Mosterd Bij De Maaltijd to Serveren En Niet Na Afloop
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
cWosterd bij de maaltijd 20/25 JAAR WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID c2Vlosterd bij de maaltijd Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Plein 1 81 3, nr. 2 Postbus 20004 2.5oo EA Den Haag Telefoon 070-3564600 Telefax 070-3564685 E-mail postmasteravrr.nl Internet http ://www .wrr .nl De bundel 'Mosterd by de maalrijd' werd samengesteld door een redactiecommissie, bestaande uit de volgende raadsleden en stafrnedewerkers van de WRR : pro£dr. H .P.M . Adriaansens, mr. J .C .F . Bletz, mr. J .P .H . Donner, dr . P. den Hoed, mw. drs . H . van Kempen en mw . dr . S .J . Langeweg . Mw. drs . H. van Kempen verzorgde tevens het overzicht van think tanks en verzamelde her materiaal voor de overige documentatie . De grafische vormgeving werd verzorgd door Studio Daniels to Den Haag . De tekst is gezet in de DTL Caspari en de DTL Documenta . Het drukwerk was in handen van Drukkerij Baston to Den Haag . De productie werd technisch begeleid door F .W. van Dijk (xvD) . Mark Kohn maakte een speciale serie portretfoto's bij de interviews van Willem Breedveld in dit boek . INHOUDS OPGAV E Mosterd bij de maaltij d 7 A Regeren en vooruitzien Distantie en nabijheid - H. P. M. Adriaansen s 17 Niet bij beleid alleen - G .J. Kronjee en R . Rabbinge 43 Vragen Haar de onbekende weg - H.C. van Latesteijn en I .J . Schoonenboom 59 E xpertise in ontwikkeling - P. den Hoe d 7 9 B Weerwerk tegen de w aan - Interviews door Willem Breedveld Inleiding - Willem Breedveld 10 7 Beleid boven de dagelijkse routine - Interview met profmr. E . M. H. Hirsch Bollin 11 2 Het zou best war steviger mogen - Interview met mr. I .W. Opstelten 118 Een tikkeltje to gezaghebbend - Interview met dr. A .H . G . Rinnooy Kan 124 Her belang van onafhankeli jkheid - Interview met de heer G . Schutte 130 De politiek een spiegel voorhouden - Interview metprofmrdr. C .J .M . Schuyt 136 Uitpellen en voorspellen - Interview met mr. Chi van Vee n 144 Her centr um kan geen monopolie instandhouden - Interview met profdr. R .J. in 't Veld 152 Vastgebakken aan een valse consensus - Interview met drs . H. H .F. Wijffels i6o Doortrekken bestaande ontwikkelingen veel to simpel - Interview met dr. P. Winsemiu s i6 6 C Overzichte n Schapen met vijf poten - Think tanks in de wereld 175 Probleemgericht en contextueel -Lite ratuur over think tanks 231 25 jaar wax - Pub(icaties 261 Functies en samenstelling raad en bureau 293 Instellingswet wax 299 H.M. Queen Beatrkts being welcomed bij waachairman pmf. dr. W. Albeda on the occarlon of her worklngviritto the Council on May, 29,1990. I N L E I D I N G MOSTERD BIJ DE MAALTIJ D Weten schappelijk advies en planning voor het overheid sbeleid roepen tegenwoordig andere associaties op clan vijfentwintig jaar geleden . De oprichting van de Voorlopige Weten schappelijke Raad voor he t Regeringsbeleid kwamwort uit de gedachte d at overheden to weinig zicht hadden op de kan sen en bedreigingen van de toekomst en dat een we ten- schappelijke benadering hierin verbetering zou brengen . Wetenschap- pelijk verantwoorde informatie zou de politiek voor vergissingen kunnen behoeden en keuze s bieden tu ssen alternatieve toekom stscenario 's. In een tijd waarin flexibiliteit, slagvaardigheid en het 'primaat van de poliriek' een positieve klank hebben g ekregen, is de verwetenschappelijking van beleid echter in vele ogen verbonden geraakt met de 'stroperigheid' waarvan veel beleid wordt beticht. De ingrijpende herziening van het adviesbestel road de regering vormt zeker ook een uitdrukking van dez e zienswijze . ~ Dit is evenwel slechts een kant van de werkelijkheid. De andere kant is de welhaast onverzadigbare behoefte van moderne overheden aan informatie, onderzoek en advies. Geen beleid zonder dikke stapel s rapporten , adviezen, onderzoeken en e ffectrapportages . Waar deze ni et voorhanden zijn, zou immer s een rechter kunnen concluderen tot gebrekkige onder - bouwing of motivering. Het aantal adviesorganen mag clan wel drastisch zijn ingeperkt , het aantal brede ma atschappelijke discussies, consultaties, inspraakrondes, referenda en andere ver schijningsvormen van 'interacrief bestuur' neemt zienderogen toe . Deze ogenschijnlijk tegenstrijdige ontwikkeling komt wort uit de para - doxen wa armee de hedendaagse overheid wordt ge confronteerd. Aan- vankelijk was de behoefte aan planning, verkenning en analyse van maat- schappelijke stromingen een reactie op een to sterk 'primaatvan de politiek' binnen een relarief beslo ten nationale economie en samenleving. Hier ontstond de behoefte aan onderzoek , planning en verkenning van verhoudingen om het beleid to orienteren en zo nodig to di sciplineren. Met het wegvallen van deze be slotenheid, en v an het 'primaat van de poli - tiek' daarin , is de behoefte aan advies, kennis en inzicht echter niet afge- nomen. Nu gaat het steeds minder om een kader en een orientatie voor beleid en steeds meer om het krijgen van een voorsprong in de internatio - nale beleidsconcurrentie en om versterking van het draagvlak voor daarop gericht beleid . In deze zin i s de behoefte aan inform arie van de overheid vrijwel omgekeerd evenredig met de vrijheid van diezelfde overheid om bier gebruik van to maken . MOSTERD 6I 1 DE 1/ AALTIJ D 2 0/2 S l aar wxx In deze p aradox figureert de Wetens chappelijke R aad voor het Regering sbeleid . In de literatuur wordt de r aad gerekend tot de 'think tanks' of'policy re search in stitute s', die vanaf de jaren ze stig in vrijwel alle we sterse landen zijn ontstaan. A anzet d aartoe vormde een oproep in 1 966 van een commi ssie van de Organisatie voor E conomis che Samenwerking en Ontwikkeling (o ESO) w aarin gerenommeerde weten sch app ers zitting hadden als Raymond Aron , Briggs, Dahr endorf, Laz ersfeld , Oppenhe imer , Ma ssart en Hofstee . Zij con stateerden een leemte in de onder steun ing van de politiek bij het denken over de Lange term ijn en riepen regeringen op daar iets aan to doen . Dit ko n onder meet door de oprichting v an onafhan - kelijke instellingen op het gren svlak van poli tiek en academi sche w ereld . D e oprich ting v an de Voorlopige Weten schappelijke Ra ad voor her Regering sbeleid in 1972 past in dit kader en is to z ien als het antwoord van de Nederl andse regering op de ge signaleerde behoefte. Vorm en functie 'Policy research institutes' s temmen doorgaans overeen naar doel en func- ties, maar zij kunnen ver schillen naar worm en po sitie in het m aatschappe- lijk bestel. De WRR heeft als Nederlandse variant d e worm gekregen van een publielQe chtelijk ond erzoek-, planning- en adviesinstituut binnen de overheid, waarbij de wetgever de nadruk heeft gelegd op de onafhankelijke positie van de raad en her interdisciplinaire karakter van het beoogde werk . Beduchtheid voor afhankelijkheid van zowel de weten schappelijke wereld als de afzonderlijke departementen leidde tot een grote zelfstandigheid in functioneren, onder de ver antwoordelijkheid van de minister-president/ minister van Algemene Z aken. De raad zou een tegenwicht moeten bieden tegen zowel technocratie als de ma cht van de departementen. Beduchtheid voor eenzijdigheid n aar inhoud en di scipline leidde tot de bepaling dat de rapporten van het college als geheel zijn. Alles bijeen heeft d it geresulteerd in een subtiel evenwicht v an inhoudelijke vrijheid en organisatorische discipline. De WRR maakt deel uit v an de overheid, maar hij is tegelijker- tijd verplicht deze overheid op afstand to houden ; de ra ad is vrij en zel f- standig, m aar moet zich via zijn rapporten verantwoorden in de op enbare discussie; de WRR is onafhankelijk, maar de regering kan de samenstelling eens in de vijf jaren geheel ver anderen. Naar functie beantwoordt de WRR duidelijk aan de wensen van voor- noemde oE SO -commis sie: hij beoogt Tang s wetenschappelijke weg b ij to dragen aan inzicht in de ontwikkeling van d e economische, technologi sche I N L E I DIN G en sociale condities waaronder beleid moet opereren, de repercussies van die ontwikkelingen op het beleid na to gaan en de mogelijkheden van handelen aan to geven die erdoor ontsta an. Hierbij ziet men in vrijwel alle landen dat de praktijk van beleidsonderzoek en toekomstverk enning een verschuiving heeft ondergaan . Dit geldt niet alleen voor de methoden , maar zeker ook voor het karakter en de functie van zulk onderzoek . Uit- gaande van de gedachte van een dwingende, wetenschappelijke werkelijk- heid van feiten en samenhangen werd aanvankelijk gestreefd naar alge - mene verkenningen die alle relevante maat schappelijke ontwikkelingen moesten omvatten &n voorspellen . Deze benadering werd al vlug ver- vangen door schetsen van alternatieve ontwikkeling smogelijkheden, zoal s het Interfutures rapport van de OESO zelf deed . In deze herziene benade- ring lag al meteen weer de volgende stap besloten , namelijk die van op een beperkt beleidsterre in gerichte verkenningen van alternatieven, zoge- noemde thematische toekomstverkenningen . Dit laatste is niet meer dan een logische ontwikkeling : zodra immer s de gedachte van algemene , omvattende en objectief dwingende ontwikkelingen wordt losgel aten en vervangen door mogelijke scenario 's, laten ook de ontwikkelingen op een beperkt terrein zich als mogelijkheid verkennen zonder d at hiervoor per se eerst een algemeen kader behoeft to worden uitgewerkt . Toekomst voor het heden Bovengenoemde verschuiving houdt ook een functieverandering in van verkenningen . Naarmate de toekomst minder als een onafwendbare en wetenschappelijk bepaalbare voortzetting van ontwikkelingen in verleden en heden wordt gezien , krijgt een verkenning van de toekomst meer de functie van verdieping van het inzicht in her heden . De vergelijking dringt zich op met een buitenlands verblijf d at het zicht op de eigen vertrouwde samenleving verscherpt. In het verlengde hiervan ligt een verbreding van de functie van think tanks .