Jaarverslag 2019

Inhoudsopgave Voorwoord ------2 Verslag van de Raad van Toezicht ------3 Bestuursverslag van het College van Bestuur ------5 Hoofdstuk 1 Algemeen ------10 1.1 Organisatie ------10 1.2 Medezeggenschap en horizontale verantwoording ------11 1.3 Klachten en klachtafhandeling ------13

Hoofdstuk 2 Gevoerd beleid; onderwijs en kwaliteit ------17 2.1 Leerlingaantallen ------17 2.2 Onderwijsontwikkelingen ------18 2.3 Onderwijskwaliteit ------24 2.4 Onderwijsresultaten ------25

Hoofdstuk 3 Personeel------27 Hoofdstuk 4 Huisvesting ------29 Hoofdstuk 5 Communicatie ------31 Hoofdstuk 6 Financiën ------32 6.1 Exploitatieresultaat 2019 ------32 6.2 Kengetallen ------33 6.3 Continuïteitsparagraaf ------34 6.4 Rapportage aanwezigheid/werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem --- 40 6.5 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden ------40 Hoofdstuk 7 Jaarrekening ------43 7.1 Model A: Balans per 31 december 2019 (voor resultaatbestemming) ------43 7.2 Model B: Staat van baten en lasten over 2019 ------44 7.3 Model C: Kasstroomoverzicht over 2019 ------45 7.4 Grondslagen ------46 7.5 Toelichting op de balans ------53 7.6 Toelichting op de staat van baten en lasten ------61 Hoofdstuk 8 Overige gegevens ------69 Gebeurtenissen na balansdatum ------69 Statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst ------69 Controleverklaring van de onafhankelijk accountant ------70 Handtekeningen goedkeuring Raad van Toezicht en College van Bestuur ------71 Bijlagen ------72 Bijlage 1: Onderwijsresultaten 2018 Theda Mansholt College (VMBO) ------73 Bijlage 2: Onderwijsresultaten 2018 Rutger Kopland School ------74 Bijlage 3: Onderwijsresultaten 2018 Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum (HAVO/VWO) ------75 Bijlage 4: LTO 2019 veiligheid ------76 Bijlage 5: LTO 2019 tevredenheid ------77

Bijlage 6: Nevenfuncties Topfunctionarissen ------78

1

Voorwoord

In dit document verantwoorden we ons over het beleid en de resultaten van het afgelopen kalenderjaar.

Binnen Stichting Voortgezet Onderwijs (VO Eemsdelta) wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Dit is al jaren een belangrijk aandachtspunt. Waar in een eerdere fase de kwaliteit op het VMBO veel aandacht heeft gevraagd, is daar nu basis toezicht van de inspectie van toepassing. In 2019 is op het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum hard gewerkt aan de kwaliteit onder leiding van de interim-directeur, Dirk Speelman en met succes. Het inspectie oordeel was tijdens het bezoek in mei positief. Alleen voldoen de resultaten van de voorgaande drie jaren niet aan de norm, waardoor er nog geen basistoezicht kon worden toegekend. In 2019 waren de resultaten dusdanig dat we veel vertrouwen hebben dat de inspectie in 2020 ook aan het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum basis toezicht kan geven. In het directieteam is in oktober stabiliteit ontstaan door het aantreden van Ivo Omlo als directeur van het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum. Samen werken directeuren en bestuurder aan het ontwikkelen van een hecht team, dat gezamenlijk de uitdagingen richting de nieuwe gebouwen voor alle scholen vorm moet gaan geven. De voorbereiding van de onderwijscampus heeft vele stappen gemaakt in 2019, zodat in 2020 de aanbesteding van de aannemer kan plaatsvinden en de bouw van start zal gaan. De Corona crisis heeft het strakke schema wel enigszins vertraagd, maar de bouw zal gerealiseerd worden. Daarbij is de uitbreiding van het budget door het Rijk en de gemeente om de gestegen bouwkosten op te kunnen vangen een noodzakelijke voorwaarde geweest. Ook voor de Rutger Kopland school in Siddeburen zal nieuwe huisvesting worden gerealiseerd. De meest waarschijnlijk optie nu is het gebouw van basisschool de Springplank. Die zal echter verbouwd moeten worden om aardbevingsbestendig te worden en uitgebreid moeten worden om de school te kunnen huisvesten. De fysieke huisvesting heeft veel aandacht gevraagd, maar ook de onderwijskundige en organisatorische uitdagingen die er liggen om de vier scholen in Appingedam en samen te brengen op de onderwijscampus heeft veel aandacht gehad. Hiervoor is een regiegroep samengesteld met alle leidinggevenden van de VO Eemsdelta en het Noorderpoort. Financieel heeft VO Eemsdelta een positief resultaat gehaald van iets meer dan 2 ton. In het schooljaar 2019-2020 is echter te veel formatie ingezet, waardoor er voor het kalenderjaar 2020 een grote financiële, formatieve en organisatorische uitdaging ligt. Voor een steeds verder krimpende school is het een enorme uitdaging om de organisatie aan te laten blijven sluiten bij het aanwezige aantal leerlingen. Samenwerken met partners in de regio blijft veel aandacht vragen om de continuïteit van het voortgezet onderwijs in de regio Eemsdelta te kunnen blijven bieden.

De inzet van alle medewerkers die zich verantwoordelijk voelen voor onze scholen geeft mij veel vertrouwen voor de toekomst om samen, zoals in het schoolplan is verwoord te “Werken aan attractief onderwijs in en met de regio.”

John Wierenga, Voorzitter College van Bestuur Stichting Voortgezet Onderwijs Eemsdelta

2

Verslag van de Raad van Toezicht

Algemeen De Raad van Toezicht (RvT) geeft door middel van een eigen jaarverslag inzicht in de belangrijkste activiteiten 2019-2020. Het gaat daarbij onder meer om het uitoefenen van toezicht door goedkeuring van begroting en jaarrekening. Daarnaast valt het werkgeverschap van de bestuurder in deze verantwoordelijkheden, evenals het klankborden en adviseren.

Deze onderwerpen worden hierna nader toegelicht.

Samenstelling De RvT kent een drietal commissies, te weten: Onderwijs, Financiën en Remuneratie.

De samenstelling van de RvT is: De heer E. Luitjens, voorzitter en lid Commissies Remuneratie (Vz) en Onderwijs; afgetreden per 1 december 2019 (einde tweede termijn); De heer C. Tuin, vice voorzitter en lid Commissies Financiën (Vz) en Remuneratie; afgetreden per 1 december 2019 (einde tweede termijn); De heer A. Vlaardingerbroek, lid en lid Commissie Onderwijs (Vz); vanaf 1 december 2019 voorzitter en lid Commissies Onderwijs en Remuneratie (Vz); Mevrouw A. Hasper, lid en lid Commissies Onderwijs en Remuneratie; vanaf 1 december 2019 lid Commissies Onderwijs (Vz) en Remuneratie; De heer B. Schonewille, lid en lid Commissie Financiën.

Mevrouw A. Janssen toegetreden per 28 oktober 2019 als lid en lid Commissie Onderwijs.

De heer F. E. Juk toegetreden per 28 oktober 2019 als lid en lid Commissie Financiën.

De commissies komen regelmatig bijeen en zij bereiden de onderwerpen waarover besloten moet worden voor. Besluiten worden genomen in de vergaderingen van de voltallige RvT.

Belangrijke aandachtspunten De activiteiten van de RvT kenden in 2019 twee belangrijke speerpunten. Enerzijds, gelijk aan de voorgaande jaren, is dat de doorgaande verbetering van de onderwijskwaliteit en anderzijds de financiën in relatie tot het historische besluit voor de nieuwbouw van de Eemsdelta Campus.

Bij onze bezoeken aan locaties/scholen was de kwaliteit van het onderwijs de insteek van alle gesprekken.

De jaarplannen van de verschillende scholen zijn besproken en ook de resultaten van de interne audit is aan de orde geweest. Daarnaast zijn ook de resultaten van de eindexamens onderwerp van gesprek op de RvT-vergadering in het najaar. Ook de bezoeken van de onderwijsinspectie zijn besproken in de RvT vergaderingen.

De (eventuele) samenwerking tussen Dollard College (Woldendorp) en Rutger Kopland School (Siddeburen) is ook in de RvT aan de orde geweest.

De voorbereidingen voor de onderwijscampus, zowel qua onderwijs als financiën staan regelmatig op de agenda.

3

De RvT heeft in principe ook twee keer per jaar een overleg met de GMR. Over en weer wordt in een open sfeer gesproken over zaken die de GMR bezighouden. Anderzijds staat de RvT ook open voor vragen van de GMR. De rollen van GMR en RvT worden ook regelmatig besproken in het licht van een goede relatie met oog voor de verschillende verantwoordelijkheden. Dit zal in 2020 gecontinueerd worden.

In 2019 zijn twee nieuwe leden van de RvT geworven. De heren E. Luitjens en C. Tuin hebben afscheid genomen, omdat hun tweede termijn eindigde op 1 december 2019. In kleine kring heeft de RvT afscheid van hen genomen, onder dankzegging voor hun toewijding en inspanningen in de afgelopen jaren, voor VO Eemsdelta.

Het accountantsverslag over de uitkomsten van de controle is door de accountant besproken in een bijeenkomst met de RvT, de bestuurder en de controller. Ook de WNT (Wet Normering Topinkomens) is aan de orde geweest, waarbij vastgesteld is, dat er conform de wet gehandeld wordt.

Werkgever De RvT is de werkgever van de bestuurder van VO Eemsdelta. Jaarlijks vindt dan ook het voortgangsgesprek met de bestuurder plaats.

Klankbordfunctie De RvT treedt op als sparringpartner van de bestuurder. In het nemen van een aantal belangrijke (bijvoorbeeld strategische) beslissingen kan de bestuurder vooraf klankborden bij de RvT. Dit laat uiteraard onverlet de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurder: de bestuurder besluit en de RvT ziet toe.

Bedrijfsvoering De financiële commissie bespreekt alle aspecten van dit onderwerp op regelmatige momenten met bestuurder en de controller. Er is vastgesteld dat de financiële situatie aandacht blijft behoeven in een krimpende school. De P&C-cyclus moet daartoe verder geprofessionaliseerd worden. Het opstellen van de begroting 2020 was complex en heeft langer geduurd dan voorzien was. De begroting 2020, de investeringsbegroting 2020, de meerjarenbegroting, de jaarrekening 2018 en het jaarverslag 2018 zijn door de RvT goedgekeurd.

Kwaliteit toezichthouden Eens per jaar kijkt de RvT terug op het voorgaande schooljaar en haar eigen functioneren in die periode. Dit doet de RvT in eerste instantie zonder het bestuur. De lijst met aandachtspunten uit de externe evaluatie van 2018 is ook weer besproken. Ook heeft een aantal leden deelgenomen aan de dag van het toezicht van de VTOI, in 2019.

Namens de Raad van Toezicht van Stichting Voortgezet Onderwijs Eemsdelta,

Albert Vlaardingerbroek Voorzitter van de Raad van Toezicht

4

Bestuursverslag van het College van Bestuur

Het verslagjaar 2019

In dit Bestuursverslag blikken we kort terug op het afgelopen jaar. We doen dat aan de hand van een aantal thema’s.

Onderwijs Drie van de vier scholen hebben basistoezicht van de inspectie. De onderwijsresultaten waren in 2019 naar het oordeel van de inspectie voldoende. De resultaten voor het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum waren nog onvoldoende. Op die school wordt dan ook vanaf september 2017 gewerkt aan een verbeterplan. De inspectie heeft in mei 2019 een bezoek gebracht, waarbij werd geconstateerd dat het pedagogisch handelen en de kwaliteit van de lessen voldoende is. Voor het team was het een grote teleurstelling dat de inspectie door de onvoldoende resultaten het oordeel op onvoldoende heeft gehouden. De resultaten laten een opgaande lijn zien, die wanneer deze lijn wordt vastgehouden tot een positieve beoordeling zal leiden in 2020.

Schoolplan Het strategisch beleidsplan liep af in 2018. In 2019 is hard gewerkt aan het schoolplan waarin het strategisch beleid voor de komende jaren is vastgelegd. Door de tijdsdruk is dit plan nog weinig gedeeld binnen de organisatie. Het is de bedoeling dat het schoolplan voor de hele VO Eemsdelta verder wordt ontwikkeld op basis van inbreng vanuit de scholen. Het streven is om een aangepast schoolplan vast te stellen in schooljaar 2019-2020.

Het schoolplan is opgesteld voor de hele VO Eemsdelta. De scholen hebben jaarplannen gemaakt, waarin het beleid wordt uitgewerkt, voor de individuele scholen.

Vereniging Kansrijke Groningers Vanuit de Vereniging Kansrijke Groningers wordt in vier programmalijnen ingezet op een extra impuls voor het onderwijs in de regio, die getroffen is door de aardbevingen. Op alle scholen worden programma’s ingezet vanuit Kansrijke Groningers. De vereniging heeft programma’s ontwikkeld om alle leerlingen in het PO, VO en MBO in het aardbevingsgebied een extra impuls te geven, vanuit het onderwijs. De ambitie is om te werken aan doorlopende leerlijnen op vier thema’s: ICT-vaardigheden, Ondernemerschap, Loopbaanoriëntatie en –begeleiding en het vestigen en versterken van een ambitiecultuur. Er draaien verschillende programma’s die gesubsidieerd worden door de Economic Board , het Rijk, de Provincie en alle gemeenten in het bevingsgebied. Via het Nationaal Programma Groningen wordt erop ingezet om deze programma’s langjarig aan te kunnen blijven bieden.

Op weg naar nieuwe huisvesting

De onderwijscampus in Appingedam Op de onderwijscampus komen drie scholen van VO Eemsdelta samen met het MBO van het Noorderpoort in Appingedam. In de ontwikkeling van de onderwijscampus zijn grote stappen gezet. Aan het begin van 2019 is het ontwerp gegund aan een consortium onder aanvoering van de Unie Architecten uit Groningen. Het voorlopig ontwerp is gemaakt, het definitief ontwerp is later in het jaar gereedgekomen. In november is de aanbesteding voor de aannemer, die het gebouw gaat bouwen uitgezet. Door vele gebruikersgroepen is grote inbreng geweest in het ontwerp van de onderwijscampus, zodat die goed aan zal sluiten bij de wensen van de medewerkers van de scholen. De Eemsdelta Campus wordt gebouwd rond een centraal hart, met daaromheen eigen, herkenbare vleugels voor cultuur, Science, sport en praktijkvakken.

5

Daarnaast krijgen alle scholen een eigen omgeving, waardoor voor iedere leerling een thuisbasis wordt gecreëerd. Tevens maakt iedere leerling gebruik van gezamenlijke faciliteiten. De planning is dat bij de start van schooljaar 2022-2023 alle lessen op de onderwijscampus worden gegeven.

De Rutger Kopland School in Siddeburen In 2019 is duidelijk geworden dat een samenwerkingsschool tussen het Dollard College Woldendorp en de Rutger Kopland School niet haalbaar is. Daarna is besloten om ook de huisvesting in Siddeburen te gaan verbeteren. Om weer in een aardbevingsbestendig gebouw les te gaan geven. Het huidige gebouw stamt uit de jaren ‘50, is te klein en voldoet niet meer aan de huidige onderwijseisen. Hoewel het nog steeds wordt ervaren als een prima thuisbasis voor de leerlingen. In overleg met de gemeente is gezocht naar passende oplossingen. De best passende oplossing lijkt om naar het gebouw van basisschool de Springplank te verhuizen. Deze school krijgt nieuwe huisvesting. Het gebouw zal aardbevingsbestendig moeten worden gemaakt en aangepast worden aan de eisen voor een school voor voortgezet onderwijs. Hiervoor worden plannen gemaakt in 2020. In de planning zou ook voor de Rutger Kopland school een verhuizing afgerond kunnen zijn bij de start van schooljaar 2022-2023.

Regiegroep Het bouwproces van de onderwijscampus vraagt veel aandacht, maar ook de organisatorische en onderwijskundige veranderingenvragen aandacht. Vier scholen komen samen op de onderwijscampus. Dat biedt veel kansen en vraagt veel aandacht. Hiervoor is de regiegroep opgericht waarin alle leidinggevenden van VO Eemsdelta, de leidinggevende van het Noorderpoort en adviseurs van de ondersteunende diensten maandelijks samen komen. Er wordt gewerkt aan de samenwerking, de besturingsfilosofie en de organisatorische uitdagingen die er liggen. De regiegroep draagt bij aan het verbinden van de scholen, in 2019 nog vooral in de leiding, maar daarna zullen meer medewerkers betrokken gaan worden in werkgroepen.

Opleidingsschool Ommelanden In samenwerking met drie andere VO Eemsdelta scholen in de regio maakt het VO Eemsdelta onderdeel uit van de aspirant opleidingsschool Ommelanden om zo de opleiding en begeleiding van nieuwe docenten gezamenlijk vorm te geven. Op die manier hopen we een continue instroom van nieuwe docenten te bevorderen en te garanderen. Daarnaast kunnen ervaren collega’s een rol spelen in de begeleiding van beginnende docenten.

Bestuurlijk

Krimp en sociaal plan Het sociaal plan is afgelopen in de zomer van 2019. In 2019 was er geen boventalligheid en daarom was er geen aanleiding om een nieuw sociaal plan te maken.

De leerlingendaling is doorgezet in schooljaar 2019-2020. In dit schooljaar is te veel formatie ingezet. Daarnaast was er een hoger ziekteverzuim en is een aantal interim-medewerkers actief geweest binnen VO Eemsdelta. De ingezette formatie sluit daardoor niet aan bij het aanwezige aantal leerlingen. Voor het schooljaar 2019-2020 is ervoor gekozen om niet in de organisatie op de scholen in te grijpen. Voor het schooljaar 2020-2021 zal de formatie weer aan moeten gaan sluiten bij het aanwezige aantal leerlingen. Daar wordt gestructureerd aan gewerkt, maar is een opgave voor de hele organisatie.

Omgaan met de krimp De voortzettende krimp maakt dat het onderwijsaanbod op de scholen in de regio sterk onder druk komt te staan. Met de ontwikkeling van de onderwijscampus concentreert VO Eemsdelta haar activiteiten voor een groot deel, waardoor een breed onderwijsaanbod in de regio Eemsdelta behouden kan blijven.

6

Op de onderwijscampus zullen alle schoolsoorten van het voortgezet onderwijs worden aangeboden, van praktijkonderwijs tot en met VWO+. Voor het VMBO kunnen we een breed aanbod van beroepsgerichte vakken blijven aanbieden, economie en ondernemen, zorg en welzijn en met de gelden voor sterk techniekonderwijs kunnen ook de techniekprofielen een impuls krijgen. Op de onderwijscampus zal ook een doorgaande leerlijn ontstaan voor zorg en welzijn in samenwerking met het Noorderpoort.

Bestuurlijke samenwerking In de afgelopen jaren is er ook gezocht naar vormen van bestuurlijke samenwerking of mogelijke verdergaande stappen. Op termijn van een aantal jaar wordt het VO Eemsdelta naar verwachting aanzienlijk kleiner als gevolg van de krimp. Dat roept de vraag op of de school in een zelfstandig bestaan nog voldoende mensen en middelen kan inzetten, met name dan op het gebied van ondersteuning (financiën, HRM, facilitair, PR/communicatie). Met een aantal schoolbesturen wordt samengewerkt om de kwetsbaarheid van een kleine ondersteunende dienst en de kwaliteit van de ondersteunende diensten op peil te kunnen houden. Het voornemen is om deze samenwerking verder te intensiveren.

Schoolleidersteam In de schoolleiding hebben veel wisselingen plaatsgevonden. In de loop van 2019 is het team van directeuren op volle sterkte gekomen en zijn op het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum 3 van de 4 leidinggevenden nieuw. Daarmee hopen we stabiliteit in de schoolleiding te krijgen en met dit nieuwe team samen met de medewerkers te kunnen gaan bouwen aan het onderwijs van de toekomst.

Door ziekte van twee van de drie teamleiders is dit nog niet gelukt op het Theda Mansholt College. In het najaar zijn vier docenten bereid gevonden om als interim teamleider binnen de schoolleiding actief te zijn in het schooljaar 2019-2020. Het streven is om bij de start van schooljaar 2020-2021 ook hier weer een stabiele schoolleiding te krijgen.

Op de George Martens School en op de Rutger Kopland School is de situatie in de schoolleiding al jaren stabiel. De voordelen hiervan ervaren we iedere dag.

7

Vooruitblik naar 2020

Voor VO Eemsdelta is het bieden van kwalitatief goed en eigentijds onderwijs van levensbelang. Dit blijft het belangrijkste aandachtspunt. De maatschappij ontwikkelt zich en onze leerlingen vragen daarom een andere manier van onderwijs, waarbij persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen belangrijker wordt. De school en met name de docenten die in direct contact met de leerlingen staan, vervullen daarin een sleutelrol en staan in de rol als coach meer en meer naast de leerlingen. Daarnaast zullen, door het teruglopende aantal leerlingen, de scholen ook op een efficiënte manier moeten worden georganiseerd om het brede aanbod dat er nu is in stand te kunnen houden. Het samenbrengen van drie van de vier scholen van het VO Eemsdelta maakt het mogelijk om de organisatie efficiënter in te richten.

De fysieke bouw vraagt veel aandacht maar zal zich verplaatsen naar de aannemer die het gebouw gaat realiseren. Voor de scholen zal de focus nu komen te liggen op de organisatie en ontwikkeling van het onderwijs dat op de onderwijscampus gegeven zal worden. De Regiegroep die daarvoor is ingericht zal door middel van werkgroepen deze ontwikkeling gaan vormgeven en coördineren.

De verwachting is dat de resultaten van de scholen in 2019 ertoe zullen leiden dat de inspectie alle scholen voldoende zal beoordelen. De resultaten blijven om voortdurende aandacht vragen. Op het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum zal nog een verificatieonderzoek plaatsvinden door de inspectie in mei. Het oordeel van de inspectie naar aanleiding van het bezoek in mei 2019 was positief ten aanzien van het pedagogisch klimaat en het didactisch handelen door de docenten. Daarnaast is wordt er hard gewerkt aan de herstel opdrachten. Daarom is er veel vertrouwen dat de inspectie in mei 2020 ook aan het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum basis toezicht zal toekennen, net als de andere scholen van VO Eemsdelta.

In schooljaar 2019-2020 is meer formatie ingezet dan past bij het aantal leerlingen. Voor het schooljaar 2020-2021 zal dit weer in balans moeten worden gebracht. Dit brengt een grote financiële en personele uitdaging met zich mee. Het is van het grootste belang om de onderwijsorganisatie mee te laten krimpen met het teruglopende leerlingenaantal.

In 2019 is een nieuw schoolplan opgesteld, dat nog om verdere ontwikkeling vraagt. Het doorontwikkelde schoolplan met daarin de strategische koers zal in schooljaar 2019-2020 opnieuw worden vastgesteld. Vanuit de regiegroep Eemsdelta Campus, zal gewerkt worden aan een strategisch fundament richting de campus. Er zal een goede balans moeten worden gevonden tussen een gezamenlijke aanpak binnen VO Eemsdelta en voldoende ruimte voor de scholen om hun leerlingen optimaal te kunnen opleiden.

Door de pandemie van het Corona virus en de scholensluiting vanaf 17 maart 2020 die dit tot gevolg had, is de wereld er ineens heel anders uit gaan zien. Bijna dagelijks bepaalde het landelijke nieuws wat de scholen moesten gaan doen. Bij het schrijven van dit verslag zijn de scholen gesloten, wordt thuisonderwijs met veel energie vormgegeven. De centrale examens worden in 2020 niet afgenomen, waardoor afnemen van de laatste toetsen voor het schoolexamen extra belangrijk is geworden. Wat de invloed van de Corona crisis voor 2020 verder zal betekenen is moeilijk in te schatten. De kwaliteit van het onderwijs zal extra aandacht behoeven. Er zal geïnventariseerd moeten worden wat de individuele ondersteuningsbehoefte is van de leerlingen en hoe wij hier als onderwijsinstelling op zullen inspelen.

Grote financiële risico’s worden op dit moment niet voorzien. Wel zal de bouw van de onderwijs campus vertraging oplopen, omdat het aanbestedingsproces vertraagd wordt door het thuiswerken. Mogelijk kan de Eemsdelta Campus pas aan het eind van 2022 in gebruik worden genomen.

8

De Corona crisis zal veel extra inspanningen blijven vragen van bestuur, directie en alle medewerkers. De manier waarop op dit moment met de crisis wordt omgegaan, geeft veel vertrouwen voor de toekomst, Het vraagt echter ook om aandacht voor de belasting van alle medewerkers.

John Wierenga

Voorzitter College van Bestuur VO Eemsdelta

9

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1 Organisatie

Bedrijfsprofiel Stichting Voortgezet Onderwijs Eemsdelta Het VO Eemsdelta heeft ten doel het geven en bevorderen van voortgezet onderwijs in het verzorgingsgebied Eemsdelta. Het onderwijs binnen de stichting is gestoeld op een algemeen bijzondere grondslag en wordt als volgt gekenmerkt:

• Algemene toegankelijkheid van de scholen; • Actieve pluriformiteit; • Gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen

Verbonden partijen Aan het VO Eemsdelta is een steunstichting verbonden die de identiteit van de school bewaakt. De steunstichting luistert naar de naam Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Eemsdelta. De stichting heeft ten doel het borgen van levensbeschouwelijke vorming in het algemeen en het christelijk gedachtegoed in het bijzonder in het voortgezet onderwijs in de regio Eemsdelta.

Organogram De organisatiestructuur van VO Eemsdelta is als volgt ingericht:

College van Bestuur Stichting Voortgezet Onderwijs Eemsdelta heeft een éénhoofdig College van Bestuur, bestaande uit: De heer J.J. Wierenga.

Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de bestuurlijke aansturing van de organisatie; het schetsen van (beleids-)kaders en het nemen van beleidsbeslissingen. De wijze van besturen moet een bijdrage leveren aan het realiseren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs op scholen en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening.

10

Binnen VO Eemsdelta wordt nog niet volledig volgens de code voor Goed Bestuur gewerkt. Doelstelling is om in 2020 te inventariseren aan welke vereisten nog niet wordt voldaan en dit verder op orde te brengen.

Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is belast met het houden van toezicht op het College van Bestuur.

Scholen De volgende scholen vallen onder VO Eemsdelta: Naam school Plaats Richting Brinnr Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum Pastorielaan, Appingedam HAVO, VWO, ISK 30PP Theda Mansholt College Sikkel, Delfzijl VMBO, ISK 30PP George Martens School Eelwerd, Appingedam PrO, doorstart 30JM Rutger Kopland School Siddeburen Brede onderbouw, TL 30PP

Ondersteunende diensten Om de organisatie goed te kunnen faciliteren, zijn er binnen VO Eemsdelta de volgende ondersteunende diensten: • (Bestuurs-)secretariaat; • Onderwijs & kwaliteit; • PR & Communicatie; • Ondersteuningsbureau, waaronder controlling, HRM, financiën & beheer, personeels- en salarisadministratie, leerlingenadministratie, facilitaire zaken en receptie.

1.2 Medezeggenschap en horizontale verantwoording

Inrichting van de dialoog met de interne en externe actoren (horizontale verantwoording) Horizontale en verticale verantwoording doen we ten eerste voor een groot deel in geformaliseerd overleg als GMR en de RvT. Daarnaast wordt er intern overlegd met leerlingenpanels, ouderraad en leerlingenraad. Verticaal verantwoorden we ons ook naar overheid en inspectie.

Tot slot spreken we informeel met vertegenwoordigers van de gemeenten waar we actief zijn, ondernemers, vertegenwoordigers van PO en vervolgonderwijs en met vakbonden.

Verslag van de GMR Binnen VO Eemsdelta is de medezeggenschap als volgt vormgegeven. De deelscholen voor vmbo en havo- vwo hebben elk een eigen deelmedezeggenschapsraad (DMR). In deze deelmedezeggenschapsraden komen die onderwerpen aan de orde die voor deze afdelingen van belang zijn. Te denken valt daarbij aan het vaststellen van het PTA, het wijzigen van de overgangsnormen en de lessentabellen. Daarnaast wordt regulier gekeken naar de voortgang en de resultaten van de leerlingen. Dit jaar zijn in de DMR de rapportages vanuit de inspectie voor het onderwijs besproken. Binnen de DMR-en wordt gestreefd naar een goede vertegenwoordiging van alle geledingen in de school. Zo mogelijk is elk docententeam binnen een DMR vertegenwoordigd en is er eveneens een vertegenwoordiger vanuit het onderwijsondersteunend personeel.

11

Aan het einde van het jaar waren alle scholen weer voorzien van een dagelijkse schoolleiding zodat we verder kunnen bouwen aan de totstandkoming van de Eemsdelta Campus. Daarbij is ook de vraag naar voren gekomen hoe de medezeggenschap in de toekomst vorm krijgt. Daarover zullen nog voorstellen worden gedaan.

Met ingang van het nieuwe cursusjaar is de medezeggenschapsraad haar laatste jaar ingegaan. Na afloop van de komende cursus is zowel de DMR als de GMR aftredend.

De vertegenwoordiging van de GMR is gedurende het jaar, voor de personeelsgeleding, gelijk gebleven. Voor de DMR-geledingen geldt dat er nieuwe leerlingen zijn toegetreden. Positief is het om te kunnen melden dat we er in zijn geslaagd om ook meer leerlingen vanuit de leerlingenraad te betrekken bij de besluitvorming binnen onze school. Daardoor is voor het eerst in lange tijd ook de leerlingenraad van het VMBO in de GMR vertegenwoordigd.

Wanneer er een terugkoppeling volgt in de gezamenlijke medezeggenschapsraad laten de overige leden zich informeren door de bestuurder en de leden van de betreffende medezeggenschapsraad. Er is een afspraak gemaakt dat andere leden besluiten die eerder al genomen zijn in een deelmedezeggenschapsraad niet zomaar kunnen blokkeren. Op deze manier wordt voorkomen dat ontwikkelingen worden gefrustreerd. Wel kunnen er adviezen worden gegeven.

Naast de medezeggenschapsraden voor de deelscholen is er, vanwege het hebben van een eigen BRIN- nummer, een aparte medezeggenschapsraad voor het praktijkonderwijs.

Het Ondersteuningsbureau heeft een medezeggenschapsraad die slapend is. Een vertegenwoordiger van het Ondersteuningsbureau is als lid van de GMR vertegenwoordigd. Naast de algemene belangen van de school, behartigt hij ook specifieke belangen van het Ondersteuningsbureau.

Het afgelopen jaar heeft de GMR zeven keer vergaderd. Tijdens deze vergaderingen heeft de GMR zich onder andere beziggehouden met de voortgang van de nieuwbouw en de Cao-afspraak rondom de ontwikkeltijd. Deze kon niet worden uitgevoerd omdat er binnen de verschillende scholen op een ander manier invulling werd gegeven aan de afspraak. Er heeft daarom een gesprek plaats gevonden tussen de werkgever en de verschillende vakbonden. De GMR is door de voorzitter en secretaris vertegenwoordigd bij de gesprekken met de bonden. Formeel heeft zij daar de rol van toehoorder, waarbij we in aanloop en tussendoor gevraagd en ongevraagd adviezen kunnen geven.

Met de bestuurder wordt jaarlijks een plafond voor de personele formatie afgesproken. Mochten er afwijkingen zijn dan worden deze zo snel mogelijk gemeld en treden we in overleg over het al dan niet aanpassen van het plafond. We kunnen constateren dat er op dit moment geen boventalligheid meer is en dat er nieuwe vakgroepen zijn aangewezen.

Wel kwam een groot begrotingstekort aan het licht. De GMR heeft hierover uitvoerig gesproken en de adviezen van de financiële commissie meegenomen in het advies aan het bestuur en de Raad van Toezicht.

Het afgelopen jaar heeft de GMR intensieve gesprekken gevoerd met de bestuurder om te komen tot een goede samenwerking. Daarbij is gebruik gemaakt van een adviseur. Deze gesprekken krijgen nog een vervolg en zullen leiden tot een aantal werkafspraken.

12

De GMR heeft in totaal twee schriftelijke adviezen uitgebracht aan de bestuurder. Deze hadden betrekking op de staking van november en de besteding van de ingehouden middelen bij de staking en maart. Daarnaast heeft de GMR een advies uitgebracht inzake het voornemen van de bestuurder om de DMR VMBO buiten werking te stellen.

De GMR heeft in een goed overleg met de RvT gesproken over de uitdagingen waar de school voor staat.

1.3 Klachten en klachtafhandeling

Afhandelen van klachten Op dit moment wordt er gewerkt volgens een klachtenprocedure. In 2019 is er een klacht geweest van een medewerker. Deze klacht is mondeling en schriftelijk afgehandeld.

Relaties met belanghebbenden (stakeholders) VO Eemsdelta vindt het contact met belanghebbenden belangrijk. In deze paragraaf worden de contacten met verschillende partners verwoord.

Ouders In 2019 is er overleg geweest met de ouderraad van de school. Onderwerpen die ook in dit overleg aan de orde zijn gekomen zijn:

• De opbrengsten en resultaten van het onderwijsleerproces; • De kwaliteitszorg en in het bijzonder het te voeren beleid om voor het VMBO in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg weer te komen tot een basisarrangement van toezicht van de Onderwijsinspectie; • Nieuwbouwplannen voor VO Eemsdelta en de ontwikkeling van de scholen; • De positionering van VO Eemsdelta; • Hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage en overige schoolkosten; • En het tegengaan van lesuitval.

Samenwerkingsverband 20.2 VO Eemsdelta maakt deel uit van het Samenwerkingsverband 20.2. Een werkverband waarin alle VO- scholen uit de provincie Groningen (m.u.v. de scholen in de stad Groningen) participeren. Vanaf januari 2018 is het samenwerkingsverband omgevormd van een stichting naar een vereniging, om de governance beter te kunnen beleggen. De vier sub regio’s zijn een belangrijkere rol gaan spelen, om beter in te kunnen spelen op regionale verschillen.

Relaties met het primair onderwijs en het vervolgonderwijs

Naast de gebruikelijke contacten rond de warme overdracht van het primair onderwijs naar onze scholen en de overdracht van onze scholen naar de vervolgopleidingen, is op een aantal terreinen de samenwerking danig geïntensiveerd.

Vereniging Kansrijke Groningers Binnen de Vereniging Kansrijke Groningers werken alle stichtingen in het aardbevingsgebied van primair

13 onderwijs, voortgezet onderwijs en MBO samen om een extra impuls te geven aan het onderwijs aan alle kinderen in de regio.

14

Langs vier programmalijnen wordt gewerkt aan:

• Versterking van ICT-onderwijs om digitale geletterdheid van leerlingen en docenten te vergroten; • Stimuleren van ondernemend gedrag; • Vergroten ambitiecultuur door talent- en loopbaanontwikkeling vanaf basisonderwijs in een doorlopende leerlijn te zetten; • Oriëntatie op werk in de regio (excursies, bezoeken, gastlessen).

De vereniging ontvangt een grote subsidie van de Economic Board Groningen (€ 3,7 miljoen verdeeld over vier jaren) en verder subsidies van het rijk, provincie en alle gemeenten in het aardbevingsgebied.

De scholen trekken ook gezamenlijk op richting het Nationaal Programma Groningen om middelen ter ondersteuning van het programma van de Vereniging Kansrijke Groningers te verwerven.

De Vereniging Kansrijke Groningers werkt ook samen met het lokale bedrijfsleven. De Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) is bijvoorbeeld actief binnen de vereniging.

Sterk techniek onderwijs Het VO Eemsdelta heeft als penvoeder samen met het Hogeland College, Terra Winsum en Dollard College Woldendorp, een plan voor sterk techniek onderwijs opgesteld. De Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta en het MBO in de provincie zijn nauw bij de totstandkoming van dit plan betrokken geweest. Dit plan is in december goedgekeurd waardoor er voor de regio in vier jaar tijd 2 miljoen euro extra beschikbaar komt om het techniekonderwijs in het vmbo te stimuleren. Dit heeft een impuls gegeven aan de samenwerking in de regio. De plannen zijn reeds gemaakt. Vanaf 2020 zullen de activiteiten zoals genoemd in het activiteitenplan ten uitvoer worden gebracht. Inmiddels is er een programmamanager aangesteld en is er per regio een projecteider benoemd.

In het kader van sterk techniek onderwijs heeft het Theda Mansholt College is de samenwerking met Energy & Maritime van het Noorderpoort in Delfzijl gezocht om samen programma’s te ontwikkelen voor het techniekonderwijs op onze scholen.

Samenwerking straks op de Eemsdelta Campus De afdeling van het Noorderpoort in Appingedam doet voor ongeveer 10% mee in het ontwikkelen van de Eemsdelta Campus. Het onderwijs op de Eemsdelta Campus zal gezamenlijk worden ontwikkeld voor het VMBO en het MBO, waarvoor een doorgaande leerweg zal worden ontwikkeld. Medewerkers van het Noorderpoort hebben ook in 2019 deelgenomen aan een gezamenlijke activiteit op de Dag van de Medewerker.

Verder zullen de jonge onderzoekers gehuisvest gaan worden op de Eemsdelta Campus en ook zal IVAK voor haar activiteiten gebruik gaan maken van de Eemsdelta Campus.

Vervolgonderwijs HBO/Universiteit Vanuit het HAVO/VWO is er regelmatig overleg met directies, docenten en decanen van de Hanzehogeschool Groningen (HHG) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) om de aansluiting met het VO/HBO/WO te bespreken. Daarnaast doen alle 4e jaars leerlingen van VO Eemsdelta mee aan de voorlichtingsactiviteiten: College Carrousel van de RUG (vwo 4) en HanzeXperience van de HHG (havo 4).

Samenwerking met overige VO-besturen in de provincie De samenwerking met het Dollard College om te komen tot een samenwerkingsschool in de driehoek heeft helaas niets opgeleverd. Op dit moment gaat het Dollard College verder in Woldendorp. Het Dollard College is bezig om een fusie met het Ubbo Emmius te realiseren.

15

Het gebouw van de Rutger Kopland School moet worden versterkt in verband met de aardbevingen. Er wordt een plan uitgewerkt om voor de Rutger Kopland school nieuwe huisvesting te realiseren in de basisschool de Springplank in Siddeburen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid maakt een steeds belangrijker deel uit van onze kernwaarden. Dit zien wij met name terug in ons aanbestedingsbeleid.

Hier wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende aspecten: - Milieuaspecten: In de aanbestedingstrajecten voor de nieuw te bouwen Eemsdelta Campus zal duurzaamheid een belangrijk issue zijn; - Sociale aspecten: op het gebied van gezond personeelsbeleid wordt er rekening gehouden met vitaliteit. Het generatiepact is ingezet. In onze WKR-regeling is ruimte opgenomen om kosten voor deelname aan (georganiseerde) sport onder deze regeling te doen vallen.

In een krimpregio is de uitstroom van medewerkers groter dan de instroom. Dat zet een rem op mogelijkheden om mensen aan te nemen met afstand tot de arbeidsmarkt. Niettemin hebben we bij de reorganisatieplannen wel werkplekken geïdentificeerd die we op termijn wellicht door deze doelgroep kunnen laten invullen.

Tot slot wordt er in diverse aanbestedingstrajecten gekeken naar ‘social return’. In het afgelopen jaar betrof dat de aanbesteding van schoonmaakwerkzaamheden. Daarnaast willen we kijken in hoeverre we voor onze PrO leerlingen zinvolle en leerzame stageplekken en/of leerwerkplekken kunnen creëren binnen de eigen organisatie.

16

Hoofdstuk 2 Gevoerd beleid; onderwijs en kwaliteit

2.1 Leerlingaantallen Het VO Eemsdelta is actief in een regio waarin het aantal inwoners de komende jaren naar verwachting fors terugloopt. Die demografische ontwikkeling heeft uiteraard gevolgen voor de school.

De leerlingaantallen van het VO Eemsdelta zijn met 107 leerlingen gedaald van 1873 leerlingen per 1 oktober 2018 naar 1766 leerlingen per 1 oktober 2019.

Voor de scholen in Appingedam en Delfzijl geldt dat het marktaandeel wat betreft de scholen binnen een straal van 5 kilometer is toegenomen en buiten die straal is afgenomen. Voor de school in Siddeburen is de ontwikkeling exact omgekeerd. Binnen een straal van 5 km is het marktaandeel afgenomen, maar buiten die straal is het marktaandeel toegenomen.

Op 1 oktober 2019 had VO Eemsdelta in totaal 1.766 leerlingen, verdeeld over de volgende locaties:

Leerlingenaantallen per locatie incl. ISK en Vavo-leerlingen

Locatie Studie 1-okt-19 1-okt-18 George Martens School pro 107 108 George Martens School int. Schakelklas 13 0 Rutger Kopland School vmbo 184 176 Theda Mansholt College vmbo 561 625 Theda Mansholt College int. Schakelklas 30 51 Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum havo vwo 854 899 Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum int. Schakelklas 17 14 Totaal 1.766 1.873 Bron: Magister

17

2.2 Onderwijsontwikkelingen In deze paragraaf worden de onderwijsontwikkelingen besproken.

Theda Mansholt College

Onderwijsontwikkeling en kwaliteit In het eerste halfjaar is de missie en visie van de school omgezet in woorden. De kernwaarden van de school zijn geformuleerd. Hiermee zijn de eerste stappen gezet naar het antwoord op de vraag hoe ons toekomstige onderwijs eruit moet komen te zien. Het is belangrijk de koers van de school vast te zetten, oftewel een piketpaaltje te slaan, zodat de medewerkers en leerlingen weten waar het Theda Mansholt College voor staat. Het transformeren van de kernwaarden naar het onderwijs moet verder concreet worden gemaakt.

Om een beeld te krijgen van de kwaliteit van het onderwijs op het gebied van lessen is er een onderzoek geweest door de heer Horsman. Het onderzoek was erop gericht om na te gaan of wij de doelen van de inspectie zouden behalen. De heer Horsman heeft in twee dagen meerdere lessen bezocht en met panels gesproken van leerlingen en medewerkers. De conclusie was dat wij volgens de kaders van de inspectie nog steeds voldoende score, al is het niet ruim.

Profilering van het TMC Het Theda Mansholt College is de grootste vmbo school in het Eemsdelta gebied, maar het aantal basis- en kader leerlingen daalt sterk. Uit onderzoek is gebleken dat wij het profiel Maritiem & Techniek niet mogen aanbieden. Ondanks dit gegeven hebben we ons er niet van laten weerhouden om een intensieve samenwerking met het MBO op te bouwen. Het uitwisselen van docenten en afstemming van onderwijsprogramma's met de zeevaartschool is hiervan een onderdeel. In het eerste leerjaar is de nieuwe leerweg ingevoerd. Dit betekent dat alle leerlingen van de verschillende leerwegen 4 of 6 uur in de week een praktijkvak volgen. Het praktijkvak wordt gegeven in 4 modules van 8 weken waarin de leerling lessen volgt in de 4 profielen (Zorg & welzijn, PIE maritiem, BWI en economie & ondernemen). Het praktijkvak PIE-maritiem is sinds dit jaar ingevoerd. De leerlingen volgen 8 weken les op het MBO Energy & Maritime van het Noorderpoort te Delfzijl.

Professionalisering Verschillende docenten hebben dit jaar een cursus of een master gedaan om zichzelf verder te ontwikkelen binnen het onderwijs. Binnen de functioneringsgesprekkencyclus wordt de scholingsbehoefte van personeelsleden gepeild en wordt er meegedacht over de mogelijkheden van scholing. Schoolbreed is er een cursus geweest inzake het toetsen op twee niveaus voor docenten in leerjaar 1 en 2. Dit is gedaan vanuit het oogpunt dat er steeds meer gewerkt gaat worden met heterogene brugklassen.

Rutger Kopland School

Algemeen Het leerlingenaantal bleef nagenoeg gelijk: 184. Dit betekent nog steeds een merkbaar ruimtegebrek. Dat werd gedeeltelijk opgevangen door gebruik te maken van lokalen in de Openbare Bibliotheek. Ook kwam het computerlokaal vrij, omdat vaste computers vervangen werden door laptops.

Wederom lagen de resultaten van de nevenvestiging te Siddeburen op of boven het landelijk gemiddelde. Het slagingspercentage was 93%.

18

Werken aan een heldere profilering van onze opleidingen Kenmerkend voor locatie Siddeburen zijn de vele onderwijsprojecten. Het leren in de praktijk en de samenhang tussen de vakken komt hierin goed tot uiting. Hieronder een greep uit deze activiteiten:

Januari We gingen dit jaar opnieuw naar het grote taalevenement “Stap op de rode loper”.

Leerlingen uit de derde klassen hebben een keur aan workshops kunnen volgen.

Februari Een voorbeeld van een jaarlijks terugkerend project is “Doe maar, dicht maar”. Maar liefst 12 leerlingen wonnen dit jaar een prijs, wat een paginagroot artikel opleverde in het Dagblad van het Noorden. Op de nationale gedichtendag werden gastlessen gegeven door dichter Arjen Boswijk. Onder leiding van Willem Kolvoort werden van de gedichten d.m.v. druktechnieken ware kunstwerken gemaakt.

In het kader van LOB én spreekvaardigheid werd een heuse sollicitatieprocedure gevolgd met echte bedrijven. Vier leerlingen uit klas 4 mochten in de klas een gesprek voeren met werkgevers van Qbuzz en AH.

Voor klas 1 was er een “Kijken-ruiken-proeven project” onder leiding van een chef-kok en een kok in opleiding.

Het mediawijsheidproject, Cultuurreporters/Frisse Blik werkt toe naar een doorlopende leerlijn filmen/cultuureducatie voor klas 1 t/m 4, inmiddels zijn we het vijfde jaar ingegaan. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij 4 collega’s. Er wordt aandacht besteed aan inhoud, techniek en creativiteit. Na afloop van een module presenteren leerlingen hun films aan ouders en klasgenoten. Het beste filmpje wint “het gouden paard”.

In maart kwam schrijfster Maren Stoffels een presentatie geven aan alle klassen.

In de voorleeswedstrijd van onze provincie werd een brugklasser tweede.

Leerlingen spraken met minister Wiebes over de gevolgen van de aardbevingen. De nationale kinderombudsvrouw was hierbij ook aanwezig.

In het kader van “De week van het geld” kregen leerlingen van klas 3 een masterclass discussiëren. In wedstrijdverband met ook andere scholen waren 3 discussieronden die door een jongen uit 3a werd gewonnen. In de activiteitenweek in april deden leerlingen o.a. onderzoek naar energie en maakte een infobord voor een dorpscoöperatie.

Klas 3 ging een week naar Berlijn.

In de examentijd werd dagelijks een leerling van onze school gevolgd door RTV-Noord.

19

In mei was een schoolovernachting om geld bij elkaar te krijgen voor een tehuis in Zuid-Afrika. Een leerling is hiermee bekend; Ikhaya le Themba.

Met de brugklassen gingen we naar de Jongeren Top, georganiseerd door epi – kenniscentrum en Goud Grunn.

Klas 1 startte het schooljaar met een opdracht om een plein te ontwerpen bij het nieuwe multifunctionele centrum. Dit werd na een bezoek aan de bouwplaats, groepsgewijs gedaan met het digitale spel Minecraft. De resultaten werden gepresenteerd aan gemeenteraadsleden en afgevaardigden van de provincie.

In november, de Internationale Dag van de Rechten van het Kind, deden 5 leerlingen namens klas 4 mee aan een debatwedstrijd. Er waren natuurlijk ook supporters mee.

Voor klas 3 vervangen we vanaf dit schooljaar de profielwerkstukken door een groepsopdracht van Jong ondernemen. Leerlingen zetten een eigen bedrijfje op en krijgen 10 maanden de tijd om hiervan een succes te maken.

2e vrijdag in december: Paarse vrijdag Bijzondere voorstelling door leerlingen die zich kwetsbaar durfden op te stellen en in een korte show durfden te tonen dat ze willen en mogen zijn wie ze zijn.

Versterken, verbeteren en verankeren van kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van leerlingen Kenmerkend voor Siddeburen is de kleinschalige setting. Op de school wordt een breed en duurzaam onderwijsaanbod aangeboden, waarbij aandacht is voor brede vorming. Deze brede vorming speelt een prominente rol bij de persoonlijke ontwikkeling (persoonsvorming) van leerlingen en staat in verbinding met hoe leerlingen zich verhouden tot de maatschappij (socialisatie) en met een goede basis van kennis en vaardigheden (kwalificatie).

Aan de leerlingen wordt structuur geboden om zich te ontwikkelen. De kleinschalige omgeving en de ondersteuningsmogelijkheden van het team en begeleiders hebben als effect dat een bovengemiddeld aantal leerlingen een specifieke begeleiding of ondersteuning vragen.

Werken aan de professionele ontwikkeling van alle medewerkers De school geeft ruimte aan de individuele ontwikkeling van haar medewerkers en het team. Het docententeam functioneert als een expertteam rondom de leerling. Via individuele- of teamscholing zijn medewerkers in staat om zich te ontwikkelen.

In verband met een toekomst in een ander gebouw is in het team tijd genomen voor visieontwikkeling. Er werd gesproken over trends en ontwikkelingen in de maatschappij en de gevolgen hiervan op het onderwijs.

In de verschillende onderdelen van Kansrijke Groningers zijn de docenten allemaal ingedeeld en verdiepen zich in dat onderdeel. - ICT, Basicly - Ondernemen - Talent, loopbaan en ambitie

20

Individueel was er scholing op het gebied van; - Schoolexamens - Burgerschap - Docentenbegeleiding - Faalangstreductie

Internationalisering Drie docenten gingen op studiereis naar Dresden, waar ze een tegenbezoek brachten aan “Private Ganztagsoberschule und Privates Ganztagsgymnasium IBB”. Het ligt in de bedoeling om een uitwisseling te starten met leerlingen uit klas 3 in 2020. We starten met e-mail-wisseling tussen leerlingen.

George Martens School Het praktijkonderwijs staat voor de opdracht leerlingen te begeleiden naar werk of naar een vervolgopleiding in een markt waarin laaggeschoolde arbeid minder voorhanden is en geautomatiseerde processen een steeds grotere inbreng hebben op de arbeidsmarkt.

Om de identiteit van de school te bekrachtigen en met een heldere visie op het onderwijs neer zetten werkt de school vanuit drie Waardes:

• Zelfvertrouwen • Relatie • Eigenaarschap.

De afgelopen jaren heeft de school, middels diverse trainingsdagen, sterk ingezet op visieontwikkeling. Deze visie, en de actieplannen die daaruit voortkomen, zijn opgenomen in het schoolplan Pro 2019-2022. Dit schoolplan staat aan de basis van de ontwikkelingen van de George Martens School en wordt jaarlijks geëvalueerd.

De individuele leerroute is onderdeel van die visieontwikkeling. Voor elke leerling wordt een individuele leerroute opgezet: om het gepersonaliseerde leren in de school te versterken wordt gewerkt met het digitale programma Profijt. Profijt is een systeem dat de docent in staat stelt diverse doelen samen te bundelen tot een individueel traject, dat is te koppelen aan een leerling. Leerlingen kunnen voor zichzelf doelen formuleren om vervolgens met die doelen de school in te gaan en daaraan te werken.

Overige aandachtsgebieden in de visieontwikkeling zijn onder andere:

• Ouderparticipatie • Pedagogisch beleid • Nederlands • Rekenen.

Nieuwe ontwikkelingen van het afgelopen jaar zijn:

- Het Pro diploma: dit proces, aangestuurd door een opdracht van de minister, loopt sinds begin dit schooljaar. De regionale pro scholen zijn middels vertegenwoordigers aan de slag met een Groninger ontwikkelgroep. Het eerste pro diploma wordt dit schooljaar door de George Martens School uitgegeven, de ontwikkeling loopt ook volgend schooljaar door. - Het cultuurproject: een projectplan is uitgeschreven, subsidie aangevraagd. De opzet is om met de subsidie een leerlijn crea uit te zetten én een cultuur-& maatschappij project waarbij leerlijnen

21

worden ontwikkeld die rechtstreeks zijn gekoppeld aan de Waarden. De lessen van het Cu-Ma project worden gekoppeld aan mentorlessen - Professionalisering binnen de school: door kenmerken van de Lerende Organisatie in te voeren. Intervisie en ‘leren feedback geven’ zijn onderdeel van deze professionalisering. Basis van de ontwikkeling is de scan ‘Professionele Leercultuur’, ontwikkeld door het Kohnstamm instituut, en onlangs afgenomen in het team. Het team George Martens School wordt in deze ontwikkeling begeleid door het programma Voortgezet Leren, een initiatief van Schoolinfo.

De nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen in de evaluaties van de bestaande werkgroepen, en ingebed in staand beleid.

Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum Het jaar 2019 heeft in het teken gestaan van de basis op orde brengen. Na vertrek van de directeur in 2018 is er onder leiding van een interim-directeur vol ingezet op de ontwikkelingen op onderwijskwaliteit. De resultaten ontwikkelden zich voor het havo en het VWO naar voldoende. Weliswaar kleine voldoendes. Er is veel aandacht geweest voor de kwaliteit van de lessen, met specifieke aandacht voor het omgaan met verschillen. Extra aandacht ging uit naar leerlingen die uitgedaagd dienen te worden om zodoende meer te bereiken. In 2020 zal dit proces voortgezet worden.

De laptoppilot is omgezet in een regulier traject. Ongeveer 50 procent van de leerlingen is voorzien van een eigen device. In 2020 zal dit verder opgehoogd worden naar 100%. De school organiseert dit samen met The Rent Company. Er zijn interne scholingen voor medewerkers georganiseerd op get gebied van digitalisering van het onderwijs.

De geplande flexpilot heeft helaas geen doorgang kunnen vinden. Dit staat nu gepland voor medio 2020. Dit moet resulteren in praktijkervaring en een voorstel voor de invoering van meer flexibiliteit in de onderwijstijd.

De school heeft een nieuwe beleidsrijke ontwikkeling ingezet. In 2020 zullen hier de eerste resultaten zichtbaar worden. Voorbeelden hiervan zijn: teamvorming, taalbeleid, mentoraatsontwikkeling en toets beleid.

Na het vertrek van de teamleider onderbouw, zijn er twee nieuwe teamleiders aangetrokken. Eén teamleider voor de onderbouw en een teamleider havo 3-5. Samen met de teamleider vwo 3-6 vormen ze de dagelijkse leiding van de school. Medio oktober 2019 is er een nieuwe directeur op projectbasis aangesteld. Samen vormen ze de schoolleiding voor het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum.

Internationale schakelklas (ISK) ISK is een afkorting voor Internationale schakelklas. Deze afkorting is een ingeburgerde term voor het onderwijs aan een afdeling Eerste Opvang Anderstaligen (EOA). De ISK van VO Eemsdelta heeft een regionale functie. De ISK betrekt haar leerlingen uit Delfzijl en de directe omgeving.

Het betreft kinderen die:

• met hun ouders in het asielzoekerscentrum te Delfzijl wonen; • naar Nederland zijn gekomen in het kader van gezinshereniging of –vorming; • langdurig met ouder(s) in het buitenland gewoond hebben, waardoor de kennis van het Nederlands vervaagd is; • afkomstig zijn uit de Antillen en hun reguliere opleiding in het Papiaments hebben gehad.

22

Werken aan een heldere profilering van onze opleidingen Het onderwijs in de ISK heeft mede ten doel om de leerlingen te leren omgaan met de Nederlandse cultuur. Aan de basale omgangsnormen en het leren omgaan met het eigene van de Nederlandse identiteit wordt dan ook aandacht besteed.

Op deze wijze wordt geprobeerd om de leerlingen op een evenwichtige manier voor te bereiden op een succesvol vervolg in het reguliere Nederlandse onderwijs, alsmede aan een aantal inburgeringaspecten. Leidend hierbij zijn de leerlijnen zoals die opgesteld zijn door LOWAN- ITTA. De leerlijnen kennen drie uitstroomprofielen te weten:

• Route 1: 12-16 jaar PRO/VSO en 16+ werk/inburgering • Route 2: 12-16 jaar vmbo basis en 16+ mbo entree/niveau 2 • Route 3: 12-16 jaar vmbo kader/TL, havo/vwo en 16+ mbo 3-4 / schakeljaar /vavo

Versterken, verbeteren en verankeren van de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van onze leerlingen Het startniveau van de ISK-leerlingen is zeer divers. Dat betekent dat er op het gebied van didactisch en pedagogisch handelen veel differentiatiepotentieel en sociaal/emotionele flexibiliteit wordt verwacht van de ISK-docent. Veel van de ISK-leerlingen kennen een traumatisch verleden omdat een deel van de leerlingen afkomstig is uit (voormalige) oorlogsgebieden. Deze kinderen hebben veel meegemaakt en kunnen traumatisch reageren op plotselinge gebeurtenissen, (latente) conflicten enz.

Voor alle leerlingen geldt dat zij te maken hebben met een gevoel van ontheemding:

• weg uit het eigen taalgebied; • weg van familie; • vrienden moeten achterlaten; • en school moeten achterlaten (inclusief de normale voortgang).

De ISK docenten zijn in staat om hier op een tactvolle manier te kunnen inspelen. Door specifieke testen (o.a. leerbaarheidstoets NT2 en WNV) heeft de docent helder voor ogen op welke wijze taalverwerving het beste kan plaatsvinden.

Werken aan de professionele ontwikkeling van alle medewerkers De docenten houden nauwlettend de nieuwe ontwikkelingen bij, op het gebied van NT2 door jaarlijks de LOWAN-studiedag te bezoeken. Gedurende deze studiedag worden in diverse workshops verschillende onderdelen van NT2 besproken en is er aandacht voor culturele verschillen in de klas. Daarnaast worden ook de ontwikkelingen met betrekking tot doorstroom naar het reguliere onderwijs uit het land gedeeld.

Het team heeft in zijn geheel deelgenomen aan een inspiratiemiddag georganiseerd door het Netwerk ISK Noord-Nederland. Hierbij werd onderling ervaringen uitgewisseld over o.a. de volgende onderwerpen; handelingsplan / voortgangsplan (IOP), doorstroom VO – MBO, analfabeten en alfabetisering, intervisie over lastige situaties in de klas, gebruik van ‘Jij!’ toets platform, niveaubepaling bij schakelen en doorstroom.

Enkele docenten bezochten de studiedag “LOB in de ISK” waarin kennis is gemaakt met het voeren van een reflectief loopbaangesprek a.d.h.v. van het gesprekslemniscaat. Daarnaast hebben zij ervaren wat het

23 onderscheid is tussen reproductief leren en betekenisgericht leren. Tot slot kregen zij inzicht in de toepassing van de vijf loopbaancompetenties.

Werken aan de didactische leeromgeving In 2019 heeft de ISK-afdeling meer de samenwerking gezocht met de afdeling Praktijkonderwijs. Binnen de ISK zijn steeds meer leerlingen gekomen vanuit de Antillen. Veel van deze leerlingen zaten op de Antillen op een vorm van speciaal onderwijs. Omdat een veelvoud van deze leerlingen een pro-indicatie hebben, hebben wij ervoor gekozen om ze op te vangen in het gebouw van Praktijkonderwijs waar zij de praktijklessen krijgen van de docenten van praktijkonderwijs. Het NT2 onderwijs wordt verzorgd door de docenten van de ISK. Doel van deze samenwerking is om de overgang naar het reguliere onderwijs, in dit geval het praktijkonderwijs, zo soepel mogelijk te laten verlopen waardoor de succesfactor groter wordt.

Een aantal leerlingen zijn in september 2019 gestart in de schakelklas van het ALFA-college gebruik makend van de vavo regeling, met als doel door te stromen naar een mbo opleiding niveau 4. Zij doen dit zo succesvol dat 1 leerling al gestart is met de voorbereiding om naar de PABO door te kunnen stromen.

Leerlingenaantal Het is wederom een veelbewogen jaar geweest met wisselingen qua leerlingen. Het aantal leerlingen is redelijk stabiel gebleven, de groep AMV’ers die tijdelijk verbleven op het AZC buiten beschouwing gelaten. We zijn op 1 januari gestart met 89 leerlingen en op 31 december hadden we 60 leerlingen. Deze leerlingen waren ondergebracht in 4 klassen op 3 locaties van SVO Eemsdelta.

Bron: magister

2.3 Onderwijskwaliteit

Onze VMBO-scholen en het Praktijkonderwijs vallen momenteel onder het Basistoezicht. Het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum (HAVO/VWO) scoort momenteel nog zwak. Voor het RPCL is de kwaliteit van de lessen inmiddels weer op orde. Ook de onderwijsresultaten vertonen een stijgende lijn.

De genomen maatregelen vertonen zichtbare verbeteringen en worden geborgd (structurele oplossingen voor een betere overgang van onderbouw naar bovenbouw, voor het analyseren van de onderwijsopbrengsten en leskwaliteit). De voorinzage van de opbrengstgegevens van het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum laten zien dat het Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum ingaande 2020 weer basistoezicht zal krijgen van de Onderwijsinspectie. Er is een stijgende te zien in alle opbrengsten. Medio 2020 vindt er een verificatieonderzoek plaats door Onderwijsinspectie.

Hierop wordt, zoals ook eerder aangegeven, door het team en de schoolleiding vol op ingezet middels het vormen van werkgroepen, werken aan een betere overgang van onderbouw naar bovenbouw, blijvende

24 aandacht voor het analyseren van de opbrengsten en resultaten met daaraan gekoppeld het opzet van plannen van aanpak.

Voor het opbrengstenoordeel van de inspectie wordt verwezen naar bijlage 1 (VMBO), bijlage 2 (VMBO-TL in Siddeburen) en bijlage 3 (HAVO-VWO).

2.4 Onderwijsresultaten

Examens In 2019 namen in totaal 416 leerlingen van VO Eemsdelta deel aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Acht leerlingen hebben zich door ziekte of een andere reden teruggetrokken voordat de examenperiode startte. Onderstaand de resultaten van deze leerlingen in termen van het aantal geslaagden.

Stichting VO Eemsdelta, geslaagden 2019 Geslaagden 2018

1e tijdvak 2e tijdvak 2e tijdvak 2018 Def. Def. Afdeling Totaal Kandidaten Geslaagd % % Kandidaten geslaag % geslaagd d VWO 51 51 41 80,4 44 86,3 57 49 86,0 HAVO 118 118 91 77,1 100 84,7 165 133 80,6 VMBO TL 108 102 81 79,4 87 85,3 92 77 83,7 VMBO K 63 61 51 83,6 58 95,3 63 52 82,5 VMBO B 48 48 42 87,5 45 93,8 37 36 97,3

VMBO lwt 0 0 0 0,0 0 0,0 0 0 0,0 Sid Tl 28 28 23 82,1 26 92,9 43 38 88,4 SVOE 416 408 329 80,6 360 88,2 457 385 84,2 bron: Magister (peildatum 1 juli 2019)

Uit het bovenstaande valt op te merken dat de slagingspercentages zijn gestegen ten opzichte van 2018. Alleen het VMBO-B laat een daling zien ten opzichte van 2018.

25

Onderstaand een overzicht van het aantal geslaagden in 2019 op het VMBO, uitgesplitst naar profiel.

Stichting VO Eemsdelta, geslaagden 2019 Geslaagden 2018 Basis- en kaderberoeps: onderverdeeld naar profielen 1e tijdvak 2e tijdvak 2e tijdvak 2018 Kandi- Geslaag Def. Kandi- Def. Studie Afdeling Totaal % % % daten d geslaagd daten geslaagd VMBO B eo 12 12 11 91,7 11 91,7 3 3 100,0 VMBO B bwi 3 3 3 100,0 3 100,0 Basis VMBO B pie 9 9 6 66.7 8 88,9 21 21 100,0 beroeps VMBO B tb 0 0 0 0,0 0 0,0 VMBO B zw 24 24 22 91.7 23 95,8 13 12 92,3 VMBO B tot 48 48 42 87,5 45 93,8 37 36 97,3 VMBO K eo 24 24 20 83.3 24 100,0 5 3 60,0 VMBO K bwi 3 3 3 100,0 3 100,0 Kader VMBO K pie 14 13 12 92,3 12 92,3 32 27 84,4 beroeps VMBO K tb 0 0 0 0 0 0,0 VMBO K zw 22 21 16 76,2 19 90,5 26 22 84,6 VMBO K tot 63 61 51 83,6 58 95,1 63 52 82,5 Totaal 111 109 93 85,3 103 94,5 100 88 88,0 Bron: Magister (peildatum 1 juli 2019), uitleg afkortingen: eo = Economie en Ondernemen, bwi = bouwen, wonen en interieur, pie = produceren, installeren en energie, zw = zorg en welzijn

26

Hoofdstuk 3 Personeel

Aantal personeelsleden OP/OOP Op 31 december 2019 waren bij VO Eemsdelta 234 medewerkers werkzaam exclusief externen en inclusief ziektevervanging.

Het gemiddelde aantal fte’s is in het kalenderjaar 2019 vergeleken met het jaar 2018 afgenomen van 190 naar 186 fte. Onderstaand een overzicht van de opbouw van het personeelsbestand over het jaar 2019. Ter vergelijking zijn de aantallen over 2018 weergegeven.

FTE's per categorie 2019 2018 In fte's Percentage In fte's Percentage Directie 11 5,9% 11 5,8% Onderwijzend personeel 133 71,5% 136 71,5% Onderwijs Ondersteunend personeel 42 22,6% 43 22,7% Totaal 186 100,0% 190 100,0%

Verhouding vast en tijdelijk dienstverband De flexibele schil, het personeel met een tijdelijk dienstverband ten opzichte van de totale formatie bedraagt per 31 december 2019 17,8%. Eind 2018 bedroeg de flexibele schil nog 19,5%. De verminderde vraag naar onderwijs hebben we kunnen opvangen door een afname van de flexibele schil. De flexibele schil is meegenomen in bovenstaande tabel.

Sociaal plan In verband met terugloop van het aantal leerlingen in combinatie met een hoog aantal vaste dienstverbanden is in 2016, in overleg met de bonden, een sociaal plan opgesteld. In het plan zijn onder andere afspraken vastgelegd hoe er om wordt omgegaan met boventalligheid.

Het sociaal plan is geëindigd op 1 augustus 2019. Ondanks dat het sociaal plan is geëindigd op 1 augustus 2019, worden de regelingen die in het sociaal plan staan beschreven nog wel aangeboden gedurende de periode 1 augustus 2019 tot 1 januari 2020.

In 2020 zijn gesprekken met de bonden gepland om vrijwillige mobiliteit en mogelijk een nieuw sociaal plan te bespreken.

Nieuwe arbodienstverlener In 2019 is het contract met Zorg van de Zaak beëindigd. Er zijn afspraken gemaakt met een nieuwe arbodienstverlener namelijk MedPrevent.

27

Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is gestegen van 4,7% in 2018 naar 7,15% in 2019. De landelijk gemiddelden in het onderwijs waren zowel voor 2018 als 2019 5,1% (bron CBS).

Eind 2019 is nieuw beleid geformuleerd met als doel het verzuimpercentage en het vervangingspercentage te reduceren.

Ziekteverzuim EDC 2019 2019 2018

Ziekteverzuim in % 7,15 4,7 Meldingsfrequentie 1,74 1,59 Bron: AFAS/HRM/Analyse HRM/EDC verzuimanalyse 2019

Gevoerde beleid inzake beheersing van uitkeringen na (deeltijd) ontslag In het kader van het sociaal plan hebben we overleg gevoerd met het UWV. We hebben proactief contact gezocht met de belastingdienst met als doel om eventuele uitkeringen voor te leggen aan de belastingdienst waarbij het doel is om voor elk voorgestelde individuele regeling een beschikking te krijgen.

Bij (deeltijd) ontslag wordt altijd gestreefd naar een begeleiding van werk naar werk. Hierdoor hopen we de wachtgeld verplichting tot een minimum te beperken.

28

Hoofdstuk 4 Huisvesting

Algemeen Alle gebouwen van VO Eemsdelta zijn onderzocht op bevingsbestendigheid. De uitkomst is dat alle gebouwen grondig versterkt moeten worden. Daarnaast is er door de leerlingendaling t.g.v. de demografische krimp een overmaat aan fysieke ruimte. Er is een gemiddelde bezettingsgraad van de onderwijsruimtes van 65 %.

Voor alle scholen in Appingedam en Delfzijl met uitzondering van de school in Siddeburen, de Rutger Kopland School, is besloten om een nieuwe Eemsdelta Campus te ontwikkelen. Hierover verderop meer. Voor wat betreft de toekomst van onze locatie in Siddeburen is in de loop van 2019 duidelijk geworden dat één school in de driehoek Delfzijl – Winschoten – Hoogezand niet haalbaar was. Het besluit is genomen om conform de versterkingsopgave duurzame huisvesting te realiseren voor de Rutger Kopland School in Siddeburen. Hierbij zijn er drie opties:

• Versterken van het huidige schoolgebouw • Versterken en aanpassen van een bestaande basisschool in de regio voor en school voor voortgezet onderwijs • Nieuwbouw voor de Rutger Kopland School in de regio.

Vooralsnog is er gekozen om een plan uit te werken om de huidige basisschool De Springplank geschikt te maken voor huisvesting van de Rutger Kopland School. In maart ’20 is een Plan van Eisen opgesteld. Vervolgens wordt dit vervat in een businesscase waarna de Raad van Midden-Groningen moet besluiten over de verhuizing van Rutger Kopland naar de locatie van De Springplank dan wel een andere optie kiezen om duurzame huisvesting te realiseren.

Ontwikkeling Eemsdelta Campus Op 12 december 2018 hebben Mecanoo te Delft en De Unie Architecten te Groningen hun Structuur Ontwerp gepresenteerd. Vervolgens is unaniem gekozen is voor het integraal ontwerpteam onder leiding van de Unie Architecten Groningen.

In februari 2019 is het ontwerpteam gestart met de ontwikkeling van het Voorlopig Ontwerp. De bouwbegeleiding en directie is opgedragen, na een Europese aanbesteding, aan Draaijer + Partners te Groningen.

Het ontwerpteam richt zich op architectuur, installaties, constructie, bouwfysica en kosten, inclusief alle relevante aspecten op het gebied van terrein en interieur, aardbevingsbestendig bouwen, brandveiligheid en duurzaamheid.

In 2019 zijn de volgende fasen doorlopen:

• Voorlopig ontwerp • Definitief ontwerp • Technisch ontwerp

29

Projectteam en Stuurgroep Het projectteam heeft in vijf stuurgroep bijeenkomsten de voortgang van de ontwikkeling van de Eemsdelta Campus gerapporteerd. De stuurgroep heeft in haar vergadering de volgende documenten vastgesteld:

1. Basisopdracht Integraal Ontwerpteam De Unie architecten BV Groningen voor VO Eemsdelta en, dd. 5 februari 2019; 2. Overeenkomst Bouwmanagement Draaijer + Partners, dd. 11 maart 2019, voor VO Eemsdelta, dd. 22 maart 2019; 3. Waakvlamovereenkomst Bouwmanagement ISS, dd. 7 maart 2019, voor VO Eemsdelta, dd. 15 maart 2019; 4. Offerte aanvullende advisering facilitair ontwerp door D+P, 17 juli 2019; 5. Offerte aanvullende opdracht D+P meer jaren onderhoudsplan, 17 juli 2019; 6. Vaststelling Voorlopig Ontwerp door stuurgroep, 17 juli 2019; 7. Vaststellen selectieleidraad m.b.t. aanbesteding, 31 oktober 2019; 8. Vaststellen Definitief Ontwerp gebouwen en landschap door stuurgroep, 21 november 2019.

Marktconsultatie In mei 2019 is een markconsultatie gehouden met als doel om een beeld te krijgen van hoe de markt aankijkt tegen de voorgenomen aanbesteding en opgave, met daarbij de mogelijkheden dan wel belemmeringen die marktpartijen zien bij deelname aan de aanbesteding.

Geadviseerd is om op basis van het Technisch Ontwerp aan te besteden, men voorziet de volgende kansen:

• Na contractvorming direct om tafel met betrokken partijen om het technisch ontwerp te verifiëren en de integraliteit van het uitvoeringsgereed ontwerp te borgen; • Opdrachtgever heeft veel invloed gehad op keuzes in de ontwerpfase tot contractvorming; • Relatief weinig onzekerheden in de prijsaanbieding, doordat het ontwerp al op TO-niveau is uitgewerkt; • Uitwerking uitvoeringsgereed ontwerp en bouwvoorbereiding kan efficiënter worden ingericht.

En de volgende risico’s:

• Beperkte ruimte voor optimalisatie tussen technisch ontwerp en uitvoeringsgereed ontwerp, met name op materialisatie kan optimalisatie plaatsvinden; • Risico ten aanzien van kwaliteit: maakbaarheid, uitvoerbaarheid, technische prestaties.

Aanbesteding Vanaf september zijn de voorbereidingen op de aanbesteding gestart en dit heeft geleid tot de publicatie van de opdracht in november op TenderNed. Hieraan vooraf ging een informatiebijeenkomst waarin de aanbesteding werd toegelicht.

De markt liet in 2019 grote prijsstijgingen zien, die deels structureel zijn (hogere prijzen voor grondstoffen), maar ook deels conjunctureel zijn (door de overspannenheid in de markt). Dit heeft geresulteerd in minder inschrijvingen dan verwacht. De selectiefase heeft inmiddels plaatsgevonden en de gunningsfase is in begin 2020 gestart. In de zomer van 2020 is in principe de aanbesteding afgerond.

30

Hoofdstuk 5 Communicatie

Het verslagjaar 2019 Dit verslagjaar werd de focus van communicatie gelegd op de nieuwe websites, interne communicatie en de ontwikkelingen van de onderwijscampus. Websites De websites werden onderhouden door de contentbeheerders. Per school is er een medewerker die de taak heeft om de website van zijn/haar school te onderhouden. Eens per maand komen de contentbeheerders bijeen om nieuwe ontwikkelingen en/of ideeën uit te wisselen.

Jaarverslag Ook dit jaar is het jaarverslag online te vinden op de websites van VO Eemsdelta en haar scholen.

Interne Communicatie De uitkomsten van het onderzoek van de communicatie student in 2018 werden projectmatig weg gezet. De resultaten zullen in 2020 verder uitgewerkt worden.

Oudercommunicatie Ondanks de goede resultaten van de pilot ‘hoy app’ onder 3 klassen vmbo klassen op het Theda Mansholt College in 2018, werd er nog geen vervolg aan gegeven.

Vooruitblik 2020 Het project interne communicatie komt moeizaam van de grond. Dit zit ‘m voornamelijk in beschikbare tijd van communicatie en ICT. De prioriteit in de ontwikkeling van een dashboard/intranet wordt steeds meer ingezien. Nu moet bepaald worden welk systeem hierbij past. Bij voorkeur een systeem dat aansluit op de huidige programma’s waar we mee werken. De ontwikkelingen rondom de onderwijscampus worden steeds meer zichtbaar. Hiermee is het belang van communicatie rondom de sloop en de bouw van belang. De samenwerking hierin wordt gevonden met de gemeente Appingedam. De betrokkenheid van omwonenden, medewerkers, ouders/verzorgers en leerlingen, is zeer belangrijk. Hierin staan de leerlingen centraal. In alle uitingen wordt hier rekening mee gehouden.

31

Hoofdstuk 6 Financiën

6.1 Exploitatieresultaat 2019

Realisatie Begroting Realisatie Begroting (Bedragen x € 1.000) 2019 2019 2018 2018 Rijksbijdragen 17.981 17.000 18.624 18.091 Overige baten 689 606 824 529

Totaal baten 18.670 17.606 19.448 18.620

Personele lasten 14.983 13.984 15.104 14.408 Afschrijvingen 327 424 283 562 Huisvestingslasten 1.004 1.084 1.072 1.093 Overige materiële lasten 2.116 2.039 2.304 2.197

Totaal lasten 18.430 17.531 18.764 18.259

Saldo baten en lasten 240 75 684 361 Financiële baten & lasten -15 -3 -12 -4 Netto Resultaat 225 72 672 357

In 2019 heeft VO Eemsdelta een positief resultaat behaald van € 225.000 terwijl er een positief resultaat was begroot van € 72.000. Het resultaat is hiermee € 153.000 positiever dan verwacht.

De rijksbijdragen zijn hoger dan begroot door ophoging van de bekostiging door het Rijk in verband met de CAO-stijging (€ 770.000). Verder zijn er extra middelen ontvangen voor het techniekonderwijs (€ 190.000). Daarnaast vielen de opbrengsten van nieuwkomers wat tegen (€ -/- 90.000). De overige baten zijn voornamelijk hoger door ontvangen ouderbijdragen. Zowel de ouderbijdragen als de uitgaven die gedaan worden van de ouderbijdragen worden niet begroot.

Aan de lastenkant valt met name een stijging van de personele lasten op. De stijging wordt veroorzaakt door de CAO-stijging en stijging van de pensioenpremies. Verder is sprake geweest van meer ziektevervanging en inhuur van een interim-directeur.

De afschrijvingslasten zijn daarentegen lager dan begroot. In 2018 zijn de afschrijvingstermijnen aangepast doordat de opleverdatum van de nieuwbouw een jaar naar achteren is geschoven. Deze wijziging is aangebracht na het vaststellen van de begroting. Dit is de belangrijkste reden van de lagere realisatie.

Bij de huisvestingslasten zijn wat kleinere afwijkingen zichtbaar vergeleken met de begroting. In de jaarrekening verderop in dit jaarverslag volgt een uitgebreidere toelichting op deze verschillen.

32

6.2 Kengetallen

Signalerings- Kengetallen 2019 2018 2017 waarde

Solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) < 0,2 0,29 0,27 0,42 Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / balanstotaal) < 0,3 0,37 0,36 0,61 Liquiditeit, current Ratio (vlottende activa / kort vreemd vermogen) < 0,75 1,18 1,37 2,07 Huisvestingsratio (huisvestingslasten + afschrijving gebouwen en terreinen / totale lasten) > 0,1 0,07 0,07 0,08 Weerstandsvermogen (eigen vermogen / baten) < 0 ,05 0,17 0,16 0,12 Rentabiliteit (resultaat / baten) < -0,10 0,012 0,035 0,003

In bovenstaande tabel zijn risico-indicatoren opgenomen met daarnaast de signaleringswaarden. Deze risico-indicatoren worden door de onderwijsinspectie gebruikt voor het tijdig detecteren van financiële risico’s bij onderwijsinstellingen.

Solvabiliteit Uit de uitkomsten valt op te merken dat beide solvabiliteitsindicatoren momenteel voldoende zijn. In de nieuwe meerjarenbegroting is gestuurd op positieve resultaten na 2021 waardoor het eigen vermogen licht toe zal nemen. Vanaf het moment van in gebruik van de Eemsdelta Campus zal het balanstotaal echter stijgen (als gevolg van activering van de onderwijscampus en opnemen van een langlopende schuld), waardoor de solvabiliteit zal dalen naar ruim 0,14.

Liquiditeit De liquiditeitsratio, welke aangeeft in hoeverre de organisatie in staat is om aan haar kortlopende schulden te voldoen, is ruim voldoende.

Huisvestingsratio De huisvestingsratio, welke aangeeft welk deel van de lasten betrekking heeft op de huisvestingslasten ligt onder de signaleringswaarde en valt daarmee binnen de normen die gehanteerd worden door Inspectie.

Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is in 2019 gestegen ten opzichte van 2017 en 2018. Bij de meeste onderwijsinstellingen ligt het weerstandsvermogen tussen de 0,1 en 0,4. Met een kengetal van 0,16 valt VO Eemsdelta ook in deze bandbreedte. In meerjarig perspectief zal het weerstandsvermogen op basis van de huidige meerjarenbegroting dalen naar 0,11. Het voorliggende voorstel vereenvoudiging nieuwe bekostigingssystematiek zal hier een positieve invloed op hebben.

33

Rentabiliteit De rentabiliteitswaarde wijkt licht af van de signaleringswaarde door het positieve resultaat over 2019.

6.3 Continuïteitsparagraaf

VO Eemsdelta bevindt zich in een zogenaamde krimpregio. Als gevolg van dit feit zullen de leerlingenaantallen naar verwachting de komende jaren blijven dalen. Dit heeft de nodige consequenties voor de financiën en dus ook voor de personele bezetting. Met betrekking tot dit laatste aspect zullen we voortdurend de personele bezetting aan moeten passen aan de verminderde vraag naar onderwijs in onze regio. In het verslagjaar is de personele bezetting onvoldoende aangepast aan de verminderde vraag. Dit is dan ook de reden voor het begrote tekort in 2020.

Vanaf schooljaar 2020-2021 is de verwachting dat de personele bezetting weer is afgestemd op de onderwijsvraag. De personele bezetting zal voortdurend kritisch worden bekeken en er zal geprobeerd worden via natuurlijk verloop de afbouw van de personele bezetting te realiseren zodat gedwongen ontslagen voorkomen worden. Daarnaast zullen door het stroomlijnen en het verder automatiseren van processen arbeidsplaatsen mogelijk anders ingevuld kunnen worden.

Kengetallen 2019 2020 2021 2022 2023 2024

Personele bezetting in FTE 186 170 167 164 163 161 Management & directie 11 11 11 10 10 10 Onderwijzend personeel 133 119 117 116 114 113 Onderwijs ondersteunend personeel 42 40 39 38 38 37

1 okt 1 okt 1 okt 1 okt 1 okt 1 okt

'18 '19 '20 '21 '22 '23 Leerlingenaantallen (incl. ISK, excl. VAVO) 1847 1750 1717 1689 1679 1665 100,0% 94,7% 93,0% 91,4% 90,9% 90,1% Bron: o.a. Foleta en Magister, berekend o.b.v. het huidige marktaandeel

Toelichting De leerlingenaantallen t-1 zijn de basis voor de bekostiging voor t = 0. Concreet betekent dit dat de leerlingenaantallen op 1 oktober 2018 basis zijn voor de bekostiging in 2019 en dat deze leerlingenaantallen de basis zijn voor de formatie voor de eerste 7 maanden van 2019.

Meerjarenbegroting Het VO Eemsdelta staat de komende jaren voor grote financiële uitdagingen. Redenen hiervoor zijn de komende veranderingen in de bekostigingssystematiek vanuit het Ministerie, terugloop van middelen voor LWOO-leerlingen die worden ontvangen van het samenwerkingsverband en de CAO afspraken die gemaakt zijn omtrent de verlaging van de werkdruk voor docenten, met als gevolg een opwaartse druk op de personeelskosten. Ook de krimp leidt mede tot die grote uitdagingen.

34

Met de lagere middelen vanuit het samenwerkingsverband is al rekening gehouden in de meerjarenbegroting zoals opgenomen in dit jaarverslag. Met de verandering in de bekostigingssystematiek van de Rijksbijdragen en de veranderingen naar aanleiding van de CAO- gesprekken is nog geen rekening gehouden omdat de impact op de cijfers nog niet bekend is. Er is nog geen definitief besluit aangekondigd vanuit het ministerie van OCW. Wel is de verwachting dat er met ingang van het kalenderjaar 2022 een nieuwe bekostigingssystematiek geldt.

Naast deze veranderingen is VO Eemsdelta volop aan de slag met de ontwikkeling van de Eemsdelta Campus. Uitgangspunt is dat wij in 2022 de Eemsdelta Campus zullen gaan betrekken. Het corona-virus zou mogelijk kunnen leiden tot een vertraging.

De nieuwbouw stelt ons in staat om enerzijds ons probleem op het gebied van overcapaciteit op te lossen en anderzijds onze deels gedateerde schoolgebouwen in te wisselen voor een moderne onderwijsomgeving die energiezuinig is, waardoor wij in staat zijn om onze exploitatielasten structureel te verlagen.

In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een ingebruikname van de nieuwe Eemsdelta Campus met ingang van schooljaar 2022-2023. Omdat er sprake is van een doordecentralisatie, waardoor wij als onderwijsinstelling eigenaar worden van het gebouw, ontvangen we van de gemeente een doordecentralisatievergoeding waarmee de afschrijvingslasten en financieringslasten gedekt kunnen. De exploitatielasten op het gebied van huisvesting daarentegen zullen dalen.

Een groot risico is of we in de huidige markt onze ambities kunnen realiseren bij een gelijkblijvend budget. Vanuit de Rijksoverheid en de gemeente zijn al extra gelden ter beschikking gesteld ter compensatie van de gestegen bouwkosten.

Meerjarenbalans over de jaren 2019 t/m 2024

Bron: Meerjarenbegroting 2019 t/m 2024

35

Bron: Meerjarenbegroting 2019 t/m 2024

In de Meerjarenbalans is te zien dat vanaf het jaar 2020 de post materiele vaste activa (activa in uitvoering) geleidelijk zal stijgen als gevolg van de investeringen in de Eemsdelta Campus. Vanaf 2021 zien we als gevolg van deze investering een opname van de lening onder de langlopende schulden. Vanaf 2022 wordt de Eemsdelta Campus geactiveerd en wordt er op afgeschreven.

Onder het eigen vermogen zijn naast de algemene reserve ook een tweetal publieke bestemmingsreserves en een private bestemmingsreserve opgenomen. De grootste publieke bestemmingsreserve is een aantal jaren geleden gevormd voor financiering van het generatiepact. Daarnaast is er nog een bestemmingsreserve die dient ter financiering van de oude regeling spaarverlof. In 2020 zien we als gevolg van de resultaatbestemming 2019 een forse dotatie aan de publieke bestemmingsreserve. Hier liggen een tweetal redenen ten grondslag, te weten: dotatie slobgelden à € 264.000 en dotatie loonkostenontwikkeling 2019 welke in 2020 wordt uitgekeerd à € 142.500. Deze gelden vallen in 2021 en 2022 vrij.

De private bestemmingsreserve is ontstaan ten tijde van de liquidatie van de steunstichting Fivelborgh en zal naar verwachting worden aangesproken voor de nieuwbouw.

Treasury Het treasurybeleid richt zich met name op het elimineren van het liquiditeitsrisico dat structureel gevolgd wordt. De liquiditeit heeft zich in de periode 2013 tot en met 2016 dermate ontwikkeld dat de bankgarantie van de Gemeente Appingedam niet verlengd is en dus is komen te vervallen. Overtollige liquiditeiten worden risicomijdend weggezet op een spaarrekening.

Voor de te ontwikkelen Onderwijscampus is de financiering begin 2018 gecontracteerd. De verwachting is dat de eerste aanspraak hierop in 2020 zal geschieden.

Derhalve kunnen wij zeggen dat het treasurybeleid zoals beschreven in het treasurystatuut wordt nageleefd.

36

Treasurybeleid: • In 2019 is er geen sprake van beleggen, lenen of derivaten. Er hebben zich in 2019 derhalve geen wijzigingen voorgedaan. • Rapportage over het gehanteerde treasurystatuut: o Het beleid is risicomijdend. Op dit moment is er binnen het VO Eemsdelta geen sprake van beleggen, lenen en derivaten. Over de uitvoering valt dus ook niets te vermelden; o Er is geen sprake van beleggingen, leningen en derivaten. Er is derhalve ook geen waarde aan alle componenten toe te kennen; o Behoudens spaarrekeningen, die ter vrije beschikking staan van de organisatie, is er geen sprake van beleggen en is er ook geen sprake van een datum van vrijval van beleggingen.

Meerjarenexploitatie over 2019 t/m 2024 (zonder rekening te houden met het wetvoorstel vereenvoudiging bekostiging)

2019 2020 2021 2022 2023 2024

Baten 100,0% 90,3% 88,5% 90,6% 90,4% 89,6% Rijksbijdragen 17.981.348 16.222.402 15.913.426 15.653.885 15.550.429 15.408.449 Overige overheidsbijdragen 605.000 605.000 605.000 Overige baten 689.140 641.820 607.500 655.789 725.057 717.541 Totale baten 18.670.488 16.864.222 16.520.926 16.914.674 16.880.486 16.730.990

Lasten Personeelslasten 14.982.582 13.891.907 13.178.697 12.967.599 12.939.264 12.833.690 Afschrijvingen 327.237 363.833 451.090 718.088 1.038.019 1.018.350 Huisvestingslasten 1.004.150 1.064.700 1.010.900 1.314.831 949.513 951.422 Overige lasten 2.116.451 2.059.076 1.861.919 1.833.378 1.792.665 1.766.368 Totale lasten 18.430.420 17.379.516 16.502.606 16.833.896 16.719.461 16.569.830

Financiële baten en lasten -15.068 -11.750 -11.750 -456.950 -449.248 -441.374 Exploitatieresultaat 225.000 -527.044 6.570 -376.172 -288.223 -280.214

Overige gegevens:

Investeringen 222.863 300.000 170.000 22.000.000 200.000 200.000 Bron: Meerjarenbegroting 2019 t/m 2024

37

Vereenvoudiging bekostiging De impact van het voorstel vereenvoudiging bekostiging is in bovenstaand overzicht buiten beschouwing gelaten. In onderstaande tabel laten wij de impact zien van het voorstel vereenvoudiging bekostiging.

Op dit moment ligt het wetsvoorstel vereenvoudiging bekostiging voor in de 1e en 2e kamer. Naar verwachting zal dit voorstel aangenomen worden en vervolgens in 2022 van kracht worden. De gevolgen van deze invoering zijn voor onze school dermate positief dat wij de RvT willen vragen op dit moment geen aanvullende taakstellingen op te leggen voor 2022 en verder omdat wij verwachten dat dit nagenoeg geheel gecompenseerd zal worden door de invoering van de nieuwe systematiek.

Rijksbijdragen De rijksbijdragen zijn grotendeels afhankelijk van de leerlingenaantallen. Echter voor een deel van de gelden die wij ontvangen uit het samenwerkingsverband (LWOO en LRO) geldt dat er sprake is van een afbouwregeling waarbij de komende jaren nog iets gecompenseerd zal worden. Vanaf 2021 is het juiste niveau bereikt aan inkomsten van het samenwerkingsverband.

Overige overheidsbijdragen Vanaf het moment van oplevering van de Eemsdelta Campus, naar verwachting medio 2022, zullen de doordecentralisatie opbrengsten vanuit de Gemeente bij ons binnenkomen. Deze bijdrage is voor de komende 40 jaar constant.

Overige baten De ESF-subsidie houdt na 2019 op. In 2020 komen daar de zogenaamde impulsgelden voor in de plaats. De inkomsten lopen hierdoor van € 70.000 terug naar € 35.000.De huuropbrengsten gymzalen lopen parallel met de huurkosten gebouwen. Het betreft hier een huursubsidie voor de gymzalen. De verwachting is dat we op de Eemsdelta Campus voldoende ruimte hebben zodat er van huur geen sprake meer zal zijn. Vanaf het moment dat we in de Eemsdelta Campus zitten, zullen we verhuuropbrengsten ontvangen van onze huurder, het Noorderpoort.

38

Personele lasten De personele lasten zijn grotendeels gerelateerd aan het aantal leerlingen. De organisatie zal dus mee moeten bewegen met deze daling. Voor 2020 is dit niet gelukt. We verwachten dat dit in kalenderjaar 2021 hersteld is.

Daarnaast zal ons personeelsbeleid gebaseerd zijn op vitaliteit waarbij we tevens streven naar een gezonde samenstelling van het personeelsbestand. Een aantal jaren geleden is hier een bestemmingsreserve voor gevormd. Door het aanspreken van deze bestemmingsreserve kunnen we dit beleid vormgeven zonder in te teren op onze algemene reserves. Daarnaast hebben we te maken met krapte op de arbeidsmarkt. We zullen moeten blijven investeren in personeelsbeleid om bevoegde en bekwame docenten aan VO Eemsdelta te blijven binden. Door pensionering van medewerkers die gebruik maken van de aflopende BAPO-regeling zullen de personeelslasten teruglopen. Strategisch personeelsbeleid zal om extra middelen gaan vragen om tot een gezonde samenstelling van het personeelsbestand te komen.

Afschrijvingen De afschrijvingslasten zitten de komende jaren rond de € 400.000. Vanaf 2022 zullen de lasten stijgen als gevolg van het activeren van de Eemsdelta Campus.

Huisvestingslasten De huisvestingslasten zullen de komende jaren stabiliseren op het niveau van rond € 1.000.000. In 2022 zien we een piek die wordt veroorzaakt door eenmalige huisvestingslasten. Daarna zien we een daling van de huisvestingslasten. Dit is nu nauwelijks zichtbaar omdat de verhuurbaten van de medegebruiker verwerkt is in de baten.

Overige instellingskosten De overige instellingskosten lopen gedeeltelijk (ruim 40% betreft leermiddelen) parallel met de leerlingenaantallen. Daar waar deze niet direct gerelateerd zijn aan het aantal leerlingen zal een taakstelling geformuleerd moeten worden.

Financiële baten en lasten De financieringslasten zijn constant. Met betrekking tot de financiering is tot 1-8-2022 een kortlopend krediet afgesproken. Op dit kortlopend krediet zit momenteel een negatieve rente. Dit maakt dat uitgangspunt is dat er tot het moment van oplevering van de Eemsdelta Campus thans geen sprake is van bouwrente. Vanaf 1-8-2022 gaat de financiering lopen. Dit is terug te zien in de stijgende lasten in 2022.

Solvabiliteit De solvabiliteit voldoet momenteel aan de gestelde eisen van de Inspectie. Dit zal t/m 2021 op basis van bovenstaande cijfers zo blijven. In 2022 wordt de Eemsdelta Campus opgeleverd en daarmee geactiveerd. De solvabiliteit zal bij een gelijkblijvend eigen vermogen en toename van het totale vermogen van 21 miljoen euro aanzienlijk dalen. Het bestuur is van mening dat door het elimineren van het risico op het gebied van huisvesting en een gelijkblijvend eigen vermogen de situatie verbetert in plaats van verslechtert. Het risico op het gebied van krimp is hiermee gereduceerd.

Liquiditeit De liquiditeit zal in 2022 dalen omdat de uitgaven op het gebied van inrichting van de Eemsdelta Campus betaald zullen worden uit eigen middelen. In de jaren daarna zal de liquiditeit weer stijgen omdat er een

39 voorziening voor groot onderhoud wordt gevormd. De eerste 5 jaar na oplevering van de Eemsdelta Campus zullen er nagenoeg geen uitgaven zijn op dit gebied.

6.4 Rapportage aanwezigheid/werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

Jaarlijks wordt er een begroting voor het komende kalenderjaar opgesteld. Tevens wordt er een meerjarenbegroting opgesteld welke door de Raad van Toezicht wordt goedgekeurd waarna het College van Bestuur de begroting vaststelt. Op basis van interne en externe gegevens worden baten en lasten bepaald. Externe gegevens komen met name van de VO-raad en toeleverende basisscholen. Interne gegevens zijn met name verwachte in-, door- en uitstroomgegevens van leerlingen. Voor wat betreft de kosten wordt er gebruik gemaakt van historische gegevens in combinatie met verwachtingen en geformuleerd beleid. Voor 2020 is het begrotingsproces geëvalueerd door onze accountant. De belangrijkste bevindingen lagen op het terrein van aangebrachte functiescheiding en genomen interne controlemaatregelen.

Periodiek worden uitputtingsrapportages opgesteld en besproken met bestuur, directie en overige budgethouders. Twee keer per jaar wordt een tussentijdse rapportage met eindejaarsprognose opgesteld. Deze wordt besproken met bestuur, directie, toezichthouders en GMR.

Daarnaast hanteren we ook de nodige ‘soft-controls’ en proberen we een collegiale aanspreekcultuur te bevorderen voor wat betreft het naleven van de letter en de geest van de governancecode. Ook is het Multidisciplinair overleg tussen directeuren en ondersteunende diensten in 2019 voortgezet. Hierbij heeft collegiale (bestuurlijke) visitatie haar intrede gedaan met als doel om feedback te verkrijgen, te leren verbeteren. Vraagstukken worden daardoor meer in samenhang met elkaar bekeken en besproken.

Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij naar het begin van dit jaarverslag waar het verslag van het toezichthoudend orgaan is opgenomen.

6.5 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

Algemeen In de afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het leggen van een stevige financiële basis, om zo ook te voldoen aan de eisen die de inspectie aan scholen voor voortgezet onderwijs stelt. Tevens is er geanticipeerd op de krimp onder andere door met vertegenwoordigers van vakbonden afspraken te maken over het omgaan met en opvangen van de personele gevolgen van de krimp. Hieronder benoemen we de naar ons idee belangrijkste risico’s en beschrijven hoe we daarop anticiperen.

Krimp VO Eemsdelta bevindt zich in een regio waar sprake is van een krimp van de bevolking. Komende jaren zal het leerlingenaantal, als gevolg van demografische ontwikkelingen, dan ook verder dalen. Die daling kan slechts in geringe mate worden gecompenseerd door een vergroting van het marktaandeel. De school zal dus moeten anticiperen op deze ontwikkeling. Die krimp doet zich in een groot deel van de provincie voor. Er worden op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt over het onderwijsaanbod en over mogelijke samenwerking op tal van gebieden zonder concessies te doen aan de kwaliteit van het onderwijs. VO Eemsdelta heeft een proactieve houding in de verkenning van de mogelijkheden op het gebied van samenwerking met andere besturen.

40

Nieuwbouw en financieel beleid VO Eemsdelta hanteert een begrotingsbeleid dat als voorzichtig gekenmerkt mag worden. Nu de komst van de nieuwbouw definitief is, is het onderhoud aan de huidige gebouwen beperkt en zullen investeringen in gebouwen alleen plaats vinden in dien strikt noodzakelijk en de activa mee over kunnen naar de nieuwe locatie. Huidig materieel vast actief wordt versneld afgeschreven waarbij rekening wordt gehouden met de verwachte opleverdatum van de te ontwikkelen Eemsdelta Campus. Op termijn van een aantal jaar verhuizen we naar de nieuw te bouwen onderwijscampus. Daarmee lossen we het toenemende probleem van overmaat aan vierkante meters op. Wel zullen we vanaf dat moment weer strikt de financiële middelen moeten toekennen in onze begrotingen voor planmatig onderhoud en voor exploitatie. Dit vergt een ijzeren begrotingsdiscipline. Door het realiseren van de nieuwbouw zal de solvabiliteit dalen. De vierkante meters zijn door de nieuwbouw aangepast aan de nieuwe behoefte waardoor de overcapaciteit is geëlimineerd. Dit betekent dat we met een gelijkblijvend niveau van de algemene reserves minder risico’s hoeven te dekken. Hierdoor voorziet het bestuur geen probleem bij het dalen van de solvabiliteit.

Passend onderwijs Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het Passend Onderwijs ingevoerd. De school heeft de zorgplicht voor alle aangemelde leerlingen. Het samenwerkingsverband, waar de school onderdeel van is, is verplicht te zorgen voor en dekkend aanbod van Passend Onderwijs. Vanaf 2015 is de financiering van LWOO en Praktijkonderwijs onderdeel geworden van de bekostiging van het samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband is tussen de deelnemende scholen overeengekomen, dat het budget voor LWOO- leerlingen voorlopig gemaximaliseerd is op een vastgesteld aantal leerlingen per school. Vanaf 2018 zijn de budgetten opnieuw vastgesteld. Met ingang van dat jaar zijn de inkomsten voor LWOO- leerlingen drastisch gedaald en wordt dit maar deels gecompenseerd door LRO-gelden. In 2021 zullen de LWOO-gelden zijn afgebouwd naar nul.

Onderwijsaanbod Met een krimpend aantal leerlingen dient zich steeds weer de vraag aan of, en zo ja in hoeverre VO Eemsdelta de volledige breedte van de huidige opleidingen en profielen kan aanbieden. Vooralsnog zijn de prognoses dusdanig dat we verwachten ook in de toekomst het brede aanbod te kunnen blijven verzorgen. De school zal dan wel op deelgebieden creatief moeten zijn en vooral de samenwerking met anderen moeten zoeken om dat brede aanbod ook goed en volwaardig te blijven bieden.

Negatieve rente op rekening courant Medio 2020 zullen de banken negatieve rente in rekening brengen bij hun klanten. In 2020 beschikt VO Eemsdelta over overtollige middelen als gevolg van middelen ter financiering van de Eemsdelta Campus. Deze situatie zal zich een jaar voordoen. € 4.000.000 kunnen wij zonder negatieve rente aanhouden. Voor de overige middelen zoeken wij naar een passende oplossing. Schatkist bankieren bij de BNG is een mogelijkheid die wij nu onderzoeken.

41

Corona crisis Op het moment van schrijven is de school al enkele maanden dicht. Besloten is dat de scholen begin juni weer open gaan. Op dit moment is onduidelijk is hoe dit er uit gaat zien. Op dit moment kunnen wij niet alle risico’s voorzien maar houden wij rekening met de volgende financiële consequenties: • Annuleringskosten (buitenland) excursies, bij benadering € 25.000; • Mogelijke opschorten van de oplever datum van de Eemsdelta Campus. In de cijfers is hier geen rekening mee gehouden omdat de impact lastig te bepalen is; • Op dit moment zijn we druk bezig met het organiseren van onderwijs op afstand. Vooralsnog zijn hier geen grote uitgaven mee gemoeid. Wel worden leerlingen die zelf geen device hebben voorzien van een device van school. Deze worden door de school in bruikleen gegeven.

Conclusie Met uitzondering van het risico krimp worden bovengenoemde risico’s niet gemitigeerd. In 2019 is ten aanzien van de risico’s inzake krimp voorzichtig omgegaan met het verstrekken van zogenaamde vaste aanstellingen. Met betrekking tot het risico onderwijsaanbod en digitalisering zijn in 2019 een aantal pilots voortgezet en zullen we hier 2020 en verder op voortborduren.

In 2019 heeft er geen risicoanalyse plaats gevonden. In het jaar 2020 heeft het bestuur een risicoanalyse gepland en wil zij middels een risico-inventarisatie de financiële impact van de risico’s in kaart brengen.

De financiële impact is voor het boekjaar 2020 en verder op dit moment nog niet te kwantificeren. Wel is bepaald dat risicomanagement structureel onderwerp van gesprek wordt tussen bestuur en de Raad van Toezicht.

42

Hoofdstuk 7 Jaarrekening

7.1 Model A: Balans per 31 december 2019 (voor resultaatbestemming)

1. Activa 31 december 2019 31 december 2018 € € € € 1.1 Vaste activa

1.1.2 Materiële vaste activa 2.870.074 1.329.806 Totaal vaste activa 2.870.074 1.329.806

1.2 Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen 274.704 408.475 1.2.4 Liquide middelen 8.181.542 9.387.486 Totaal vlottende activa 8.456.246 9.795.962

Totaal activa 11.326.320 11.125.768

2. Passiva 31 december 2019 31 december 2018 € € € €

2.1 Eigen vermogen 3.029.779 2.357.879 Resultaat boekjaar 225.000 671.900 Totaal Eigen vermogen 3.254.779 3.029.779

2.2 Voorzieningen 920.417 952.923

2.3 Langlopende schulden

2.4 Kortlopende schulden 7.151.124 7.143.066

Totaal passiva 11.326.320 11.125.768

43

7.2 Model B: Staat van baten en lasten over 2019

Realisatie Begroting Realisatie 2019 2019 2018 € € €

3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 17.981.348 16.999.747 18.624.248 3.5 Overige baten 689.140 606.128 823.676

Totaal baten 18.670.488 17.605.875 19.447.924

4 Lasten 4.1 Personeelslasten 14.982.582 13.983.840 15.103.896 4.2 Afschrijvingen 327.237 424.158 282.980 4.3 Huisvestingslasten 1.004.150 1.083.900 1.072.279 4.4 Overige lasten 2.116.450 2.039.100 2.304.386

Totaal lasten 18.430.420 17.530.998 18.763.542

Saldo baten en lasten 240.068 74.877 684.382

6 Financiële baten en lasten -15.068 -3.000 -12.482

Resultaat 225.000 71.877 671.900

Voor een toelichting op de afwijkingen ten opzichte van de begroting wordt verwezen naar de toelichting op de staat van baten en lasten, paragraaf 7.6.

44

7.3 Model C: Kasstroomoverzicht over 2019

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:

2019 2018 € € € € Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten 240.068 684.382

Aanpassingen voor: Afschrijvingen 327.237 271.380 Mutatie voorzieningen -32.506 -144.568

Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen 133.771 195.927 Schulden 8.058 4.954.208 Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 676.628 5.961.329

Ontvangen interest - - Betaalde interest (-/-) -15.068 -12.482 -15.068 -12.482 Kasstroom uit operationele activiteiten 661.560 5.948.847

Investeringen in: Investeringen in materiële vaste activa (-/-) -1.867.504 -510.507 Desinvesteringen in materiële vaste activa - 14.500 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.867.504 -496.007

Mutatie liquide middelen -1.205.944 5.452.840

Beginstand liquide middelen 9.387.486 3.934.646 Mutatie liquide middelen -1.205.944 5.452.840

Eindstand liquide middelen 8.181.542 9.387.486

Het kasstroomoverzicht uit financieringsactiviteiten is niet opgenomen omdat er op dit moment geen financieringsstromen lopen.

45

7.4 Grondslagen

7.4.1 Algemene toelichting

Activiteiten De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit:

• dienstverlening op het gebied van onderwijs; • dienstverlening op het gebied van opvoeden.

Beiden zijn gebaseerd op een bijzondere grondslag met als basale waarden:

‘Wederzijds respect voor anderen, evenals tolerantie en ruimdenkendheid ten opzichte van andersdenkenden. Zowel leerlingen als medewerkers worden aangesproken op discriminatoir en agressief gedrag. De school voedt op tot een volwaardig mens en burger met gelijke kansen voor persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing, waarbij ook hoort het opkomen voor de zwakkeren in onze samenleving.’

Continuïteit Op basis van de realisatie 2019 en de prognose voor 2020 t/m 2024 in combinatie met de ophanden zijnde vereenvoudiging bekostiging zijn de in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de instelling.

Diverse toelichtingen De stichting Voortgezet Onderwijs Eemsdelta, handelend onder de naam VO Eemsdelta, heeft haar statutaire zetel in Appingedam. De feitelijke vestigingsplaats en het correspondentieadres zijn gelegen in de Gemeente Delfzijl. Het (bezoek)adres is Sikkel 3, 9932 BD te Delfzijl. Het correspondentieadres is Postbus 173, 9930 AD te Delfzijl. De stichting is ingeschreven bij het Handelsregister Kamer van Koophandel onder nummer: 53035887.

Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2019.

Stelselwijzigingen In 2019 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.

Schattingswijzigingen In 2019 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan.

Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Als het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

46

7.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 660 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving en met de bepalingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT) publieke en semipublieke sector.

Activa en verplichtingen worden in het algemeen initieel gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs tenzij anders wordt vermeld. Als geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. De vervolgwaardering is in het algemeen tegen geamortiseerde kostprijs. De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waarvoor een financieel actief of financiële verplichting bij de eerste verwerking in de balans wordt opgenomen, verminderd met aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag en verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening) wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid.

In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Saldering De rechtspersoon heeft een actief en een post van het vreemd vermogen gesaldeerd in de jaarrekening opgenomen uitsluitend indien en voor zover:

• De rechtspersoon beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het actief en de post vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; • En de rechtspersoon het stellige voornemen heeft het saldo als zodanig of beide simultaan af te wikkelen.

Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar verderop in dit verslag.

Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten.

47

Als voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs.

Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.

De materiële vaste activa worden als volgt lineair afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur rekening houdend met de restwaarde: • De terreinen worden niet afgeschreven; • De bedrijfsgebouwen over twintig jaar; • De overige materiële vaste activa over vier tot tien jaar.

Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden zij als een schattingswijziging verantwoord.

Buiten gebruik gestelde materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde.

Een materieel vast actief wordt niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht. De bate of last die voortvloeit uit de desinvestering wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. Dergelijke kosten worden geactiveerd in het jaar waarin de oplevering plaats vindt. De kosten van waardevermindering worden rechtstreeks in het resultaat verantwoord.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.

Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffend actief.

Als wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn als geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.

Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.

48

Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Bij de bestemmingsreserves is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht. Dit is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Voor wat betreft de bestemmingsreserve publiek geldt als bestedingsdoel de financiering van het spaarverlof en het generatiepact.

Voorzieningen

Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

De voorzieningen worden post voor post berekend en zij worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.

Reorganisatievoorziening De reorganisatievoorziening wordt getroffen voor te maken kosten in het kader van actieve mobiliteit van medewerkers (personeelskosten) inclusief verwachte bijkomende kosten.

Voorziening Wachtgelders Voorziening wachtgeld wordt getroffen voor verplichtingen jegens oud-werknemers. De waarde wordt bepaald aan de hand van gegevens van externe bronnen waaronder Dienst Uitvoering Onderwijs en WW+ voor het bovenwettelijk gedeelte.

Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen conform RJ 271 voor uitkeringen voor 25- en 40 jarige dienstverbanden. Deze voorziening wordt gewaardeerd op basis van uurloon en de verwachte blijfkans.

Voorziening duurzame inzetbaarheid De voorziening duurzame inzetbaarheid wordt gevormd om cao-afspraken, in het kader van Levensfase bewust personeelsbeleid, die niet direct worden opgeëist te voorzien. De waarde wordt bepaald op basis van uren maal tarief. Voor wat betreft het tarief wordt gewerkt met een individueel uurtarief.

49

Voorziening langdurig zieken In 2018 is een voorziening gevormd voor langdurig zieken. Deze voorziening wordt opgenomen voor de loonkosten van mensen die naar alle waarschijnlijkheid het werk niet meer of niet geheel zullen hervatten.

Kortlopende schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.

Niet langer in de balans opnemen van financiële activa en verplichtingen Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie er toe leidt dat alle, of nagenoeg alle, rechten op economische voordelen en alle, of nagenoeg alle, risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.

Leasing

Operationele leasing Bij de instelling liggen leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.

Voor wat betreft de afgesloten operational leasecontracten is er geen sprake van variabele rente waardoor er geen sprake is van rente- en kasstroomrisico.

7.4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat

Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben tenzij de wet- en regelgeving anders bepaald. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, als zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Opbrengstverantwoording

Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Rijksbijdragen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.

Giften Als baten worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten, worden deze gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer.

50

Overige overheidsbijdragen en –subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten.

Overige baten Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten.

Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven.

Als een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn inbegrepen onder de afschrijvingen.

In het kader van de aardebevingsproblematiek in onze regio is er thans sprake van nieuwbouw. Voorsorterend op een mogelijke nieuwbouw hebben wij de post gebouwen her beoordeeld op verwachte levensduur en de afschrijvingen daaraan aangepast.

Personeelsbeloningen

Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

Pensioenen De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basispremies betaald door de instelling.

ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa als dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

Vanaf 2015 gelden er nieuwe regels ten aanzien van de bepaling van de dekkingsgraad en wordt er gerekend met een gemiddelde over het achterliggende jaar. De nieuwe berekening wordt aangeduid met de term beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad zou stabieler zijn dan de oude dekkingsgraad doordat schommelingen op korte termijn gemiddeld worden. Eind februari 2020 bedraagt de beleidsdekkingsgraad 94,4 %. Hiermee ligt de beleidsdekkingsgraad lager dan de 128% die de

51 pensioenregels voorschrijven. Daarnaast is wettelijk bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet langer dan 5 jaar onder de 104,2% mag liggen. Deze grens kan afhankelijk van de rente en de beleggingsmix verschuiven.

Indien het ABP verwacht dat het niet lukt om binnen 10 jaar de bovengenoemde 128% te halen of indien de beleidsdekkingsgraad langer dan 5 jaar lager is dan 104,2% dan zal het ABP de pensioenen verlagen (www.abp.nl). Een eventuele verlaging mag over maximaal 10 jaar gespreid worden, zodat het pensioen niet plotseling fors lager wordt.

Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post.

Financiële baten en lasten

Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.

Belastingen Het VO Eemsdelta maakt gebruik van de Onderwijs- en Onderzoeksvrijstelling. Dat betekent dat VO Eemsdelta volledig vrijgesteld is van heffing van Vennootschapsbelasting.

7.4.4 Grondslagen van het kasstroomoverzicht

Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Hieronder verstaan wij kasgelden en banktegoeden. Betaalde en ontvangen interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Investeringen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2019 geldmiddelen zijn opgeofferd.

52

7.5 Toelichting op de balans

1 Activa

1.1 Vaste activa

1.1.2 Materiële vaste activa

De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven:

In 2015 is besloten om de huidige gebouwen en de inrichting daarvan af te schrijven tot het moment van ingebruikname van de nieuw te bouwen onderwijscampus. In 2018 is de verwachte opleverdatum van de Eemsdelta Campus aangepast naar ingang schooljaar 2022-2023 en is besloten voor de relevante activa de afschrijvingstermijn te verlengen.

Onder de post ‘Andere vaste bedrijfsmiddelen’ zijn leermiddelen opgenomen.

Onder de post ‘Activa in uitvoering zijn de uitgaven opgenomen die tot nu zijn gedaan voor de nieuwbouw van de Eemsdelta Campus.

53

1.2 Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen 2019 2018 € € € € 1.2.1.1 Vorderingen op debiteuren 25.945 25.793 1.2.2.7 Vorderingen (ouders van leerlingen) 42.674 63.519

68.619 89.312

1.2.2.6 Vorderingen op personeel 2.870 4.457 1.2.2.12 Vooruitbetaalde kosten 159.345 143.324 1.2.2.15 Overlopende activa overige 52.475 194.504

1.2.2.16 Af: Voorziening wegens oninbaarheid -8.605 -23.122

274.704 408.475

Bovenstaande vorderingen betreffen vorderingen met een looptijd van korter dan één jaar. De post overlopende activa is in 2019 gedaald door de ontvangst van een ESF-subsidie in 2019 over voorgaande schooljaren.

1.2.4 Liquide middelen

De post geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld:

2019 2018

€ € € € 1.2.4.1 Kasmiddelen 2.467 2.711 1.2.4.2 Tegoeden op bankrekeningen 8.179.075 9.382.819 1.2.4.4 Overig 0 1.958

8.181.542 9.387.487

Onder de post liquide middelen zijn geen deposito’s opgenomen. Het saldo liquide middelen staat voor 100% ter vrije beschikking van de instelling.

54

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen

2.1.1 Groepsvermogen Stand 1-1- Resultaat Resultaat- Stand 31-12- 2019 2019 bestemming 2019 2018 € € € €

2.1.1.1 Algemene reserve 1.688.699 691.942 2.380.641 Onverdeeld resultaat 671.900 225.000 -671.900 225.000 2.1.1.2 Bestemmingsreserve publiek I 67.507 -11.769 55.738 2.1.1.2 Bestemmingsreserve publiek II 500.000 -8.273 491.727 2.1.1.3 Bestemmingsreserve privaat 101.673 - 101.673 Eigen vermogen 3.029.779 225.000 - 3.254.779

De bestemmingsreserve publiek I geldt als reservering voor het spaarverlof.

De bestemmingsreserve publiek II is gevormd met als doel te anticiperen op de krimp om daarmee gericht beleid te kunnen voeren op het vitaal houden de school en haar medewerkers. Deze bestemmingsreserve zal worden ingezet voor het generatiepact, overeenkomstig hetgeen is besproken en goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

De bestemmingsreserve privaat is ontstaan ten tijde van de liquidatie van de steunstichting Fivelborgh. Voor wat betreft deze bestemmingsreserve is besloten dat het bedrag ten goede moet komen aan de leerlingen. Het bedrag zal worden ingezet voor voorzieningen voor leerlingen in de nieuw te bouwen onderwijscampus.

Voorstel resultaatbestemming 2019 Voorgesteld wordt het resultaat over 2019 als volgt te verdelen:

Dotatie bestemmingsreserve publiek III 285.514 Dotatie bestemmingsreserve publiek IV 20.000 Onttrekking algemene reserves -16.522 Onttrekking bestemmingreserve privaat -2.598 Onttrekking bestemmingsreserve publiek I -11.769 Onttrekking bestemmingsreserve publiek II -49.625

Totale resultaat 2019 225.000

Onttrekking bestemmingsreserve publiek I In 2019 zijn er door drie medewerkers spaarverlof uren opgenomen. Voorgesteld wordt deze opname, conform de werkwijze in eerdere jaren, in mindering te brengen op de bestemmingsreserve.

55

Onttrekking bestemmingsreserve publiek II In 2019 hebben vijf medewerkers deelgenomen aan het generatiepact. Voorgesteld wordt de loonkosten waarvoor deze medewerkers geen arbeid hebben verricht, in mindering te brengen op de bestemmingsreserve.

Onttrekking betstemmingsreserve privaat In 2019 zijn twee voetbaltafels aangeschaft voor de leerlingen. Het voorstel is om deze uitgaven ten laste te brengen van de bestemmingsreserve privaat.

Dotatie bestemmingsreserve publiek III Eind 2019 hebben scholen aanvullende bekostiging ontvangen, de zogenaamde Slob-gelden. Deze gelden hebben betrekking op de boekjaren 2020 en 2021. Voorgesteld wordt om voor deze aanvullende bekostiging een bestemmingsreserve te vormen.

Dotatie bestemmingsreserve publiek IV In 2019 is de loonruimte niet volledig benut. Deze loonruimte komt tot uitkering in 2020 middels een eenmalige uitkering. Deze wordt maar deels gecompenseerd in 2020. Het voorstel is om voor het restant een bestemmingsreserve te vormen.

2.2 Voorzieningen

2.2.1 Personele voorzieningen

Het verloop van de voorzieningen is als volgt:

Stand per Stand per 01-01-2019 Dotatie Onttrekking Vrijval 31-12-2019 € € € € € 2.2.1.1 Reorganisatie 21.214 0 -19.743 -1.471 0 2.2.1.2 Duurzame inzetbaarheid 335.294 179.042 -137.815 -9.650 366.871 2.2.1.4 Jubileumuitkeringen 168.460 21.240 -15.089 -6.014 168.597 2.2.1.6 Langdurig zieken 85.000 155.861 -67.095 -6.766 167.000 2.2.1.7 Overige personele voorzieningen (wachtgeld) 342.955 -111.566 -13.441 217.948 Totaal voorzieningen 952.923 356.143 -351.308 -37.342 920.417

Alle mutaties in de personele voorziening gaan via de staat van baten en lasten. De onttrekking van de overige personele voorziening worden in mindering gebracht op de bekostiging gaan via de balans.

56

Kortlopend Langlopend Langlopend Uitsplitsing kort- en langlopend deel deel deel deel Totaal > 1 jaar < 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar € € € € 2.2.1.1 Reorganisatie 0 - 0 2.2.1.2 Duurzame inzetbaarheid 100.000 200.000 66.871 366.871 2.2.1.4 Jubileumuitkeringen 15.633 66.638 86.326 168.597 2.2.1.6 Langdurig zieken 167.000 0 0 167.000 2.2.1.7 Overige personele 25.534 138.984 53.430 217.949 voorzieningen (wachtgeld) Totaal voorzieningen 308.168 405.622 206.627 920.417

Personele voorzieningen De voorziening reorganisatiekosten is eind 2019 opgeheven. In 2019 maakten nog twee medewerkers gebruik van het sociaal plan. Het restant is in 2019 vrijgevallen.

De voorziening duurzame inzetbaarheid betreft een verplichting ten aanzien van het levensfase bewust personeelsbeleid. Voor een fulltime medewerker betreft dit 50 uur per jaar. Deze uren kunnen onder andere worden ingezet voor recuperatieverlof of voor kinderopvang. Voor deze twee keuzes bestaat een verplichting op balansdatum.

De voorziening voor jubilea heeft betrekking op per balansdatum opgebouwde rechten, rekening houdend met de kans op voortijdige beëindiging van het dienstverband van het personeelslid.

De voorziening wachtgelders heeft betrekking op het risico wat de school loopt ten aanzien van ex- werknemers die op balansdatum een uitkering genieten. De verplichting die hieruit voortvloeit is gebaseerd op prognose cijfers van het UWV en van WW-plus.

De voorziening langdurig zieken heeft betrekking op een loonverplichting voor een drietal werknemers die meer dan een jaar ziek zijn en naar verwachting na 2019 niet geheel of gedeeltelijk herstellen en dus geen prestaties meer verrichten.

57

2.4 Kortlopende schulden

2019 2018 € € € €

2.4.8 Crediteuren 334.947 515.795 2.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing 620.552 595.516 Omzetbelasting 11.608 15.131 632.160 610.647 2.4.10 Pensioenen 192.285 179.125 2.4.12 Overige kortlopende schulden Accountants- en administratiekosten 36.300 36.300 Overige 208.748 126.609 245.048 162.909 2.4.14 Vooruit ontvangen subsidies OCW 81.003 79.059 2.4.16 Vooruit ontvangen bedragen Vooruit ontvangen ouderbijdragen 88.480 110.325 Vooruit ontvangen subsidie SWV 159.677 83.303 Vooruit ontvangen bedragen nieuwbouw 4.850.000 4.850.000 5.098.157 5.043.628 2.4.17 Vakantiegeld en bindingstoelage 522.867 519.059 2.4.19 Overige overlopende passiva 44.657 32.843

7.151.124 7.143.066

De kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar, met uitzondering van het vooruit ontvangen bedrag voor de nieuwbouw.

De post crediteuren is ten opzichte van 2018 wat lager. Deze daling wordt veroorzaakt door een aantal investerings-facturen van ICT-middelen die ultimo 2018 open stonden.

Verstrekte zekerheden Ultimo 2019 is er geen sprake van verstrekte zekerheden in de zin van bankgaranties.

58

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

(Meerjarige) financiële verplichtingen De VO Eemsdelta heeft per balansdatum nog de volgende langdurige contracten: • Een contract tot 1 augustus 2020 met ROC Alfacollege voor de zogenaamde VAVO-leerlingen; • Een contract tot 1 augustus 2020 met MedPrevent inzake Arbodienstverlening. Jaarlijkse kosten bedragen bij benadering € 55.000; • Een contract tot 1 januari 2021 met Onderwijs Groep Noord voor wat betreft dienstverlening op het gebied van Personeel- en salarisadministratie. De jaarlijkse bedragen ca. € 55.000 per jaar; • Een contract tot 1 augustus 2021 met Iddink inzake de schoolboeken voor minimaal € 550.000 per jaar. Dit contract is Europees aanbesteed; • Een raamovereenkomst tot 1 augustus 2020 met Roler Personeelsdiensten inzake uitzend- en payrolldienstverlening. Deze raamovereenkomst is Europees aanbesteed in 2017; • Een contract tot 1 januari 2022 met BAM Bouw en Techniek inzake technisch onderhoud. Dit contract is in 2016 meervoudig onderhands aanbesteed; • Een contract tot 5 februari 2022 met Asito inzake de schoonmaakkosten voor ca. € 320.000 per jaar. Dit contract is in 2017 Europees aanbesteed; • Een contract tot 1 juli 2021 met Canon inzake de reprokosten voor ca. € 55.000 per jaar. Dit contract is Europees aanbesteed in 2016; • Een contract tot 1 juni 2021 met Inepro inzake contactloos betalen en mobile printing voor ca € 19.000 per jaar. Dit contract is in 2016 meervoudig onderhands aanbesteed; • Een raamovereenkomst tot 1 februari 2021 met Bechtle, Central Point en Four IT Inzake levering ICT-hardware; • De levering van elektriciteit en gas is voor de periode t/m 31 december 2021 Europees aanbesteed aan Gulf. Dit geldt voor alle locaties; • Begin 2018 zijn de rentestanden vastgelegd met betrekking tot de financiering voor de te ontwikkelen onderwijscampus. Het betreffen allen annuïtaire leningen. De financiering bestaat uit een drietal delen, te weten: o Bedrag € 4.000.000, looptijd 07-2022 tot 07-2052, jaarlijkse rentelast € 88.800; o Bedrag € 15.840.000, looptijd 07-2022 tot 07-2062, jaarlijkse rentelast € 356.400; o Bedrag € 10.540.000, looptijd 01-2020 tot 01-2035, jaarlijkse rentelast € 176.000.

59

Overzicht geoormerkte subsidies OCW en EZ (RJ 660, model G)

Vordering op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap In verband met het voorwaardelijke karakter van de vordering op het ministerie van OCW is deze in de balans niet gewaardeerd. De vordering bedraagt € 980.969. Bovengenoemde vordering heeft een reële waarde van € 0.

60

7.6 Toelichting op de staat van baten en lasten

3.1 Rijksbijdragen Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

3.1.1 Rijksbijdragen OCW 14.868.953 14.060.793 15.695.677 3.1.2 Overige subsidies OCW 1.871.081 1.749.700 1.899.417 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage 3.1.3 Samenwerkingsverbanden 1.220.134 1.189.254 1.029.154

Totaal Rijksbijdragen 17.960.134 16.999.747 18.624.248

De realisatie is € 982.000 hoger dan begroot. Hieraan liggen een aantal redenen aan ten grondslag, te weten:

- Bijstelling lumpsumbekostiging € 808.000 + - Aanvullende bekostiging technisch VMBO € 190.000 + - Lagere bekostiging voor nieuwkomers € 93.000 -/- - Hogere subsidie prestatiebox € 62.000 + - Overige subsidies diversen € 37.000 -/- - Hogere bekostiging vanuit het Samenwerkingsverband € 30.000 + € 960.000 +

De stijging van de lumpsumbekostiging wordt verklaard door reguliere prijsbijstellingen welke ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend waren. Daarnaast is in de bekostiging de vergoeding voor bijstelling van de salarissen verwerkt.

Voor versterking van het techniekonderwijs op het VMBO zijn door het kabinet in 2019 voor het tweede jaar middelen beschikbaar gesteld.

De lagere bekostiging voor nieuwkomers is te verklaren doordat er minder asielleerlingen onderwijs hebben gevolgd in 2019 waarvoor aanvullende bekostiging kon worden aangevraagd dan op was gerekend in de begroting.

De middelen afkomstig van het samenwerkingsverband zijn hoger dan begroot. De reden hiervoor is dat er extra gelden zijn uitgekeerd voor regionale samenwerking en maatwerk 2019.

61

3.5 Overige baten Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

3.5.1 Opbrengst verhuur 16.005 63.775 36.463 3.5.2 Detachering personeel 16.071 - 106.453 3.5.5 Ouderbijdragen 231.007 52.500 249.187 3.5.6 Overige 426.057 489.853 431.574

Totaal overige baten 689.140 606.128 823.676

De opbrengsten verhuur bestaan uit verhuuropbrengsten gymlokalen en verhuur van kluisjes. Deze opbrengsten zijn lager dan begroot. Belangrijkste reden is dat de kosten van huur gymlokalen zijn gedaald. De opbrengsten (huursubsidie) zijn gekoppeld aan de kosten.

De detacheringsopbrengsten hebben betrekking op detachering van een docent naar een ander schoolbestuur. Deze opbrengsten zijn niet opgenomen in de begroting.

De inkomsten uit de ouderbijdragen en vergoedingen van schoolkosten over 2019 zijn hoger dan begroot. Reden hiervoor is dat zowel kosten als opbrengsten die betrekking hebben op (vak)excursies niet worden begroot.

3.5.6 Uitsplitsing post Overige Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

Opbrengsten uit tripartite akkoord 21.180 21.180 57.489 Gedeclareerde gemeentelijke heffingen 166.763 142.000 163.053 ESF / Impuls gelden 127.766 71.673 0 Overige 110.348 255.000 211.032

426.057 489.853 431.574

De overige baten bestaat uit diverse posten zoals subsidies, waaronder een subsidie opleidingsschool. De realisatie valt lager uit omdat de doorbelasting van loonkosten voor de projectdirecteur als baten zijn begroot. De realisatie is verantwoord als negatieve kosten.

62

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 4.1 Personeelslasten 2019 2019 2018 € € €

4.1.1 Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 10.263.574 9.533.868 10.385.815 4.1.1.2 Sociale lasten 1.435.225 1.361.153 1.414.281 4.1.1.3 Pensioenlasten 1.647.402 1.562.379 1.590.718 Lonen, salarissen, sociale 13.346.202 12.457.400 13.390.814 lasten en pensioenlasten

4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.1 Mutaties in voorzieningen 79.060 200.000 257.172 4.1.2.2 Personeel niet in 981.830 555.840 799.024 loondienst 4.1.2.3 Overige 604.048 770.600 756.285 Overige personele lasten 1.664.938 1.526.440 1.812.481

4.1.3 Af: ontvangen vergoedingen -28.556 -99.394 - 14.982.582 13.983.840 15.103.896

De loonkosten zijn € 999.000 hoger de begroting. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de doorgevoerde loonsverhoging van 2,13% met ingang van 1 juni jl. Daarnaast zijn de kosten van vervanging als gevolg van het hoge ziekteverzuim hoger dan begroot.

De post dotatie in voorzieningen heeft betrekking op de dotatie aan de voorzieningen voor duurzame inzetbaarheid, wachtgeld, jubilea, en de reorganisatievoorziening en voorziening langdurig zieken. Daarnaast is onder deze post een gedeeltelijke vrijval van de reorganisatievoorziening opgenomen.

Inzet van extern personeel is € 426.000 hoger dan begroot wat met name wordt veroorzaakt door inhuur van een interim-directeur en een hogere inzet van extern onderwijzend personeel voor onder andere ziektevervanging.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening Uitsplitsing post overige (4.1.2.3) 2019 2019 2018 € € €

Scholing 112.565 181.600 184.461 Reiskosten (incl. onkostenvergoeding) 213.259 200.000 223.035 Collectieve uitkeringskosten 0 200.000 166.223 Overig 339.146 189.000 182.556

Totaal overige 664.970 770.600 756.275

63

4.2 Afschrijvingen Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

Materiele vaste activa 337.567 424.158 290.720 Leermiddelen 1.213 0 3.803 338.780 424.158 294.523

Af: vrijval egalisatierekeningen -11.543 0 -11.543 327.237 424.158 282.980

De afschrijvingslasten zijn lager dan begroot. De reden hiervoor is tweeledig. Enerzijds is de investeringsbegroting niet volledig uitgeput (effect van € 35.000 op de afschrijvingslasten) en anderzijds zijn de afschrijvingstermijnen verlengd tot het verwachte moment van oplevering van de te ontwikkelen Eemsdelta Campus (effect van € 73.000). Daarnaast wordt door de aardbevingsproblematiek kritisch gekeken naar de noodzaak van elke investeringsaanvraag.

4.3 Huisvestingslasten Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

4.3.1 Huurlasten 72.343 108.500 79.285 4.3.2 Verzekeringslasten 3.634 - 3.631 4.3.3 Onderhoudslasten 118.866 119.500 144.073 4.3.4 Energie en water 161.224 250.000 246.656 4.3.5 Schoonmaakkosten 361.033 350.000 358.207 4.3.6 Belastingen en heffingen ter zake van huisvesting 187.431 182.500 181.737 4.3.8 Overige huisvestingslasten 99.619 73.400 58.691

1.004.150 1.092.500 1.072.279

De huurlasten zijn lager doordat VMBO-leerlingen tegenwoordig niet meer sporten in de sporthal in Eelwerd, maar in onze eigen gymzaal aan de Sikkel. Dit levert een besparing op.

De kosten van energie en water zijn bijna € 90.000 lager dan begroot. Reden ligt in de eindafrekeningen over 2018 en 2019 van gas en elektra.

64

4.4 Overige lasten Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

4.4.1 Administratie –en beheerslasten 788.323 830.300 923.496 4.4.2 Inventaris en apparatuur 23.395 34.500 46.249 4.4.3 Leer- en hulpmiddelen 682.028 706.450 693.126 4.4.5 Overige 622.704 467.850 641.516

2.116.450 2.039.100 2.304.386

De post Overige is hoger doordat zowel kosten als opbrengsten van excursies/buitenroosterlijke activiteiten niet worden begroot omdat uitgangspunt is dat deze activiteiten kostendekkend zijn.

Onderstaand een nadere uitsplitsing van de post overige:

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € € Uitsplitsing overige Excursies/buitenroosterlijke activiteiten 279.571 68.300 250.839 Kosten kantine 59.084 70.000 60.414 Leerlinggebonden kosten en overige kosten 284.049 329.550 330.263

622.704 467.850 641.516

Accountantshonoraria In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: Jaarrekening Jaarrekening 2019 2018 Specificatie kosten instellingsaccountant € € Honorarium onderzoek jaarrekening 36.300 48.343 Honorarium andere controleopdrachten - - Honorarium fiscale adviezen - - Honorarium andere niet-controledienst 6.050 - 42.350 48.343

Bovengenoemde honoraria hebben alleen betrekking op de werkzaamheden die bij VO Eemsdelta zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). De bedragen zijn gebaseerd op de verwachte c.q. gerealiseerde kosten m.b.t. de controle van de jaarrekening en de bekostigingsgegevens in dat boekjaar.

Eind 2019 is een aanvullende opdracht verstrekt welke is verantwoord onder andere niet-controledienst.

65

6 Financiële baten en lasten

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2019 2019 2018 € € €

6.1.1 Rentebaten en soortgelijke 0 500 0 opbrengsten

6.2.1 Rentelasten en soortgelijke - 8.032 lasten 10.771 6.2.2 Overige financiële lasten 4.297 3.500 4.450

14.758 3.500 12.482

Financiële baten en lasten totaal -15.068 -3.000 -12.482

In 2018 is door de gemeente Appingedam een voorschot overgemaakt voor de nieuwbouw. Over het uitstaand positieve saldo is Eemsdelta rente verschuldigd bij de desbetreffende bank. In 2020 zal het saldo op een aparte spaarrekening gezet worden zodat deze kosten in ieder geval niet doorlopen.

66

WNT-verantwoording 2019

De WNT is van toepassing op VO Eemsdelta. Het voor VO Eemsdelta toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2019 € 152.000 (bezoldigingsklasse D).

1. Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling

67

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2019 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

68

Hoofdstuk 8 Overige gegevens

Gebeurtenissen na balansdatum

Corona crisis In 2020 is het Corona virus uitgebroken. Op het moment van schrijven van de jaarrekening zijn de gevolgen onduidelijk. Wel zien we dat excursies worden uitgesteld wat annuleringskosten tot gevolg heeft. Daarnaast is er een versnelde invoering van afstand op onderwijs. Tot op heden heeft dit niet geleid tot grote investering behalve dat er devices van school in bruikleen worden gegeven aan leerlingen. Daarnaast is de kans aanwezig dat de opleverdatum van de te bouwen Eemsdelta Campus opschuift. Op dit moment is het onduidelijk wat de mogelijke gevolgen zijn.

Nieuwe cao April 2020 is er een onderhandelingsakkoord bereikt voor een nieuwe Cao. De gevolgen zijn verwerkt in deze jaarrekening door geld aan de bestemmingsreserve toe te voegen. Daarnaast is in de begroting 2020 rekening gehouden met een loonkostenontwikkeling.

Statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst In de statuten is geen bepaling opgenomen over de winstbestemming. Tenzij anders bepaald wordt de winst toegevoegd aan de algemene reserves.

Dotatie bestemmingsreserve publiek III 285.514 Dotatie bestemmingsreserve publiek IV 20.000 Onttrekking algemene reserves -16.522 Onttrekking bestemmingreserve privaat -2.598 Onttrekking bestemmingsreserve publiek I -11.769 Onttrekking bestemmingsreserve publiek II -49.625

Totale resultaat 2019 225.000

69

Controleverklaring van de onafhankelijk accountant

70

Handtekeningen goedkeuring Raad van Toezicht en vaststelling College van Bestuur

______

A.A. Vlaardingerbroek, Voorzitter RvT

______

F. E. Juk, Lid RvT

______

A. Hasper, Lid RvT

______

A.J. Schonewille, Lid RvT

______

A. Jansen, Lid RvT

______

J.J. Wierenga, voorzitter CvB

71

Bijlagen

72

Bijlage 1: Onderwijsresultaten 2018 Theda Mansholt College (VMBO)

73

Bijlage 2: Onderwijsresultaten 2018 Rutger Kopland School

74

Bijlage 3: Onderwijsresultaten 2018 Rudolph Pabus Cleveringa Lyceum (HAVO/VWO)

75

Bijlage 4: LTO 2019 veiligheid

76

Bijlage 5: LTO 2019 tevredenheid

77

Bijlage 6: Nevenfuncties Topfunctionarissen

78

79