Masterproef Lauren Oplinus

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Masterproef Lauren Oplinus UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Pre-electorale alliantievorming in Vlaanderen. Waarom er geen roodgroen kartel kwam voor de verkiezingen van 2004: een kwalitatieve analyse. Wetenschappelijk artikel aantal woorden: 9915 LAUREN OPLINUS MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting NATIONALE POLITIEK PROMOTOR : DR. NICOLAS BOUTECA COMMISSARIS : PROF. DR. CARL DEVOS ACADEMIEJAAR 2013 – 2014 2 Dankwoord Graag wil ik enkele mensen bedanken voor hun bijdrage aan deze masterproef. Eerst en vooral mijn promotor, Nicolas Bouteca, voor het mee helpen richting geven aan mijn ideeën, en voor de nuttige feedback. Daarnaast wil ik ook An Heyerick bedanken voor het mogen mee volgen van de kwalitatieve module van het vak politiekwetenschappelijke methoden, en voor de handige tips en feedback die ik van haar kreeg. Dit kon mijn gebrek aan ervaring met kwalitatief onderzoek hopelijk deels goedmaken. Verder wil ik ook professor Devos bedanken voor de tips over wie ik best kon interviewen voor mijn onderzoek. Als laatste een welgemeende dank aan iedereen die deze masterproef wou nalezen: mijn ouders, mijn vriend Stijn, Liedewij, Laura, Elien, Marc en Nora, al blijven eventuele hardnekkig overgebleven taal- en typfouten natuurlijk mijn eigen verantwoordelijkheid. 3 Inhoud Dankwoord ....................................................................................................................................... 3 Abstract. ........................................................................................................................................... 5 1. Inleiding ........................................................................................................................................ 6 2. Theoretisch kader ........................................................................................................................ 7 3. Verwachtingen en methode ...................................................................................................... 10 4. Resultaten .................................................................................................................................. 13 5. Conclusie .................................................................................................................................... 24 6. Eindnoten ................................................................................................................................... 26 7. Bibliografie ................................................................................................................................. 27 Bijlage 1: Analyse nVivo ................................................................................................................. 31 Bijlage 2: Interviews ....................................................................................................................... 35 2.3.1 Interview 1 - Alain André .................................................................................................. 37 2.3.2 Interview 2: Dirk Van der Maelen ..................................................................................... 44 2.3.3 Interview 3: Bert Anciaux .................................................................................................. 53 2.3.4 Interview 4: Mieke Vogels................................................................................................. 58 2.3.5 Interview 5: Vera Dua ....................................................................................................... 64 2.3.6 Interview 6: Ludo Sannen ................................................................................................. 74 2.3.7 Interview 7: Dirk Holemans............................................................................................... 83 4 Pre-electorale alliantievorming in Vlaanderen. Waarom er geen roodgroen kartel kwam voor de verkiezingen van 2004: een kwalitatieve analyse. Abstract: The formation of pre-electoral alliances in Flanders. Why there was no red green alliance for the elections of 2004: a qualitative analysis. Although they are recently gaining attention, pre-electoral alliances still have not received much scientific attention. The phenomenon isn't that rare however, especially in Flanders, where at the beginning of the 21st century some of the most important parties formed a pre-electoral alliance based on joint lists. In this article, we want to know why a specific alliance did not form, between the green and socialist party for the regional elections of 2004. Possible explanations for pre-electoral alliance formation found in the literature are categorized at institutional, party and personal level. Before we start our qualitative analysis, we examine the ideological convergence between the Flemish socialist en green party using data from the Comparative Manifesto Project. Since the differences in party manifestos are small, other factors should be decisive. Our analysis of elite-interviews showed, as expected, that there is a clear difference in argumentation between both parties, although the motives of greens in favour of alliance formation are similar to those of the socialist party, by stressing office-seeking goals. The most important factor why there was no pre-electoral alliance however appeared to be a lack of trust, which made the green party fear a loss of identity. This case study helped refining our model of pre-electoral alliance formation, focusing on the different interpretations parties can have of the same factor. To truly understand the motives of parties, qualitative research is still necessary to supplement quantitative research on large scale. 5 1. Inleiding Normaal gezien verwachten we dat partijen onafhankelijk naar de kiezer trekken (Verthé & Deschouwer, 2011). Ze kunnen er echter ook voor kiezen om een pre-electorale coalitie of – alliantie (PEA) te vormen. Dit kan omschreven worden als "a publicly stated coordination of electoral strategies by party leaders" (Golder, 2006, p. 140). De conceptuele en theoretische knooppunten rond dit onderwerp zijn schaars (Coffé & Da Roit, 2011; Lefebvre & Robin, 2009; Verthé & Deschouwer, 2011, p. 408). Ondanks het feit dat Duverger het in zijn standaardwerk 'Les partis politiques' al over 'les alliances électorales' heeft (Duverger, 1969, pp. 358-386), werden pre-electorale allianties tot voor kort vaak enkel vermeld als een randfenomeen bij het onderzoeken van coalitievorming (Bale, Boston, & Curch, 2005; Müller & Strom, 1999b) of in specifieke case studies (Golder, 2006; Spoon, 2004). De enige poging tot een echte systematische en comparatieve aanpak staat op naam van Sona Golder (2006) in haar boek The logic of pre-electoral coalition formation . Ondertussen wint het thema bij verschillende auteurs aan belangstelling (Wahman, 2011), en wordt er onderzoek gevoerd naar bijvoorbeeld PEA's en portfolioverdelingen (Carroll & Cox, 2007), ideologische beïnvloeding van partijen in een PEA (Coffé & Da Roit, 2011), de invloed van PEA's op coalitievorming (Debus, 2009), de reacties van kiezers op PEA's (Gschwend & Hooghe, 2008) en de invloed van PEA's op democratisering (Resnick, 2011). Pre-electorale allianties zijn belangrijk omdat ze zowel op electoraal als wetgevend niveau invloed kunnen hebben (Powell, 2000). Ten eerste kunnen deze allianties de verkiezingsuitslag beïnvloeden (Golder, 2006). Volgens Verthé en Deschouwer (2011) sluit de vorming van pre- electorale allianties aan op een breder fenomeen, waarbij men de electorale competitie aan aanbodszijde wil beïnvloeden. Ze zouden ook tot een hogere opkomst bij verkiezingen leiden (Tillman, 2013). Daarnaast hebben ze normatieve implicaties voor de vertegenwoordigende aard van een regering. Volgens Golder (2006) combineren PEA’s de voordelen van zowel meerderheidssystemen (een sterk mandaat) als proportionele systemen (een betere reflectie van de keuze van de kiezer). Door het veranderen van electorale regels kunnen overheden dan ook trachten de vorming van PEA’s te bevorderen, zoals bijvoorbeeld gebeurd is in Italië 1 (Coffé & Da Roit, 2011). Ook in België neemt men aan dat de invoering van de kiesdrempel van 5%, die als impliciet doel had het aantal partijen te verminderen, de vorming van de kartels in die periode bevorderd heeft (Gschwend & Hooghe, 2008; Noppe, Hooghe, & Maddens, 2004). Zoals we hieronder zullen aantonen, spelen ook andere factoren een rol bij de keuze om al dan niet samen naar de kiezer te trekken. Een beter inzicht in deze factoren kan dus ook de effectiviteit van zulke hervormingen helpen beoordelen. In Vlaanderen vormden verschillende partijen in het begin van de eenentwintigste eeuw kartels of pre-electorale allianties gebaseerd op gemeenschappelijke lijsten, zoals CD&V-N-VA, VLD- Vivant en sp.a-Spirit. In de periode 2003-2004 werd er ook gepraat over een mogelijke toetreding van de groene partij tot die laatste alliantie. Het onderzoeksdoel van dit artikel is bij te dragen tot de wetenschappelijke kennis over factoren die een rol spelen bij de keuze om al dan niet een PEA te vormen. Specifiek doen we dit door via een casestudy de vraag te beantwoorden waarom er voor de regionale verkiezingen van 2004 geen kartel kwam tussen sp.a-Spirit en Groen 2. Door de keuze voor een negatieve case, hopen we meer inzicht te krijgen 6 in de factoren die echt essentieel zijn voor de vorming van een pre-electorale alliantie (Emigh, 1997). In België zijn pre-electorale allianties vooralsnog enkel op lokaal vlak onderzocht (Heyerick & Steyvers,
Recommended publications
  • Elisabet Van Wymeersch
    ELISABET VAN WYMEERSCH UNRAVELLING PROCESSES OF POLITICISATION AND DEPOLITICISATION Faculty of Design Sciences The Transformative Potential of Land use Conflicts Unravelling processes of politicisation and depoliticisation Thesis submitted for the degree of doctor in Urbanism and Spatial Planning at the University of Antwerp Antwerp, 2020 Elisabet Van Wymeersch Prof. Dr. Stijn Oosterlynck Prof. Dr. Thomas Vanoutrive Prof. Dr. Lara Schrijver (chair) Prof. Dr. Crystal Legacy Prof. Dr. Enrico Gualini Prof. Dr. Filip De Rynck Integral copying and distribution of this publication is permitted for non-commercial purposes, provided the source is acknowledged. Other uses require the prior written permission of the author. Introduction 3 Social transformation and the political side of planning 7 A theoretical encounter with transformative planning literature 9 Research aim and question 15 Methodology 17 Introduction to the chapters 25 Bibliography 28 Introduction 35 Post-Foundationalism and the Relational Approach to the Political Difference 37 Emancipation as the Promise of Equality: A Rancièrean Approach to Political Difference 38 The Struggle at Ghent’s Landhuis: A Relational Approach 41 Conclusion 51 Bibliography 52 Introduction 57 Planning theory and social transformation 59 The transformative potentialities of the Oosterweel link road conflict 65 Conclusion 81 Bibliography 84 Introduction 91 Planning theory and democratic politics in citizen participation 94 Contentious participatory planning in a changing post-industrial neighbourhood:
    [Show full text]
  • The Strategic Value of Pronominal Choice: Exclusive and Inclusive “We” in Political Panel Debates
    Pragmatics 23:2.361-383 (2013) International Pragmatics Association DOI: 10.1075/prag.23.2.07ver THE STRATEGIC VALUE OF PRONOMINAL CHOICE: EXCLUSIVE AND INCLUSIVE “WE” IN POLITICAL PANEL DEBATES Bram Vertommen Abstract This study explores the use of the first person plural pronoun “we/wij” by government and opposition party members in panel debates from the Flemish talk show De Zevende Dag. Both groups of politicians enter this arena with divergent communicative goals, which has clear implications (i) for the type of propositions in which subclasses of “we/wij”-pronouns are generally involved and (ii) for the politicians’ assessment of the status of these propositions. Patterns with regard to these three implications are analyzed by means of a systemic functional approach supported with quantitative data. It is claimed that government and opposition party discussants either employ distinct patterns in accordance with their different aims, or that they use similar ones, albeit with divergent discourse functions. The former scenario turns out to be true in the case of exclusive uses of “we/wij” and the latter in the case of inclusive meanings. In that way, the paper sheds light on subtle differences in how government and opposition party discussants argue and deal with the invisible presence of an overhearing broadcast audience. Keywords: Pronominal reference; Political panel debates; Systemic functional linguistics (SFL); Appraisal; Pragmatics; Activity type. 1. Introduction1 In line with an increasing tendency in broadcasting media to present more compelling, attractive and dramatic forms of (political) interviewing, panel debates have become a commonplace in television shows from the 1980s onward (Clayman & Heritage 2002: 1 This research formed part of the master thesis I wrote when I was enrolled in the Master of Advanced Studies in Linguistics (Cognitive and Functional Linguistics, University of Leuven, 2009- 2010).
    [Show full text]
  • Women and Science - Helsinki Group on Women and Science
    EUROPA - Research - Science and Society in Europe: Science and society - Women and science - Helsinki Group on women and science EUROPA > European Commission > Research > Science & Society > Women and Contact | Search on Science & Society science > Helsinki Group on women & science Women and science - National reports on the situation of women in science in Europe National Reports from EU Member States ● Belgium: Flanders - PDF; French-speaking Community - PDF ● Denmark: PDF ● Germany: PDF ● Spain: PDF ● Greece: EN - PDF; EL - PDF ● France: PDF ● Ireland: PDF ● Italy: PDF ● Luxembourg: PDF ● The Netherlands: PDF ● Austria: PDF ● Portugal: PDF ● Finland: PDF ● Sweden: PDF ● United Kindgom: PDF National Reports from the countries associated to the 5th Framework Programme ● Bulgaria: PDF ● Cyprus: PDF ● Czech Republic: PDF ● Estonia: PDF ● Hungary: PDF ● Iceland: PDF ● Israel: PDF ● Latvia: PDF ● Lithuania: PDF ● Malta: PDF ● Norway: PDF ● Poland: PDF ● Romania: No report available. ● Slovakia: PDF ● Slovenia: PDF Latest updates | Highlights | Documents | Links | Contacts TOP http://europa.eu.int/comm/research/science-society/women-science/helsinki03_en.html3/3/2005 12:15:22 PM WOMEN AND SCIENCE: Review of the situation in Flanders (Belgium) National situation / background Policy framework As Belgium is a federal state, the authority over equal opportunities matters is distributed between the federal state and the federated communities (Flemish, French and German- speaking). On a regular base there is a national consultation between the federal minister for equal opportunities and the corresponding ministers of the different communities. The situation of women in science in the Flemish part of Belgium needs to be situated within the broader context of a developing equal opportunities policy. The following legislative documents are set up in implementation of an equal opportunities policy aimed at supporting and improving the position of women.
    [Show full text]
  • Men and Equality
    Men and equality Institute for the Equality of Women and Men Men and equality Conference proceedings Men and change: the role of men in equality between men and women (9-10 September 2005) Working together on equality: men as bearers of change? (7 March 2006) Violence: a men’s affair! the role of men in preventing and ending violence (7 April 2006) 1 Editor: Institute for the equality of women and men Rue Ernest Blerot 1 1070 Brussels – Belgium T +32 2 233 42 65 – F +32 2 233 40 32 [email protected] www.iewm.belgium.be Authors: Christian Anglada René Begon Daniël Bollen Fabienne Bister Fabrice Buschini Martine Corbière Bruno De Lille Christian Dupont Ignace Glorieux Françoise Goffinet Jeff Hearn Pascale Jamoulle Michael Kaufman Michael S. Kimmel Suzana Koelet Laure Lantier Susanne Lorenz Fabio Lorenzi-Cioldi Roland Mayerl Laura Merla Veerle Pasmans Sophie Pioro Gratia Pungu Hugo Swinnen Nico van Oosten Jessie Vandeweyer Final draft: Geraldine Reymenants Translation: Data Translations Int. Layout and printing: Alta plc Editor in charge: Michel Pasteel – Institute for the equality of women and men Registration number: D/2009/10.043/13 This publication is also available in Dutch and French. 2 Introduction Table of contents Introduction5 1. The role of men in gender equality 9 1.1 Michael S. Kimmel – Gender equality: not just for women 9 1.2 Jeff Hearn – There are many different reasons why men can be interested in gender equality, and here are some of them 15 1.3 Sophie Pioro – The role of men in equality: studies on men and masculinity.
    [Show full text]
  • 'À Peu Près Chaque Fonds Privé Constitue Un Problème Nouveau' 1
    80 / Sofie Vrielynck, Archief, Amsab-ISG ‘À peu près chaque fonds privé constitue un problème nouveau’ 1 Archieven van personen zijn niet de meest evidente om te verwerken. Geen enkel persoonlijk archief lijkt op een ander, keer op keer is de verwerking en het con- textueel toegankelijk maken van het archief een nieuwe uitdaging. In eerste instantie wordt informatie ingewonnen over de archiefvormer, hoe zijn leven en loopbaan er tot op het afgeven van zijn archief uitzag. Die informa- tie kan je vinden bij de archiefvormer zelf of bij nabestaanden, let wel op voor enige subjectiviteit. Daarom is het ook aangeraden om literatuur te raadplegen en het internet af te schuimen. Voor de latere inventarisatie – in het bijzonder voor het opmaken van het archiefschema en de ordening – is het onderzoek naar de levensloop van een persoon van cruciaal belang. Het resultaat van het biografisch onderzoek wordt neergeschreven in een concept voor een archiefschema waarin per fase of functie een systematische opsomming wordt gegeven van alle hande- lingen en activiteiten.2 Ook moet een archiefschema zo opgebouwd zijn dat het archief transparant is voor de archiefvormer, zijn of haar nabestaanden, de on- derzoeker, de belangstellende … Het spreekt vanzelf dat het voorlopige archiefschema nog moet getoetst worden aan het concrete archiefmateriaal. Voor de aanvang van de verwerking dient men na te gaan hoe het archief tot stand is gekomen en hoe het werd beheerd. Idealiter staat een geordend archief voorop en komt het erop neer de ‘oude’ orde te hand- haven bij de verwerking van het archief. Voor persoonlijke archieven klinkt dit utopisch, want ze vertonen zelden een efficiënte en systematische ordening.
    [Show full text]
  • Sensitizing Events As Trigger for Discursive Renewal and Institutional
    Stassen et al. Environmental Health 2013, 12:46 http://www.ehjournal.net/content/12/1/46 RESEARCH Open Access Sensitizing events as trigger for discursive renewal and institutional change in Flanders’ environmental health approach, 1970s-1990s Kristien R Stassen1*, Roel Smolders2 and Pieter Leroy3 Abstract Background: Sensitizing events may trigger and stimulate discursive renewal. From a discursive institutional perspective, changing discourses are the driving force behind the institutional dynamics of policy domains. Theoretically informed by discursive institutionalism, this article assesses the impact of a series of four sensitizing events that triggered serious environmental health concerns in Flanders between the 1970s till the 1990s, and led onto the gradual institutionalization of a Flemish environmental health arrangement. Methods: The Policy Arrangement Approach is used as the analytical framework to structure the empirical results of the historical analysis based on document analysis and in-depth interviews. Results: Until the 1990s, environmental health was characterized as an ad hoc policy field in Flanders, where agenda setting was based on sensitizing events – also referred to as incident-driven. Each of these events contributed to a gradual rethinking of the epistemological discourses about environmental health risks and uncertainties. These new discourses were the driving forces behind institutional dynamics as they gradually resulted in an increased need for: 1) long-term, policy-oriented, interdisciplinary environmental health research; 2) policy coordination and integration between the environmental and public health policy fields; and 3) new forms of science-policy interactions based on mutual learning. These changes are desirable in order to detect environmental health problems as fast as possible, to react immediately and communicate appropriately.
    [Show full text]
  • Séance Plénière Plenumvergadering
    SÉANCE PLÉNIÈRE PLENUMVERGADERING du van JEUDI 7 MARS 2013 DONDERDAG 7 MAART 2013 Après-midi Namiddag ______ ______ La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. André Flahaut. De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut. Le président: La séance est ouverte. De vergadering is geopend. Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance. Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen. Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance: Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering: Hendrik Bogaert, Olivier Chastel, Pieter De Crem, Johan Vande Lanotte Excusés Berichten van verhindering Philippe Blanchart, Mathias De Clercq, Myriam Delacroix-Rolin, Fouad Lahssaini, Patrick Moriau, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen; Caroline Gennez, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht; Eva Brems, à l'étranger / buitenslands; Dirk Van der Maelen, Stefaan Vercamer (votes/stemmingen), Conseil de l’Europe / Raad van Europa; Valérie Déom, Corinne De Permentier, UIP /IPU. Mme De Block, secrétaire d’État à l’Asile et la Migration, est en réunion du Conseil des ministres Justice et Intérieur. 01 Modification au sein du gouvernement 01 Wijziging binnen de regering Par lettre du 6 mars 2013, le premier ministre transmet copie de l'arrêté royal du 5 mars 2013 intitulé "Gouvernement – Démission – Nomination – Modification".
    [Show full text]
  • Een Onderzoek Naar Vlaamse Schijnverkozenen (1994-2007)
    UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN ’Alle hens aan dek’: een onderzoek naar Vlaamse schijnverkozenen (1994-2007) Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 24.999 FREDERIK SCHEERLINCK MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting NATIONALE POLITIEK PROMOTOR: (PROF.) DR. HERWIG REYNAERT COMMISSARIS: (PROF.) DR. KRISTOF STEYVERS COMMISSARIS: LIC. HILDE VAN LIEFFERINGE ACADEMIEJAAR 2008 - 2009 Inzagerecht in de masterproef (*) Ondergetekende, ……………………………………………………. geeft hierbij toelating / geen toelating (**) aan derden, niet- behorend tot de examencommissie, om zijn/haar (**) proefschrift in te zien. Datum en handtekening ………………………….. …………………………. Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de scriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding. ----------------------------------------------------------------------------------- (*) Deze ondertekende toelating wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren van de scriptie/masterproef die moet worden ingediend. Het blad moet ingebonden worden samen met de scriptie onmiddellijk na de kaft. (**) schrappen wat niet past ________________________________________________________________________________________ Dankwoord Graag zou ik eerst nog enkele mensen willen bedanken. Laat me beginnen met mijn promotor, prof. dr. Herwig Reynaert. Op het moment dat ik niet meer goed wist wat ik in mijn onderzoek allemaal wou behandelen, was hij er om me in een bepaalde richting te sturen. Daarnaast
    [Show full text]
  • The Right to Protection Against Noise Nuisance As a Threat to the Right of the Child to Play
    INTERDEPARTMENTAL CENTRE EUROPEAN MASTER’S DEGREE ON HUMAN RIGHTS IN HUMAN RIGHTS AND THE RIGHTS OF PEOPLES AND DEMOCRATISATION The right to protection against noise nuisance as a threat to the right of the child to play. An analysis of the case of Belgium. Supervisor: Prof. Paolo De Stefani Candidate: Amandine Vanden Eede A.Y. 2011/2012 Abstract Complaints about noise made by playing children are increasing worldwide. This thesis analyses this topic from a human rights point of view. Both the right of the child to play and the right to protection against noise nuisance are discussed. The focus is put on the case of Belgium, and more particularly Flanders, and the reactions of the Flemish Community to this issue. The analysis is mostly done on the basis of concluding observations of the Committee on the Rights of the Child, judgements of the European Court of Human Rights, national jurisprudence and policy documents. On the basis of this review, it is examined whether a new law is necessary or desirable to regulate this topic. The responses by the Flemish Community focused on the sensitisation of adults and communities towards the rights of the child. These actions seem to be in conformity with the obligations of the State both under the Convention on the Rights of the Child and the European Convention on Human Rights. New legislation does not seem desirable in view of avoiding over-regulation and the juridification of social relations. It is suggested however to develop measures in order to encourage the use of alternative dispute settlement instead of juridical proceedings to deal with cases of children and youth that cause noise nuisance.
    [Show full text]
  • Belgian Polities in 1999
    Belgian Polities in 1999 Stefaan Fiers Post doctoral Fellow of the Fund for Scientific Research - Flanders and Mark Deweerdt Politica! journali st of the Financieel-Economische Tijd 1. The final months of the cabinet Dehaene II A. The budgetary results for 1998 and the contra! of the 1999-budget OnJanuary 6th, the Minister for the Budget Herman Van Rompuy announced that the overall public deficit for 1998 had dropped to € 2,93 billion, equalling 1,3 % of GDP Accordingly, the debt to GDP ratio had dropped to 116,5 %, which was 5 percent points less than in 1997, and 2 percent points less than officially estimated. This budgetary result was the best in many years time. On March 12th, the council of ministers confirmed the budgetary adjustments that had been proposed by the core cabinet. The most important aspect of this adjustment was the € 248 million the cabinet had cleared for what the press called "electoral sweets": among others, the social costs per employee were reduced from April 1st onwards (instead of from July 1st onwards), the pensions were raised by 0,5 percent and the unemployment benefit for singles was raised as well. B. The implementation of the so-called Octopus agreements (24 May 1998) By the end of 1998, most of the regulations of the Octopus agreements of 24 May 1998 on the reform of the judiciary and the police forces, had been convert­ ed into various laws. However, there were still aspects of the statu te of the 'inte­ grated police forces' that had to be settled: in particular the rules on disciplinary sanctions, on trade unions, on personnel, and on pensions.
    [Show full text]
  • In De Bijlagen Bij Het Belgisch Staatsblad Bekend Te Maken Kopie Na Neerlegging Ter Griffie Van De Akte *06017884* Fi O M M +-&G
    In de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad bekend te maken kopie na neerlegging ter griffie van de akte *06017884* Benaming : ORGANISATIE SOCIALISTISCHE PARTIJ, afgekort OSP Rechtsvorm Veremging zonder winstoogmerk Zetel 1000 Brussel, Grasmarkt 105 bus 47 Ondernemingsnr 419.386.428 Voorwerp akte : De wijziging van de statuten, de benoeming van de bestuurder(s) I Op de algemene vergadering van maandag 5 december 2005 werd het vereiste aanwezigheidsquorum bereikt, vervolgens werden de statuten door de vereiste 2/3de meerderheid van de leden gewijzigd. Men opteerde ervoor om nieuwe statuten goed te keuren, dis de voorgaande integraal zullen vervangsn. Deze +-> nieuwe statuten zijn aangepast aan de vereisten, opgelegd door de nieuwe VZW-wetgeving • fiT-H o ORGANISATIE SOCIALISTISCHE PARTIJ AFGEKORT 'OSP' GRASMARKT 105 BUS 47 m 1000 BRUSSEL X VZW OSP -WIJZIGENDE STATUTEN O O ÇN I.NAAM - ADRES - DOEL - DUUR O o -Artikel 1 Naam • De vereniging wordt VZW Organisatie Socialistische Partij, afgekort VZW OSP, ge-noemd. "S -Artikel 2. Zetel m De zetel van de vereniging is gevestigd te 1000 Brussel, Grasmarkt 105, bus 47, en ressorteert onder het -fi o gerechtehjk arrondissement Brussel. • T-H -Artikel 3. Doel m +-> De vereniging heeft tôt doel de ondersteunmg en de uitbouw van de socialistische beweging in Vlaanderen. -fi Zij zal met name, zonder datdeze opsommmg beperkend is • fi -infrastructuur, zowel onroerend als roerend en personeel ter beschikking stel-len aan de Socialistische Parti] Anders, alsmede aan haar leden en mandata-rissen, en aile
    [Show full text]
  • Handelingen Plenaire Morgenvergadering
    vergadering 36 zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Plenaire Morgenvergadering van 22 mei 2013 2 Plenaire vergadering nr. 36 (2012-2013)– 22 mei 2013 INHOUD OPENING VAN DE VERGADERING 3 VERONTSCHULDIGINGEN 3 HULDE 3 VERWELKOMING 3 LOFREDES Lofrede aan de heer Eric Van Rompuy voor zijn 30 jaar parlementair mandaat 4 Lofrede aan de heer Jo Vandeurzen voor zijn 20 jaar parlementair mandaat 7 Lofrede aan mevrouw Mieke Vogels voor haar 20 jaar parlementair mandaat 10 Lofrede aan de heer Karim Van Overmeire voor zijn 20 jaar parlementair mandaat 13 Lofrede aan de heer Jos De Meyer voor zijn 20 jaar parlementair mandaat 16 VERWELKOMING 19 LOFREDES (Voortzetting) Lofrede aan de heer Dirk Van Mechelen voor zijn 25 jaar parlementair mandaat 19 REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN 23 ■ Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be Plenaire vergadering nr. 36 (2012-2013)– 22 mei 2013 3 OPENING VAN DE VERGADERING Voorzitter: de heer Jan Peumans – De vergadering wordt geopend om 10.39 uur. De voorzitter: Dames en heren, de vergadering is geopend. ■ VERONTSCHULDIGINGEN De voorzitter: Ik deel aan de vergadering mee dat er verontschuldigingen zijn ingekomen van de volgende leden: Dirk de Kort, Jan Durnez, Fatma Pehlivan, Ludo Sannen, Marleen Vanderpoorten, Wim Wienen: ambtsverplichtingen; Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt, Lode Ceyssens, Patricia De Waele, Tine Eerlingen, Els Kindt, Els Robeyns, Stefaan Sintobin, Jan Verfaillie, Linda Vissers: door Vlaams Parlement toegestane zending; Michèle Hostekint, Dirk Peeters: gezondheidsredenen. ■ HULDE De voorzitter: Dames en heren, wij brengen nu hulde aan de heer Jo Vandeurzen, mevrouw Mieke Vogels en de heren Karim Van Overmeire en Jos De Meyer voor hun 20 jaar parlementair mandaat, aan de heer Dirk Van Mechelen voor zijn 25 jaar parlementair mandaat en aan de heer Eric Van Rompuy voor zijn 30 jaar parlementair mandaat.
    [Show full text]