LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/

Inhoud

1 Inleiding ______3 1.1 Aanleiding ______3 1.2 Leeswijzer ______3

2 Werkwijze ______4 2.1 Kern- en (buiten)beschermingszone ______4 2.2 Leggerdwarsprofielen ______5 2.3 Leggerlengteprofielen ______6

3 Kering 8, Stormvloedkering / Europoort ______7 3.1 Beschrijving kering______7 3.2 Aanwezige constructieve elementen ______8 3.3 Kern- en (Buiten)Beschermingszone ______8 3.4 Leggerdwars- en lengteprofielen ______10

4 Literatuur ______10

Kenmerk 073916515:B 2

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

HOOFDSTUK 1 Inleiding

1.1 AANLEIDING

Binnen het beheersgebied van Rijkswaterstaat dienst Zuid-Holland worden verschillende dijkringverbindende waterkeringen (DVK) onderscheiden. Het betreffen de volgende primaire waterkeringen van de categorie B: Kering 8: Stormvloedkering Nieuwe Waterweg / Europoort Kering 9: Europoort / Hartelkering Kering 10: Stormvloedkering Hollandsche IJssel Kering 11: Haringvlietdam Kering 12: Biesboschsluis Kering 13: Wilhelminasluis (en Afsluitdijk Andel) Kering 15: Hellegatsdam en Volkeraksluizen

De ligging van de waterkeringen is in onderstaande illustratie weergegeven. Figuur 1

Ligging van de verbindende Den Haag waterkeringen (bron: VTV2006)

Rotterdam

Dordrecht

Dit leggerdocument bevat Kering 8: Stormvloedkering Nieuwe Weg/Europoort Daarnaast is tevens een integrale versie van alle genoemde waterkeringen beschikbaar.

De Wet op de waterkering is de basis voor de veiligheidsgarantie van de waterkeringen. De Wet op de waterkering schrijft voor dat de beheerder van de waterkering zorg draagt voor de vaststelling van een overzichtskaart, een legger en een beheerregister. Het voorliggende document bevat de legger en overzichtskaarten.

Gedeputeerde Staten hebben het toezicht op de primaire waterkeringen in hun provincie op basis van de Wet op de waterkering. De provincie heeft daartoe een verordening vastgesteld, waarin in elk geval de in wet omschreven verplichting van de beheerder – en de termijn waarop daaraan moet zijn voldaan – nader worden geregeld. Tevens staat ook dat de legger door de beheerder wordt vastgesteld met toepassing van de in afdeling 3.4 van de Algemene Wet bestuursrecht geregelde procedure.

Bepalingen betreffende waterstaatswerken in beheer bij het Rijk zijn vastgelegd in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. De legger omschrijft waaraan die waterkering moet voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie. Voor het beheer van waterkeringen en het wel of niet toestaan van activiteiten van derden in, op en nabij de waterkering vormt deze legger dus de grondslag.

1.2 LEESWIJZER

Dit document gaat in op de totstandkoming en vaststelling van de verschillende kernzones, (buiten)beschermingszone(buiten)(buiten)beschermingszones en invloedszones, die voor de legger zijn gedefinieerd. De inleidende teksten bij de keringen zijn grotendeels overgenomen uit de Landelijke Rapportage Toetsing [lit A3].

Op kaart zijn de zoneringen aangegeven, geprojecteerd op de luchtfoto-ondergrond. De leggerdwars- en leggerlengteprofielen van de verschillende verbindende keringen zijn tevens aangegeven.

Kenmerk 073916515:B 3

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

HOOFDSTUK 2 Werkwijze

2.1 KERN- EN (BUITEN)BESCHERMINGSZONE

Het waterkeringsgebied in dwarsrichting is onderverdeeld in drie zones. De kernzone vormt door zijn huidige omvang of bijzondere constructie de feitelijke hoogwaterkering en waarborgt de in de Wet op de waterkering voorgeschreven veiligheid van het achterliggende bekken en land. In deze zone gelden veelal zware restricties.

Aan weerszijden van de kernzone liggen de (buiten)beschermingszones. Deze zones zorgen er voor dat het waterkerend vermogen en de stabiliteit van de waterkering gewaarborgd blijven. Er gelden minder zware restricties dan in de kernzone. In onderstaand figuur zijn de zones en hun grenzen weergegeven.

Figuur 2 Schematische weergave van de kern- en (buiten)beschermingszones

Voor deze legger van de verbindende waterkeringen zijn de volgende definities gehanteerd voor de verschillende zones:

Kernzone: Het dijklichaam, incl. speciale voorzieningen die voor het waterkerend vermogen van belang zijn (zoals bestortingen of constructies).

(buiten)Beschermingszone: Als de begrenzing van de (buiten)beschermingszone is een vloeiende, over grotere afstanden constante, lijn aangehouden waardoor deze minder grillig verloopt dan de invloedszones. De (buiten)beschermingszone heeft over het algemeen een vaste maat ten opzichte van de kernzone, in dit geval 30 m.

Invloedszone: De zone waarbinnen ontgravingen direct invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering wordt meestal alleen voor macrostabiliteit en piping bepaald.

Er is binnen de waterschappen en Rijkswaterstaat geen uniforme notatie van kern- en (buiten)beschermingszones. Een tevens veel gebruikte notatie is die van ‘kernzone, binnenbeschermingszone en buitenbeschermingszone’. In vergelijking met onderhavige legger is de term ‘kernzone en binnen(buiten)beschermingszone’ gelijk aan ‘kernzone en (buiten)beschermingszone’.

Toelichting invloedszone De invloedszones zijn zoveel mogelijk gebaseerd op bestaande berekeningen. Voor de trajecten waar geen berekeningen beschikbaar zijn, is – in samenspraak met de beheerders – voor een pragmatische aanpak gekozen.

Kenmerk 073916515:B 4

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

Dit houdt o.a. het volgende in: Voor damwanden en kerende muren is uitgegaan van een 1:3 lijn vanaf de onderzijde van de damwand. Bestortingen en taludbekledingen zijn opgenomen in de invloedszone. Voor onduidelijke trajecten is gekozen om in het veld zichtbare lijnen toe te passen op een veilige afstand van de as van de kering.

Aansluiting op aanliggende dijkringen Voor de aansluiting van de kern- en (buiten)beschermingszone op de kern- en (buiten)beschermingszones van de naastgelegen dijkringen van de waterschappen zijn per verbindende waterkering afspraken gemaakt met de betreffende waterschappen. De kernzones van de verbindende waterkeringen sluiten aan op de, reeds vastgestelde, kernzones van de naastgelegen dijkringen. De kernzones van de verbindende keringen overlappen wel met de (buiten)beschermingszones van de naastgelegen dijkringen. De (buiten)beschermingszones van de verbindende keringen sluiten aan op de (buiten)beschermingszones van de naastgelegen dijkringen. Dit betekent dat de as van de Figuur 3 verbindende kering aansluit op de as van de dijkring, en dat daarmee een klein stukje as niet Schets as-aansluiting voorzien is van kernzone. Zie hiervoor nevenstaande fig uur. Uitzondering hierop zijn de kern- en (buiten)beschermingszones van de Haringvlietdam aan de noordzijde met dijkring 20 van Waterschap Hollandse Delta; deze overlappen wél met elkaar.

Aansluitende dijkringen en beheerders zijn in onderstaande tabel weergegeven: Tabel 4 Verbindende Aansluitende dijkringen Aansluitend op dijkring kering Kering 8 14 Hoogheemraadschap Delfland 19 Waterschap Hollandse Delta Kering 9 19 Waterschap Hollandse Delta 20 Waterschap Hollandse Delta Kering 10 14 Hoogheemraadschap Schieland en 15 Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard Krimpenerwaard Kering 11 20 Waterschap Hollandse Delta 25 Waterschap Hollandse Delta Kering 12 23 Waterschap Rivierenland 24 Waterschap Rivierenland Kering 13 24 Waterschap Rivierenland 38 Waterschap Rivierenland Kering 15 25 Waterschap Hollandse Delta 34 Waterschap Brabantse Delta

2.2 LEGGERDWARSPROFIELEN

Voor de leggerdwarsprofielen is uitgegaan van de ontwerpprofielen en de gemeten dwarsprofielen. De ontwerpprofielen zijn voor een aantal keringen hoger en/of breder dan voor de waterkerende functie noodzakelijk. Dit is gedaan bijvoorbeeld omdat de dijk ook een verkeerskundige functie heeft. Omdat deze functie niet benodigd is voor de leggerprofielen, hebben de leggerprofielen daarom andere afmetingen dan de ontwerpprofielen. Onderstaand figuur toont het gemeten profiel en het leggerprofiel van een voorbeeld. Duidelijk is te zien dat het gemeten profiel hoger is dan het leggerprofiel. Figuur 5 Principe leggerdwarsprofiel

De afmetingen van de leggerprofielen zijn gebaseerd op de beschikbare informatie uit de verschillende toets- en ontwerprapporten. De verschillen tussen de ontwerp- en leggerprofielen hebben hoofdzakelijk betrekking op: de kruinhoogte; de breedte van het dijklichaam.

De minimaal benodigde kruinhoogten zijn zoveel mogelijk overgenomen uit de beschikbare ontwerp- en toetsrapporten. Per kering is in de navolgende hoofdstukken toegelicht op welke bron(nen) de benodigde kerende hoogten zijn gebaseerd. Niet voor alle grondlichamen is de minimaal benodigde kruinhoogte bekend. Voor de betreffende grondlichamen is per kering toegelicht hoe de leggerhoogte is bepaald. Indien geen minimaal benodigde hoogte bekend is, maar de aanwezige hoogte voldoet, is de minimaal voorkomende hoogte aangehouden. De hoogte van het grondlichaam is beperkt tot de minimaal benodigde hoogte. Voor de breedte van het dijklichaam is de minimaal voorkomende breedte in het segment aangehouden. Deze breedte is gecontroleerd op de benodigde kwelweglengte. De taludhellingen voor de leggerdwarsprofielen zijn overgenomen uit de beschikbare ontwerpprofielen.

Naast de geometrie van het dijklichaam is in de leggerdwarsprofielen ook het ingemeten profiel van de sectie weergegeven. Dit om de herkenbaarheid van het profiel te vergroten. Daarnaast zijn de Maatgevende Hoogwaterstand en de kern- en buitenbeschermingszones weergegeven, behorend bij de locatie waar het ingemeten profiel is gemeten. De afstand van de buitenbeschermingszone tot de teen van de dijk kan binnen een sectie verschillen.

Kenmerk 073916515:B 5

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

2.3 LEGGERLENGTEPROFIELEN

Deze paragraaf gaat dieper in op de wijze waarop de leggerlengteprofielen van de verbindende waterkeringen van Zuid-Holland zijn vastgesteld. In de leggerlengteprofielen worden de volgende zaken opgenomen: de minimaal benodigde kruinhoogte van de grondlichamen; de minimaal benodigde kerende hoogte van de kunstwerken; de beschikbare grondopbouw.

In het leggerlengteprofiel is teven het ingemeten lengteprofiel weergegeven; dit dient als referentie.

Voor het samenstellen van geotechnische grondlengteprofielen is onvoldoende informatie over de bodemopbouw aanwezig. Voor de bodemopbouw wordt daarom verwezen naar het beheerregister, waarin de locaties van bestaand grondonderzoek zijn weergegeven. De locaties van het grondonderzoek zijn per onderzoek en per kering opgenomen in een aparte shapefile. Voor een aantal onderzoeken geldt dat de exacte locatie bekend is (x- en y- coördinaten), voor andere onderzoeken is de locatie zo goed mogelijk overgenomen uit een overzichtstekening. De digitale bestanden met de resultaten van het grondonderzoek zijn per kering verzameld. In de GIS-file zijn links opgenomen naar de bestanden met de resultaten van het grondonderzoek.

Kenmerk 073916515:B 6

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

HOOFDSTUK 3 Kering 8, Stormvloedkering Nieuwe Waterweg / Europoort

3.1 BESCHRIJVING KERING

Verbindende waterkering 8, Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoort, ligt in de provincie Zuid-Holland. De stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg verbindt dijkringgebied 14, Centraal Holland, met dijkringgebied 19, , via het Europoortgebied. Dijkringgebied 14 heeft volgens de Wet op de waterkering een gemiddelde overschrijdingsfrequentie van 1/10.000.

De waterkering bestaat uit de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg (SVKW), ook wel genoemd, met de bijbehorende landhoofden en de Europoortkering I tussen de stormvloedkering en dijkringgebied 19 Rozenburg.

De stormvloedkering bestaat uit twee sectordeuren die onder normale omstandigheden in een dok in de oever zijn geparkeerd. Onder stormcondities worden de deuren in drijvende toestand de Waterweg ingevaren en vervolgens afgezonken op een drempel. In gesloten toestand vervult de kering de rol van primaire waterkering. Het aangrenzende (buiten)water is de Nieuwe Waterweg. De waterkering Europoort I scheidt het Calandkanaal van de Nieuwe Waterweg.

De waterkering heeft een totale lengte van 7,3 km. De lengte van de dijklichamen is 6,9 km. De overige 360 m wordt opgevuld door een kunstwerk, de Maeslantkering (Stormvloedkering Nieuwe Waterweg). In de kering zijn, naast de stormvloedkering, zes waterkerende constructies aanwezig, die staan beschreven in paragraaf 3.2.

De waterkering is in beheer bij Rijkswaterstaat Zuid-Holland waterdistrict Nieuwe Waterweg.

De waterkering is opgedeeld in vier hoofdsecties: A. het noordelijk landhoofd en aansluiting; B. de sectordeuren; C. het zuidelijk landhoofd; D. de Europoortkering . Deze secties zijn in onderstaande tabel en figuur weergegeven. Tabel 6 Sectie-indeling kering 8 Naam Sectie Omschrijving [-] [-] [-] SVKW (landhoofd A1 Aansluiting grondlichaam op Delflandse dijk noord) A2 Grondlichaam rondom bedieningsgebouw A3 Grondlichaam voor generator bedieningsgebouw A4 Kistdam, talud boven kistdam SVKW B Twee sectordeuren SVKW (landhoofd zuid) C1 Kistdam, talud boven kistdam C2 Grondlichaam voor generator bedieningsgebouw C3 Grondlichaam rondom bedieningsgebouw C4 Aansluiting grondlichaam op tuimelkade C5 Tuimelkade C6 Tuimelkade, damwand in binnenteen C7 Tuimelkade EPK-1 D1 Europoortkering I, westelijk deel (smal voorland) D2 Europoortkering I, oostelijk deel (breed voorland)

Kenmerk 073916515:B 7

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

Figuur 7 Overzicht Sectie-indeling kering 8

Figuur 8 Sectie-indeling ter plaatse van Maeslantkering

Grondopbouw Zowel de ondergrond als het dijklichaam bestaat hoofdzakelijk uit zand. Hierdoor bestaat er geen gevaar voor piping. Uitzondering hierop is sectie D2, hier bestaat het dijklichaam uit klei op een zandondergrond.

3.2 AANWEZIGE CONSTRUCTIEVE ELEMENTEN

De Stormvloedkering Nieuwe Waterweg / Europoort bevat, naast de Maeslantkering, verschillende constructieve elementen. De aanwezige constructieve elementen zijn: damwanden, kistdammen en keermuren. Deze elementen zijn weergegeven in de leggertekeningen.

3.3 KERN- EN (BUITEN)BESCHERMINGSZONES

Kern- en (buiten)beschermingszones zijn vastgesteld in een gezamenlijk overleg (16 oktober 2006) met Rijkswaterstaat en ARCADIS. Omdat niet altijd vanuit de berekeningen een invloedzone kon worden bepaald, is gekozen voor een pragmatische insteek voor de bepaling van de zonering. Hierin is met het volgende rekening gehouden: minimaal benodigde kernzone op basis van de berekende invloedzones; bodembescherming valt binnen de kernzone; watermeetopstellingen (WMO’s) vallen binnen de kernzone; met de aansluiting van de zones van de DVK op de dijkring van het waterschap is uitgegaan van géén overlapping van de kernzones; voor sectie D is de waterlijn als kernzone aangehouden; de buitenbeschermingszone heeft in principe een breedte van 30 meter. In de secties D1 en D2 is echter een veel grotere afstand aangehouden, vanwege de diepte van het Calandkanaal en Nieuwe

Kenmerk 073916515:B 8

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

Waterweg, en daarmee de lengte van het onderwatertalud. Hier is respectievelijk uitgegaan van 90 en 60 m.

3.4 LEGGERDWARS- EN LENGTEPROFIELEN

Benodigde hoogte

Grondlichamen De benodigde hoogte voor de verschillende secties is opgenomen in onderstaande tabel. Enkele secties krijgen het oordeel onvoldoende, vanuit de laatste veiligheidstoetsing [lit 8.1]. Voor enkele vakken vinden verbeteringsmaatregelen plaats (A en C). De benodigde hoogte voor de profielen D1 en D2 zijn berekend met behulp van het programma PCoverslag. Hierbij is uitgegaan van een overslagdebiet van 1 l/m/s.

Sectie C4 t/m C7 waren oorspronkelijk één sectie. Deze oorspronkelijke sectie is opgeknipt in vier delen vanwege de aanwezige damwanden in de buitenteen bij de sectie C5 t/m C7. Daarnaast is een damwand in de binnenteen aanwezig bij sectie C6. Tabel 9 Leggerhoogte per sectie kering 8 Naam Sectie Omschrijving Leggerhoogte [m + NAP] [-] [-] [-] SVKW A1 Aansluiting op Delflandse dijk 7,50

(landhoofd noord) A2 Grondlichaam rondom bedieningsgebouw 9.55 A3 Grondlichaam generator bedieningsgebouw Nader te bepalen A4 Kistdam, talud boven kistdam Nader te bepalen SVKW B Toetsing Maeslantkering in paragraaf 3.12 5.0

SVKW (landhoofd C1 Kistdam, talud boven kistdam Nader te bepalen

zuid) C2 Grondlichaam generator bedieningsgebouw Nader te bepalen C3 Grondlichaam rondom bedieningsgebouw 9.55 C4 Aansluiting grondlichaam op tuimelkade 7,50 C5 Tuimelkade 7,50 C6 Tuimelkade, damwand in binnenteen 7,50 C7 Tuimelkade 7,50 EPK-1 D1 Europoortkering I, westelijk deel 6.70 D2 Europoortkering I, oostelijk deel 6.30

Kunstwerk (Maeslantkering) De kerende hoogte van de deuren van de Maeslantkeringen dient NAP + 5,0 m te zijn en is dit ook [lit 8.1].

Beschikbaar grondonderzoek Voor het opstellen van het lengteprofiel is gebruik gemaakt van de volgende rapporten: Verbindende Waterkering Maeslantkering, Europoortkering en Stormvloedkering, opdrachtnummer 6006-0630- 00, Fugro Ingenieursbureau B.V. Het onderzoek omvat voor kering de stormvloedkering Nieuwe Waterweg / Europoort zeven sonderingen met meting van plaatselijke kleef en 18 boringen. Onderzoek en advisering betreffende wateroverlast ter plaatse van de Europoortkering te Rozenburg, opdracht 041601, MOS Grondmechanica, juni 2001. Het onderzoek omvat 11 sonderingen met meting van plaatselijke kleef en 12 boringen.

Daarnaast zijn nog twee rapporten beschikbaar, die niet zijn verwerkt. De rapporten bevatten een groot aantal (40 en 350) relatief ondiepe milieuboringen.

Kenmerk 073916515:B 9

LEGGERDOCUMENT DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING STORMVLOEDKERINGNIEUWE WATERWEG/EUROPOORT

HOOFDSTUK 4 Literatuur

Algemeen A.1 Hydraulische Randvoorwaarden 2001 voor het toetsen van primaire waterkeringen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, december 2001. A.2 Neder landse norm, NEN 6740 (nl), Geotechniek - TGB 1990 - Basiseisen en belastingen, Normcommissie 351 006 “Geotechniek”. A.3 Landelijke Rapportage Toetsing 2006, Achtergrond, deel 2, Verbindende Waterkeringen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, september 2006. A.4 Memo: Opstellen legger - aansluitingen met waterschappen, 110303/OF7/0B2/000511/LB, ARCADIS, januari 2007. A.5 Foto’s afkomstig uit de Beeldbank VenW.

Kering 8, Stormvloedkering Nieuwe Waterweg / Europoort 8.1 Toetsing dijkringverbindende kering 8 Maeslantkering & Europoortkering I, Rijkswaterstaat directie Zuid- Holland, DWW, december 2005. 8.2 Verbindende Waterkering Maeslantkering, Europoortkering en Stormvloedkering, opdrachtnummer 6006- 0630-00, Fugro Ingenieursbureau B.V. 8.3 Onderzoek en advisering betreffende wateroverlast ter plaatse van de Europoortkering te Rozenburg, opdracht 041601, MOS Grondmechanica, juni 2001.

Kenmerk 073916515:B 10