RODRIGO DE BASTIDAS Tien Jaar Caribische Geschiedenis: 1532-1542
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CORNELIS CH. GOSLINGA RODRIGO DE BASTIDAS Tien jaar Caribische geschiedenis: 1532-1542 Vino con cargo de real justicia Y obispo, don Rodrigo de Bastidas. Juan de Castellanos 1 Wanneer ik in mijn historische studie £ma««'/>fl(i<; en £manc»- />ator Mgr. NIEWINDT de eerste bisschop van Curacao noem, moet bij bisschop het adjectief 'Nederlandse' worden gevoegd.^ In werkelijkheid was Niewindt de twaalfde of dertiende prelaat door Rome met de zielszorg op de Benedenwindse Eilanden belast. Vóór 1634, naar Spaanse historici het jaar van de 'pérdida de Curazao', behoorde dit eiland met Aruba en Bonaire kerkelijk voor korte tijd tot Santo Domingo en vanaf 1532 tot 1634, dus ruim een eeuw, tot Coro en Venezuela. 3 Hoewel dus de tegenwoordige Nederlandse Antillen aan- vankelijk onder Dominicaanse herders ressorteerden, waren ze niet met name genoemd - vanwege hun onbelangrijkheid zeer begrijpelijk - in het decreet dat het bisschoppelijk ambtsgebied omschrijft. Dit was wel het geval bij de omschrijving van het diocees Coro, waar vanaf de stichting tot aan de verplaatsing van de bisschopszetel naar Caracas niet minder dan minstens elf herders de bisschopsstaf hebben gezwaaid.'' Vanzelfsprekend werd, toen de Westindische Compagnie zeggenschap over de tegenwoordige Nederlandse Antillen ver- kreeg, de rooms-katholieke godsdienst verboden en, voorzover dit de Benedenwinden betrof, het verband met Coro geliqui- deerd. Roomse priesters konden in het algemeen slechts clande- stien hun herderlijke bezigheden volbrengen, al deed het bestuur wel een oogje toe uit traditionele verdraagzaamheid en om han- delsbelangen te ontzien. Eerst met de 'verlichte despoot' WILLEM I rijst de verdrukte Kerk uit de catacomben van achteruitstelling naar het liberale daglicht van de XIXde eeuw om in de niet al te favorabele sfeer van de vooruitgangsfilosofie te worden georga- niseerd onder een Apostolisch Vicaris. Historische ontwikkeling maakte van de Benedenwindse Eilanden een van hun Spaanse omgeving vrijwel geïsoleerd Downloaded from Brill.com10/03/2021 07:32:15PM via free access l86 CORNELIS CH. GOSLINGA kerkelijk eiland, een van rooms-katholieke zijde bezien vacuum. Een traditie van 135 jaar Spaans bewind werd ook op kerkelijk gebied door drie eeuwen protestants georiënteerd koloniaal bestuur volkomen geradeerd. RODRIGO DE BASTIDAS, deken van de Cathedraal van Santo Domingo, bisschop van Venezuela en vervolgens van Puerto Rico, volgens de enige Spaanse geschiedschrijver die hem per- soonlijk gekend heeft een 'eerwaardig man van een loffelijk, eerlijk en voorbeeldig leven', mag men met het volste recht bisschop noemen van het Caribisch gebied en eerste bisschop der Benedenwindse Eilanden.5 Hoewel hij de voor de kust van Venezuela gelegen eilanden, ondanks een verzoek van KAREL V, waarschijnlijk nooit bezocht heeft, behoorden zij niettemin tot zijn kerkelijke jurisdictie. Misschien mag dit merkwaardig genoemd worden, daar door de overeenkomst van de germano- fiele KAREL met het handelshuis EHINGER & SAILER een poli- tieke scheiding werd gemaakt tussen de province Venezuela en de eilanden Aruba, Curacao en Bonaire. Deze bleven onder gezag van JUAN DE AMPUÉS, Jan de Goede zoals hij door de Venezo- laanse historicus ISAAC PARDO genoemd wordt. In het be- noemingsdecreet van de eerste bisschop, gedateerd 1 juli 1532, dat het hem toegewezen bisdom omschrijft met als zetel Santa Ana de Coro, worden naast de reeds genoemde concessie aan het Duitse handelshuis ook de voor de kust gelegen eilanden met name genoemd.* Een merkwaardig man, deze etatistische bisschop. Het onstuimige veroveraarsbloed van zijn vader is in hem uitge- gekabbeld naar de stille vreugden van een bespiegelend leven, dat boze tongen gemakzuchtig noemen. Een altijd knagende nostalgie drijft hem voortdurend van het terrein zijner ambtelijke plichten en politieke opdrachten terug naar het geliefde Hispa- niola, naar zijn moeder, naar de intieme kring van bloedver- wanten en jeugdvrienden, naar zijn welvarend landgoed. Daar fokt hij vee als de beste boer en vermeerderen Indiaanse slaven die hij tot de kennis van de Blijde Boodschap bracht, helaas onder enige dwang, zijn aardse schatten, die ook anderzijds door cumulatie van kerkelijke en wereldlijke inkomsten dertig-, zestig- en honderdvoud vruchten afwerpen. Niet op hem slaat de klacht van Asaf: "Ecce estos improbos, ut tranquilli in seculo augeant vires", noch Petrus' woord: "Pecunia tua tecum pereat".? Het hemelse paradijs begeerde hij wel, maar niet onmiddellijk, Downloaded from Brill.com10/03/2021 07:32:15PM via free access RODRIGO DE BASTIDAS 187 omdat die genietingen niet in waardij verminderen, naarmate ze langer worden uitgesteld. 8 Hij is een prediker van het Woord, veelal alleen met het woord, niet met de daad, al is hij ook de redder der Caiquetios, die zonder zijn ingrijpen ten ondergang gedoemd zouden zijn.9 Onverdacht is zijn vroomheid, doch onmiskenbaarder zijn eerzucht. Wel ligt het missaal gemakkelijker in zijn hand dan het rapier, maar nog liever wordt die hand gevuld met het glanzende goud van dat verre Dorado, dat hem obsederen blijft tot zijn dood toe. Het ruwe 'Gott und Gewinn' van de gewetenloze slavenjagers is hem in zijn tegenstelling te flagrant, hij schuift er de koning tussen: 'Dios, Rey y Ganancias'. Ziedaar het treffend Leitmotiv van zijn prelatenbestaan. Met zijn benoeming tot bisschop in het enige jaren te voren door de Curacaose factor gestichte Santa Ana de Coro, kortweg Coro genoemd, vangt een nieuwe fase aan in de ontwikkeling van het Caribisch gebied. Een kerkelijke organisatie wordt opgebouwd en gaat beslag leggen op de door 'indieros' of slaven- jagers zo geplaagde Tierra Firme. De identiteit van verovering en kerstening begint voor dit deel van het Caribisch gebied een realiteit te worden. Het werd tijd. De kust begon befaamd te worden. "Haec crux ostendit foedatum sanguine litus gentis, quae ignotos primum migravit ad Indos," zong de beroemde dichter van dit gebied, JUAN DE CASTELLANOS in zijn Treurzangen.™ RODRIGO DE BASTIDAS was de zoon van de gelijknamige conquis- tador, die onvermoeide zwerver langs de kusten van het nieuwe werelddeel van Paria tot Panama, vriend van Indianen in betere zin dan JUAN DE AMPUÉS," onverschrokken metgezel van BALBOA, de ontdekker van de Zuidzee, van JUAN DE LA COSA, de cosmograaf ^2 en van talloze andere ontdekkers, plunderaars en zeerovers. Een bescheiden notaris uit een buitenwijk van Sevilla, opgezweept door de machtige verhalen van adembe- nemende avonturen, gooit zijn dorre akten in een hoek, gespt zich een zwaard aan en gaat geschiedenis maken. Hij roept vrijwilligers op om hem te volgen en weldra heeft hij een aantal volgelingen. Iedere Spanjaard immers heeft iets van een Don Quijote en een zwak voor het onmogelijke. Met twee schepen vaart hij af, ontdekt vreemde kusten, lijdt schipbreuk, wordt als door een wonder gered, komt in Santo Domingo met een paar kisten goud, geroofd van dat deel van de kust dat COLUMBUS had Downloaded from Brill.com10/03/2021 07:32:15PM via free access l88 CORNELIS CH. GOSLINGA gemist en wonderlijk genoeg toch zijn naam draagt: Columbia. Vijfentwintig jaar lang zwerft hij rond, maakt naam als 'paci- ficador de la Tierra de Gracia' en die dramatische kronikeur, zeerover, vrouwenjager, priester en babbelaar JUAN DE CASTE- LLANOS rijgt in zijn 'Elegias de Varones Ilustresde Indias' stanza aan stanza vol van de wederwaardigheden van deze roemruchte rover, wiens laatste daad was de stichting van Santa Marta.*3 Kort daarop werd hij vermoord. Maar Clio heeft zich ontfermd over zijn grafschrift, een gunst die notarissen doorgaans ontberen en zijn stoffelijke resten van een glorieus etiket voorzien. Het is nog te zien in de stad die hij stichtte.** Of de zoon reeds geboren was, toen de vader de notaristabbaard verwisselde voor het conquistadorenkuras staat niet vast. Hoewel een geboorte vóór of na 1500 vanuit historisch oogpunt weinig uitmaakt, is een latere vleiender voor het latijnsameri- kaanse sentiment, dat dan in BASTIDAS JR. de eerste creoolse bisschop kan zien. Venezolaanse en ook sommige Dominicaanse historici stellen zijn geboortejaar omstreeks 1503 of 1504.** De aanbeveling welke de Raad van Indië geeft bij RODRIGO'S overplaatsing van Coro naar San Juan de Puerto Rico noemt hem "een goede prelaat, geboren in die streek", waarmede het Caribisch gebied bedoeld wordt. *• Doch in zijn schrijven om ontslag aan PHILIPS II,gedateerd 5 mei 1567, geeft BASTIDAS als reden op zijn hoge leeftijd, namelijk 69 jaar. Andere stukken geven hem in 1531 35 jaar. Hoewel de Venezolaanse geschiedschrijver NAVARRO gelijk heeft met de bewering, dat men dergelijke 'formalistische verklaringen' niet dadelijk letterlijk behoeft te nemen, geloof ik dat de conclusie veilig is zijn geboortejaar omstreeks 1498 te stellen. Dit is ook in overeenstemming met de mening van BAS- TIDAS' biograaf CIPRIANO DE UTRERA, die reeds de veronder- stelling opperde "dat het mij niet toeschijnt, dat hij in Hispani- ola geboren is." *? Weinig is bekend omtrent zijn jeugd. De invloed van de vader, avonturier en vecht jas, is toch niet zó groot geweest, dat de prille neigingen van de zoon in dezelfde banen werden geleid. De situatie is waarschijnlijk deze geweest: de vader steeds van huis, de zoon opgevoed door een vrome moeder, die zijn natuur- lijke hang naar een rustig en gemakkelijk leven weet te leiden naar de effen bedding van een religieuze roeping. Begrijpelijk wordt dan ook de liefde voor en het heimwee van de zoon naar Hispaniola. Al was dit dan niet zijn geboorteland, het dierbaar