The Tallis Scholars 20.00 Concertzaal Nagesprek Met Peter 40 Jaar Bidden, Huilen, Juichen Phillips En Sofie Taes Biografieën Uitvoerders En Programma
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
zaterdag 05.10.2013 The Tallis Scholars 20.00 Concertzaal Nagesprek met Peter 40 jaar bidden, huilen, juichen Phillips en Sofie Taes Biografieën Uitvoerders en programma The Tallis Scholars (UK) werden in 1973, Peter Phillips (UK) studeerde renaissance Peter Phillips: dirigent Eric Whitacre (1970) veertig jaar geleden dus, opgericht door muziek in Oxford en begon daar uit interesse The Tallis Scholars: Sainte-Chapelle (2013), Belgische première Peter Phillips. Door talloze opnames en voor minder gekend repertoire een eigen Janet Coxwell, Amy Haworth, concerten groeiden ze uit tot een van ensemble. Bijna 2000 concerten en zestig Grace Davidson, Amy Wood: sopraan Michael Tippett (1905-1998) de meest toonaangevende uitvoerders cdopnames later staan The Tallis Scholars aan Caroline Trevor, Matthew Venner: alt Plebs angelica (1943-44) van renaissancepolyfonie en brachten de wereldtop van de vocale muziek. Naast die Christopher Watson, Ashley Turnell: tenor zo dit repertoire onder de aandacht van concerten treedt Peter Phillips geregeld op als Simon Whiteley, Greg Skidmore: bas John Tavener (1944) het grote publiek. De groep geeft zo’n gastdirigent, de afgelopen jaren onder meer Funeral Ikos (1981) zeventig concerten per jaar, veel daarvan bij Collegium Vocale Gent en het Nederlands — in de Verenigde Staten en Japan, en heeft Kamerkoor en nu bij het Chœur de Chambre Arvo Pärt (1935) een sterke band met de serie Choral at de Namur, Musica Reservata Barcelona en Thomas Tallis (ca.1505-1585) Magnificat(1989) Cadogan in Londen. Het jubileumwerk van het Tudor Choir Seattle. In eigen land werkt Loquebantur variis linguis a7 Eric Whitacre op dit programma is zeker niet hij veel met de BBC Singers. Hij is verder Arvo Pärt het eerste dat speciaal voor het ensemble actief als auteur over muziek en geeft graag Thomas Tallis Nunc dimittis (2001) werd geschreven: ook John Tavener, Ivan masterclasses, waaronder de Tallis Scholars Miserere nostri a7 Moody en Gabriel Jackson componeerden Summer School in Engeland, Australië en opdrachtwerken, die een plek kregen in een de Verenigde Staten. Phillips werd onlangs Josquin des Prez (ca.1450/55-1521) repertoire dat inmiddels veel verder reikt benoemd tot Reed Rubin Director of Music en Absalon fili mi a4 dan de renaissance. De vaak onderscheiden Bodley Fellow aan Merton College, Oxford. opnames van The Tallis Scholars verschijnen Nicolas Gombert (ca.1495-ca.1560) bij Gimell Records. Eerder dit jaar werden Lugebat David Absalon a8 The Tallis Scholars opgenomen in de Gramophone Hall of Fame. William Byrd (ca.1540-1623) Ave verum corpus a4 William Byrd Tribue, Domine a6 (1575) — pauze — VOX Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad. Toeters, bellen, taart met kers: 5 eeuwen muziek voor 40 jaar The Tallis Scholars Het gepaste geschenk voor een 40e er op z’n minst evenveel verwantschappen Motetten en liturgische composities in het wel geassocieerd met de Mis voor het Heilig verjaardag? In het geval van The Tallis Scholars met het oeuvre van Pierre de La Rue. Een Latijn zijn ook ruim aanwezig in het oeuvre van Sacrament en de elevatie van de hostie. was het verlanglijstje kort en helder: een gelijkaardig lot viel Lugebat David Absalon Josquins en Gomberts Engelse vakgenoten. Dat valt te verklaren vanuit de tekstinhoud, concertreeks met een best-ofprogramma – te beurt, al wordt de voormalige attributie Vele daarvan stammen uit de periode van het met thema’s als incarnatie, passie, boete van de renaissance tot nu. Concertgebouw aan Josquin inmiddels algemeen als foutief bewind van de katholieke Queen Mary, toen en verrijzenis, en met verwijzingen naar het Brugge deelt in de feestvreugde en zet de beschouwd. Opzet en stijl van dit werk er in eucharistievieringen en gebedsdiensten stromen van water uit Christus’ zij (referentie deuren wagenwijd open voor het feestje wijzen veel sterker naar Nicolas Gombert, opnieuw Latijn moest worden gesproken en aan communie en doopsel). Dat Byrd deze van het iconische Britse collectief, met een vermoedelijk een leerling van Josquin. De gezongen. Componisten als Thomas Tallis duidelijk katholieke tekst toonzette in een eclectische maar exquise collectie religieuze imitatietechniek, zo schitterend gecultiveerd moesten in het licht van die veranderingen gereformeerd Engeland was niet zonder muziek als soundtrack. door zijn leermeester, werd door Gombert een muzikaalconceptuele omwenteling risico; die achtergrond licht het werk ook tot zijn uiterste consequenties doorgevoerd: maken. Tallis schreef zo een omvangrijk meteen uit zijn liturgische context en geeft In een nagenoeg exclusief Brits gezelschap, in zijn compacte polyfone weefsel krijgt elk corpus van nieuwe liturgische muziek in het het karakter van een intieme, persoonlijke mogen ook twee toondichters uit de Lage tekstfragment een eigen motief toegewezen, het Latijn, waarvan de Engelse stijl perfect confessie. Landen aanschuiven. Nestor is Josquin des dat achtereenvolgens door alle stemmen versmolten is met de continentale katholieke De opvallende en directe kruisrelatie (fis/f) Prez (ca.1450/551521): een van de meest wordt gepresenteerd, of ‘doorgeïmiteerd’. muziektradities. in de openingsmaten trekt de aandacht naar superieure (en enigmatische) FransVlaamse Zinnen en frasen schuiven bij Gombert nog Tallis’ zevenstemmige motet Loquebantur de kern: de groet aan het Heilige Lichaam, polyfonisten, die de geschiedenis is ingegaan sterker over elkaar heen, zodat stemmen variis linguis verwijst naar de bijbelpassage waarmee wordt verwezen naar de doctrine als de meester van de imitatiepolyfonie – nauwelijks de kans krijgen om te rusten waar de apostelen in ‘vreemde tongen’ van de transsubstantiatie. Ook verder in het zowel naar vorm als naar inhoud volledig en de contrapuntische stroom enkel op spreken en is dan ook bestemd voor het motet blijven dergelijke kruisrelaties (naast geënt op de tekst. Het verhaal rond de sleutelmomenten of in slotpassages tot Pinksterfeest. Binnen dit specifieke en strikte fis/f ook b/bes) een centrale rol spelen. Een bijbelse koning David en zijn zoon Absalon, stilstand komt. kader, creëerde Tallis een gepast plechtige, ultieme aanroeping van Christus volgt aan het die wordt verbannen uit het koninkrijk en Het achtstemmige Lugebat bestaat uit twee maar toch inventieve en vrije compositie. De slot, met de sopraanstem in een leidende, uiteindelijk omkomt door toedoen van zijn delen, het eerste gebaseerd op een Gombert basis van zijn polyfone constructie is de bij de haast solistische rol. In tegenstelling tot vaders legeraanvoerder, vormt de ideale chanson (Je prens congie) en het tweede op tekst horende gregoriaanse melodie, die niet Tallis’ Loquebantur, overheerst hier niet het premisse voor een toonzetting waarin J’ay mis mon cueur, mogelijk eveneens van enkel als cantus firmus wordt geïntegreerd imitatieve contrapunt maar de akkoordische tekststructuur en ritme, woordschildering diens hand. Het aangrijpende klankresultaat in de tenorpartij, maar ook het materiaal zetting. Niet zo in Byrds zesstemmige Tribue, en accent én de dramatische lading van de dat Gombert weet te bereiken in Lugebat levert voor het imitatieve weefsel dat boven Domine: in dit driedelige werk lijkt hij zich te tekst optimaal worden benut. Absalon fili David Absalon doet nauwelijks vermoeden dat die bodemlaag wordt gesponnen. Het willen hebben oefenen in het toonzetten van mi, Davids klaagzang, is dan ook een intens een hoogst complexe constructie aan de basis liturgische kader bepaalde ook de structuur een uitzonderlijk lange tekst. Het resultaat kleinood, dat vermoedelijk gecomponeerd ligt. De openingspassage is een demonstratie van het motet: de vorm van de bijbeltekst is uiterst gevarieerd in bezetting (van duet werd om een echt overlijden te gedenken van efficiënte sfeerschepping: vanuit één (ABCB) wordt nauwgezet gekopieerd in een tot tutti) en polyfone textuur (van homofone (de zoon van paus Alexander VI of keizer stem ontplooit de componist de volledige opeenvolging van een sterk imitatieve sectie over antifonale (vraag en antwoord) tot sterk Maximiliaan I zijn de meest waarschijnlijke vocale boomstructuur via de herhaling van met jubelend Alleluia, een tweede deel dat contrapuntische fragmenten). De secties van kandidaten). Kenmerkend voor het motet is eenzelfde thema, dat wordt getekend door eveneens uitloopt op Alleluia, een gregoriaans het werk werden afzonderlijk gedrukt in de naast een uitzonderlijk lage tessituur ook een een kwartsprong en een dalende lijn – een psalmvers en een herhaling van de tweede bundel Cantiones (1575), die vreemd genoeg enigszins gedurfde harmonische onderbouw, immense golf van verdriet die het lied sectie tot slot. Ook in Miserere nostri toont geen duidelijke aanwijzingen bevat dat de passend bij de donkere, intrieste sfeer van de overspoelt. Een tweede deel opent rustiger, Tallis zijn technisch meesterschap. onderdelen samen horen. De inhoudelijke doodsklacht. maar evolueert al snel naar een climax op William Byrd was niet enkel een leerling parallellen tussen de drie werken vallen echter Zoals bij veel van Josquins officiële ‘clamabat voce magna’. Hetzelfde gegeven en vriend van Tallis, maar ook een van de zo op, dat ze vandaag meestal als één worden composities, worden ook bij de authenticiteit duikt later opnieuw op, met een zo mogelijk sterkhouders van de muzikale hofhouding van uitgevoerd. van dit motet vraagtekens geplaatst: de nog sterker effect: een polyfone noodkreet de protestantse Elizabeth I. Zijn hymne Ave enige toeschrijving aan de meester