Meerjarenplan 2016-2020
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Voorblad Omgevingsanalyse van ons werk- gebied Meerjarenplan 2016-2020 Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw 1|68 2| 68 Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw OOOmgevingsanalyseOmgevingsanalyse van het werkgebied INHOUDSOPGAVE DEEL 1 ––– ALGEMENE BESCHRIJVINBESCHRIJVINGG VAN ONS WERKGEBIED 1.1.1. Algemene kenmerken van het werkgebied 555 1.1. Overzicht van de Oost-Vlaamse steden en gemeenten 5 1.2. Overzicht van de (zorg)regio’s 6 1.3. Het landelijke en het verstedelijkte karakter van de provincie 7 1.4. Sociaaleconomische typologie van de Oost-Vlaamse steden en gemeenten 8 2.2.2. De OostOostOost-Oost ---VlaaVlaaVlaaVlaamsemse bevolking 111111 2.1. Bevolkingsdichtheid 11 2.2. Bevolking naar leeftijd 12 2.3. Aandeel 65- en 80-plussers 14 2.4. Grijze druk 15 2.5. Familiale zorgindex 17 2.6. Aandeel niet-Belgen 18 DEEL 2 ––– MAATSCHAPPELIJKE KWEKWETSBAARHEIDTSBAARHEID EN KINDERARMOEDE IN ONS WERKGEBIED 111.1... Maatschappelijke kwetsbaarheid in kaart gebracht 11191999 1.1. Risico-indicatoren 20 1.1.1. Alleenstaanden 18-65 jaar 20 1.1.2. Alleenwonende 75-plussers 21 1.1.3. Eenoudergezinnen met min. 1 kind jonger dan 18 jaar 23 1.1.4. Lagere schoolkinderen met een laagopgeleide moeder 24 1.1.5. Leerlingen secundair onderwijs met een laagopgeleide moeder 26 1.1.6. Werkloosheidsdruk 28 1.1.7. Laaggeschoolde en langdurig werkzoekenden 29 1.2. Kansarmoede-indicatoren 31 1.2.1. Kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen 31 1.2.2. Beroepsactieven met een beperkt inkomen 32 1.2.3. Ouderen met een beperkt inkomen 34 Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw 3|68 1.3. Betalingsmoeilijkheden 36 1.3.1. Elektriciteits- en gasbudgetmeters 36 1.3.2. Gezinnen op de wachtlijst voor sociale woning 37 1.4. Een nieuwe generatie met zorgen 39 1.4.1. Kinderen basisonderwijs met schooltoelage 39 1.4.2. Kinderen secundair onderwijs met schooltoelage 40 1.5. Synthesetabel maatschappelijke kwetsbaarheid en rangorde steden en gemeenten 42 222.2... Kinderarmoede 44434333 2.1. Kansarmoede-index volgens de K&G-indicatoren 43 2.2. De kinderarmoedebarometer 44 DEEL 3 ––– THEMATISCHE OMGEVINGOMGEVINGSANALYSESANALYSE 1.1.1. Maatschappelijke dienstverlening 44474777 1.1. Gemiddeld fiscaal inkomen per inwoner 47 1.2. Provinciale vergelijking van het gemiddeld maandelijks aantal RMI-ontvangers 47 2.2.2. Huisvesting 44484888 2.1. De private huisvestingsmarkt 48 2.2. De sociale huisvestingsmarkt 49 2.2.1. De sociale huisvestingsmaatschappijen 49 2.2.2. De sociale verhuurkantoren 55 2.3. Lokaal woonbeleid 57 3.3.3. Arbeid 55585888 3.1. Kengetallen van de Oost-Vlaamse werkloosheid 2011-2013 58 3.2. Niet-werkende werkzoekenden 58 3.3. Laaggeschoolde en langdurige werkzoekenden 60 4.4.4. Onderwijs 636363 4.1. SES-indicatoren 63 4.2. De LOP-gebieden 63 5.5.5. Gezondheid 66646444 5.1. Gezondheidsenquête 2013 64 5.2. De indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio (SMR) 65 4| 68 Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw DEEL 1 ––– ALGEMENE BESCHRIJVING VAN ONS WERKGEBIED 1.1.1. ALGEMENE KENMERKEN VVANAN HET WERKGEBIED Het werkgebied van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen bestrijkt in principe de volledige provincie Oost- Vlaanderen, behalve het grondgebied Gent. In totaal wonen er in ons werkgebied 1.217.799 inwoners (situatie op 1/1/2014) in 64 Oost-Vlaamse steden. In de praktijk is het echter onhaalbaar om in elke stad of gemeente een opbouwwerkpraktijk uit te werken. Daarom beperken wij ons tot die steden of gemeenten waar er sprake is van een reële, gecumuleerde achterstellingsproblema- tiek. 1.1.1.1.1.1. OVERZICHT OOSTOOST----VLAAMSEVLAAMSE ARRONDISSEMENTARRONDISSEMENTENENENEN,, STEDEN EN GEMEENTEN Kaart 1.1. Overzicht van de Oost-Vlaamse arrondissementen, steden en gemeenten Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw 5|68 1.2.1.2.1.2. OVERZICHT VAN DE OOSOOSTTTT----VLAAMSEVLAAMSE (ZORG)(ZORG)REGIO’SREGIO’S In dit document verwijzen wij in onze commentaren bij het kaart- en cijfermateriaal vaak naar een aantal typische Oost- Vlaamse regio’s; met name het ‘Meetjesland’, de ‘Vlaamse Ardennen’ en het ‘Waasland’. Onderstaad kaartje geeft daarom vooraf een duidelijk beeld van welke specifieke gemeenten doorgaans tot deze regio’s worden toegewezen. Kaart 1.2. (a) De Oost-Vlaamse regio’s Meetjesland, Waasland en Vlaamse Ardennen Een andere regionale gebiedsindeling betreft de zorgregio’s. De indeling van Vlaamse zorgregio’s stoelt op weten- schappelijk onderzoek. 1 De indeling in de zorgregio’s had de bedoeling om het aanbod van welzijns- en gezondheids- voorzieningen optimaal af te stemmen op de huidige en toekomstige behoeften van de bevolking. De indeling werd door de Vlaamse regering bekrachtigd in het zorgregiodecreet van 23 mei 2003; waaraan in 2008 nog enkele wijziging werden aanbracht. Oost-Vlaanderen telt drie grote zorgregio’s rond de regionale stelden Aalst, Gent en Sint-Niklaas (zie schuine, verticale en horizontale arcering op onderstaande kaart) en 14 zorgregio’s (zie gekleurde gebieden) rond de zogenaamde kleine- re steden. 111 VAN HECKE, E. (2002). Ontwikkelen van een beleidsinstrument voor het sturen van programmatie, planning en inplanting van gezondheid- en welzijns- voorzieningen, KU Leuven, Leuven. 6| 68 Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw Kaart 1.2. (b) Overzicht van de Oost-Vlaamse zorgregio’s 1.3.1.3.1.3. HET LANDELIJKE EN HEHETT VERSTEDELIJKTE KARKARAKTERAKTER VAN ONS WERKGEBIED Het karakter van ons werkgebied (de provincie Oost-Vlaanderen, excl. Gent) wordt enerzijds bepaald door twee grote aaneengesloten gebieden met een uitgesproken landelijk karakter (zie groene inkleuring op onderstaande kaart) ten Westen van de provincie en anderzijds één aaneengesloten, dichtbevolkt en sterk verstedelijkte (overgangs)gebied ten oosten van de provincie. Het volledige oostelijke deel van de provincie wordt sterkt gekenmerkt door de aanwezigheid van de centrumsteden Aalst en Sint-Niklaas en daarbij horende semi-verstedelijkt overgangsgebied, een aantal klein stedelijke provinciesteden (Wetteren, Zottegem, Geraardsbergen, Ninove, Temse en Beveren) en twee structuur ondersteunende steden (Lokeren en Dendermonde). De steden en gemeenten in ons werkgebied met de hoogste bevolkingsdichtheid en inwonersaan- tallen situeren zich hoofdzakelijk in het Oost-Vlaamse deel van de zogenaamde ‘Vlaamse ruit’ (cf. infra 2.1. Bevolkings- dichtheid). Verder treffen we in de grootstedelijke rand rond Gent nog vijf gemeenten aan; met name De Pinte, Merelbeke, Melle, Destelbergen en Evergem. Deze worden eveneens gekenmerkt door een hoge bevolkingsdichtheid. Binnen ons werkgebied moeten we ook rekening houden met de invloedsfeer van de stadsgewesten Gent, Brussel, Antwerpen en Sint-Niklaas. Kaart 1.3. (a): Oost-Vlaanderen volgens de typologie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Centrumstad Regionaal stedelijke rand Kleinstedelijk provinciaal Overgangsgebied Platteland Structuurondersteunende steden Grootstedelijke rand Grootstad Kaart: Samenlevingsopbouw Oost -Vlaanderen op basis van Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Omgevingsanalyse van ons werkgebied | Bijlage bij het Meerjarenplan 2016-2020 van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw 7|68 Ten noordwesten van de provincie situeert zich het ‘Meetjesland’ en ten zuidwesten de ‘Vlaamse Ardennen’. In deze twee landelijke gebieden treffen we slechts vier ‘grotere’ steden aan (Ronse, Oudenaarde, Deinze en Eeklo). De overige steden en gemeenten in beide landelijke gebieden kenmerken zich door geringe inwonersaantallen en bevolkingsdicht- heid. In een recente studie over ‘Stedelijke en plattelandsarmoede’ wordt een poging gedaan om het concept ‘platteland’ scherper af te bakenen. 2 Hierbij wordt onder meer – naast de stedelijke gebieden - een duidelijk onderscheid gemaakt tussen overgangsgebieden tussen stad en platteland, landelijke gebieden met dure huisvesting, landelijke gebieden en geïsoleerde landelijke gebieden. Als we deze strengere plattelands-criteria toepassen op onze provincie, stellen we vast dat alleen de Vlaamse Ardennen ten zuiden van de provincie, en de gemeenten Sint-Laureins (in het uiterste noorden van het Meetjesland), Moerbeke en Beveren (in het uiterste noorden van het Waasland) als één van de weinige Oost-Vlaamse landelijke gebieden be- antwoorden aan deze strengere plattelandscriteria. Kaart 1.3. (b) Typologie van het platteland Moer beke Sint -Laureins en Assenede Beveren Vlaamse Ardennen 1.4.1.4.1.4. SOCIAALSOCIAAL----ECONOMISCHEECONOMISCHE TYPOLOGITYPOLOGIEE VAN DE OOSTOOST----VLAAMSEVLAAMSE GEMEENTEN Tot slot bekijken we de sociaal-economische typologie van ons werkgebied op basis van een studie van het voormalige DEXIA. 3 Deze studie classificeert de Vlaamse gemeenten in een aantal sociaal-economische types. In onderstaande, op deze studie gebaseerde tabel 1.4. en op kaart 1.4., is te zien welke Oost-Vlaamse steden en gemeenten tot welk type behoren. 4 222 MARISSAL M., MAY X., LOMBILLO D.M. (2012) Stedelijke en plattelandsarmoede – Eindrapport, Agora programma – Federaal wetenschapsbeleid, 106 p. 333 DEXIA-bank (2007) Nieuwe sociaal-economische typologie van de gemeenten