JUDAICA BULLETIN

Mededelingenblad van de Stichting Judaica Zwolle Postbus 194, 8000 AD Zwolle Verschijnt vier maal per jaar - ISSN 1384-9050

Jaargang 11, Nummer 4 1 Elloel5758 - Augustus 1998

OPLAGE325 EXEMPLAREN - ABONNEMENTf 12,- - POSTGIRO259272 - BANKREKENING95.24.27.737

DE CANTILLATIE VAN HEBREEUWSE TEKSTEN door J.W. Rose en Peter van 't Riet

De tem cantillatie is afgeleid van de Latijnse woorden canticum en cantilena, waarvan de betekenis behalve 'lied' of 'gezang', ook de 'eentonig zangerige voord- racht' van bijvoorbeeld een redenaar kan zijn. De term cantillatie is aan het einde van de 18e eeuw door J.N. Forkel, auteur van het invloedrijke werk Allgemeine Geschichte der Musik (Leipzig , 178811801), geïntroduceerd in de musicale termi- nologie om de zangerige wijze van lezen van Hebreeuwse teksten aan te duiden.

Over de precieze betekenis van het woord volgens bestaande gewoonten, aaneen cantillatie is nooit wetenschappelijke over- geschakeld worden (synagogale cantilla- eenstemming ontstaan. In de joodse en musi- tie); cále literatuur vinden we dan ook diverse - de muziekstijl die alle vier bovenstaande betekenissen, zoals: vormen van cantillatie omvat en die door Curt Sachs is omschreven als een 'woord- - de voordracht van een bijbeltekst met be- geschapen, woord-afhankelijk en woord- hulp van vaste melodische motieven vol- ondersteunend systeem van musicale ex- gens de masoretische uitspraak (bijbelse pressie'. cantillatie) ; - de voordracht van een talmoedtekst door Hoewel het woord cantillatie uitsluitend ge- aanpassing van de retorische spraak aan bruikt wordt binnen de joodse muziek, ko- enkele vaste melodische patronen; men vergelijkbare musicale verschijnselen in - het reciteren van bijbelse poëzie met een veel andere culturen voor. gestandaardiseerde melodische uitspraak - die voor elk vers herhaald wordt (psalmo- die) ; De Hebreeuwse bijbeltekst - het reciteren van liturgische formules en Zoals wellicht bekend werden de Hebreeuw- teksten waarbij elementen van een melo- se teksten van bijbelboeken oorspronkelijk disch patroon al improviserend, maar wel alleen geschreven met consonanten (mede-

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 1 klinkers), waarvan het Hebreeuwse alfabet $t kámets á- of b-klank er 22 heeft: N pátach à-klank 8 sêgòl 5-klank N (alef), 1 (beet), 2 (gimel), l (dalet), n N tseré é- of 5-klank (hee), i (wav), t (zajin), n (chet), W (tet), y N chirek i- of i-klank (jod), 3 (kaf), 3 (lamed), )r, (meem), 3 N chólem ó- of o-klank (noen), o (samech), Y (ajin), 3 (pee), r w kibbóets oe-klank. (tsadee), 3 (kof), 7 (reesj), W (sjinlsin), n @v). Behalve deze klinkertekens treft men in ge- drukte uitgaven van Hebreeuwse bijbeltek- De geschreven tekst was dus steeds onvolle- sten ook andere tekens aan. Dat zijn spraak- dig en kon, afhankelijk van de klinkers die en zangtekens die te maken hebben met het men bij het lezen eraan toevoegde, een ande- gebruik van de klemtoon en het reciteren van re betekenis krijgen. Dit probleem kon lange de teksten. Deze cantillatietekens zij n even- tijd alleen vermeden of beperkt worden door eens door de Masoreten toegevoegd. de uitspraak van de tekst uit het hoofd te leren en van generatie op generatie nauwkeu- Bijbellezing door middel van cantillatie rig over te dragen. Al toen het Hebreeuws De openbare lezing van bijbelboeken is al nog een levende taal was, ging men ter on- bekend uit veel oudere tijden dan die waarin dersteuning van dit "uit het hoofd leren" de de klinker- en zangtekens werden ingevoerd. medeklinkers N, 7,i en y gebruiken als aan- In de Bijbel zelf worden zulke lezingen al- duiding voor klinkers: de zogenaamde ma- leen genoemd in verband met speciale gele- tres Zectionis (" leesmoeders"). Toch bleven genheden (bijv. Deut. 31:12, 2 Kon. 22:l-3, er verschillende tradities bij het lezen van de Neh. 8: 8, 10:30). Openbare Tora-lezing bijbelteksten ontstaan en bestaan. De rabbij- vormde geen prominent onderdeel van de nen uit de talmoedische periode maakten tempelliturgie, maar was dat wel in de syna- soms dankbaar gebruik van de mogelijkheid goge. Daarbij was het cantilleren van de bij- om de medeklinkerwoorden van verschillen- beltekst al in de 2e eeuw CJ een oud en ge- de klinkers te voorzien. Daardoor zijn prach- vestigd gebruik. Rabbi Akiva (begin 2e tige staaltjes van exegese bewaard gebleven eeuw CJ) drukte zijn opdracht tot dagelijkse waarin woorden plotseling een heel andere studie van de Tora uit met de woorden: betekenis krijgen. Op den duur werd echter "Zing haar elke dag, zing haar elke dag!" de behoefte aan standaardisatie van de tekst (Sanh. 99a). Ook vermeld de Talmoed dat groter en in de vroege Middeleeuwen zijn de het bijbelvers werd onderverdeeld in melo- z.g. masoretische geleerden (7e tot 14e dische cadansen volgens de betekenis van de eeuw) ertoe overgegaan de uitspraak van de tekst en volgens het ritme van de uitspraak. tekst vast te leggen met behulp van klinker- Deze indeling werd piskei te'amiem of pis- tekens. Hierdoor is een gestandaardiseerde soek te'amiem genoemd. Zij werd alleen tekst tot stand gekomen, die vandaag de ba- mondeling overgeleverd van generatie op sis vormt voor alle bijbelvertalingen. generatie. De overdrachtmethode was die Aanvankelijk waren er verschillende sys- van de chironomie, waarbij met hand- en temen van klinkertekens in gebruik. Bekend vingerbewegingen de verschillende elemen- zijn een Palestijns en een Babylonisch sys- ten wan de bijbelse spraakzang werden opge- teem. Het systeem van klinkertekens dat ui- roepen. teindelijk overleefd heeft en in de gedrukte In de 3e eeuw CJ legt de joodse geleerde uitgaven van bijbelboeken wordt gebruikt, Rav het vers Nehemia 8:8/9 "en zij lazen in het Tiberiënsische systeem, kent de volgende het boek, in de Tora van God, .. . , en zorg- tekens (steeds weergegeven met een alef): den ervoor dat zij de lezing begrepen" uit als

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 een verwijzing naar deze piskei te'amiem cadansen van de psalmodie. Dat deze meer (Meg. 3a). De bronnen vermelden echter eenvoudige spraakzang van de Jemenitische alleen dat de Bijbel bij lezing en studie melo- joden inderdaad zeer oud is, blijkt ook uit disch gereciteerd moest worden (bijv. Meg. het feit dat zij voorkomt in de liturgie van de 32a; Hooglied R. 4:11), maar niet dat dit Rooms-Katholieke Kerk, waar zij als een met vaststaande melodieën moest. Het is vreemd element in de westerse muziektradi- twijfelachtig of de woorden pissoek / piskei tie in haar oorspronkelijke vorm bleef be- te'amiem (indeling door middel van staan. De christelijke kerk heeft de psalmo- te'amiem) verwijzen naar het melodische die van de synagoge overgenomen reeds en- element, hoewel deze te'amiem zoals we kele eeuwen voordat de Masoreten hun zang- opmerkten verbonden zijn met de geheugen- tekens aan de Hebreeuwse tekst toevoegden. steunbewegingen van de voorzanger of diens In afbeelding 1 zijn een drietal voorbeelden hulpje (Meg. 3a; Ned. 37a; Hag. 6a). Het van psalmodie opgenomen ontleend aan het talmoedische gebruik van de term te'amiem Jemenitische en Iraanse jodendom en aan het t is op dit punt onvoldoende duidelijk. Echter Gregoriaans. De basismelodie bestaat uit als we de strikte regulering van de schriftle- drie motieven: zingen beschouwen, dan is het onbegrijpelijk dat de melodische interpretatie overgelaten a) het initium dat van laag naar hoog gaat, zou kunnen zijn aan de ad hoc uitvinding of b) de tenor of reciteertoon, keuze van de voorzanger. c) de afsluitende cadens of finalis die met Talmoedische bronnen getuigen namelijk enkele versieringen weer laag eindigt. - van de nauwgezetheid waarmee het reciteren moest gebeuren. Vermeld worden: De reciteertoon kan onderbroken worden door een middencadens die uit één verlaagde - de keuze en orde van de schriftgedeelten noot kan bestaan, maar ook uit een meer voor de sjabbatten, de weekdagen (maan- gecompliceerd motief. dag en donderdag) en de feestdagen, Psalmodie en de meer gecompliceerde - de kwalificaties waaraan de lezer moest bijbelse cantillatie zijn typisch van joodse voldoen, oorsprong. Pogingen hen te herleiden tot - de vertaling van elk vers in de volkstaal, niet-joodse musicale tradities hebben allen - de somech ("ondersteuner") die de voor- gefaald. De beperking van de spraakzang tot zanger hielp, een begrensde reeks noten en een gering aan- - de vervanging van de lekenvoorzanger tal versieringen zorgt er welbewust voor dat door een specialist (soms de chazan).

In de eerste eeuwen CJ kwamen nog geen - geschreven spraakzangtekens voor in de tekst w La - -.n--re-& d hag-git. tik, mr-ze-mr h-o-sof. van de bijbelboeken. Deze geschreven te- kens, die vervolgens ook te'amiem genoemd werden, zijn eerst na 500 CJ geleidelijk ing- evoerd door de Masoreten, gelijk met de - har-m-au L-10-liimu-xc-nu, ho-n-u b-10-he yw-e klinkertekens. Het is echter niet waarschijn- lijk dat de zangwijzen die met deze tekens door de masoretische geleerden werden vast- gelegd, tot de alleroudste bijbelse spraakzang behoren. Deze masoretische zangtekens wor- Afbeelding 1 - Vergelijking van Hebreeuwse en den namelijk genegeerd binnen de zeer oude Gregoriaanse psalmodie (ontleend aan: Algemene muziekgeschiedenis, Prof. dr. A. Smijers, Utrecht Jemenitische cantillatie van de bijbeltekst, 1938, p. 4). die gebruik maakt van de meer eenvoudige

Judaica-Bulletin 1 1, nr. 4, augustus 1998 de melodie niet de overhand neemt over de k zaqef katan woorden, het begrijpen van de tekst en de geestelijk boodschap die erin wordt uitge- N rêvia drukt. De melodiestructuur is van het soort dat door de geleerde Curt Sachs 'logogenic' Hoe deze indeling werkt, laat zich demon- wordt genoemd. Daarmee bedoelt hij dat de streren met het voorbeeld van Genesis 30:l musicale elementen voortgebracht worden (zie afbeelding 2), waarvan de letterlijke door de woorden, gebonden zijn aan de taal- vertaling luidt: kundige kenmerken van de tekst en onderge- schikt zijn aan de boodschap van de tekst. "En toen zag - Racheel - dat - niet - zij Hierdoor krijgt de muziek nooit een auto- baarde - aan Ja'akov - toen werd ja- noom karakter. loers - Racheel - op haar zuster - en Ook vandaag nog wordt in het jodendom toen zei zij - tot - Ja'akov - geef toch - de formele lezing van bepaalde boeken van aan mij - kinderen - en indien - niet - de Bijbel in de eredienst en tijdens de studie sterven zal - ik." uitgevoerd met een musicale intonatie, die nauw verbonden is met de masoretische De hoofdindeling is (de medeklinker is ver- zangtekens in de tekst, en die gestuurd wordt vangen door een streepje): door vaste regels en gewoonten. rêvia op de 2e letter van 3'7 Het systeem van de zangtekens = Racheel (2e woord), De masoretische zangtekens kunnen in- zaqefkatan op de 4e letter van i?~?? gedeeld worden in disjunctiva en conjuncti- = aan Ja'akov (6e woord), va. Het vers wordt in afzonderlijke stukjes ; atnach onder de 4e letter van ingedeeld door de disjunctiva, en binnen de- 33h.3 = op haar zuster ze onderdelen zorgen de conjunctiva voor (9e woord), het onderlinge verband. De disjunctiva zijn zaqefkatan op de 2e letter van 093 belangrijk, omdat zij zorgen voor de = kinderen (14e woord), hoofdindeling. Nog voordat er iets plaats ; silloek onder de 2e letter van '3ltj vindt van lezen en vertalen, kunnen we het = ik (laatste woord). vers direct indelen naar deze disjunctiva. Enkele daarvan zijn de volgende muziekte- De tekst laat zich dus lezen als: kens (hier afgedrukt met de letter alef): "En toen zag Racheel, $t silloek (meestal aan het slot van dat zij niet baarde aan Ja'akov, het vers) toen werd jaloers Racheel op haar zuster, 8 atnach (meestal midden in het en toen zei zij tot Ja'akov: geef toch aan vers: de hoofdversdeler) mij kinderen, sègol (versdeler voorafgaand aan en indien niet: sterven zal ik." de atnach)

Afbeelding 2 - De Hebreeuwse tekst van Gen. 30: 1 met klinker- en zangtekens.

Judaica-Bulletin l l, nr. 4, augustus 1998 Voorafgaand aan deze vijf versdelers zien vestigen tussen elk zangteken en een speci- we bij elk woord weer andere zangtekens fiek melodisch motief. Dit betekent dat er (hier eveneens afgedrukt bij de letter alef): niet een dergelijke overeenstemming bestond in de praktijk van die tijd en dat de Masor- moenach onder het le, 3een 14e eten er niet op uit waren dat kunstmatig te woord, creëren. Hedendaagse studies van nog leven- y mappach onder het 4e en 10e woord, de tradities en gegevens ontleend aan mid- pasjta boven het 5e en 12e deleeuwse en latere masoretische verhande- woord, lingen laten zien dat alleen in de Asjkenazi- onder het 7e en 18e woord, sche (Noord- en Oost-Europese) diaspora het hycha onder het 8e en 16e woord. systeem ontwikkeld werd met het doel om elk zangteken een eigen melodisch motief te Onder het l le, 13e en 15e woord, die ver- laten uitdrukken. Het verste punt op dit pad bonden zijn met het woord dat erop volgt, werd bereikt bij de Asjkenazische cantillatie treffen we geen zangtekens aan. Wel vinden van de Tora. Maar zelfs daar vindt men ver- we daar soms links van een klinkerteken een schillende accenttekens die identieke melodi- verticaal streepje, de mèteg, dat de zoge- sche formaties uitdrukken, en identieke naamde bij klemtoon aangeeft. Uit oogpunt zangtekens die verschillende melodische for- van zang ontstaan nu dus de volgende zang- maties uitdrukken. In afbeelding 3 zijn twee regels: pagina's afgedrukt uit een Asjkenazische, gedrukte Tora-uitgave (Frankurt am Main, 1. moenach - rêvia 1919), waaruit men het verband tussen de 2. moenach - mappach - pasjta - zaqef ka- zangtekens en dergelijke melodische forma- tan ties kan aflezen. 3. mercha - tifcha - atnach In tegenstelling tot deze Asjkenazische 4. mappach - pasjta - moenach - zaqef ka- ontwikkeling vindt in het algemeen de musi- tan cale weergave van de tekst met behulp van 5. tifcha - mercha - silloek. de zangtekens plaats op grond van niet volle- dig vastgelegde gewoonten. Daarbij verte- De vraag is nu hoe deze zangtekens samen- genwoordigt elk zangteken of groepje zang- hangen met melodische motieven. tekens weliswaar een bepaald melodisch mo- tief, maar het grafische symbool duidt niet Melodieën en stijlen een absoluut vaststaande reeks van tonen We merken nogmaals op dat cantillatie van aan. Zoals in oude muziek die wordt overge- bijbelteksten in de synagoge al bestond voor- dragen binnen mondelinge tradities, fung- afgaand aan de periode waarin het systeem eren de melodische motieven als "ideeën" van geschreven zangtekens zich begon te die binnen bepaalde grenzen met een zekere ontwikkelen. Het Tiberiënsische systeem van flexibiliteit moeten worden uitgevoerd. Het zang- en klinkertekens was gebaseerd op bewaard blijven van die "ideeën" of stijl bestaande praktijken van uitspraak en musi- wordt gegarandeerd door diverse factoren: cale weergave. De oudste overgebleven be- handeling van dit systeem, Ben-Asjer's Dik- a) de theoretische ondersteuning van de doekei ha-Te 'amiem (10e eeuw CJ), ver- zangtekens door de grammatica en de meldt bij zijn karakterisering van verschil- syntaxis; - lende van de tekens ook het melodische as- b) het nauwgezette onderwijs waarmee de pect. Overigens hebben noch het Tiberiënsi- traditie van de ene generatie op de ande- sche systeem, noch de voorafgaande Pale- re wordt doorgegeven; stijnse en Babylonische systemen de intentie c) het publiekelijk in de praktijk brengen gehad om een complete overeenstemming te van het systeem in de synagogen, waar

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 I. Die Betonungsart der Akzente. (.n)*?)) A. Bei der Tora-Vorlesung. W *R>! W 560 Y n 4, -. .s -4 m-,q" , m -&-&j+-M-- U -.d-- Sar - ko Se - gauI _. Mu- .. .

J'saiw MS* cho Tip cho Saul po ssuk Mu nreb (m Ende dn- Veias) (-oe &rko, T'UiaLo nnd

v r So kef :go daul) Mor' &o Tip cho Mu-nach Es-nach ia

Po - Mr T' li - scho l" li- -.--l- Ku-në . i *5:q 4 w-12 ~$9 - -

. f =- .J .J q - scho- 1Cad - mo w'ss lo--- Ai 10 -. fo - rob, Jo - ra-ach ben jau-mau.

Afbeedling 3 - Melodische motieven behorende bij diverse zangtekens ("Akzente"), zoals gebruikt bij de Tora-lezingen in Asjkenazische synagogen in Duitsland aan het begin van deze eeuw (Frankfurt am Main, Rödelheim, 1919). De transcriptie geeft de Asjkenazische uitspraak weer in het Duitse klanksysteem.

de cantillatie voortdurend onderworpen diversiteit van stijlen. De stijl waarin gecan- is aan het kritische oor van de meer ge- tilleerd wordt, wordt bepaald door: studeerde leden van de gemeente. 1 het specifieke bijbelboek, het hoofdstuk, Samen met een zekere flexibiliteit maken het vers of de inhoud ervan; deze factoren het mogelijk dat de stijl lang- 2 de liturgische omstandigheden (bijv. durig constant blijft, terwijl elke lezer deze feestdagen of treurdagen); toch mag interpreteren op zijn eigen manier. 3 de instantie die de lezing uitvoert (bijv. Hierdoor zal iemand de uitvoering van een individu of groep); bepaalde passage dus nooit op precies dezelf- 4 de plaatselijke stilistische tradities; de manier herhalen zoals hij die passage bij 5 de marges waarin individuele interpreta- een vorige gelegenheid reciteerde. ties zijn toegestaan. Theoretisch zijn de zangtekens verdeeld in twee categorieën: de accenten van de 21 Regionale stijlen van cantiilatie boeken van de Tora en de Profeten, en die De veronderstelling van Idelsohn, die regel- van de poëtische boeken zoals Psalmen, matig herhaald is in latere publicaties, dat de Spreuken en Job. In de praktijk vertoont de levende tradities van de masoretische cantil- musicale weergave echter een veel grotere latie zouden zijn ontstaan vanuit één ge- meenschappelijke basisstijl die al voor de

6 Judaica-Bulletin 1 1, nr. 4, augustus 1998 *,+c* 7 I talian.

1-52? 12 Reuchiin. .

c-Y.~~.c

13 F:T+z&:Tpd-- i. . -.TL=dz:w . . --v -d-- A Canticles.

Afbeedling 4 - Melodische motieven behorende bij de zangtekens sof pasoek, atnach, sègol, zakef kaan, rêvia en têvir in verschillende regionale tradities aan het begin van deze eeuw (A.Z. Idelsohn, 1922). - verwoesting van de tempel bestond, wordt dat, hoewel het principe van de cantillatie als niet bevestigd door de huidige stand van het zodanig een gemeenschappelijke erfenis is, onderzoek. Tegenwoordig veronderstelt men de diverse plaatselijke en gelegenheidsstijlen

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 7 die vandaag nog worden aangetroffen, af- stammen van een klein aantal afzonderlijke oerstijlen. Men kan er zeker van zijn dat, in de tijd waarin de synagogale eredienst een stabiele vorm begon te krijgen, verschillende "melodieën" voor de lezing van de Bijbel gangbaar waren en even veel bestaansrecht hadden. Later, door processen die we niet meer kunnen reconstrueren, werden sommi- ge van deze "melodieën" en melodische mo- tieven door een of meer gemeenschappen geaccepteerd als normatief. Ze werden toe- gevoegd aan specifieke boeken, en gesancti- oneerd door gewoonte. Men moet zich steeds realiseren dat de zangtekens zelf nooit een notenschrift zijn geweest met dezelfde mogelijkheden en begrenzingen als de muzieknotatie die werd ontwikkeld in West- Europa. De zangtekens zijn alleen verwij- zingen naar de te vertolken "motief-ideeën" die mondeling werden overgedragen. Som- mige middeleeuwse en renaissance schrijvers Afbeelding 5 - Assimilatiecirkel A voor de assi- vermelden de "stijl van de Sefardiem", maar milatie van de melodische motieven behorende bij geven nauwelijke concrete aanwijzingen op de combinaties mercha - silloek en mercha - tircha (S. Rosowsky, The cantiilation of the Bible, grond waarvan het karakter ervan begrepen 1957). kan worden. De hedendaagse levende tradities van can- tillatie kunnen worden geklassificeerd in vijf zogenaamde assimilatie op. Dit is het ver hoofdgroepen van regionale stijlen: schijnsel dat de melodische motieven voor twee opvolgende woorden zich kunnen sa- 1) Jemenitisch, menvoegen en daarbij veranderingen onder- 2) Asj kenazisch, gaan. Het tweede deel van het eerste woord 3) Midden-Oosters en Noord-Afrikaans, assimileert met het eerste deel van het twee- 4) Jeruzalems-Sefardisch, de woord. Deze assimilatie verloopt volgens 5) diverse Noord-Mediterrane regionale patronen die afhankelijk zijn van de combi- stijlen. natie van zangtekens waarmee we te maken hebben. De joodse muziekhistoricus Solo- In afbeelding 4 ziet men voor de musicale mon Rosowsky heeft tal van zogenaamde tekens sof pasoek, atnach, sègol, zakejf assimilatiecirkels (zie afbeelding 5) opge- katan, rêvia en têvir de melodische motieven steld om dit verschijnsel in kaart te brengen. zoals die aan het begin van deze eeuw in Een voorbeeld van assimilatie vinden we verschillende regio's in gebruik waren. in Genesis 30:l bij de woorden 307 NJi;rRl (watêkané racheel): 'Toen werd jaloers - Assimilatie Racheel'. Omdat - het woord wattêkané De totstandkoming van de melodie van een ("toen werd jaloers") voorzien is van het heel bijbelvers is nu niet alleen een kwestie zangteken mercha en het woord racheel van de onderscheiden melodische motieven ("Racheel") van een tifcha, zou de melodie in de volgorde van de zangtekens achter el- zonder assimilatie als volgt worden: kaar plaatsen. In de praktijk treedt ook nog

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 altijd een "knecht", terwijl het tweede woord zowel een "knecht" als een "heer" kan zijn. "Heren" assimileren echter niet met elkaar, maar uitsluitend met hun eigen "knechten". Voorts is van belang waar in Door de assimilatie van de lettergreep -né het woord de klemtoon ligt. Zo zijn er met de lettergreep ra- ontstaat echter: milrá-woorden, waarbij de klemtoon op de laatste lettergreep ligt, en mílel-woorden, waarbij de klemtoon op de voorlaatste lettergreep ligt. Bij assimilatie zijn er vier combinaties mogelijk: milrá-milrá, milrá- wa - te - ka - né ra - cheel mílel, rnílel-milrá en mílel-mílel. Elke combinatie voldoet weer aan andere Het onderzoek van Rosowsky assimilatieregels. Solomon Rosowsky heeft een uitgebreid In de Litouwse cantillatie volgens onderzoek verricht naar de Litouwse Rosowsky luidt het begin van Genesis 30:l cantillatie, die tot de Asjkenazische traditie als volgt: behoort, maar ook in andere delen van Oost- 1 Europa, in Amerika en Zuid-Afrika gepraktiseerd wordt. Rosowsky heeft ontdekt dat de musicale opbouw van de melodieën wa - te - re ra - chel kie lo ja1 - dah aan allerlei regels voldoen. Om die regels te en toen zag Ra - chel dat niet q baarde kunnen formuleren noemt hij de disjunctieve zangtekens "heren" en de conjunctieve Het musicale systeem van Haïk Vantoura zangtekens "knechten". De groep van de Tenslotte vermelden we nog het werk van de "heren" kan weer worden onderverdeeld in: Franse musicologe Suzanne Haïk Vantoura, keizers (silloek en atnach), koningen (o.a. die zich uitvoerig heeft bezig gehouden met sègol, zakef katon, tifcha en rêvia), hertogen de zangtekens in de Hebreeuwse (o. a. têvir) , graven en onderhoofdmannen. bijbelteksten. Ze onderzocht van elk De "knechten" die voorafgaan aan een zangteken nauwkeurig hoe het voorkomt in "heer" behoren tot die "heer". de teksten in de hoop hieruit iets te kunnen De melodie-opbouw heeft nu o.a. de vol- afleiden over de oorspronkelijke melodieën. gende kenmerken. Heren van hogere rang Als basisindeling van de tekens maakt zij worden vaak vergezeld door heren van onderscheid tussen zangtekens die onder de lagere rang. Bijvoorbeeld de tvcha, zelf een letters worden geplaatst en zangtekens die koning, kan functioneren als metgezel van erboven worden gezet. Dat dit onderscheid de beide keizers silloek en atnach. Een heer van belang is, blijkt uit het feit dat de die als metgezel van een hoger geplaatste grafische symbolen van onderste en bovenste heer voorkomt, kan niet onafhankelijk van zangtekens gelijk kunnen zijn, terwijl hun die laatste voorkomen. Tifcha zien we functie verschilt. Ze veronderstelde dat elk bijvoorbeeld nooit zonder silloek of zonder zangteken overeenkwam met een noot of atnach, têvir nooit zonder tifcha, maar het groepje noten op de notenbalk en kwam tot omgekeerde kan wel het geval zijn. Ook kan de conclusie dat de onderste tekens de loop een knecht nooit voorkomen zonder zijn van de melodie -weergeven, terwijl de heer, maar een heer kan wel voorkomen bovenste tekens afhankelijk zijn van de zonder zijn knechten. onderste tekens, waarvan zij als het ware een Ook voor assimilatie zijn nu regels op te variatie weergeven. Zodra het stellen. Het eerste woord bij assimilatie is "tus~enkomende'~bovenste teken zijn werk

Judaica-Bulletin 11, nr. 4, augustus 1998 gedaan heeft, wordt de melodie weer Van het werk van Haïk Vantoura zijn overgenomen door het volgende onderste diverse platen verschenen onder de titel La teken. Na veel onderzoek en experimenteren musique de la bible révélée (bijv. Harmonia kwam ze tot een sluitend systeem waarin de Mundi, HMU 989, 1975). De grondgedachte zangtekens verbonden konden worden met van Haïk Vantoura, te weten dat de noten. In dit systeem luidt het begin van zangtekens oorspronkelijk zijn ontstaan uit Genesis 30: 1 als volgt: één bepaalde oerstijl van cantilleren, wordt vandaag de dag echter niet langer als alleen bepalend aangenomen voor het onderzoek naar de geschiedenis van het cantilleren van wa-teree ra-chel kie lo ja1 - dah Ie -ja - a - qov de Hebreeuwse Bijbel. en toen zag Ra-chel dat niet zij baarde aan Ja'akov Literatuur Encyclopaedia Judaica, onder: Cantillation; Het systeem van Haïk Vantoura opent de Masoretic accent (Musical rendition); Music. weg naar een muziekvorm die wel bijzonder S. Haïk Vantoura, La musique de la Bible genoemd mag worden. Bovendien heeft zij, révélée, Parijs. A.Z. Idelsohn, Jewish Music in Its Historica1 om de bedoeling ervan duidelijker te maken, Development, 1929. nagedacht over de vraag waarom een S. Rosowsky, Cantillation van de Bihle-The Five bepaald muziekteken of een bepaalde Booh ofMoses, 1957. combinatie van muziektekens juist op een C. Sachs, Rise of Music in the Ancient World, bepaalde plaats voorkomt. Maar of dit de 1943. oorspronkelijke muziek van de synagoge of Eric Werner, The Golden Bridge, The de tempel is geweest, is natuurlijk niet met interdependence of liturgy and music in zekerheid vast te stellen. Op dit gebied kan synagoge and church duriing thejrst nog veel onderzoek verricht worden. millennium, New York, 195911984,

JUDAICA-AGENDA ZWOLLE EN OMGEVING NAJAAR 1998 Kopij voor de Judaica-agenda s.v.p. sturen naar: Red. Judaica-Bulletin, Postbus 194, 8000 AD Zwolle. za 5-09 Sjabbat Kie Teetsee (Deut. 21 : 10- di 15-09 Vrij Leerhuis 2a - Psalmen lezen 25: 19) met de rabbijnen (ve~olgcursus), le bijeenkomst. Tijd: 19.30-21.30 za 12-09 Sjabbat Kie Tavo (Deut. 26: 1- uur. Docent: D. Broeren 29: 8) za 19-09 Sjabbat Nitsaviem (Deut. 29:9- 30:20) ma 14-09 Bijbels-Hebreeuws 3 - (bijhoudcursus), l e bijeenkomst. ma 2 1-09 Rosj Hasjanah 1 Joods Nieuwjaar Tijd: 19.30-21.30 uur. Docent: (eerste dag) J.L.C. Boertjens di 22-09 Rosj Hasjanah 1 Joods Nieuwjaar (tweede dag)

Judaica-Bulletin 1 1, nr. 4, augustus 1998 Sjabbat Wajeelech (Deut. 3 1: 1- CURSUSPROGRAMMA 1998-1999 31:30) - Sjoevah (Hos. 14:2-10; Jo'el2: 15-27) Het cursusprogramma van de Stichting Judaica in de Zwolse synagoge ziet er in het Bijbels-Hebreeuws 3 seizoen 1998-1999 als volgt uit: (bijhoudcursus), 2e bijeenkomst. Tijd: 19.30-21.30 uur. Docent: Cursus: Vrij Leerhuis l b - Inleiding tot J.L.C. Boertjens het Jodendom Jom Kippoer / Grote Verzoendag Tijd: 6 dinsdagavonden Sjabbat Ha'azienoe (Deut. 32: 1- Cursus: Vrij Leerhuis 2a - Psalmen lezen 52) met de Rabbijnen (vervolg) Tijd: 5 dinsdagavonden Soekkot / Loofhuttenfeest (eerste Cursus: Vrij Leerhuis 2b - Psalmen dag) lezen met de Rabbijnen Soekkot / Loofhuttenfeest (herhaling) (tweede dag) Tijd: 3 dinsdagavonden en 2 Sjabbat Soekkot woensdagavonden Cursus: Vrij Leerhuis 3a - Het vierde Sjerninie Atseret / Slotfeest evangelie als joods document Simchat / Vreugde der Wet Tijd: 8 woensdagavonden Sjabbat Bereesjiet (Gen. 1: 1-6:s) Cursus: Vrij Leerhuis 3b - Inleiding in het Talmoed-tractaat Pesachiem ma 19- 10 Bijbels-Hebreeuws l Tijd: 3 woensdagavonden (beginnerscursus), l e bijeenkomst. Cursus: Dichter bij het wonderverhaal Tijd: 19.30-21.30 uur. Docent: in de Bijbel J.L.C. Boertjens Tijd: 4 dinsdagavonden di 20-10 Vrij Leerhuis 2a - Psalmen lezen Cursus: Geboorte, huwelijk en dood in met de rabbijnen (vervolgcursus), de joodse traditie 2e bijeenkomst. Tijd: 19.30-21.30 Tijd: 3 woensdagavonden uur. Docent: D. Broeren Cursus: Joodse muziek door de eeuwen wo 2 1- 10 Vrij Leerhuis 3a - Het vierde heen evangelie als joods document, l e Tijd: 4 donderdagavonden bijeenkomst. Tijd: 19.30-21.30 Cursus: Hebreeuws l - Beginnerscursus uur. Docent: S.P. van 't Riet Tijd: 20 maandagavonden za 24-10 Sjabbat Noach (Gen. 6:9-11:32) Cursus: Hebreeuws 3 - Bijhoudcursus Tijd: 10 maandagavonden di 27-10 Vrij Leerhuis 2b - Psalmen lezen met de rabbijnen Alle bijeenkomsten zijn van 19.30-21.30 uur. (herhalingscursus), l e Een folder met uitgebreide informatie over bijeenkomst. Tijd: 19.30-21.30 inhoud, lesmateriaal, docenten en cursusgeld uur. Docent: D. Broeren is aan te vragen bij de secretaris van de wo 28- 10 Genootschap Nederland-Israël, stichting, dhr. J. Veldhuijzen, tel./fax 038- afdeling Zwolle. Mevr. drs. 465 1048. Hanneke Gelderblom, lid Eerste In deze folder vindt u ook informatie over de Kamer, over: Honderd jaar tentoonstelling in de synagoge, rondleidingen, Zionisme. Synagoge Zwolle 19.30 onze bibliotheek en het jaarlijkse uur synagogepad.

Judaica-Bulletin l 1, nr. 4, augustus 1998 COLOFON DE VERSCHIJNING VAN DIT NUMMER

Het Judaica-Bulletin is een uitgave van de Stichting Door bijzondere omstandigheden was de redactie Judaica Zwolle, Postbus 194, 8000 AD Zwolle. Het niet in staat het vierde nummer van de elfde verschijnt vier maal per jaar. jaargang van dit bulletin omstreeks zijn normale Abonnementen kosten f 12,- per jaar, over te maken verschijningsdatum van 1 juli te laten op postgiro 259272 of op bankrekening 95.24.- verschijnen. Daarvoor bieden we de lezer onze 27.737 t.n.v. penn. Stichting Judaica Zwolle, verontschuldigen aan. Meppel, onder vermelding van 'abonnement'.

De Stichting Judaica Zwolle stelt zich ten doel de DE SERIE "EEN GOOCHEM ALFABET" verspreiding van kennis over de joodse godsdienst, taal, geschiedenis en cultuur. Zij streeft dit o.a. na De volgende aflevering van de serie "Een door het organiseren van cursussen, studiedagen en goochem alfabet" door Dick Broeren, is wegens tentoonstellingen in de synagoge van Zwolle. ruimte gebrek niet in dit nummer gepubliceerd, Het besm van de Stichting Judaica Zwolle bestaat maar zal in de volgende aflevering (jrg. 12 nr. uit de volgende leden: 1) verschijnen.

- D. Broeren - W. Comelissen (rondleider synagoge) CURSUSSEN SEIZOEN 1998-1999 - S.P. van 't Riet (voorzitter), - B.W. Tiesinga (penningmeester) Onze stichting organiseert in het seizoen 1998- - J. Veldhuijzen (secretariscursuscoördinator) 1999 weer een flink aantal cursussen in de - C. Verdonk (administrateur) Zwolse synagoge. De cursusfolder kan men De Stichting geeft jaarlijks een folder uit over haar aanvragen bij de secretaris van de stichting, dhr. activiteiten. Men kan deze aanvragen bij de cursus- J. Veldhuijzen, tel. 038-465 10 48. Inmiddels is coördinator (038-4539283) of bij de voorzitter (038- de inschrijving op gang gekomen. Zoals het er 4536647). De bibliotheek van de Stichting wordt bij het verschijnen van dit bulletin naar uitziet, beheerd door mevr. T. Kwakkel (tel. 038-3324021). gaan alle cursussen door met uitzondering van de Vrij-Leerhuiscursussen l a en IC. Over Vrij- De Stichting heeft een tentoonstelling ingericht op Leerhuiscursus lb wordt later een beslissing het voormalige vrouwenbalkon van de synagoge van genomen. Van cursussen die niet doorgaan Zwolle, Sannie1 Hirschstraat 8, over het onderwerp worden degenen die zich ingeschreven hebben, 'Joods leven in en om Zwolle'. Deze is meestal op de eerste zondag van de maand geopend van 13.30- op de hoogte gebracht. 17.00 uur (zie voor de precieze data de Judaica Agenda in dit builetin). Dan worden er ook rondlei- dingen verzorgd. Toegang: f 230 per persoon. VOLGENDE BULLETIN

De Stichting Judaica Zwolle werkt(e) samen met: Het volgende bulletin verschijnt omstreeks 1 oktober 1998. Kopij dient uiterlijk in de tweede - Joodse Gemeente Zwolle, week van september te zijn ingeleverd. Adres: Stichting Voortbestaan Synagoge Zwolle, - Postbus 194, 8000 AD Zwolle. - het Genootschap Nederland-Israël afdeling Zwolle, - B. Folkertsma-Stichting voor Talmudica te Hilversum, - Bureau Kerk-en-Israël van de Gereformeerde ABONNEMENT JUDAICA BULLETIN Kerken in Nederland te Leusden. Een abonnement op het Judaica-Bulletin kost f Giften voor het werk van de Stichting Judaica 12,- per jaar, over te- maken op postgiro 259272 Zwolle zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting en of op bankrekening 95.24.27.737 t.n.v. penn. kunnen worden overgemaakt op postgiro 259272 of Stichting Judaica Zwolle, Meppel, onder op baakrekening 95.24.27.737 t.n.v. penn. Stichting vermelding van 'abonnement'. Judaica Zwolle, Meppel.

12 Judaica-Bulletin 1 1, nr. 4, augustus 1998