet tegen de ontwikkelingen in het aantal overnachtingen dan kan gesteld worden dat de sterke toename in het aantal gasten heeft geleid tot slechts een lichte stijging in het aantal overnachting. Meer mensen gaan dus op vakantie in Noord-Holland maar de verblijfsduur is wel korter. Deze trend is overigens al langere tijd zichtbaar binnen de toeristische sector. Belangrijkste conclusie blijft echter dat Noord- Holland een succesvol jaar achter de rug heeft. 2 Bron: Provincie Noord-Holland _________________________________________________________________ Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 4 Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ________ 3. Economie en werkgelegenheid Als eerste belichten we de betekenis van de sector voor de regionale economie, vergele- ken met de provincie Noord-Holland en geheel Nederland. We kiezen daarbij een brede insteek: in termen van omzet, toegevoegde waarde, bedrijfsresultaat, investeringen en het arbeidsvolume (werkgelegenheid van zowel personeel in loondienst als onderne- 3 mers). De bijdrage van de sector aan de regionale economie is over de gehele linie wat kleiner dan in de gehele provincie en Nederland. De bijdrage aan de gerealiseerde toegevoegde waarde ligt voor alle onderscheiden ruim- telijke niveaus iets hoger dan de omzetbijdrage. Daaruit blijkt ook het productiedeel van het bedrijfsproces: productie genereert gewoonlijk een hogere toegevoegde waarde dan bijvoorbeeld handelsactiviteiten. Het bedrijfsresultaat blijft vooral in Oost wat achter. Daardoor is de sector in het gehele gebied iets minder winstgevend dan landelijk het geval is. Het investeringsniveau van de sector is relatief laag. WFO vormt daarop geen uitzonde- ring. Figuur 2: Bijdragen sector Horeca en Vrije tijd aan economie Bron: Rabobank Nederland De sector is relatief arbeidsintensief: er zijn veel handen nodig voor de productie en ver- koop, ook als – zoals in deze grafiek – is gerekend met arbeidsvolume (banen omgere- kend naar voltijdsequivalenten). Als gevolg daarvan zal de arbeidsproductiviteit lager lig- gen. Het betekent tegelijkertijd echter ook dat de betekenis van de sector voor de werk- gelegenheid twee keer zo groot is dan wanneer we met de omzet of toegevoegde waarde rekenen. Hieraan moet worden toegevoegd dat de sector veel werk biedt voor jongeren of lager opgeleiden, groepen die in het algemeen minder goede kansen op de arbeids- markt hebben. Figuur 3 toont meer in detail de werkgelegenheidsbijdrage van de sector aan de econo- mie. Het betreft het werkgelegenheidsaandeel (van de totale werkgelegenheid), uitge- 3 Vanwege beschikbaar bronmateriaal zijn sport en de culturele sector in dit overzicht buiten beschouwing ge- bleven. Omdat dat voor alle onderscheiden deelgebieden het geval is, zijn de cijfers onderling toch goed verge- lijkbaar. _________________________________________________________________ Update 2009-2011 Toerisme en recreatie Westfriese Omringdijk 5 Rabobank Nederland Regionaal-economisch Onderzoek ________ drukt in het aantal banen, ongeacht de arbeidsduur. Dit in tegenstelling tot figuur 2, waar het arbeidsvolume (omgerekend naar voltijdsequivalenten) is weergegeven. Figuur 3: Werkgelegenheidsaandeel Bron: Lisa, bewerking Rabobank Nederland De sector was in 2011 in de gezamenlijke gemeenten van de WFO goed voor ruim 13.500 banen. Voor WFO als geheel is de sector maaltijden- en drankenverstrekking de belangrijkste werkgelegenheidsbron, gevolgd door ‘cultuur en overige recreatie’. Vanuit de regionale economie gezien is in WFO vooral vergeleken met het provinciale beeld sprake van een iets kleinere bijdrage aan de werkgelegenheid.