G E M E E N Te / O P M Eer B E Ste M M in G Sp La N / Lan D Elijk G Eb Ied O
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Gemeente / Opmeer Bestemmingsplan / Landelijk Gebied Opmeer 2013 Gemeente / Opmeer Bestemmingsplan / Landelijk Gebied Opmeer 2013 procedure datum voorontwerp 6 juli 2012 ontwerp vastgesteld inwerkingtreding onherroepelijk opdrachtgever Gemeente Opmeer opdrachtnemer Amer /ruimtelijke ontwikkeling Zonnehof 43 /3811 ND / Amersfoort 033-4621623 / [email protected] / www.amer.nl status Ontwerp projectnummer 96-101 plan-idn NL.IMRO.0432.BPLG-ON01 datum 28 oktober 2013 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Geldende bestemmingsplannen 6 1.4 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Beleidskader 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Rijksbeleid 9 2.3 Provinciaal beleid 15 2.4 Regionaal beleid 25 2.5 Gemeentelijk beleid 27 Hoofdstuk 3 Bestaande situatie plangebied 39 3.1 Inleiding 39 3.2 Ontstaansgeschiedenis 39 3.3 Ruimtelijke structuur 41 3.4 Landbouw 42 3.5 Archeologie en cultuurhistorie 47 3.6 Natuur 49 3.7 Wonen 53 3.8 Sport, recreatie en toerisme 55 3.9 Niet-agrarische bedrijven 57 3.10 Verkeer en vervoer 58 3.11 Kabels en leidingen 58 3.12 Duurzaamheid 59 Hoofdstuk 4 Milieuaspecten 61 4.1 Inleiding 61 4.2 PlanMER 61 4.3 Milieuhinder 62 4.4 Externe veiligheid 68 4.5 Luchtkwaliteit 71 4.6 Cultuurhistorie en archeologie 73 4.7 Flora en fauna 75 4.8 Waterparagraaf 76 4.9 Bodemtoets en bodemkwaliteit 80 Hoofdstuk 5 Juridische aspecten 83 5.1 Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 83 5.2 Opzet van de bestemmingsregeling 84 5.3 Verbeelding en wijze van toetsen 85 5.4 Bestemmingen en aanduidingen 86 Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 97 6.1 Economische uitvoerbaarheid 97 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 97 6.3 Handhaving 97 Bijlagen bij de toelichting 101 Bijlage 1 Functieverandering van Agrarisch naar Wonen 101 Bijlage 2 RO Spanbroek - Zandwerven 33 101 2 Bijlage 3 PlanMER 101 Bijlage 4 Reactie Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 101 Bijlage 5 Rijks- en provinciale monumentenlijst 101 Bijlage 6 Groepsrisicoberekening buisleiding 101 Bijlage 7 Cultuurhistorisch onderzoek 101 Bijlage 8 Verslag wateroverleg 101 Bijlage 9 Commentaarnota inspraak 101 Bijlage 10 Nota vooroverleg 101 Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 3 Toelichting Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 4 Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op het landelijk gebied van Opmeer. De geldende bestemmingsplannen Buitengebied Hoogwoud (1998) en Buitengebied Opmeer (1988) zijn verouderd en aan herziening toe. De hierin opgenomen beleidskaders sluiten niet meer aan op de huidige situatie en de plannen voorzien niet in regelgeving voor actuele ontwikkelingen. Om een goede ruimtelijke kwaliteit te behouden, moet de gemeente over een instrumentarium beschikken om hierop actief te kunnen sturen. Ook is het op grond van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) verplicht dat de gemeenteraad iedere tien jaar opnieuw een bestemmingsplan voor een gebied vaststelt. Om deze redenen is de gemeente in 2010 gestart met de integrale herziening van de bestemmingsplannen. Het nieuwe bestemmingsplan zal de bestaande waarden moeten beschermen, maar tegelijkertijd over voldoende flexibiliteit moeten beschikken om in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. In een Nota van Uitgangspunten is onderzocht wat de aanwezige waarden in het plangebied zijn en hoe deze binnen het bestemmingsplan zo goed mogelijk beschermd en ontwikkeld kunnen worden. 1.2 Plangebied Het plangebied ligt in West-Friesland en wordt omringd door de gemeenten Hollands Kroon, Medemblik, Koggenland en Heerhugowaard. In het noorden wordt het plangebied begrensd door de West-Friese Omringdijk. De provinciale A.C. de Graafweg doorsnijdt het gebied. In figuur 1.1 is de planbegrenzing aangegeven. Er is aangesloten bij de grens van de bestemmingsplannen voor de aanliggende gebieden. Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 6 Figuur 1.1- Ligging plangebied en plangrens 1.3 Geldende bestemmingsplannen Voor het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen momenteel geldend: bestemmingsplan Wadweren en Braakpolder-Zuid (2010); bestemmingsplan Buitengebied Hoogwoud (1998); bestemmingsplan Buitengebied Opmeer (1988). Tevens gelden er enkele wijzigingen ex artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) juncto artikel 3.6 Wro op deze bestemmingsplannen: Schoolstraat 2a (2010); Gouwe 2a (2008); Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 7 Gouwe 50 (2004); Koningspade 36 (2003); tussen Koningspade 24 en 25 (2001); Oostboekelweg 2 (Parkeerplaats De Boet) (2000); Lagehoek (1996); Toevlucht 28 (1991); Zandwerven 11b (1995); Grote Zomerdijk 53 (1997). Zowel de bestemmingsplannen als de wijzigingen worden in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen. 1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgezet: Hoofdstuk 2 is het beleidskader. Hierin wordt het relevante beleid van rijk, provincie, regio en gemeente behandeld. In hoofdstuk 3 worden de ontstaansgeschiedenis en de bestaande situatie ten aanzien van verschillende relevante thema's beschreven. Verder bevat het hoofdstuk een analyse van het gebruik van de grond, waarbij relevante ontwikkelingen worden beschreven en aanbevelingen voor het bestemmingsplan worden gedaan. In hoofdstuk 4 worden de diverse milieuaspecten zoals geluid en externe veiligheid behandeld. Hoofdstuk 5 bevat een beschrijving van de juridische aspecten. De gehanteerde bestemmingen van dit bestemmingsplan worden nader toegelicht. In hoofdstuk 6 komt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan de orde. Ingegaan wordt op de economische uitvoerbaarheid, de maatschappelijke uitvoerbaarheid en de omgang met handhaving. Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 8 Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 9 Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de gevolgen van het ruimtelijk beleid voor het bestemmingsplan landelijk gebied van Opmeer. Het relevante beleid op rijks-, provinciaal, regionaal, gemeentelijk schaalniveau wordt besproken. Dit beleid vormt het kader waarbinnen het huidige gebruik en nieuwe ontwikkelingen plaats dienen te vinden. 2.2 Rijksbeleid 2.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Een van de centrale uitgangspunten is de scheiding tussen beleid en normstelling. Het beleid wordt in eerste aanzet vormgegeven in een structuurvisie en is juridisch alleen nog bindend voor de rijksoverheid. Naast integraal planologisch beleid, kunnen bij Algemene Maatregel van Bestuur regels worden gesteld omtrent onder andere bestemmingsplannen. De algemene regels bewerkstelligen dat nationale ruimtelijke belangen doorwerken tot op lokaal niveau, in die zin dat respectievelijk provinciale inpassingsplannen en gemeentelijke bestemmingsplannen daarop moeten worden afgestemd. De kaders van het nieuwe rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte, Structuurvisie Randstad 2040, Nota Mobiliteit, MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Tevens vervangt het de ruimtelijke doelen en uitspraken in de Structuurvisie (voorheen PKB) Tweede structuurschema Militaire terreinen, de Agenda Landschap, de Agenda voor een Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. De SVIR heeft als credo "Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig". In de SVIR zijn 13 nationale belangen gedefinieerd, waaronder het versterken van de mainportfuncties en het verbeteren van de rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora en fauna. De belangrijkste nationale belangen die gevolgen hebben voor dit bestemmingsplan zijn als volgt geformuleerd: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen Het netwerk van buisleidingen voor het vervoer van (gevaarlijke) stoffen is van economisch belang voor Nederland op Europese schaal. Hieronder valt ook het gastransport en het verbinden van productielocaties. Het rijk wil de aanleg van deze buisleidingen op land en zee (inclusief de Caraïbische Exclusieve Economische Zone) ruimtelijk mogelijk maken, belemmeringen voorkomen en zorgen voor een goede aansluiting op het internationale netwerk. Buisleidingen op land die van nationaal belang zijn voor het transport van (gevaarlijke) stoffen, worden enkel toegestaan in de gereserveerde stroken; Bestemmingsplan "Landelijk Gebied Opmeer 2013" (ontwerp) 10 Efficiënt gebruik van de ondergrond In de ondergrond moet onder andere rekening gehouden worden met archeologie, ondergrondse rijksinfrastructuur (tunnels en buisleidingen) en de bescherming van de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit; Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s Het rijk en de waterschappen beschermen en verbeteren de waterkwaliteit door het treffen van fysieke maatregelen, het uitgeven van vergunningen en handhaving. Luchtkwaliteit, geluidsoverlast, wateroverlast, waterkwaliteit, bodemkwaliteit en het transport van gevaarlijke stoffen kennen een grote samenhang met de andere nationale belangen. Om toekomstige kosten en maatschappelijke schade te voorkomen, moeten bij ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen de milieueffecten worden afgewogen;